Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label bio-industrie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label bio-industrie. Alle posts tonen

24 februari 2009

Crisis; een nadeel dat zijn voordeel heb?

Hoe dom of gevoelloos kan een mens zijn die nu nog ontkent dat de bio-industrie zich alleen staande kan houden door het belang van dieren volledig ondergeschikt te maken aan de vraatzucht van de mens. Elk jaar worden er in Nederland 500.000.000 (vijfhonderd miljoen) dieren na een ellendig en veel te kort leven, op een meestal gruwelijke wijze, van het leven beroofd. En dat voor een product dat de mens niet eens nodig heeft! Ja, ik durf de stelling wel aan dat de mensen die in de (bio-)industrie hun geld verdienen de hele dag bezig zijn met het martelen van dieren. Dat die mensen dat niet uit wreedheid doen mag waar zijn. Maar als je weet wat het leed is dat de dieren moeten ondergaan alvorens tot een stuk anoniem vlees te worden getransformeerd en je blijft werkzaam in die sector en je blijft dat product ook vrolijk consumeren ben je mede schuldig aan gruwelijk en onnodig dierenleed. Ik heb daarom de consequentie genomen en ben volledig gestopt met het eten van vlees en vis, terwijl ik meer dan zestig jaar een fervent vleeseter ben geweest. Ik zal niemand opleggen mijn voorbeeld te volgen maar het kan echt geen kwaad je eigen consumptiegedrag eens onder de loep te nemen en je serieus te gaan afvragen of je wel met deze waanzin door moet/wilt gaan. Dankzij organisaties als Wakker Dier, de Partij voor de Dieren en andere wordt er steeds meer bekend over de walgelijke praktijken die met dieren worden uitgehaald om in zo kort mogelijke tijd zo veel mogelijk dieren op het bord van de consument te krijgen. En dat terwijl naast het onaanvaardbare dierenleed het milieu enorm wordt belast door de veeteelt en de honger in de wereld in stand wordt gehouden door de helft van alle landbouwgronden te gebruiken voor de verbouw van veevoer. Voor één kilo dierlijk eiwit (vlees) is vier tot vijf kilo plantaardig eiwit nodig. De grond zou dus beter gebruikt kunnen voor gewassen die voor de mens geschikt zijn. Op die manier hoeven er geen 40.000 kinderen per dag te sterven aan ondervoeding.
Ja, hoe dom kun je zijn door de feiten simpelweg te ontkennen, te bagatelliseren dan wel belachelijk te maken. Misschien dat de crisis waar we in dreigen te geraken de doorgeslagen consumptieslaven die we als mens zijn geworden weer enigszins tot rede weten te brengen. Het was echt niet zo'n gek advies om eens op de site van Wakker Dier te gaan kijken. Maar ja, wie het niet wíl weten zal die moeite niet nemen en rustig blijven doorgaan met de kiloknaller in het winkelkarretje te gooien.

Zie deze video over de nadelen van zuivel.

11 februari 2009

Pijnpunten en kansen van de vleesveesector

Op de Belgische site landbouwleven valt onder de titel “Pijnpunten en kansen van de vleesveesector” te lezen:

Naar het voorbeeld van de dialoogdagen over de problematiek van jongeren in de landbouw, de paardenhouderij en de biologische landbouw, startte Vlaams minister-president Peeters maandag 9 februari jl. nu ook met de vleesveesector een viertal dialoogdagen op. Tijdens de eerste van deze vier dialoogdagen benadrukte de minister-president vooreerst het belang van de vleesveesector voor de Vlaamse landbouweconomie. Sinds de invoering van de melkquota en mede door het instellen van premies voor ondersteuning van de rundvleesproductie, is het houden van vleesvee uitgegroeid tot een volwaardige bedrijfstak in Vlaanderen. De laatste jaren bedroeg de bruto rundvleesproductie bijna 300.000 ton karkasgewicht. De productiewaarde maakt 12% van de totale Vlaamse eindproductiewaarde uit en rundvlees is - na varkensvlees en zuivel - het derde belangrijkste veeteeltproduct. Het komt op nummer vier in de rij van alle land- en tuinbouwproducten in Vlaanderen.
Bovendien is het een sector die een positieve handelsbalans van 350 miljoen euro vertoont. Hiermee behoort België tot de top 12 van de landen die rundvlees exporteren. Nederland (38%), Frankrijk, Duitsland en Italië zijn de belangrijkste afnemers van het Belgisch rund- en kalfsvlees.

Daarnaast mogen we, volgens de minister, ook de pijnpunten die samengaan met de ingevoerde producten, niet verzwijgen. “Vraagt de consument zich bijvoorbeeld wel voldoende af of het vlees dat geproduceerd is in andere continenten aan dezelfde hygiëne- en kwaliteitseisen moet voldoen?”, zo stelde de minister, waarbij hij expliciet verwees naar Brazilië, Argentinië en andere landen waar rundvleesproducenten aan minder strenge voorwaarden moeten voldoen dan de Vlaamse producenten.

Uit die eerste dialoogdag bleek alvast dat bij de meeste deelnemers het gevoel bestaat dat op gebied van export nog wel een tandje moet bij gestoken worden.
Een andere vaststelling tijdens de eerste dialoogdag was dat de productiekosten in de vleesveehouderij in Vlaanderen hoger liggen dan elders in de wereld, maar bovendien ook - en dat is zorgwekkender - hoger dan elders in de Europese Unie. Ook daar zal dus moeten aan gewerkt worden.

Tot zover citaten van de site landbouwleven.

Het is duidelijk dat de dialoog op een beperkte manier wordt gehouden. Net als in Nederland zou een betrekken van de nadelen van de intensieve veehouderij volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’ en een eerlijke berichtgeving over de nadelen van (onder andere financiële steun aan) de intensieve veehouderij een veel reëler afweging opleveren. Aan rundvleesproducten uit Brazilië en Argentinië zou prima de eis gesteld kunnen worden dat deze afkomstig zijn van dieren die in natuurlijke omstandigheden leven, dat wil zeggen in de grote grazige weiden die deze landen in veel ruimte mate hebben dan Vlaanderen en Nederland.

20 december 2008

Kersttijd........

Ach, wat hebben we het weer allemaal gezellig! Met vrienden, familie of gewoon met z’n tweetjes gaan we lekker de feestdagen in. Bij elkaar zijn, lekker eten en drinken, een beetje kletsen, ja, het is goed! Voor ons als mensen wel te verstaan………………….
Voor miljoenen dieren hangt de vlag er ietwat anders bij. Er wordt wat af geleden en gestorven om de lekkere trek van het mensdom te bevredigen. Werd de vis vroeger duur betaald, om van het vlees nog maar te zwijgen, thans is voor iedere portemonnee wel een lapje, boutje of mootje te bemachtigen. Kalkoen, kip, rund-, kalfs- en varkensvlees, het ligt in onvoorstelbare hoeveelheden in de schappen van de supermarkt en in de koelruimtes van de restaurants. Ook delicatessen als eenden- en ganzenlever vinden weer gretig aftrek. En dat terwijl iedereen weet, kán weten, of eigenlijk zou móeten weten welk een gruwelijk lijden aan dat product voorafgaat. Een lichtpuntje is dat steeds meer consumenten gaan inzien dat culinair genot nooit een legitimatie mag zijn voor het toebrengen van (onnodig) leed aan andere levende wezens. De weerstand tegen de ongebreidelde vraatzucht neemt hand over hand toe en een gevolg daarvan is dan ook dat steeds meer winkels en restaurants meer en meer aandacht gaan besteden aan alternatieven voor vlees en vleesproducten.

Het is natuurlijk niet zo dat alleen maar de eetbare dieren het benauwd hebben tijdens deze periode van het jaar. Zo lees ik in dezelfde krant drie voorbeelden van gelegenheden waarbij dieren zo nodig hun opwachting dienen te maken ter vermaak van mensen.
In het Kerstcircus in de Ahoy te Rotterdam treden wilde dieren op. Op een foto, die op zich vertederend lijkt, zie ik een klein meisje aan de slurf hangen van een uit de kluiten gewassen olifant……………… Bizar, dat zo’n prachtig majestueus dier wordt misbruikt om mensen, groot en klein, te vermaken met handelingen in volstrekte strijd zijn met zijn natuurlijke leefwijze. Dat kan niet anders tot stand zijn gekomen dan door dwang. Men kan tegenwerpen dat het dier niet beter weet, wat nog maar de vraag is! Wíj weten echter wél beter en zouden ons moeten schamen dit dier te kleineren en te ridiculiseren, alleen om ons gevoel van superioriteit t.o.v. het “stomme” dier te beklemtonen. Natuurlijk heeft de mens de mogelijkheid morele en ethische afwegingen te maken en dat zou hem een zekere suprematie boven de andere dieren kunnen verschaffen. Suprematie geeft macht en macht geeft ook verantwoordelijkheid. Macht betekent niet, of mag niet betekenen, dat men maar kan doen en laten met de ander, op wie die macht wordt uitgeoefend, wat in het belang, ter vermaak of genot van de machthebber is.
In Leeuwarden is circus Renz neergestreken, hetgeen voor de Leeuwarden Courant aanleiding is een kleurenfoto af te drukken van, alwéér, een klein meisje dat de snuit van kameel aait. Dat de beesten, ook uit dát circus van hot naar her worden gesleept, vaak in veel te kleine behuizingen, om overal hun stomme kunstjes te vertonen, die hun ook weer onder dwang zijn “aangeleerd”, wordt aan de kinderen kennelijk wijselijk onthouden. Uiterst merkwaardig dat een gemeente als Leeuwarden toestemming geeft voor zo’n dieronvriendelijk gebeuren, waartegen de maatschappelijke weerstand steeds meer toeneemt.
Een bladzijde verder in die krant een foto en artikeltje over de intocht van de Kerstman in Akkrum. Ook daarbij moeten weer zo nodig (ren)dieren acte de présence geven om het allemaal voor de mensen wat leuker en hilarischer te maken. De betrokken dieren waren afkomstig uit Appeltern en “eigendom” van een bedrijf dat meerdere dieren verhuurt! Dieren als speelgoed en decor voor menselijke vermakelijkheden!
Ook hier zie je weer veel mensen nog steeds denken dat dieren er per definitie voor de mens zijn en wel om op te eten, je er mee te vermaken, van te genieten, te knuffelen, geld mee te verdienen. Het inzicht dat dieren een eigen waarde en waardigheid hebben die gerespecteerd zou moeten worden begint slechts mondjesmaat, maar niettemin onmiskenbaar, door te breken.
Wat kunnen we doen om het onnodige lijden en ongerief in deze dagen te verminderen of op z’n minst onder de aandacht brengen? Wel, bezoek bv. geen “levende” kersttallen, waar dieren angstig en gestrest uitkomen. Ga niet naar het (wilde dieren)circus. Eet niet in restaurants waar blank kalfsvlees en foie gras (eenden- en/of ganzenlever) worden geserveerd. Probeer eens tijdens de feestdagen wat minder vlees te eten en eet zeker geen bio-industrievlees of wild. Er is genoeg keus aan biologisch en vegetarisch voedsel in de winkels en ook veel restaurants bieden steeds meer vegetarische producten aan. Gourmetten of fonduen kan ook heel goed zonder vlees en vis.
Dit gezegd hebbende wens ik iedereen die dit leest prettige/goede/gezegende (doorhalen wat men niet van toepassing vindt) feestdagen en een fijn, diervriendelijk 2009 toe!

09 november 2008

Vestiging intensieve veehouderij moet op Europees niveau worden geregeld

De Boerderij meldt (november 2008):

Noord-Brabant beslist zelfstandig of vergunningen voor veehouderijen worden bekrachtigd. Dat antwoordt landbouwminister Gerda Verburg op vragen van de Tweede Kamer.

Het parlement wilde van haar weten hoe zij aankijkt tegen het niet-ontvankelijk verklaren door de provincie van een aantal bezwaarmakers bij de uitbreiding van 22 veehouderijen. Volgens Verburg is het provinciebestuur in dit geval bevoegd gezag en mag het daar zelf over beslissen.

Tot zover de Boerderij.


In Europa wordt de vestiging van intensieve veehouderij zeer ongelijk verdeeld. Het wordt overgelaten aan de afzonderlijke gemeenten en die houden zoveel mogelijk rekening met de commerciële belangen van de lokale veehouders. Voor Nederland betekent dit dat ons land 3x zoveel produceert als in de eigen omgeving wordt afgezet. In andere Europese landen is deze balans veel meer in evenwicht en wordt het milieu door de veehouderij niet belast en hebben dieren een veel natuurlijker leven.
De politieke samenwerking in Europa zou eigenlijk deze vestiging en de omvang van de veehouderij centraal via de EU in Brussel moeten regelen. Vanuit deze positie kan men veel beter afwegen waar het milieu en het dierenwelzijn het beste gewaarborgd zijn.

08 september 2008

Slavernij/Bio-industrie

AMSTERDAM -
Voor het eerst vindt zaterdag in Amsterdam de Dag van het Slavernijverleden plaats. Aan de hand van debatten, lezingen en een stadswandeling krijgen bezoekers een beter beeld van de in 1863 afgeschafte Nederlandse slavenhandel.

De dag is een gezamenlijk initiatief van het Historisch Nieuwsblad en het NiNsee (Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis). De Tweede Kamerleden Harry van Bommel (SP), Kathleen Ferrier (VVD) en Joël Voordewind (ChristenUnie) zijn te gast tijdens een bijeenkomst in de Muiderkerk.

In de ochtend kunnen bezoekers een stadswandeling maken langs plekken die herinneren aan het slavernijverleden. 's Middags in de Muiderkerk komen vragen aan de orde als 'wat was het aandeel van de Nederlanders in de Atlantische slavenhandel?' en 'waarom schafte Nederland de slavernij pas af in 1863?'. Ook is er een debat over de traumatische gevolgen van de slavernij.


Omdat ik parallellen zie tussen de slavernij en de bio-industrie, beide een schandvlek op onze samenleving, heb ik bovenstaand krantenbericht omgewerkt en aangepast aan de bedroevende situatie waarin miljoenen dieren in dit land leven en sterven. Helaas heb ik het in de toekomst moeten laten spelen. Ik hoop dat het zo lang niet hoeft te duren.

4 oktober 2020: Vandaag wordt herdacht dat een jaar geleden de bio-industrie is afgeschaft.
In de ochtend kunnen bezoekers een wandeling maken langs plekken die herinneren aan het bio-industrieverleden. 's Middags komen vragen aan de orde als 'wat was het aandeel van de Nederlanders in de bio-industrie?' en 'waarom schafte Nederland de bio-industrie pas af in 2019?'. Ook is er een debat over de traumatische gevolgen van de bio-industrie. De minister van LNV, Marianne Thieme houdt een toespraak waarin zij afrekent met deze schandvlek op de Nederlandse samenleving. Zij refereert aan het feit dat per jaar in Nederland zo'n vijfhonderd miljoen dieren na een afschuwelijk leven de dood in werden gejaagd met geen ander doel dan het stillen van de lekkere trek van de verwende, decadente consument. Dankzij de inzet en het succes van haar partij, de Partij voor de Dieren en organisaties als Wakker Dier, Varkens in Nood, Milieudefensie, Greenpeace e.a. is er bij het publiek een breed draagvlak ontstaan voor een goede en waardige behandeling van dieren. Wereldwijd wordt gestreefd naar een drastische inkrimping van de veestapel om daarmee de honger en de uitstoot van broeikasgassen te lijf te gaan. In Nederland is het aantal vegetariërs en vleesverlaters verviervoudigd t.o.v. 2008 en wordt door vleeseters alleen nog biologisch vlees gegeten. Omdat de productie ervan duurder is dan het foute industrievlees wordt er ook door die categorie beduidend minder vlees gegeten dan voorheen wat weer resulteert in een significante afname van hart- en vaatziekten en kanker. Thieme herinnert er nog aan dat haar in 2008 in première gegane film, Meat The Truth voor een omslag heeft gezorgd in het denken over en behandelen van dieren, met name in de veehouderij. Er zijn thans wetsontwerpen in behandeling die het sportvissen en plezierjagen onmogelijk zullen maken. Ook zal op korte termijn een einde gemaakt worden aan misbruik van dieren in de sport- en vermaaksector, zoals de duivenmelkerij, de paardensport en het rapen van eieren van in het wild levende vogels. Het dier krijgt de plaats en behandeling die het toekomt en de mens zal een forse stap terug moeten doen teneinde iets goed te maken van wat eeuwenlang aan onrecht, wreedheid en onverschilligheid de dieren is aangedaan. Na afloop neemt iedereen twee minuten stilte in acht om de miljarden slachtoffers van heb- en vraatzucht te herdenken en wordt er een krans gelegd bij het graf van het onbekende varken.


Zie ook de trailer van Meat the Truth.

31 augustus 2008

Essent probeert gas uit mest te vergroenen

Essent gaat groene energie opwekken en warmte produceren uit biogas. Dit biogas is afkomstig uit mest van melkveebedrijven. Leeuwarden is de eerste gemeente in Nederland waar een biogasleiding van boerderij naar woonwijk wordt aangelegd. Het biogas wordt aangeleverd via een vijf kilometer lange biogasleiding vanaf een melkveehouderij, waar het gas in een mestvergister wordt geproduceerd. Deze nieuwe vorm van stadsverwarming levert duurzame elektriciteit en warmte voor maar liefst 800 woningen.

Tot zover de site van Essent.

In de promotie van dit idee probeert Essent in de reclame het beeld van de kijker gunstig te stemmen. Wil je gas uit mest (=biomassa) halen, dan moet je de mest verzamelen door de koeien op stal te houden. Maar het publiek vindt dat een koe in de wei moet zijn, zeker in de niet-wintermaanden. Oplossing: zet in de commercial een wc in de wei en doe of de koe zelf naar de wc gaat en vervolgens weer de wei in stapt. Dan heb je beide: koe in de wei en de mest verzameld.
Dat dit maar vaag op de werkelijkheid lijkt, zal het publiek zich niet snel realiseren want dit is humor. In de werkelijkheid zijn er een paar boeren die een melkrobot hebben en de koeien zelf laten kiezen wanneer ze naar de stal komen om gemolken te worden. Tegelijk wordt een deel van hun mest opgevangen.
Gas uit mest wordt gewonnen via biomassavergisting. Dit proces is alleen interessant met subsidie.

De commercial is een van de vele voorbeelden waarin de media in dienst staan van de PR van de bio-industrie. Voor meer voorbeelden ("ik zeg nog zo: geen bommetje"), klik hier.


Klik hier om meer te lezen over mestvergisting.

11 juli 2008

Q-koorts is bioterroristisch wapen

Een beetje alerte burger wist al dat ondernemers in de gangbare landbouw (boeren dus) erg veel weg hebben van milieucriminelen. Op jaarbasis zorgen ze met hun activiteiten in vooral de veehouderij voor €2 miljard schade aan het milieu. De kosten van de reparatie van die schade komen overigens merkwaardig genoeg niet voor rekening van de boeren, maar worden door de overheid die toch echt vindt dat de vervuiler dient te betalen, uit de portemonnee van de burger geplukt.

We staan er bij en we kijken er naar

Verder wist diezelfde alerte burger ook al dat de veehouderij in de gangbare landbouw een eufemisme is voor gelegaliseerde dierenmishandeling. Bij koeien worden de hoornen er afgesloopt. Bij varkens gaan de testikels er af, worden de hoektanden weggebroken en de staarten afgeknipt. Onverdoofd natuurlijk.

We staan er bij en we kijken er naar.

De kippen hebben het in de gangbare landbouw niet veel beter. De snavels worden geknipt of er af gesmolten, en de kip die de pech heeft om als haantje te worden geboren gaat al na een dag resoluut in de versnipperaar. Vleeskuikens worden in zes weken opgefokt tot een gedrocht van een paar kilo dat alleen omdat het nog veren heeft ‘kuiken’ wordt genoemd.

We staan er bij en we kijken er naar.

De burger die zich wel eens op het platteland waagt, weet dat boeren eveneens potentiële mishandelaren van medeburgers zijn. Met hun veel te brede tractoren en wat daar aan materiaal achterhangt vegen ze hun achterwerk af aan elke verkeersregel door veel te hard over de voor die tractoren veel te smalle weggetjes te scheuren. Jaarresultaat: achttien doden en ruim negentig gewonden.

We staan er bij en we kijken er naar.

De alerte burger wist al dat de intensieve veehouderij bezig is de volksgezondheid te ondermijnen. Het enorme gebruik van antibiotica zorgt er voor dat steeds meer bacteriën resistentie opbouwen en dat dus in de niet al te verre toekomst medicijnen tegen bepaalde ziekten niet meer werken.

Varkenshouders, hun gezinsleden en hun werknemers worden wanneer ze in een ziekenhuis terecht komen, in quarantaine gezet omdat ze vrijwel zeker een bacterie bij zich hebben waar geen kruid tegen gewassen is. De extra kosten die deze quarantaine met zich meebrengt worden overigens gewoon uitgesmeerd over de premie die elke burger voor zijn ziektekostenverzekering betaalt.

De jongste bijdrage die de boerenstand levert aan de verhoging aan het welbevinden van de burgers in dit land bestaat uit wat verdacht veel lijkt op een poging tot bioterrorisme. In Brabant en Gelderland zijn dit jaar al bijna 500 gevallen van Q-koorts geconstateerd. Vorig jaar waren het er nog maar 30, en dus kon het toen nog worden weggebagataliseerd door de autoriteiten. Nu beginnen sommige dames en heren in de gezondheidszorg zich toch ernstige zorgen te maken.

De Q-koorts komt uit de stallen van schapen en geitenfokkers die het met de hygiëne daar niet zo nauw nemen. Tot nu toe woonden mensen die de Q-koorts kregen in de buurt van dergelijke ondernemers in de gangbare landbouw. Eigen schuld dikke bult: hadden ze maar niet op het platteland moeten gaan wonen.

Maar nu is de Q-koorts gevonden bij mensen die nog nooit een voet in de buurt van een schapen of geitenfokkerij hebben gezet.

De Q-koorts krijgt tot nu toe in de media weinig aandacht. Volgens artsen is het een ongevaarlijke aandoening. Griepje, misschien een longontsteking. Dat soort werk. Oké, ouderen of mensen met verminderde weerstand kunnen er na een smartelijk lijden aan sterven. Hadden ze maar beter op hun weerstand moeten letten of niet zo oud moeten worden.

Merkwaardig.

Q-koorts staat op het lijstje van plagen die bioterroristen zouden kunnen gebruiken om een samenleving te ontwrichten. Antrax (miltvuur), de pest. In dat rijtje hoort Q-koorts thuis. Antrax, de pest en Q-koorts zijn zo gevaarlijk omdat het zich via de lucht verspreidt. En dat betekent weer dat het niet kan worden tegengehouden.

Dit bioterroristisch wapen verspreidt zich naar nu blijkt in een razendsnel tempo over het land. De bron is bekend, maar wordt niet aangepakt, want het gaat tenslotte om boeren en die kunnen zich in dit land zo ongeveer alles permitteren.

Intussen staan we erbij en kijken er naar.

05 juli 2008

Argumenten van tegenstanders van de bio-industrie worden vaak vertekend

Mensen die vinden dat de Nederlandse veehouderij te groot is, dat wil zeggen te veel dieren omvat, pleiten voor het afschaffen van de bio-industrie. Die mensen vinden niet dat er geen vee gehouden zou mogen worden, ze pleiten voor sanering. In Nederland worden drie keer zoveel dieren in de veehouderij gehouden dan voor de eigen vaderlandse voedselbehoefte nodig is.
Niemand pleit ervoor om geen enkele vorm van landbouw meer te hebben en al het voedsel te importeren. Een dergelijke situatie zou overigens prima te organiseren zijn, maar is gewoonweg niet aan de orde en er is ook vrijwel niemand die er behoefte aan heeft. Soms zijn er wat economen die ons voorrekenen dat alle boeren het land uit financieel best uit zou kunnen. Vaak worden ontwikkelingen gevoed door wat er kan, maar dat is gelukkig in dit geval niet zo. De roep om de veestapel te verkleinen hangt meer samen met de opvatting dat de intensieve manier van vee houden tegenwoordig niet meer kan en ook financieel niet zo aantrekkelijk is, dus waarom doorgaan op een doodlopende weg?

Een ander voorbeeld is de roep om minder vlees te gaan eten. Dat is beter voor het klimaat. Bijna niemand zegt hierbij dat je vegetariër moet worden. Vegetariër daar is niets mis mee, integendeel, maar met wat minder vlees te eten zijn al heel wat problemen verkleind of opgelost.

Wat hier gebeurt is het hanteren van drogredenen. Dat zijn oneigenlijke argumenten die in heel veel verschillende vormen voorkomen. Soms uit onwetendheid, soms uit een niet integere motivatie.
Het type drogreden dat hierboven wordt aangehaald is “Het vertekenen van de standpunten”.

Wie graag in debat gaat met anderen en niet om oneigenlijke redenen vastgepraat of gevloerd wil worden, kan zich maar beter in het bestaan van drogredenen verdiepen en er zich tegen wapenen.

23 juni 2006

Respect voor het welzijn van dieren is ontwikkelingsvraagstuk


Een aantal grote dierenbelangenorganisaties ijveren voor een universele verklaring over het welzijn van dieren:

In principe, zal de Universele Verklaring een beroep doen op de Verenigde Naties om dieren als „voelende wezens“ te zien, die in staat zijn om pijn te ervaren en te lijden, en om te erkennen dat het welzijn van dieren een belangrijke kwestie is als onderdeel van de sociale ontwikkeling van naties over de hele wereld.

Miljarden dieren over de hele wereld worden beïnvloed door mensen, en zijn voor een behandeling met respect, afhankelijk van mensen. Maar er is weinig nationale en géén internationale bescherming voor dieren wanneer dat medeleven niet aanwezig is.

De bio-industrie is de grootste oorzaak van het lijden van dieren in de wereld, met ongeveer vier miljard zoogdieren en 55 miljard vogels, die worden gehouden om goedkoop vlees, melk en eieren te produceren. De grote meerderheid van deze dieren leeft onder slechte omstandigheden en er wordt niet voldaan aan hun welzijnsbehoefte.


Tot zover.

Wat die sociale ontwikkeling inhoudt wordt hierboven niet duidelijk uiteengezet. Waar het om gaat is dat mensen zich in alle werelddelen realiseren dat het rekening houden bij de eigen levensstijl en consumptiegewoonten met de gevolgen voor het welzijn van dieren een kwestie van beschaving is.
Het vastleggen van het inzicht dat dieren kunnen voelen en dat zij rechten hebben in de wet is nog niet voldoende om mensen te bewegen zelf ook rekening te houden met de gevolgen van hun gedrag voor dieren.
Het zou een goede zaak zijn als overal ter wereld op scholen en in educatieve campagnes het inzicht wordt verspreid dat het welzijn van dieren wordt betrokken in onze morele cirkel.

01 juni 2006

Zolang idealen leven, blijft er hoop dat ze gerealiseerd worden

Je hebt volgens mij twee soorten idealisten wat betreft de manier waarop mensen omgaan met morele of sociale verbeteringen. Let wel, ik bedoel met idealisten hier mensen die zich willen inzetten om een bepaald ideaal te realiseren; het gaat dus om de neutrale of positieve betekenis van het woord en natuurlijk niet om de negatieve betekenis van 'wereldvreemde dromers'.

Het ene soort is afhankelijk van concrete vooruitgang. Als die uitblijft, slechts langzaam op gang komt of relatief weinig behelst, raakt dit type idealist ontmoedigd. Dat geldt al helemaal als er in plaats van verbeteringen, juist sprake is van achteruitgang. De persoon in kwestie kan daarbij zelfs zo teleurgesteld raken, dat hij of zij gaat twijfelen aan het nagestreefde ideaal (bijvoorbeeld omdat het niet 'realistisch' genoeg zou zijn) en het in het uiterste geval zelfs binnen het persoonlijke leven de rug toekeert (bijvoorbeeld omdat een onrealistisch ideaal ook in dat eigen leven weinig zin zou hebben).
Het andere type idealist is blij met behaalde successen en treurt om eventuele achteruitgang, maar er is geen sprake van dat zijn of haar ideaal alleen gevoed wordt door positieve ontwikkelingen. Dit soort idealisten wordt met andere woorden in goede en slechte tijden geleid door het ideaal zelf, en niet door de mate waarin het hier en nu reeds gerealiseerd wordt.
Ze beseffen dat ze in een onvolmaakte wereld leven waarin georganiseerde tegenkrachten, maar ook onwetendheid of domme pech positieve ontwikkelingen kunnen vertragen of omkeren. Zolang de ideale situatie nog niet behaald is, zien ze daarin slechts een goede reden om door te strijden voor dat ideaal.
We kunnen dit model toepassen op de politieke situatie: veel mensen laten zich ontmoedigen door de macht van rechtse krachten, terwijl anderen uit de negatieve gevolgen van die macht juist concluderen dat ze vroeg of laat gebroken moet worden.
Maar het is ook toepasbaar op de positie van dieren in onze maatschappij. De laatste decennia is die positie systematisch verslechterd door de introductie van de intensieve veehouderij oftewel bio-industrie. Sommigen zullen daar een reden in zien om het bijltje erbij neer te gooien en in het uiterste geval zelfs hun eigen vegetarisme op te geven. Terwijl anderen des te meer gemotiveerd zullen zijn de misstanden te bestrijden.
Natuurlijk is mijn tweedeling 'ideaaltypisch'; idealisten kunnen in de praktijk tussen beide houdingen inzitten of in de loop van hun leven hun instelling meermalen wijzigen. Maar één ding is zeker; zolang er onverstoorbare idealisten zijn, is er in elk geval hoop op verandering ten goede.

Titus Rivas

11 november 2005

Nederlandse bio-industrie veroorzaakt ontbossing Amazone


Uit onderzoek in opdracht van Milieudefensie en ontwikkelingsorganisatie Cordaid blijkt dat Nederland op grote schaal Braziliaanse soja importeert uit gebieden waar een groot aantal sojaproducerende bedrijven zich schuldig maakt aan kap van tropische bossen, slavernij, gewelddadige landonteigening, vervuiling en overtreding van milieuwetgeving. De snelgroeiende sojateelt is momenteel de belangrijkste oorzaak van ontbossing in het Amazonegebied.

Het overgrote deel van de importen van Nederlandse soja verdwijnt in veevoer voor varkens en vleeskuikens in de bio-industrie. Er is vastgesteld welke slachterijen het vee verwerken dat met deze foute soja is gevoerd. De bedrijven Vion (Dumeco), de grootste vleesverwerker van Europa, en Plukon Poultry (Friki), Nederlands grootste pluimveeslachter, zijn hierbij betrokken. Beide bedrijven zijn vaste leveranciers van Albert Heijn en Laurus (Super de Boer, Edah en Konmar).

Nederland is na China de grootste soja-importeur ter wereld.
Milieudefensie en Cordaid willen dat de Nederlandse overheid en alle bedrijven die betrokken zijn bij de sojaketen op korte termijn maatregelen nemen tegen de geconstateerde misstanden. Het Amazonewoud en de mensen die er wonen mogen niet langer worden opgeofferd. De priester, mensenrechten- en milieuactivist Edilberto Sena is hiervoor naar Nederland gekomen om te vertellen over de gevolgen van de sojateelt voor de gewone mensen in het Amazonegebied.

24 oktober 2005

EU weert import van wilde vogels

Nu de vogelgriep ook meelift via de import van wilde vogels, wil de EU deze import weren. Dat werd tijd. Vogels en andere dieren uit het wild zijn niet alleen niet gewend aan het leven in kooien, bij de vangst en het transport vallen veel slachtoffers.
Bekend voorbeeld zijn de overvolle kratten geplette schildpadden, mensen die dieren onder hun kleding verstopping in het vliegtuig en het doodschieten van apenmoeders die hun kroost wilden beschermen.
Nu eindelijk de import van wild de inkomsten van de bio-industrie bedreigt, worden maatregelen genomen. Hypocriete vogels die politici!

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.