Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label dierenwelzijn. Alle posts tonen
Posts tonen met het label dierenwelzijn. Alle posts tonen

05 oktober 2012

Droefgeestige dierendag op TV

Jean-Pierre Geelen doet in de Volkskrant in zijn column verslag van wat hij op tv ziet. En dat was op 4 oktober 2012 weinig diervriendelijk.

Een selectie van de droefgeestige taferelen die hij zag en beschreef onder de titel "Baardagame".
Dierendag 2012. Zelfs de pianiste die bij DWDD Rachmaninov speelde, heette Iris Hond. De datum maakte een zekere hondsdolheid los op tv. In Tijd voor MAX klopte Milika Peterzon de bejaarde kijker centjes uit de zak voor de Dierenbescherming. Isa Hoes kroelde met asielpoes Pluisje. Editie NL schotelde poezen diverse merken voer voor. De goedkoopste bleek de beste. Maar: 'Als het aan de kat lag, dan smaakt alles'.
De onbenulligheid viel in het niet bij wat het NOS Journaal presenteerde. 'Grootoor-egels, wat geef je die te eten?', vroeg Rob Trip. Een klassiek Peer Ulijntje. Die was voor 'Bijzondere dierendag' naar een dierenkliniek in Utrecht getogen waar exotische dieren welkom waren voor een onderhoudsbeurt. Daar waren ze: Semmy de grijze roodstaart, Hummer de Griekse landschildpad, Pieter de python. En Peer, de Ulijn.
Die laatste wist: 'Er worden veel exotische dieren gehouden in Nederland, en daar is helemaal niets mis mee, als je weet hoe je voor ze moet zorgen'. Als voorbeeld toonde hij Caroline, de baardagame. Het reptiel was goed terechtgekomen, meldde Ulijn.
Merkwaardig. Op de NOS-radio was Caroline er gistermiddag stukken minder aan toe. Verslaggever Harro Brouwer was toevallig (samen een auto gedeeld?) in dezelfde kliniek als Ulijn, bij dezelfde Caroline de baardagame. Caroline bleek nu verhandeld op Marktplaats, een bron van veel dierenleed, bevestigde de Utrechtse arts van de kliniek. Exotische dieren krijgen zelden de juiste verzorging, bleek nu. Caroline had in haar vorige leven te weinig kalk gekregen - het gesjacher met exotische dieren is dus veel minder onschuldig dan Ulijn deed voorkomen.
Tot zover de Volkskrant.

Meer lezen over wel verantwoord omgaan met huisdieren? Klik hier of over het reptielenleed in ons land.

03 september 2012

Intensieve landbouw is niet duurzaam

Nederland moet zijn intensieve landbouw absoluut niet in de ban doen. Integendeel, de landbouw moet juist nog intensiever dan nu al het geval is. Het is het productiefste en duurzaamste systeem dat er is. Daarmee kan de groeiende wereldbevolking worden gevoed en het milieu worden gespaard. Dat stelt Aalt Dijkhuizen, voorzitter van de raad van bestuur van Wageningen Universiteit in een gesprek met Trouw (3-september).

Dijkhuizen gaat met zijn oproep voorbij aan dierenwelzijn. De redenering van Dijkhuizen ligt in de al jaren zichtbare trend om het opvangen van mest in de stal en vervolgens (eventueel na vergisting) in de wei uitrijden milieuvriendelijker te noemen dan een beperktere veestapel zelf hun mest in de wei te laten vallen. Het is niet logisch, maar wanneer je er niet lang over nadenkt dan blijft de kreet dat dieren op stal milieuvriendelijk is wel hangen.

Wanneer mensen minder vlees eten dan valt er een veel grotere bevolking te voeden dan wanneer de consumptie van vlees toeneemt. Alle hens aan dek dus om deze gedragsverandering op gang te helpen. Minder vlees is gezonder, milieuvriendelijker en vertraagt de opwarming van de aarde. Er zijn alleen maar voordelen.
Iemand die af en toe graag een stukje vlees of zuivel eet, zou voor de keuze gesteld moeten worden: is dat een verantwoord stukje of niet? De prijs van het niet-verantwoorde stukje vlees zou hoger moeten zijn, dan is de duurzaamheid van de intensieve veehouderij vanzelf verbeterd. Verantwoorde vlees of zuivel is afkomstig van een beperkte hoeveelheid dieren die buiten hebben gelopen en biologische voeding hebben gehad.

Deze opzet betekent dat Nederland minder producten uit de intensieve veehouderij kan exporteren omdat er minder dieren worden gehouden en trager opgroeien. Zich daarvoor inzetten is voor de Wageningse universiteit pas een duurzaam beleid. Daarnaast kan de WUR zich inzetten voor het intensiveren van akkerbouw in ontwikkelingslanden. Daar is niets mis mee.

Een dag later reageerde zijn collega Paul Struik, hoogleraar gewasfysiologie in Trouw:
Het interview doet het nodige stof opwaaien, ook in Wageningen zelf. "Er is vandaag veel gedoe op het werk", zegt Struik. "Veel mensen die het artikel hebben gelezen, zijn boos". Dijkhuizen hanteert wel een erg nauwe definitie van duurzaamheid, vinden zij. Daarin is geen ruimte voor dierenwelzijn, biodiversiteit en de kwaliteit van de bodem en het water. Struik: "hij kijkt alleen naar de efficiëntie per eenheid product. Hij vermeldt daarbij niet dat de intensieve landbouw de mest op een kleiner oppervlak concentreert. Om de mineralenbalans in evenwicht te houden moet die terug naar de bron van het voer, maar dat is ver weg. In Brazilië of Thailand".

Dat Dijkhuizen een verband legt met mogelijke voedseltekorten, noemt Struik bangmakerij. "Hij stelt nu: 'of je kiest voor intensieve landbouw of de groeiende wereldbevolking lijdt straks honger'. Dat klopt niet. We kunnen ook met zijn allen eten als we op een andere manier landbouw bedrijven".

03 april 2012

Kamervragen over gezondheidsproblemen bij melkvee

Een koe die in een stal moet liggen en rusten op een met mest bevuilde vloer loopt een vergrootte kans op uierontsteking op. De afvalproducten van die ontsteking komt in de melk en de hoeveelheid is af te lezen aan het celgetal van de melk, oftewel de hoeveelheid witte bloedlichaampjes. Als deze ontsteking duidelijk zichtbaar is, dan heet dit klinische mastitis.
Doordat veel vee op beton ligt hebben koeien vergroeiing aan hun poten.
Weidegang zou deze problemen kunnen voorkomen.

Vragen van het lid Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan Henk Bleker, de staatssecretaris voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het voorkomen van mastitis en klauw- en pootproblemen bij melkkoeien in Nederland.

  1. Kent u het bericht “Melkveehouders geven koe sneller pijnbestrijding”[1]
  2. Deelt u de mening dat het massaal (moeten) inzetten van pijnbestrijders in de melkveehouderij een zorgelijke ontwikkeling is? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan? Zo nee, waarom niet?
  3. Kunt u bevestigen dat in 2008 circa 40 procent van de veehouders een pijnstiller / ontstekingsremmer gebruikte bij zichtbare uierontsteking, en dat dit percentage in 2011 is gestegen tot 68,4 procent? Zo nee, wat zijn dan de juiste percentages?
  4. Bent u op de hoogte van de totale hoeveelheid pijnstillers die in Nederland aan koeien verstrekt wordt? Zo ja, wilt u deze informatie met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet?
  5. Kunt u aangeven bij hoeveel procent van de in Nederland gehouden melkkoeien regelmatig sprake is van klinische mastitis? Zo nee , bent u bereid hiernaar nader onderzoek in te stellen? Deelt u de mening dat het welzijn van de koeien ernstig geschaad wordt door mastitis?
  6. Kunt u aangeven hoeveel van de in Nederland gehouden melkkoeien regelmatig last heeft van kreupelheid door klauw- en pootproblemen? Zo nee , bent u bereid hiernaar nader onderzoek in te stellen? Deelt u de mening dat het welzijn van de koeien ernstig geschaad wordt door klauw- en pootproblemen?
  7. Kunt u aangeven of er beleidsmaatregelen overwogen worden om mastitis bij melkkoeien drastisch terug te dringen?
  8. Kunt u aangeven of er beleidsmaatregelen overwogen worden om klauw- en pootproblemen bij melkkoeien drastisch terug te dringen?
  9. Kunt u aangeven hoe het aantal gevallen van mastitis bij melkkoeien in relatie tot de gehele populatie zich de afgelopen 5 jaar ontwikkeld heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u deze informatie met de Kamer delen?
  10. Kunt u aangeven hoe het aantal gevallen van klauw- en pootproblemen bij melkkoeien in relatie tot de gehele populatie zich de afgelopen 5 jaar ontwikkeld heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u deze informatie met de Kamer delen?
  11. Kunt u aangeven hoe de omvang van de melkgift per koe zich over de afgelopen tien jaar in Nederland ontwikkeld heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wilt u deze informatie met de Kamer delen?
  12. Kunt u aangeven hoe de weidegang van melkvee zich over de afgelopen tien jaar in Nederland ontwikkeld heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wilt u deze informatie met de Kamer delen?
  13. Deelt u de zorg dat het structureel vergroten van de melkgift per koe leidt tot meer gevallen van mastitis en daarmee tot vermijdbaar dierenleed? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen wilt u treffen om vergroting van de melkgift per dier en daarmee samenhangende mastitis terug te dringen?
  14. Deelt u de zorg dat veel pootproblemen bij melkvee vloergerelateerd zijn en dat het jaarrond opstallen leidt tot meer gevallen van pootontstekingen en daarmee tot vermijdbaar dierenleed? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen wilt u treffen om jaarrond opstallen van melkvee en daarmee samenhangende pootproblemen terug te dringen?

21 maart 2012

Stop handel in wilde dieren op Marktplaats

Het tv-programma Vroege Vogels van de VARA ging 20 maart en 9 april op tv in op de handel in wilde dieren, die op het internet welig tiert. Uilen, eekhoorns en slangen staan volgens de programmamakers 'gewoon' tussen speelgoed en tweedehands tuinmeubilair op een website als Marktplaats.nl. Naar aanleiding van de uitzending is Vroege Vogels een petitie gestart die Marktplaats oproept geen advertenties van wilde dieren meer te plaatsen.

Het welzijn van dieren die in het wild thuishoren is ernstig in het geding, zegt Vroege Vogels. Bovendien werkt de verkoop illegale handel en roof uit de vrije natuur in de hand. En door ontsnapping of het loslaten van dieren ontstaan risico’s voor de natuur. Vroege Vogels streeft ernaar de internethandel in wilde dieren tussen particulieren onderling uit te bannen, te beginnen op Marktplaats.

Kamervragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over de internethandel in (wilde) dieren.

  1. Is het waar dat u hebt gezegd dat Marktplaats de handel in (wilde) dieren niet moet faciliteren omdat dit niet zou mogen; in reactie op het bericht over de levendige handel in (wilde) dieren via internet? Zo neen, wat was dan de strekking van uw reactie?
  2. Kunt u bevestigen dat volgens de huidige wetgeving dieren gehouden mogen worden als huisdier zolang het dier in gevangenschap is geboren, dus ook (wilde) dieren die daar duidelijk niet geschikt voor zijn, zoals sneeuwuilen, zeearenden, stinkdieren, kangoeroes en pythons? Zo ja, wat stelt uw toezegging om Marktplaats een lijst toe te sturen met dieren die niet verhandeld en gehouden mogen worden in de praktijk dan voor?
  3. Deelt u de mening dat het feit dat een dier in gevangenschap geboren is niets zegt over of een dier wel of niet wild is en wel of niet geschikt is om als huisdier gehouden te worden rekening houdend met de natuurlijke gedragingen en behoeftes van het dier? Zo ja, deelt u de mening dat het niet inzichtelijk is voor een consument welke dieren wel of niet geschikt zijn om als huisdier gehouden te worden? Zo neen, waarom niet en wat is dan uw definitie van een wild of exotisch dier?
  4. Onderschrijft u de analyse dat het mogen houden van (wilde) dieren zolang deze in gevangenschap zijn geboren en het mogen verhandelen van deze dieren via aanbiedingssites als Marktplaats impulsaankopen in de hand werkt en de illegale roof van wilde dieren uit de natuur stimuleert? Zo neen, waarom niet?
  5. Kunt u uiteenzetten hoeveel handhavingcapaciteit er momenteel nodig is en wordt ingezet om te kunnen voorkomen dat er wordt gefraudeerd in de handel in dieren op internet?
  6. Deelt u de mening dat het een beetje onzinnig is om elke internetadvertentie door een NVWA-er te laten controleren, om speciale deskundigen in dienst te moeten nemen die een bij de geboorte aangebrachte pootring kunnen onderscheiden van een namaak pootring en om speciale ecologen in dienst te moeten nemen om het verschil te kunnen zien tussen een ernstig bedreigde soort die mogelijk illegaal wordt verhandeld en een veelvoorkomende verwante soort om zo de illegale handel in dieren aan banden te kunnen leggen, terwijl via een korte positieflijst veel gemakkelijker duidelijkheid ontstaat over wat wel en niet is toegestaan en dat dit ook makkelijker is te handhaven?
  7. Nu u kennelijk deze praktijken afkeurt, deelt u dan ook de mening dat de huidige wetgeving niet toereikend is om de handel in (wilde) dieren die niet geschikt zijn als huisdier te verbieden en op welke wijze en termijn gaat u de wetgeving aanpassen zodat de verkoop van (wilde) dieren niet meer mogelijk is?
  8. Kunt u uiteenzetten wanneer de door u toegezegde positieflijst voor zoogdieren klaar is?
  9. Deelt u de mening dat een positieflijst voor enkel zoogdieren niet toereikend genoeg is voor dit probleem? Zo ja, wanneer gaat u naast een positieflijst voor zoogdieren ook een positieflijst voor vogels, amfibieën en reptielen opstellen? Zo neen, waarom niet?
  10. Kunt u uiteenzetten hoe het staat het met de uitvoering motie Ouwehand (Kamerstuk 28286, nr 534) over het onmogelijk maken van het houden van ooievaars als huisdier, bijvoorbeeld in het kader van de nog in te voeren positieflijst?
  11. Bent u bereid zo spoedig mogelijk een verbod op de handel in dieren op internet in te stellen? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo nee, waarom niet?

15 maart 2012

Waarom moet de bontfokkerij wel worden verboden?

Door het toenemende gebruik van bont in de mode gaat het de Nederlandse pelsdierfokkers voor de wind. Er is dan ook weer wat geld om een poging te doen om het imago op Internet wat op te krikken. Wie een kijkje neemt op de site van de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierhouders (NFE) vindt dan ook veel achtergrondinformatie over de manier waarop nertsen worden gehouden.
Vele tegenstanders van de pelsdierhouderij gruwelen van het moment dat de nertsen gedood worden om van hun pels te worden ontdaan. Anderen vinden de karige levensomstandigheden een groter bezwaar. Kijk maar eens naar de povere manieren waarop de nertsenhouder poogt het leven in de kooi van een nerts wat te “verrijken”.

Er is zelfs een ethicus G. de Jonge bereid gevonden om ethische bezwaren van tegengas te voorzien. Het moet gezegd: de heer de Jonge heeft het niet moeilijk om een aantal ethische bezwaren te ondergraven. De reden daarvan is de historische naïviteit waarmee dierenbeschermers menen de rechten van dieren te moeten onderbouwen. Zo zijn er nog steeds velen die denken dat het indruk maakt om aan te voeren dat een nerts een intrinsieke waarde heeft. Voor een pelsdierhouder is de economische waarde van de pels veel indrukwekkender dan de intrinsieke waarde van het levende dier.

Een pelsdierhouder mishandelt zijn dieren niet actief. Hij kijkt wel uit, want hij wil een mooie pels. Het moment dat de nertsen vergast worden om hen van hun mantel te ontdoen is voor veel mensen een vreselijke gedachte, omdat zij de dood eng vinden.
Vele mensen realiseren zich niet dat het leven van een nerts oersaai is en dat daarin het eigenlijke bezwaar ligt. Deze dieren worden in gevangenschap geboren en krijgen nooit wat in de vrije natuur al miljoenen jaren normaal is: de mogelijkheid tot natuurlijk gedrag in vrijheid.
Dat is de ethische grens die de nertsenhouder overschrijdt en daarop heeft de heer de Jonge geen antwoord.

17 juli 2011

Mishandeling kippen in Nederland weer voor tien jaar gelegaliseerd

Het is uiteraard stil gehouden, maar daarom in kleine kring en achter gesloten deuren niet minder uitbundig gevierd: De lage kostprijs in de pluimveehouderij is weer voor tenminste tien jaar veilig gesteld.

Dat gebeurde via een brief van staatssecretaris Henk Bleker op 13 juli aan de Tweede Kamer waarin hij de volksvertegenwoordiging meedeelde dat de vrijstellingsregeling dierenwelzijn voor pluimvee zal worden verlengd.

Dat zit zo:
Per 1 september 2001 zijn in Nederland diverse ingrepen bij pluimvee verboden. Het gaat daarbij om:
-het verkorten van de boven- of ondersnavel bij kippen en kalkoenen jonger dan 10 dagen;
- het verwijderen van een deel van de achterste teen bij hanen;
- het verwijderen van sporen bij hanen;
- het verwijderen van kammen bij hanen;

Het besluit maakte destijds een einde aan de ongehoorde mishandeling van de tientallen miljoenen kippen die jaarlijks in ons land worden gefokt.
Want, zoals bekend, wij lopen hier ten opzichte van Europa als het gaat om dierenwelzijn voorop.

Niet dus.

De inkt van het ingrepenbesluit was nog niet droog of er kwam een vrijstellingsregeling. Die vrijstelling werd voor een periode van vijf jaar verleend, op voorwaarde dat de sector zou zoeken naar alternatieven voor de gelegaliseerde dierenmishandeling. Want dat was die vrijstelling natuurlijk.

In 2006 werd de vrijstelling met vijf jaar verlengd omdat er nog steeds geen alternatieven waren gevonden voor het onverdoofd wegknippen of wegbranden van kippesnaveltjes.

We zijn intussen weer vijf jaar verder. Nederland zegt nog steeds voorop te lopen op het gebied van dierenwelzijn in de intensieve veehouderij, en dus wordt de vrijstelling voor gelegaliseerde kippenmishandeling andermaal verlengd.

De kippenhouders hebben maar meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt dat er nu een staatssecretaris op landbouw zit die desnoods zelf de kippesnavels komt knippen of branden als hem dat stemmen oplevert. En dus kreeg dr. Henk Bleker (CDA, sic) een voorstel onder de neus om deze keer maar meteen maar voor tien jaar een vrijstelling te verlenen. En zo geschiedde. Tot 20 jaar nadat we het verboden hebben, mag er nog steeds worden ge-snavel-knipt. Onverdoofd. Dat wel natuurlijk.

De staatssecretaris is zo’n enorme dierenvriend dat ze daar bij de Partij voor de Dieren nog een punt aan kunnen zuigen. En dus moet het snavelknippen voortaan met een infrarood straal gebeuren. Dat zou, mits goed uitgevoerd, minder pijnlijk zijn dan met een schaartje of een heet gemaakte plaat ijzer.

De staatssecretaris erkent overigens met de invoering van de infrarood behandeling dat met de gebruikelijke methoden (knippen of branden) pijn wordt veroorzaakt. En dat infrarood niet pijnloos is. Maar daar maalt een beetje rentmeester niet om. Immers, leven is lijden.

De infrarood behandeling is dus, naar zeggen van de staatssecretaris, minder pijnlijk. Mits goed uitgevoerd. Die laatste toevoeging doet alle nu nog ongeboren kippen al bij voorbaat huiveren. Als de behandeling niet goed wordt uitgevoerd, heeft de kip haar hele korte leven pijn.
Er is voor die kippen één, zij het schrale, troost. Er komt ongetwijfeld een ontheffing voor het gebruik van de infrarood behandeling. Immers, een schaartje is altijd goedkoper dan een infrarood-apparaat.

Het meest krankzinnige van de hele zaak is natuurlijk dat terwijl de sector nog eens tien jaar de tijd krijgt om naar een alternatief te zoeken, dat alternatief al lang bekend en voor handen is:

MINDER KIPPEN PER VIERKANTE METER!

Maar ja, dan gaat de kostprijs omhoog en kunnen de ruim 1000 houders van legkippen niet meer concurreren op de wereldmarkt. En dan gaan ze misschien wel failliet. En dan moeten ze iets anders gaan doen in plaats van de hele dag op hun luie reet zitten kijken naar het wonder dat verminkte kippen toch eieren blijven leggen.

Want zo is het natuurlijk wel. Er zijn in Nederland ruim 1000 ondernemers die, dankzij de vrijstelling dierenwelzijn, jaarlijks 30 miljoen kippen mogen verminken. Naast deze dierenverminking ook nog eens zorgen voor een niet uit te poetsen permanente stankgolf in de omgeving van hun stallen. Het milieu gebruiken als afvalputje voor hun mest. Gelegaliseerd. Dat wel natuurlijk. En als toetje wordt de burger ook nog eens trakteert op een serie bacteriën die in de kippenstallen resistent zijn gemaakt voor antibiotica.

Samengevat: U, als burger, vindt het goed dat er jaarlijks alleen al in de kippenhouderij 30 miljoen dieren gelegaliseerd mogen worden verminkt.
U vindt het goed dat in de wijde omgeving van kippenstallen de lucht in stank wordt gezet. Het was u misschien ontschoten, maar in de natuur betekent stank: gevaar!
U vindt het goed dat het milieu als afvalputje voor stront wordt gebruikt.
U vindt het goed dat u straks niet meer beter gemaakt kan worden als u ziek wordt. Harder gesteld: U vindt het goed dat u straks voortijdig sterft. Langzaam, want het stervensproces door ontstekingen gaat traag en is uiterst pijnlijk, maar dit terzijde.

En dat alles om 1000 boeren die zich zelf ondernemer noemen aan een boterham te helpen?

Het kan bijna niet anders of er moet in die eieren ook een stofje zitten dat ons gezond verstand uitschakelt.

Misschien iets om over na te denken als u straks weer eens een eitje tikt?

15 juni 2011

Wat moeten we geloven van de Nederlandse welzijnseisen voor dieren?

Ruim tweehonderd sterk verwaarloosde en gewonde konijnen die in Kampen in beslag genomen werden, zijn door de Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie verkocht als slangenvoer.
Dat stellen vier samenwerkende dierenorganisaties woensdag.
De dienst verkocht volgens de organisaties in april 2011 ook al 3662 verwaarloosde knaagdieren als voer voor andere dieren. De organisaties trokken daarover bij staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Henk Bleker (CDA) aan de bel.
Die liet in een reactie weten dat alle opvangadressen voldoen aan de wettelijke eisen en dat het welzijn van de dieren wordt gewaarborgd.

Tot zover het bericht.

Als deze praktijk betekent dat er volgens de wettelijke eisen wordt gewerkt en dat het welzijn van de dieren wordt gewaarborgd, wat moeten we dan geloven van de claim dat de Nederlandse veestapel gehouden wordt volgens de hoogste welzijnseisen ter wereld?

21 mei 2011

Wat extra lijden mag................

Er is de laatste tijd weer heel wat gediscussieerd over dieren en hun welzijn of het gebrek daaraan. Er verschijnen en verschenen veel ingezonden stukken over het wel of niet toelaatbaar zijn van dierproeven. Ook het bericht dat het plan bestaat 100.000 ganzen naar de eeuwigheid te schieten hield de gemoederen bezig. Of wat dacht u van de megastallen? Het mogelijke verbod op pelsdierhouderijen? Het onverdoofd ritueel slachten? Met betrekking tot dat laatste onderwerp zag ik gisteravond, 20 mei, een oude bekende een duit in het zakje doen. Binnen het CDA wordt wel eens gesproken van ‘Mastodonten’. Daarmee worden bedoeld oudgedienden die binnen die partij hun sporen hebben verdiend en wier mening en opvattingen ook nu nog zeer serieus worden genomen. Naar mijn mening is er ook subcategorie, nl. de ‘fossiele mastodonten’. Bij de VVD wordt die gepersonifieerd door niemand minder dan die goede oude Frits Bolkestein. Frits gaf desgevraagd te kennen het voorstel van de Partij voor de Dieren om tot een verbod op onverdoofd ritueel slachten te komen, maar niks te vinden. Dat beetje extra lijden van de dieren ter wille van de uitoefening van de Joodse religieuze rituelen moest kunnen, aldus Frits. Immers, de Joden woonden al honderden jaren hier en hadden zich altijd van deze wijze van om het leven brengen van consumptiedieren bediend. En waarom zou je daar nu een eind aan (willen) maken? En trouwens, wordt er zo veel meer geleden door het afsnijden van de strot van het – letterlijke – slachtoffer dan bij de reguliere slacht? Bolkestein twijfelt omdat volgens hem wetenschappers elkaar op dat punt tegenspreken. Dat het elkaar tegenspreken onder wetenschappers niet ongebruikelijk is, vindt hij kennelijk van minder belang. Het is dezelfde discussie als bij het sportvissen. Er zijn nog steeds mensen die denken dat vissen geen pijn, angst of stress ervaren wanneer zij uit het water worden gehesen aan haak met weerhaak. Dat je dan ook zou kunnen stellen dat de twijfel al reden genoeg zou moeten zijn om dus dit soort bezigheden voorzichtigheidshalve maar te staken wordt slechts door een minderheid in overweging genomen.
Nee, Frits Bolkestein vindt de godsdienstbeleving van Jood en Moslim belangrijker dan het voorkomen of zelfs maar verzachten van dierenleed. En trouwens, zo verzucht hij, we eten oesters toch ook levend en gooien kreeften immers ook levend in kokend water? Nou, dan is er nog genoeg werk aan de winkel voor een Partij voor de Dieren. Ja, beste oude Frits, ook daarvoor hébben we een Partij voor de Dieren.
Zijdelings en met enige terughoudendheid – dat wel! – brengt hij in de herinnering dat allerlei antisemitische erupties in de geschiedenis zijn begonnen met kritiek op de Joodse manier van slachten!! En natuurlijk wil hij degenen die het op dit punt niet met hem eens zijn allerminst van antisemitisme beschuldigen, maar…………………….
Geachte meneer Bolkestein. Uw – genuanceerde – verwijzing naar de Holocaust en andere dieptepunten in de menselijke beschaving ten opzichte van Joden geeft nu juist aan waar de schoen wringt. Door te stellen dat die paar duizend dieren die per jaar hier te lande worden geslacht dan maar wat extra moeten lijden, omdat godsdienst belangrijker is dan dierenleed, toont u aan waar de mensheid keer op keer in de fout gaat.
In de jaren 33 – 45 werden door de nazi’s de meest gruwelijke experimenten op mensen uitgevoerd. Het ging hier – volgen de nazi-ideologie – om wezens die niet als (volwaardige) mensen dienden te worden aangemerkt. Het waren ‘Untermenschen’. Joden, zigeuners, homoseksuelen, Slaven, zij voldeden niet aan de norm die de nationaal socialisten hadden gesteld om als mens te worden behandeld. Zij werden buiten de grenzen van de morele verantwoordelijkheid van de (nazi)-mens gesteld. Daardoor werd hun lijden en sterven irrelevant of acceptabel.
Nu zijn het niet de ‘Untermenschen’ maar onze mededieren die buiten onze morele verantwoordelijkheid zijn geplaatst. En dat betekent bio-industrie, dierproeven, onverdoofd slachten, sportvissen, plezierjacht, kortom we menen ons alles met dieren te mogen veroorloven op grond van het door ons geconstrueerde waarden- en normenstelsel. Zo lang het maar in het belang – in de wijdste zin van het woord – is van diezelfde mens.
Elk levend wezen dat kan lijden zou voor onnodig leed behoed moeten worden. Dat is de morele verantwoordelijkheid die wij als mens – met rede en mededogen begiftigd, al zou je dat niet altijd zeggen! – voor onze medeaardbewoners zouden moeten hanteren.
Geen dier moet (langer) lijden omdat in één of ander geschrift iets staat over een opperwezen dat het zo wil! Godsdienst gaat niet boven (dieren)welzijn. Mededogen en respect gaan boven alles, ook boven het geloof in God of Allah!

12 mei 2011

Nederlandse intensieve veehouders spreken niet de waarheid over waarom vlees zo goedkoop is

Nederlandse veehouders voelen zich niet gewaardeerd door de Nederlandse samenleving, zo blijkt uit het onderzoek naar de megastallen door bureau Veldkamp.

De veehouders vinden een debat over megastallen een goed initiatief mits er voor wordt gezorgd dat de uiteindelijke beslissing op rationele argumenten wordt genomen. Een belangrijke voorwaarde voor een debat is volgens hen: ‘... eerst zorgen dat iedereen dezelfde kennis heeft.’ Volgens hen zou bijvoorbeeld onder de aandacht van de burger moeten worden gebracht dat een kilo heel goedkoop vlees alleen maar zo goedkoop kan zijn, omdat het is ingevoerd uit landen waar de regelgeving veel minder streng is dan in Nederland.

Dat is een merkwaardige opvatting. In ons land worden drie keer zoveel dierlijke producten geproduceerd dan in ons land wordt geconsumeerd. Twee derde is bedoeld voor de export en kan op buitenlandse markten in prijs concurreren omdat het in ons land grootschalig wordt geproduceerd tegen slechte dierenwelzijnsomstandigheden. Er zijn in ons land veel regels tav dierenwelzijn, maar omdat deze in de praktijk vrijwel niet gecontroleerd worden, drukken deze regels nauwelijks op de kostprijs van vlees en zuivel. Hoe zou een Nederlandse boer anders kunnen concurreren met zijn buitenlandse collega’s waar de voorwaarden om goedkoop en verantwoord te produceren vaak beter zijn?
Verstaat een Nederlandse boer zijn vak dan beter? Hij zou het de consument wel graag doen geloven met de universiteit van Wageningen achter zich, maar helaas: niets is minder waar.
Omdat er in ons land zoveel vlees en zuivel wordt geproduceerd is er een grote verwerkende industrie die ook vlees en zuivel uit het buitenland importeert. De supermarkten kunnen dus kiezen welk vlees zij aan de consument aanbieden. Veehouders produceren voor het buitenland en Nederlandse consumenten krijgen goedkoop vlees aangeboden uit eigen en buitenland.
Er wordt gewoon langs elkaar heen gepraat. Zelfs wanneer alle Nederlanders vegetariër zouden worden dan zou dat de Nederlandse intensieve veehouders niet raken zolang dit ook niet geldt voor de buitenlandse consument want hun producten worden in het buitenland afgezet. Waarom zouden de veehouders dan klagen, want de buitenlandse consumenten weet vrijwel niets over de Nederlandse omstandigheden van het vlees en zuivel dat zij kopen.
Hoe kan een Nederlandse veehouder waardering verwachten voor een ondernemer die geld verdient ten koste van de eigen omgeving door het milieu te belasten, het aanzicht van het platteland te verzieken met megastallen en ook nog geen kwaliteit te geven aan het welzijn van dieren in de afgesloten stallen?
Laat de overheid de Nederlandse agrosector ook de kosten van de bedrijfsvoering (vervuiling) doorberekenen in plaats van af te wentelen op de Nederlandse belastingbetaler en te ondersteunen met EU subsidie. Dan is het gauw gedaan met de oneerlijke concurrentie van de intensieve veehouderij met de goedwillende kleinschalige ondernemer die zijn dieren buiten wil laten lopen in natuurlijke omstandigheden.

06 mei 2011

Kan een vleeseter bijdragen aan een beter milieu?

Stephen McDonnell is oprichter en directeur van Applegate Farms, een Amerikaans vleesverwerkingsbedrijf dat biologische producten levert. Hij wordt geciteerd in het mei 2011 nummer van Ode met de stelling dat carnivoren goed kunnen zijn voor het milieu.
In hetzelfde nummer schrijft ex-vegetariër Loren Berlin dat zij met de terugkeer van vlees op het menu niet alleen haar eigen gezondheid dient, maar ook die van de aarde.
Beide beweringen zijn onzin, uiteraard, maar waarom dan deze beweringen?
Wanneer iemand besluit vlees te eten dan maakt het natuurlijk wel uit waar hij zijn vlees betrekt. Vlees van koeien die zomers in de wei staan is beter dan vlees uit de bio-industrie ondanks de claim van de sector dat zij zo beter de mest kan verzamelen. Mest is het probleem niet, dat is zelfs nuttig voor de vruchtbaarheid van het land, maar te veel mest is gif voor het leven op de gronden waar het wordt uitgereden. Er wordt, zeker in ons land, veel te veel vee gehouden vanwege de export.
Voor het collectief van het belang van de aarde is het beter dat we minder vlees gaan eten, maar het individu dat vindt dat zij goed bezig is om matig vlees te eten van biologische gehouden koeien die zomers buiten komen, kan beter stellen dat zij minder een aanslag doet op de gezondheid van de aarde dan een gewetenloze vleeseter.

29 april 2011

Wanneer is de missie van de dierenbeweging voltooid?

De Australische filosoof Peter Singer sprak op 28 mei 2011 aan de ISVW in Leusden over dierenwelzijn en het einde van de dierenbeweging. Peter Singer is hoogleraar bio-ethiek aan de Princeton University en is vooral bekend door zijn boek Animal Liberation. Hij is een toonaangevende denker op het gebied van de utilitaristische ethiek en in het bijzonder in het denken over dieren.
Wanneer is de missie van de dierenbeweging voltooid? De vraag is actueel omdat veehouders steeds maar weer hun stallen aanpassen en de dierenbeweging steeds maar ontevreden blijft. Zou het niet beter zijn om een einddoel te formuleren, zodat de dierenkwestie in ene geregeld kan worden? Peter Singer publiceerde in 1975 het befaamde boek Animal Liberation, dat het begin vormde van de moderne dierenbeweging. Nu, veertig jaar later, gaat hij in op de einddoelen van de dierenbeweging. Zijn die doelen te formuleren? Of moeten we, ook als een doel bereikt is, weer naar nieuwe welzijnsverbeteringen streven?
Na zijn openingslezing gaat Singer met vertegenwoordigers van de dierenbeweging op zoek naar antwoorden op vragen als: moeten we nog wel inzetten op welzijnsverbetering voor dieren? Is het niet beter om te stoppen met alle gebruik van dieren? Kan een dier op termijn wel het bezit van een boer blijven? Of moeten we het dier gaan zien als een wezen met een ‘eigen leven’ - een rechtssubject?
Tot slot komen ook wat nieuwe kwesties omtrent dierenwelzijn aan de orde, zoals de huidige veeteelt gerelateerde klimaat- en gezondheidscrisis (MRSA, ESBL, etc.), de komst van het ´gemaakte dier´, happy meat en het al dan niet onrealistische ideaal van de diervriendelijke megastal.
Kunnen dierenbeschermers zoals Singer het moment aangeven waarop ze zeggen: ‘de strijd is gestreden, we zijn tevreden’?

25 maart 2011

Dierenwelzijn is geen exportproduct

Sommige dierenbeschermers worden enthousiast van het idee dat Nederland een exporteur van dierenwelzijn zou kunnen zijn. Waarschijnlijk denken ze dat wanneer dierenwelzijn een exportproduct is dat dan het dierenwelzijn wel goed geregeld zou moeten zijn. Het is zo een beetje een indirecte, maar ook doorzichtige manier om in Nederland dierenwelzijn te bevorderen.
Waarom is dit niet zo’n goed idee? Wel, dierenwelzijn is van oudsher in ons land slecht geregeld. Met de komst van de intensieve veehouderij werden de stallen steeds groter. Deze ontwikkeling werd verdedigd met de bewering dat in grote stallen dierenwelzijn niet per se slecht geregeld zou zijn.
Maar minder slecht geregelde dierenwelzijn is nog steeds slecht geregelde dierenwelzijn. Het zijn allemaal woordspelletjes en oneigenlijke argumenten. Wil een dier welzijn ervaren dan moet er sprake zijn van vijf vrijheden:
  1. Vrijheid van honger en dorst
    - direct toegang tot vers water en voedsel om gezond te blijven
  2. Vrijheid van ongemak
    - door een comfortabel onderdak en rust te bieden
  3. Vrijheid van pijn, verwonding en ziekte
    - door dit te voorkomen of snel te diagnosticeren en te behandelen
  4. Vrijheid om normaal gedrag te vertonen
    - door voldoende ruimte, mogelijkheden en gezelschap van soortgenoten
  5. Vrijheid van angst en spanning
    - door voor omstandigheden te zorgen die lijden vermijden
Met name de vrijheid om normaal gedrag te vertonen is de vrijheid die wordt geschonden door dieren het hele jaar op stal te houden.
De naïviteit van sommige dierenbeschermers is inderdaad grenzeloos. We zagen dit al eerder bij het begrip intrinsieke waarde. Er is geen enkele boer die ontkent dat dieren een intrinsieke waarde hebben. Dat zou de dierenbescherming argwanend moeten maken. Het enige wat helpt is de veestapel in ons land te verkleinen zodat de overblijvende dieren daadwerkelijk naar buiten kunnen zonder dat er sprake is van een mestoverschot.

07 maart 2011

Desinformerende megaboeren: brutalen claimen de halve wereld

Hollandse veehouders laten zich er op voorstaan dat zij moeten voldoen aan de hoogste dierenwelzijnseisen. Een zinnig gesprek daarover is lastig omdat er altijd wel een land te vinden is waar het er slechter aan toegaat dan in ons land. In de praktijk is er weinig controle en de EU wordt te pas en te onpas erbij gehaald om het eigen gelijk te staven. Wat ook lastig is, is dat Nederlanders competitief zijn ingesteld, zo van “Onze bio-industrie is erg, maar als we op de wereldmarkt meer vlees kunnen verkopen, dan voorkomen we dat een ander land dieren produceert onder nog ergere omstandigheden.”
De burger profiteert van die internationale concurrentie want goedkoop geproduceerd vlees in eigen land is ook hier tegen lage prijzen beschikbaar. Zou het hele Nederlandse volk uit weerzin tegen de vee-industrie vegetariër worden, dan zou de vaderlandse productie toch doorgaan, want die is gericht op de export.
Nu het economisch wat tegenzit in Europa, zijn wat meer mensen gevoelig geworden voor het argument dat de agrosector bijdraagt aan de Nederlandse economie. Die bijdrage wordt dan ook opgeklopt tot het vier- tot zesvoudige, afhankelijk van wat je nog meerekent onder de sector.
Ook het politieke klimaat verandert. De liberale partijen winnen zienderogen terrein. Persoonlijke vrijheid wordt ook vertaald in het recht om ongestraft allerlei onzin te verkopen. Dat is de keerzijde van het recht op vrije meningsuiting en van de al jaren geldende praktijk dat het niet gaat om de waarheid maar om het imago. De markt produceert niet voor de behoeften van de consument, maar behoeften worden gecreëerd. Vlees en zuivel zijn niet nodig voor de gezondheid, maar wie durft te twijfelen als gezondheid in het geding is?
Dierenwelzijn was vroeger niet geborgd bij de kleinschaliger boeren en die situatie wordt niet per se slechter in de grootschalige megastallen. Maar deze negatieve situatie wordt omgebogen door te betogen dat dierenwelzijn beter geregeld kan worden in stallen waarbij in principe meer ruimte per dier zou kunnen zijn. Megastallen van melkveehouders zijn niet altijd gevuld in afwachting van het vrijlaten van het melkquotum. Naïeve consumenten denken dan de koeien kunnen scharrelen over de gehele ruimte. In werkelijkheid laat de boer een deel van zijn stal ongebruikt, want dan hoeft hij dat deel ook niet schoon te houden.
Ook de kiezer laat zich bedotten door het argument dat in megastallen de mestproductie veel beter valt op te vangen en zelfs is te benutten voor energieproductie. En dat alles zonder verlies aan dierenwelzijn. Uit onverschilligheid en onnadenkendheid gaat deze argumentatie erin als koek.
Vlees werd oorspronkelijk geproduceerd om de lokale bevolking te voeden en mest werd gebruikt om de grond vruchtbaar te houden en dieren werden zo veel mogelijk buiten gehouden uit efficiency gecombineerd met werkelijke compassie met dierenwelzijn. Wie zich dat realiseert en ook dat de huidige situatie van efficiënte overproductie puur en alleen nog maar gaat voor het spekken van de agro-industriële ondernemer zou zich ook kunnen realiseren dat de oplossing kan zitten in het weer beperken van de veestapel. Dan zijn alle door de agrobusiness veroorzaakte problemen opgelost en rest slechts het gemor van ondernemers die klagen dat zij veel meer hadden kunnen verdienen als hun geen strobreed in de wordt.
Van oudsher waren boeren als werkgevers gewend dat zij niet werden tegengesproken en ook bij het hanteren van drogredenen kregen zij door hun slecht opgeleide arbeiders weinig tegenspel. Het gevolg is dat zij gewend zijn geraakt aan het debiteren van allerlei onzin zonder daarvoor rekenschap te hoeven af te leggen. Varkenshouders liepen bij de laatste verkiezingen met T-shirts met de opdruk “Megastallen …. is dat de vraag? Wij kiezen voor vernieuwing!”. NAJK-jongeren pleitten voor het verbod op ministallen. Allemaal voorbeelden van flauwe pogingen om te laten zien dat zij zich door niets en niemand en zeker niet door rationele argumenten laten tegenhouden als er geld valt te verdienen. Dat brutalen de halve wereld hebben, is helaas nog steeds het geval.
Wie het daarmee niet eens is, rest ook maar één ding: verbeter de wereld en begin bij jezelf met verminderen van gebruik van dieren. Laat het oplossen van problemen niet alleen aan anderen over, maar vertrouw er wel op dat de eerste stap de belangrijkste stap is op weg naar een betere samenleving.

28 februari 2011

PvdD hekelt schijnbelangstelling dierenwelzijn politieke partijen

Partij voor de Dieren roept partijleiders op voorafgaand aan slotdebat:
Passen jullie een avondje op de dieren?


Persbericht Amsterdam, 28 februari 2011 - De Partij voor de Dieren zal morgenavond, voorafgaand aan het NOS slotdebat waaraan slechts 8 van de 10 fractievoorzitters uit de Tweede Kamer mogen deelnemen van de NOS, haar ongenoegen kenbaar maken tegen haar uitsluiting. Leden van de Partij voor de Dieren zullen voorafgaand aan het NOS debat gemuilkorfd demonstreren bij de ingang van de Eerste Kamer.
Het Kort Geding van de Partij voor de Dieren tegen de NOS diende vandaag bij de rechtbank in Amsterdam, maar heeft tot teleurstelling van de Partij voor de Dieren niet geleid tot een uitspraak die de NOS verplicht alsnog ruimte te maken bij het slotdebat voor de uitgesloten partijen Partij voor de Dieren en SGP.
Marianne Thieme: “de NOS heeft zichzelf een brevet van onvermogen gegeven door te stellen dat ze niet in staat is een hanteerbaar en uitzendbaar debat te organiseren met 10 deelnemers. Mogelijk moet de NOS haar licht eens opsteken bij de voorzitter van de Tweede Kamer die voortdurend debatten met 10 deelnemers organiseert en nog nooit heeft gedacht aan uitsluiting van een deel van de partijen. Het vonnis van de rechter ontslaat de NOS geenszins van haar verplichting tot pluriforme aandacht voor alle politieke stromingen die gekozen zijn.”
Marianne Thieme vraagt alle lijsttrekkers die wel aan het debat deelnemen “een avondje op de dieren te passen”.”Wie weet bevalt het wel zozeer dat ze de smaak te pakken krijgen.”
Fractievoorzitter Marianne Thieme wijst erop dat partijen op dit moment over elkaar heen buitelen om diervriendelijke voorstellen te doen in de vorm van een megastallenverbod, vrije uitloopmogelijkheden voor dieren etc.
Thieme: “We zijn blij met elk diervriendelijk of natuurvriendelijk voorstel dat andere partijen doen, maar we zullen ze er wel blijvend aan herinneren dat voorstellen in verkiezingstijd niet vrijblijvend kunnen zijn. Zo noemde GroenLinks het voorstel om dierenrechten op te nemen in de grondwet in 2008 ‘rijp om behandeld te worden in de Tweede kamer’, maar is het daar nog steeds niet van gekomen. En zo pleitte de PvdA in 2004 kort voor de verkiezingen voor het wettelijk vastleggen van 5 vrijheden voor dieren, maar is dat nog steeds niet gebeurd.
Ook de plannen van het kabinet om een dierenpolitie in te voeren, lijken geen hoge prioriteit te hebben.
Over de uitspraak van de rechter zegt Thieme: “we moeten de overwegingen van de rechtbank nog zorgvuldig bestuderen, maar de discussie over het muilkorven van politieke partijen in het debat is hiermee zeker niet tot een einde gekomen.”

19 februari 2011

Natuurbeheerder spreek heldere taal

Intrinsieke waarde, eigenwaarde, biodiversiteit, Ecologisch HoofdStructuur, het zijn geen termen die in het publiek herkenning opleveren. “Natuurorganisaties zijn teveel op Den Haag gericht” stelt Kris van Koppen, hoofddocent milieubeleid uit Wageningen in het magazine “Down to Earth” van Milieudefensie.
De terminologie is te abstract. Jongeren en andere recreanten kunnen op TV bij Animal Planet en in de dierentuin of op vakantie in het buitenland de meest exotische dieren van dichtbij bewonderen. Dieren in de vaderlandse natuur zijn of afwezig of houden zich (bang voor jagers) overdag schuil. Geen wonder dat de betrokkenheid op soortniveau van het publiek niet zo groot is. Zij heeft geen beeld bij natuurdoeltypen en verbindingszondes als nog minder dat betekent dat zij zelf niet welkom zijn.
Het is dan ook geen wonder dat mede in de slechte economische conjunctuur de steun van leden van natuurorganisaties terugloopt. Het helpt ook niet wanneer de stadse mens in de rustige groene vlakken op het platteland in eerste instantie geen kwaad ziet. Je moet weten hoe het vroeger was om je te realiseren wat je mist en wat er verloren is gegaan. Van Koppen pleit voor meer inbreng en verantwoordelijkheid in de projecten die je onderneemt en het betrekken bij concreet natuurbeheer.
Maar er is ook veel te winnen met helderder taalgebruik: wat is respect voor dieren en wat valt nu wel of niet onder dierenrechten of dierenwelzijn?

18 februari 2011

Plus vertroetelt vooral de eigen portemonnee

Op de virtuele tribune van de marketingsector wordt intensief nagedacht en gecommuniceerd over de meest effectieve manier om de klant te bereiken. Ook de mores krijgt daarbij aandacht.
“Inspelen op ‘Maslow 5’, echt contact maken, oprechte interesse en respect tonen, communiceren vanuit liefde. Bedrijven met bestaansrecht kunnen uitleggen in hoeverre jongeren beter worden van hun bestaan.”
Klinkt goed allemaal. Maar er zijn ook vragen:
'Met de Troetels-campagne wil Plus op kwalitatieve wijze aandacht aan het leven en welzijn van dieren schenken. Kinderen leren zo op speelse wijze over dieren en hun leefwijze,’ schrijft Plus in de eerste aankondiging van hun spaaractie. Klinkt goed, ware het niet dat op de site van de supermarktketen recht onder de Troetel-promotie de slavinken in de aanbieding zijn. Vijf stuks voor € 2,49. Doorklikken levert ook nog een kipkoopje op. Eh? Hoe rijmt zich dat met dierenwelzijn?

‘Dat staat helemaal los van elkaar’, meent Pluswoordvoerder Wenda Buining: ‘Vleesaanbiedingen horen nu eenmaal bij supermarkten, die trekken mensen naar de winkel.’ Lang of kort pratend, de merkwaarde duurzaam is volgens Buining gewoon houdbaar: ‘We vragen een reële vleesprijs en zorgen voor een ruim assortiment, ook van biologisch.’ En zo zijn we er weer.
Tot zover de site "marketingtribune".
Voor degenen die er nog niet uit zijn wie er echt verantwoordelijk zijn voor het bevorderen van dierenwelzijn en die er tegen kunnen dat het inderdaad complex ligt in de praktijk en veel geduld vergt, is hier nog een nuttige link.

10 februari 2011

Ziet de burger dierenwelzijn verkeerd?

Koeien, varkens en kippen zijn beter af op stal dan buiten in de wei. Dartelende koeien in de wei, varkens die zich wentelen in de modder. Kippen die vrij kunnen fladderen, de burger ziet het graag. Maar de burger ziet het verkeerd, zeggen dr ir Bastiaan Meerburg en ir Marjolein Neuteboom van Wageningen Universiteit (WUR).
Want dieren die buiten lopen, stoten meer broeikasgas uit, verbruiken meer voer en zijn veel vatbaarder voor ziektes. Dieren zijn dus beter af op stal. Het betoog van Meerburg en Neuteboom maakt onderdeel uit van de essaybundel Over zorgvuldige veehouderij. Met de bundel, waaraan 62 wetenschappers hebben meegewerkt, wil 'Wageningen' een bijdrage leveren aan het debat over de toekomst van de veehouderij.

Het is het aloude liedje: een dier is beter af bij de boer die zorgt dat het dier onderdak, voer en drinken krijgt. Buiten kan het alleen maar ziek worden en wanneer de dieren massaal buiten lopen is het lastiger om de mest te verzamelen. Maar dat heeft toch allemaal weinig met dierenwelzijn van doen? Het is natuurlijk om af en toe ziek te zijn. Is de afwezigheid van ziekte door preventief antibiotica toe te dienen aan jonge dieren een teken van gezonde bedrijfsvoering?

Het offensief doet denken aan het initiatief van Roos Vonk die honderd hoogleraren vroeg om zich uit te spreken tegen de hedendaagse vee-industrie. De Wageningers proberen de burgers uit de stad belachelijk te maken door te stellen dat zij zich meer baseren op emoties dan op feiten. Een van hen, Hans Hopster, beweert dat sterk kan worden betwijfeld of stedelingen het bij het rechte eind hebben wanneer zij varkens, kippen en koeien vergelijkbare menselijke kwaliteiten als empathie en zelfbewustzijn toedichten. Ook het groeiend aantal vrouwen in “groene opleidingen” zou bijdragen aan meer inlevingsvermogen, alsof inlevingsvermogen in dieren een teken van gemankeerd denkvermogen zou zijn.
Meerburg en Neuteboom vrezen de toekomst, want straks leidt het idealisme van de burgers tot strenge wetgeving, waardoor we in Nederland niet meer efficiënt kunnen produceren.
En daarmee komt de aap uit de mouw: het gaat de Wageningers ordinair om de centen. Wanneer de weldenkende Nederlandse burgers kiezen voor natuur in plaats van overproductie op het platteland dan heeft de Wageningse universiteit en de export minder reden van bestaan.

27 december 2010

Dierenbescherming en Partij voor de Dieren

Zo lang ik mij kan herinneren ben ik lid van de Dierenbescherming. Immers ‘dieren beschermen is mensen beschaven’! Een prachtig motto waarvan het mes aan twee kanten snijdt. Zowel dieren als mensen worden er beter van.
Ik heb mij wel eens afgevraagd waarom dan naast de DB ook nog zoiets als Partij voor de Dieren nodig is. En ook verbaasde het mij vaak dat tussen die twee organisaties er niet zo’n hartelijke verstandhouding lijkt te bestaan. Ja, er leek soms zelfs sprake van enige animositeit terwijl je toch zou mogen verwachten dat men de handen ineen slaat om de positie van dieren in onze samenleving aan de hoognodige verbetering te helpen.
Gaat de Dierenbescherming dus uit van de zedelijke menselijke plicht zwakke en kwetsbare wezen als dieren te behoeden voor onnodig leed, de Partij voor de Dieren beroept zich meer op het principe dat dieren in feite gelijkwaardig zijn aan mensen en uit dien hoofde ook rechten moeten krijgen die aansluiten bij hun belangen en behoeften.
De Partij voor de Dieren gaat duidelijk (veel) verder dan de Dierenbescherming. Zo heb ik de Dierenbescherming nooit ondubbelzinnig afstand horen nemen van de sportvisserij of de jacht. Zaken waarover bij de Partij voor de Dieren geen discussie meer bestaat. Ook de vee-industrie kan kennelijk in de ogen van de DB haar gang gaan, mits de meest kwalijke uitwassen er van bestreden worden. De PvdD wijst het bestaan van zoiets als de vee-industrie zonder meer af als zijnde in strijd met het recht van dieren een bestaan te leiden dat overeenkomt met hun natuurlijke behoeften en belangen. Ook in zaken als circusdieren, dierentuinen, dolfinaria, dieren die voor sport, recreatie of ontspanning worden gebruikt neemt de PvdD duidelijke – afwijzende – standpunten in terwijl de DB een en ander als een gegeven accepteert en ‘slechts’ op toeziet dat in die sectoren de dieren ‘fatsoenlijk’ worden behandeld.
Ik ben en blijf overtuigd lid van de Dierenbescherming zo als ik actief lid ben van de Partij voor de Dieren. Als ik zou moeten kiezen tussen het lidmaatschap van beide organisaties zou ik zonder een moment van twijfel kiezen voor de Partij voor de Dieren. Ik geloof in de gelijkwaardigheid van alle dieren, inclusief de mens. Dat houdt dat heel veel dingen die de mens zich tot nu gemeend heeft te kunnen en mogen veroorloven met dieren, zouden afvallen.
Dat de Dierenbescherming naar mijn mening te toegeeflijk is in een aantal dierenaangelegenheden wordt bevestigd in het laatste nummer van ‘Dier’. Onder meer een tweetal reportages deden mij wenkbrauwen de fronsstand aannemen.
In het ene artikel komen achtereenvolgens een varkens-, kippen- en kalverhouder aan het woord. Weliswaar menen de betrokken veehouders dat zij hun dieren een beter leven geven dan in de gangbare bedrijven het geval is en zal dat misschien ook wel gedeeltelijk waar zijn.
De dieren waar het om gaat zijn echter in mijn ogen nog steeds het slachtoffer van overtrokken menselijke belangen. De varkenshouder coupeert nog steeds staarten. Hij zegt daar mee op te houden zodra hij een nieuwe stal krijgt. Intussen gaat deze uiterst pijnlijke en de lichamelijke integriteit aantastende ingreep gewoon door. De kippenhoudster beheert 4700 vleeskuikens. Ze noemt de dieren ‘scharrelkippen’, die in een ruimte – afmetingen worden niet genoemd! - met een betonnen vloer hun korte leventje moeten slijten. De vleeskuikens worden biologisch gehouden, wat dat dan ook moge inhouden. In ieder geval worden ze volgens mevrouw drie of vier weken ouder dan kuikens in de gangbare houderij. Nou, dat schiet lekker op! Ze worden dus niet ouder dat 10 á 12 weken om vervolgens op weinig zachtzinnige wijze om zeep te worden geholpen. “Ach ja”, stelt de kippenhoudster, “kippen zijn er om op te eten, alleen geef ik ze hier iets(!!) meer tijd om op te groeien”!!!!! Wat een liefde, respect en mededogen spreekt uit deze uitspraak!
De kalverhouder haalt zelfs de Schepper er bij! Hij vindt het kennelijk normaal en acceptabel dat kalfjes vrijwel meteen na de geboorte bij de moeder worden weggehaald. Uit het artikel krijg ik althans niet de indruk dat dat bij hem niet gebeurt. Kortom, een aantal marginale verbeteringetjes die natuurlijk bij lange na niet voldoende zijn om de positie van het landbouwdier draaglijk te maken, zowel vanuit menselijk als dierlijk standpunt bezien. Maar de Dierenbescherming vindt het kennelijk van revolutionaire waarde en omvang! Natuurlijk kun je hier tegen inbrengen dat elke verbetering er één is en dus toegejuicht moet worden. Dat mag zo zijn! Maar mensen die het couperen van staarten nog steeds praktiseren, een mevrouw die kippen alleen ziet als producenten van vlees, een boer die kalfjes zonder gewetenswroeging van het moederdier scheidt om ze na een kort leventje in de braadpan te doen belanden, ach ik kan daar helemaal niets mee! De DB zou er veel beter aan doen de consument te bewegen (veel) minder vlees te eten om op die manier mens- en dierwaardiger omstandigheden te scheppen.
Verderop een artikel met Anky van Grunsven in de hoofdrol. U weet wel, onze paardendressuurkampioen! De Partij voor de Dieren neemt duidelijk afstand van dit stompzinnige gesol met dieren. In augustus van dit jaar heeft Esther Ouwehand van de PvdD zelfs nog een aantal pittige vragen gesteld aan de ministers van VWS en LNV over omstreden trainingsmethoden van Van Grunsven, waarbij de paarden op pijnlijke en gevaarlijke wijze tot een bepaalde lichaamshouding werden gedwongen. Van Grunsven en echtgenoot hebben een journaliste die e.e.a. aan de kaak stelde toen op tamelijk intimiderende wijze bejegend. Anky is tegen bont en dierproeven ten behoeve van cosmetica en ook eet zij zo veel mogelijk scharrelvlees. Prima! Anderzijds heeft Anky geen moeite met circusdieren en vindt ze sportvissen wel zielig, maar “waar trek je de grens’? Nou Anky, de grens trek je bij het moment dat je een dier onnodig laat lijden, zijn integriteit en waardigheid aantast en het dier gaat beschouwen als een stuk speelgoed of rariteit dat onnatuurlijke hupjes en stapjes moet maken op muziek die niet voor paarden maar voor mensen is gecomponeerd.
Ik ben en blijf lid van de Dierenbescherming. Daarvoor doen ze te veel prima werk en zijn ze onmisbaar in een samenleving waarin het dier nog te vaak voorwerp is van onverschilligheid, wreedheid, hang naar vermaak, geldelijk gewin of status. Maar een wat kritischer houding van de DB ten aanzien van zaken die de belangen van dieren direct of indirect raken lijkt mij zeer aan te bevelen.

17 november 2010

Nederland wordt aantrekkelijker met minder EU subsidie

De EU wil de subsidie aan de landbouw afbouwen. Nederlandse boeren vangen jaarlijks voor bijna 1 miljard subsidie. Er is veel verschil tussen de sectoren, maar de dieronvriendelijke kalvermesterij bijvoorbeeld is voor 80% afhankelijk van EU subsidies.
Boeren hebben grote invloed op het landschap en de natuur. Doordat er in ons land zoveel ingezet wordt op maximale productie, levert dat in de veehouderij problemen op met dierenwelzijn en overproductie van mest.
Boeren willen niet hun hand ophouden, maar om te kunnen blijven concurreren met hun buitenlandse collega’s op buitenlandse markten moet er volgens hun inkomenssteun blijven. Zij pleiten globaal voor dezelfde spelregels, want in ons land zijn er hoge dierenwelzijn- en milieueisen.
Dat is een omdraaiing van oorzaak en gevolg. In ons land zijn de regels zo streng omdat die juist in ons land het meeste nodig zijn. De productie van vlees en zuivel kan met wel 70% dalen zonder dat de Nederlander afhankelijk voor zijn voedsel wordt van het buitenland. Ons land is weinig geschikt en al te vol met dieren om de vleespotten van een groeiende wereldbevolking te vullen.
Met een productiedaling zouden ook de problemen kunnen verdwijnen als de overheid tenminste zijn strenge regelgeving zou handhaven.
Het zou ook wonderen doen voor de aantrekkelijkheid van ons landschap. Er is niets op tegen wanneer de overblijvende boeren zich zouden richten op economische activiteiten die samenhangen met de toeloop van toeristen. Maar veel boeren heffen liever hun hand op om mensen te weren van hun erf. Zij voelen zich beter bij het managen van een grootschalige veehouderij. En daar willen zij tegenwoordig geen pottenkijkers meer bij. En hiermee heeft de intensieve veehouderij een imagoprobleem dat zij heeft te danken aan haar hebzuchtige bedrijfsvoering.

Beton in stal bezorgt koeien klauwproblemen

Het Friesch Dagblad meldt 17-11-10 het volgende.
Weidegang is wel belangrijk, maar vergeet alsjeblieft niet om ook de stal mee te nemen wanneer je als boer met een nieuw stalconcept wilt werken”. Dit betoogde hoogleraar Dier en Samenleving Elsbeth Stassen op een discussieavond georganiseerd door de Melkveeacademie en de Leeuwarder Courant, met als titel: ‘boer & koe’.
Stassen wil het eenzijdige beeld van de verbetering van het welzijn door weidegang te nuanceren. Vooral maatschappelijke organisaties die ijveren voor een beter welzijn van de koe komen vaak met acties om de koeien vaker naar buiten te brengen. ,,Van veel groter belang is om naar de stal te kijken. Dieren lopen hier mede door het weer veel langer in de stal, op het beton. En dat leidt tot klauwproblemen. Een groot deel van de dieren heeft daar last van en lijdt ook pijn. Melkveehouders realiseren zich dat lang niet altijd. Dus weg met het beton en ijzer”.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.