Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label varkens. Alle posts tonen
Posts tonen met het label varkens. Alle posts tonen

23 december 2008

Politierechter doet halfslachtig onderzoek naar lijden varkens

Hoe erg een varken lijdt tijdens transport en hoe groot de risico’s zijn voor dieren die gewond op transport gaan, kun je niet afleiden aan foto’s of door te gaan kijken bij het in- en uitladen van de varkens.
Zou een politierechter echt willen weten wat een varken doormaakt, dan moet hij meegaan in de vrachtwagen.
Dat was natuurlijk teveel gevraagd, vandaar de volgende uitslag van een zitting.

Zutphen, 22 december 2008 – De economische politierechter spreekt twee varkenshouders en een varkenstransporteur vrij.

Het Openbaar Ministerie beschuldigde de Gelderse varkenshouders Van de K. uit Wilp, B. uit Beemte en varkenstransporteur P. uit Wilp ervan dat ze een varken hebben laten vervoeren op “een zodanige wijze dat zij dat varken daardoor waarschijnlijk letsel of onnodig lijden berokkende”.

Vrijspraak
De economische politierechter oordeelt dat de inhoud van de in deze zaak beschikbare bewijsmiddelen niet toereikend is om het hiervoor genoemde, wettig en overtuigend bewezen te verklaren. De verdachten zijn op die grond vrijgesproken.

Schouw
De economische politierechter oordeelde op de zitting van 21 juli 2008 dat hij zich een beter beeld wilde vormen. Daarom was er 22 september 2008 een schouw van een varkenstransport. Dat begon bij één van de varkenshouders met het inladen van de varkens en eindigde bij het uitladen van de dieren bij een slachterij.

De Stentor meldde 22 juli:

De varkenshouders, Van de K. uit Wilp en B. uit Beemte, worden ervan beticht varkens op transport te hebben gesteld, terwijl dat gezien hun conditie niet had gemogen. Het ging in beide gevallen om één varken in grotere koppels die werden vervoerd door transporteur P. uit Wilp. De vraag was of de varkens te ziek waren om vervoerd te (mogen) worden. Controleurs bij het slachthuis constateerden gebreken - mank lopen en verwondingen - waarop de AIVD proces-verbaal opmaakte. De beide boeren en de transporteur meenden dat de varkens nagenoeg niets mankeerden toen ze de laadklep op gingen. Zo weinig in ieder geval dat de chauffeur niets opmerkte, temeer omdat het donker was en de varkens in koppels liepen. Dat de varkens hinkten bij het uitladen had te maken met vermoeidheid door het urenlange transport, aldus de boeren.

De officier van justitie meende dat uit de verklaringen van de controleurs bleek dat de varkens niet vervoerd hadden mogen worden. Zij eiste 900 euro boete tegen beide boeren en 2700 euro tegen de transporteur. De eis sloeg in als een bom. ,,Dit gaat alle proporties te buiten'', zei de transporteur. Rechter P. Brouns kon uit de gemaakte foto's niet afleiden hoe erg de 'verwondingen' waren. Alvorens uitspraak te doen wil hij ervaren hoe lastig het is om de conditie te beoordelen van een varken dat op de grens zit van wel/niet vervoeren.

Tot zover de Stentor.
Opvallend is de laatste zin: de rechter wil ervaren hoe lastig is om de conditie te beoordelen. Er staat niet dat hij geïnteresseerd is of een varken lijdt tijdens het transport.

Meer lezen over dierenleed tijdens ellenlange transporten? Klik hier.

22 december 2008

Illegale praktijken in Europa's varkenshouderij wijd verbreid

PERSBERICHT
Nijmegen, 22 december 2008.

Undercover-onderzoek onthult:
illegale praktijken in Europa's varkenshouderij wijd verbreid.

Illegale praktijken, zoals routinematig staartknippen, komen in de Europese varkenshouderij vaak voor en veel dieren leven onder erbarmelijke omstandigheden. Dat blijkt uit een grootschalig undercover-onderzoek door Compassion in World Farming, dat werd uitgevoerd in 60 varkenshouderijen in 5 EU-landen. Tijdens het onderzoek werd vooral gekeken naar routinematig staartknippen en de beschikbaarheid van afleidingsmateriaal in de stallen. De bezochte Nederlandse bedrijven scoorden op beide punten slecht.

Tijdens het onderzoek filmden cameramensen van Compassion in World Farming in 60 varkenshouderijen in 5 landen: Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje en Hongarije. In nagenoeg alle stallen was het welzijn van de dieren slecht. De meeste zeugen (moedervarkens) werden gehouden in ligboxen: krappe kooien die zo smal zijn dat de dieren zich niet eens om kunnen draaien. De meeste mestvarkens werden gehouden in overvolle kale, vaak vuile hokken.

De onderzoekers zagen:
varkens waarvan de staart routinematig geknipt was. Dit is verboden in de EU. Op alle bezochte Nederlandse bedrijven kwam routinematig staartknippen voor. Van de bezochte landen scoort Nederland samen met Spanje op dit punt het slechtst.

Wijd verbreid gebrek aan afleidingsmateriaal. Aanwezigheid van afleidingsmateriaal is verplicht in de EU. Op 88% van de bezochte Nederlandse bedrijven was geen, of onvoldoende afleidingsmateriaal voor de varkens. Nederland scoort op dit punt -op Spanje na- het slechtst.

Wijd verbreid gebruik van ligboxen en kraamboxen voor zeugen. Deze systemen beperken de dieren ernstig in hun bewegingen en zijn (deels) nog toegestaan in de EU.
“De levensomstandigheden van de varkens in de verschillende landen verschilden niet veel”, aldus een van de onderzoekers. “De varkens zagen er onverzorgd uit, ze gedroegen zich agressief en ze hadden niets te doen. De vloeren waren kaal, er was weinig ruimte en de hokken waren vies. Het is vreselijk je voor te stellen dat het meeste vlees dat in supermarkten, slagerijen en restaurants verkocht wordt onder dergelijke omstandigheden wordt geproduceerd”.

Geert Laugs, campagnecoördinator van Compassion in World Farming Nederland zegt in een reactie: ”Het onderzoek laat zien wat industriële veehouderij doet met intelligente en zeer gevoelige dieren. De meeste varkens in de EU lijden onder de harde werkelijkheid van de bio-industrie”.

Het 6 maanden durende onderzoek is in omvang ongeëvenaard. Het doel ervan was een momentopname te maken van de varkenshouderij in Europa. Daartoe filmden de onderzoekers in willekeurige bedrijven in de belangrijkste varkensgebieden van Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje en Hongarije.

Compassion in World Farming roept de EU op de naleving van haar eigen regels af te dwingen. “We willen dat er niet alleen op papier maar ook in werkelijkheid een eind komt aan het op grote schaal routinematig knippen van biggenstaarten en dat alle dieren stro en afleidingsmateriaal krijgen, zoals de wet voorschrijft. Bovendien willen we dat de EU haar wetten aanscherpt en het gebruik van krappe kooien voor zeugen helemaal verbiedt”, zegt Geert Laugs.

In 2009 staat een herziening van de Europese richtlijn voor het welzijn van varkens op het programma.

Compassion in World Farming dringt bij de EU aan op de volgende besluiten.
  • Een volledig verbod van het gebruik van ligboxen voor zwangere zeugen vanaf 2013. Deze krappe kooien, waarin de dieren zich niet eens kunnen omdraaien, mogen nu nog de gehele zwangerschap gebruikt worden en vanaf 2013 alleen nog gedurende de eerste 4 weken. Deze uitzondering moet verdwijnen, vindt CIWF.
    • Een verbod van kraamboxen.

    • Een verbod van pijnlijke ingrepen, zoals castratie en staartknippen.

    • Handhaving van het verbod op routinematig staartknippen.

    • Handhaving en verbetering van de verplichting varkens afleidingsmateriaal te geven.

    • Stro of vergelijkbare bedding voor alle varkens en een verbod van roostervloeren.
    • Meer ruimte voor mestvarkens.

CIWF heeft videobeelden van het undercoveronderzoek in uitzendkwaliteit beschikbaar:



Verslag van een onderzoeker.



20 december 2008

Wanneer wordt de burger serieus genomen bij verzet tegen megastallen?

In het Agrarisch Dagblad het volgende bericht:

Limburg verwerpt burgerinitiatief megastallen

19 december 2008. Het Limburgs Parlement heeft vrijdag een burgerinitiatief verworpen van inwoners van Grubbenvorst tegen de vestiging van een megastal in het Noord-Limburgse dorp.

De Limburgse Staten besloten te wachten op antwoorden van de drie betrokken ministers Ab Klink (Volksgezondheid), Jacqueline Cramer (Milieu) en Gerda Verburg (Landbouw) op vragen over de gezondheidsrisico’s van megastallen.

Bovendien vroeg gedeputeerde Ger Driessen (CDA) zich af of de provincie wel gaat over de mogelijke vestiging van een megastal in Grubbenvorst. Hij ziet daarin allereerst een taak voor de gemeente Horst aan de Maas, waaronder Grubbenvorst valt. Wel zal de provincie er bij de gemeente Horst aan de Maas op aandringen een ”gezondheidseffectenstudie” uit te voeren. Veel inwoners verzetten zich tegen de bouw van een bedrijf met 1,2 miljoen kippen, 35.000 varkens, een slachterij en een mestvergistingsinstallatie in Grubbenvorst.

Tot zover het AGD.

Het is de taak van de provincie om gemeentes te controleren op het juist toepassen van het beleid bij het wel of niet toekennen van bouw- en milieuvergunningen door gemeentes. Bij het toekennen door de gemeentes kijken de betrokken ambtenaren of een aanvraag past binnen een bestemmingsplan. Het wel of niet toestaan van het bouwen van megastallen is een afweging van belangen van burgers en milieu aan de ene kant en de belangen van ondernemers aan de andere kant.
Provincies kunnen de beslissing van een gemeente overrulen als zij vinden dat een gemeentelijke beslissing niet past binnen een Provinciaal OntwikkelingsPlan (POP).
Ministers staan weer boven provincies en kunnen provincies weer terugfluiten.
Het mag inmiddels duidelijk zijn dat op landelijk niveau zoveel protest en weerzin is tegen de bio-industrie dat het tijd wordt dat politici hun verantwoordelijkheid nemen om de bouw van megastallen tegen te houden. Temeer omdat het gepland is in een woonomgeving en omdat burgers zich verzetten. Als dierenwelzijn niet serieus wordt genomen, mag dan de burger wel een keer serieus worden genomen?
Als overheid en vertegenwoordiger van de kiezer kun je niet tegen de wil van de kiezer ingaan en klagen over gebrek aan steun en belangstelling vanuit de burger.
Dat is hypocriet en negeren van jouw geweten.

19 september 2008

Suggestie gewekt over relatie tussen luchtwassers en dierenwelzijn.

Ziezo.biz kopt:
LTO Noord: Luchtwassers dragen bij aan dierenwelzijn en beter milieu

LTO Noord provincie Utrecht is blij met de ondersteuning vanuit de provincie Utrecht voor luchtwassers bij varkenshouderijbedrijven. De provincie geeft subsidie aan boeren die investeren in de kwaliteit van het milieu. Daartoe worden luchtwassers geplaatst die de stallucht zuiveren van veel ammoniak, geur en fijnstof, vóórdat die lucht de stal verlaat. Met die investeringen in luchtwassers wordt dus een belangrijke bijdrage geleverd aan de luchtkwaliteit.

Tot zover.

Volgens LTO gaat de productie zich meer concentreren op bedrijven met moderne stallen. Dat komt ten goede aan de dieren, het milieu én aan de boer!

Luchtwassers zuiveren de lucht voordat deze naar buiten gaat. Met de kop van het artikel en het inbrengen van het argument dat schaalvergroting beter is voor het welzijn van het dier wil de LTO de suggestie wekken dat toepassing van luchtwassers gerelateerd is aan vergroting van dierenwelzijn. Dat is natuurlijk onzin. De vergrootte hoeveelheid varkens binnen moet de stank, ammoniak en fijnstof inademen. Die hoeveelheid is zo groot dat de dieren permanent hebben ervan hebben te lijden. Maar ja, wie merkt dat?

29 april 2008

Slechts 2 euro marge per vleesvarken



Prijzen voor varkens stijgen en dalen en varkenshouders reageren daar weer op door meer of minder varkens te houden. Dat heet de varkenscyclus. Gemiddeld echter krijgt een varkenshouder slechts 2 euro meer per vleesvarken dan hij er aan uitgeeft. Daarvoor wordt dat varken onder minimale welzijnsomstandigheden een half jaar lang gevoed en gehuisvest. Dan is het arme beest zwaar genoeg om geslacht te worden.
Geen wonder dat varkens in grote aantallen worden gehouden en er steeds meer megastallen in het landschap verschijnen. De varkenshouder zou geen droge boterham verdienen bij kleine aantallen. De steeds kleiner wordende marges leiden tot nog meer schaalvergroting. Om deze grote aantallen te kunnen afzetten wordt geconcurreerd op de wereldmarkt. Ook wordt dezelfde wereldmarkt gebruikt om varkensvoer zo goedkoop mogelijk te produceren. Hele oerwouden worden gekapt om sojavoer te kunnen verbouwen. Ook leidt de overproductie in eigen land tot een mestprobleem. Oud LNV-minister Veerman zei eens: “We importeren veevoer, we exporteren goedkoop vlees en de rotzooi blijft achter”.



Bij deze wedloop zijn bijna alleen maar verliezers: voedselprijzen stijgen omdat graan, rijst en maïs niet aan mensen als voedsel wordt aangeboden, maar wordt verwerkt in veevoer of biobrandstof. Mensen uit de derde wereld en arme landen in het algemeen zijn steeds meer geld kwijt aan voeding. De hoge mestproductie leidt in ons land tot milieuproblemen en de druk van behoud van concurrentiepositie verlaagt de dierenwelzijnscondities.
De oplossing? Sanering van de intensieve veehouderij. Er wordt al jaren in ons land meer varkens, kippen en koeien geproduceerd dan we zelf nodig hebben en de hoeveelheid die we zelf nodig hebben kan nog veel kleiner, want Nederlanders eten teveel eiwitten, wat tot allerlei welvaartsziekten leidt (bijv. kanker).
Minderen op de vleesconsumptie is ook goed voor het klimaat, want de vleesproductie levert nationaal en mondiaal de grootste bijdrage aan de opwarming van de aarde.
Onze economie zal er niet onder leiden en ons land wordt er leefbaarder door.

11 januari 2008

Wat is natuurlijk gedrag in de intensieve varkenshouderij?



Dieren hebben recht op 5 vrijheden. Daarover is weinig discussie, maar wel over de uitwerking van het recht op natuurlijk gedrag in de praktijk.
Veel mensen menen dat een dier zich in een stal natuurlijk zou kunnen gedragen. In theorie is dit mogelijk, maar in de praktijk is geen veehouder bereid de kosten te maken om deze mogelijkheden maar in de verste verte te benaderen.
Geheel in de lijn van het keten denken is de boer een klein schakeltje in een keten van belanghebbenden die probeert de producten in de vorige schakel zo goedkoop mogelijk te verkrijgen. Het gevolg is dat de varkenshouder de speelmogelijkheden van zijn vleesvarkens om financiële redenen beperkt tot het hangen van een speelketting in een verder kale ruimte.



Dierwetenschapper Karel de Greef van ID-Lelystad stelt dat het voor het welzijn van varkens weinig uitmaakt of zij de mogelijkheid hebben om naar een betonnen uitloop naar buiten te gaan, maar wel naar een uitloop in een schone weide.
Zouden de Nederlandse varkenshouders hun dieren deze mogelijkheid aanbieden dan is hun veestapel veel te groot ten opzichte van de ruimte buiten in de wei. In plaats van dat de overheid vervolgens beleid ontwikkelt om de veestapel te verkleinen zet zij wetenschappers aan het werk om rapporten te schrijven die onderbouwen dat natuurlijk gedrag ook mogelijk is als een dier helemaal niet buiten kan komen.
Het feit dat de wetenschappers ook brood op de plank moeten hebben wil nog niet zeggen dat zij ook wetenschappelijk verantwoorde rapporten schrijven. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.
Het is dus aan de consument om zelf te blijven nadenken. Maar de consument wordt een verleidelijke worst voorgehouden: een goedkope, afkomstig uit de bio-industrie, gesubsidieerd met belastinggeld en geproduceerd door de dieren af te knijpen op dierenwelzijn.
Het enige wat overblijft voor wie een schoon en gezond geweten belangrijk vindt, is helemaal geen vlees meer te eten. Dat is meer natuurlijk dan een dierlijk product te eten dat niet afkomstig is van een dier dat onder natuurlijke omstandigheden heeft geleefd.



Wilt u weten of uw opvattingen over wel of geen vlees eten overeenstemmen met die van anderen? Doe dan deze test.

03 januari 2008

Varkens vervelen zich binnen te pletter


Het Europese agentschap voor voedselveiligheid EFSA heeft in opdracht van de Europese Commissie een nieuw wetenschappelijk advies over het welzijn van varkens uitgebracht.

Uit haar rapport:
Het is lastig vast te stellen in hoeverre het couperen van staartjes van biggen de kans op staartbijten daadwerkelijk verkleint. Het hangt samen met de mate waarin het probleem zich voordoet in een bedrijf. Onder de huidige intensieve manieren van varkenshouden lijkt het couperen van staarten wel tot een vermindering van het probleem van staartbijten te leiden. Het probleem verdwijnt er echter niet mee. De EFSA-wetenschappers menen dat het zinvol is om op dit punt nog nader onderzoek te doen.
Tot zover.

Voorgaande alinea is merkwaardig. Als varkens hun staart kwijt zijn, omdat deze is afgesneden, kunnen andere varkens er niet meer in bijten. Dat is logisch.
In het rapport wordt tevens gemeld dat afleidingsmateriaal als een speelketting te weinig bijdraagt aan het welzijn van varkens. Omdat de varkens ook nog eens hun staart kwijt zijn, is er gewoon te weinig ontspanning voor de varkens. Zij leiden stress door verveling.

Het zou mooi zijn als de wetenschappers het lef zouden hebben om de aanbeveling te doen om varkens toegang te geven tot een weide. Dan kan aan hun scharrelbehoefte worden voldaan en is verdere afleiding overbodig.

Klik hier om meer te lezen over het inzetten van afleidingsmateriaal in bio-industrie.

10 december 2007

Creatief boekhouden met mestvergisters

Op het forum van het Agrarisch Dagblad valt de volgende suggestie te lezen.

Een belangrijke stimulans is het mogelijk maken om zonder dierrechten varkens te houden als de mest wordt verwerkt en de producten buiten de bestaande agrarische markt voor dierlijke mest worden afgezet. Stimulans is ook het aanduiden van bepaalde dunne fracties van verwerkte mest als kunstmestvervanger.

Tot zover deze poging van creatief boekhouden.

Het maakt natuurlijk voor de belasting van het milieu weinig uit onder welke noemer de mest wordt uitgestrooid.
De varkenssector kijkt met argusogen naar de intensieve melkveehouderij die onder de noemer "grootschalige melkveehouderij" gaat werken aan de vergroting van de melkproductie met als gevolg nog meer mest.
De bestaande mestruimte is in ons land al jaren meer dan in- en opgevuld. Mestvergisters die energie zouden leveren, maar met energie (voedsel) op gang moeten worden gebracht, moeten de stinkende werkelijkheid verhullen: er wordt in ons land veel te veel vee onder erbarmelijke omstandigheden gehouden.

Klik hier om meer te lezen over mestvergisting.

31 augustus 2007

Varkenshouders presenteren vals beeld van hun situatie

Op de site van Agriholland valt deze verkeerde voorstelling van zaken te lezen:
In de visie van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) zijn de varkensbedrijven economische dragers van het buitengebied, waarvan ze op een geïntegreerde wijze deel uitmaken.

Middels aankleding van de bedrijfsgebouwen en erfbeplanting dragen ze bij aan het landelijke imago van het gebied. Van uitbreiding in de varkensstapel in Nederland is geen sprake. De varkenshouderij is immers gequoteerd.

Tot zover Agriholland. Bedrijfsgebouwen doen in meer of minder mate af aan het imago van het gebied. Erfbeplanting kan dit nog wat versluieren.
Dat er van uitbreiding geen sprake zou zijn, is niet waar. Dit valt te concluderen uit eerder nieuws over mogelijke uitbreiding van varkensrechten.


In het nieuws van 16 juli 2007 viel te lezen:
Vooral Brabantse en Limburgse pluimvee- en varkenshouders krijgen extra dierrechten via de ontheffingsregeling.

Van de 165 toegewezen aanvragen komen er 51 uit Noord-Brabant en 41 uit Limburg. Dat blijkt uit gegevens van het landbouwministerie. De pluimveestapel in Brabant en Limburg kan zo met circa 4 miljoen stuks groeien, de varkensstapel voorlopig met 75.000 dieren.

LNV heeft nu ruim 3,1 miljoen pluimveerechten en ruim 37.000 varkensrechten verstrekt. Enkele tientallen aanvragen zijn nog in behandeling, meest voor varkensrechten in Brabant en Limburg.

Van de toegekende pluimveerechten gaan meer dan 1 miljoen naar Brabant (33,6 procent); 919.000 rechten gaan naar Limburg (29,5 procent). Brabantse varkenshouders krijgen bijna 8.300 rechten en Limburgse 15.000, maar dat wordt dus meer.

De ontheffingsregeling moet het mestoverschot verkleinen. Boeren die al hun mest buiten de Nederlandse landbouw afzetten, hoeven bij uitbreiding maar de helft van de benodigde dierrechten te kopen; voor de andere helft kunnen ze ontheffing krijgen. Het aantal toegekende rechten moet dus keer twee om de totale uitbreiding te berekenen. De rechten mogen pas worden benut als de mest wordt verbrand of verwerkt. De ontheffing geldt tien jaar.

Van de 587 aanvragen werd een groot deel uitgeloot. Minister Gerda Verburg overweegt een nieuwe openstelling.

27 juni 2007

Schaamteloze zelfverrijking ten koste van varkenswelzijn en natuur

Varkensboeren in Nederland produceren voor de buitenlandse markt. Van elke 3 varkens in ons land worden er 2 buiten Nederland opgegeten. Dat is onredelijk ten opzichte van de goedwillende buitenlandse varkensboeren en de varkens in Nederland worden in welzijn te kort gedaan om de kostprijs zo laag te houden om met het buitenland te kunnen concurreren.
Ondertussen voldoet de Nederlandse natuur niet aan de minimale Europese eisen die men daaraan stelt. Symptomen zijn verdroging en verzuring. Deze zaken hebben te maken met de intensieve veehouderij. Aantrekkelijke natuur vraagt om een hoge waterstand. Dat zou ook nog eens in de CO2-uitstoot schelen. De boeren die zoveel als toegestaan is van hun mest willen uitrijden willen een lage waterstand.
Ook boeren, wiens land in aanmerking komt om opgenomen worden in de Ecologische HoofdStructuur en eigenlijk zouden moeten stoppen, blijven op hun land zitten, want zolang het nog geen 2018 is, is medewerking alleen op vrijwillige basis en niet verplicht. Als zij dan toch weg moeten (via onteigening) laten zij zich met uw gemeenschapsgeld uitkopen. Tot die tijd gebruiken ze het land om mest op uit te rijden en daarmee de verzuring en klimaatopwarming te verergeren. Natuurbeheer komt daardoor veel te traag op gang en het platteland wordt steeds saaier.

Vroeger waren boeren er om de lokale bevolking te voeden. Tegenwoordig halen ze varkensvoer uit de derde wereld en gijzelen ze het land(schap) en de politiek met als doel zelfverrijking onder het mom “economie”. De menselijke maat is door de alsmaar doorgaande schaalvergroting verdwenen. Boerderijen zijn fabrieken geworden.
Nederlanders, waarom pikken jullie dit? Omdat jullie zelf ook profiteren van lage varkensvleesprijzen? Of denken jullie echt na het bezoek van een “comfort class” zichtstal dat de intensieve veehouderij er straks voor een half miljard dieren als een paradijs komt uit te zien? Weegt de achteruitgang in de kwaliteit van de samenleving en de natuur op tegen een goedkoop stukje vlees? De vleesproducerende en verwerkende industrie lacht u in uw gezicht uit, want zij kunnen ongehinderd de nadelige gevolgen op de anonieme belastingbetaler en het niet zichtbaar protesterende dier afwentelen.

15 mei 2007

Oneigenlijke promotie zichtstallen

Minister Verburg van LNV is van mening dat de campagne 'Stap in de stal' van de Stichting Varkens in Zicht een evenwichtig beeld laat zien van het moderne op de toekomst gericht deel van de varkenshouderij. De PvdD heeft tegen de campagne een klacht ingediend bij de Reclame Code Commissie.
Het overgrote deel van de varkenshouderij houdt varkens op dergelijke manier dat zij dit liever niet aan bezoekers laat zien. De sector heeft daarom met geld van het ministerie 10 zogenaamde zichtstallen gebouwd. De manier waarop in zichtstallen varkens worden gehouden is te mooi om waar te zijn. Varkens worden in kleine groepen gehouden tussen veel stro. De werkelijkheid, vaak een stal verder op het terrein is minder romantisch. Maar die mag de bezoeker niet zien onder het mom van hygiënische voorschriften.
In plaats daarvan wordt de bezoekers een promotiefilm vertoond over de gangbare varkenshouderij. Een simpele webcam met directe beelden uit de nabijgelegen stallen zou eerlijker zijn geweest.
De minster schrijft: “de stallen op de zichtbedrijven, die niet toegankelijk zijn, voldoen aan de huidige welzijnsnormen en zullen binnen de wettelijke overgangsperioden worden aangepast.”
Voor de goede lezer: hier schrijft zij: “Varkens in de gangbare stallen worden op zo’n manier gehouden die wettelijk is toegestaan. Mocht dit ooit worden verboden, dan worden ze mogelijk voor die tijd verbouwd.” en "Op dit moment past circa 35% van de fokvarkensbedrijven groepshuisvesting toe." Varkens samengepakt in een klein en kaal hok heet ook groepshuisvesting. Het betekent ook dat 65% solitair (zonder bewegingsruimte) is gehuisvest.


Voor wie echt wil weten hoe dieronvriendelijk varkens in ons land worden gehouden, die neme een kijkje op deze pagina. Ook het TV-programma Het Dierenduel liet al zien hoe Jan Terlouw van de Stichting Varkens In Nood Benny Jolink meenam naar de harde werkelijkheid. Jolink en de betrokken varkenshouder gaven toe dat zij het ook liever anders zien.

De politiek van pappen en nathouden is al jaren de lijn van het CDA. Ook het moedwillig langs elkaar heen praten in de veehouderij is geen toeval.
Tweede Kamerlid voor het CDA Ger Koopmans vindt overigens dat er effectievere manier zijn om "de massa voor te lichten", namelijk reclame met bekende Nederlanders.
Boeren zelf hebben vaak een klein weitje voor hun stallen met wat geitjes erin. Alsof ze daarmee willen laten zien hoe het ze eigenlijk willen: kleinschalig en diervriendelijk. De werkelijkheid in de stal erachter mag niet worden getoond.

19 december 2006

Bereiden varkensvlees is een klein risico voor besmetting met MRSA

Veel varkens (40%) zijn drager van Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA). Dit komt waarschijnlijk doordat de gangbare varkenshouderij veel gebruik maakt van antibiotica. Niet alleen als medicijn, maar ook als preventief medicijn en kortgeleden pas verboden als groeibevorderaar. Hierdoor kon de bacterie resistentie tegen antibiotica ontwikkelen en zich ongestoord vermenigvuldigen. In het slachthuis kan ook varkensvlees erdoor besmet raken. Ook kalfsvlees kan de besmetting hebben. Mogelijk is biologisch vlees minder vaak besmet.
MRSA kan ook op varkensvlees voorkomen (ca. 2%). Bij het bereiden van rauw varkensvlees is het daarom belangrijk hygiënisch te werken en de handen goed te wassen. Op bereid varkensvlees komt de bacterie niet meer voor. Dat is logisch, want dat is het gevolg van het braden. Of de bacterie in of op degene achterblijft, die het vlees bereidt, is onbekend.

Van de Nederlandse bevolking is naar schatting 0,03% drager van de MRSA-bacterie. Een deel van hen is beroepsmatig in aanraking gekomen met de bacterie, zoals varkenshouders. Uit een kleinschalig onderzoek door de Universiteit van Nijmegen bleken 6 van 26 onderzochte varkenshouders besmet met een aan varkens gelieerd type van MRSA. Een ander deel van de menselijke dragers is ermee besmet in het ziekenhuis.
De bacterie is geen probleem voor de drager tot het moment dat deze kwetsbaar wordt bij ziekte. Op dat moment is er vaak geen antibiotica meer effectief om een infectie uitbraak tegen te gaan. Overlijden is dan een groot risico.

30 november 2006

GAIA maakt lawaai om onverdoofd castratie te stoppen

copyright GAIA
GAIA lanceert sensibiliseringscampagne voor biggen mét ballen

GAIA start met een campagne tegen het onverdoofd castreren van varkens. Want nog elk jaar worden in België meer dan vijf miljoen biggen onverdoofd gecastreerd door de varkenshouder zelf. Hij snijdt in de balzak van het dier, duwt de teelballen eruit en snijdt dan de zaadstreng door.
Nochtans ondertekenden de Belgische varkenshouders in 2002, samen met GAIA en de bevoegde minister, het zogenaamde varkensakkoord. Volgens dit akkoord zouden er geen varkens meer onverdoofd gecastreerd worden vanaf 1 januari 2006. Meer nog, vanaf 2009 zou geen enkel varken nog chirurgisch gecastreerd worden.
GAIA wil dat er een einde komt aan de onverdoofde castratie en start daarom een opvallende sensibiliseringscampagne: een speciaal opgerichte groep ‘Pigs in Pain' brengt het nummer ‘Why the Pain?'. Het nummer bevat een sample met daarop het gekrijs van biggen die onverdoofd gecastreerd worden. Wie de single koopt laat zo hun hulpkreet luider klinken bij de bevoegde instanties. De single is te koop in de meeste platenwinkels of kan gedownload worden via iTunes.

GAIA stelde ook een rapport op dat aan de federale minister van Volksgezondheid en Dierenwelzijn Rudy Demotte, Vlaams landbouwminister Yves Leterme en zijn Waalse collega Benoît Lutgen wordt overhandigd.
Daarnaast verspreidde GAIA nieuwe, wrede, beelden die bij Belgische varkenshouders werden gemaakt, van jonge biggen die op pijnlijke wijze worden gecastreerd.

27 juni 2006

Alle basisbehoeften van het varken bevredigd?



De landelijke Dierenbescherming (DB) wil iets voor het varken in de bio-industrie doen en voor de mensen die wel verantwoord vlees willen eten maar er niet te veel voor willen betalen. Zij investeert en onderzoekt daarom mee in de bouw en bedrijfsvoering van diervriendelijke (varkens)stallen met een klinkende naam als ComfortClass, Jumbo Bewust en Boerenkip.

De 10 basisbehoeften van het varken volgens de WUR en de DB:
  1. Het varken wil veel rusten in het gezelschap van andere dieren.
  2. Het varken wil ongestoord en onbeperkt kunnen eten en drinken in het gezelschap van andere varkens.
  3. Het varken wil samen met andere varkens op ontdekking kunnen gaan.
  4. Het varken wil niet alleen zijn.
  5. Het varken wil veilig kunnen mesten en urineren op een daarvoor bestemde plek.
  6. Het varken heeft behoefte aan veiligheid.
  7. Het varken wil het niet te warm en niet te koud hebben.
  8. Het varken wil zichzelf kunnen verzorgen.
  9. Het varken wil niet ziek zijn.
  10. Het varken heeft beweging nodig.

Wat in deze opsomming opvalt is dat de behoefte om een modderbad te nemen of te wroeten in de aarde in de wei of in het bos niet wordt genoemd. Het zijn allemaal behoeften die je in een stal zou kunnen vervullen, alsof het varken als het ware geboren wordt om zijn leven lang binnen te blijven.
Zou de opsomming van de basisbehoeften wel volledig zijn of worden er tactisch een paar verzwegen?

Een varken wordt niet oud. Zodra de groei eruit is, gaat een vleesvarken naar de slacht. Daar gaat het om, om geld verdienen. Dat gaat gemakkelijker met een goed imago. Met de hulp van de Dierenbescherming wordt het huidige slechte imago van de intensieve varkenshouderij opgepoetst terwijl de bulk van de sector gewoon op de oude voet (voor de export) door kan produceren. Wie daarbij kanttekeningen plaatst wordt domweg gewezen naar de mogelijkheid om varkensvlees uit de ComfortClasse te kopen.

Je zou dit vraagstuk of je varkens wel of niet binnen mag opsluiten en het meewerken aan een verwerpelijke industrie om haar juist te bestrijden een variant van het “prisoner-dilemma” kunnen noemen.

Voor een filosofische kijk op behoeften, lees ook eens het vegetarische protest als onderdeel van het filosofische betoog van Klaas Rozemond over de vraag of de varken gelukkig is dan de mens.

19 januari 2006

Varkenssector rekt ethische grenzen steeds verder op

De intensieve veehouderij gaat steeds verder in het fabrieksmatig houden van dieren. Werd aan het dier eerst haar natuurlijke omgeving ontnomen en werd het op grote schaal in kleine ruimtes gehouden, tegenwoordig knaagt men zelfs aan de meest minimale welzijnsgrenzen. Hoezo mag een zeug haar eigen jongen zogen? Hoezo mag een zeug haar biggen nog werpen? Het is veel voordeliger en “hygiënischer” om de biggen vlak voor de geboorte te “winnen” en zonder moedercontact op te voeden.
Het mag verwacht worden dat hiertegen maatschappelijk verzet opkomt, maar de PR-machine en de politieke voormannen van de sector proberen dit verzet te criminaliseren. De Nederlandse consument wordt in slaap gesust met de boodschap dat Wakker Dier niet deugt.
Eigenlijk deugt niemand die vraagtekens durft te zetten bij de ethische overschrijding van de (omvang van de) veehouderij en die daarom de economische speelruimte van de sector wil beperken.

Het wordt in de varkenshouderij steeds moeilijker om economisch verantwoord te werken. De marges worden steeds smaller, de internationale concurrentie steeds heviger en de behoefte bestaat om zich te ontworstelen aan de beter omschreven welzijnsregels uit Nederland.

Een van de maatregelen die men in het verleden nam, is het zorgen voor het elimineren van gezondheidsbelemmerende omstandigheden. Een ziek dier groeit slechter en levert minder rendement op. Antibiotica helpt ziekte voorkomen en tegelijk groeit het dier daarmee sneller: 2 vliegen in één klap.
Een andere strategie is het dier te laten slachten op die locatie waar men de beste prijs biedt. Dit kan gaan over grote (internationale) afstanden. Kunnen de dieren mooi onderweg uitrusten van het stressvolle laden en hoeft de slachterij het minder lang aan haar laatste levensfase te laten wennen.

Maar de maatregelen ter bescherming van het welzijn van het varken beginnen steeds meer te knellen. Waarom wij wel en zij (in het buitenland) niet?
Jonge biggen moeten volgens de wet drie weken bij hun moeder blijven uit welzijnsoverwegingen.
Maar de varkenshouder van nu zou de biggen liever meteen bij de geboorte weghalen en bij een “gezondere” varkens”min” onderbrengen of zelfs nog liever uit de baarmoeder halen met een keizersnede.

Het lijkt een slechte grap maar deze manier van werken is in 2005 werkelijkheid geworden: het SPF varken is gecreëerd. Specific Pathogen Free heet het varken. Het is ziektevrij en heeft daarom als vleesvarken een hoger rendement.
Omdat het ziektevrij is, noemt men deze vorm van varkens houden “gezond produceren”.
Het varken en de consument worden voor het lapje gehouden. Er is al bijna geen verschil meer tussen het kweken van vlees op basis van levende en complete dieren met het produceren van kunstvlees op basis van kweekcellen.

De goede smaak verdwijnt meer en meer uit het vlees en uit de werkwijze van de producent. Waar zal deze ontwikkeling eindigen en wie zal deze keren?
Sommigen hebben zich van de vleesconsumptie afgekeerd en

04 januari 2006

Snijden in varkenstapel of varkensballen?



De reconstructie van de Brabantse varkenshouderij heeft meerdere redenen. Eén daarvan is preventief: wanneer er weer varkenspest uitbreekt, hoopt men de verspreiding te vertragen door stroken te maken, die voor het virus lastig zijn over te steken. Deze stroken zouden moeten bestaan uit gebied zonder varkenshouderij.
Het castreren van biggen doen varkenshouders omdat het vlees van een deel van de mannelijke biggen wanneer deze volwassen worden een duidelijke berengeur afgeeft.
Om dit te voorkomen zijn er grofweg 2 ingrepen mogelijk: de biggetjes castreren of de biggetjes eerder naar de slacht brengen.
Castreren doet pijn en kost 1 euro dertig wanneer dit onder verdoving moet gebeuren. Een varken eerder naar de slacht brengen, betekent mogelijk een lagere opbrengst omdat het dier mogelijk nog niet helemaal volgroeid is.
Kortom het gaat de varkenshouders om de centen.
En waarom zijn die centen zo belangrijk? Omdat men wil exporteren. Wil men goedkoper produceren dan collega’s uit het buitenland dan telt iedere cent.
Maar waarom laat Nederland nog steeds toe dat met name in Brabant een zeer grote overproductie van varkens plaatsvindt, terwijl in de direct omgeving over de grens (in België en Duitsland) voldoende varkensvlees wordt geproduceerd voor de eigen consumptie?
De overproductie van varkensvlees veroorzaakt dierenleed en schade aan het milieu (de Peel).
Een duurzame oplossing kan worden gevonden in het snijden van de Brabantse varkensstapel.

24 oktober 2005

Varkens tatoeeren in een Artfarm door een ontspoorde kunstenaar

Zo'n zeemansvlaggetje, met de naam van een meissie erop. De meest gangbare tatoeage die er is. `Heidi' staat er in dit geval, en de huid is niet die van een gespierde Hell's Angel, maar van een krijsend varken. Een enorm beest waarbij je, helaas, meteen aan ham en gebakken bacon denkt. De Belgische kunstenaar Wim Delvoye laat varkens tatoeëren. Met typische stoere mannentatoos, zoals rondborstige zeemeerminnen, gevaarlijke vlammen, dikke karpers, of een klein vadsig Cupidootje. Hij `ondertekent' ze met zijn naam, in Disneyletters.
Het lijkt zielig en dat is het ook, zoals deze documentaire pijnlijk duidelijk maakt. Zielig en smerig en nutteloos. Maar hoe zielig is het varkens te tatoeëren als ze daardoor van de slachtbank worden gered?
De beesten zijn kunstwerken, en genieten wegens de tatoeages auteursrechtelijke bescherming. Delvoye zoekt de grenzen op van de ethiek. Vandaag in zijn Artfarm en, zoals hij in de docu zegt, misschien morgen in een Artpharm, waarin gentechnologie centraal staat.
Die grenzen vond hij: in Europa bleek het veel moeilijker de tatoeagepraktijken uit te voeren dan in China, dus heeft hij zijn praktijk daar geplaatst.
Tot zover de Volkskrant van afgelopen zaterdag.
Afgelopen zondag in R.A.M. was namelijk een film van Sander Snoep te zien over de Belgische kunstenaar Wim Delvoye. Delvoye wordt gevolgd naar China, waar hij werkt aan zijn volgende collectie: getatoeëerde varkens die uiteindelijk verkocht zullen worden aan kunstverzamelaars.

Dat Delvoye niet alleen de grenzen opzoekt, maar ook heeft overschreden had “varkensbeschermvrouwe” Dafne Westerhof afgelopen zomer al geconstateerd. Een varkensrug is geen schildersezel. De tattoosessie is naast een respectloze handeling ook een pijnlijke.

Het geheel zet een dierenliefhebber in een lastige positie, want het liefst zou deze Delvoye doodzwijgen. Delvoye gebruikt drogredenen om zijn eigen ijdelheid te maskeren.
Meer hierover op de site van Animal Freedom.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.