Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label agrarisch. Alle posts tonen
Posts tonen met het label agrarisch. Alle posts tonen

16 oktober 2012

Halfvolle megastallen diervriendelijk?

Jelle Feenstra van LTO Noord schrijft in Nieuwe Oogst:
Wat de Chinezen in het groot doen, gaan melkveehouders in het klein doen. China moet 22 procent van de wereldbevolking voeden met slechts 7 procent van het beschikbare landbouwareaal. De kans dat dat tot honger en grote onrust leidt, is aanzienlijk. Daarom kopen de Chinezen momenteel miljoenen hectares landbouwgrond op en leggen ze overal ter wereld graan, soja en micro-nutriënten vast. Zodat ze niet te kwetsbaar worden bij hoge voedselprijzen.
Meer en meer gaan ook melkveehouders een betaalbare voervoorziening voor hun koeien veilig proberen te stellen. Dit jaar blijkt al hoe kwetsbaar ze zijn. De melkprijs viel, ondanks zijn bovengemiddelde niveau van de afgelopen vijf jaar, na topjaar 2011 toch wat tegen. En vrijwel niemand voorzag begin dit jaar dat de voerprijs de kostprijs 4 centen omhoog zou jagen. Het leidt op sommige melkveebedrijven - in het bijzonder degene met onvoldoende grond eronder - tot problemen met de liquiditeit en de serieuze vraag of al die nieuwe, halfvolle stallen - vol brandende ambitie neergezet met het oog op 1 april 2015 - ooit nog vol komen.
Tot zover Nieuwe Oogst.

Op dit moment is het fietsseizoen over en worden de koeien weer naar stal gehaald. De WSPA memoreert dit met het motto “de stal is voor even en niet het hele leven”.
Misschien denkt de naïeve stadsbewoner: nou dan hebben de koeien tenminste gedurende het winterseizoen met die halfvolle stallen twee keer zo veel ruimte in de stal. Helaas zo werkt het niet. De boer sluit gewoon een stuk stal af om werk en daarmee geld te besparen.
Misschien iets om over na te denken wanneer u weer volgend voorjaar weer door het platteland fietst: waarom zo groot bouwen (deels op uw rekening) als de ruimte toch niet benut wordt of u zoekt nu contact met een boer om uw caravan te stallen voor een schappelijk prijsje. Hij kan het geld goed gebruiken en u hebt als belastingbetaler al veel bijgedragen aan zijn ruime opstal.

08 oktober 2012

Meer aarde nodig bij biologische productie?

Boven een interview in de Volkskrant op 6 oktober met Louise Fresco staat de kop ‘Alles biologisch kost zes keer zo veel land'. Nu is een kop boven een artikel allereerst de verantwoordelijkheid van de redactie en bedoeld om de aandacht te trekken, maar er ligt ook een verantwoordelijkheid bij een krant om juiste informatie te verstrekken. Fresco heeft een nieuw boek geschreven “Hamburgers in het paradijs”. Van de achterflap:
De menselijke geschiedenis is er een van voortdurende schaarste aan voedsel. De overvloed die in de laatste decennia voor velen is ontstaan, is zo uitzonderlijk dat wij nog niet hebben geleerd ermee om te gaan. We zijn ingesteld op schaarste en koesteren nog steeds de mythe van overvloed en ecologisch evenwicht, zoals die beschreven wordt in de verhalen over het paradijs. Daarom is het zo moeilijk om onze consumptie te beteugelen. En daarom ook voelen we ons schuldig over de schade die we de planeet toebrengen.

In het interview wordt haar de vraag gesteld:
Simpel voorbeeld: nu wordt twee derde van het landbouwareaal ingezet voor de vleesproductie. De vraag naar vlees verdubbelt de komende veertig jaar. Dan hebben we anderhalve aarde nodig.
'Dat is een denkfout. Om te beginnen: er is veel land op aarde dat niet geschikt is voor akkerbouw. Denk aan de pampa's van Argentinië, de Mongoolse steppen. De koeien die daar lopen zetten voor ons onverteerbaar gras om in hoogwaardig voedsel. Er is geen andere en betere manier om dat te doen. Die gebieden worden nu heel extensief beweid. Ook kippen en varkens zitten in grote delen van de wereld nog op lage productieniveaus. Er valt nog veel winst te halen met verbeterde voeropname en efficiency.
'Wat veevoer betreft: de productiviteit van een graanakker in China ligt ongeveer 40 procent hoger dan in India. En in China ligt het weer 40 procent lager dan bij ons. Ook daar zit dus nog veel ruimte voor verbetering. Dan heb ik het niet over genetische modificatie, maar met de huidige technieken.
Tot zover het interview.

Het artikel roept de suggestie op dat we in Nederland goed bezig zijn met de intensieve landbouw en dat biologische productie nauwelijks van belang is.
Het zou jammer zijn wanneer deze verwarring bij de consument wordt gesticht. Ons land produceert 3x zoveel vlees en zuivel dan we zelf consumeren. Wanneer die productie wordt teruggebracht tot een evenwicht, dan heeft ons land veel minder vruchtbare buitenland-aarde nodig om veevoer te laten produceren en is er genoeg ruimte in eigen land om vee buiten te laten lopen. Met een nog wat kleinere consumptie van dierlijke eiwitten wordt het een nog gezondere balans in allerlei opzichten. Wanneer dieren een natuurlijk leven kunnen leiden in ons land, hoeven we ons met (dieren)recht niet meer zo schuldig te voelen. En wanneer we het buitenland het goede voorbeeld geven dat plantaardige voeding ook aantrekkelijk kan zijn, dan hebben we met zijn allen ook geen extra aarde nodig.

Marianne Thieme hekelt dat Fresco het eten van vlees als voldongen feit presenteert. Fresco is voor het matigen van het eten van vlees, maar noemt de wens om het vlees eten uit te bannen "een denkfout".

05 oktober 2012

Megasubsidie voor megastallen is oneerlijke inkomenssteun

De Volkskrant op Dierendag:
Sinds het aantreden van het kabinet-Rutte in 2010 hebben 101 megastallen samen 11,2 miljoen euro subsidie gekregen van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Dit schrijft staatssecretaris Henk Bleker (CDA) in antwoord op vragen van de Tweede Kamer. Ook zijn volgens Bleker megastallen van Nederlanders in het buitenland gesubsidieerd. Er is daar circa 20 miljoen euro subsidie verstrekt aan negen megastallen en er werd 15 miljoen euro uitgeleend. De Kamervragen kwamen na een rapport van dierenrechtenorganisatie Wakker Dier.
Tot zover de Volkskrant.

Dit betekent per stal in Nederland gemiddeld 111.000 euro subsidie en voor stallen, van Nederlandse eigenaren gebouwd in het buitenland, meer dan 1 miljoen subsidie gemiddeld en voor iedere stal een lening van bijna 2 miljoen.

Er zijn vele bezwaren tegen megastallen, maar op deze wijze worden boeren die op een diervriendelijke manier vee willen houden extra beconcurreerd. Bovendien zijn de verborgen kosten nog groter dan bij kleinere vee-eenheden.

05 september 2012

Zeugen dreigen te lang opgesloten te blijven

Persbericht CIWF Nijmegen, 5 september 2012.

E-mail actie tegen langere opsluiting van zeugen

Compassion in World Farming (CIWF) start vandaag op www.ciwf.nl een E-mail-actie om te voorkomen dat zwangere zeugen langer in ligboxen worden opgesloten dan de wet toestaat. Vanaf 1 januari mogen deze krappe kooien, waarin de dieren zich niet eens om kunnen draaien, in de EU niet meer gedurende de hele zwangerschap worden gebruikt. Met deze actie vraagt CIWF aan staatssecretaris Bleker geen gehoor te geven aan de vraag van LTO en NVV om een 'knelgevallenregeling' voor varkenshouders die hun stallen niet op tijd hebben aangepast aan de nieuwe regels. Dat die regels er komen is immers al 15 jaar bekend.

Ligboxen, een mooi woord voor zeugenkooien, zijn een van de ergste uitwassen van de vee-industrie. De zeugen, die speciaal worden gehouden om zoveel mogelijk biggen te werpen, zitten zwangerschap na zwangerschap opgesloten tussen stalen stangen. Vanwege de nadelen voor hun welzijn heeft de EU besloten het gebruik van deze kooien aan banden te leggen. Vanaf 1 januari a.s. moeten zeugen het grootste deel van de zwangerschap verplicht in groepen worden gehuisvest: een enorme verbetering voor het welzijn van de dieren.

In Nederland hebben zo'n 15% van de zeugenhouders (ca 400 bedrijven) hun stallen nog niet aangepast en men verwacht dat velen van hen daar niet in zullen slagen voor 1 januari. LTO Nederland en de Nederlandse Vereniging van Varkenshouders (NVV) vragen de regering nu om een 'knelgevallenregeling'. Een dergelijke regeling kan alleen maar uitstel betekenen, met als gevolg dat tienduizenden, mogelijk honderdduizenden dieren langer in kooien moeten zitten. Naast een regeling voor 'knelgevallen' vragen de varkenshouders aan de regering de periode waarin de zeugen na inseminatie in kooien mogen worden gehouden te verlengen tot 4 weken, het maximum dat de EU toestaat.

De Europese Commissie houdt strak vast aan de verplichte invoering van groepshuisvesting per 1 januari en staatssecretaris Bleker heeft in juli laten weten niets te voelen voor uitstel. Compassion in World Farming is daar blij mee maar wil de staatssecretaris, die binnenkort met de bonden van varkenshouders in gesprek gaat, toch vragen niet toe te geven aan hun wensen en vast te houden aan het standpunt dat hij in juli in de Tweede Kamer innam. 'Varkenshouders in Nederland weten al 15 jaar dat ligboxen worden afgeschaft en hebben ruim de tijd gehad over te schakelen op groepshuisvesting. Een regeling voor 'knelgevallen' is een verkeerd signaal naar de EU en unfair voor de boeren die hun dieren wel op tijd meer ruimte gaven', zegt Geert Laugs, directeur van Compassion in World Farming Nederland. 'De staatssecretaris heeft bovendien in een brief aan de Kamer duidelijk aangegeven dat er geen reden is om zwangere zeugen na inseminatie langer dan 4 dagen in een kooi te houden. Wij willen hem daar graag aan houden', zegt Laugs.

03 september 2012

Intensieve landbouw is niet duurzaam

Nederland moet zijn intensieve landbouw absoluut niet in de ban doen. Integendeel, de landbouw moet juist nog intensiever dan nu al het geval is. Het is het productiefste en duurzaamste systeem dat er is. Daarmee kan de groeiende wereldbevolking worden gevoed en het milieu worden gespaard. Dat stelt Aalt Dijkhuizen, voorzitter van de raad van bestuur van Wageningen Universiteit in een gesprek met Trouw (3-september).

Dijkhuizen gaat met zijn oproep voorbij aan dierenwelzijn. De redenering van Dijkhuizen ligt in de al jaren zichtbare trend om het opvangen van mest in de stal en vervolgens (eventueel na vergisting) in de wei uitrijden milieuvriendelijker te noemen dan een beperktere veestapel zelf hun mest in de wei te laten vallen. Het is niet logisch, maar wanneer je er niet lang over nadenkt dan blijft de kreet dat dieren op stal milieuvriendelijk is wel hangen.

Wanneer mensen minder vlees eten dan valt er een veel grotere bevolking te voeden dan wanneer de consumptie van vlees toeneemt. Alle hens aan dek dus om deze gedragsverandering op gang te helpen. Minder vlees is gezonder, milieuvriendelijker en vertraagt de opwarming van de aarde. Er zijn alleen maar voordelen.
Iemand die af en toe graag een stukje vlees of zuivel eet, zou voor de keuze gesteld moeten worden: is dat een verantwoord stukje of niet? De prijs van het niet-verantwoorde stukje vlees zou hoger moeten zijn, dan is de duurzaamheid van de intensieve veehouderij vanzelf verbeterd. Verantwoorde vlees of zuivel is afkomstig van een beperkte hoeveelheid dieren die buiten hebben gelopen en biologische voeding hebben gehad.

Deze opzet betekent dat Nederland minder producten uit de intensieve veehouderij kan exporteren omdat er minder dieren worden gehouden en trager opgroeien. Zich daarvoor inzetten is voor de Wageningse universiteit pas een duurzaam beleid. Daarnaast kan de WUR zich inzetten voor het intensiveren van akkerbouw in ontwikkelingslanden. Daar is niets mis mee.

Een dag later reageerde zijn collega Paul Struik, hoogleraar gewasfysiologie in Trouw:
Het interview doet het nodige stof opwaaien, ook in Wageningen zelf. "Er is vandaag veel gedoe op het werk", zegt Struik. "Veel mensen die het artikel hebben gelezen, zijn boos". Dijkhuizen hanteert wel een erg nauwe definitie van duurzaamheid, vinden zij. Daarin is geen ruimte voor dierenwelzijn, biodiversiteit en de kwaliteit van de bodem en het water. Struik: "hij kijkt alleen naar de efficiëntie per eenheid product. Hij vermeldt daarbij niet dat de intensieve landbouw de mest op een kleiner oppervlak concentreert. Om de mineralenbalans in evenwicht te houden moet die terug naar de bron van het voer, maar dat is ver weg. In Brazilië of Thailand".

Dat Dijkhuizen een verband legt met mogelijke voedseltekorten, noemt Struik bangmakerij. "Hij stelt nu: 'of je kiest voor intensieve landbouw of de groeiende wereldbevolking lijdt straks honger'. Dat klopt niet. We kunnen ook met zijn allen eten als we op een andere manier landbouw bedrijven".

24 juni 2012

Biodiversiteit groter in de stad dan op het platteland

In Trouw van 17 juni een inventarisatie van het aantal soorten dieren en planten vergeleken in de stad en het platteland:

Trouw:
Amsterdam herbergt bijna 140 soorten planten en dieren die in meer of mindere mate bedreigd zijn. Zij staan op de zogenoemde landelijke Rode Lijst, een verzameling soorten waar het niet goed mee gaat.
De hoofdstad telt er fors meer dan de gemiddelde gemeente met 70 verschillende soorten. In Bergen, aan de kust in Noord-Holland, zijn de meeste 'rodelijst-soorten' geteld, ongeveer 325. Daarna komen Ede (260) en Bronckhorst (230). In delen van Groningen, Friesland en de Randstad zorgt de moderne landbouw ervoor dat er weinig soorten voorkomen.
Tot zover Trouw.

Deze cijfers laten zien dat het steeds minder aantrekkelijk wordt om naar het platteland te gaan. Voor de natuurliefhebber is meer te zien in groene, ecologische gebieden in de stad.

22 juni 2012

Ergernis in agrosector over ergst geplofte kippen

Op Foodlog valt te lezen:

Uit onderzoek van Wakker Dier blijkt dat de ergst geplofte plofkippen uit een stal, speciaal worden geselecteerd voor de goedkope kipaanbiedingen bij Albert Heijn. Deze extra zware kipfilets - die worden verkocht onder het merk Euroshopper - worden verkregen door de zwaarste plofkippen in de slachterij apart te nemen van de andere kippen uit de stal. Plofkippen hebben onder meer door hun overgewicht veel last van kreupelheid, voetzweren en borstblaren. Wakker Dier: "het is gênant hoe Albert Heijn een extra slaatje probeert te slaan uit de ergst geplofte kippen uit een stal". Jumbo had ook dergelijke grote kipfilets, maar heeft aan Wakker Dier laten weten dat ze deze grote kipfilets vanaf deze week niet meer verkoopt.
Afgelopen weekend liet Eric Huibers, de nieuwe voorzitter van de vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP, in een boerenblad het volgende weten: "Wakker Dier is géén afspiegeling van de maatschappij, al laten de media dat soms wel lijken. De gemiddelde burger wordt door die organisatie niet vertegenwoordigd".
Nieuwe Oogst, het blad waarin hij zijn uitspraken deed, vervolgt:
Over de 'plofkip-campagne' kan hij zich nog steeds opwinden. "Daarmee heeft WakkerDier de vleeskuikensector geheel verkeerd neergezet. Plofkip bestaat niet. Het is pluimveevlees dat wordt geproduceerd op gewone vleeskuikenbedrijven die aan alle regels voldoen".
Foodloglezers hebben ongetwijfeld een oordeel over het communicatie-inzicht van de nieuwe voorzitter en de effectiviteit van de niet-representativiteit van Wakker Dier op het aanbod van Albert Heijn.
Tot zover Foodlog.

Het is een merkwaardige redenering die de Agrosector wel vaker volgt: wat we doen is volgens de regels en daarom is er niets mis mee.

21 juni 2012

De landbouw reduceert biodiversiteit tot één soort

Bestaat wildernis nog in Nederland en waar kun je die dan vinden? Bram van de Klundert ging op zoek en verbleef in de twaalf 'wildste' Nederlandse natuurgebieden, o.a. Tiengemeten, Oostvaardersplassen en Rottumerplaat. Steeds een week overnachten in een hut of een tent zonder telefoon, radio of boeken. Vier dagen alleen zijn en ervaren wat die wildernis met je doet. Expeditie wildernis is daarmee een complete zoektocht geworden naar de betekenis van wildernis in Nederland en voor de Nederlandse samenleving. Uiteindelijk komt hij op het persoonlijke niveau uit: de combinatie van 'alleen zijn' en stilte heeft hem sterker gemaakt.
Dat hij zich tegelijkertijd druk maakt om de achteruitgang van de natuur, is geen verzet tegen verandering. “Maar omdat ik het mensen gun om de sublieme ervaring van de schoonheid van de vitaliteit van het leven mee te maken. Als ik opkom voor weidevogels of kanoeten is dat vanuit een gevoel van mededogen en respect voor al dat unieke leven”.

Ervaringen met het sublieme in de Nederlandse natuur. (bol.com).

Van de Klundert werd geïnterviewd voor het magazine Down to Earth van Milieudefensie.
Een paar citaten.
De teloorgang van de verwondering is misschien wel een van de meest fundamentele bedreigingen voor de natuur. In Van de Klunderts tweede boek Perspectieven voor Wildernis, gaat hij in op de ‘biologisering van ons mens- en wereldbeeld’. Op allerlei vlakken worden mens en wereld tegenwoordig herleid tot hun chemisch-biologische processen: ons eten wordt gezien als verzameling nutriënten, sommige goed (omega-3), sommige fout (verzadigde vetten). Een vogel zingt mooi omdat dat de voortplanting dient. Pubers gedragen zich onverantwoordelijk omdat hun hersenen nog niet zijn uitontwikkeld (We zijn ons brein, van Dick Swaab). Van de Klundert zet daar zijn naturalistische kijk tegenover. “Vanuit de rijkdom van het bestaan. Voeding is veel meer dan alleen nutriënten. De schoonheid van de natuur is niet terug te brengen tot een chemische reactie in je hoofd”. Doe je dat wel, dan wordt het leven verarmd en plat gemaakt. “Liefde en geluk zijn strikt biologisch niet aan te tonen. Maar dat wil niet zeggen dat ze er niet toe doen. Zo geldt dat ook voor schoonheid en verwondering. Ik ben op zoek naar de dingen die belangrijk zijn in het leven”. Die dingen zijn aan de zachte kant. “Ik kan niet aantonen dat natuur belangrijk is, maar ik kan het wel ervaren”.
En.
Het agrarische cultuurlandschap is ook mooi. “Maar dat gaat nog steeds vreselijk achteruit”. Jarenlang heeft hij zich ingezet voor een natuurvriendelijke landbouw, maar nu heeft Van de Klundert het opgegeven: er is volgens hem geen redden meer aan. Hij noemt als voorbeeld de weidevogels. “Eerst probeerden we de met veel geld en moeite de kemphaan te redden, toen dat niet lukte de watersnip, toen dat niet lukte de grutto en nu moeten de boeren al geld hebben voor een koe in de wei”.
Van de Klundert is tot de conclusie gekomen dat landbouw en biodiversiteit inherent strijdig met elkaar zijn: “De landbouw reduceert de biodiversiteit tot één: dat is ook de bedoeling. Een boer wil één soort gewas op zijn akker, verder niks. Als er dan Engels raaigras met een koe op staat, is de biodiversiteit nog twee”. Het hoogst haalbare. Subsidies voor agrarisch natuurbeheer zijn dan ook weggegooid geld, volgens Van der Klundert.
“De landbouw is de enige bedrijfstak die nog fors vervuilt”. Die moet minder bestrijdingsmiddelen gebruiken, minder mest uitstoten. Maar dan nog. “Ook de bijdrage van biologische boeren aan de biodiversiteit stelt weinig voor”. De bemesting van weilanden moet tachtig tot negentig procent terug, willen we voor flora en fauna weer interessante akkers en grasland krijgen. Dat kan ook de biologische landbouw niet brengen.
Ja, hij weet ook wel dat het produceren voor de wereldmarkt een politieke keuze is. En dat dat een belangrijke drijvende kracht is achter de steeds natuurvijandigere landbouw. “Maar als je daar van af wilt, moet je allerlei handelsverdragen opzeggen en uit de Wereldhandelsorganisatie stappen. Dat gaat niet gebeuren”. Daarom is zijn conclusie: “Ik zeg het met spijt in mijn hart: landbouw en natuur moeten zoveel mogelijk worden gescheiden, anders houden we niets over”.
En.
De Nederlandse natuur moet beheerd worden door organisaties die op grotere afstand van de overheid komen. “Zodat we niet meer zoiets meemaken als deze kabinetsperiode, dat één dwaas het hele natuurbeleid kan slopen”.

Ons vee vreet meer dan schroot alleen

Tjerk Gualtherie van Weezel schrijft in de Volkskrant van 20 juni over het koolzaad dat van de Oekraïne wordt verscheept naar Nederland. Hier wordt voor biodiesel de olie eruit geperst en de schroot wordt aan het vee gevoerd. Hij schrijft hierover:

Pardon?
Schroot is het afvalproduct dat overblijft als alle olie uit het zaad is geperst. In Nederland wordt dat allemaal verwerkt in veevoer. Door de enorme veestapel die we in West-Europese stallen hebben gepropt, is er in dit gedeelte van de wereld veel vraag naar schroot. Onze kippen, koeien en varkens leven dus op Oekraïens zaad.
Tot zover.

Wat hij niet schrijft is welk percentage van het veevoer afkomstig is van schroot. Met raapzaad en zonnebloemproducten komt dit op 13%.
Jaarlijks wordt in Nederland circa 21,5 miljoen ton diervoeder geproduceerd. Het gaat hierbij om mengvoeders, kalvermelk, enkelvoudige voeders en vochtrijke diervoeders. De grondstoffen hiervoor zijn afkomstig uit binnen- en buitenland. Ze bestaan voornamelijk uit plantaardige producten, zoals graan, soja en tapioca. Voorts uit bijproducten van de voedings- en genotmiddelenindustrie, zoals bierbostel, sojameel, citruspulp, aardappelvezels, tarwegries en dierlijke vetten.
Meer dan de helft van het veevoer bestaat uit granen of granenbijproducten. Soja maakt 11% uit.
Mocht de schrijver de indruk gewekt hebben dat ons vee alleen maar afvalproducten eet wat voor menselijke consumptie ongeschikt is, dan is dat hiermee recht gezet. Ook het schroot zou voor voedsel voor mensen of via vergisting voor energie gebruikt kunnen worden.

02 juni 2012

Antibiotica bij vee onder schuilnaam

Bij vleeskuikens worden zogenoemde coxiodiostatica gebruikt. Dat zijn antibiotica die niet zo hoeven te worden genoemd en dus preventief door het voer gaan.

In het voorjaar van 2011 tetterde het dagblad De Telegraaf dat het antibiotica-gebruik in de veehouderij een jaar eerder met maar liefst 12% was gedaald.
De boeren zijn dus goed bezig!

Een paar maanden later meldde dagblad Trouw dat er in eerste helft van 2011 maar liefst 32% minder antibiotica was gebruikt. De doelstelling van de regering om het verbruik met 20% te verminderen in 2011 was ruim gehaald.
De boeren zijn dus nog beter bezig!

Sinds afgelopen vrijdag weten we hoe die dalingen in de officiële verkoopcijfers tot stand zijn gekomen komen: zo ongeveer de helft van de plofkippenhouders koopt het spul niet meer bij de veearts, maar in het illegale circuit. En spuit vervolgens maar raak. Dat blijkt althans uit een onderzoek van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit onder plofkippenhouders en kalvermesters in noord-oost Nederland.
De boeren belazeren dus de boel!
Minister Schipper en staatssecretaris Bleker haastten zich te melden zeer geschrokken te zijn, en kondigden strenge maatregelen aan.

Streng?

Geneesmiddelen mogen straks alleen nog door veeartsen worden toegediend, en op het boerenbedrijf mogen geen geneesmiddelen meer op voorraad worden gehouden. Daar is op het platteland hartelijk om gelachen.
Immers, uitzonderingen blijven uiteraard mogelijk. Controle? Niet geregeld. Handhaving? Daar doen we op de boerderij niet aan.
De maatregelen gaan niet veel verder dan een opstoken vinger, vergezeld van de mededeling: Foei, niet meer doen hoor! Het antwoord van de boeren is een opgestoken middelvinger terug.

Sancties?

Daar gelooft Eerlijk, Helder, Henk niet in. Net als zijn voorgangers is staatssecretaris Bleker van mening dat het bestraffen van boeren niet nodig is, en dat het vele malen beter en effectiever is een beroep te doen op het zelfreinigend en zelfcorrigerend vermogen van de sector.

En keer op keer laten de boeren zelf zien waar dat toe leidt: tot niets.

Het staat stijf van de convenanten waarin de sector met de hand op het hart beloofde verbeteringen door te voeren, op het gebied van bijvoorbeeld het milieu, gebruik van gif, dierenwelzijn, huisvesting van buitenlandse werknemers, arbeidsvoorwaarden van die werknemers, om eenmaal thuis gekomen met datzelfde convenant het achterwerk af te vegen: ze hebben er letterlijk en figuurlijk schijt aan!

En dan nog iets: de aangekondigde maatregelen gaan pas in per 1 januari 2013. Merkwaardig. Er wordt een misstand geconstateerd, men verzint maatregelen daartegen en wacht vervolgens ruim een half jaar om ze in te voeren.
Zou dat iets te maken hebben met de komende verkiezingen, en willen Bleker (CDA) en Schipper (VVD) de boeren niet al teveel in het harnas jagen? Of willen ze de boeren die niet in het onderzoek zaten de kans geven om ongestoord hun voorraad illegale antibiotica op te maken?
Hoe het ook zij, het blijft zeer merkwaardig dat de maatregelen niet meteen van kracht worden.

Voor een bonafide en integere staatssecretaris van landbouw zouden de resultaten van het onderzoek natuurlijk aanleiding moeten zijn om onmiddellijk ook in de andere regio en in de andere bedrijfstakken, zoals de varkenshouderij en de melkveehouderij, eens te kijken hoe de zaken er daar voor staan.
Maar Bleker kijkt wel lekker link uit. Die heeft geen trek in nog eens een vernietigend onderzoeksrapport.

Voor elke bonafide en integere staatssecretaris van landbouw zouden de resultaten van het onderzoek natuurlijk ook aanleiding moeten zijn om per direct een verbod op megastallen uit te vaardigen. Hij hoeft niet meer te wachten op de bevindingen van de Gezondheidsraad. Het rapport van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit over het gesjoemel met antibiotica zegt al meer dan genoeg.
En als Bleker zelf niet met zo'n maatregel komt, zou de Tweede Kamer dat moeten afdwingen.

Redenen genoeg, want wat er in de veehouderij illegaal en legaal gebeurt, grenst aan bioterrorisme. Er worden immers door het onverantwoorde gebruik van antibiotica in de stallen niet alleen kilo's vlees geproduceerd, maar vooral ook resistente bacteriebommen.
Als we zouden denken dat Al-Quaida er achter zat, zouden we Afghanistan meteen plat bombarderen. En Irak en Iran voor zekerheid ook maar meteen meenemen.

Overdreven?

Dacht het niet. In 2003 vielen de Amerikanen, met steun van Engeland en gedoogd door Nederland, Irak binnen alleen op de verdenking van bio-terrorisme. De massavernietigingswapens die de aanleiding voor de oorlog vormden zijn overigens nooit gevonden.

Maar tegen sjoemelende veehouders die een spelletje poker spelen met de volksgezondheid komen we niet verder dan: Foei, niet meer doen hoor, jochie.

Inderdaad: Niet meer doen. Maar dan wel op een effectieve manier, namelijk door deze halve criminelen die zich veehouder noemen voor het leven het recht te ontnemen om zelfs maar een poes te mogen houden. Laat staan een stal boordevol landbouwhuisdieren.

Klik hier om meer te lezen over het gebruik van antibiotica in de veehouderij.

02 mei 2012

Duitsland is terecht boos over Nederlandse mest

In Eenvandaag van 1 mei een item over de export van stront naar Duitsland. In ons land is zoveel mest dat een afnemer geld toe krijgt om het over zijn land uit te laten rijden. De kosten voor het verwerken van mest variëren van 15 tot 18 euro per kuub. Bedrijven die mest verwerken betalen volgens het LEI nog steeds voor de afzet van eindproducten. De kosten variëren van minder dan 1 euro tot meer dan 5 euro per ton. Geen wonder dat Nederlandse mest welkom is in het buitenland, althans bij sommige akkerbouwers. Je kunt over je land te kort, voldoende, extra veel en te veel mest uitrijden. Het is duidelijk dat wanneer je als boer extra veel uitrijdt dat je dan meer geld verdient dan wanneer je precies voldoende uitrijdt. Wat je teveel hebt spoelt uit naar het grond- en oppervlaktewater. En daar is waar de Duitse overheid boos over wordt. Want dat levert schade op aan het drinkwater en het milieu, terwijl de kosten voor het aanpakken van die schade wordt afgewenteld op de belastingbetaler in binnen- en buitenland.

Maar dat vertelde Eenvandaag er niet bij.
Ook in ons land wordt de overbemesting afgewenteld op de belastingbetaler. De burger laat zich door de boer een oor aannaaien.

26 april 2012

Veehouders moeten wet 100% naleven

Oproep aan politieke partijen

Compassion in World Farming vraagt aan de politieke partijen in hun verkiezingsprogramma's op te nemen dat de Nederlandse veehouderij voor 100% aan de Europese regels moet voldoen. De overheid moet er alles aan doen ervoor te zorgen dat de regels worden nageleefd en dit strikt handhaven.

Met name in de varkenshouderij worden de regels, die ook zijn opgenomen in de Nederlandse wet, op grote schaal genegeerd:

Op 1 januari 2013 worden nieuwe Europese regels voor de varkenshouderij van kracht. Vanaf die datum is het verboden zwangere zeugen hun hele zwangerschap in krappe hokken, tussen stalen stangen, vast te zetten. In plaats daarvan moeten de dieren in groepen worden gehouden. Op dit moment voldoet slechts 71% van de Nederlandse varkenshouders aan deze norm. Volgens cijfers van de Europese Commissie zal eind dit jaar nog steeds bijna 10% niet aan de nieuwe regel voldoen. Toch is de ingangsdatum van de nieuwe eisen al meer dan 10 jaar bekend. Compassion in World Farming vindt daarom dat er geen enkele reden is een oogje dicht te knijpen voor boeren die niet aan de wettelijke regels voldoen.

Bovendien moeten de meeste varkens in Nederland het stellen zonder afleidingsmateriaal en worden op grote schaal staarten afgeknipt als de biggen een paar dagen oud zijn. Ook dit is in strijd met de Europese regels die al langer van kracht zijn en voorschrijven dat varkens strooisel of vergelijkbaar materiaal in de hokken moeten hebben om te voorkomen dat de dieren uit frustratie en verveling in elkaars staarten bijten. De overheid moet er daarom streng op toezien dat alle varkens voldoende, geschikt afleidingsmateriaal krijgen. Dán kan ook het routinematig staartknippen achterwege blijven.

Geert Laugs, directeur van Compassion in World Farming Nederland zegt: “Europese regels zijn er niet alleen voor regeringen en begrotingen, maar ook voor burgers en boeren. Uit cijfers van de Europese Commissie blijkt dat bijna 10% van de Nederlandse varkenshouders eind dit jaar niet aan het voorschrift van groepshuisvesting voor zeugen zal voldoen. Nóg meer varkenshouders houden hun dieren in kale hokken zonder geschikt afleidingsmateriaal en knippen standaard biggenstaarten af. Nu Nederland afstevent op nieuwe verkiezingen roepen wij de politieke partijen op duidelijk stelling te nemen en expliciet in hun programma's op te nemen dat de wet voor 100% moet worden nageleefd.“

In de recente Nota Dierenwelzijn constateert de regering dat het naleefniveau in de veehouderij te wensen overlaat. In de varkenshouderij is het volgens de nota zelfs slechts 55%. De regering spreekt in deze nota de ambitie uit dat elke sector een naleefniveau van tenminste 80% moet hebben en erkent dat daarvoor nog een flinke inspanning nodig is. Compassion in World Farming vindt 80% echter te weinig. Het zou betekenen dat tientallen miljoenen dieren niet de bescherming krijgen die de wet hen toekent.

17 april 2012

Mest uit intensieve veehouderij zorgt voor milieuproblemen

Elke zomer is het weer raak op de stranden van Bretagne: groene algen maken het verblijf op het strand levensgevaarlijk. Zwavelwaterstof is een gifgas dat vrijkomt bij het afbreken van de algen die op hun beurt worden toegeschreven aan vervuiling door de intensieve veehouderij.
Een koe produceert vandaag de dag in haar werkzame leven ruim drie keer zoveel stront als melk. En zo staan er achter elk pak melk in de supermarkt, eigenlijk drie pakken van dat andere spul (zie video).
Het is niet alleen een Frans probleem, maar speelt ook in Nederland.

Van website van het Milieuloket:

Vermesting is in Nederland een groter probleem dan in veel omringende landen, voornamelijk door de uitzonderlijk intensieve veeteelt. Vooral in het oostelijke deel van Noord-Brabant (met name de Kempen en de Peelhorst), de Achterhoek, Twente, in delen van Limburg en de Gelderse vallei komen sterk fosfaatverzadigde gronden voor. Op zandgronden, die vaak een functie hebben als recreatiegebied, zijn de gevolgen van vermesting het ergst merkbaar. Deze aantasting heeft ook gevolgen voor nabijgelegen bossen, vennen en hoogveengebieden. Daarnaast worden de ecosystemen van bijvoorbeeld de Waddenzee en het IJsselmeer aangetast.
Een kwart van de Nederlandse drinkwaterwinning vindt plaats in gebieden die kwetsbaar zijn voor nitraatvervuiling. Verschillende putten zijn al verlaten, omdat het grondwater niet voldeed aan wettelijke normen. Op een aantal plaatsen moeten drinkwaterbedrijven de waterputten bijvullen met schoon water om de normen te halen.
Tot zover Milieuloket.

In Nederland is het probleem minder zichtbaar omdat de stoffen vooral in het grondwater terecht komt. Algenbloei en dode dieren zijn nu eenmaal opvallender dan aantasting van ecosystemen. Zowel in Frankrijk als in Nederland probeert men het mestprobleem aan te pakken door boeren minder dieren te laten houden. Wanneer die reductie groot genoeg is en de prijs van het product zal stijgen dan is ook een herstel van dierenwelzijn weer mogelijk door de dieren ’s zomers buiten te laten lopen.

Plofkip, net op tijd naar de slacht

De actiegroep Wakker Dier is er in geslaagd om Unilever te bewegen om geen plofkippen meer te gebruiken.
Maar is een vleeskuiken 2 weken langer laten leven een duurzaam besluit?
Over een jaar zal de Nederlandse consument kip eten van een jong dier dat acht weken heeft geleefd, terwijl de plofkip van nu al na 6 weken naar de slacht gaat.

Er zullen mensen zijn die het argument aandragen dat de plofkip minder milieubelastend is dan een kip die langer en buiten heeft geleefd.
De snelgroeiende vleeskuikens gebruiken minder voer omdat zij alle energie gebruiken om te groeien en niet om te bewegen.

Het dierenwelzijn van kippen wordt door de Dierenbescherming zichtbaar gemaakt door sterren.
Is het leven van het dier (met 1 ster) dat langzamer groeit en dat twee weken langer leeft echt zo veel beter?
Kijk en oordeel zelf hieronder of lees het verhaal van Gerard van Westerloo over de Kippenmoord.

Boodschap van de filmmakers in deze video: koop alstublieft geen kippenvlees meer dat afkomstig is van de bio-industrie.

Voor wie het moeilijk is om de voor- en nadelen van vlees eten op een verantwoorde manier te wegen: eet geen vlees meer. Dat kan net zo lekker zijn en bij gevarieerd eten heeft het geen enkel nadeel..

06 april 2012

Overheid zorgt slecht voor inbeslaggenomen dieren

In het contactblad Relatie mens en dier valt te lezen:

Zieke en besmette dieren
Hoe ging het verder met de 1300 in beslag genomen dieren uit Ouderkerk a/d Amstel?
Op verzoek van Comité Dierennoodhulp werden 70 kippen door Dienst Regelingen (DR) vrijgegeven voor herplaatsing bij particulieren. Deze dieren werden van de opslaghouder naar een ­aantal opvang-/distributie-adressen gebracht. Met een gezondheidsverklaring van de ­dierenarts van DR. Deze had de dieren dus “gezond” verklaard! Wel, van de 12 kippen die bij een bestuurslid van Comité Dierennoodhulp in Amsterdam waren ­afgeleverd bleek een groot deel besmettelijke ziekten te hebben zoals acute snot (vastgesteld door twee - onafhankelijke - dierenartsen). De meeste kippen hadden kalkpoten en één kip had een enorm ontstoken oog en was duidelijk erg ziek. Deze kip is later ­overleden. De dieren hadden 7 weken in de opslag gezeten en hadden kennelijk geen ­medische ­verzorging gehad. Wel blijft Staatssecretaris Bleker maar beweren dat in beslag ­genomen dieren goed worden verzorgd door ‘gecertificeerde’ opslaghouders! Wat houdt deze ­certificering in en wie geeft deze af en controleert dit?
Eerder, in december 2011, was ook een kleine groep vogels, waaronder 70 hanen, vanuit dezelfde opslaghouder herplaatst bij de opvang Akka’s Ganzenparadijs. Een aantal hanen bleek bij aankomst erg ziek te zijn en deze dieren zijn dan ook kort daarop overleden.

Aangifte

Het is ónbegrijpelijk en ónverantwoord dat vanuit een overheidsinstelling zó de wet wordt overtreden door dieren de noodzakelijke zorg te onthouden en ook nog eens moedwillig dierziekten te verspreiden door met besmette dieren te gaan rondrijden en deze bij onwetende burgers af te geven waardoor ook de bij deze mensen reeds ­aanwezige dieren blootgesteld werden aan besmettingsgevaar.
Over de overige circa 1100 dieren (watervogels, waaronder eenden) wil DR geen ­openheid van zaken geven. DR wenst geen bemiddeling bij herplaatsing voor deze dieren bij opvangcentra en particulieren. DR gaat deze dieren hoogstwaarschijnlijk toch aan de handel verkopen, ondanks de kamerbreed aangenomen motie van de Partij voor de Dieren.
Comité Dierennoodhulp heeft op 31 januari jl. aangifte gedaan i.v.m. het ­onthouden van de noodzakelijke zorg, met het doel dat het Openbaar Ministerie deze zaak ­strafrechtelijk vervolgt en er voor zorgt dat de Dienst Regelingen en de nog steeds anonieme ­opslaghouders en de daarbij behorende dierenartsen beter voor de aan hen toevertrouwde dieren gaan zorgen.
(Inmiddels zijn door de E, L & I-commissie in de Tweede Kamer over deze kwestie ­schriftelijke vragen gesteld aan staatssecretaris Bleker.)

03 april 2012

Kamervragen over gezondheidsproblemen bij melkvee

Een koe die in een stal moet liggen en rusten op een met mest bevuilde vloer loopt een vergrootte kans op uierontsteking op. De afvalproducten van die ontsteking komt in de melk en de hoeveelheid is af te lezen aan het celgetal van de melk, oftewel de hoeveelheid witte bloedlichaampjes. Als deze ontsteking duidelijk zichtbaar is, dan heet dit klinische mastitis.
Doordat veel vee op beton ligt hebben koeien vergroeiing aan hun poten.
Weidegang zou deze problemen kunnen voorkomen.

Vragen van het lid Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan Henk Bleker, de staatssecretaris voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het voorkomen van mastitis en klauw- en pootproblemen bij melkkoeien in Nederland.

  1. Kent u het bericht “Melkveehouders geven koe sneller pijnbestrijding”[1]
  2. Deelt u de mening dat het massaal (moeten) inzetten van pijnbestrijders in de melkveehouderij een zorgelijke ontwikkeling is? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan? Zo nee, waarom niet?
  3. Kunt u bevestigen dat in 2008 circa 40 procent van de veehouders een pijnstiller / ontstekingsremmer gebruikte bij zichtbare uierontsteking, en dat dit percentage in 2011 is gestegen tot 68,4 procent? Zo nee, wat zijn dan de juiste percentages?
  4. Bent u op de hoogte van de totale hoeveelheid pijnstillers die in Nederland aan koeien verstrekt wordt? Zo ja, wilt u deze informatie met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet?
  5. Kunt u aangeven bij hoeveel procent van de in Nederland gehouden melkkoeien regelmatig sprake is van klinische mastitis? Zo nee , bent u bereid hiernaar nader onderzoek in te stellen? Deelt u de mening dat het welzijn van de koeien ernstig geschaad wordt door mastitis?
  6. Kunt u aangeven hoeveel van de in Nederland gehouden melkkoeien regelmatig last heeft van kreupelheid door klauw- en pootproblemen? Zo nee , bent u bereid hiernaar nader onderzoek in te stellen? Deelt u de mening dat het welzijn van de koeien ernstig geschaad wordt door klauw- en pootproblemen?
  7. Kunt u aangeven of er beleidsmaatregelen overwogen worden om mastitis bij melkkoeien drastisch terug te dringen?
  8. Kunt u aangeven of er beleidsmaatregelen overwogen worden om klauw- en pootproblemen bij melkkoeien drastisch terug te dringen?
  9. Kunt u aangeven hoe het aantal gevallen van mastitis bij melkkoeien in relatie tot de gehele populatie zich de afgelopen 5 jaar ontwikkeld heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u deze informatie met de Kamer delen?
  10. Kunt u aangeven hoe het aantal gevallen van klauw- en pootproblemen bij melkkoeien in relatie tot de gehele populatie zich de afgelopen 5 jaar ontwikkeld heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u deze informatie met de Kamer delen?
  11. Kunt u aangeven hoe de omvang van de melkgift per koe zich over de afgelopen tien jaar in Nederland ontwikkeld heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wilt u deze informatie met de Kamer delen?
  12. Kunt u aangeven hoe de weidegang van melkvee zich over de afgelopen tien jaar in Nederland ontwikkeld heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wilt u deze informatie met de Kamer delen?
  13. Deelt u de zorg dat het structureel vergroten van de melkgift per koe leidt tot meer gevallen van mastitis en daarmee tot vermijdbaar dierenleed? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen wilt u treffen om vergroting van de melkgift per dier en daarmee samenhangende mastitis terug te dringen?
  14. Deelt u de zorg dat veel pootproblemen bij melkvee vloergerelateerd zijn en dat het jaarrond opstallen leidt tot meer gevallen van pootontstekingen en daarmee tot vermijdbaar dierenleed? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen wilt u treffen om jaarrond opstallen van melkvee en daarmee samenhangende pootproblemen terug te dringen?

11 april 2008

Lagere voedselprijs mag niet ten koste gaan van dierenwelzijn

Hogere voedselprijzen zijn een ramp voor arme mensen. De omstandigheid wordt helaas aangegrepen door de Europese en daarmee de Nederlandse Agrosector om nog meer goedkoop vlees en zuivel te produceren en te exporteren buiten de EU.
En die neiging is rampzalig voor dierenwelzijn, landschap, klimaat en milieu in eigen land en voor de overlevingskansen van de boerensector in de ontwikkelingslanden.

Een hoge productie van vlees en zuivel in Nederland gaat gepaard met het exploiteren van landbouwgebieden, gecreëerd ten koste van tropische bossen. Deze gebieden moeten het veevoer leveren dat verscheept wordt naar de vaderlandse intensieve veehouderij. Verder worden in ons land graan en maïs niet alleen verbouwd voor veevoer, maar ook voor de vergisting van biomassa met mest als grondstof. Ander landbouwgebied wordt gebruikt voor biodiesel. In de Hollandse agrosector klinkt de oproep om te stoppen met het omzetten van landbouwgrond in natuur voor de EHS steeds harder.
Aldus is de menselijke neiging tot overmatige vleesconsumptie en globale mobiliteit een gevaar voor de wereldvoedselverdeling, de natuur en het klimaat.
Er is in de wereld geen gebrek aan voedsel. Problemen in de verdeling worden veroorzaakt door machtsongelijkheid, (oorlogs)conflicten, verkeerde, ongezonde en overmatige voedselpatronen.

De EU constateerde in het verleden een afnemende globale marktpositie van haar boeren en een toegenomen vraag naar voeding in de wereld. In plaats de ontwikkelingslanden te steunen in het produceren om aan deze toegenomen vraag in de eigen regio besloot zij zelf meer te gaan produceren en zo de concurrentie aan te gaan. Logisch misschien, maar ook egocentrisch en egoïstisch. De westerse economische overmacht was altijd al groot. In dat kader werd ook besloten om de melkquota te verruimen. Het gevolg is dat Nederlandse boeren en masse besloten om grotere stallen te bouwen en de vergrootte veestapel aan koeien het hele jaar op stal te houden. Het gevolg daarvan is toenemende vraag naar veevoeder, hogere prijzen en ziektedruk in de overbevolkte stallen. De knut bijvoorbeeld, een minuscuul vliegje, maar overbrenger van het blauwtong virus, heeft nu nog meer kans om zich te handhaven. In de warme stallen kan het virus nu het hele jaar toeslaan. Een koe die geïnfecteerd is met blauwtong produceert minder melk. Het gevolg is dat de boer nog meer koeien wil houden om de productie hoog te houden. Die neiging wordt nog groter om de lagere melkprijzen te kunnen opvangen die het gevolg zijn van de toegenomen productie.
Natuurlijk, de melkprijs en de hoogte van voedselprijzen zijn ook afhankelijk van andere factoren elders, zoals mislukte oogsten als gevolg van droogte of andere klimaatinvloeden. Die prijzen kunnen tijdelijk verhoogd zijn, maar het is een simpele economische wet: een hogere productie leidt tot lagere prijzen.
In ons land is de productie in de agrosector al decennia veel hoger dan de binnenlandse vraag. De sector is doorgeschoten in bulkproductie en de belastingbetaler betaalt onwetend mee. De menselijke maat is zoek en het zijn vooral dieren die daaronder lijden. Ook misstanden in slachterijen hangen hiermee samen. De grote productie leidt in alle delen van de keten tot onverschilligheid voor dierenwelzijn. Hoogstens worden technologische oplossingen ingezet om de gevolgen te verzachten en de productie te verhogen.
Het wordt tijd dat de politiek en het publiek haar verantwoordelijkheid neemt. Het heeft uit sentimenteel oogpunt jarenlang een oogje dichtgeknepen voor de agrarische werkelijkheid. Wie onbevangen kijkt naar de realiteit van tegenwoordig in de agrobusiness ziet een ontaarde sector, nauwelijks meer grondgebonden en alleen nog maar gedreven door economische motieven. Het beleid via grootschaligheid loopt dood. Dagelijks stoppen boeren en hun productieruimte wordt overgenomen door collega’s. Dat is economie, maar lijkt ook sprekend op “survival of the fittest” en de “wet van de jungle”. Een echt beschaafde (globale) samenleving kijkt niet lijdzaam toe maar grijpt in om de rechtvaardigheid in voedselproductie weer in balans te brengen. Dit betekent grenzen stellen aan de binnenlandse productie en steun te geven aan productie buiten de EU. “Think global and act local”. “Gelijke monniken, gelijke kappen”. Gelijke kansen voor boeren uit alle landen. Gewetensvolle en welwillende consumenten doen er het beste aan om verantwoord geproduceerde, locale agrarische producten te kopen en de boeren kunnen het beste op ecologische wijze voor de eigen omgeving produceren. Dat levert stabiele voedselprijzen en eerlijke verdeling van voedsel op.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.