Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label intrinsieke waarde. Alle posts tonen
Posts tonen met het label intrinsieke waarde. Alle posts tonen

24 september 2014

Internationale verschillen in waardering van artikelen over dierenrechten

De Stichting Animal Freedom heeft een website waarop teksten staan over dierenrechten in allerlei talen. Onderaan die teksten staan buttons waarop bezoekers hun waardering over het artikel kunnen geven door naar hun Facebookcontacten een aanbeveling (“like”) te sturen of het artikel te delen op hun Facebookpagina.
Op deze pagina wat wetenswaardigheden over hoe de teksten in de verschillende taalgebieden worden “geliked”. Op het moment van schrijven van dit verslag is het Spaanse deel van de site het meest bezocht.
Bij de onderwerpen een link naar de Nederlandse tekst op Animal Freedom. Vandaaruit kunt u de tekst in de betreffende taal vinden via links bovenaan de pagina.

Een beeld zegt meer dan 1000 woorden. Veel likes krijgt de Engelse videopagina met beelden over dierenleed en diermisbruik. Maar de meeste likes vond ik bij een artikel over "Surplus in de dierentuin" over fokken van jonge dieren om publiek te trekken en het doden wanneer ze groter zijn.
Maar er staan meer dan duizend artikelen op de site, dus mogelijk wordt (ondertussen) een ander onderwerp nog vaker aanbevolen.

De tekst over waarom dieren grondrechten zouden moeten hebben en in welke vorm (namelijk net als bij mensen op basis van vrijheid) wordt in de Spaanstalige versie het hoogst gewaardeerd. De uitwerking daarvan van wat dat in de praktijk betekent wordt door Franstaligen het hoogst gewaardeerd. De Franse pagina over misstanden in de bio-industrie kent bijna 15.000 inkomende links."Vrijheid, gelijkheid en broederschap" was blijkbaar niet voor niets het motto tijdens de Franse revolutie.

Een van de eerste teksten die in 1997 op Animal Freedom verscheen ging over de intrinsieke waarde van het dier. Deze tekst wordt vrijwel alleen in Nederland een beetje gewaardeerd, vermoedelijk omdat in andere landen dit argument in het verleden niet of nauwelijks (Peter Singer) werd aangevoerd in de discussie over dierenrechten. Erg vind ik het niet, want ik vind het een onbruikbaar, want slecht begrepen argument.

De opsomming van de misstanden in de bio-industrie, die dierenleed opleveren, wordt in de Engelse versie het hoogste gewaardeerd. In ons land lijkt er schroom om veeboeren kritisch te bezien.

Vlees eten is slecht voor het klimaat. Daarnaast heeft het andere nadelen. De tekst hierover wordt het hoogst gewaardeerd in de Spaanse versie. In het verlengde daarvan waarderen zij ook een tekst over de vraag of de mens dieren mag eten.

Een van de onderwerpen op Animal Freedom, waarmee de stichting mensen die opkomen voor de rechten van dieren wil ondersteunen, is wat je er tegen kunt inbrengen wanneer mensen een standpunt verdedigen met drogredenen (niet kloppende of niet relevante argumenten). Bijvoorbeeld: "Nederland loopt voorop met dierenwelzijn", waarmee men wil impliceren dat dieren in onze vee-industrie het beste af zijn.
Er zijn bij de drogredenen onder meer thema’s als "het eten van vlees", “het verdedigen van de bio-industrie”, “de plezier- en zeehondenjacht”, “de hengelsport”, “het stierenvechten”, “de nertsenhouderij” en “dierproeven”. Ook de flauwe argumenten waarmee vegetariërs anderen willen afbrengen van het eten van vlees wordt aan de kaak gesteld.
Het hemd is nader dan de rok. Dierenleed, stieren aangedaan door toreadors, vindt vooral plaats in Spanje. Argumenten tegen het stierenvechten worden vooral gewaardeerd door Spaanstaligen, gevolgd door Portugees- en Franssprekenden en opvallend weinig door Nederlanders, Engelstaligen en Duitsers.

De opsomming van voor- en nadelen van het nemen van huisdieren worden vooral voor Spaanstaligen gewaardeerd. Er is relatief veel belangstelling voor de Engelstalige subvraag waarom mensen huisdieren willen. Veel Spaanstaligen en kinderen? uit Polen zijn nieuwsgierig of een goudviskom wel door de beugel kan.

Tenslotte het ritueel slachten van schapen tijdens het offerfeest door moslims. Het is geen verplichting op basis van de Koran dat moslims wat voor minderbedeelden doen door een schaap te slachten en het vlees verdelen onder armen. Diervriendelijker alternatieven zijn mogelijk en worden natuurlijk aangemoedigd.
De tekst hierover wordt eigenlijk in alle taalgebieden gewaardeerd, het vaakst door Engelstaligen.
De Stichting Rechten Voor Al Wat Leeft doet in haar oktoberuitgave van haar contactblad Mens en Dier samen met Stichting De Faunabescherming, Stichting VierVoeters en Stichting EDEV (Een Dier Een Vriend) een oproep aan moslims om op 4 oktober geen schapen te slachten. In 2014 valt het offerfeest samen met dierendag.

Kanttekeningen bij dit verslag:
Het aantal waarderingen in de vorm van “likes” wordt mede bepaald door factoren die niet helemaal constant zijn in alle taalgebieden, zoals:
• De kwaliteit van de vertaling
• Het aantal mensen uit een taalgebied dat Animal Freedom bezoekt
• Kleine verschillen in de uitwerking van de tekst
• De actualiteit in de cultuur en de mate waarin de dierenleed veroorzakende handeling omstreden is
• Verschillen in de vindbaarheid via zoekmachines en op Animal Freedom
• Het verschil in gebruik van Facebook en de gewoonte om te "liken" en te delen op Facebook.

Animal Freedom is op Facebook te vinden in de meeste van bovengenoemde talen. Via de homepages op de site kan men naar Facebook gaan en desgewenst een reactie geven.

20 september 2014

De intrinsieke waarde van een dierenleven

De intrinsieke waarde van een dierenleven is de waarde die een dierenleven heeft los van wat de mens daaraan toekent. Elk leven heeft intrinsieke waarde. Geen mens weet, per definitie, deze objectief in te schatten.
Hebben wij en de dieren wat aan deze constatering? Niet veel, ook een kiezelsteen heeft een intrinsieke waarde.
Er zijn mensen die graag anderen willen oproepen om dieren te beschermen en daarmee dierenleed te voorkomen en gebruiken dit als argument. Ze verwarren het zwijgen van de toehoorder met het effect van iemand de mond snoeren.
Boeren houden dieren vanwege de veronderstelde economische waarde en huisdier bezitters vanwege emotionele waarde. Ze zullen zo goed mogelijk voor ze proberen te zorgen in de verwachting dat ze daarmee iets van de dieren terugkrijgen: geld, gezelschap, warmte, aanhankelijkheid et cetera.
Hoe dieren te behandelen laten weinigen zich gezeggen. Hoogstens door wettelijke regels. De geest van de wet drukt uit dat dierenleed en aanstootgevend gedrag wordt voorkomen. De manier waarop dieren worden behandeld of worden geslacht kan bij anderen aanstootgevend zijn. Dit soort zaken wordt daarom achter gesloten deuren gedaan.
Maar er gaat erg weinig motivatie tot verandering in de omgang uit van het verzoek om meer rekening te houden met de intrinsieke waarde van dieren, vooral niet wanneer het er veel zijn, zoals in de vee-industrie.
Wie wel meer onnodig dierenleed wil voorkomen kan zich het beste verdiepen in wat ook hij/zij zelf kan voorkomen. Dat is lijden en vrijheidsberoving. En die inzichten zijn gemakkelijk met anderen te delen. Willen we dit inzicht vergroten en effectief de situatie van dieren verbeteren dan hebben dieren rechten nodig.

Meer lezen over intrinsieke waarde of eigenwaarde? of op de boekbespreking door Titus Rivas van Vrijheid als grondrecht voor dieren & Smoezen over diermisbruik.

Klik hier om te lezen hoe verschillend instanties dit begrip gebruiken.

29 juli 2013

Wij zijn best wel eens boos, maar alleen als het óns uitkomt!

Een van de dingen waar veel Nederlanders boos om worden is dierenmishandeling. Immers een dier behandel je met respect en mededogen. Pony’s die gemaltraiteerd worden door oversekste dikke vrouwen roepen rauwe volkswoede op. De meest draconische straffen worden dat ‘tuig’ in het vooruitzicht gesteld. Een man die zijn hond heeft doodgeslagen wordt belegerd door een op bloed beluste horde burgers. En de stierenrennen in Pamplona waarbij doodsbange en gestreste stieren door een menigte macho-gekken worden opgejaagd veroorzaken een grote zedelijke verontwaardiging. Al die boze reacties zijn natuurlijk volkomen terecht en begrijpelijk.
Maar merkwaardig is toch naar mijn mening dat andere vormen van dierenmishandeling óf niet als zodanig door de massa worden (h)erkend dan wel min of meer stilzwijgend worden geaccepteerd.
Geen massale boosheid bijvoorbeeld bij datgene wat in de bio-industrie gebeurt met vijf honderd miljoen dieren per jaar alleen al in Nederland. Dertig keer meer dan het inwoneraantal van ons land! Het opeenstapelen van duizenden dieren op elkaar, het zonder enige vorm van verdoving verminken van varkens, koeien en kippen uit efficiëntie-overwegingen. De vaak weinig zachtzinnige wijze waarop de dieren de dood worden ingejaagd, het vermag allemaal geen volkswoede op te roepen als b.v. bij de pony’s. Wél worden we boos als iemand het waagt de gruwelen van de Holocaust door te trekken naar het massale en onnodige lijden en sterven van miljarden dieren voor een product wat de mens helemaal niet nodig heeft om zich goed, gezond en lekker te kunnen voeden. “Een dier is geen mens!!”, is dan de veel gehoorde kreet. Dat de mens zelf wel een dier is en dus evenveel respect en mededogen voor zijn mededieren zou moeten opbrengen is aan de meesten niet besteed. Het eigen belang van het stillen van de lekkere trek verzacht kennelijk hier het oordeel over wat dieren wordt aangedaan aanmerkelijk…………
In Nederland zijn ongeveer tweeënhalf miljoen ‘sport’vissers, waaronder een half miljoen kinderen. De stieren in Pamplona en andere horroroorden in Spanje wekken onze sympathie vanwege de wrede en zinloze doodstrijd die ze moeten leveren ter vermaak van een verdorven publiek. Velen wenden hun blik af als op de tv beelden worden getoond van zo’n uit vele wonden bloedende stakker. De in een soort clownspak gestoken halve gare macho brengt het hysterische publiek tot extase wanneer hij nog een treffer in het lichaam van dat arme dier weet te plaatsen. Groot is hier te lande de vreugde – en die deel ik dan eerlijk gezegd ook wel weer! – wanneer zo’n eikel zelf op de horens wordt genomen een deerlijk gewond of erger wordt afgevoerd.
Vissen ervaren pijn, angst en stress. Wat de stier in de arena beleeft is te vergelijken met wat een vis moet doormaken wanneer hij aan een haak met weerhaak uit zijn element wordt opgehaald. In het minst erge geval wordt het dier na de vangst voorzichtig teruggezet, maar het leed is dan al toegebracht. En dat voor een paar uurtjes ontspanning en vermaak van de hengelaar! Er zijn zelfs visser die de vis bij het terugzetten bedanken voor het plezier van het vangen. Voor de hengelaar is het een spel. Voor de vis is het een strijd voor zijn leven. Met welk recht de mens dit wrede spel met een ander hoog ontwikkeld levend meent wezen te mogen spelen heeft niemand mij nog duidelijk kunnen maken. Maar ook anders dan bij de pony en de doodgslagen hond zie ik nooit opgewonden mensenmenigtes aan de waterkant staan die zich verzetten tegen het als hobby kwellen van onschuldige en weeloze dieren. Sterker nog, RTL7 zendt een viswedstrijd op de tv rechtstreeks uit en daar wordt gretig naar gekeken. Geen boosheid dus, waar die er wel zou moeten zijn!
Ook geen massieve maatschappelijke boosheid over andere activiteiten waarbij dieren aan de wil en de grillen van de naar winst, vermaak, genotzucht en status strevende mens worden overgeleverd. Paarden- en duiven’sport’, waarbij dieren worden gedwongen tot prestaties die ze uit eigen beweging nooit zouden opbrengen. Evenals in circussen en dolfinaria waar prachtige wilde dieren tot platte vermaaksobjecten worden gedegradeerd, vaak met harde hand. En het feit dat onze nieuwe koning – u weet wel, géén protocolfetisjist! – in zijn ruim voorhanden vrije tijd met genoegen weerloze dieren aan flarden schiet en zijn charmante echtgenote – u weet wel, je was een beetje dóm……. – die zichzelf en haar koters schaamteloos in de vacht van om zeep geholpen dieren hult brengt geen petitie of spandoekenoptocht op gang. Geen oprechte boosheid waar dat best wel een beetje zou mogen.
Dierenmishandeling, het zou overal en te allen tijde onze oprechte boosheid, verontwaardiging en verzet moeten oproepen. Maar dat is niet zo. De voorwaardelijke boosheid wordt goed weerspiegeld in de voorhanden wetten:

Wet Dieren:
Artikel 1.3. Intrinsieke waarde:
1. De intrinsieke waarde van het dier wordt erkend.
• 2. Onder erkenning van de intrinsieke waarde als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan erkenning van de eigenwaarde van dieren, zijnde wezens met gevoel. Bij het stellen van regels bij of krachtens deze wet, en het nemen van op die regels gebaseerde besluiten, wordt ten volle rekening gehouden met de gevolgen die deze regels of besluiten hebben voor deze intrinsieke waarde van het dier, onverminderd andere gerechtvaardigde belangen. Daarbij wordt er in elk geval in voorzien dat de inbreuk op de integriteit of het welzijn van dieren, verder dan redelijkerwijs noodzakelijk, wordt voorkomen en dat de zorg die de dieren redelijkerwijs behoeven is verzekerd.
• 3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt tot de zorg die dieren redelijkerwijs behoeven in elk geval gerekend dat dieren zijn gevrijwaard van:
o a. dorst, honger en onjuiste voeding;
o b. fysiek en fysiologisch ongerief;
o c. pijn, verwonding en ziektes;
o d. angst en chronische stress;
o e. beperking van hun natuurlijk gedrag;


Dieren moeten dus goed behandeld worden en hun mag de nodige zorg niet worden onthouden. Tevens moet hun de mogelijkheid geboden worden hun natuurlijk gedrag te vertonen. Het venijn zit echter ook hier in de staart van dit artikel: voor zover zulks redelijkerwijs kan worden verlangd.
Dit zou nog aangevuld kunnen worden met: "En voor zover zulks redelijkerwijs de belangen van de mens, hoe triviaal ook!!, niet hindert”.


Herman Gallé


27 januari 2013

GroenLinks: zachte heelmeesters

De titel is een zin uit het verslag van Nel van Dijk die de commissie voorzat die de verkiezingsnederlaag van GroenLinks in 2012 onderzocht.
Zelf heb ik ooit een proeflidmaatschap van GroenLinks gehad en voortijdig opgezegd. Ik herken in de conclusies van het rapport de een schijnbare betrokkenheid, die niet echt duurzaam en sociaal is. Voor mij was het voorbeeld de manier waarop GroenLinks tegen dierenwelzijn en dierenrechten aankeek. Wanneer je veel koeien in een grote schuur zet, dan kun je de mest opvangen en proberen er energie uit te halen. Kortom: een milieuprobleem (vervuiling) lijkt voorkomen en schijnbaar omgezet in iets nuttigs (energie). Of de dieren een dierwaardig leven hebben, levenslang binnen, dat interesseert weinig kiezers en leden van GroenLinks echt. Dat biomassavergisting alleen met veel subsidie kan bestaan en niet echt een duurzame oplossing is, ook niet.

Typisch GroenLinks is ook te zeggen dat zeldzame dieren een hoge intrinsieke waarde hebben en over talrijke individuen in een stal hoor je ze niet. Liever één zeearend in de lucht dan de lucht van tien plofkippen. Natuurlijk is een zeearend leuk om naar te kijken en wil je weer dat deze dieren in ons land te zien zijn, maar als je echt betrokken bent bij dierenwelzijn dan probeer je te voorkomen dat de dieronvriendelijke praktijk van de bio-industrie duurzaam blijft bestaan. Biologisch landbouw heeft een aantal voordelen, maar geef dan ook toe dat het om de onzekerheid over je eigen gezondheid gaat en dat kunstmest en bestrijdingsmiddelen alleen een probleem zijn wanneer er te veel van toegepast wordt.

Ik denk dat een partij die probeert en duurzaam en sociaal te zijn te veel hooi op zijn vork neemt in een tijd dat een rechtse kiezer niet het label opgeplakt wil hebben dat hij niet sociaal en niet duurzaam is. In Duitsland werkt het voor de Groenen, maar die hebben gekozen voor echte duurzaamheid.

Klik hier om meer te lezen over intrinsieke waarde en hoe verschillend instanties dit begrip gebruiken of in de Internetversie bij de labels.

17 december 2012

De gestrande bultrug leidt tot verhitte discussie

In de wereld van dierenbeschermers is weinig controverse wanneer het gaat om het redden van zeldzame dieren. Wanneer de dieren talrijker zijn wijken de standpunten meer uiteen. Bijvoorbeeld Lenie ’t Hart zal zo veel mogelijk zeehonden in nood in Pieterburen opvangen en medewerkers van Ecomare op Texel zullen deze dieren eerder aan hun lot overlaten.
Grote zeezoogdieren die op een strand aanspoelen blijven niet onopgemerkt. Soms stranden ze per ongeluk, soms stranden ze omdat zij al stervende, drijvend het strand opspoelen. Hoe meer dieren er zijn, hoe groter de kans dat er ergens één opduikt.
Ook menselijke activiteiten doen dieren stranden. Ze zijn dan bijvoorbeeld in de war geraakt door lawaai onder water, waardoor ze zich niet goed meer kunnen oriënteren.
Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente waar een dier in nood belandt hoe en of de hulpverlening wordt georganiseerd. Hulpverlening kost geld. Die investering is soms puur voor het dier, soms heeft het ook een commercieel tintje. Een potvis op een druk bevolkt strand gaat enorm stinken en zou moeten worden opgeruimd.
Een stervend dier in de Oostvaardersplassen kan dienen als voedsel voor andere dieren. Te veel van de honger stervende dieren als gevolg van fout beleid vraagt aanpassing van het beleid.
Voor zowel mens als dier geldt dat het een vrijwillige zaak is of je een dier in de vrije natuur helpt of niet, althans dat zou het moeten zijn. Voor aangereden dieren in een gemeente wordt het minder vrijblijvend. Hetzelfde geldt voor dieren die het slachtoffer zijn van andere menselijke activiteiten, bijvoorbeeld visserij of godsdienstige overwegingen bij de rituele slacht.
Op Twitter viel deze tweet van Mireille de Roo te lezen: “Dieren worden tot dingen gedegradeerd zodra de hebzucht vd mens om de hoek komt kijken”.
Het gevolg van de hebzucht is een onverschillige en dingmatige behandeling, alsof dieren geen gevoel of belangen hebben. Allerlei drogredenen worden vervolgens aangevoerd om zichzelf vrij te pleiten van een zorgplicht.

Voor mij is de meest bevredigende grondhouding om er in mijn handelingen voor te zorgen dat dieren geen nadelige gevolgen hebben. Daarom "bezit" ik geen huisdier(en) en eet ik geen vlees. Wanneer ik een dier in nood aantref, dan bel ik de dierenambulance of desnoods verlos ik het dier uit zijn lijden. Het uitgangspunt voor mij is dat dieren net als mensen vrijheid als grondrecht hebben. Voor het overige kunnen twee, met woorden strijdende partijen voor mij allebei gelijk hebben. Maar de betrokkenheid bij een dier daalt voor mij niet als er meer van zijn of stijgt niet naar mate deze zeldzamer wordt. Uiteraard wordt voor mij een zeldzaam dier wel sneller een individu.
De (intrinsieke) waarde van mens en dier is niet in geld uit te drukken, de moeite die je doet wel.

11 oktober 2012

Hoe maak je mensen bewust dat dieren grond-rechten hebben?

Samenvatting van het werk van Marieke de Vrij op het thema dierenrechten
Copyright © Marieke de Vrij.
Overname toegestaan met bronvermelding (www.dierenPerspectief.nl).

Inleiding
Marieke de Vrij is in staat collectieve velden uiterst gedetailleerd te lezen, waardoor zij beschrijvingen afgeeft van het dierenleven zoals het dier zichzelf beleeft. Binnen de collectieve velden van dieren is het dierenleed sterk toenemend en dat leidt tot degeneratie van diersoorten en ontzield leefgedrag.
Het doorgeven van de Grond-Rechten van het Gedomesticeerde Dier is essentieel om de intrinsieke waarde van het dier beter te begrijpen en te herstellen. Hiermee kan de mens het wezenlijke contact met dieren en de taak van de mens als ‘Behoeder van het Dier’, weer op zich nemen.
De meeste mensen zijn zich nog te weinig bewust van de wederzijdse afhankelijkheid van het dier ten opzichte van de mens. Hij heeft, huisdieren uitgezonderd, nauwelijks contact meer met de werkelijke betekenis die het dier voor de mens heeft.
Het is essentieel, ook voor de mens, dat het dier in zijn wezenskenmerken tot zijn recht komt en gediend wordt. Deze Grond-Rechten van het gedomesticeerde dier kunnen hierbij een ijkfunctie vervullen.

Grond-rechten
  • Het recht er wezenlijk te zijn.
  • Het recht op het volgen van de natuurlijke evolutiedrang.
  • Het recht om met soortgenoten te leven in een eigen gemeenschap.
  • Het recht om zich binnen zijn eigen gemeenschap opgenomen en goed te voelen.
  • Het recht op een zodanige leefsituatie dat het telepathisch contact van dieren onderling niet overstemd en verstoord wordt.
  • Het recht zich te verlustigen vanuit ‘speelgenot’.
  • Het recht op gezond water en voedsel.
  • Het recht op een natuurlijk dag- en nachtritme.
  • Het recht op beschutting ter overleving van wintertijden of barre weersinvloeden.
  • Het recht op een passende en comfortabele ondergrond qua oppervlakte en grondstructuur, afgestemd op identiteit, leefwijze en lichaamsbouw, opdat hoeven- en potenstructuur gezond blijven.
  • Het recht op het zelf innemen van voedsel.
  • Het recht alle natuurlijke leeftijdsfases door te maken wanneer er geen wezenlijke noodzaak is dit te doorbreken.
  • Het recht op gezondheidsbevorderende omstandigheden.
  • Het recht om middels ziekte natuurlijke afweerstoffen op te bouwen, of te sterven en daarmee natuurlijke rasontwikkeling mogelijk te maken.
  • Het recht op natuurlijke voortplantingsrituelen en ritmes.
  • Het recht op het ontwikkelen van een soortidentiteit.
  • Het recht om op soortspecifieke wijze tot rouwverwerking te komen bij het verlies van nageslacht, zoals bij misgeboorte, sterfte en weghalen.
  • Het recht op zelfoverleving.
  • Het recht niet onnodig geofferd te worden voor doelen die zijn wezen of het collectieve veld van soortgenoten ontkrachten.
  • Het recht op behoud van ras- en geslachtsidentiteit.
  • Het recht op dierwaardige vervoerscondities.
  • Het recht op een waardige dood.

In elke nieuwsbrief van DierenPerspectief wordt een grond-recht nader toegelicht.

Tot zover de site van Marieke de Vrij.

Afgezien van de oncontroleerbare bron waarop Marieke zich baseert, is er natuurlijk niets mis met haar boodschap. Maar net als een vis zich niet bewust is van het water is er iets wat Marieke de Vrij niet vermeldt. Het grondrecht op vrijheid maakt het overbodig om het ongrijpbare en moeilijk communiceerbaar begrip intrinsieke waarde te gebruiken.
Willen we voor dieren echt wat betekenen dan zullen we op gelijkwaardige basis in termen van grondrechten als mensen in gesprek moeten gaan, zonder oordelen. Dat wil zeggen dat producenten en consumenten van dierlijke producten vrij, zonder oordeel, met elkaar in gesprek kunnen gaan om bovenstaande grond-rechten te respecteren en te realiseren.

15 maart 2012

Waarom moet de bontfokkerij wel worden verboden?

Door het toenemende gebruik van bont in de mode gaat het de Nederlandse pelsdierfokkers voor de wind. Er is dan ook weer wat geld om een poging te doen om het imago op Internet wat op te krikken. Wie een kijkje neemt op de site van de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierhouders (NFE) vindt dan ook veel achtergrondinformatie over de manier waarop nertsen worden gehouden.
Vele tegenstanders van de pelsdierhouderij gruwelen van het moment dat de nertsen gedood worden om van hun pels te worden ontdaan. Anderen vinden de karige levensomstandigheden een groter bezwaar. Kijk maar eens naar de povere manieren waarop de nertsenhouder poogt het leven in de kooi van een nerts wat te “verrijken”.

Er is zelfs een ethicus G. de Jonge bereid gevonden om ethische bezwaren van tegengas te voorzien. Het moet gezegd: de heer de Jonge heeft het niet moeilijk om een aantal ethische bezwaren te ondergraven. De reden daarvan is de historische naïviteit waarmee dierenbeschermers menen de rechten van dieren te moeten onderbouwen. Zo zijn er nog steeds velen die denken dat het indruk maakt om aan te voeren dat een nerts een intrinsieke waarde heeft. Voor een pelsdierhouder is de economische waarde van de pels veel indrukwekkender dan de intrinsieke waarde van het levende dier.

Een pelsdierhouder mishandelt zijn dieren niet actief. Hij kijkt wel uit, want hij wil een mooie pels. Het moment dat de nertsen vergast worden om hen van hun mantel te ontdoen is voor veel mensen een vreselijke gedachte, omdat zij de dood eng vinden.
Vele mensen realiseren zich niet dat het leven van een nerts oersaai is en dat daarin het eigenlijke bezwaar ligt. Deze dieren worden in gevangenschap geboren en krijgen nooit wat in de vrije natuur al miljoenen jaren normaal is: de mogelijkheid tot natuurlijk gedrag in vrijheid.
Dat is de ethische grens die de nertsenhouder overschrijdt en daarop heeft de heer de Jonge geen antwoord.

17 december 2011

Plastic filosofie over afname biodiversiteit

Bas Haring schrijft in Volkskrant van 17-12-2011 het volgende.
Nu heb ik een boek geschreven over de waarde en betekenis van biodiversiteit. Hoe meer soorten hoe beter, lijkt het algemene idee. Maar ik zet daar vraagtekens bij: is een soortenrijke natuur per se beter dan een natuur met minder soorten?
Ziedende reacties krijg ik. Ik zou de slechtste mens van Nederland zijn; ik zou niks begrijpen van filosofie. Mijn boek zou veel te oppervlakkig zijn voor dit soort ingewikkelde onderwerpen; en ik moest me maar niet meer in het openbaar laten horen.
Terwijl mijn vraag helemaal niet vreemd is. Er verdwijnen soorten en daarover maken we ons zorgen. Hoe groot moeten onze zorgen zijn? Bovendien zijn soorten geen wezens, maar categorieën. Verzamelbakken met naambordjes. Dat je je het lot aantrekt van een dier in nood is vrij logisch en makkelijk te onderbouwen. Dat je je het lot aantrekt van een naambordje ligt veel minder voor de hand.
Tot zover Haring.

Het bezwaar tegen het verdwijnen van soorten is niet dat zij verdwijnen maar dat het gebeurt om de verkeerde redenen. Zou het een natuurlijke reden hebben dan is er geen haan die er naar kraait, maar de achteruitgang gebeurt ook uit onverschilligheid en hebzucht. Hoe meer soorten er overblijven, hoe beter.

Haring vervolgt:
Verder was er iets interessants aan de hand met de argumenten die filosofen en biologen aandragen ten gunste van die plant- en diersoorten. Ik heb veel filosofen een biologisch argument horen gebruiken: 'Meer soorten betekent een gezondere, betere natuur. Alle soorten zijn nodig voor het optimaal functioneren van een ecosysteem'. Terwijl veel biologen zich juist baseren op filosofie: 'soorten doen er van zichzelf en vanzelfsprekend toe. Ze hebben 'intrinsieke waarde'.
Filosofen hoor je dat laatste argument zelden gebruiken. Zij weten wel dat 'intrinsieke waarde' een nogal lastig begrip is. Wanneer heeft iets intrinsieke waarde dan? En waarom? Andersom gebruiken biologen zelden het biologische argument van de filosofen. Biologen weten op hun beurt dat meer soorten niet per se een gezondere of betere natuur betekent.
Dat is toch reuze interessant? Reden te meer om eens te onderzoeken wat er aan de hand is. Toch?!
Tot zover wederom Bas Haring.

Het kan leuk zijn wanneer een filosoof originele vragen stelt.
Geen mens op aarde denkt dat we met een groeiende wereldbevolking meer soorten krijgen. Velen zullen het jammer vinden dat er soorten verdwijnen terwijl dat niet nodig is. Is het teveel gevraagd als een goedbetaalde hoogleraar filosofie zijn hersenen wat meer zou inspannen om mee te helpen denken over hoe we dit kunnen voorkomen? In plaats van vragen te stellen waarop niemand het antwoord wil weten?

Volgens Gerard Jagers moeten we op een andere manier naar het begrip evolutie kijken. Als we dat doen volgt evolutie voorspelbare patronen, en zouden we de volgende stap in de evolutie kunnen voorspellen. Jagers nodigt De soortenstorm uit tot een nieuw soort discussie, niet alleen academisch, maar juist ook gericht op een praktische toepassing in de natuurbescherming.

Bas Haring: over het opheffen van de natuur (bol.com).

01 juni 2011

PvdD senator Koffeman probeert het begrip Intrinsieke Waarde inhoud te geven

PvdD senator Niko Koffeman probeert het lege begrip Intrinsieke waarde inhoud te geven via een motie in de Eerste Kamer:

Voorgesteld 24 mei 2011 De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende, dat de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de erkenning van de intrinsieke waarde van dieren enkel van toepassing wil laten zijn op de huisvesting en verzorging van dieren die gehouden worden; van mening, dat de erkenning van de intrinsieke waarde van dieren impliceert dat het gebruik van dieren ethisch gerechtvaardigd dient te worden; constaterende, dat de Raad voor Dierenaangelegenheden in haar rapport «Agenda voor het dierbeleid» (2010) stelt dat:
«Erkenning van de intrinsieke waarde van het dier betekent dat het gebruik van dieren zal moeten worden gerechtvaardigd. Er zal dus een afweging gemaakt moeten worden van de belangen van de mens tegenover de belangen van het dier. Wat daarbij wel of niet acceptabel is, en de voorwaarden waaronder het gerechtvaardigd is om dieren te gebruiken, zal moeten worden beargumenteerd»;
verzoekt de regering invulling te geven aan een concreet toetsingskader intrinsieke waarde van dieren volgens de bekende afwegingsmodellen zoals die van de Raad voor Dierenaangelegenheden en van bijvoorbeeld het Rathenau Instituut en deze periodiek te evalueren en te betrekken bij het uiteindelijke afwegingsmodel dat aan de verdere concrete invulling van de Wet dieren in algemene maatregelen van bestuur behoort te liggen, Eerste Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 31 389, Q 1 en gaat over tot de orde van de dag.
Koffeman
Peters
Slager
Böhler
Reuten

Tot zover de PvdD motie.

Het lastige met lege begrippen als intrinsieke waarde is om te bepalen wanneer het echt serieus wordt genomen. Wanneer beleidsmakers het snel omarmen kan het een teken zijn dat het hun niet beperkt in de uitvoering van hun plannen en dan is instemming een schijnsucces.
Het begrip bestaat al 30 jaar en een voorbeeld dat iemand zijn gedrag heeft veranderd op basis van het begrip bestaat niet en is ook onwaarschijnlijk.
Dieren in hun waarde laten is wat anders dan hun met rust laten omdat anders hun intrinsieke waarde in het geding is.

Klik hier om meer te lezen over intrinsieke waarde en hoe verschillend instanties dit begrip gebruiken of in de Internetversie bij de labels.

25 maart 2011

Dierenwelzijn is geen exportproduct

Sommige dierenbeschermers worden enthousiast van het idee dat Nederland een exporteur van dierenwelzijn zou kunnen zijn. Waarschijnlijk denken ze dat wanneer dierenwelzijn een exportproduct is dat dan het dierenwelzijn wel goed geregeld zou moeten zijn. Het is zo een beetje een indirecte, maar ook doorzichtige manier om in Nederland dierenwelzijn te bevorderen.
Waarom is dit niet zo’n goed idee? Wel, dierenwelzijn is van oudsher in ons land slecht geregeld. Met de komst van de intensieve veehouderij werden de stallen steeds groter. Deze ontwikkeling werd verdedigd met de bewering dat in grote stallen dierenwelzijn niet per se slecht geregeld zou zijn.
Maar minder slecht geregelde dierenwelzijn is nog steeds slecht geregelde dierenwelzijn. Het zijn allemaal woordspelletjes en oneigenlijke argumenten. Wil een dier welzijn ervaren dan moet er sprake zijn van vijf vrijheden:
  1. Vrijheid van honger en dorst
    - direct toegang tot vers water en voedsel om gezond te blijven
  2. Vrijheid van ongemak
    - door een comfortabel onderdak en rust te bieden
  3. Vrijheid van pijn, verwonding en ziekte
    - door dit te voorkomen of snel te diagnosticeren en te behandelen
  4. Vrijheid om normaal gedrag te vertonen
    - door voldoende ruimte, mogelijkheden en gezelschap van soortgenoten
  5. Vrijheid van angst en spanning
    - door voor omstandigheden te zorgen die lijden vermijden
Met name de vrijheid om normaal gedrag te vertonen is de vrijheid die wordt geschonden door dieren het hele jaar op stal te houden.
De naïviteit van sommige dierenbeschermers is inderdaad grenzeloos. We zagen dit al eerder bij het begrip intrinsieke waarde. Er is geen enkele boer die ontkent dat dieren een intrinsieke waarde hebben. Dat zou de dierenbescherming argwanend moeten maken. Het enige wat helpt is de veestapel in ons land te verkleinen zodat de overblijvende dieren daadwerkelijk naar buiten kunnen zonder dat er sprake is van een mestoverschot.

19 februari 2011

Natuurbeheerder spreek heldere taal

Intrinsieke waarde, eigenwaarde, biodiversiteit, Ecologisch HoofdStructuur, het zijn geen termen die in het publiek herkenning opleveren. “Natuurorganisaties zijn teveel op Den Haag gericht” stelt Kris van Koppen, hoofddocent milieubeleid uit Wageningen in het magazine “Down to Earth” van Milieudefensie.
De terminologie is te abstract. Jongeren en andere recreanten kunnen op TV bij Animal Planet en in de dierentuin of op vakantie in het buitenland de meest exotische dieren van dichtbij bewonderen. Dieren in de vaderlandse natuur zijn of afwezig of houden zich (bang voor jagers) overdag schuil. Geen wonder dat de betrokkenheid op soortniveau van het publiek niet zo groot is. Zij heeft geen beeld bij natuurdoeltypen en verbindingszondes als nog minder dat betekent dat zij zelf niet welkom zijn.
Het is dan ook geen wonder dat mede in de slechte economische conjunctuur de steun van leden van natuurorganisaties terugloopt. Het helpt ook niet wanneer de stadse mens in de rustige groene vlakken op het platteland in eerste instantie geen kwaad ziet. Je moet weten hoe het vroeger was om je te realiseren wat je mist en wat er verloren is gegaan. Van Koppen pleit voor meer inbreng en verantwoordelijkheid in de projecten die je onderneemt en het betrekken bij concreet natuurbeheer.
Maar er is ook veel te winnen met helderder taalgebruik: wat is respect voor dieren en wat valt nu wel of niet onder dierenrechten of dierenwelzijn?

11 december 2010

Geld geven voor de waardigheid van een dier

Dirk de Waard laat ongeveer tien miljoen euro na aan de zwerfkatten in Velsen. Met dat geld wordt een nieuwe vzw opgericht, genaamd Het Waardige Dier, die donaties zal doen aan initiatieven tegen dierenleed. Volgens Stichting Zwerfkatten Havengebied IJmuiden gaf Dirk niet alleen regelmatig geld aan dierenbeschermingsorganisaties, maar ook aan kerken, zodat zij voedselpakketten konden samenstellen voor behoeftige Velsenaren.
“Het Waardige dier” is niet alleen een herinnering aan de donateur De Waard, het is ook een mooie benaming voor wat een zwerfkat soms mist: waardigheid. Hopelijk zal de Stichting ook ondersteuning geven aan initiatieven voor dieren in andere omstandigheden waarin zij een dieronwaardig leven leiden. Goed voorbeeld doet volgen. Mensen motiveren met een initiatief dat waardigheid terugbrengt is effectiever dan mensen proberen rekening te houden met gevolgen voor dieren omdat dieren een intrinsieke waarde zouden hebben. Dieren wordt hun waardigheid afgenomen, bijvoorbeeld door huisdieren op straat te zetten of in de bio-industrie. Een zwerfkat heeft door zijn vrijheid de helft van zijn waardigheid weer terug, maar leeft in een omgeving waar hij niet thuishoort. Hij leeft ook afhankelijk en dat is onwaardig.
Door onszelf rekenschap te geven van de gevolgen van ons consumptiegedrag kunnen we voorkomen dat we ongewild bijdragen aan de ontwaardiging van dieren. Het woord “ontwaardiging” bestaat niet, wel “verontwaardiging”. En dat is vreemd: we zijn wel verontwaardigd over “ontwaarding”, maar laten na om de twee waarheden te zien die gelijktijdig gelden. We kunnen als individu weinig doen om het lot van dieren te verbeteren, maar als we als individu vervolgens helemaal niets doen, dan zal er nooit wat veranderen. We kunnen allemaal meewerken aan het steriliseren en castreren van huisdieren en zo voorkomen dat nakomelingen (van zwerfkatten) een dieronwaardig bestaan zullen leiden en we kunnen allemaal stoppen met vlees eten uit de bio-industrie. En of die consequentie geld kost is aan u. U hoeft geen huisdier te nemen en geen vlees te eten.
Daar is niets excentrieks en wereldvreemds aan.

04 februari 2010

Spreek bij seks met dieren duidelijke taal

In zijn weblog schrijft Frank Dales, directeur van de Dierenbescherming, over het verbod op sex met dieren. Hij schrijft: “Bij dezen doe ik een beroep op de moraal van de weifelende senatoren; seks met dieren is onethisch en moet op grond van de intrinsieke waarde van dieren verboden worden.” Laat er geen misverstand over bestaan: seks met dieren is niet fris maar wanneer je het vergelijkt met pedofilie, dan zeg je toch ook niet seks met kinderen is onethisch en moet op grond van de intrinsieke waarde van kinderen verboden worden.”
Een primaire reactie is “je moet met jouw poten van kinderen en dieren afblijven”. Iets meer doordacht verwoord: “kinderen en dieren moeten gevrijwaard worden van de seksuele behoeften van volwassen mensen”.
Waar het omgaat is het recht op vrijheid. Een kind kan vrij opgroeien wanneer het gevrijwaard blijft van de seksuele belangstelling van ouderen.
Tweede Kamerlid Harm Evert Waalkens is een van de politici die het wetsvoorstel heeft ingediend. Hij koos daarbij niet te spreken over seksuele handelingen met dieren, maar over ontuchtige handelingen. Wanneer hij over seksuele handelingen zou spreken, dan zou een groot deel van de intensieve veehouderij verboden moeten worden, omdat kunstmatige inseminatie een seksuele handeling met dieren is.
Dales en Waalkens vinden dat dieren uit de bio-industrie een intrinsieke waarde hebben. Dat kunnen zij vinden en zij worden daarin niet tegengesproken, want er is geen intensieve veehouder die daarmee in de praktijk grenzen kan worden opgelegd op basis van die opvattingen.
Omdat de Dierenbescherming en politici buiten de Partij voor de Dieren principes hanteren voor onze omgang met dieren slaan zij geen deuk in een pakje boter.
Het getuigt van lef om te erkennen dat dieren net als mensen recht hebben op vrijheid om zich natuurlijk te gedragen. Het zijn de mensen die zichzelf zouden moeten begrenzen in hun handelen met dieren. Mensen daartoe bewegen met de juiste taal, dat is de kunst, waarmee gewenste veranderingen in onze maatschappij op gang komen.

26 december 2009

Mens en Dier

Nog even en dit jaar is ook weer geschiedenis. Op 31 december om 12.00 uur ’s nachts knallen de champagnekurken en een krankzinnige hoeveelheid vuurwerk om het nieuwe jaar te verwelkomen. Een nieuw jaar zit er niet in voor de tienduizenden, merendeels gezonde, schapen en geiten die zijn of worden afgemaakt als gevolg van een falend beleid met betrekking tot dieren in het algemeen en veeziekten in het bijzonder. Het failliet van de vee-industrie komt steeds duidelijker in beeld! Er zullen, naar ik vrees, nog vele slachtoffers vallen voor de mensheid tot het inzicht komt dat het systeem volkomen is vastgelopen en doorgeslagen.
Dieren zijn het slachtoffer geworden van de grootheidswaan van de mens die meent straffeloos de eigen belangen te allen tijde te kunnen laten prevaleren. Belangen van andere levende wezens worden daaraan volkomen ondergeschikt gemaakt. De vijfhonderd miljoen(!!) dieren die per jaar in Nederland in de vee-industrie (vroeger bio-industrie genaamd) worden ‘gebruikt’ zijn de treurige slachtoffers van de opvatting dat de ‘dieren er immers voor de mensen zijn’! Net zo min echter als de vrouwen er voor de mannen zijn en de zwarten er voor de blanken zijn – denkbeelden die het ook lang hebben uitgehouden! – zijn de dieren er voor de mensen.
Een dier heeft een eigen – intrinsieke – waarde, die los staat van de waarde voor de mens. Die intrinsieke waarde wordt echter in onze samenleving grotendeels genegeerd, ontkend, gebagatelliseerd en geridiculiseerd. Dat is natuurlijk ook wel handig want stel je voor dat dieren rechten zouden hebben. Bijvoorbeeld het recht om hun natuurlijk, soorteigen gedrag te vertonen, gevrijwaard te zijn van honger dorst, pijn, stress en ander ongerief dat aan het houden van dieren door mensen vast zit. (En dan bedoel ik met ‘het houden van’ niet dat mensen een liefdevolle band met hun (huis)dier hebben). Dat zou het absolute einde van de vee-industrie betekenen. Geen kiloknaller meer of een met belachelijke vleesprijzen stuntende C1000. Geen eieren meer die nog evenveel kosten als in de vijftiger en zestiger jaren, alleen omdat de kippen met tienduizenden op een kluitje, met afgeslepen snavels, als eilegmachine worden gebruikt.
Wat nu met de geiten en schapen gebeurt is wederom een triest dieptepunt in het doorlopende drama van de relatie mens – dier.
Het zal ongetwijfeld het laatste niet zijn. Nu al is Q-koorts geconstateerd bij koeien. Het op elkaar stapelen van dieren in megastallen, fokkerijen, mesterijen en wat dies meer zij, zal tot gevolg hebben dat veel dieren en rot leven lijden, onderhevig zullen blijven aan allerlei gevaarlijke ziekten en die ook onvermijdelijk op de mens zullen blijven overdragen. De MRSA-bacterie is daar ook een goed voorbeeld van. Ongeveer de helft van alle varkenshouders is besmet met deze bacterie die met name voor ouderen, kinderen en mensen met een verminderde weerstand zeer gevaarlijk is. Varkenshouders en hun gezinsleden worden bij ziekenhuisopname daarom uit voorzorg in quarantaine gezet. Al deze ziekten kunnen voorkomen worden dan wel kunnen de effecten er van gedempt worden door de intensieve veehouderij af te schaffen. Dat zal de dieren, de mensen, het klimaat, de natuur en het milieu alleen maar ten goede komen.
Iedereen een gezond, dier- en mensvriendelijk 2010 toegewenst!

08 december 2009

Wet dieren met tandeloze amendementen gecompliceerd

Dinsdag 8 december 2009 stemde de Tweede Kamer over de nieuwe Wet dieren. Marianne Thieme doet verslag op haar weblog.

Verder hebben we gestemd over alle moties en amendementen voor de nieuwe Wet dieren en voor de Landbouwbegroting 2010. Een wet die in de plaats komt van de huidige Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Het is een waardeloze wet geworden die dankzij een aantal amendementen en moties toch nog een beetje diervriendelijker gemaakt is en op een paar punten zelfs diervriendelijker dan de huidige gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Zo is er een amendement aangenomen die de intrinsieke waarde van dieren (de waarde die het dier van zichzelf heeft los van het nut voor de mens) nog nader invult door ook de vijf vrijheden van Brambell toe te voegen.
Die vijf vrijheden zijn de volgende.

Dieren zijn vrij:
1. van dorst, honger en onjuiste voeding;
2. van fysiek en fysiologisch ongerief;
3. van pijn, verwondingen en ziektes
4. van angst en chronische stress;
5. om hun natuurlijk (soorteigen) gedrag te vertonen.

Teleurstellend was wel dat dit amendement (afkomstig van de coalitiepartijen) slechts uitging van de gedachte dat dieren enkel wezens zijn met gevoel. Het is al heel lang bekend dat dieren levende wezens zijn met niet alleen gevoel maar ook met bewustzijn.

Tot zover de weblog van Marianne Thieme.

Het is een goede zaak om de vrijheden te betrekken bij dierenrechten. De gedachte daarachter is vrij simpel dat dieren recht op vrijheid hebben, zoals de grondrechten voor mensen ook zijn gebaseerd. Jammer is dat gevoel en bewustzijn erbij worden gehaald, want hiermee ligt ook het gevaar van discriminatie tussen diersoorten op de loer. Het is niet voor niets dat bij de Franse revolutie simpelweg werd gesteld “vrijheid, gelijkheid en broederliefde”. Door te betogen dat dieren met bewustzijn en gevoel meer rechten zouden moeten hebben dan andere dieren, wordt een eindeloze discussie gestart over waar de grens moet worden getrokken. Was de pleidooi voor dierenrechten simpelweg gebaseerd op vrijheid dan hadden vrijwel alle levende wezens hieronder kunnen worden geschaard.

06 oktober 2009

Discussie over dierenrechten al 30 jaar hetzelfde

Zondagmiddag 4 oktober 2009 werd in het Heerenhuys te Groningen een Dwarsdiep debat gehouden over dierenrechten. Sprekers waren Erno Eskens, Hans Harbers en Dirk Boon.
Erno Eskens heeft een boek geschreven met als titel “Democratie voor Dieren”; Hans Harbers is boerenzoon en docent filosofie aan de RU Groningen en Dirk Boon is voormalig hoogleraar Dier en Recht.
Harbers pleitte ervoor om vooral in de praktijk en in de relatie met het dier af te leiden wat het dier nodig heeft en dat rechten daarbij niet zo’n belangrijke rol spelen. Doordat productiedieren steeds meer in gesloten stallen worden gehouden is er ook minder zicht op de wijze waarop de dieren worden gehouden.
Voor Boon is het al lang wettelijk goed geregeld voor dieren, maar wordt de wet domweg niet toegepast. Hij ziet daarvoor nauwelijks een oplossing, hoogstens dat door toenemende milieudruk het aantal productiedieren in ons land zal worden ingeperkt.
Gaandeweg de discussie verzuchtte Dirk Boon “ik voer en volg de discussie over dierenrechten al 30 jaar en telkens komen dezelfde onderwerpen en argumenten over tafel”.

En zo was het. Voorzichtige pogingen uit het publiek om de discussie naar een ander niveau te brengen door “uit te gaan van het Zijn van het dier” of van het begrip “vrijheid als grondrecht voor dieren” werden afgewezen als te vaag of te onbegrensd.
Overigens is het een bekende politiek van agrarische belanghebbenden om de discussie over dierenrechten expres te laten verzanden door te hooi en te gras drogredenen aan te voeren.

Het lijkt wel of we de taal ontberen om het wezen van (dieren)rechten te bespreken. Eskens ziet in de eerste en voornaamste regel in de grondwet de belangrijkste reden om dieren ook rechten te geven. Artikel 1 geeft aan dat gelijke gevallen gelijk behandeld dienen te worden (gelijkheidsbeginsel) en dat discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook niet is toegestaan (discriminatieverbod).
Maar vervolgens stopt Eskens met citeren uit de grondwet. De overige artikelen uit de grondwet gaan voornamelijk over “vrijheid”. En dat is allemaal niet verwonderlijk want de Nederlandse grondwet is sterk gerelateerd aan het adagium van de Franse revolutie: “Vrijheid, gelijkheid en broederschap”.
Maar het bepalen van de grenzen van vrijheid vraagt een constant onderhoud. En velen lijken op te zien tegen die moeite, terwijl we in de praktijk niets anders doen dan grenzen in te schatten, bijvoorbeeld in de etiquette of in het betonen van respect. Na enige oefening is het een fluitje van een cent en een kind kan de was doen.
Ook het gesprek rondom het “zijn van het dier” verwordt gemakkelijk. Veel mensen willen een veehouderij waarin het dier zichzelf kan zijn in een natuurlijke omgeving. Elk dier heeft een waarde op zich. In de wetgeving ontaardde dit uitgangspunt in het wezenloze begrip “eigenwaarde” of “intrinsieke waarde”.

Gelukkig stopt het LNV met deze loze woorden, maar vervolgt vervolgens zelf met een lege dierenwelzijnswet.

Hoe moeten we wel handelen in het belang van het dier? Het antwoord is eenvoudig: door enerzijds minder te handelen en anderzijds meer te laten; door grenzen te stellen aan de omvang van de dierenpopulatie in eigen land en door zelf als consument zoveel mogelijk af te zien van het consumeren van dierlijke producten van discutabele herkomst.
Ook dit antwoord wordt al decennia gegeven. Wezenlijke vooruitgang gaat langzaam. Ondertussen blijft het van belang om met elkaar in gesprek te blijven, want veel ongebonden actievoerders, gericht op succes op de korte termijn, brengen meer schade dan oplossingen. Het belang van dieren is een zaak van lange adem. Er is op aarde steeds minder ruimte voor mens en dier. Dirk Boon berekende dat voor iedere Nederlander een half voetbalveld ruimte is en dat daarop ook nog eens 10 dieren worden gehouden. In het leefbaar beheren van die ruimte kunnen de belangen van mens en dier met wat goede wil parallel lopen. Een beetje minder dieren eten, minder produceren voor de export en minder als huisdier houden, maakt ruimte voor kwaliteit van leven.

27 juli 2009

Lachwekkende conclusies bij onderzoek LNV naar welzijn circusdieren

Minister Verburg heeft twee onderzoeken laten doen: 'De intrinsieke waarde van dieren in performance-praktijken' door de Universiteit van Groningen (RUG) en de Wageningen Universiteit (WUR), en het onderzoek 'Welzijn van dieren in reizende circussen in Nederland' door de WUR.

Het klinkt indrukwekkend: een onderzoek naar de intrinsieke waarde. Maar dat is schone schijn. Op zich is een onderzoek naar de intrinsieke waarde van een dier onmogelijk en alleen daarom al een belachelijke zaak. De term “intrinsieke waarde” is namelijk een loze term. Het is een term die veronderstelt dat een dier een waarde zou hebben los van de voorstelling daarvan door de mens. Dus ook van een wetenschappelijk onderzoeker of van het circuspubliek. Anders gesteld: de intrinsieke waarde van een dier is niet objectief te bepalen of te onderzoeken, laat staan van een dier dat voor de mens moet optreden (in de “performance-praktijk”). De term is begin jaren '80 uitgevonden om dierenbeschermers een wortel voor te houden om hen af te leiden en om de (dieren)tuin te leiden. En dat lukt uitstekend en wordt hier weer van stal gehaald. Business as usual. Achter de (kamer)schermen slaan de ambtenaren van LNV zich op de knieën terwijl ze toekijken hoe de truc weer wordt gevreten en er weer niets echt hoeft te veranderen.
De conclusie dat het welzijn van dieren door optreden niet noemenswaard wordt aangetast is ook lachwekkend. Het voornaamste welzijnsbezwaar dat tegen de situatie van dieren in het circus wordt aangevoerd geldt de tijd dat een dier juist niet moet optreden. Gegeven de verveling en het gebrek aan bewegingsruimte is af en toe een optreden een verademing waarin het dier nog enige afleiding vergund is. Maar er is ook de stress en de dreiging van straf tijdens de training.
Dieren laten optreden is vooraleerst een ethische kwestie (respectloos) en secundair een welzijnskwestie. Het is niet voor niets dat de actiegroep Respect voor Dieren onder deze naam actie voert tegen het gebruik van dieren in het circus. Maar dat circusdieren nog enige afleiding krijgen is geen argument om met die omstandigheid de verveling en stress van de grootste deel van hun loze tijd weg te poetsen. Het is ondoenlijk dat de wilde dieren weer worden terug worden gevoerd naar hun natuurlijke omgeving. Een verbod om deze misstand te voorkomen is de enige rechtvaardige beslissing.

Hieronder de tekst van de samenvatting van het onderzoek, die was te lezen op de site van het LNV.

Conclusies en aanbevelingen

Het onderzoek over de intrinsieke waarde van circusdieren stelt dat het verblijf van dieren in circussen niet per definitie een negatieve invloed heeft op het dierenwelzijn. Dat hangt ondermeer af van de mate van domesticatie, de behoefte van het dier en de kwaliteit van zijn omgeving. De onderzoekers bevelen aan om geen dieren uit het wild te halen ten behoeve van circussen. Eigenlijk vinden ze dat alle wilde dieren moeten worden teruggeplaatst naar de vrije natuur of naar natuurparken, maar de onderzoekers erkennen dat de mogelijkheden daartoe zeer beperkt zijn. Des te meer reden, vinden ze, om welzijnseisen te stellen aan het verblijf van wilde dieren in circussen. De zorg moet meer gaan aansluiten bij de specifieke vermogens en behoeftes van de dieren.

Het onderzoek over het welzijn van circusdieren concludeert dat het optreden in voorstellingen het welzijn van de circusdieren niet noemenswaardig aantast. Wel wordt een aantal welzijn- en gezondheidsproblemen gesignaleerd dat terug te voeren is op het gebrek aan kennis van de verzorging van de dieren. De onderzoekers bevelen aan de kennis van verzorgers over de gezondheid en de verzorging van dieren op niveau te brengen. Ook zou het volgens hen goed zijn als de organisatie van circussen VNCO met gemeenten afspraken maakt over de kwaliteit en ruimte voor dieren op standplaatsen binnen de gemeentegrenzen. Van alle dieren vraagt de situatie van de olifant in circussen de meeste aandacht. De onderzoekers stellen verder onderzoek voor op het gebied van het houden van olifanten in circussen.

Tot zover het LNV.

Het is waarschijnlijk dat een verbod op het gebruik van circusdieren een precedent zou hebben geschapen voor een verbod van het gebruik van dieren in de bio-industrie. En dat zou een relatief kleine groep belanghebbenden in ons land te veel geld kosten.

Niet om te lachen is het feit dat in alle gevallen aan de onderzoekers de toegang tot de trainingen werd geweigerd en dat de onderzoekers dat kennelijk hebben geaccepteerd. Zie hieronder een citaat uit het persbericht van "Wilde dieren de tent uit":

"Onderzoekers geweigerd bij training - Een onderdeel van het onderzoek was het observeren van de in circussen toegepaste trainingsmethoden. Toegang tot de trainingen werd de onderzoekers echter in alle gevallen geweigerd. De onderzoekers konden uit de waargenomen angst van de dieren tijdens de voorstelling echter concluderen dat training op basis van dominantie gebeurt. Tijdens de voorstelling werden dwangmiddelen waargenomen, zoals olifantenhaken (welke permanent gebruikt werden, ook buiten de voorstelling) en zwepen."

Zie verder Drogredenen voor het gebruik van dieren in het circus en Onvermijdbare welzijnsproblemen bij circusdieren.
Rechten Voor Al Wat Leeft schrijft in haar contactblad over gemeentes die een vergunning weigeren aan circussen.

26 juni 2009

Grondeigenaar moet plantensoorten beschermen

In het vakblad voor handhavers op het gebied van Dier en Milieu, jaargang 84, juni 2009/3 een artikel van Aad van Wijnen onder de titel “Handhaving van de gedragscode Flora en Faunawet”.

Daarin deze opmerkelijke zinnen:

Overigens staat in de Natuurbeschermingswet een artikel dat eigenaren en beheerders van gronden, waarop in principe de mogelijkheid bestaat, dat een inmiddels verdwenen soort zich hier in de toekomst weer zal vestigen, de verplichting geeft om die gronden intact te houden voor dat doel. Als daar werkzaamheden gaan plaatsvinden na inventarisatie in het kader van de Flora en Faunawet, waarbij alleen lijst 1 soorten werden aangetroffen dan zouden die beide wetten, die beide natuurbescherming beogen, duidelijk met elkaar in botsing komen. De Natuurbeschermingswet heeft hierbij een duidelijk vooruitziende blik. Wat niet is kan toch gaan gebeuren, mits de condities in stand blijven.

Tot zover.
In een vrijstellingenbesluit dat in werking trad op 23 februari 2005 heeft de Minister echter vrijstelling gegeven om het gebied te bewerken wanneer door niet-deskundigen is “vastgesteld” dat er geen “echt” beschermingswaardige dieren en planten voorkomen. Veel grondeigenaren die willen voorkomen dat de zeldzame dieren weer terugkomen bewerken de gronden zodanig dat de kans daarop erg klein wordt, bijvoorbeeld door grond om te ploegen. Zij doen dat om projectontwikkelaars ter wille te zijn.

Bovengenoemde tekst werd voorafgegaan door:
Het handhavingdocument van het Openbaar Ministerie geeft duidelijk aan, dat overtredingen van artikel 8 t/m 12 te vuur en te zwaar dient te worden gehandhaafd. Dat is echter door het vrijstellingenbesluit nagenoeg onmogelijk geworden. Immers: als door een niet deskundig persoon, zonder gebruik te maken van een niet verplichte inventarisatie, is vastgesteld, dat alleen lijst 1 soorten in een gebied voorkomen dan beschouwt de Minister het vernielen van nesten en holen en het doden van dieren, die algemeen voorkomen als "ongelukken". Dit is in de brochure zo weergegeven en zal waarschijnlijk met dat document en het vrijstellingenbesluit in de hand voor de rechter bij verbalisering tot vrijspraak lijden. Als het al zo ver komt, want het OM onderkent dit en zal dus vermoedelijk niet tot vervolging over gaan. Alleen bij grove aantoonbare schuld en nalatigheid zal dan verbalisering nog zin hebben. Eventueel zou dan op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor Dieren de ondernemer of zijn personeel nog kunnen worden aangepakt indien zij een broedsel laten verkommeren.

Tot zover.
Wat ideaal voor politieke beslissers zou zijn, is dat elke kaart met een inventarisatie van soorten planten en dieren (maar ook bijvoorbeeld over zuurgevoeligheid van de bodem) vergezeld zou gaan van gegevens over de situatie tot minstens 50 jaar terug.
Op deze wijze is het veel gemakkelijker om de handen op elkaar te krijgen voor de (her)aanwijzing van gronden die bij de Ecologische HoofdStructuur betrokken kunnen worden. Zo kunnen de leefomstandigheden voor zeldzame planten en dieren worden verbeterd, wordt de biodiversiteit gediend en worden gebieden opnieuw aantrekkelijk voor natuurliefhebbers en toeristen. De intrinsieke waarde van een gebied krijgt daarmee ook meer inhoud.

30 maart 2009

Vereniging Peace Consumer wil via bankrekening vrijheid kwetsbare groepen verdedigen

PEACE Consumer gaat 4 verenigingen van bankrekeninghouders oprichten

PEACE Consumer gaat voor de vier grootste Nederlandse banken onafhankelijke rekeninghouders-verenigingen oprichten. Het gaat om ABNAmro-Fortis, ING, Rabobank en de SNS-bank. Deze verenigingen willen als stakeholder namens de klanten van de banken medezeggenschap claimen over voor rekeninghouders belangrijke zaken en zo een einde maken aan de eenzijdige macht van de aandeelhouders bij drie van de vier banken. Bij de coöperatieve Rabobank zijn geen aandeelhouders. Ook daar gaat het om een vergroting van de invloed van de rekeninghouders via medezeggenschap.

Elders op de site is te lezen (citaat):

VREDE/PEACE wordt bevorderd door eerlijke produktie. Produktie met respect voor de vrijheden, rechten en waarden van
P eople/mensen
E arth/aarde
A nimals/dieren
C ulture/cultuur
E nvironment/milieu

People

Echte vrijheid is dat je in alle levenssituaties zowel vrij bent als je vrij voelt. Zowel in je huiselijke situatie, in je dagelijkse leefwereld als in de overkoepelende sociale, economische en maatschappelijke structuren, zowel nationaal als mondiaal. Het begrip vrijheid is vanzelfsprekend een abstractie, een utopie. Wat belangrijk is, is dat je je als mens vrij voelt. De subjectieve beleving dus van het begrip vrijheid. In elke levenssituatie (micro, meso en macro) kan er sprake zijn van vrijheid en onvrijheid. Het gaat er daarbij om dat je je als mens vrij voelt, zowel gevoelsmatig, emotioneel, cognitief als fysiek.
Vrijheid wordt hier opgevat als de afwezigheid van angst en de aanwezigheid van hoop, verwachting en toekomstperspectieven gebaseerd op reële mogelijkheden.

Animals

De waarden van dieren omvatten alle dierenrechten van dieren. Het gaat daarbij zowel om huisdieren, productiedieren, proefdieren, zwerfdieren, dieren in de vrije natuur en alle overige dieren. Uitgangspunt is de intrinsieke waarde van een dier. Tot op heden zijn de vrijheden voor dieren slecht geregeld. Uitgangspunt daarbij zijn de standpunten waarover in grote lijnen overeenstemming bestaat binnen de organisaties die zich bezig houden met de rechten en belangen van dieren en de bescherming van dieren. Voor zover deze standpunten in wetten en regels zijn vastgelegd moeten deze geëerbiedigd worden. De dierenrechten zullen verder uitgebreid en geregeld moeten worden.

Tot zover een paar citaten van de website.

Je kunt natuurlijk ook direct overgaan naar een bank die op bovenstaande aspecten verantwoordelijk(er) werkt. Welke banken dat zijn? Vergelijk ze via de Eerlijke Bankwijzer.

25 maart 2008

De dierenwelzijnscoalitie heeft haar voet klem tussen de deuren van LNV

De Dierenwelzijnscoalitie is een samenwerkingsverband van een twintigtal organisaties die opkomen voor de belangen van dieren. Zij verwijten minister Verburg van Landbouw, Natuur en Visserij dat zij geen betekenis geeft aan het begrip intrinsieke waarde van het dier.
Met deze constatering is ook de filosofische leegheid van het begrip intrinsieke waarde vastgesteld. Dat verklaart waarom de overheid er in het verleden weinig moeite mee had om dat begrip in de wet op te nemen; het zou voor de praktijk van de veehouderij toch geen gevolgen hebben. De ene organisatie wil in de praktijk kleine stapjes nemen onder het motto “liever iets dan niets bereikt” (bijvoorbeeld liever scharrel- in plaats van legbatterij-eieren of liever Volwaard- dan plofkippen). De andere organisatie wil liever een principieel standpunt innemen onder het motto “als we de intensieve veehouderij een vinger zouden geven dan pakken ze de hele hand” (liever geen vlees eten dan biologisch vlees).
In de praktijk van de veehouderij is de laatste 30 jaar niets bereikt op basis van een beroep op de intrinsieke waarde van het dier. Toch kunnen de organisaties uit de coalitie het begrip niet loslaten. Men is bang geen voet meer tussen de deur te hebben. En daarmee hebben zij zich immobiel gemaakt. Ze hebben een voet tussen de deur maar niet meer het overzicht of er niet ergens anders in het dieronvriendelijke gebouw van de overheid veel beter toegankelijke deuren zijn, waardoor veel gemakkelijker binnen is te komen in het hart van de bestuurders.
Die toegankelijker deur leidt niet alleen naar het hart van de bestuurders, maar ook naar het bewustzijn van de kiezers en consumenten. Het bordje bij die deur vermeldt dat dieren een dierwaardig bestaan moeten kunnen leiden. Wanneer je de deur binnengaat dan leidt de gang naar de mogelijkheid om natuurlijk gedrag te kunnen vertonen. Wie nog wat verder om zich heen kijkt zal zien dat er meer van dergelijke deuren zijn in het politieke complex, die zijn te plaatsen onder de noemer “vrijheid”. Vrijheid en betrokkenheid (oftewel respect) zijn begrippen die mensen meer aanspreken dan eigen of intrinsieke waarde.
Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.