Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label dierenrechten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label dierenrechten. Alle posts tonen

17 maart 2010

Het belang van een goede visie op dierenrechten bij de Oostvaardersplassen

De dieren in de Oostvaardersplassen lijden (in de winter en het vroege voorjaar) honger en je zou kunnen betogen dat zij in hun rechten worden aangetast.
Het CDA ziet zijn kans schoon om de Partij voor de Dieren in de discussie over bijvoeren naar de kroon te steken. Immers de dieren in de intensieve veehouderij zullen nooit voer tekort komen, want dan is de opbrengst kleiner. Voor de Partij voor de Dieren is het wat lastiger om een aansprekend standpunt in te nemen. Zij pleit ervoor om de dieren met rust te laten en het gebied van de Oostvaardersplassen zo snel mogelijk aan te sluiten op de Ecologische HoofdStructuur. Bijvoeren daar zien zij alleen maar nadelen in. Wanneer je niet de suggestie wilt doen om aan geboortebeperking te doen, dan zit je klem.
Het kost wat moeite, maar de dieren voor 1 keer bijvoeren en vervolgens een deel te steriliseren of te castreren zolang de aansluiting met de Ecologische Hoofdstructuur er nog niet is, is een maatregel die zowel recht doet aan het dierenwelzijn als aan haar rechten. Het voorkomt een overpopulatie die sterft aan ondervoeding.
Wanneer je uitgaat van het principe dat ook dieren vrijheid als grondrecht hebben, dan is deze ingreep de manier om vrijheid te behouden.
Het is opvallend dat in de discussie vrijwel niemand het begrip “intrinsieke waarde” van stal haalt. Terecht want dat begrip slaat als een tang op een varken. Hopelijk levert de discussie in het bewustzijn van het grote publiek wat meer duidelijkheid op wat natuur echt inhoudt: vrijheid om te zoeken naar voedsel en het ook daadwerkelijk te vinden.

Wie de Partij voor Dieren om uitleg vraagt krijgt het volgende, uitgebreide antwoord:
De Partij voor de Dieren begrijpt uw zorgen over de situatie in de Oostvaardersplassen en de beelden hiervan in Eenvandaag. Als er één partij is die niet wil dat dieren onnodig lijden, dan is het de Partij voor de Dieren. Wij volgen de situatie in de Oostvaardersplassen nauwlettend en vrijdag 12 maart hebben onze Kamerleden Marianne Thieme en Esther Ouwehand samen met onze fractiebioloog een werkbezoek gebracht aan dit gebied.
De Partij voor de Dieren is in principe geen voorstander van het uitzetten van dieren, zeker waar dat in omheinde gebieden plaatsvindt. Het zou niet onze keuze zijn geweest om grote grazers, runderen, paarden en edelherten uit te zetten in het gebied, maar het experiment is een gepasseerd station en dateert van voor de oprichting van de Partij voor de Dieren. Achteruitkijken is dus zinloos, het gaat erom in de huidige situatie de beste oplossing voor de dieren te vinden.
Hoewel de wens om bij te voeren begrijpelijk is, worden de dieren er niet mee geholpen. Integendeel: het bijvoeren creëert onrust in de kudde en dieren die eraan gewend raken, worden minder zelfredzaam. Het belangrijkste probleem van bijvoeren is dat het voedsel niet bij de zwakke dieren terechtkomt. Wilde grazers leven in kuddes met een sterke hiërarchie en de sterke dieren zullen het voedsel opeisen ten koste van de zwakkeren. Door de grote verstoring van het bijvoeren verspillen de dieren wel extra energie, waardoor de zwakste dieren nog kwetsbaarder worden. Het aanbieden van voer op meerdere plekken in het terrein, zoals wel eens gesuggereerd wordt, is geen oplossing voor dit probleem. De dieren leven zeer verspreid over het gebied en als ze aan het voer gewend raken, worden ze minder actief.
Door het bijvoeren komen er meer jongen dan het gebied aankan, waardoor het probleem nog groter wordt. De dieren die nu zogenaamd geholpen worden, vallen dan volgend jaar ten prooi aan de jagerslobby die onder het mom van ‘populatiebeheer’ voor de lol talloze dieren wil doodschieten. Dit actieve afschot vindt dan plaats buiten de wintermaanden. Hierdoor kan er geen verschil worden gemaakt tussen zwakkere dieren die de winter niet zouden overleven, of dieren die gezond zijn en/of belangrijke functies hebben, zoals de kuddeleiders of de moederdieren.
Ten slotte is van een ‘langzame hongerdood’ en een ‘pijnlijk proces’, waar de heer Ormel (CDA) over spreekt, geen sprake. Er is nog steeds voldoende ruwvoer aanwezig in het gebied. Boswachters en dierenartsen houden de dieren extra goed in de gaten. Dieren worden door bevoegd personeel geëuthanaseerd als het duidelijk is dat zij het einde van de winter niet gaan halen, om een lange lijdensweg te voorkomen. Staatsbosbeheer streeft ernaar in alle sterftegevallen te euthanaseren, maar dit is niet altijd mogelijk. Het komt voor dat dieren opeens dood neervallen, door met name plotselinge winterse weersomstandigheden. Hetzelfde gebeurt ook in natuurgebieden in Schotland die niet afgerasterd zijn. Omdat het om een plotselinge dood gaat, is er geen sprake van een lange lijdensweg en is vroegtijdig ingrijpen niet mogelijk.
De Partij voor de Dieren vindt het van groot belang continu te evalueren of er genoeg mankracht aanwezig is om de dieren te inspecteren en waar nodig te euthanaseren. Bij veranderende (weers)omstandigheden moet nagegaan worden of het beleid hierop aangepast moet worden. Ook het beslisschema voor euthanasie, waarmee inspecteurs inschatten wanneer een dier in aanmerking komt voor euthanasie, moet steeds kritisch worden bekeken om te kunnen garanderen dat de maatregelen telkens het gewenste resultaat opleveren. Eventuele herijking van dit beslisschema moet door deskundigen worden uitgevoerd.
De Partij voor de Dieren vindt dat in het wild levende dieren zoveel mogelijk met rust moeten worden gelaten zodat natuurlijke processen hun beloop kunnen hebben. Alleen zo worden de meest diervriendelijke omstandigheden gecreëerd voor de dieren in natuurgebieden. Wij zijn van mening dat populatiebeheer door jagers zoals op de Veluwe plaatsvindt geen acceptabele oplossing kan bieden. 80% van alle zwijnen wordt daar gedood waarbij de populatiedynamiek letterlijk aan flarden wordt geschoten. Op de Veluwe werden het afgelopen jaar 925 van de ruim 2000 edelherten doodgeschoten. Ter vergelijking, in de Oostvaardersplassen zijn er dit jaar 450 van de 2172 doodgegaan.
We pleiten ook nadrukkelijk voor het verbinden van de natuurgebieden in Nederland zodat de dieren meer migratiemogelijkheden en een groter leefgebied krijgen. Eventueel menselijk ingrijpen zal altijd zorgvuldig moeten worden beoordeeld op het daadwerkelijke effect ervan op de dieren. Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn is bijvoeren onder de huidige omstandigheden zeer ongewenst en leidt tot het actief afschieten van voornamelijk gezonde dieren. Partijen als CDA, VVD en PVV gaan hier helaas aan voorbij.
Ik hoop dat u van me aan wilt nemen dat we alles hebben gedaan om tot een gewetensvolle en verantwoorde afweging te komen, waarbij de belangen van de dieren voor ons centraal staan.

04 februari 2010

Spreek bij seks met dieren duidelijke taal

In zijn weblog schrijft Frank Dales, directeur van de Dierenbescherming, over het verbod op sex met dieren. Hij schrijft: “Bij dezen doe ik een beroep op de moraal van de weifelende senatoren; seks met dieren is onethisch en moet op grond van de intrinsieke waarde van dieren verboden worden.” Laat er geen misverstand over bestaan: seks met dieren is niet fris maar wanneer je het vergelijkt met pedofilie, dan zeg je toch ook niet seks met kinderen is onethisch en moet op grond van de intrinsieke waarde van kinderen verboden worden.”
Een primaire reactie is “je moet met jouw poten van kinderen en dieren afblijven”. Iets meer doordacht verwoord: “kinderen en dieren moeten gevrijwaard worden van de seksuele behoeften van volwassen mensen”.
Waar het omgaat is het recht op vrijheid. Een kind kan vrij opgroeien wanneer het gevrijwaard blijft van de seksuele belangstelling van ouderen.
Tweede Kamerlid Harm Evert Waalkens is een van de politici die het wetsvoorstel heeft ingediend. Hij koos daarbij niet te spreken over seksuele handelingen met dieren, maar over ontuchtige handelingen. Wanneer hij over seksuele handelingen zou spreken, dan zou een groot deel van de intensieve veehouderij verboden moeten worden, omdat kunstmatige inseminatie een seksuele handeling met dieren is.
Dales en Waalkens vinden dat dieren uit de bio-industrie een intrinsieke waarde hebben. Dat kunnen zij vinden en zij worden daarin niet tegengesproken, want er is geen intensieve veehouder die daarmee in de praktijk grenzen kan worden opgelegd op basis van die opvattingen.
Omdat de Dierenbescherming en politici buiten de Partij voor de Dieren principes hanteren voor onze omgang met dieren slaan zij geen deuk in een pakje boter.
Het getuigt van lef om te erkennen dat dieren net als mensen recht hebben op vrijheid om zich natuurlijk te gedragen. Het zijn de mensen die zichzelf zouden moeten begrenzen in hun handelen met dieren. Mensen daartoe bewegen met de juiste taal, dat is de kunst, waarmee gewenste veranderingen in onze maatschappij op gang komen.

10 januari 2010

Grote grazers zouden uit natuurgebieden als de Oostvaardersplassen moeten kunnen wegtrekken

Uit het nieuws van zondag van 10 januari 2010: Een kudde van ongeveer honderd konikpaarden uit de Oostvaardersplassen is in de nacht van zaterdag op zondag het ijs overgestoken naar het Oostvaardersbos bij Almere. Onder het gewicht is een aantal wilde dieren door het ijs gezakt. Alle paarden kwamen op eigen kracht het water weer uit, maar één paard was zo verzwakt dat de boswachters hem moesten afschieten.
Tot zover het persbericht van Staatsbosbeheer.

In de week hiervoor laaide de discussie weer op of de dieren in het natuurgebied bijgevoerd zouden moeten worden. Door de lange tijd dat het gebied onder de sneeuw lag, dreigt er voedseltekort. Staatsbosbeheer wil de dieren aan hun lot overlaten, zodat het aantal dieren dat in de winter sterft kan oplopen tot 1200 paarden. Veel mensen maken zich over dit beleid kwaad omdat zij vinden dat dieren in nood geholpen moeten worden.
Deze kwestie maakt duidelijk dat natuurgebieden niet geïsoleerd zouden mogen zijn en via vrij toegankelijke stroken met elkaar verbonden zouden moeten zijn. Daarvoor moet akkerland wijken en ecoducten worden gebouwd over water en snelwegen. Boeren protesteren omdat zij het land goed kunnen gebruiken om mest op uit te rijden en biomassa op te verbouwen. Deze omstandigheid is ontstaan door de intensieve veehouderij en de oplopende benzineprijzen. Maar de boeren produceren hun vlees en zuivel voornamelijk voor verkoop in het buitenland en het buitenland is veel geschikter voor het produceren van biomassa. De wens van boeren om hun land te behouden kan niet anders worden gezien als het gevolg van het uit de hand gelopen landbouwbeleid na de Tweede Wereldoorlog die geleid heeft tot overproductie en schaamteloze grootheidswaanzin in de vorm van megastallen.
Het recht van een dier om uit de beperking Oostvaardersplassen te migreren naar voedselrijker gebied gaat boven het recht van een Flevoboer om te kunnen produceren. Staatsbosbeheer mag beweren dat de dieren het ijs niet zijn opgegaan door honger gedreven en dat bijvoeren van de dieren gevaarlijk is, omdat zij geen mensen gewend zijn. Mogelijk allemaal waar, maar het zou een grondrecht van dieren moeten zijn om in echte natuurlijke omstandigheden zich vrij te bewegen.
Daarboven hebben de paarden, edelherten en runderen in het Oostvaardersplassengebied geen natuurlijke vijanden (roofdieren als wolf of lynx). Waarmee Moeder Natuur de mogelijkheid ontnomen wordt om relatief snel een dier uit z'n lijden te laten verlossen….

26 december 2009

Mens en Dier

Nog even en dit jaar is ook weer geschiedenis. Op 31 december om 12.00 uur ’s nachts knallen de champagnekurken en een krankzinnige hoeveelheid vuurwerk om het nieuwe jaar te verwelkomen. Een nieuw jaar zit er niet in voor de tienduizenden, merendeels gezonde, schapen en geiten die zijn of worden afgemaakt als gevolg van een falend beleid met betrekking tot dieren in het algemeen en veeziekten in het bijzonder. Het failliet van de vee-industrie komt steeds duidelijker in beeld! Er zullen, naar ik vrees, nog vele slachtoffers vallen voor de mensheid tot het inzicht komt dat het systeem volkomen is vastgelopen en doorgeslagen.
Dieren zijn het slachtoffer geworden van de grootheidswaan van de mens die meent straffeloos de eigen belangen te allen tijde te kunnen laten prevaleren. Belangen van andere levende wezens worden daaraan volkomen ondergeschikt gemaakt. De vijfhonderd miljoen(!!) dieren die per jaar in Nederland in de vee-industrie (vroeger bio-industrie genaamd) worden ‘gebruikt’ zijn de treurige slachtoffers van de opvatting dat de ‘dieren er immers voor de mensen zijn’! Net zo min echter als de vrouwen er voor de mannen zijn en de zwarten er voor de blanken zijn – denkbeelden die het ook lang hebben uitgehouden! – zijn de dieren er voor de mensen.
Een dier heeft een eigen – intrinsieke – waarde, die los staat van de waarde voor de mens. Die intrinsieke waarde wordt echter in onze samenleving grotendeels genegeerd, ontkend, gebagatelliseerd en geridiculiseerd. Dat is natuurlijk ook wel handig want stel je voor dat dieren rechten zouden hebben. Bijvoorbeeld het recht om hun natuurlijk, soorteigen gedrag te vertonen, gevrijwaard te zijn van honger dorst, pijn, stress en ander ongerief dat aan het houden van dieren door mensen vast zit. (En dan bedoel ik met ‘het houden van’ niet dat mensen een liefdevolle band met hun (huis)dier hebben). Dat zou het absolute einde van de vee-industrie betekenen. Geen kiloknaller meer of een met belachelijke vleesprijzen stuntende C1000. Geen eieren meer die nog evenveel kosten als in de vijftiger en zestiger jaren, alleen omdat de kippen met tienduizenden op een kluitje, met afgeslepen snavels, als eilegmachine worden gebruikt.
Wat nu met de geiten en schapen gebeurt is wederom een triest dieptepunt in het doorlopende drama van de relatie mens – dier.
Het zal ongetwijfeld het laatste niet zijn. Nu al is Q-koorts geconstateerd bij koeien. Het op elkaar stapelen van dieren in megastallen, fokkerijen, mesterijen en wat dies meer zij, zal tot gevolg hebben dat veel dieren en rot leven lijden, onderhevig zullen blijven aan allerlei gevaarlijke ziekten en die ook onvermijdelijk op de mens zullen blijven overdragen. De MRSA-bacterie is daar ook een goed voorbeeld van. Ongeveer de helft van alle varkenshouders is besmet met deze bacterie die met name voor ouderen, kinderen en mensen met een verminderde weerstand zeer gevaarlijk is. Varkenshouders en hun gezinsleden worden bij ziekenhuisopname daarom uit voorzorg in quarantaine gezet. Al deze ziekten kunnen voorkomen worden dan wel kunnen de effecten er van gedempt worden door de intensieve veehouderij af te schaffen. Dat zal de dieren, de mensen, het klimaat, de natuur en het milieu alleen maar ten goede komen.
Iedereen een gezond, dier- en mensvriendelijk 2010 toegewenst!

17 december 2009

De beweging voor dierenrechten is minder effectief dan ze zou kunnen zijn

Het opkomen voor dieren kent 2 belangrijke aspecten: gevoel voor rechtvaardigheid en mededogen met het dier. Deze 2 motivaties lijken op de 2 hoofdstromen in de politiek: liberalisme en het socialisme. In de strijd voor de rechten en belangen van het dier heeft recht op vrijheid (liberalisme) helaas niet zulke goede associaties. De associaties die hier bedoeld worden, zijn een associatie met de liberale politiek van de VVD en de politiek van de dierenliberatoren, het dierenbevrijdingsfront (DBF). Dat is jammer, want daardoor dreigt het opkomen voor dieren minder effectief te zijn.

Meer lezen? Klik op de link:

08 december 2009

Wet dieren met tandeloze amendementen gecompliceerd

Dinsdag 8 december 2009 stemde de Tweede Kamer over de nieuwe Wet dieren. Marianne Thieme doet verslag op haar weblog.

Verder hebben we gestemd over alle moties en amendementen voor de nieuwe Wet dieren en voor de Landbouwbegroting 2010. Een wet die in de plaats komt van de huidige Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Het is een waardeloze wet geworden die dankzij een aantal amendementen en moties toch nog een beetje diervriendelijker gemaakt is en op een paar punten zelfs diervriendelijker dan de huidige gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Zo is er een amendement aangenomen die de intrinsieke waarde van dieren (de waarde die het dier van zichzelf heeft los van het nut voor de mens) nog nader invult door ook de vijf vrijheden van Brambell toe te voegen.
Die vijf vrijheden zijn de volgende.

Dieren zijn vrij:
1. van dorst, honger en onjuiste voeding;
2. van fysiek en fysiologisch ongerief;
3. van pijn, verwondingen en ziektes
4. van angst en chronische stress;
5. om hun natuurlijk (soorteigen) gedrag te vertonen.

Teleurstellend was wel dat dit amendement (afkomstig van de coalitiepartijen) slechts uitging van de gedachte dat dieren enkel wezens zijn met gevoel. Het is al heel lang bekend dat dieren levende wezens zijn met niet alleen gevoel maar ook met bewustzijn.

Tot zover de weblog van Marianne Thieme.

Het is een goede zaak om de vrijheden te betrekken bij dierenrechten. De gedachte daarachter is vrij simpel dat dieren recht op vrijheid hebben, zoals de grondrechten voor mensen ook zijn gebaseerd. Jammer is dat gevoel en bewustzijn erbij worden gehaald, want hiermee ligt ook het gevaar van discriminatie tussen diersoorten op de loer. Het is niet voor niets dat bij de Franse revolutie simpelweg werd gesteld “vrijheid, gelijkheid en broederliefde”. Door te betogen dat dieren met bewustzijn en gevoel meer rechten zouden moeten hebben dan andere dieren, wordt een eindeloze discussie gestart over waar de grens moet worden getrokken. Was de pleidooi voor dierenrechten simpelweg gebaseerd op vrijheid dan hadden vrijwel alle levende wezens hieronder kunnen worden geschaard.

06 oktober 2009

Discussie over dierenrechten al 30 jaar hetzelfde

Zondagmiddag 4 oktober 2009 werd in het Heerenhuys te Groningen een Dwarsdiep debat gehouden over dierenrechten. Sprekers waren Erno Eskens, Hans Harbers en Dirk Boon.
Erno Eskens heeft een boek geschreven met als titel “Democratie voor Dieren”; Hans Harbers is boerenzoon en docent filosofie aan de RU Groningen en Dirk Boon is voormalig hoogleraar Dier en Recht.
Harbers pleitte ervoor om vooral in de praktijk en in de relatie met het dier af te leiden wat het dier nodig heeft en dat rechten daarbij niet zo’n belangrijke rol spelen. Doordat productiedieren steeds meer in gesloten stallen worden gehouden is er ook minder zicht op de wijze waarop de dieren worden gehouden.
Voor Boon is het al lang wettelijk goed geregeld voor dieren, maar wordt de wet domweg niet toegepast. Hij ziet daarvoor nauwelijks een oplossing, hoogstens dat door toenemende milieudruk het aantal productiedieren in ons land zal worden ingeperkt.
Gaandeweg de discussie verzuchtte Dirk Boon “ik voer en volg de discussie over dierenrechten al 30 jaar en telkens komen dezelfde onderwerpen en argumenten over tafel”.

En zo was het. Voorzichtige pogingen uit het publiek om de discussie naar een ander niveau te brengen door “uit te gaan van het Zijn van het dier” of van het begrip “vrijheid als grondrecht voor dieren” werden afgewezen als te vaag of te onbegrensd.
Overigens is het een bekende politiek van agrarische belanghebbenden om de discussie over dierenrechten expres te laten verzanden door te hooi en te gras drogredenen aan te voeren.

Het lijkt wel of we de taal ontberen om het wezen van (dieren)rechten te bespreken. Eskens ziet in de eerste en voornaamste regel in de grondwet de belangrijkste reden om dieren ook rechten te geven. Artikel 1 geeft aan dat gelijke gevallen gelijk behandeld dienen te worden (gelijkheidsbeginsel) en dat discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook niet is toegestaan (discriminatieverbod).
Maar vervolgens stopt Eskens met citeren uit de grondwet. De overige artikelen uit de grondwet gaan voornamelijk over “vrijheid”. En dat is allemaal niet verwonderlijk want de Nederlandse grondwet is sterk gerelateerd aan het adagium van de Franse revolutie: “Vrijheid, gelijkheid en broederschap”.
Maar het bepalen van de grenzen van vrijheid vraagt een constant onderhoud. En velen lijken op te zien tegen die moeite, terwijl we in de praktijk niets anders doen dan grenzen in te schatten, bijvoorbeeld in de etiquette of in het betonen van respect. Na enige oefening is het een fluitje van een cent en een kind kan de was doen.
Ook het gesprek rondom het “zijn van het dier” verwordt gemakkelijk. Veel mensen willen een veehouderij waarin het dier zichzelf kan zijn in een natuurlijke omgeving. Elk dier heeft een waarde op zich. In de wetgeving ontaardde dit uitgangspunt in het wezenloze begrip “eigenwaarde” of “intrinsieke waarde”.

Gelukkig stopt het LNV met deze loze woorden, maar vervolgt vervolgens zelf met een lege dierenwelzijnswet.

Hoe moeten we wel handelen in het belang van het dier? Het antwoord is eenvoudig: door enerzijds minder te handelen en anderzijds meer te laten; door grenzen te stellen aan de omvang van de dierenpopulatie in eigen land en door zelf als consument zoveel mogelijk af te zien van het consumeren van dierlijke producten van discutabele herkomst.
Ook dit antwoord wordt al decennia gegeven. Wezenlijke vooruitgang gaat langzaam. Ondertussen blijft het van belang om met elkaar in gesprek te blijven, want veel ongebonden actievoerders, gericht op succes op de korte termijn, brengen meer schade dan oplossingen. Het belang van dieren is een zaak van lange adem. Er is op aarde steeds minder ruimte voor mens en dier. Dirk Boon berekende dat voor iedere Nederlander een half voetbalveld ruimte is en dat daarop ook nog eens 10 dieren worden gehouden. In het leefbaar beheren van die ruimte kunnen de belangen van mens en dier met wat goede wil parallel lopen. Een beetje minder dieren eten, minder produceren voor de export en minder als huisdier houden, maakt ruimte voor kwaliteit van leven.

27 juli 2009

Lachwekkende conclusies bij onderzoek LNV naar welzijn circusdieren

Minister Verburg heeft twee onderzoeken laten doen: 'De intrinsieke waarde van dieren in performance-praktijken' door de Universiteit van Groningen (RUG) en de Wageningen Universiteit (WUR), en het onderzoek 'Welzijn van dieren in reizende circussen in Nederland' door de WUR.

Het klinkt indrukwekkend: een onderzoek naar de intrinsieke waarde. Maar dat is schone schijn. Op zich is een onderzoek naar de intrinsieke waarde van een dier onmogelijk en alleen daarom al een belachelijke zaak. De term “intrinsieke waarde” is namelijk een loze term. Het is een term die veronderstelt dat een dier een waarde zou hebben los van de voorstelling daarvan door de mens. Dus ook van een wetenschappelijk onderzoeker of van het circuspubliek. Anders gesteld: de intrinsieke waarde van een dier is niet objectief te bepalen of te onderzoeken, laat staan van een dier dat voor de mens moet optreden (in de “performance-praktijk”). De term is begin jaren '80 uitgevonden om dierenbeschermers een wortel voor te houden om hen af te leiden en om de (dieren)tuin te leiden. En dat lukt uitstekend en wordt hier weer van stal gehaald. Business as usual. Achter de (kamer)schermen slaan de ambtenaren van LNV zich op de knieën terwijl ze toekijken hoe de truc weer wordt gevreten en er weer niets echt hoeft te veranderen.
De conclusie dat het welzijn van dieren door optreden niet noemenswaard wordt aangetast is ook lachwekkend. Het voornaamste welzijnsbezwaar dat tegen de situatie van dieren in het circus wordt aangevoerd geldt de tijd dat een dier juist niet moet optreden. Gegeven de verveling en het gebrek aan bewegingsruimte is af en toe een optreden een verademing waarin het dier nog enige afleiding vergund is. Maar er is ook de stress en de dreiging van straf tijdens de training.
Dieren laten optreden is vooraleerst een ethische kwestie (respectloos) en secundair een welzijnskwestie. Het is niet voor niets dat de actiegroep Respect voor Dieren onder deze naam actie voert tegen het gebruik van dieren in het circus. Maar dat circusdieren nog enige afleiding krijgen is geen argument om met die omstandigheid de verveling en stress van de grootste deel van hun loze tijd weg te poetsen. Het is ondoenlijk dat de wilde dieren weer worden terug worden gevoerd naar hun natuurlijke omgeving. Een verbod om deze misstand te voorkomen is de enige rechtvaardige beslissing.

Hieronder de tekst van de samenvatting van het onderzoek, die was te lezen op de site van het LNV.

Conclusies en aanbevelingen

Het onderzoek over de intrinsieke waarde van circusdieren stelt dat het verblijf van dieren in circussen niet per definitie een negatieve invloed heeft op het dierenwelzijn. Dat hangt ondermeer af van de mate van domesticatie, de behoefte van het dier en de kwaliteit van zijn omgeving. De onderzoekers bevelen aan om geen dieren uit het wild te halen ten behoeve van circussen. Eigenlijk vinden ze dat alle wilde dieren moeten worden teruggeplaatst naar de vrije natuur of naar natuurparken, maar de onderzoekers erkennen dat de mogelijkheden daartoe zeer beperkt zijn. Des te meer reden, vinden ze, om welzijnseisen te stellen aan het verblijf van wilde dieren in circussen. De zorg moet meer gaan aansluiten bij de specifieke vermogens en behoeftes van de dieren.

Het onderzoek over het welzijn van circusdieren concludeert dat het optreden in voorstellingen het welzijn van de circusdieren niet noemenswaardig aantast. Wel wordt een aantal welzijn- en gezondheidsproblemen gesignaleerd dat terug te voeren is op het gebrek aan kennis van de verzorging van de dieren. De onderzoekers bevelen aan de kennis van verzorgers over de gezondheid en de verzorging van dieren op niveau te brengen. Ook zou het volgens hen goed zijn als de organisatie van circussen VNCO met gemeenten afspraken maakt over de kwaliteit en ruimte voor dieren op standplaatsen binnen de gemeentegrenzen. Van alle dieren vraagt de situatie van de olifant in circussen de meeste aandacht. De onderzoekers stellen verder onderzoek voor op het gebied van het houden van olifanten in circussen.

Tot zover het LNV.

Het is waarschijnlijk dat een verbod op het gebruik van circusdieren een precedent zou hebben geschapen voor een verbod van het gebruik van dieren in de bio-industrie. En dat zou een relatief kleine groep belanghebbenden in ons land te veel geld kosten.

Niet om te lachen is het feit dat in alle gevallen aan de onderzoekers de toegang tot de trainingen werd geweigerd en dat de onderzoekers dat kennelijk hebben geaccepteerd. Zie hieronder een citaat uit het persbericht van "Wilde dieren de tent uit":

"Onderzoekers geweigerd bij training - Een onderdeel van het onderzoek was het observeren van de in circussen toegepaste trainingsmethoden. Toegang tot de trainingen werd de onderzoekers echter in alle gevallen geweigerd. De onderzoekers konden uit de waargenomen angst van de dieren tijdens de voorstelling echter concluderen dat training op basis van dominantie gebeurt. Tijdens de voorstelling werden dwangmiddelen waargenomen, zoals olifantenhaken (welke permanent gebruikt werden, ook buiten de voorstelling) en zwepen."

Zie verder Drogredenen voor het gebruik van dieren in het circus en Onvermijdbare welzijnsproblemen bij circusdieren.
Rechten Voor Al Wat Leeft schrijft in haar contactblad over gemeentes die een vergunning weigeren aan circussen.

08 juli 2009

De Staat van het Dier, oftewel dierenwelzijn gemeten

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) laat op aandrang van de Tweede Kamer het dierenwelzijn en de dierengezondheid meten. Nederland is daarmee het eerste Europese land die dat doet. Jaarlijks gaat LNV het rapport ‘De Staat van het Dier’ uitbrengen. De eerste editie verschijnt in februari 2010.
In rapport 221 van de Animal Science Group uit Wageningen zijn de ambities van het LNV te lezen:

Nota Dierenwelzijn
De ambitie is, dat de samenleving de komende jaren:
• meer inzicht krijgt in en respect ontwikkelt voor het natuurlijk gedrag en de daaraan gerelateerde behoeften van dieren in hun omgeving; en
• haar omgang met en de wijze van houden van dieren daar op aanpast, inclusief het aankoopgedrag van dieren en dierlijke producten. De Nederlandse samenleving zal qua dierenwelzijn in de Europese voorhoede opereren.

Deze ambitie wil het kabinet in 15 jaar realiseren via de volgende vijf lange termijn doelstellingen, te weten:
1. Het perspectief van het dier is leidend bij de inrichting van stallen en de bedrijfsvoering, zonder dat andere aspecten als economie, milieu, diergezondheid, voedselveiligheid en arbeidsomstandigheden uit het oog worden verloren.
2. Gehouden dieren kunnen behoeften, voortvloeiend uit hun natuurlijk3 gedrag, uiten en krijgen daglicht, hebben voldoende ruimte en ondergaan geen fysieke ingrepen als gevolg van de wijze van houden.
3. Gehouden dieren zijn in principe zichtbaar voor burgers, ofwel in het landschap, ofwel op het bedrijf.
4. Houders van hobby) en gezelschapsdieren beschikken over voldoende kennis, informatie en ondersteuning om hun verantwoordelijkheden te nemen bij de aankoop, huisvesting en verzorging van de dieren en handelen hiernaar.
5. Consumenten beschikken over voldoende kennis informatie en ondersteuning om in redelijkheid een afweging te kunnen maken bij hun aankoop van dierlijke producten wat dierenwelzijn betreft.

De Nota Dierenwelzijn gaat voor dierenwelzijn uit van de ‘Vijf vrijheden’ als aangegeven door de Commissie Brambell. Deze vijf vrijheden:
1. Vrij van honger, dorst of onjuiste voeding
2. Vrij van thermaal en fysiek ongerief
3. Vrij van pijn, verwonding of ziekte
4. Vrij van angst en chronische stress
5. Vrij om soorteigen gedrag te uiten
worden wereldwijd als uitgangspunt voor dierenwelzijn gehanteerd. Lastig is, dat ze als zodanig niet zijn geoperationaliseerd en er dus geen eenduidige indicatoren voor bestaan. Intuïtief zijn ze goed te interpreteren, maar elke diersoort heeft in elke levensfase een eigen specifieke invulling.

Tot zover rapport 221.

De opmerking dat “het lastig is dat de vrijheden niet zijn geoperationaliseerd” moet zo worden gelezen dat de sector het maar al te comfortabel vindt dat niemand het ontbreken van de vrijheden in de praktijk als juridische onderbouwen kan aandragen voor de rechter om de bio-industrie te laten verbieden. Consumenten voelen op hun klompen aan (“kunnen intuïtief goed interpreteren”) dat het niet klopt in de intensieve veehouderij.
Het gebrek aan onomstotelijk bewijs over het ontbreken van dierenwelzijn maakt dat de agrosector voorlopig haar gang kan blijven gaan en nog lang zelfs het doen van onderzoek naar dierenwelzijn kan gebruiken om tegenstanders aan het lijntje te houden.
De vijf vrijheden hebben evenveel met welzijn als met grondrechten te maken. En deze constatering zou ogenblikkelijk moeten leiden tot inperking van de omvang van de intensieve veehouderij.

30 maart 2009

Vereniging Peace Consumer wil via bankrekening vrijheid kwetsbare groepen verdedigen

PEACE Consumer gaat 4 verenigingen van bankrekeninghouders oprichten

PEACE Consumer gaat voor de vier grootste Nederlandse banken onafhankelijke rekeninghouders-verenigingen oprichten. Het gaat om ABNAmro-Fortis, ING, Rabobank en de SNS-bank. Deze verenigingen willen als stakeholder namens de klanten van de banken medezeggenschap claimen over voor rekeninghouders belangrijke zaken en zo een einde maken aan de eenzijdige macht van de aandeelhouders bij drie van de vier banken. Bij de coöperatieve Rabobank zijn geen aandeelhouders. Ook daar gaat het om een vergroting van de invloed van de rekeninghouders via medezeggenschap.

Elders op de site is te lezen (citaat):

VREDE/PEACE wordt bevorderd door eerlijke produktie. Produktie met respect voor de vrijheden, rechten en waarden van
P eople/mensen
E arth/aarde
A nimals/dieren
C ulture/cultuur
E nvironment/milieu

People

Echte vrijheid is dat je in alle levenssituaties zowel vrij bent als je vrij voelt. Zowel in je huiselijke situatie, in je dagelijkse leefwereld als in de overkoepelende sociale, economische en maatschappelijke structuren, zowel nationaal als mondiaal. Het begrip vrijheid is vanzelfsprekend een abstractie, een utopie. Wat belangrijk is, is dat je je als mens vrij voelt. De subjectieve beleving dus van het begrip vrijheid. In elke levenssituatie (micro, meso en macro) kan er sprake zijn van vrijheid en onvrijheid. Het gaat er daarbij om dat je je als mens vrij voelt, zowel gevoelsmatig, emotioneel, cognitief als fysiek.
Vrijheid wordt hier opgevat als de afwezigheid van angst en de aanwezigheid van hoop, verwachting en toekomstperspectieven gebaseerd op reële mogelijkheden.

Animals

De waarden van dieren omvatten alle dierenrechten van dieren. Het gaat daarbij zowel om huisdieren, productiedieren, proefdieren, zwerfdieren, dieren in de vrije natuur en alle overige dieren. Uitgangspunt is de intrinsieke waarde van een dier. Tot op heden zijn de vrijheden voor dieren slecht geregeld. Uitgangspunt daarbij zijn de standpunten waarover in grote lijnen overeenstemming bestaat binnen de organisaties die zich bezig houden met de rechten en belangen van dieren en de bescherming van dieren. Voor zover deze standpunten in wetten en regels zijn vastgelegd moeten deze geëerbiedigd worden. De dierenrechten zullen verder uitgebreid en geregeld moeten worden.

Tot zover een paar citaten van de website.

Je kunt natuurlijk ook direct overgaan naar een bank die op bovenstaande aspecten verantwoordelijk(er) werkt. Welke banken dat zijn? Vergelijk ze via de Eerlijke Bankwijzer.

02 februari 2009

Vergelijkingen met de holocaust

In de nota Voedsel en Groen (2000) van het ministerie van LNV vormt dierenwelzijn een belangrijk speerpunt van beleid tot 2010.

Dierenrechten en dierenwelzijn zijn ge(waar)borgd wanneer dieren:
1. vrij zijn van dorst, honger en onjuiste voeding;
2. vrij zijn van fysiek en thermaal ongerief;
3. vrij zijn van pijn, verwonding en ziektes;
4. vrij zijn van angst en chronische stress;
5. vrij zijn om hun natuurlijke gedrag te vertonen.

De laatste vrijheid, dat dieren vrij zouden moeten zijn om hun natuurlijke gedrag te vertonen, zijn veel mensen het mee eens. Maar er zijn ook veel mensen die vinden dat het moderne landbouwhuisdier zo gefokt is dat het minder natuurlijk is als haar oorspronkelijke wilde soortgenoot. Zij vinden het daarom logisch dat boeren hun vee permanent op stal houden en zich beperken tot minimale, lees: goedkope “natuurlijke” omstandigheden.
Op deze manier reduceren zij het gat dat er is tussen hun opvattingen en hun gedrag, waarmee het kopen en eten van goedkope bio-industrieproducten wordt bedoeld.
In de psychologie is dit fenomeen bekend onder de term “cognitieve dissonantiereductie”.

Er zijn ook veel mensen die de misstanden in de bio-industrie vergelijken met de Holocaust, zeker wanneer zij geconfronteerd worden met het vergassen van dieren in de slachterij. In de concentratiekampen konden de beulen en bewakers hun onmenselijke gedrag beter motiveren door de gevangenen te ontmenselijken. Ook de ontdierlijking van het dier in de intensieve veehouderij draagt bij aan de cognitieve dissonantiereductie: “er is weinig natuurlijks over aan het dier”.


Uiteraard zijn deze verschuivingen in de opvattingen van de onverschillige consument een kwalijke zaak. Het is des te kwalijker omdat men in de reclame deze verschuiving nog eens een handje helpt door zelfs zover te gaan dat het dier niets liever wil dan zo ontdierlijkt behandeld te worden.

10 december 2008

Mensen houden niet van dieren

Voormalig hoogleraar Dier en Recht Dirk Boon (1949-2019) gaf op 4 oktober 2008 een lezing aan de Geert Grote Universiteit in Deventer met als prikkelende titel “Mensen houden niet van dieren”.

Uit die lezing de negen redenen waarom volgens Dirk Boon het beschermen van dieren gedoemd is te mislukken. In de redenen links naar artikelen op Animal Freedom, waar de motivaties van Boon worden ondersteund of genuanceerd. Dirk Boon mag graag "de knuppel in het hoenderhok gooien".

Dirk Boon zei het volgende.
Belangrijker dan de vraag of dieren rechten hebben is de vraag hoe het komt dat mensen zo idioot met dieren omgaan. Enerzijds laat men dieren volstrekt onverschillig links liggen, anderzijds worden zij vertroeteld, enige consequente lijn valt daar niet in te ontdekken.

Eerst geef ik maar eens negen redenen waarom het beschermen van dieren gedoemd is te mislukken.

1. ‘Wij willen resultaat zien als we ergens geld inpompen en dierenwelzijn is daar niet een onderdeel van', aldus de stellige overtuiging van mijn zoon Bastiaan Boon.
2. Mensen houden niet van dieren.
3. Mensen kunnen niet omgaan met dieren.
4. Wij zien door de bomen het bos niet meer.
Met andere woorden, er zijn teveel uiteenlopende omgangsvormen met dieren waar zeer veel diersoorten bij betrokken zijn en wij weten daardoor niet meer wat wel en niet toelaatbaar is.
5. De dierenbeschermingwetgeving is te ingewikkeld en teveel omvattend.
Die werkt niet in de praktijk.
6. De wetgeving wordt niet uitgevoerd en niet gehandhaafd. Zij blijft braak liggen en is daardoor symboolwetgeving.
7. Doordat dieren geen rechten hebben en er geen goed strafhof bestaat om delicten met dieren te berechten blijft alles bij het oude. Dit is ongeveer de opvatting van Paul Cliteur die een Internationale Verklaring voor de rechten van het dier nastreeft.
8. Mensen zijn alleen maar met zichzelf bezig en hebben hoegenaamd geen boodschap aan hun medemensen, laat staan aan hun omgeving, laat staan aan dieren.
9. Dieren kunnen niet praten. Daardoor zijn zij slechte getuigen. Dat draagt er sterk aan bij dat mensen dieren niet begrijpen en hoegenaamd ook niets van ze weten.

Zelf ben ik er in de loop van de jaren van overtuigd geraakt dat mensen geen snars om dieren geven, dat dieren hen onverschillig laten en dat zij ook niet in staat zijn om met dieren om te gaan.

Tot zover Dirk Boon.

Klik hier om meer te lezen over Dirk Boon en dieren.

11 januari 2008

Wat is natuurlijk gedrag in de intensieve varkenshouderij?



Dieren hebben recht op 5 vrijheden. Daarover is weinig discussie, maar wel over de uitwerking van het recht op natuurlijk gedrag in de praktijk.
Veel mensen menen dat een dier zich in een stal natuurlijk zou kunnen gedragen. In theorie is dit mogelijk, maar in de praktijk is geen veehouder bereid de kosten te maken om deze mogelijkheden maar in de verste verte te benaderen.
Geheel in de lijn van het keten denken is de boer een klein schakeltje in een keten van belanghebbenden die probeert de producten in de vorige schakel zo goedkoop mogelijk te verkrijgen. Het gevolg is dat de varkenshouder de speelmogelijkheden van zijn vleesvarkens om financiële redenen beperkt tot het hangen van een speelketting in een verder kale ruimte.



Dierwetenschapper Karel de Greef van ID-Lelystad stelt dat het voor het welzijn van varkens weinig uitmaakt of zij de mogelijkheid hebben om naar een betonnen uitloop naar buiten te gaan, maar wel naar een uitloop in een schone weide.
Zouden de Nederlandse varkenshouders hun dieren deze mogelijkheid aanbieden dan is hun veestapel veel te groot ten opzichte van de ruimte buiten in de wei. In plaats van dat de overheid vervolgens beleid ontwikkelt om de veestapel te verkleinen zet zij wetenschappers aan het werk om rapporten te schrijven die onderbouwen dat natuurlijk gedrag ook mogelijk is als een dier helemaal niet buiten kan komen.
Het feit dat de wetenschappers ook brood op de plank moeten hebben wil nog niet zeggen dat zij ook wetenschappelijk verantwoorde rapporten schrijven. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.
Het is dus aan de consument om zelf te blijven nadenken. Maar de consument wordt een verleidelijke worst voorgehouden: een goedkope, afkomstig uit de bio-industrie, gesubsidieerd met belastinggeld en geproduceerd door de dieren af te knijpen op dierenwelzijn.
Het enige wat overblijft voor wie een schoon en gezond geweten belangrijk vindt, is helemaal geen vlees meer te eten. Dat is meer natuurlijk dan een dierlijk product te eten dat niet afkomstig is van een dier dat onder natuurlijke omstandigheden heeft geleefd.



Wilt u weten of uw opvattingen over wel of geen vlees eten overeenstemmen met die van anderen? Doe dan deze test.

12 oktober 2007

Verburg draagt niet bij aan dierenwelzijn

Minister van LNV, Gerda Verburg, maakt zich niet geliefd onder dierenbeschermers. Ze is niet van zins om de nertsenhouderij te verbieden, legbatterijen worden (ook in 2012) niet echt uitgeband, de drukjacht wordt niet verboden en ze ziet kinderen voor het plezier hazen vangen (Volkskrant magazine, eind september).
Wat is hier aan de hand? Al deze activiteiten zijn bepaald niet in het (economische) landsbelang, handhaving van de status quo is alleen in belang van een beperkte groep Nederlanders. Hoe kan het dat deze kleine groep, die geld verdient en plezier heeft aan activiteiten die duidelijk niet diervriendelijk zijn, tegen de wens van de meerderheid in zijn zin krijgt van de minister?
Onlangs sprak prinses Maxima over de ontbrekende identiteit van de Nederlander. Het niet rekening houden met gevoeligheden van grote groepen Nederlanders en de weergaloze brutaliteit waarmee deze groep zijn elitaire zin doordrijft, lijkt toch wel degelijk op bepaald type mens in de samenleving. Een type dat niet alleen in onze samenleving leeft, maar ook in die van Engeland, bijvoorbeeld, waar de “edelen” sterk hechten aan de geneugten van de vossenjacht.
Misschien staan ministers, prinsessen, “grote” boeren en jagers nog steeds te ver weg om ook tegenwoordig niet te zien welke schade zij met hun gedrag en uitlatingen aan het welzijn van hun slachtoffers toebrengen.
Hoeveel handtekeningen tegen de bio-industrie moet Milieudefensie verzamelen om serieus genomen te worden? Eigenlijk is hun wens om de nationale veestapel te halveren nog bescheiden. Wanneer gaat het maken van winst en plezier ten koste van dierenwelzijn een ethische grens over?

Het lastige is dat er zo weinig algemeens valt te zeggen over dierenwelzijn. Het welzijn van een paling wordt op een andere manier bedreigd dan het welzijn van een haas of heideschaap, laat staan een leghen. Het mooiste zou zijn om het dieren zelf te laten uitzoeken hoe zij hun welzijn bevorderen. Hoe het ook zij, of je nu pleit voor dierenrechten of voor dierenwelzijn, het belang van dieren wordt verwoord in de vijf vrijheden die al jaren de basis hiervoor zijn:
  1. Vrijheid van honger en dorst
    - direct toegang tot vers water en voedsel om gezond te blijven
  2. Vrijheid van ongemak
    - door een comfortabel onderdak en rust te bieden
  3. Vrijheid van pijn, verwonding en ziekte
    - door dit te voorkomen of snel te diagnosticeren en te behandelen
  4. Vrijheid om normaal gedrag te vertonen
    - door voldoende ruimte, mogelijkheden en gezelschap van soortgenoten
  5. Vrijheid van angst en spanning
    - door voor omstandigheden te zorgen die lijden vermijden
Het wordt tijd dat Verburg als een haas haar beleid gaat toetsen aan deze uitgangspunten.

26 juli 2007

Verkeerde Bite Back gebeten hond bij de Telegraaf

Herk-de-Stad, België: Dierenrechtenorganisatie Bite Back (www.biteback.be), een Belgische dierenrechtenorganisatie en sinds begin juli ook actief in Nederland, is zeer ontstemd over de huidige berichtgeving in sommige Nederlandse media waarin de naam van onze organisatie volgens verschillende artikels door het farmaceutisch bedrijf Novartis ten onrechte in verband wordt gebracht met – zoals het bedrijf het zelf verwoordt - intimidaties en bedreigingen. Naar aanleiding van een voor ons beschadigend artikel uit De Telegraaf van dinsdag 24 juli, zouden de vernielingen en bedreigingen gedaan worden door ‘…een internationale groepering die zich Biteback noemt, een zeer agressieve cel.’ De journalist van De Telegraaf zou dit hebben geschreven na hierover te zijn getipt door Novartis. De desbetreffende journalist negeerde onze terechte vraag tot rectificatie gewoon en stelde ons luchtig voor om van naam te wijzigen … Het lijkt wel een aflevering van het televisieprogramma ‘De leugen regeert’.

Bite Back neemt hier geen genoegen mee en beraadt zich over verdere stappen. Dit artikel is, in soortgelijke bewoordingen, helaas direct overgenomen door diverse andere Nederlandse media. Vandaag zijn er zelfs kamervragen door het lid De Roon van de PVV aan de minister van Justitie gesteld over een mogelijke link tussen Bite Back en het Animal Liberation Front (ALF) en een vraag tot onderzoek of de groepering ‘Biteback’ kan worden aangemerkt als een ‘terroristische’ of ‘criminele’ organisatie.

Bite Back wilt dat elke verdere imagobeschadiging onmiddellijk stopt!

Volgens ons kan de huidige naamsverwarring door het volgende komen: in de VS is er een magazine ‘Bite Back’ genaamd én een bijbehorende website www.directaction.info waarin internationale dierenrechtenactivisten, die opereren onder de vlag ‘Animal Liberation Front’, hun ondergrondse activiteiten kunnen posten. Dit magazine en de bijbehorende website heeft echter geen enkele band met dierenrechtenorganisatie Bite Back.

De vereniging Bite Back is een bovengrondse, legale en geweldloze dierenrechtenorganisatie die middels publiekscampagnes, voorlichting en vaak ludieke acties aandacht vraagt voor de belangen van miljoenen onderdrukte dieren.

De vereniging Bite Back is geen ‘direct action’ groep, maar kiest er voor om via dialoog en geweldloos protest op te komen voor de rechten van dieren.

Dat we dezelfde naam als het magazine dragen, heeft in de bijna vier jaar dat we in België actief zijn nog nooit voor ophef of mediaberichtgeving gezorgd.

Iedereen die zich de moeite getroost om één minuutje te googlen, komt onmiddellijk terecht op onze site en kan zo al onze acties volgen vanaf het prille begin van onze oprichting.

Wij verbazen ons over het gemak waarmee onware berichtgeving zich zo makkelijk kan verspreiden. Via de UK is een zeer tendentieuze vorm van mediaberichtgeving over dierenrechtenactivisme naar Nederland overgewaaid. Wij betreuren het ten zeerste dat de belangen van miljoenen onderdrukte en uitgebuite dieren helemaal ondergesneeuwd geraken door deze zeer tendentieuze berichtgeving over de dierenrechtenbeweging in zijn geheel, dit door alle dierenactivisten over één kam te scheren. Dit alles is koren op de molen van de dieruitbuitende industrieën, die geholpen door dit soort berichtgeving, garen spint en daarbij telkens nog een extra schepje erboven op doet door doelbewust dierenactivisten in diskrediet te brengen. Door bewust benamingen als ‘terroristen’ te gebruiken en flagrante onwaarheden de wereld in te sturen, zijn ze er op uit de volledige dierenrechtenbeweging te criminaliseren.

26 juni 2007

De beperkte visie van een kippenhouder

Door het Vlaamse Informatiecentrum over Land- en Tuinbouw (VILT) werden kippenhouder Van Meervenne en ethicus Dirk Lips geïnterviewd.

Hun antwoorden illustreren de louter economische manier van kijken door boeren en bepaalde wetenschappers naar kippenwelzijn.

In Vilt:

Wat wil de kip? Op de vraag welke factoren voor hem van belang zijn voor het dierenwelzijn van zijn braadkippen, antwoordt Van Meervenne dat kippenboeren hun dieren in de eerste plaats gezond willen zien opgroeien. “Het dierenwelzijn in onze stallen heeft zeker niet alleen te maken met de bezettingsgraad. Een kip heeft niets aan wat extra ruimte indien bijvoorbeeld geen klimaatregeling en onvoldoende strooisel voorhanden zijn”. Met die stelling is ethicus Dirk Lips het eens: “De Europese richtlijn focust op bezetting omdat ze werd ingefluisterd door dierenartsen. Als we écht iets willen doen voor het welzijn van de kippen, komt het er op aan om op basis van wetenschappelijk onderzoek het ethogram van vleeskuikens intensiever te ontrafelen. Op die manier leren we de soorteigen behoefte veel beter kennen en komen er wellicht ook diervriendelijke bedrijfsingrepen aan de oppervlakte die de productiekost niet of nauwelijks opdrijven. De kippensector heeft er alle belang bij om dat onderzoek zelf pro-actief aan te sturen, want anders blijft de discussie over het kippenwelzijn zich ook de komende jaren eenzijdig toespitsen op het aantal dieren per vierkante meter. Een dergelijk debat is ontoereikend voor het dierenwelzijn én zal bovendien in het vel van onze kippenboeren snijden”. Of hij zelf alternatieve maatregelen in gedachten heeft? Lips aarzelt even: “De mogelijkheden zijn allicht niet onuitputbaar. Maar bijvoorbeeld met vangmachines in plaats van vangploegen kunnen we een stap in de goede richting zetten”.

KuikenstofzuigerTot zover VILT.

Het is duidelijk dat in deze sector nog minder respect is voor de vijf vrijheden die bepalend zijn voor dierenwelzijn en de uitwerking van dierenrechten vormen: 1. vrij van dorst, honger en onjuiste voeding; 2. vrij van fysiek en thermaal ongerief; 3. vrij van pijn, verwonding en ziektes; 4. vrij van angst en chronische stress; 5. vrij om hun natuurlijke gedrag te vertonen.

Permanent (maar kort) levend binnen in een stal kan zelfs maar een deel van deze minimale eisen worden voldaan.

21 mei 2007

Loverboy Bokito en het Dian Fossey syndroom

In dierentuin Blijdorp ging vrijdagmiddag 18 mei een laagland gorilla in de mist. Na getreiterd te zijn door wat kinderen en al tijden via het glas een miscommunicatie te hebben gevoerd met een van de vaste bezoeksters, besloot Bokito orde op zaken te stellen.
Anders dan in de Antwerpse Zoo worden Rotterdamse dierentuinbezoekers niet duidelijk gewaarschuwd om mensapen niet recht in de ogen te kijken. Dit wordt door de dieren namelijk opgevat als een provocatie. Ook het ontbloten van de tanden duidt niet op lachen, maar is een vorm van agressie.
De dierentuin zou kunnen besluiten tot het plaatsen van oneway screens. De apen kunnen de bezoekers dan niet zien (zij kijken in een spiegel) en de bezoekers kunnen ongegeneerd naar de apen kijken.
Geen mensapen in dierentuinen houden is misschien nog beter, maar zo langzamerhand is door de ontbossing een aap veiliger in een dierentuin dan in het wild, waar het helaas bestemd lijkt te zijn om te eindigen als bushmeat.
De relatie die sommige vrouwen met beesten hebben is op zijn minst opmerkelijk en raadselachtig.
Onlangs doodde in de dierentuin van Olmen, net over de grens, een jachtluipaard een bezoekster. Zij had het dier als jong dier verzorgd en ging er vanuit dat de jeugdliefde nog steeds leefde. Niet dus. Vervelend.
Een Duitse dierentuin heeft een vrouwelijke clown ingehuurd om de apen van de verveling te redden. De chimpansees, gorilla's en orang-oetans worden geëntertaind zodat ze minder ziek en agressief worden. Hoopt de directie. Nu maar hopen dat de vrouw het ontbloten van de tanden van haar publiek goed interpreteert. Voordat ze het weet ligt deze clown in de kliniek, alwaar ze haar troost zal moeten zoeken bij haar collega cliniclowns.
Het is een van de mysteries van bepaalde vrouwen dat zij signalen die duidelijk onheil aankondigen toch negeren. Loverboys geven jonge vrouwen met weinig eigenwaarde wat cadeautjes en aandacht en kondigen aan dat zij voortaan de hoer moeten gaan spelen. In plaats van gillend weg te rennen, laten zij zich het perspectief op een onvrije baan nog een tijdje aanleunen.
In Trouw van 22 mei meldt filosofe en literatuurwetenschapper Stine Jensen (gepromoveerd op de relatie tussen vrouwen en apen in onder meer de literatuur) dat vrouwen gefascineerd zijn door de daadkracht, dominantie en viriliteit van mensapen. King Kong is de gorilla die de vrouw grijpt met wie hij een band heeft, al komt de liefde in dit geval maar van één kant. Veel vrouwen weten niet dat gorilla's het kleinste geslachtsdeel van alle apen hebben. Seks kan de reden van de wederzijdse aantrekkingskracht niet zijn en dat maakt het mysterie alleen maar groter. Mogelijk gaat het beide partijen om de macht.
Vrouwen zullen tegenwerpen dat mannen in ruil voor een brede glimlach ook bereid zijn absurde dingen te doen. Some people just are desperate (for money or for love).
De 57-jarige vrouw die vrijdag zwaar werd toegetakeld door de uitgebroken gorilla in Blijdorp, blijft ‘haar’ Bokito trouw. Ondanks honderd bijtwonden tot op het bot over haar hele lichaam, een verbrijzelde hand, een gebroken arm en pols en een ingebeukte borstkas.
Berry Spruijt, hoogleraar "Ethologie en Welzijn van Dieren" stelt: Dierenliefde lijkt ook te betekenen dat we het object van deze liefde gaan vervormen tot iets wat het niet is.

Etholoog Frans de Waal vindt dat mensen zich beter moeten gaan gedragen tegenover dieren. "Dieren lachen nooit. Lippen optrekken is een dreiging. De gorilla, die in zijn puberjaren is, heeft zich met toenemende ergernis afgevraagd waarom deze vrouw zich niet bij zijn eigen harem voegde.”
Dat maakt zijn uitbraak tenminste begrijpelijk en het is duidelijk dat dierentuinen hun clientèle tegen dit soort macho loverboy praktijken moet beschermen.

Dian Fossey was de eerste vrouw die na lang zoeken en via een voorzichtige benadering contact met een harem berggorilla’s maakte. Dian moest haar opkomen voor de gorilla’s bekopen met de dood (van haar favoriete aap Digit en haar eigen leven), waarschijnlijk veroorzaakt door stropers. Mogelijk had de vrouw in Blijdorp haar misvatting over de wederkerigheid van de apenliefde opgedaan in de film over haar leven.
Commercie en dierenliefde gaan slecht samen. Het ware beter als “wilde” dieren in hun eigen biotoop met rust werden gelaten en dat mensen (mannen en vrouwen) hun eigen behoefte aan aandacht voor dieren niet verwarren met de natuurlijke nieuwsgierigheid van dieren. Dieren zien mensen als dieren en sommige mensen zien dieren als mensen (antropomorfiseren).

25 augustus 2006

(On)eerlijk communiceren over de motivatie van dierenrechtenactivisten

Christian Parmentier is een bonthandelaar die zich al jaren verzet tegen dierenrechtenactivisten. Hij heeft een boek geschreven "De luis in de pels - de dubieuze moraal van de dierenrechtenorganisaties". Een van zijn speerpunten is het verwijt dat de dierenrechtenbeweging in feite geen rechten voor dieren vraagt maar rechten voor zichzelf in naam van de dieren. Zij eisen het recht op om hun medemens te verbieden vlees te eten, melk te drinken, lederen schoenen of bont te dragen, een wollen trui aan te trekken, dieren in het circus en de zoo te bezoeken, te vissen, proefdieren te gebruiken voor medisch onderzoek, enzovoorts..
Daar bovenop verwijt hij de activisten dat zij zichzelf moreel hoger achten dan anderen.
Hiermee doet Parmetier de waarheid geweld aan. Mensen die zich inzetten voor dierenrechten achten het gedrag waarmee aantasting van dierenwelzijn wordt vermeden van moreel hoger gehalte dan gedrag waarbij dieren gebruikt worden. Het gaat dus de activist niet om zichzelf te bewieroken, maar om anderen te bewegen om bepaald dieronvriendelijk gedrag achterwege te laten.
Net zoals vele anderen die hun diergebruik willen verdedigen gaat Parmentier in de aanval door woorden en motivaties te verdraaien. Een brutaliteit die tegenwoordig helaas gemeengoed is geworden en waardoor de communicatie en discussie onmogelijk wordt.

Voor meer over de ethische overwegingen van veganisten, lees het artikel van Titus Rivas "Pioniers in de dierenemancipatie".
Voor meer over de moedwillige verdraaiing van de waarheid en de onwil om oprecht te communiceren, klik hier op "Babylonische spraakverwarring tussen boeren, burgers en ambtenaren".

06 augustus 2006

Dieren zonder belangen

Zowel aanhangers van de rechtenfilosofie van o.a. Tom Regan als aanhangers van het preferentie-utilisme van Peter Singer zijn het erover eens dat ethiek primair dient te draaien om wezens met een subjectieve beleving. Als een entiteit geen subjectieve ervaringen kan hebben, dan hoeven we ook geen rekening te houden met haar belangen, want die zijn er dan feitelijk niet, tenzij in de vorm van het belang dat subjectieve wezens eraan hechten. Zo wordt een steen doorgaans opgevat als een voorwerp zonder bewustzijn. Het kan mooi zijn en een rol spelen als bouwmateriaal e.d., maar het heeft zelf nergens belang bij omdat het geen subject is.
Mensen die dieren schaden voor hun economische doeleinden hebben zo dus ook baat bij het zoveel mogelijk ontkennen van het bestaan van hun bewustzijn. Schokkend genoeg is vooral de westerse traditie berucht op dit punt. Het begon bij de Fransman René Descartes die alle bewustzijn bij dieren ontkende, en deze ontkenning kende na het op hem gebaseerde cartesianisme, ook nog andere exponenten zoals het behaviorisme en hedendaagse onderzoekers, zoals de Nederlander Bob Bermond.

Dat men hier zomaar mee weg kan komen ligt aan een eenzijdige nadruk op de fysieke natuurwetenschappen. Bewustzijn oftewel subjectieve ervaringen is niet rechtstreeks fysiek bij anderen te onderzoeken, maar alleen indirect via hun gedragingen of uitspraken. We moeten onze toevlucht nemen tot een analogieredenering: er is een bepaalde wetmatige verhouding tussen mijn eigen bewustzijn en mijn brein en gedrag, en dus ligt het voor de hand (vanuit een principe van zuinigheid) om een vergelijkbare verhouding aan te nemen bij andere mensen en dieren. Dit is vooral problematisch voor lieden die alleen rechtstreekse observaties (onder experimentele condities) accepteren als bewijsmateriaal voor een fenomeen.
Hoe dan ook is er langzamerhand ook binnen de wetenschap een kentering gaande ten gunste van de realiteit van dierlijk bewustzijn. Hopelijk zal dit ook steeds meer het respect tegenover individuele dieren ten goede komen.

Titus Rivas

Zie:
- Hebben dieren een bewustzijn?
- Zinnig en onzinnig geklets over dierenleed

27 juli 2006

Eet meer verantwoord vlees of minder onverantwoord vlees?

Een bekende Engelse uitdrukking luidt: "if you can’t beat them, join them". De landelijke Dierenbescherming, Milieudefensie en Wakker Dier voeren al jaren actie tegen de ongebreidelde vleesconsumptie van bio-industrievlees. Less is more, oftewel minder vlees is gezonder voor jezelf, het dierenwelzijn en het milieu.
Eigenlijk zouden ze willen pleiten om het vlees totaal te laten staan, maar ze vrezen dat dan de kans groter wordt dat niemand naar de boodschap wil luisteren. Dat levert een dilemma op. Wanneer opgeroepen wordt om minder vlees te eten dan luisteren misschien meer mensen maar dan wordt ook minder duidelijk dat er met vlees veel mis is. Vandaar dat deze organisaties tegenwoordig dichterbij de consument willen staan met hun aanbevelingen. De Dierenbescherming denkt mee met de varkenshouderij in het bouwen van diervriendelijke stallen.
Het proces van wereldverbetering gaat langzaam. Belangrijk zijn vrijheid en liefde. Beide concepten zijn zowel doel als middel en vormen samen "respect". Dat betekent dat mensen die onverantwoord leven respectvol tegemoet moeten worden gekomen om hen te bewegen tot een meer verantwoorde levensstijl.
De mens is nu eenmaal zo dat hij de kont tegen de krib gooit wanneer hem wordt verteld dat hij het fout doet. Door schade en schande wordt je wijzer, helaas wordt de schade door dier en milieu geleden en is er bij mensen van schaamte geen sprake voor de medeverantwoordelijkheid bij deze schande.
Dieren en het milieu hebben geen rechten. Mensen hebben rechten en een deel van deze rechten zouden zo ver moeten reiken dat mensen die onbegrensd leven juridisch begrensd kunnen worden. Het zou ook helpen om een prijskaartje te hangen aan onverantwoordelijk leven door energieprijzen zo hoog te maken dat landen niet meer onnodig voedsel over de wereld verslepen. Door verantwoordelijk geproduceerde voeding weer de prijs te geven die het verdient wordt ook voedselverspilling tegengegaan.
Dit is een zaak die in het Europese parlement kan en moet geregeld worden. Het zou daarom ook een goede zaak zijn als Nederlandse politici hun dubbele houding tegenover de EU laten varen. Men wil wel de Europese markten veroveren, maar zich niet houden aan effectieve regels ter bescherming van kwetsbare groepen in binnen- en buitenland.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.