Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label boek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label boek. Alle posts tonen

22 oktober 2010

Dieren en wij. Hun welzijn, onze ethiek.

Monique Janssens studeerde communicatie en ethiek, en werkt als zelfstandig journalist en communicatieadviseur. Zij schreef “Dieren en wij. Hun welzijn, onze ethiek”.

Op haar vaste wandeling, beschreven in het boek, komt Monique Janssens nogal wat dieren tegen: vrije en aangelijnde, levende en dode, echte en nagemaakte. Die confronteren haar met vragen over dier en mens, lijden en welzijn, dood en leven. De relatie tussen dier en mens diept ze uit door te denken en te redeneren, door te onderzoeken wat filosofen en biologen erover te melden hebben, door erover te praten met anderen die ze ontmoet op haar tocht: een buurman met hond, een ecologische tuinman, twee veganisten. Steeds staat de vraag centraal: hoe kunnen we beter omgaan met de dieren om ons heen? De auteur schrikt er niet voor terug om nu en dan pas op de plaats te maken met een 'moraal van dit verhaal'.

Een voorbeeld van zo’n moraal is:
We moeten het goede maximaliseren en het niet-goede minimaliseren. Het goede is autonoom en authentiek welzijn of welbevinden. In de praktijk herkennen we het vrij gemakkelijk, maar het is niet altijd gemakkelijk te berekenen, vooral doordat we gevolgen in de toekomst daarbij moeten inschatten. Maar we zijn moreel verplicht dit in redelijke mate te blijven proberen. Een vraag die daarbij kan helpen is: zou je dit je eigen hond aandoen? Plezier of genot dat wordt ontleend aan het leed van anderen moeten we afwijzen. We moeten dat doen op grond van het feit dat het positief waarderen van dat soort plezier een maatschappij zou opleveren waarin leed gewaardeerd wordt, een maatschappij met meer leed. Wij moeten onze intuïtie en ons gevoel gebruiken om dierenwelzijnsproblemen te signaleren, en ons verstand om ze vast te stellen, af te wegen en op te lossen. Vertel ze door, de verhalen die mensen bewegen tot het goede.

Tot zover Monique Janssens.
In haar boek komen alle vraagstukken voor die spelen rondom het serieus nemen van dierenwelzijn. In die zin is het een compleet boek.
Jammer is dat zij het begrip “vrijheid” alleen beluisterd heeft bij een bezoek van de twee veganisten. Had ze daarvoor een vegetarische filosoof geïnterviewd, dan zou zij mogelijk in het afsluitende stukje moraal hebben gekozen voor “vrijheid” in plaats van “het goede”. Dan zou zij misschien hebben geschreven “we moeten vrijheid voor mens en dier maximaliseren”. Het verschil tussen vrijheid bij een veganist en een vegetariër is vaak het verschil tussen negatieve en positieve vrijheid. Het verschil tussen vrijheid van .... en vrijheid tot ....

08 september 2010

Roofvogels horen niet als huisdier gehouden te worden

Naar aanleiding van een artikel uit Trouw stelt Esther Ouwehand van de PvdD vragen aan de minister over het toegenomen aantal roofvogels die als huisdier worden gehouden. Deze ontwikkeling is zeer ongewenst omdat roofvogels zonder hun vrijheid verpieteren.
Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het houden van roofvogels en uilen als huisdieren:
  1. Heeft u kennisgenomen van het onderzoek van Vogelbescherming Nederland waaruit blijkt dat roofvogels en uilen steeds vaker als huisdier worden gehouden?
  2. Kunt u zich voorstellen dat de Vogelbescherming zich grote zorgen maakt over het gemak waarmee deze vogels door iedereen kunnen worden aangeschaft? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, waarom niet?
  3. Vindt u roofvogels en uilen, waar sinds Harry Potter veel vraag naar is, geschikt als huisdier? Zo ja, waar baseert u dat op en hoe verhoudt uw mening zich tot uw ambitie dat alle gehouden dieren hun natuurlijk gedrag moeten kunnen vertonen (zoals, in dit geval, vliegen) en hoe gaat u er zorg voor dragen dat deze ambitie ook wordt gerealiseerd?
  4. Kunt u bevestigen dat sinds de Europese wetgeving om roofvogels en uilen te verhandelen eind jaren negentig is versoepeld, het aantal in Nederland verstrekte certificaten dat nodig is om de vogels aan te schaffen meer dan vertienvoudigd is?
  5. Kunt u uiteenzetten hoeveel roofvogels er jaarlijks in Nederland worden verkocht, om welke soorten het gaat en welke ontwikkelingen zich voordoen in de handel in roofvogels? Zo neen, waarom houdt uw ministerie hier geen gegevens van bij?
  6. Kunt u uiteenzetten in hoeverre de in Nederland verhandelde roofvogels afkomstig zijn van Nederlandse kweek en op welke wijze deze handel wordt gecontroleerd? Kunt u garanderen dat geen enkele uil of roofvogel die in Nederland gehouden wordt, afkomstig is uit wildvang? Zo neen, hoe zit dat?
  7. Kunt u uiteenzetten welke regelgeving geldt voor het kweken, tentoonstellen en verhandelen van roofvogels? Acht u deze regelgeving voldoende met het oog op dierenwelzijn, volksgezondheid en biodiversiteit? Kunt u dit toelichten?
  8. Hebt u zicht op de aard van het consumentengedrag dat betrekking heeft op de aankoop van roofvogels? Deelt u de indruk dat er sprake is van impulsaankopen waardoor mensen onvoldoende op de hoogte zijn van de behoeftes van deze dieren? Zo ja, welke ambitie heeft u voor het terugdringen van het aantal impulsaankopen en hoe gaat u deze ambitie realiseren? Zo neen, waar baseert u dat op?
  9. Wat is de stand van zaken met betrekking tot een positieflijst van te houden diersoorten?
  10. Bent u bereid een einde te maken aan de mogelijkheid roofvogels en uilen te houden als huisdier en het organiseren van roofvogelshows aan strengere voor waarden te verbinden? Zo neen, waarom niet?

Tot zover de PvdD. Meer lezen over misstanden rondom roofvogels, klik hieronder op het label "roofvogels".

Terzijde over roofvogels:
Al meer dan veertig jaar klimt Rob Bijlsma in boomtoppen om roofvogels te bestuderen. Hij begon daarmee in de late jaren zestig, tijdens het diepste dieptepunt voor roofvogels in een grondig vergiftigde wereld. Nu zijn ze alomtegenwoordig, zelfs tot in hartje stad. Hoe valt dat te rijmen met de afname van belangrijke prooisoorten en met landschappelijke veranderingen van ongekende omvang?

06 november 2009

Foer: ik zal nooit, nooit meer vlees eten

Jonathan Safran Foer (zie video) schreef “Dieren eten”.

In Vrij Nederland van 31 oktober 2009 een interview met hem.
In de vier jaar tussen het verschijnen van zijn laatste boek en Dieren eten werd Foer vader, en vegetariër.
Vanaf zijn negende - toen de oppas hem vertelde dat de kip op zijn bord ooit een levend dier was geweest - zwalkte hij heen en weer tussen verschillende gradaties van vegetarisme. De geboorte van zijn eerste zoon zette hem ertoe aan een duidelijke keuze te maken: `Eten is de meest directe, en misschien wel de krachtigste manier waarop je binnen een familie je waarden overbrengt'.
Hij besloot uit te zoeken wat vlees nu eigenlijk is, waar het vandaan komt en hoe het wordt geproduceerd. Ruim drie jaar lang verdiepte hij zich in de bio-industrie, sprak hij met boeren, slachters, wetenschappers en dierenactivisten en bezocht hij biologische en industriële boerderijen. De conclusie was helder. Foer: `Ik zal nooit, nooit meer vlees eten.

Tot zover Vrij Nederland.

Via een synthese van filosofie, literatuur, wetenschap en undercoverjournalistiek onderzoekt Foer in Dieren eten de verschillende verhalen die we onszelf vertellen om ons eetgedrag te rechtvaardigen - van folklore tot populaire cultuur, van familietradities tot westerse mythen - en laat hij zien hoe die verhalen onze onwetendheid in stand houden.


Op de vraag in Vrij Nederland of het al dan niet ethisch verantwoord is om dieren te eten, gaat Foers boek niet in. `Weet je, daar heb ik heel lang over nagedacht, en ik weet het gewoon nog steeds niet. Dus ik vraag mensen niet om vegetariër te worden. Ik vraag ze om niet langer industrieel vlees te eten'.

Voor wie ooggetuigenverslagen wil lezen over hoe het toegaat in de Nederlandse kippenindustrie:
Journalist Gerard van Westerloo volgde drie kippen Anja, Manja en Tanja door de hele Nederlandse kippenketen. Van broederij, via mesterij en slachterij tot vleesverwerkings- en verpakkingsindustrie. Hij ontving voor dit artikel onder de titel "kippenmoord" begin april 2007 een Tegel, de vakprijs in de categorie ‘Dag- en weekbladen, achtergrond’.

01 maart 2009

Vlees is geen geboorterecht

'Vlees is geen geboorterecht' over Michael Pollan die in Nederland was om een lezing te geven en een nieuw boek te promoten. In de NRC van 28 februari een verslag van een masterclass die Pollan gaf op 10 februari 2009 met als titel: “In defense of food”.

De masterclass was georganiseerd door Biologica en IUCN in het internationaal hoofdkantoor van Triodos Bank, Zeist.

Een citaat:
Ik reed over een Californische landweg, blauwe lucht, prachtig gouden landschap. Plotseling rook ik een verschrikkelijke lucht, zoals ik nog nooit had geroken. Ik keek rond. Alles zag er nog prachtig uit. Maar na 2 km was het landschap ineens zwart. Een zwart landschap met 75.000 koeien, die in hun eigen mest stonden. Het was een “feedlot”, een afmesterij. Een stad van vee. Overal lagen enorme piramides van mest en van maïs. En de koeien hadden de functie om de ene piramide om te zetten in de andere piramide. Ik had nog nooit zoiets gezien. Het was echt een visioen van de hel.

28 februari 2009

Alleen de knor wordt niet gebruikt

Het nieuwe boek van Yvonne Kroonenberg is getiteld 'Alleen de knor wordt niet gebruikt' met daarin een verslag van haar ontdekkingsreis in de varkenssector.



Zij zag hoe sperma wordt geproduceerd bij varkens (het is handwerk). Boerin Ankie legde uit waarom zij in plaats van haar man de biggetjes castreert. De charmante Tijje vertelde haar alles over de slachterijen. Ze kroop bij een chauffeur op de truck van een veetransport, sprak politici die nooit zeggen wat ze werkelijk vinden, en raakte danig gefrustreerd tijdens een gesprek met de supermarktmanagers met hun stuntprijzen voor goedkoop vlees.

Kroonenberg heeft duizenden varkens gezien en aangeraakt, biggen op de arm gedragen en onafzienbare rijen één voor één zien sterven. Ze is alles te weten gekomen, de treurige en de hoopvolle zaken, de leugens, feiten en de goede wil. Ze heeft door de ogen van alle betrokkenen meegekeken en geluisterd naar hun beweegredenen.

Hans Baaij van Varkens in Nood:
"Het is zonder meer het beste boek over de vleessector dat ik ken. Het geeft meer inzicht dan de tientallen rapporten over de vleessector die jaarlijks gepubliceerd worden, meer dan alle antwoorden van landbouwminister in de Tweede Kamer en zelfs meer dan alle berichten van Varkens in Nood bij elkaar. Waar zitten de goeden en waar zitten de kwaaien? Wie zijn de opdrachtgevers van de grootschalige uitbuiting van miljoenen dieren en wie verlenen hier hun medewerking aan? Lees dit boek en dan weet je hoe het zit!"

Klik hier voor de promo van 'Alleen de knor wordt niet gebruikt'

Annechien ten Have van LTO Varkenshouderij was bij de presentatie. Ze ervaart de bijeenkomst als shockerend. 'Het was een ontmoeting van twee totaal verschillende denkwerelden over het houden van varkens en produceren van vlees. Er bestaat een diepe kloof tussen de belevingswereld van dit selecte groepje stadsmensen en van veehouders en mensen die werkzaam zijn in de vleessector. 'Een gemis is dat het boek geen hoofdstuk heeft over de vernieuwingen in de varkensvleesketen', aldus Ten Have.

04 oktober 2008

Wat bezielde Volkert van der G.

Het boek “Wat bezielde Volkert van der G.” beschrijft de strijd van Volkert tegen de uitbreiding van de bio-industrie. Hoewel de auteur Johan Faber niet met Volkert heeft gesproken, probeert hij zich wel maximaal in hem te verplaatsen. Het boek is zeer lezenswaardig, niet in de laatste plaats om te zien hoe de strijd tegen de intensieve veehouderij de laatste 25 jaar werd gevoerd.

Op pagina 206 van het boek beschrijft Johan Faber effectiviteit van de werkwijze van Volkert in het starten van procedures tegen uitbreiding van intensieve veehouderijen.

Op donderdag 6 augustus 1998, vijf dagen na het tamelijk vernietigende stuk in Utrechts Nieuwsblad, berichtte de Volkskrant onder de ‘"Groene" Robin Hoods doen Gelderse veehouders sidderen” over een zaak in Harderwijk waar Vereniging Milieu Offensief bij betrokken was. De gemeente Harderwijk bleek begin jaren negentig ten onrechte een vergunning te hebben afgegeven voor een eendenmesterij. Inmiddels had Harderwijk bij de Raad van State een door VMO aangespannen schorsingsprocedure verloren. Uitkoop van de boer in kwestie was echter te duur, zodat de gemeente zich gedwongen zag om met Milieu-Offensief om tafel te gaan zitten. Volgens de uiteindelijke overeenkomst moest de gemeente ter compensatie van de eendenmesterij elders 4800 kilo ammoniakrechten opkopen, voor maar liefst 350.000 gulden. In ruil daarvoor trok VMO de procedure in, zodat de vergunning voor de eendenmesterij kon worden afgegeven.
`Van der Graaf en Van der Wouw werpen zich op als “Groene" Robin Hoods: ze nemen van veehouders om terug te geven aan het milieu,' schreef de Volkskrant.
Milieuambtenaar Van Drunen van de gemeente Harderwijk kon echter `niet lachen' om het convenant met VMO wilde het geen chantage noemen, `al kun je het wel zo uitdrukken'.
`Natuurlijk is dit schunnig,' reageerde Volken in het artikel. `Maar wij bestaan op basis van de fouten die gemeenten maken. Als gemeenten en milieuambtenaren hun werk goed zouden doen, waren wij niet nodig. Dan lagen we gewoon aan het strand.'
Het was onvermijdelijk dat de overheid langzamerhand inzag dat het zo niet langer verder kon. De milieuwetgeving bood te veel mogelijkheden voor milieuactivisten met bezwaarschriften de hele agrarische sector op slot te gooien. De proceduremogelijkheden móésten worden beperkt. Vanaf het midden van de jaren negentig werd de regelgeving stukje bij beetje versoepeld, zodat veehouders gemakkelijker aan uitbreidingsvergunningen konden komen. Ook verbeterde de overheid de controle op naleving, het werk dat VMO tot dan toe de facto had uitgevoerd. Daar kwam bij dat de samenwerking tussen gemeentelijke diensten en VMO steeds stroever verliep. Veel gemeenten die met VMO te maken kregen, weigerden na verloop van tijd documenten toe te sturen voordat er een officieel bezwaarschrift binnen was.
Er is wel gesuggereerd dat het werkterrein voor VMO door deze veranderingen steeds kleiner werd, dat de hoogtijdagen voor het procederen voorbij waren. Maar de sluipende versoepeling van de milieuwetten had nauwelijks invloed op de ver van Volkert en Sjoerd. Tot 6 mei 2006 bleven ze in hetzelfde krankzinnige tempo beroepszaken aanspannen bij gemeenten en de Raad van State. Niets wees erop dat de bron langzamerhand opdroogde - de procedures werden alleen ingewikkelder.
Volkert hoefde voorlopig nog niet aan strandvakanties te denken.

Tot zover het boek.



Inmiddels heeft de overheid het nog lastiger gemaakt om de uitbreiding en schaalvergroting in de bio-industrie tegen te gaan. Een reden te meer om Volkert te verwijten dat hij met de moord op Fortuyn deze ontwikkelingen geen goed heeft gedaan.

17 juli 2008

Onoprechte kritiek rond dierenrechten

Je kunt allerlei vragen stellen bij de effectiviteit van bepaalde campagnes rond het verbeteren van de positie van dieren. Zo kun je je met een vooraanstaand auteur als Gary Francione afvragen of het moreel gezien verstandig is concessies te doen rond het recht van dieren om niet geëxploiteerd te worden. In hoeverre is het bijvoorbeeld verantwoord om te ijveren voor betere leefomstandigheden van dieren in de bio-industrie, terwijl de bio-industrie zelf gewoon helemaal verboden moet worden?
Iets heel anders is het wanneer mensen die zelf helemaal geen voorstander zijn van dierenrechten schijnbaar redelijke kritiek uiten op de projecten op dit gebied.

Zo hoor je regelmatig dat PETA seksistisch bezig is als zij bekende actrices of modellen schaars gekleed of zelfs naakt laat protesteren tegen dierenmishandeling. En nu het Spaanse parlement belangrijke stappen lijkt te hebben gezet rond rechten voor mensapen, doet een aantal critici het voorkomen alsof ze dat heel erg discriminerend vinden voor leden van andere diersoorten. Dit soort kritiek moet verhullen dat men zelf helemaal geen voorstander is van welke substantiële verbetering van de positie van dieren ook.
In het geval van PETA mag je aannemen dat het gaat om volwassen vrouwen die in elk geval bewust genoeg zijn om zich te keren tegen misstanden. Dat zij een 'onfatsoenlijke' vorm hanteren duidt eerder op ironie of afwijzing van de burgerlijke fatsoensnormen dan op instemming met seksistisch misbruik van vrouwen. Maar zelfs als hier echt een kritiekloze uitbeelding van een vorm van uitbuiting van vrouwen in het spel was, zou dat nog in het niet vallen bij de exploitatie van dieren die ermee onder de aandacht wordt gebracht. Doordat het in beide gevallen om een vorm van misbruik zou gaan, zou je de vermeende acceptatie van uitbuiting van vrouwen in dit geval bovendien bijna niet meer letterlijk kunnen opvatten.
Zoiets geldt ook bij de 'arme dieren' die buiten de boot vallen zodra mensapen belangrijke rechten krijgen. Zij gaan er in elk geval niet op achteruit, dus zelfs op korte termijn levert het pure winst op (de mensenapen gaan er namelijk echt op vooruit). Bovendien hoeven rechten voor de Great Apes helemaal geen eindstation te zijn en kunnen ze juist mede fungeren als een basis voor de toekenning van rechten aan andere dieren.

Critici van buiten die over dit soort kwesties beginnen zijn in veel gevallen niet echt begaan met dieren (of vrouwen!). We hoeven zeker niet te verwachten dat deze critici opeens het voortouw zouden nemen bij de verbetering van de positie van dieren als men maar eenmaal zou stoppen met de huidige campagnes.

Titus Rivas

25 september 2007

Een karikatuur van dierenrechten


In het boek Animal Rights: Current Debates and New Directions uit 2004 (Oxford University Press), onder redactie van Cass R. Sunstein en Martha C. Nussbaum komen allerlei voor- en tegenstanders van dierenrechten aan bod. Een van de tegenstanders is de antropocentrische denker Richard A. Posner. Hij beschouwt de beweging van filosofen als Peter Singer en Tom Regan als een 'radicale [d.w.z. extremistische] stroming' die uiteindelijk ten koste zal gaan van mensen. In plaats van dierenrechten pleit Posner zelf voor een gematigde vorm van dierenbescherming.
Zoals zoveel tegenstanders maakt ook Posner een karikatuur van de idealen van de dierenrechtenbeweging. Zo stelt hij dat het aanhangen van rechten voor dieren bijvoorbeeld tot gevolg kan hebben dat je experimenten op mensen (d.w.z. proefpersonen die daar niet vrijwillig aan meewerken) doet om het geluk van dieren te bevorderen.
Dit is een misleidende voorstelling van zaken. Tom Regan ziet dierenrechten bijvoorbeeld helemaal niet als iets wat haaks staat op mensenrechten, maar juist als een uitbreiding van het achterliggende principe daarvan. Ook Peter Singer vindt dat je dierlijke individuen met evenveel respect moet behandelen als je zou doen met een mens met vergelijkbare psychologische eigenschappen. Beiden wijzen dus het speciësisme (van bijvoorbeeld Richard A. Posner) af maar dat wil zeker niet zeggen dat ze mensen willen opofferen aan dieren!
Posner maakt het nog bonter waar hij stelt dat ook de Nazi's 'hartstochtelijk geloofden in dierenrechten'. Daaruit volgt volgens hem dat ze verenigbaar zijn met een minachting voor het leven en welzijn van allerlei groepen mensen. Nu is er volgens mij weinig bewijs voor een consequente nazi-ethiek ten gunste van dieren, de Duitse vegetariërsbond werd zelfs verboden. Zelfs Hitler was geen echte vegetariër, ondanks de mythen daaromtrent. Bovendien offerde hij zijn eigen hond op om een middel uit te testen waarmee hij zelfmoord wou plegen. Geen bijster respectvolle daad lijkt mij.
Maar zelfs als er werkelijk sprake was van diervriendelijke wetten in het Derde Rijk, dan impliceert dit nog niets voor de waarde daarvan. Hitler liet bijvoorbeeld ook autosnelwegen aanleggen en weinig tegenstanders van dierenrechten zullen weigeren om daar overheen te rijden. Het ethische gehalte van een daad wordt namelijk niet bepaald door de vraag of een misdadiger of juist een overwegend integer persoon hem verricht.
Helaas is Posner niet de enige die een karikatuur geeft van voorstanders van dierenrechten. Tegenstanders hebben nu eenmaal geen goede argumenten en dus rest hun niet veel anders meer.

Titus Rivas

Boeken van Tom Regan:


Boeken van Peter Singer:

25 augustus 2006

(On)eerlijk communiceren over de motivatie van dierenrechtenactivisten

Christian Parmentier is een bonthandelaar die zich al jaren verzet tegen dierenrechtenactivisten. Hij heeft een boek geschreven "De luis in de pels - de dubieuze moraal van de dierenrechtenorganisaties". Een van zijn speerpunten is het verwijt dat de dierenrechtenbeweging in feite geen rechten voor dieren vraagt maar rechten voor zichzelf in naam van de dieren. Zij eisen het recht op om hun medemens te verbieden vlees te eten, melk te drinken, lederen schoenen of bont te dragen, een wollen trui aan te trekken, dieren in het circus en de zoo te bezoeken, te vissen, proefdieren te gebruiken voor medisch onderzoek, enzovoorts..
Daar bovenop verwijt hij de activisten dat zij zichzelf moreel hoger achten dan anderen.
Hiermee doet Parmetier de waarheid geweld aan. Mensen die zich inzetten voor dierenrechten achten het gedrag waarmee aantasting van dierenwelzijn wordt vermeden van moreel hoger gehalte dan gedrag waarbij dieren gebruikt worden. Het gaat dus de activist niet om zichzelf te bewieroken, maar om anderen te bewegen om bepaald dieronvriendelijk gedrag achterwege te laten.
Net zoals vele anderen die hun diergebruik willen verdedigen gaat Parmentier in de aanval door woorden en motivaties te verdraaien. Een brutaliteit die tegenwoordig helaas gemeengoed is geworden en waardoor de communicatie en discussie onmogelijk wordt.

Voor meer over de ethische overwegingen van veganisten, lees het artikel van Titus Rivas "Pioniers in de dierenemancipatie".
Voor meer over de moedwillige verdraaiing van de waarheid en de onwil om oprecht te communiceren, klik hier op "Babylonische spraakverwarring tussen boeren, burgers en ambtenaren".

16 maart 2006

Natuur, dat is poep en pis en stank en kwijl

In een interview door Max Arian in de Groene Amsterdammer in 2001 zei bioloog Midas Dekkers:
Varkenspest, gekkekoeienziekte, mond- en klauwzeer. Afschuwelijke en rare veeziektes overlappen elkaar. Honderdduizenden varkens, schapen, en koeien belanden op enorme brandstapels. Midas Dekkers ziet het als een nieuwe heksenjacht op het dier, als verpersoonlijking van het Kwaad.
en:
Weemoed, verlangen naar vroeger, dat is een heel mooi gevoel, ik ben er dol op. Maar vanuit een oogpunt van de voedselvoorziening zou het toch veel verstandiger zijn om nieuwe manieren van voedselbereiding aan te boren, waarvoor je geen koeien, varkens en schapen nodig hebt. Wij noemen ons een industriële natie, zelfs een informatiemaatschappij, maar deze superdesupermoderne en vertechnologiseerde maatschappij kan kennelijk niet bestaan zonder in Nederland elk jaar vierhonderd miljoen beesten de keel door te snijden. Het is toch achterlijk dat wij zestig procent van ons grondoppervlak nodig hebben voor het maken van voedsel! Dat is toch een absurde manier om iets te produceren?

28 december 2005

Gezond eten: de schijf van vier

Schijf van vier
De schijf van vier is de schijf van vijf zonder vlees.
Ook vegetariërs kunnen gezond en lekker eten.

Wil jij weten of jij gezond eet? Krijg je voldoende essentiële voedingselementen binnen?

Doe dan de eet-test.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.