Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label politiek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label politiek. Alle posts tonen

25 oktober 2013

Europese boer jaagt Afrikaan op de vlucht

Zelfs de paus heeft schande gesproken over de manier waarop Europa de Afrikaanse vluchtelingen behandelt. Dan moet er toch wel wat aan de hand zijn en dat is het ook. Het Italiaanse eiland Lampedusa wordt overstroomd met Afrikaanse vluchtelingen, die daar geen kant op kunnen omdat de rest van Europa ze niet wil hebben.
Als de vluchtelingen het eiland al bereiken, want steeds vaker verdrinken ze met honderden tegelijk in de Middellandse Zee omdat de overvolle bootjes minder zeewaardig blijken dan gedacht.

En ja, als de paus er zich al tegenaan bemoeit kan het CDA natuurlijk niet achterblijven. Dus schoof zondag 20 oktober Europarlementariër Wim van de Camp aan in het tv-programma Buitenhof om zijn christelijk geïnspireerde oplossing voor het probleem uit te venten.
Van de Camp wil de Nederlandse marine er op af sturen en daarmee maar liefst drie doelen tegelijk dienen.

Allereerst natuurlijk humanitair. Als de Nederlandse marine die wrakke bootjes opspoort, aanhoudt en die vluchtelingen aan boord neemt, kunnen ze immers ook niet verdrinken. Briljante gedachte!

In de tweede plaats geeft een missie in de Middellandse Zee onze marine wat te doen en zo worden manschappen en materiaal van de krijgsmacht tenminste nuttig besteed. Met als onderliggende gedachte natuurlijk dat we misschien toch nog eens zouden moeten nadenken over de bezuinigingen op defensie.
Briljant plan!

In de derde plaats moeten die opgepikte vluchtelingen natuurlijk niet bij Lampedusa of een andere Europese haven aan land worden gezet, maar aan de Afrikaanse kust. Daar kwamen ze vandaan, en daar horen ze thuis.
Briljante oplossing!

De belangrijkste reden dat Van de Camp de Afrikaanse vluchtelingen weer op de Afrikaanse stranden wil afzetten is dat volgens hem het overgrote deel van de mannen, vrouwen en kinderen geen politieke, maar economische vluchtelingen zijn. En dat kan natuurlijk niet. Camp sprak het uit alsof het vieze woorden waren en de betreffende personen verderfelijke individuen. Hoe haalden ze het in hoofd om hier heen te komen!

De presentatrice van Buitenhof, doorgaans niet de domste van het stel dat daar rond de tafel zit, knikte vaagjes. Tja, economische vluchtelingen.

Ze had er natuurlijk ook op kunnen wijzen dat wij in Europa al decennia bezig zijn Afrika en andere continenten te beroven van hun grondstoffen. Ze had er nog aan toe kunnen voegen dat in Europa op dit moment de tijd voor sperzieboontjes weliswaar voorbij is, maar dat ze toch nog in de supermarkten liggen. Inderdaad geteeld in sommige Afrikaanse landen waar niet zo heel ver weg van de velden waar deze voor Europa bestemde boontjes worden geteeld, mensen sterven van de honger.

Ze had er ook op kunnen wijzen dat in verschillende Afrikaanse landen een jaar of tien, vijftien geleden geprobeerd is een agrarische economie van de grond te krijgen. Met onder andere de productie van kippen en varkens. Dat leek warempel nog te lukken ook, en dat is niet onbelangrijk, want landbouw is de moeder van elke economie. Maar dat prille succes is de nek omgedraaid door de Europese Unie. Kapot gedumpt met geld uit het Europese landbouwbeleid dat werd gebruikt om onder andere Nederlands varkens- en kippenvlees ver onder de kostprijs af te zetten in Afrika.

En dan zouden wij het vreemd moeten vinden dat Afrikanen omdat ze sterven van de honger naar Europa komen?

Maar er wordt toch ook veel hulp geboden aan Afrika door bijvoorbeeld de Nederlandse zuivelindustrie? Friesland Campina bijvoorbeeld. Die steekt jaarlijks vele miljoenen in het zogenoemde Dairy Development Program om in onder andere Vietnam en Nigeria de lokale melkveehouderij op weg te helpen.

Dat lijkt mooi, maar de schijn bedriegt.

In een interview in de Leeuwarder Courant van 18 augustus 2012 met projectleider Sybren Attema komt de ware aap uit de mouw'. Als Friesland Campina zou weigeren om de lokale melkveehouderij te steunen, zou dat tot repercussies kunnen leiden zoals importheffingen of importquota's, benadrukt Attema: dan binne wy natuerlik folle fierder fan hûs'. (Dan zijn we natuurlijk veel verder van huis /red).

Friesland Campina is dan verder van huis omdat Afrika en Azië de groeimarkten zijn waarmee de Nederlandse melkveehouder het hoofd boven water probeert te houden. Het zijn weliswaar arme regio maar met een groeiende kapitaalkrachtige bovenlaag die het gebruik van zuivel als een statussymbool ziet. Of ze zijn in de war gebracht door agressieve reclamecampagnes waarin de consument wordt wijs gemaakt dat zuivel niet alleen goed is voor het lijf, maar zelfs noodzakelijk. Melk is inderdaad goed. Voor het kalf; niet voor de mens, maar dit terzijde.

De 'hulp' aan de lokale melkveehouders is dus welbegrepen eigenbelang. En kwaad kan het niet, want de lokale melkproductie stijgt, zelfs als het ontwikkelingsprogramma een doorslaand succes zou worden, hooguit met 5%. Terwijl de vraag jaarlijks met 30% groeit, aldus Attema.

Pikant detail. Drie dagen na publicatie in de LC wordt het artikel ook geplaatst in het Dagblad van het Noorden. Alleen, daar zijn de zorgen over importheffingen en importquota ineens verdwenen. Daar is het ontwikkelingsprogramma volgens Attema: een kwestie van fatsoenlijk ondernemen. 'Wij doen er al jaren met succes zaken, dus willen we ook wat terug doen'.

Terug naar Van de Camp die de marine op de Afrikaanse vluchtelingen af wil sturen.
Wellicht doet hij er als Europarlementariër beter aan eens kritisch te kijken naar het verwoestende effect dat het Europese landbouwbeleid heeft op de beschikbaarheid van bijvoorbeeld voedsel in de rest van de wereld.

18 oktober 2013

Bonus-stop Rabo loos gebaar

De Rabo Bank schaft de bonussen voor de leden van de raad van bestuur, zeg maar de directie, af. Dat lijkt een prachtig gebaar, temeer omdat volgens de bank: 'een variabele beloning van bestuurders niet meer goed verenigbaar is met de functie van een maatschappelijk verankerde bank'.
Die ronkende volzin verhult voor de kritische toeschouwer niet dat het gebaar van de bank vooral loos is. De bank heeft volgens Het Financieele Dagblad (18-10-2013) de laagste bonussen van de bancaire sector in Nederland. Maar wel veruit de hoogste basissalarissen. In zo'n situatie heb je weinig bonussen nodig. Vorig jaar keerde de bank wegens slechte resultaten geen bonussen uit. Ook dit jaar hoeven de bestuurders niet te rekenen op een bonus vanwege slechte resultaten. De vooruitzichten voor de komende jaren zijn voor de bank evenmin geweldig, dus ook dan zitten er geen bonussen in het vat.
Daarmee is het gebaar van de bank volstrekt loos: het is natuurlijk erg makkelijk om af te zien van iets wat je toch niet krijgt.

De bank tamboereert wel erg op haar functie als maatschappelijk verankerde bank, en suggereert daarmee dat ze een bijzondere bank is; niet zoals al die andere onverantwoorde geldgraaiers die zich ook bank noemen. Maar wie even verder kijkt dan de neus lang is, merkt al snel dat de Rabo met hetzelfde sop is overgoten. De bank heeft in geld uitgedrukt veel meer aan hypotheken uitgegeven, dan het aan geld op de spaarrekeningen binnen kreeg. Het verschil werd geleend op de wereldmarkt voor kapitaal. De Rabo kon dat doen tegen relatief lage tarieven, omdat de bank zo ongeveer de helft van alle Nederlandse grond als onderpand in bezit heeft.
Maar de bank heeft een paar stevige miskleunen gemaakt. Een vastgoed-avontuur in Ierland heeft een verlies van ruim 1 miljard euro opgeleverd. De Rabo heeft grote posities in de Nederlandse kantorenmarkt, die zwaar verliesgevend zijn. Dat die nog niet erg nadrukkelijk naar buiten komen, komt omdat de bank niet verkoopbare kantoren liever leeg laat staan, dan verkoopt. Maar het is gelet op de situatie op de kantorenmarkt natuurlijk niet meer dan uitgesteld verlies.

Verder heeft de bank een marktaandeel van rond 40% op de huizenmarkt. Het kan niet anders of een fors deel daarvan staat onder water. Daarmee heeft niet alleen de huiseigenaar natte voeten, maar natuurlijk ook de bank.
Dan is er nog de deelname van de bank aan het frauduleus manipuleren van de zogenoemde Libor-rente die een graadmeter is voor de mondiale rentetarieven voor gewone burgers. De bank speelde vrolijk mee in het onverkwikkelijke spelletje om die tarieven kunstmatig omhoog te krijgen.

Het draagt er allemaal toe bij dat de mondiale geldverschaffers de Rabobank niet meer als een risicovrije partner beschouwen en hun rentetarieven opschroeven. Dat zet de winstgevendheid van de bank zwaar onder druk. Een deel van die rentestijgingen brengt de bank weer in rekening bij de klant. Zo werden deze week bij een aantal banken de tarieven verlaagd, maar bij de Rabo gingen ze omhoog! Dat kan niet lang zo doorgaan, want dan wordt overstappen voor een klant ondanks boeterentes toch aantrekkelijk. Als dat balletje gaat rollen is het een kwestie van tijd voordat de bank met de pet in de hand bij het kabinet op de stoep staat om staatssteun te vragen.

Intussen blijken de lokale banken binnen de Rabo de spelregels voor normaal bankieren aan hun laars te lappen. De toezichthouder zet grote vraagtekens bij de zorgvuldigheid van de kredietverstrekking. Vrij vertaald: de toezichthouder (De Nederlandse Bank) vindt het vreemd dat grote boeren, ongeacht hun financiële positie, elk gewenst krediet krijgen. Zo vreemd is dat natuurlijk ook weer niet voor wie de bank een beetje kent. De bank is, als coöperatie, lokaal/regionaal georganiseerd, en deze lokaal/regionale banken opereren binnen de coöperatie min of meer zelfstandig. De besturen van deze banken worden veelal gevormd door de dikste boeren uit de omgeving, en die houden hun directies strak aan het touwtje. Zoals gezegd, de Rabobank is inderdaad een bijzondere bank.

De Bank is ook bijzonder omdat ze in de boerenwereld met een marktaandeel van tegen de 90%, nagenoeg een monopolist is. De bank zou die positie kunnen gebruiken om de maatschappelijk verantwoorde functie die ze zegt te hebben, ook waar te maken. Bijvoorbeeld door in de veehouderij harde eisen te stellen aan dierenwelzijn bij financieringen. Of door in de tuinbouw en akkerbouw harde eisen bij financieringen te stellen aan het milieu. De bank die zegt zich hard te maken voor een duurzame landbouw komt niet verder dan de wettelijke eisen als norm te hanteren. Maar voor zover er, bijvoorbeeld op het gebied van dierenwelzijn, al wettelijke eisen zijn, worden die meestal direct weer onschadelijk gemaakt met tijdelijke ontheffingen die keer op keer worden verlengd. Of de eisen worden helemaal onschadelijk gemaakt door toevoegingen in de tekst als: 'voor zover mogelijk'.

En dus financiert de Rabobank zonder blikken of blozen de grootschalige dierenmishandeling die zij intensieve veehouderij noemen, maar waarvan wij allemaal weten dat het bio-industrie is. De plofkip en de kiloknaller op ons bord zijn gemaakt door de veehouders, maar wordt gefinancierd door de Rabobank. De megastallen in melkveehouderij worden gebouwd door de boeren, maar gefinancierd door de Rabobank.
Het zijn juist de huidige financieringen in de melkveehouderij die een tweespalt binnen de bank bloot leggen. Bankmedewerkers van Rabo Internationaal vragen zich verbijsterd af waar de lokaal/regionale banken mee bezig zijn. Immers, de grootste melkverwerker van ons land (Friesland Campina) verwerkt meer dan de helft van haar melk tot kaas. Het lukt nu al niet om dat kostendekkend te doen. Waar moet dan al die extra tot kaas verwerkte melk straks heen, zo vragen ze zich bij Rabo Internationaal af.
Naar China, zeggen de boeren, en dan niet als kaas, maar als melkpoeder want de vraag uit die hoek is enorm. Rabo Internationaal liet in een analyse weten dat dat feestje nog hooguit drie jaar duurt. De Chinezen zijn hard bezig een eigen kwalitatief hoogwaardige melkveehouderij op te zetten. Dat gaat zo snel dat binnen drie jaar de Chinese import van zuivel sterk zal verminderen.

De Nederlandse boer heeft daar geen boodschap aan, en de regionaal/lokale bank al helemaal niet. Die koersen plankgas aan op ongebreidelde uitbreidingen. De melkprijs is immers op recordhoogte, en hoe het over drie jaar is, zien ze dan wel weer.
Tot verdriet van de topbestuurders van de Rabo bank die in Utrecht zetelen en van daaruit min of meer machteloos toezien hoe hun organisatie bezig is het eigen financiële graf te graven.

In zo'n situatie is het inderdaad maar beter om af te zien van een bonus. Zelfs al is dat een loos gebaar.

27 juli 2013

Vermelding van afkomst van voeding via een sticker

Is voeding geproduceerd in door Israël bezette gebieden wel koosjer? Politici proberen het aan het publiek over te laten door de afkomst van voedsel via een sticker op het product kenbaar te maken. Wat mij betreft een goed idee. Het idee zou nog beter uitgevoerd worden wanneer de sticker ook duidelijkheid geeft over de leefomstandigheden van de dieren die de voeding hebben geproduceerd. Zijn deze dieren vrij geweest tijdens hun leven. Oftewel, hebben zij toegang gehad tot een weide?
En dat moet dan ook gelden voor het vlees en zuivel die Nederland produceert, zodat Israëliërs, Palestijnen en alle consumenten in de wereld een verantwoorde keuze kunnen maken.

02 juli 2013

Koppel melkproductie aan grond

De melkveehouderij staat op een tweesprong: grondgebonden blijven of industrialiseren? Niet doen, dat laatste. Koppel melkproductie aan grond.
Dat is in het kort de oproep van Herman Wijffels, Jan Cees Vogelaar en anderen.

De melkveehouderij is in Nederland een sterke en zeer gewaardeerde bedrijfstak. Anders dan de varkens- en pluimveehouderij is zij nog grotendeels verbonden met de grond. Bedrijven halen het meeste ruwvoer (gras en maïs) van hun eigen bedrijf en brengen daar ook de meeste mest naar toe. Zo is de kringloop “dier-mest-bodem-voer” nog redelijk intact en lokaal. Ook lopen de meeste koeien nog in de wei. Dat is karakteristiek voor het Nederlandse landschap en doorgaans gunstig voor het welzijn van de dieren. Uit alle enquêtes blijkt dat Nederlandse burgers de koe in de wei hogelijk waarderen. De weidende koe levert een zichtbare verbinding van de melkveehouderij met zowel de natuur als de samenleving. Dat schept vertrouwen.

Al deze verworvenheden lopen gevaar. Een groeiend aantal veehouders intensiveert “los van de grond” en/of houdt de koeien het hele jaar binnen. Deze ontwikkeling dreigt in een stroomversnelling te raken als op 1 april 2015 de melkquotering vervalt. De EU heeft die quotering in 1984 ingevoerd om de overproductie van melk en de daarmee gemoeide budgetlasten aan banden te leggen. Dat is niet meer nodig nu de melkplas en de boterbergen zijn verdwenen. Maar vandaag doemen andere risico’s op:
  • Met meer koeien komt er meer mest en ammoniak en dat belast het milieu.
  • Voor intensivering moeten melkveebedrijven steeds meer voer aankopen en steeds meer mest afvoeren. De kringloop raakt uit het zicht en de melkveehouderij gaat steeds meer op de varkenshouderij lijken.
  • Groeit de veestapel sneller dan de huiskavel, dan zullen veel bedrijven te weinig ruimte hebben om de koeien nog te laten weiden.
  • Vergeleken met het grondgebonden gezinsbedrijf zijn grote bedrijven met weinig grond veel kwetsbaarder voor prijsbewegingen op de markten van melk, veevoer, mest en kapitaal.
Daarmee komen de duurzaamheid en het maatschappelijke draagvlak van de sector in gevaar.

Bij het voorsorteren op 2015 hebben de sector en de overheid tot dusver alleen oog voor het eerste probleem. De sector heeft met de vorige staatssecretaris Henk Bleker afgesproken dat de melkveehouderij mag uitbreiden als de extra mest die daarmee wordt geproduceerd, wordt verwerkt of geëxporteerd. Maar er bestaat twijfel of de sector dat waar kan maken. Daarom heeft Bleker’s opvolgster Sharon Dijksma gedreigd met invoering van “dierrechten”. De veehouder mag dan pas meer koeien houden als hij dierrechten opkoopt van een veehouder die gaat krimpen of stoppen. Dat helpt inderdaad om de mest- en ammoniakproductie te stabiliseren, maar doet niets tegen de drie andere problemen: doorbreken kringlopen, minder koeien in de wei en grotere kwetsbaarheid van bedrijven. Integendeel, aankoop van dierrechten gaat bedrijven geld kosten en dat maakt ze extra kwetsbaar.

Het is voor de Nederlandse samenleving en voor de toekomst van de melkveehouderij van groot belang dat de sector grondgebonden blijft, en dat het overgrote deel van de koeien ’s zomers in de wei blijft. Verhandelbare dierrechten zijn daarvoor geen goede maatregel. Beter is het om de melkproductie te koppelen aan grond. De overheid stelt dan een maximum aan de hoeveelheid melk die veehouders per hectare mogen produceren. Dat maximum kan worden gebaseerd op de milieunormen voor het gebruik van mest. Bedrijven die boven de norm zitten hoeven niet te stoppen, maar mogen pas weer uitbreiden als zij voldoende extra grond hebben verworven. Extensieve bedrijven mogen uitbreiden tot de norm. Daarmee kunnen deze bedrijven en de zuivelindustrie inspelen op groeikansen die zich in de markt aandienen, zonder de weidegang in gevaar te brengen.

De melkveehouderij staat op een tweesprong. De komende maanden worden beslissend voor de weg die de sector inslaat. Kiezen voor grondgebondenheid heeft grote voordelen, maar vergt helder en stevig leiderschap bij overheid, landbouworganisaties en zuivelindustrie. Zij moeten niet toestaan dat een kleine groep veehouders het industriële pad inslaat en het imago van de hele sector bedreigt. Een grondgebonden melkveehouderij is robuust en transparant, draagt sterk bij aan onze economie, levert een aantrekkelijk landschap en is goed voor dierenwelzijn en diergezondheid. Zo’n veehouderij kan blijvend rekenen op een breed maatschappelijk draagvlak.

•Herman Wijffels.
Hoogleraar Duurzaamheid en maatschappelijke verandering aan de Universiteit Utrecht.

•Jan Cees Vogelaar.
Melkveehouder.

•Pieter Winsemius.
Oud-minister van Milieu.

•Cees Veerman.
Oud-minister van Landbouw.

•Louise Vet.
Directeur van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) te Wageningen.

•Geert Mak.
Schrijver.

•Joris Lohman.
Voorzitter van de Youth Food Movement.

•Wouter van der Weijden.
Directeur van de Stichting Centrum voor Landbouw en Milieu.

Lees of download het intro en het artikel: Koppel melkproductie aan grond (pdf-bestanden).
Verschenen in de weekendbijlage van Boerderij Vandaag, 28 juni 2013.

Klik hier om meer te lezen over de voordelen van grondgebonden landbouw.

27 juni 2013

Koerswijziging naar duurzaam beleid nodig

Tijdens het debat over de extra bezuinigen die het kabinet wil invoeren, pleitte Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren voor een radicale koerswijziging naar een duurzaam beleid.

Hieronder een deel van haar pleidooi.

De kwaliteit van het bestaan met perspectief, een schone leefomgeving en behoud van natuur wordt nauwelijks betrokken in onze economische definities. Marc Chavannes schreef: "zolang we accepteren dat alle zorgen en verlangens in geld uitgedrukt worden, zitten we gevangen in een eenzijdige economische logica". Dat wordt duidelijk bij de dans rond de Brusselse totempaal van 3%. Zolang je blijft dansen rond de totempaal, hoef je geen richting te kiezen.

De VVD vond, anders dan de Partij van de Arbeid, dat er niet getornd mocht worden aan de 3%, maar na de verkiezingen waarbij deze partijen elkaar ook op dit punt te vuur en te zwaard bestreden, hebben ze stuivertje gewisseld. Lood om oud ijzer. De tegenpolen van september vorig jaar zijn nu in- en uitwisselbaar tegelijk. Als regeringspartijen het nemen van fundamentele beslissingen uitstellen omdat ze het niet met elkaar eens zijn, maar wel op elkaar zijn aangewezen, investeren ze tijd in een tikkende tijdbom. Dat is wel het domste wat je kunt doen tijdens een systeemcrisis.

De oplossingen zijn er, maar de wil ontbreekt. Er zijn inmiddels bijna 700.000 mensen die zonder baan aan de kant staan. Er is nog steeds woningnood. De dijken moeten nog steeds hoger. Het openbaar vervoer moet nog steeds verbeterd worden en er zijn nog steeds onvoldoende handen aan het bed. De overheid zou moeten investeren in duurzame oplossingen voor die problemen, zoals het energiezuinig maken van onze huizen en het veilig maken van onze leefomgeving. Als dat perspectief er is, is er draagvlak bij de mensen om een bijdrage te leveren. Dan kun je zeggen: laten we financieel bijdragen. Daarvoor zijn echt radicale koerswijzigingen nodig, in plaats van oproepen om meer auto's te kopen. Stop met de milieuschadelijke subsidies van meer dan 5 miljard euro per jaar, betaald door de belastingbetaler. We kunnen de belasting op arbeid omlaag brengen en de belasting over de toegevoegde waarde, de btw, vervangen door een belasting over de onttrokken waarde. Zo stimuleren we hergebruik van grondstoffen en tegelijkertijd ook de werkgelegenheid.

De vraag is niet of we ons een ander duurzaam beleid kunnen veroorloven. Mijn stelling is dat we het ons niet kunnen veroorloven om het niet te doen.

Voorts ben ik van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie.

22 mei 2013

Rekenkamer hekelt duurzaamheid bio-industrie

De Algemene Rekenkamer heeft in vervolg op een onderzoek in 2008 de duurzaamheid onderzocht van de intensieve veehouderij in Nederland. Uit het rapport:
Ammoniak- en stikstofbeleid onvoldoende effectief

Het beleid dat de ammoniakuitstoot en daarmee de stikstofneerslag van de veehouderij moet verminderen, beschermt de biodiversiteit in Nederland onvoldoende. De invoering van de Programmatische Aanpak Stikstof PAS, die de ammoniakuitstoot verder moet verminderen, is vertraagd. Bovendien wil de staatssecretaris van Economische Zaken (EZ) de helft van de milieuwinst die met de PAS moet worden behaald, gebruiken om uitbreidingen in de veehouderij toe te staan.

Naleving dierenwelzijnsregels kan beter, geringe vooruitgang beleid
De staatssecretaris van EZ boekt geringe vooruitgang met het beleid voor dierenwelzijn. Het moment waarop veehouders moeten gaan voldoen aan nieuwe eisen kan jaren na het besluit liggen. Bovendien schuift het jaar waarin de eisen gaan gelden regelmatig op.
Uit controles van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) blijkt dat de naleving van dierenwelzijnsregels door de veehouderij beter kan. Vooral bij varkens en vleeskuikens worden de welzijnsregels onvoldoende nageleefd. In 2011 overtrad meer dan 50% van de vleeskuikenhouders en meer dan 30% van de varkenshouders dierenwelzijnsregels.
Tegelijkertijd moet de sector voor een belangrijk deel zelf toezicht gaan houden: NVWA en kabinet zetten meer in op de eigen verantwoordelijkheid van de sector. Een experiment hiermee bij bedrijven met legkippen heeft niet positief uitgepakt.

Tot zover de website van de Algemene Rekenkamer.

De PvdD reageert als volgt:

Uit het vandaag gepresenteerde rapport van de Algemene Rekenkamer blijkt dat in de intensieve veehouderij massaal dierenwelzijnswetten worden overtreden. Bovendien maakt het rapport pijnlijk duidelijk dat de bio-industrie in ons land een grote bedreiging vormt voor de natuur en de biodiversiteit. De Partij voor de Dieren wil hierover een debat met het kabinet, en dringt aan op een sterke krimp van de veestapel. Bovendien moet het toezicht op de naleving van de dierenwelzijnsregels per direct weer in overheidshanden komen.

17 mei 2013

PvdD koopt natuur vrij van bedreiging door boeren en jagers

De Partij voor de Dieren heeft 16 mei op de veiling van Staatsbosbeheer bijna 100.000 m2 natuur gekocht rondom Daarle in Overijssel. De meest kwetsbare natuurwaarden zijn daarmee beschermd tegen de markt. Natuurliefhebbers – leden en niet-leden – gaven massaal gehoor aan de oproep die de Partij voor de Dieren onlangs deed om met de partij vierkante meters natuur te kopen van Staatsbosbeheer om zo deze natuur te behoeden voor afbraak. De partij haalde in 2,5 week ruim tweeënhalve ton op. Voor zover bekend is dit het grootste burgerinitiatief op het gebied van natuuraankoop ooit. In 1905 kocht Jac.P. Thijsse met andere natuurbeschermers het Naardermeer vrij, nadat Amsterdam plannen maakte het te dempen met huisvuil.

Staatsbosbeheer verkoopt stukken natuur aan de hoogstbiedende via een veilinghuis waardoor de toekomst van die natuur onzeker wordt. Deze uitverkoop is het gevolg van de dramatische natuurbezuinigingen die voormalig staatssecretaris Bleker (CDA) doorvoerde. De Partij bood op de meest kwetsbare natuurgebieden om de natuur te beschermen tegen marktpartijen die met een ander oogmerk dan natuurbescherming aan de veiling deelnamen. Enkele andere kavels gingen letterlijk tegen bodemprijzen van de hand.

Partijleider Marianne Thieme: 'Ik ben heel blij dat zoveel natuurbeschermers zich achter deze positieve actie hebben geschaard om kwetsbare stukken natuur te redden. Het feit dat we in zo'n korte tijd zo'n groot bedrag hebben opgehaald geeft aan dat mensen de afbraak van de natuur zeer aan het hart gaat. De Partij voor de Dieren zal zich overigens – binnen en buiten het parlement - blijven verzetten tegen de verdere uitverkoop van de natuur. Een overheid die aangeeft natuur niet hoger te waarderen dan de prijs van de ondergrond kent kennelijk wel de prijs maar niet de waarde van natuur'.

Dat de PvdD het hoogste bod heeft uitgebracht op een aantal percelen is nog geen garantie dat de partij de natuur ook daadwerkelijk verwerft. Na de afslagfase van de veiling volgt nog de gunningsfase op 24 mei. De huidige eigenaar Staatsbosbeheer moet de nieuwe eigenaar de kavels natuur gunnen.

19 februari 2013

Marianne Thieme presenteert haar idee voor Nederland

Wat is het grootste probleem van ons land en hoe lossen we dat op?
28 februari deed dat MARIANNE THIEME, fractieleider van de Partij voor de Dieren met een lezing in de Balie: 'Het is een primitieve gedachte dat we het leven van andere dieren zouden moeten nemen om zelf in leven te blijven.'

Wanneer ons consumptiepatroon wereldwijd zou worden overgenomen, hebben we vier aardbollen nodig. Zegt Daan van Doorn die de toekomst van de veehouderij onderzocht. En: 'Om de wereld te kunnen voeden zijn megastallen nodig, een verdere intensivering van de landbouw.' Dat betoog krijgt navolging bij vertegenwoordigers van Rabobank en Wageningen Universiteit, zoals Fresco en Dijkhuizen. Meer vlees, vis, melk, eieren om de wereld te voeden en daarom grotere stallen, grotere kotters, meer van hetzelfde. We bouwen megastallen in Oekraïne, we exporteren varkens naar China en we hebben de Chinese premier ervan overtuigd dat alle Chinese schoolkinderen een halve liter melk per dag zouden moeten drinken, ondanks het feit dat ze lactose-intolerant zijn.

Onze liefde voor groei, eigenlijk geld, maakt ons blind voor het feit dat we wonen op een krimpende planeet, met snel afnemende grond- en hulpstoffen. We hebben nog een beetje aardgas, we hebben nog een beetje drinkwater. Het Wereld Water Forum waarschuwt dat in 2017 70 procent van de wereldbevolking geen toegang meer heeft tot schoon drinkwater. 2017, dat is nog vier jaar te gaan! Visserijbiologen verwachten dat de oceanen nog in onze generatie zullen zijn leeggevist met desastreuze gevolgen voor klimaat, milieu en voedselvoorziening.

In 2025 wordt het omslagpunt verwacht waarop we de schade die wij aan de aarde toebrengen niet meer zullen kunnen herstellen.

Bij wijze van spreken dan, denken veel mensen. Zo'n vaart zal het toch niet echt lopen? De supermarkten puilen nog steeds uit, we hebben het goed! Bij voedselschandalen als de paardenvleesfraude spreken we daar vooralsnog geen schande van, maar roepen we: hoe zou dat smaken, paardenvlees?

De traditionele politieke partijen die de problemen waaronder onze planeet zucht hebben laten ontstaan, roepen dat er behoefte is aan vernieuwing. Niet omdat ze daar ideeën over hebben, maar als vlucht naar voren. Maar voor wie aan de rand van de afgrond staat, is dat wel het onverstandigste advies. Einstein zei al dat het niet voor de hand ligt problemen op te lossen vanuit dezelfde instelling als waarmee ze veroorzaakt zijn. Er is dringend behoefte aan nieuwe inzichten. Niet vanuit de oude politieke zuilen, maar vanuit een overstijgend belang dat zicht biedt op een duurzame toekomst.

Economische groei vormt niet de oplossing, maar het probleem. Het is de logica van een piramidespel om te stellen dat alleen groei ervoor kan zorgen dat we niet krimpen. Earth overshoot day, de dag waarop we de natuurlijke reproductiecapaciteit van de aarde overschrijden, viel in 1980 op 14 december. Op die dag waren de reproduceerbare grondstoffen voor dat jaar op. Inmiddels is EOD verschoven naar 22 augustus.

We weten dat de biodiversiteit ernstig gevaar loopt en dat 30 procent van de achteruitgang wordt veroorzaakt door de veehouderij. Zonder biodiversiteit geen landbouw en dus geen voedsel. Zonder natuur en biodiversiteit stopt de stroom grondstoffen voor ons dagelijks leven.

Econoom Pavan Sukhdev van Deutsche Bank berekende dat de kredietcrisis eenmalig 700 miljard kost, terwijl het kappen van het tropisch regenwoud leidt tot een jaarlijks terugkerende kostenpost tussen de 1.500 en 4.000 miljard. Het lijkt een somber verhaal, toch ben ik optimistisch. Het diepe dal waarin de traditionele politiek ons gebracht heeft, kan mensen tot het besef brengen dat er radicale maatregelen noodzakelijk zijn om het tij te keren.

We zien wat er niet werkt. We zijn het vieste jongetje van de Europese klas met 70 miljard kilo mest, 14 keer het lichaamsgewicht van elke Nederlander in poep. Voor de paar dubbeltjes die een kippenfokker verdient per dier is geen fatsoenlijke bedrijfsvoering mogelijk. Elke dag stoppen zeven agrariërs met hun bedrijf omdat ze de ratrace niet meer bij kunnen benen.

We moeten naar een veel kleinere veehouderij. In ons land lijden en sterven jaarlijks meer dan 500 miljoen dieren in de bio-industrie. Dat brengt ons geen voorspoed, maar rampspoed in de vorm van een kwijnende en verdwijnende natuur, dierziekten-crises, onveilig voedsel, gezondheidsproblemen en een afkalvende beschaving. Gandhi zei al dat de mate van beschaving van een land het best kan worden afgemeten aan hoe het met zijn dieren omgaat.

Alleen drastische vermindering van het aantal dieren is een oplossing. We kunnen in een kwetsbaar landje niet produceren voor 70 procent export, we moeten produceren voor de regio, hoog-kwalitatief en tegen fatsoenlijke prijzen. Het Landbouw Economisch Instituut heeft becijferd dat de Nederlandse landbouw prima biologisch zou kunnen en dat de meerprijs beperkt zou blijven, als we maar allemaal meedoen, niet als biologisch de dure voorkeur blijft van een kleine avant-garde. Dat kan bereikt worden door strikte doorvoering van het beginsel dat de vervuiler moet betalen.

Onderzoek van de VU leert dat voor elke kilo varkensvlees die verkocht wordt, 50 procent niet betaald wordt door de consument, maar door de samenleving. Vier sateetjes voor 28 cent of een hamburger van 15 cent is niets anders dan heling, het kan niet en het zou niet moeten mogen. Het is met vlees zoals met eurocenten: produceren kost meer dan het waard is.

De kosten van de bedrijfsvoering die afgewenteld worden op de samenleving, moeten direct in rekening worden gebracht aan de eindgebruiker. Vorige week stelde ook professor Richard Tol voor om CO2 per product te belasten. Geen emissiehandel, maar direct betalen: simpel, helder en effectief. Vervuilende producten worden duurder, schone producten goedkoper.

Veehouderij is wereldwijd verantwoordelijk voor meer uitstoot van broeikasgassen dan alle auto's, vliegtuigen, trucks, treinen en schepen samen. Zet dat de vervuiler betaald!

We kunnen heel goed leven met veel minder dieren. Het is een primitieve gedachte dat we het leven van andere dieren zouden moeten nemen om zelf in leven te blijven. Daarom moeten we af van de grootschalige consumptie van dierlijke producten en overstappen op een meer plantaardig dieet, liefst biologisch geproduceerd, zonder chemische bestrijdingsmiddelen, zonder genetische manipulatie en roofbouw.

Biologisch gehouden slachtdieren zullen geen soelaas kunnen bieden bij een gelijkblijvende vraag naar vlees of melk, louter op basis van het ruimtebeslag dat vrije uitloop met zich meebrengt. Minder én beter is het devies.

Een eeuw geleden waren er tientallen miljoenen trekpaarden in de VS, nu nog een handjevol. Landbouwmechanisatie heeft ertoe geleid dat er slimmere manieren zijn om het land te bewerken dan met een paard voor de ploeg. Zo moeten we ook de slachtdieren kunnen bevrijden uit de voedselketens. In een tijdperk met hoogtechnologische kennis is het onzin om nuttige plantaardige eiwitten eerst langs het maag-darmkanaal van een dier te leiden, waardoor maar 10 procent nuttige eiwitten resteert.

Het beëindigen van de bio-industrie is volgens sommigen schadelijk voor de economie. Een dooddoener die ook werd gebruikt als argument om slavernij en kinderarbeid niet af te schaffen en vrouwen niet toe te laten op de arbeidsmarkt. Dat is erg meegevallen. De agrarische sector schermt er graag mee dat ze een bijdrage van 10 procent aan het bbp levert, maar wie goed kijkt, ziet dat de primaire productie slechts 1,2 procent bedraagt; van de intensieve veehouderij, kippen en varkens is dat nog veel minder: 0,3 procent. De melkveesector ook 0,3 procent.

Op dit moment wordt 80 procent van het wereldlandbouwareaal gebruikt voor de veehouderij. Bijna de helft van de wereldgraanvoorraad wordt opgeslokt door koeien, kippen en varkens. Zouden we het bestaande landbouw-areaal benutten voor hoogwaardige plantaardige voeding voor mensen, dan zouden we minstens 30 miljard monden kunnen voeden.

De emotie dat vlees of melk nodig is voor onze gezondheid of lekkere trek is zo achterhaald dat ze nauwelijks bespreking behoeft. We kunnen het ons niet veroorloven 1 miljard mensen elke avond met honger naar bed te laten gaan, kinderen te laten sterven van de honger, met onze lekkere trek als enige legitimatie. Alsof je bij een buffet vier borden voor jezelf opschept vanuit de mentaliteit dat mensen achterin de rij (de Derde Wereld) letterlijk kunnen doodvallen. Inhaligheid is geen alternatief voor kleinschaligheid. De aarde biedt genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht.

Daarom is revolutie meer noodzakelijk dan ooit. Zullen we in opstand komen tegen de politici en financiële dienstverleners die ons hebben wijsgemaakt dat geld het hoogste goed is? Zullen we weer gaan genieten van alles wat echt waarde vertegenwoordigt, de natuur, ons gezinsleven, de biodiversiteit, een stabiel klimaat, onze vrienden, onze familie? Alleen opstand tegen de traditionele politiek biedt kansen. Wanneer we die opstand niet laten ontsporen in frustratie, maar er nieuwe hoop uit putten.

We zullen de grenzen van de aarde als uitgangspunt moeten kiezen. Eckart Wintzen stelde al in 1994 voor niet het goede gedrag van mensen te belasten, maar het slechte gedrag. Waarom belasting heffen op activiteiten die waarde toevoegen, 21 procent btw-boete op vrijwel alles wat we ondernemen of aanschaffen? Waarom stellen we de arbeid niet vrij van belasting en belasten we het gebruik van alles wat schaars en kwetsbaar is? Een Belasting Onttrokken Waarde, op alles wat druk legt op de natuur, het milieu en de grondstoffenvoorraad. Zo stimuleren we hergebruik van grondstoffen en tegelijk ook de werkgelegenheid.

Laten we ons niet focussen op economische groei, maar op economische én persoonlijke ontwikkeling. De Partij voor de Dieren is de enige politieke partij die dat bepleit. Die niet de kortetermijn-mensenbelangen centraal stelt, maar de belangen van de planeet en, daaruit afgeleid, de belangen van al haar bewoners.

You may say that I'm a dreamer, but I'm not the only one!

31 augustus 2012

Stel je moet kiezen: Partij voor de Dieren of D66

Marc Oosterhout in de Volkskrant (4 september): D66 is eigenlijk de enige partij die de unieke combinatie maakt tussen een duurzame, groene toekomst en een liberaal, misschien soms wat rechts gedachtegoed. Een perfecte belofte voor veel kiezers die voor een duurzame economie zijn, maar ook geloven in eigen verantwoordelijkheid en marktwerking.

Tot zover de Volkskrant.

D66 lijkt (net als GroenLinks) voor mensen die geen echte compassie met dieren in de bio-industrie hebben. Wanneer je echte compassie voor alle dieren hebt dan gun je ze allemaal een natuurlijk leven.

De Partij voor de Dieren mailde onderstaande vergelijking (deels overgenomen):

Partij voor de Dieren: D'66:
   
Economische groei is niet de oplossing maar het probleem. Een aarde met groeiende bevolking en krimpende grondstofvoorraden kan geen extra economische groei aan Zo snel mogelijk door met economische
groei, ondanks het ecologisch begrotingstekort van 35%
   
Tégen bezuinigingen op natuur Bezuinigen op natuur kunnen best
   
Geen opslag van CO2 Opslag van CO2 is een goede manier om de CO2-uitstoot te verminderen
   
Tégen kernenergie! Geen bezwaar tegen nieuwe kerncentrale “Het is hypocriet om tegen kernenergie te zijn"
   
Er mogen geen wilde dieren in circussen gehouden worden Wilde dieren in circussen moet kunnen
   
Geen Europees noodfonds (ESM) waar het Nederlands parlement geen feitelijke zeggenschap over heeft Vóór het Europees Noodfonds (ESM)
   
De plezierjacht wordt verboden! Plezierjacht door Koningshuis mag met belastinggeld betaald worden
   
Het verkopen van dieren via Marktplaats is onverantwoord, internethandel in dieren moet worden beperkt Tegen beperking van de internethandel in dieren
   
Er komt een kilometerheffing voor diertransporten: hoe langer het transport hoe duurder het wordt Tegen kilometerheffing voor diertransporten
   
Er komt een verbod op onverdoofd ritueel slachten Tegen een verbod op onverdoofd ritueel slachten, godsdienstvrijheid mag niet te veel beperkt worden
   
De Ecologische Hoofdstructuur wordt aangelegd in het oorspronkelijke tempo

Het aanleggen van de Ecologische Hoofdstructuur mag best wat langer duren

   
De regels voor toelating van nieuw landbouwgif moeten veel strenger om bijensterfte tegen te gaan Voor de versoepeling van de toelating van landbouwgif
   
Er komt een verbod op megastallen Een verbod op megastallen is nergens voor nodig. Het aantal dieren in een stal is niet bepalend voor dierenwelzijn
   
Dieren moeten naar buiten kunnen, niet opgesloten worden in potdichte stallen Voor subsidie op luchtwassers, waardoor dieren opgesloten blijven in de stal
   

20 juni 2012

Minder agrolobbyisten op de kandidatenlijsten

De Tweede Kamer is lang de plek geweest waar de agrolobby haar belangen bovenmatig wist te verdedigen. Gelukkig gaat de wind uit een andere hoek waaien, maar waakzaamheid blijft geboden.
Tweede Kamerlid Ger Koopmans van het CDA keert niet terug in de Tweede Kamer. De Limburger was jarenlang de landbouwwoordvoerder van de partij.
Ook Kamerlid Henk Jan Ormel keert niet terug op de CDA-kandidatenlijst. Hij hield zich op veehouderijgebied bezig met diergezondheid.
De hoogstgeplaatste boer op de voorlopige lijst van het CDA op plaats 9 is Jaco Geurts. Hij is landelijk secretaris van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders.
Eerder gaf VVD-Tweede Kamerlid Janneke Snijder al aan niet terug te keren in de Tweede Kamer. Esmé Wiegman, landbouwwoordvoerder van de ChristenUnie, keert evenmin terug.

19 juni 2012

Convenant ritueel slachten strooit zand in ogen van eerste kamer en publiek

Persbericht Alkmaar, 18 juni 2012 – In verband met de stemming in de Eerste Kamer der Staten-Generaal op dinsdag 19 juni over het Wetsvoorstel Thieme inzake het ritueel slachten hebben St. Rechten voor al wat leeft en St. Comité Dierennoodhulp aan de Eerste-Kamerleden een brief gestuurd waarin zij hun kritiek uiten op het “Convenant onbedwelmd slachten volgens religieuze riten”. Directe aanleiding voor de kritiek is dat de ondertekenaars van religieuze zijde de afgesproken 40 seconden dat het dier na de halssnede nog bij bewustzijn mag blijven nog aan de krappe kant vonden, terwijl zowel van joodse als van moslimzijde decennia lang aan het publiek is voorgehouden dat onbedwelmd ritueel slachten pijnloos is en de dieren onmiddellijk na de halssnede het bewustzijn verliezen. Beide organisaties vinden dat de Eerste Kamer en het publiek met dit convenant zand in de ogen wordt gestrooid en dat, als de Eerste Kamer aanstaande dinsdag het Wetsvoorstel Thieme verwerpt en kiest voor dit convenant, zij hiermee te kennen geeft òf dom en naïef te zijn, òf ... zich onder druk te hebben laten zetten door de religieuze lobby en een dubbele agenda te hebben, waarin partijbelangen en/of economische motieven de hoofdrol spelen. In beide gevallen een Eerste Kamer ónwaardig.

Een aantal redenen waarom de Eerste Kamer aanstaande dinsdag níet het convenant ritueel slachten van demissionair landbouwsecretaris H. Bleker zou moeten verkiezen boven het wetsvoorstel van mevrouw Thieme zonder daarmee een modderfiguur te slaan tegenover het Nederlandse volk:
1. Decennia lang is het publiek voorgehouden dat de rituele slacht voor het dier geheel pijnloos verloopt. Zo stelde Rabbijn Lody van de Kamp in het artikel “Koosjer slachten zonder pijn” ( “De Bazuin” van 12 juni 1998) o.a. het volgende:
“Het koosjer slachten omvat een heleboel regels. De belangrijkste daarvan is dat de halssnede verricht moet worden met een vlijmscherp, maar gaaf mes. Daarmee moeten de slokdarm, de luchtpijp en de beide halsslagaders in één keer worden doorgesneden. Hierdoor raakt het dier onmiddellijk buiten bewustzijn. Omdat de pijn pas na vijftien tot twintig seconden optreedt, voelt het dier niets. De essentie van het slachten is dat het pijnloos gebeurt.” “Verder moet het snijden in één haal gebeuren, er mag niet gestopt worden, er mag geen druk worden uitgeoefend op het mes.” En in het artikel “Ritueel slachten niet verbieden” in het Eindhovens Dagblad d.d. 2 mei 2011 schrijft Ibrahim Wijbenga, binnen het CMO (Contactorgaan Moslims en Overheid) degene die het dossier “Ritueel slachten” beheert, raadslid voor het CDA in Eindhoven, en tevens medeondertekenaar van het convenant: “Allereerst wijs ik erop dat het rituele slachten uiterst professioneel gebeurt met technieken die pijnloos zijn voor het dier.”
Het ondertekenen door vertegenwoordigers van de religieuze groeperingen van het convenant, waar het dier tot 40 seconden bij bewustzijn mag blijven, komt na bovenstaande beweringen in een vreemd daglicht te staan en is in tegenspraak met de uitspraken van o.a. Rabbijn Van de Kamp en de heer Wijbenga, zeker als we bedenken dat de religieuze ondertekenaars de 40 seconden eigenlijk toch wel aan de krappe kant vonden.

2. Het convenant spreekt weliswaar over “permanent toezicht” maar er staat niet bij door wie. Geheel onduidelijk is of dit door een rabbijn gebeurt of door een imam of dat er sprake is van permanent veterinair toezicht. Ook is onduidelijk in het convenant of dit permanente toezicht gaat over het gehele slachtproces of alleen voor het keuren vooraf van de levende dieren. Zonder veterinair toezicht tijdens het slachtproces zal met die 40 seconden snel de hand worden gelicht. Bovendien kan de staatssecretaris ook nog besluiten het toezicht “in frequentie terug te brengen”, zodat het dus niet meer “permanent” is (artikel 5 punt 3 convenant).

3. In het convenant is vastgelegd dat de slokdarm, de luchtpijp en de beide halsslagaders in één haal met het mes moeten worden doorgesneden. Onduidelijk is hoe dat tijdens de koosjere slacht kan worden gerealiseerd, als daar geen druk op het mes mag worden uitgeoefend. Ook over de vraag wat er moet gebeuren als één halssnede niet voldoende blijkt te zijn geeft het convenant geen duidelijkheid. Eveneens is onduidelijk hoeveel seconden het nog duurt voordat het dier, nadat het al 40 seconden intens heeft geleden, uiteindelijk door bedwelming “door middel van een extra ingreep” uit zijn lijden wordt verlost (artikel 2 punt 2 convenant).

4. Dit convenant is eerder een verslechtering dan een verbetering vergeleken met het Besluit Ritueel Slachten van 28 november 1996. Daar stond nog in dat runderen 45 en schapen en geiten 30 seconden na de halssnede bij bewustzijn mogen blijven. In dit convenant is het voor schapen en geiten ook 40 seconden. De ware reden laat zich raden waarom demissionair staatssecretaris Bleker drie maanden lang met zijn “wetenschappelijke adviescommissie” moest vergaderen voor een convenant waarvan de inhoud al nagenoeg in een soortgelijke regeling lag.

St. Rechten voor al wat leeft
St. Comité Dierennoodhulp

In totaal stemden 21 van de 75 Eerste Kamerleden (PVV, SP, PvdD, 50Plus en OSF, de Onafhankelijke Senaatsfractie) voor een verbod. VVD, PvdA, CDA, D66, ChristenUnie en SGP vinden dat een verbod op de rituele slacht de vrijheid van godsdienst aantast. GroenLinks was verdeeld.

17 mei 2012

Wijffels ziet Bleker het liefst terug in zijn hok

CDA-prominent Herman Wijffels ziet Henk Bleker liever niet als de nieuwe leider van het CDA worden en gaf aan: „Die heeft vooral toekomst bij zijn pony's”. Volgens Wijffels speelde Bleker een ethisch dubieuze rol na de verkiezingen van 2010 waarna het kabinet VVD-CDA met gedoogsteun van de PVV vorm kreeg.
Bleker vindt dat dergelijke uitlatingen dit eigenlijk niet in het CDA horen te gebeuren. Mensen moeten wel een beetje netjes met elkaar blijven omgaan, stelde hij in het televisieprogramma Knevel en Van de Brink. Tegelijk distantieerde hij zich van Wijffels. „Hij wil van het CDA een soort christelijk GroenLinks maken, ik niet.”

Prof. dr Herman Wijffels werd per 1 oktober 2009 hoogleraar 'Duurzaamheid en Maatschappelijke Verandering' aan de Universiteit Utrecht. Hij staat bekend als iemand die spiritualiteit en duurzaamheid wil combineren vandaar de sneer van Bleker over christelijk GroenLinks. Bleker zelf wordt vooral gehekeld door het laten prevaleren van de belangen van de agrosector boven de belangen van de Nederlandse belastingbetaler.

Demissionair staatssecretaris van Economische Zaken en Landbouw Henk Bleker wil niet voor het CDA de Tweede Kamer in nu hij niet de nieuwe lijsttrekker van zijn partij is geworden.

Bleker regelt rituele slacht met maximaal 40 seconden dierenleed

Het convenant houdt in altijd veterinair toezicht en na 40 seconden overleven alsnog een schot door de hersenen.
Het onverdoofd ritueel slachten is in het convenant toegestaan. Daarmee verandert er in feite niets aan de bestaande situatie.
Het niet verdoven was een half jaar geleden punt van discussie. Ten onrechte noemde Bleker bij KvdB het voorstel van Marianne Thieme een verbod op ritueel slachten. Het voorstel van de PvdD behelsde een verbod op het onverdoofd slachten.

Het dierenleed bij slachten wordt iets bekort en verminderd door het dier voor de halssnede een pin door de hersens te schieten. Bij ritueel slachten wordt het verdoven nagelaten omdat het een religieuze eis is dat een dier weer bij bewustzijn moet komen wanneer er door "goddelijke" ingreep toch wordt afgezien van de slacht.
Dit is een absurde eis en geen enkele overheid zou dierenleed begaan aan een religie mogen toestaan.
In de Eerste Kamer heeft senator Niko Koffeman een hoofdelijke stemming aangevraagd. De Partij voor de Dieren wil weten welke senatoren religie als voldoende legitimatie zien voor het laten voortbestaan van onnodig en vermijdbaar dierenleed.

Vindt u dit voorstel van Bleker ook te armzalig? Dan is het misschien beter helemaal geen vlees te eten.
Wilt u weten of u nog meer kunt doen? Lees dan dit artikel.

10 mei 2012

Laat de natuur niet meer over aan farizeeers

Marcel van Dam constateert in de Volkskrant dat we afglijden naar een afrekendemocratie. Volgens hem gaat politiek vooral om het verwerven van banen en macht. Regeringen worden door een flink deel van het electoraat niet langer gezien als hoeders van het algemeen belang, maar als vijanden van het volk, in dienst van anonieme machten die het volk een poot uit willen draaien.

Van Dam:
Geleidelijk aan is de politiek overgenomen door mensen die zo lenig van geest zijn dat ze de rol van farizeeërs willen spelen. Over hen staat geschreven: 'Ze bundelen alle voorschriften tot een zware last en leggen die de mensen op de schouders, terwijl ze zelf geen vinger uitsteken om die te verlichten.'
Het prototype van zo'n witgepleisterd graf is Henk Bleker, de laatst aangemelde kandidaat-lijsttrekker van het CDA - nadat elf kandidaten hem waren voorgegaan en hij herhaaldelijk had verklaard niet beschikbaar te zijn als lijsttrekker, tenzij er niemand anders was om het te doen.
Bleker was, naast Verhagen, de kwade genius die het CDA de gedoogcoalitie met de PVV in rommelde. Ook toen had hij 'geen enkele ambitie om naar Den Haag te gaan'. Nadat hij zijn judasrol had vervuld, werd hij staatssecretaris. In die functie slaagde hij erin de gedurende vele jaren opgebouwde, kostbare ecologische hoofdstructuur, sieraad van het natuurbeleid, voor een flink deel waardeloos te maken. Wie van Harderwijk over de A28 naar Nunspeet rijdt, komt onder een ecoduct door dat net klaar is maar dankzij Bleker geen functie meer heeft. Jolande Sap was zo vriendelijk daarvoor in het 'Kunduz-akkoord' medeverantwoordelijkheid te nemen. Ik stel voor dat viaduct het Bleker/Sap-monument van verspilling te noemen.
Oh ja, Jack de Vries vraagt of u Henk niet de maat wilt nemen.
Tot zover van Dam in de Volkskrant.

Misschien dat u als kiezer een wat lichter gemoed heeft wanneer u zich realiseert dat u veel geld kunt besparen en er een last van uw schouders kan glijden door bij de komende verkiezingen een echt natuurvriendelijke stem uit te brengen. En daarmee een halt kunt roepen aan degenen die u een poot uitdraaien en door wie u zich een oor aan laat naaien.

26 april 2012

Veehouders moeten wet 100% naleven

Oproep aan politieke partijen

Compassion in World Farming vraagt aan de politieke partijen in hun verkiezingsprogramma's op te nemen dat de Nederlandse veehouderij voor 100% aan de Europese regels moet voldoen. De overheid moet er alles aan doen ervoor te zorgen dat de regels worden nageleefd en dit strikt handhaven.

Met name in de varkenshouderij worden de regels, die ook zijn opgenomen in de Nederlandse wet, op grote schaal genegeerd:

Op 1 januari 2013 worden nieuwe Europese regels voor de varkenshouderij van kracht. Vanaf die datum is het verboden zwangere zeugen hun hele zwangerschap in krappe hokken, tussen stalen stangen, vast te zetten. In plaats daarvan moeten de dieren in groepen worden gehouden. Op dit moment voldoet slechts 71% van de Nederlandse varkenshouders aan deze norm. Volgens cijfers van de Europese Commissie zal eind dit jaar nog steeds bijna 10% niet aan de nieuwe regel voldoen. Toch is de ingangsdatum van de nieuwe eisen al meer dan 10 jaar bekend. Compassion in World Farming vindt daarom dat er geen enkele reden is een oogje dicht te knijpen voor boeren die niet aan de wettelijke regels voldoen.

Bovendien moeten de meeste varkens in Nederland het stellen zonder afleidingsmateriaal en worden op grote schaal staarten afgeknipt als de biggen een paar dagen oud zijn. Ook dit is in strijd met de Europese regels die al langer van kracht zijn en voorschrijven dat varkens strooisel of vergelijkbaar materiaal in de hokken moeten hebben om te voorkomen dat de dieren uit frustratie en verveling in elkaars staarten bijten. De overheid moet er daarom streng op toezien dat alle varkens voldoende, geschikt afleidingsmateriaal krijgen. Dán kan ook het routinematig staartknippen achterwege blijven.

Geert Laugs, directeur van Compassion in World Farming Nederland zegt: “Europese regels zijn er niet alleen voor regeringen en begrotingen, maar ook voor burgers en boeren. Uit cijfers van de Europese Commissie blijkt dat bijna 10% van de Nederlandse varkenshouders eind dit jaar niet aan het voorschrift van groepshuisvesting voor zeugen zal voldoen. Nóg meer varkenshouders houden hun dieren in kale hokken zonder geschikt afleidingsmateriaal en knippen standaard biggenstaarten af. Nu Nederland afstevent op nieuwe verkiezingen roepen wij de politieke partijen op duidelijk stelling te nemen en expliciet in hun programma's op te nemen dat de wet voor 100% moet worden nageleefd.“

In de recente Nota Dierenwelzijn constateert de regering dat het naleefniveau in de veehouderij te wensen overlaat. In de varkenshouderij is het volgens de nota zelfs slechts 55%. De regering spreekt in deze nota de ambitie uit dat elke sector een naleefniveau van tenminste 80% moet hebben en erkent dat daarvoor nog een flinke inspanning nodig is. Compassion in World Farming vindt 80% echter te weinig. Het zou betekenen dat tientallen miljoenen dieren niet de bescherming krijgen die de wet hen toekent.

23 april 2012

Eetrevolutie voor ecologisch en ethisch voedsel

Van de site van discussie- en evenementencentrum de Rode Hoed:
Terwijl de politiek druk discussieert over toekomstscenario’s voltrekken zich in de praktijk al interessante veranderingen.
In supermarkten zien we steeds meer biologische producten, varkensvlees met een ster van de dierenbescherming en Utz Certified koffie. Ook streekproducten veroveren een plekje. Zijn dat randverschijnselen of gaan de grote voedselketens ingrijpend veranderen?
We onderzoeken dit met vernieuwers in bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. En we bevragen politici. Kan de politiek nog leiderschap tonen of loopt ze achter de markt aan? We laten meerdere spelers aan het woord die hier al volop mee bezig zijn en succes hebben geboekt: spelers uit de voedselindustrie, de supermarkten en de Youth Food Movement. Gaan jonge NGO’s zoals Foodwatch en Wakker Dier ons voedingspatroon veranderen? Wat kan de supermarkt met streekvoedsel en slow food? Hoe kunnen consument en boer meer met elkaar communiceren? Wat wordt de rol van sociale media?
Tot zover de site.

Onze voedselvoorziening is niet toekomstbestendig. Om daar wat aan te doen is een vlinderrevolutie nodig.

Doe het samen:
Als consumenten, producenten en winkeliers samen bepalen wat er op ons bord komt, ontstaan nieuwe markten waar iedereen zich verantwoordelijk voor voelt. Slimme, toekomstgerichte bedrijven zullen er evenveel plezier van hebben als consumenten.

Sluit kringlopen regionaal (binnen enkele tientallen tot honderden kilometers):
Houd water en voedingsstoffen in een voor ons beschikbare vorm in omloop; alleen regionaal lukt dat optimaal.

Houd ook de geldstromen regionaal:
Dat zorgt voor voedselzekerheid en werk, zowel in Nederland als in andere landen.

Wees biodivers wijs:
In de natuur hangt alles met alles samen; respecteer je dat niet, dan loop je risico.

Sjouw niet met halffabricaten of levende dieren:
Dat verspilt energie, koopkracht en kostbare nutriënten en zorgt voor onnodig leed.

Produceer regionaal en drijf inter-regionaal handel:
Dat belast de natuur het minst; we kunnen nu eenmaal lang niet al ons voedsel lokaal kopen.

Denk EEEE:
Niet alleen Economisch (financiering), Ecologisch (natuur) maar ook Ethisch (mensen, dieren) en Esthetisch (schoonheid) moeten onze landbouw, voedselproductie en –consumptie met elkaar in evenwicht zijn.

Zorg voor een gezond eetpatroon:
Reclame en verkooptactieken voeden ons op tot te veel en verkeerd eten; gebruik ze om mensen goed en eerlijk te laten eten.

Verzamel revolutionair durfkapitaal in een beleggingsfonds:
Banken zien te weinig in echt innoverende projecten die op deze principes gebaseerd zijn; als investeerders tevens consumenten zijn ontstaat veel sneller rendabele vernieuwing.

Tot zover Nieuwvers.

De oproep om geen dieronvriendelijk voedsel te halen, heeft natuurlijk als keerzijde dat we ook moeten stoppen met het brengen van dieronvriendelijk voedsel naar anderen.

22 april 2012

Politieke leiders zouden meer van de natuur moeten leren

Nu de verkiezingen weer op komst zijn, wordt het tijd om politieke leiders te kiezen die blijk geven van een nieuw elan. In de regeringen tot nu toe is bestuurd op basis van een oude motivatie, die samengevat luidt: zorg dat we zo veel mogelijk geld verdienen op basis van menselijke en natuurlijke mogelijkheden. Dat motief bracht ons welvaart, maar ook een grens aan de draagkracht van mens en natuur.

"The core business of nature is (building) diversity. Diversity is what nature does for a living" en dat wordt door de eenzijdige gerichtheid op geld verdienen doorkruist.

Het is tijd om niet alleen het ecosysteem in de natuur te beschermen, maar ook het ecosysteem in ons zelf en de samenleving te veranderen. Die verandering moet niet gericht zijn op meer van het hetzelfde, maar op een transformatie die recht doet aan de geschiedenis en evolutie van de menselijke ontwikkeling. Die ontwikkeling is een tijd gegaan via liberalisering en individualisering en leverde ook nieuwe (mondiale) mogelijkheden tot verbinding op. De technologie van Internet en Twitter ondersteunen hierbij en verschuiven de aandacht van informatie naar transformatie en snel emotie delen. Politiek en economie zijn daardoor in Europa en Amerika in crisis, die op haar beurt ook weer een kans op levert.

In zijn boek Kun je een rups leren vliegen? ging Jan Bommerez al in op het fundamentele verschil tussen verandermanagement en transformationeel leiderschap. In Door de bomen het bos zien gaat hij nog een stap verder. Transformatie kun je niet leiden. Het is een zelforganiserend proces. Leiders kunnen alleen maar een ecosysteem bewerkstelligen waarin transformatie spontaan plaatsvindt. Ze dienen daarom de natuur te bestuderen en de principes die erin werkzaam zijn. Moderne, succesvolle organisaties zoals Shell en Toyota zijn daarmee bezig. Leiders zoals Herman Wijffels zijn erdoor geïnspireerd.

"Door de bomen het bos zien kijkt breder dan alleen maar naar organisaties. Ook in het dagelijkse leven staan we altijd in relaties (gezin, buurt) en dat zijn ook ecosystemen. Het boek verschaft vele verrassend nieuwe inzichten en geeft ook concrete wegen aan om te bewandelen en om "te kijken, te zien en inzicht te krijgen in wat hij of zij eerder nog niet zag." Het boek van Bommerez inspireert om je open te stellen voor het systemische karakter van lerend organiseren. Alleen vanuit zingeving wordt effectiviteit betekenisvol. Co-creatie: waardeer verschil, zoek de dialoog en werk vanuit verbondenheid." - Prof. Dr. André Wierdsma.

In deze video van een presentatie van Jan Bommerez een goede onderbouwing van zijn visie op transformatie.

Hopelijk kunnen Sywert van Lienden en Sietse Bakker van G500, de jongerenbeweging (35-) iets met deze oproep van Bommerez tot transformatie. Zij willen binnen de politieke partijen samenwerken over de links, rechts en confessionele verschillen heen. Of een kans voor de partij voor mens en spirit en eigenlijk ook voor de politieke middenpartijen. Dit is een kans voor politieke transformatie tot een duurzame besturing van de samenleving, waarbij het goede en diverse behouden blijft en iets extra wordt toegevoegd.

Boeken van Bommerez zijn:

01 juli 2011

Vermijdbaar dierenleed is norm, maar een ontheffing is zo verleend

Artikel 3 van het besluit doden van dieren luidt:

Bij het verplaatsen, onderbrengen, fixeren, bedwelmen, slachten of doden wordt de dieren elke vermijdbare opwinding of pijn of elk vermijdbaar lijden bespaard.

Ondanks de intentie om dierenleed te voorkomen, worden er jaarlijks zo’n half miljard gedood. Is dat niet een beetje vreemd?
Ja, dat is het, want voor voedsel hebben we daar slechts een derde deel voor nodig, twee derde gaat naar het buitenland. In een land dat bekend staat als bevolkt door dominees en kooplui zorgt de dominee voor een ethisch verantwoorde wet en de koopman vraagt om ontheffingen.
Dieren moeten leed worden bespaard, maar omdat we dieren eten, euthanasie wordt gedaan door dierenartsen, we ongedierte bestrijden, muskusratten verdelgen etc. mag er een ontheffing worden verleend voor wie vindt dat hij {beroepsmatig) dieren moet doden.
Deze situatie zorgt ervoor dat de economie, die geld ziet in het gebruiken van dieren, kan blijven draaien, maar ook dat de politiek af en toe kan ingrijpen om grenzen te stellen in het houden en doden van dieren.
Willen we dit veranderen dan zijn er twee wegen, die we allereerst en vooral zelf moeten bewandelen: de politieke weg en de weg van bewustwording.
De politieke weg is traag, de weg van bewust worden ook. In de politiek is de vraag welke partij daarvoor het meest geschikt is en niet voor iedereen is de Partij voor de Dieren daarvoor de geijkte partij. Bij bewust worden is de vraag waarvan je bewust zou moeten worden.

08 juni 2011

Realiseren we ons wel voldoende welke (beleid voor) groente gezond is?

In Nederland wordt veel groente geteeld in kassen. Deze worden verwarmd met aardgas waarvan de prijs via subsidie kunstmatig laag wordt gehouden om de internationale concurrentie aan te kunnen gaan. Deze groente wordt vaak niet geteeld op de volle grond maar op substraten (bijvoorbeeld steenwol). De bemesting gebeurt door meststoffen toe te voegen aan het water. Veel werknemers zijn afkomstig uit het buitenland en de producten worden voornamelijk geëxporteerd.
De telers hebben miljoenen geïnvesteerd en na een paar weken zonder omzet dreigt faillissement. Ze zijn afhankelijk van imago, marketing en van de bank.
Zijn groentes als komkommers en tomaten gezond? Nauwelijks, ze bevatten voornamelijk water.

Wat voor zin heeft het om biologische bedrijven te hebben wanneer ze zich niet echt kunnen richten op een gezond product? Biologisch betekent vooral geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen, maar het gebruik van mest uit de bio-industrie is wel toegestaan en besproeiing van droge akkers met (antibiotica en bacteriën) vervuild slootwater is wel toegestaan. Ook van echte weidegang voor dieren is vaak geen sprake.
Waarom krijgen komkommertelers (laat staan nertsenhouders) dan een schadevergoeding wanneer het publicitair tegenzit? De reden is waarschijnlijk omdat de banken anders hun uitgeleend geld kwijt raken.
Waarom richt de Nederlandse politiek zich niet op een agrarische sector die minder produceert, maar waar de productie maximaal gericht is op een ecologische balans? Het gevolg zal zijn dat bepaalde voedselproducten duurder worden, maar dat de belastingbetaler minder geld kwijt is aan de indirecte steun van de banken. Het betekent dat de consument (zonder extra kosten) veel gemakkelijker een verantwoorde keuze kan maken in de supermarkt omdat ongezonde producten duurder en gezonde producten goedkoper worden.

01 juni 2011

PvdD senator Koffeman probeert het begrip Intrinsieke Waarde inhoud te geven

PvdD senator Niko Koffeman probeert het lege begrip Intrinsieke waarde inhoud te geven via een motie in de Eerste Kamer:

Voorgesteld 24 mei 2011 De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende, dat de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de erkenning van de intrinsieke waarde van dieren enkel van toepassing wil laten zijn op de huisvesting en verzorging van dieren die gehouden worden; van mening, dat de erkenning van de intrinsieke waarde van dieren impliceert dat het gebruik van dieren ethisch gerechtvaardigd dient te worden; constaterende, dat de Raad voor Dierenaangelegenheden in haar rapport «Agenda voor het dierbeleid» (2010) stelt dat:
«Erkenning van de intrinsieke waarde van het dier betekent dat het gebruik van dieren zal moeten worden gerechtvaardigd. Er zal dus een afweging gemaakt moeten worden van de belangen van de mens tegenover de belangen van het dier. Wat daarbij wel of niet acceptabel is, en de voorwaarden waaronder het gerechtvaardigd is om dieren te gebruiken, zal moeten worden beargumenteerd»;
verzoekt de regering invulling te geven aan een concreet toetsingskader intrinsieke waarde van dieren volgens de bekende afwegingsmodellen zoals die van de Raad voor Dierenaangelegenheden en van bijvoorbeeld het Rathenau Instituut en deze periodiek te evalueren en te betrekken bij het uiteindelijke afwegingsmodel dat aan de verdere concrete invulling van de Wet dieren in algemene maatregelen van bestuur behoort te liggen, Eerste Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 31 389, Q 1 en gaat over tot de orde van de dag.
Koffeman
Peters
Slager
Böhler
Reuten

Tot zover de PvdD motie.

Het lastige met lege begrippen als intrinsieke waarde is om te bepalen wanneer het echt serieus wordt genomen. Wanneer beleidsmakers het snel omarmen kan het een teken zijn dat het hun niet beperkt in de uitvoering van hun plannen en dan is instemming een schijnsucces.
Het begrip bestaat al 30 jaar en een voorbeeld dat iemand zijn gedrag heeft veranderd op basis van het begrip bestaat niet en is ook onwaarschijnlijk.
Dieren in hun waarde laten is wat anders dan hun met rust laten omdat anders hun intrinsieke waarde in het geding is.

Klik hier om meer te lezen over intrinsieke waarde en hoe verschillend instanties dit begrip gebruiken of in de Internetversie bij de labels.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.