Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

19 maart 2009

Bij mensen die geen vlees eten, komt kanker minder voor

Bij mensen die geen vlees eten, komt kanker minder voor. Dat concluderen Britse wetenschappers naar aanleiding van een onderzoek onder ruim 63.000 mannen en vrouwen tussen de 20 en 89 jaar.

Toch kopte Food Holland:
'Vegetariërs hebben meer kans op darmkanker'
Vegetariërs hebben meer kans op het krijgen van darmkanker. Dat blijkt uit een onderzoek van de European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition (EPIC), verbonden aan de Universiteit van Oxford.

Ook het Agrarisch Dagblad opende met:
'Meer darmkanker bij vegetarisch dieet'
Mensen die geen vlees eten hebben 30 procent meer kans op darmkanker dan mensen die wel vlees eten.

In de onderzoeksgroep als geheel kwam kanker minder voor dan in de populatie wordt vermoed. Een verhoogd voorkomen van darmkanker bij vegetariërs in de onderzoeksgroep is daarmee nog niet een indicatie dat een vegetarisch dieet een verhoogde kans op darmkanker oplevert.
Op zich zijn de koppen over darmkanker niet onjuist, maar het wekt ten onrechte de suggestie dat je door een vegetarisch dieet een verhoogde kans op kanker zou hebben en het tegendeel is juist het geval.

Het Vlaams Infocentrum land- en tuinbouw meldt:
De wereldwijd meest omvattende studie ooit rond de risico's verbonden aan het eten van rood vlees bevestigt dat overmatige consumptie van steaks, hamburgers en koteletten af te raden is. Grote porties runds-, varkens- en ander rood vlees verhogen het risico op kanker, aandoeningen aan het hart en bloedvaten, alsmede andere ziektes.

18 maart 2009

De melkveehouderij moet kiezen of delen: echte duurzaamheid of verdwijnen

In de Nederlandse melkveehouderij wordt buitensporig meer geproduceerd dan in eigen land wordt geconsumeerd. Het gevolg is dat de prijzen voor hun producten zo laag zijn dat zij onder of rond de kostprijs liggen. Riepen de vertegenwoordigers van de sector vroeger om meer mogelijkheden om te produceren met ruimere melkquota in het kader van de vrije markt (export), nu zij geconfronteerd worden met de nadelen van de vrije markt willen zij weer overheidssteun.
Omdat de ontwikkelingen in de melkveehouderij hebben geleid tot schaalvergroting, dat wil zeggen megastallen in het landschap en koeien het gehele jaar door binnen, is het zaak dat de overheid de hand op de knip houdt.
Wanneer de melkveehouderij krimpt, verdwijnt daarmee vanzelf een aantal problemen die zij nu veroorzaakt en waarvan zij de kosten wil afwentelen op de belastingbetaler.
Wanneer de overheid toch overweegt om een deel van de sector te steunen, zou dat gericht moeten zijn op het duurzame deel. En omdat duurzaam ook een uitgehold begrip is geworden, misbruikt om economisch gewin veilig te stellen, moet duidelijk zijn wat daaronder wordt verstaan. Alleen dat deel van de melkveehouderij dat koeien buiten laat lopen, dat geen veevoer importeert en geen antibiotica (onnodig) gebruikt, zou een toekomst moeten worden geboden.
Dat een dergelijke keuze een gigakrimp van de veestapel zou kunnen inhouden, zou geen probleem mogen zijn. Economisch heeft de Nederlandse samenleving de intensieve melkveehouderij niet nodig; de nadelen van milieu- en landschapsvervuiling kunnen gemist worden als kiespijn. De recreërende burger wil koeien in de wei zien en dat zal door een koude sanering van de opgesloten veestapel nauwelijks minder worden.

14 maart 2009

Spaan(s) benauwd!

Henk Spaan geeft in zijn column van 10 maart 2008 in de Weekkrant Fryslân een mening over het thema van de boekenweek 2009, Dieren! Hij heeft daar niks mee op want dieren horen volgens hem helemaal geen rol te spelen in de literatuur! Hij geeft daar een aantal spitsvondige, zij het discutabele, argumenten voor. Maar die laat ik maar voor wat het is, nl. elitair gezeur.
Wat mij naast dit gebabbel opviel was de stelling dat Spaan ook het nut en bestaansrecht van de Partij voor de Dieren ernstig in twijfel trekt! Zijn goede recht, natuurlijk. Maar dan zou ik het wel prettig vinden wanneer die mening toch op z'n minst enigszins wordt onderbouwd. Spaan's weerzin tegen deze politieke partij ligt hem, naar ik veronderstel, in het feit dat dieren "het exclusieve programmapunt van een politieke partij vormen". Hij zegt het hier wat deftiger maar hij bedoelt natuurlijk gewoon dat de PvdD een one-issuepartij is.
Mijn beste Henk, de PvdD is opgericht uit bezorgdheid, verontwaardiging en mededogen over wat dieren in dit land moeten ondergaan om de mens te voorzien van (overbodig) voedsel, economisch gewin, vermaak, plezier, ontspanning en genot. Aan al die menselijke "belangen" wordt het welzijn, identiteit en waardigheid van dieren volledig ondergeschikt gemaakt. De bio-industrie is daar wel het meest pregnante voorbeeld van maar er zijn veel meer terreinen waar de zorg met betrekking tot dieren naar uit dient te gaan.
In de politiek was tot de entree van de PvdD niet of nauwelijks aandacht voor het lot van de dieren. De PvdD heeft samen met andere maatschappelijke organisaties de samenleving geconfronteerd met b.v. het feit dat in Nederland jaarlijks zo'n slordige 500.000.000 (vijf honderd miljoen!!!) dieren in de bio-industrie na een kort en ellendig leven, vaak op gruwelijke wijze, worden omgebracht om de mens in staat te stellen de" lekkere trek" te bevredigen! Daarnaast heeft de PvdD de consument geïnformeerd over de kwalijke gevolgen van de veeteelt voor het milieu en voor het feit dat de veeteelt in zijn huidige vorm en omvang mede verantwoordelijk is voor het wereldvoedselprobleem. En dat wordt dan een "one-issuepartij" genoemd?
Er is nog nooit in de politiek en daardoor in de samenleving zo veel gesproken en gepubliceerd over dieren en hun (gebrek aan) welzijn als sinds de komst van Marianne Thieme en Esther Ouwehand in de Tweede kamer.
Ook ik hoop dat er een dag zal aanbreken dat de Partij voor de Dieren zichzelf zal opheffen omdat de idealen en doelen waar die partij voor staat door de andere partijen integraal zullen zijn overgenomen en actie voeren om dieren en beter leven te geven niet langer zal worden afgedaan als decadent geneuzel van een stel wereldvreemde katknuffelaars.
Dat, beste Henk, wilde ik je toch even vertellen. Tip: lees het essay van Marianne Thieme "Het gelijk van de dieren, het geluk van de mensen" en overweeg dan nog eens of het bestaan van een partij die dieren als exclusief uitgangspunt heeft, wel zo gek is!

12 maart 2009

Kip en karbonade van Albert Heijn veroorzaken ontbossing

Campagne tegen 'drama achter goedkoop vlees'

Persbericht Milieudefensie Amsterdam, 12 maart 2009 -
Milieudefensie start een campagne om Albert Heijn te bewegen oerwouden in Zuid-Amerika te redden. Voor het vlees dat de grootste supermarkt in ons land verkoopt wordt nu veel veevoersoja gebruikt. De teelt hiervan leidt aan de andere kant van de wereld tot grootschalige ontbossing. Milieudefensie roept klanten van Albert Heijn op om hun supermarkt om verbeteringen te vragen.

Milieudefensie voert campagne met het beeld van een brulaap, verpakt als kiloknaller in de supermarkt. Dit dier staat symbool voor alle zeldzame planten en dieren die door de ontbossing voor veevoersoja verdwijnen.

Met een tour langs een groot aantal filialen in heel het land worden de komende weken klanten van Albert Heijn geïnformeerd over het drama achter goedkoop vlees. Belangstellenden wordt daarbij gevraagd een oproep aan Albert Heijn te onderschrijven. Vrijdag doet deze tour een supermarkt in Amsterdam aan.

Nederland is als doorvoerhaven de tweede grootste importeur van soja ter wereld. Ruim 90 procent van de soja die in ons land blijft wordt gebruikt als goedkoop veevoer, vooral voor kippen en varkens in de intensieve veehouderij. De productie van kipfilet en speklapjes veroorzaakt zo tot grootschalige ontbossing. Als grootste supermarkt heeft Albert Heijn hierbij een belangrijke rol.
Milieudefensie heeft de supermarktketen al herhaaldelijk gevraagd te zorgen voor meer vleesvervangers, beter veevoer en verantwoord vlees.
Echte verbeteringen bleven tot nu toe uit. De publiekscampagne moet hier
verandering in brengen.

Campagneleider Wouter van Eck van Milieudefensie: "Veel mensen verwachten dat Albert Heijn hen kwaliteitsproducten biedt. Helaas klopt dit niet, er schuilt een drama achter goedkoop vlees. Albert Heijn moet nu snel stappen zetten om de ontbossing voor fout veevoer stoppen."

11 maart 2009

Kortzichtig pleiten voor bezuinigen op aanleg EHS

In tijden van economische crisis is het logisch om het uit productie nemen van landbouwgrond ten behoeve van natuur kritisch te bezien. Het is een gemakkelijke besparing: er hoeft geen grond te worden aangekocht en de grond kan verder worden geëxploiteerd met gewassen voor voedsel of als grondstof voor biobrandstoffen.
Er zijn zelfs mensen die natuur in een Ecologische HoofdStructuur lelijker vinden dan agrarisch cultuurlandschap.
Waar het omgaat is leefbaarheid in balans. Dat betekent dat we in ons land niet alleen oog moeten hebben voor economische belangen, maar dat we ons zouden moeten realiseren dat een ecologische balans samengaat met het belang van de natuur, diersoorten en bijvoorbeeld recreanten.
Het ontstaan van een economische crisis is aanleiding voor velen om onder de vlag van besparing in feite het eigen belang proberen veilig te stellen. Eind 2008 is een economisch zeepbel ingeklapt. Dat kost sommigen veel geld en levert veel discussie op hoe belastinggeld moet worden ingezet om enerzijds duurzaamheid te bevorderen en anderzijds onze welvaart op peil moet houden.
De reeds lang op stapel staande plannen om in ons land leefgebieden in de natuur beter en ruimer met elkaar te verbinden zijn gericht op leefbaarheid van plant, dier en mens. Een land dat om kortzichtige redenen de leefbaarheid van zijn leefomgeving ten koste laat gaan van gemakkelijke en kortzichtige economische doelen wordt op de lange duur steeds onleefbaarder. En de gevolgen daarvan stralen negatief uit naar de wijze waarop mensen met elkaar omgaan. Om nog maar te zwijgen over de gevolgen voor de menselijke gezondheid van een milieu waarin geen ecologische balans (meer) is.

Klik hier om meer te lezen over de Ecologische HoofdStructuur.

05 maart 2009

Borghouts wil les voor hengelaars

De Commissaris van de Koningin van Noord-Holland, Harry Borghouts, opende onlangs een academie voor de hengelaars. De Partij voor de Dieren vindt het niet gepast dat de Commissaris van de Koningin zich inlaat met deze academie, die de hengelsport zeker zal willen stimuleren. De hengelsport waarbij zonder redelijk doel bij dieren leed wordt veroorzaakt is een overtreding van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (art. 36). Het gaat dus om dierenmishandeling.
Het provinciebestuur blijkt niet te twijfelen aan het leed van de dieren als gevolg van de hengelsport. Het provinciebestuur geeft geen antwoord op de vraag van de Statenfractie van de PvdD wat het redelijk doel is waarmee het dierenleed gerechtvaardigd zou kunnen worden.

Klik hier om meer te lezen over de hengelsport of in de Internetversie bij de labels.

01 maart 2009

Vlees is geen geboorterecht

'Vlees is geen geboorterecht' over Michael Pollan die in Nederland was om een lezing te geven en een nieuw boek te promoten. In de NRC van 28 februari een verslag van een masterclass die Pollan gaf op 10 februari 2009 met als titel: “In defense of food”.

De masterclass was georganiseerd door Biologica en IUCN in het internationaal hoofdkantoor van Triodos Bank, Zeist.

Een citaat:
Ik reed over een Californische landweg, blauwe lucht, prachtig gouden landschap. Plotseling rook ik een verschrikkelijke lucht, zoals ik nog nooit had geroken. Ik keek rond. Alles zag er nog prachtig uit. Maar na 2 km was het landschap ineens zwart. Een zwart landschap met 75.000 koeien, die in hun eigen mest stonden. Het was een “feedlot”, een afmesterij. Een stad van vee. Overal lagen enorme piramides van mest en van maïs. En de koeien hadden de functie om de ene piramide om te zetten in de andere piramide. Ik had nog nooit zoiets gezien. Het was echt een visioen van de hel.

Je hebt werkpaarden, luxepaarden en manegepaarden

En daar is Niels Dorland weer.

We kennen de Hagenees nog van jaren terug, toen hij de hengelsport vergoelijkte.
Kan allemaal bij de Dierenbescherming.

Hij heeft ditmaal wat te vertellen over manegepaarden: daar gaat het niet goed mee.

En wat doet nu de Dierenbescherming om het welzijn van rijpaarden te verbeteren:
die roept voor haar campagne de hulp in van ………….

Anky van Grunsven


Dit heet: de duivel uitdrijven met Beëlzebub.

E.D.
PS.
De uitdrukking gaat terug tot het begin van de jaartelling: het Nieuwe Testament.
Beëlzebub betekent oorspronkelijk: Heer der Vliegen

28 februari 2009

Alleen de knor wordt niet gebruikt

Het nieuwe boek van Yvonne Kroonenberg is getiteld 'Alleen de knor wordt niet gebruikt' met daarin een verslag van haar ontdekkingsreis in de varkenssector.



Zij zag hoe sperma wordt geproduceerd bij varkens (het is handwerk). Boerin Ankie legde uit waarom zij in plaats van haar man de biggetjes castreert. De charmante Tijje vertelde haar alles over de slachterijen. Ze kroop bij een chauffeur op de truck van een veetransport, sprak politici die nooit zeggen wat ze werkelijk vinden, en raakte danig gefrustreerd tijdens een gesprek met de supermarktmanagers met hun stuntprijzen voor goedkoop vlees.

Kroonenberg heeft duizenden varkens gezien en aangeraakt, biggen op de arm gedragen en onafzienbare rijen één voor één zien sterven. Ze is alles te weten gekomen, de treurige en de hoopvolle zaken, de leugens, feiten en de goede wil. Ze heeft door de ogen van alle betrokkenen meegekeken en geluisterd naar hun beweegredenen.

Hans Baaij van Varkens in Nood:
"Het is zonder meer het beste boek over de vleessector dat ik ken. Het geeft meer inzicht dan de tientallen rapporten over de vleessector die jaarlijks gepubliceerd worden, meer dan alle antwoorden van landbouwminister in de Tweede Kamer en zelfs meer dan alle berichten van Varkens in Nood bij elkaar. Waar zitten de goeden en waar zitten de kwaaien? Wie zijn de opdrachtgevers van de grootschalige uitbuiting van miljoenen dieren en wie verlenen hier hun medewerking aan? Lees dit boek en dan weet je hoe het zit!"

Klik hier voor de promo van 'Alleen de knor wordt niet gebruikt'

Annechien ten Have van LTO Varkenshouderij was bij de presentatie. Ze ervaart de bijeenkomst als shockerend. 'Het was een ontmoeting van twee totaal verschillende denkwerelden over het houden van varkens en produceren van vlees. Er bestaat een diepe kloof tussen de belevingswereld van dit selecte groepje stadsmensen en van veehouders en mensen die werkzaam zijn in de vleessector. 'Een gemis is dat het boek geen hoofdstuk heeft over de vernieuwingen in de varkensvleesketen', aldus Ten Have.

Kievitseieren rapen schaadt de overlevingskansen van de soort

Eieren rapen dwingt kievit tot fatale broedstrategie

In het februarinummer van Vogelnieuws van de Vogelbescherming, wordt de stelling van Joop Jukema verdedigd dat het kievitseieren rapen het voortbestaan van de soort bedreigt. Uit deze tekst een aantal citaten.
Ervaren Friese rapers berekenden dat mogelijk 45.000 kievitseieren worden geraapt per broedseizoen, terwijl het formeel toegestane aantal is 6934. Maar het massale zoeken verstoort ook broedende vogels en leidt predators naar nesten.
Vanwege de opwarming van de aarde en het eerder beginnen van het voorjaar, hebben veel vogelsoorten hun eerste eileg vervroegd. Soms met wel drie weken.
Uit diverse onderzoeken blijkt dat ze daarmee succesvol zijn; latere legsels zijn minder kansrijk. De kievit wordt door de eieren rapers de kans ontnomen om in die trend mee te gaan, zegt Jukema. Hij taxeert die trend als een evolutionaire ontwikkeling en stelt vast dat de soort dus in Friesland wordt geblokkeerd in die noodzakelijke ontwikkeling.
De soort wordt juist met het rapen van eieren gemanipuleerd naar een broedschema dat volledig indruist tegen natuurlijke en biologische wetten.
Waar de Bond van Friese VogelWachters (BFVW) redeneert dat vroege legsels toch gedoemd zijn om te mislukken, daar voert Jukema aan dat het tegendeel waar is: de allervroegste legsels leveren de sterkste nazaten op. Onder normale voorjaarsomstandigheden wordt in Fryslân van de meeste kieviten op het gangbare
boerenland het eerste legsel geraapt. Zo wordt de soort de kans ontnomen om het beste legsel te bebroeden en tevens wordt de soort daarmee gedwongen zijn vervolglegsel ná 1 april te produceren.
De uitkomstdatum ligt dan in de eerste week van mei; de tijd dat in Fryslân de weilanden platgemaaid en kaalgeschoren worden. Dat leidt tot een onherroepelijke catastrofe onder onze weidevogels, zoals voor de grutto op basis van slaapplaatstellingen is aangetoond (Kleefstra 2005).
De na het maaien nog verspreid aanwezige groene grasstrookjes, die met zorg en inspanning door de nazorger zijn gemarkeerd als aanduiding en bescherming voor een legsel, blijken na enige dagen veelal verlaten of leeggeroofd te zijn. Na dit tweede broedsel doen kieviten vermoedelijk nog een verwoede poging een derde broedsel te produceren. Plaatstrouwe paren lopen een groot risico na vier à vijf weken met de tweede snee opnieuw te worden uitgemaaid. Alleen kieviten die de keuze maken te switchen naar een maïsperceel of een reservaatgebied maken nog een reële kans om succesvol te broeden met een uitkomstdatum rond 1 juni; biologisch gezien het meest ongunstige tijdstip.”

Er is een simpele oplossing voor bovenstaande probleem die tevens de eierraper zou kunnen bekoren: dat is dat de eierzoekers het zoeken staken op de dag nadat het eerste ei is gevonden.

24 februari 2009

Crisis; een nadeel dat zijn voordeel heb?

Hoe dom of gevoelloos kan een mens zijn die nu nog ontkent dat de bio-industrie zich alleen staande kan houden door het belang van dieren volledig ondergeschikt te maken aan de vraatzucht van de mens. Elk jaar worden er in Nederland 500.000.000 (vijfhonderd miljoen) dieren na een ellendig en veel te kort leven, op een meestal gruwelijke wijze, van het leven beroofd. En dat voor een product dat de mens niet eens nodig heeft! Ja, ik durf de stelling wel aan dat de mensen die in de (bio-)industrie hun geld verdienen de hele dag bezig zijn met het martelen van dieren. Dat die mensen dat niet uit wreedheid doen mag waar zijn. Maar als je weet wat het leed is dat de dieren moeten ondergaan alvorens tot een stuk anoniem vlees te worden getransformeerd en je blijft werkzaam in die sector en je blijft dat product ook vrolijk consumeren ben je mede schuldig aan gruwelijk en onnodig dierenleed. Ik heb daarom de consequentie genomen en ben volledig gestopt met het eten van vlees en vis, terwijl ik meer dan zestig jaar een fervent vleeseter ben geweest. Ik zal niemand opleggen mijn voorbeeld te volgen maar het kan echt geen kwaad je eigen consumptiegedrag eens onder de loep te nemen en je serieus te gaan afvragen of je wel met deze waanzin door moet/wilt gaan. Dankzij organisaties als Wakker Dier, de Partij voor de Dieren en andere wordt er steeds meer bekend over de walgelijke praktijken die met dieren worden uitgehaald om in zo kort mogelijke tijd zo veel mogelijk dieren op het bord van de consument te krijgen. En dat terwijl naast het onaanvaardbare dierenleed het milieu enorm wordt belast door de veeteelt en de honger in de wereld in stand wordt gehouden door de helft van alle landbouwgronden te gebruiken voor de verbouw van veevoer. Voor één kilo dierlijk eiwit (vlees) is vier tot vijf kilo plantaardig eiwit nodig. De grond zou dus beter gebruikt kunnen voor gewassen die voor de mens geschikt zijn. Op die manier hoeven er geen 40.000 kinderen per dag te sterven aan ondervoeding.
Ja, hoe dom kun je zijn door de feiten simpelweg te ontkennen, te bagatelliseren dan wel belachelijk te maken. Misschien dat de crisis waar we in dreigen te geraken de doorgeslagen consumptieslaven die we als mens zijn geworden weer enigszins tot rede weten te brengen. Het was echt niet zo'n gek advies om eens op de site van Wakker Dier te gaan kijken. Maar ja, wie het niet wíl weten zal die moeite niet nemen en rustig blijven doorgaan met de kiloknaller in het winkelkarretje te gooien.

Zie deze video over de nadelen van zuivel.

14 februari 2009

Valse emoties?

Rimmer Mulder haalt in zijn hoofdredactioneel commentaar in de Leeuwarder Courant van 11 februari behoorlijk uit naar alles en iedereen die zich druk maakt over het afschieten van de herten op Terschelling. “De Partij voor de Dieren ruikt haar kans en stookt het vuurtje op”, vindt Mulder. De mens wordt door Mulder opgevoerd als “kroon op Gods schepping of de uitkomst van een evolutie van vele miljoenen jaren”. Prachtig, het scheppingsverhaal én de darwinistische opvattingen samengebracht in één zin. Zo houd je iedereen te vriend! Ook zet hij het afschieten van de herten af tegen het grote dierenleed in de bio-industrie waarvan hij terecht stelt dat dat alleen al permanente publieke acties zou rechtvaardigen. Een ander punt waar hij gelijk in heeft is de selectieve verontwaardiging van lieden die zich druk maken om deze herten maar vervolgens vrolijk elke week de “kiloknaller” van C1000 in hun winkelwagentjes kieperen en daarmee de bio-industrie en dus onnodig dierenleed in stand houden.
De fout die Mulder maakt is dat hij blindelings gelooft dat de mens het recht heeft, uit hoofde van zijn positie (schepping of evolutie) op deze wereld, dieren die even niet het belang van de mens dienen of daarmee op gespannen voet staan, te “mogen” elimineren. Zo zijn we in de geschiedenis met dieren omgegaan en ik heb dat eens iemand de “holenmensmentaliteit” horen noemen. Het is jammer dat de mensheid in meerderheid dat stadium nog steeds niet ontgroeid lijkt te zijn. Prima dat de PvdD “het vuurtje opstookt” en daarmee aangeeft dat niet iedereen het (meer) vanzelfsprekend vindt dat belangen van dieren en natuur per definitie ondergeschikt worden gemaakt aan het op arrogantie en zelfoverschatting gebaseerde superioriteitsdenken van het dier dat mens heet!

11 februari 2009

Pijnpunten en kansen van de vleesveesector

Op de Belgische site landbouwleven valt onder de titel “Pijnpunten en kansen van de vleesveesector” te lezen:

Naar het voorbeeld van de dialoogdagen over de problematiek van jongeren in de landbouw, de paardenhouderij en de biologische landbouw, startte Vlaams minister-president Peeters maandag 9 februari jl. nu ook met de vleesveesector een viertal dialoogdagen op. Tijdens de eerste van deze vier dialoogdagen benadrukte de minister-president vooreerst het belang van de vleesveesector voor de Vlaamse landbouweconomie. Sinds de invoering van de melkquota en mede door het instellen van premies voor ondersteuning van de rundvleesproductie, is het houden van vleesvee uitgegroeid tot een volwaardige bedrijfstak in Vlaanderen. De laatste jaren bedroeg de bruto rundvleesproductie bijna 300.000 ton karkasgewicht. De productiewaarde maakt 12% van de totale Vlaamse eindproductiewaarde uit en rundvlees is - na varkensvlees en zuivel - het derde belangrijkste veeteeltproduct. Het komt op nummer vier in de rij van alle land- en tuinbouwproducten in Vlaanderen.
Bovendien is het een sector die een positieve handelsbalans van 350 miljoen euro vertoont. Hiermee behoort België tot de top 12 van de landen die rundvlees exporteren. Nederland (38%), Frankrijk, Duitsland en Italië zijn de belangrijkste afnemers van het Belgisch rund- en kalfsvlees.

Daarnaast mogen we, volgens de minister, ook de pijnpunten die samengaan met de ingevoerde producten, niet verzwijgen. “Vraagt de consument zich bijvoorbeeld wel voldoende af of het vlees dat geproduceerd is in andere continenten aan dezelfde hygiëne- en kwaliteitseisen moet voldoen?”, zo stelde de minister, waarbij hij expliciet verwees naar Brazilië, Argentinië en andere landen waar rundvleesproducenten aan minder strenge voorwaarden moeten voldoen dan de Vlaamse producenten.

Uit die eerste dialoogdag bleek alvast dat bij de meeste deelnemers het gevoel bestaat dat op gebied van export nog wel een tandje moet bij gestoken worden.
Een andere vaststelling tijdens de eerste dialoogdag was dat de productiekosten in de vleesveehouderij in Vlaanderen hoger liggen dan elders in de wereld, maar bovendien ook - en dat is zorgwekkender - hoger dan elders in de Europese Unie. Ook daar zal dus moeten aan gewerkt worden.

Tot zover citaten van de site landbouwleven.

Het is duidelijk dat de dialoog op een beperkte manier wordt gehouden. Net als in Nederland zou een betrekken van de nadelen van de intensieve veehouderij volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’ en een eerlijke berichtgeving over de nadelen van (onder andere financiële steun aan) de intensieve veehouderij een veel reëler afweging opleveren. Aan rundvleesproducten uit Brazilië en Argentinië zou prima de eis gesteld kunnen worden dat deze afkomstig zijn van dieren die in natuurlijke omstandigheden leven, dat wil zeggen in de grote grazige weiden die deze landen in veel ruimte mate hebben dan Vlaanderen en Nederland.

Pleidooi voor conserverende landbouw

Onder de titel ‘Er zijn andere landbouwmethodes nodig om de wereld te voeden’ doet Agriholland verslag van de bijdrage van directeur Shivaji Pandey van de landbouw en voedselorganisatie van de Verenigde Naties FAO vorige week op een internationaal landbouwcongres in New Delhi. Boeren moeten volgens hem kiezen voor een conserverende landbouw, waarbij er zo weinig mogelijk bodembewerkingen worden toegepast. Met conserverend wordt hierbij duurzaam voedsel verbouwen bedoeld. Overmatig ploegen, overbevissing, overmatige bemesting, irrigatie en bestrijdingsmiddelengebruik heeft het ecosysteem te veel belast, stelt Pandey.

Wat in het pleidooi van Pandey opvallend mist is een oproep tot minder vlees consumeren. Een dergelijke verandering in consumptiepatroon zet veel meer zoden aan de dijk in het voeden van meer mondiale monden en heeft ook nog eens effect op het tegengaan van de opwarming van de aarde. Conserverende landbouw zorgt bovendien voor extra vastlegging van CO2. Door het land niet te ploegen wordt er ook water bespaard.

10 februari 2009

Kredietcrises oplossen kost 3 triljoen, honger de wereld uit 20 miljard

Jan Pieter Ekker blogt over de film Food, Inc., die in première ging op de Berlinale, en die liefst een zelfde impact als Al Gore’s An Inconvenient Truth zou willen hebben.

Een citaat:

In het Friedrichstadt Palast, een glitterend revuetheater in hartje Berlijn, vond de Europese première plaats van de documentaire Food, inc. Berlinale-directeur Dieter Kosslick kwam hem persoonlijk inleiden. ‘Het schijnt dat er meer dan 3000 miljard nodig is om de kredietcrisis op te lossen. Met slechts 20 miljard euro kunnen we de honger de wereld uit helpen.’

In Food, inc. laten de Amerikaanse regisseur Robert Kenner en de onderzoeksjournalisten Eric Schlosser en Michael Pollan zien wat er in ons eten zit. Pollan is de auteur van The Omnivore’s Dilemma; Schlosser schreef de non-fictie bestseller Fast Food Nation, waarvan Richard Linklater in 2006 een waardeloze speelfilm maakte, die na de wereldpremière in Cannes bijna nergens te zien is geweest.

09 februari 2009

Duurzaamheid is het toverwoord om te bedelen voor subsidie

Nu in de landbouw door de kredietcrisis de buikriem wat dreigt te worden aangehaald probeert de Agrosector met oude wijn in nieuwe zakken weer eens een graai te doen in de subsidiepot. Het verzoek om steun van de overheid gaat onder het mom van duurzaamheid bevorderen.
Toen de vuilnisdienst een te lage status kreeg, werd de naam veranderd in milieudienst.
Toen het spuiten van landbouwgif door de consument met argusogen werd bekeken, hernoemde men het gif in gewasbeschermingsmiddelen.
Ordinair meer geld verdienen door te bezuinigen op dierenwelzijn en megastallen te bouwen heet nu rendementsverbetering.
Is mest een probleem? We voegen wat voedsel toe aan de mest en we wekken energie op via een biomassavergisting in een biogasinstallatie of we rijden meer uit op het grasland dan de EU verstandig vindt en noemen dat derogatie.
Wordt energie te duur? We vragen subsidie om maatregelen te nemen om energie te besparen en daarmee de concurrentiepositie te versterken en om nog meer buitenlandse boeren te kunnen beconcurreren.
Heeft het publiek problemen met het permanent houden van vee binnen de stallen? Geen probleem, we noemen het binnenshuis verzamelen van mest minder belastend voor het milieu.
Vindt het publiek de megastallen lelijk? We pleiten voor een betere inpassing van agrarische bedrijvigheid in het landschap.
Vindt het publiek dat varkens niet permanent tussen stangen moeten staan? We richten wat (zicht)stallen in met varkens in het stro en we laten het publiek binnen met de boodschap dat straks alle varkens zo gehuisvest zullen worden.

Kortom, de lijst met voorbeelden waarop de Agrosector de belastingbetaler in het ootje neemt is lang. Het gaat niet om de waarheid, maar om de geloofwaardigheid van het imago. En de sector weet dat het publiek zich graag in slaap laat sussen. Die heeft immers andere zorgen aan zijn hoofd dan het luisteren naar zijn geweten.

Het “verduurzamen” van de agrosector is allemaal uitstel van executie, want de Nederlandse veehouderij bevindt zich op een doodlopende weg. Dat de grote boeren, die het hardst doen aan schaalvergroting, het laatst zullen overblijven is geen argument om onder het mom van duurzaamheid belastinggeld over de agrarische hanenbalk te gooien.
Wat boeren hier in ons land doen, kunnen boeren in het buitenland op den duur veel goedkoper wanneer ze –gedwongen door valse concurrentie- de innovaties en het negeren van de belangen van mens, dier en milieu van ons overnemen.
Duurzaam beleid is de veestapel te verkleinen en over te laten aan die veehouders die minstens het eko-keurmerk of het Demeter-keurmerk voeren, maar liefst nog meer doen aan echt ecologisch verantwoorde maatregelen. Het kost de consument wel wat meer geld en levert gezondere voeding op, maar het bespaart de belastingbetaler bakken met geld.

06 februari 2009

Protectionisme kan dierenleed besparen

De Nederlandse economie is afhankelijk van de export. Protectionistische maatregelen van het buitenland zou onze ondernemers niet uitkomen. Er is een duidelijke uitzondering die veel dierenleed zou schelen: de export van Nederlands vlees en zuivel zou best heel wat minder kunnen. Om te concurreren op buitenlandse markten bezuinigen Nederlandse veehouders op dierenwelzijn. Als buitenlandse markten deze invoer zou tegenhouden en de Nederlandse overheid zou de eigen markt van biologisch of ecologisch verantwoord geproduceerde zuivel beschermen tegen de invoer van bio-industrie producten uit het buitenland dan zou dat zelfs wereldwijd veel dierenleed schelen. Wat is de zin van het heen en weer slepen van vlees, wanneer landen meer produceren dan de eigen behoefte is en het surplus verkopen in een ander land dat ook teveel produceert?
Wanneer we dan (eindelijk ook nog) het principe toepassen dat de vervuiler betaalt, dan kan de belastingbetaler opgelucht ademhalen en de vaderlandse bio-industrie bijplaatsen op de vuilnisbelt van de geschiedenis.

Bedrijfsterreinen geschikt als (tijdelijk) natuurterrein

Op vrijdag 6 februari 2009 promoveert Robbert Snep op het onderzoek ‘Biodiversity conservation at business sites – options and opportunities’ aan Wageningen Universiteit.

“Bedrijventerreinen kunnen een belangrijke rol spelen bij het behoud van natuur en biodiversiteit, juist vanwege hun ligging en landgebruik.” Dat stelt ir. Robbert Snep, landschapsecoloog bij Alterra, Wageningen UR. Bedrijventerreinen staan vooral bekend vanwege hun lelijkheid en prominente aanwezigheid in de rand van steden en langs wegen. Veel terreinen zijn verouderd en toe aan herstructurering. Het lijkt daarom onwaarschijnlijk dat deze terreinen een meerwaarde voor hun omgeving kunnen opleveren. Maar toch is dat wel zo, blijkt uit het onderzoek waar Snep op promoveert.

Snep onderzocht de huidige en potentiële waarde van verschillende typen bedrijventerreinen voor natuur en biodiversiteit. Ook bekeek hij hoe eventuele maatregelen voor het behoud en herstel van biodiversiteit zouden vallen bij ondernemers, werknemers, overheden, omwonenden en natuurorganisaties. Robbert Snep: “Uit mijn onderzoek blijkt dat er nu al bijzondere broedvogels en amfibieën op bedrijventerreinen voorkomen, en dat met een aangepaste inrichting en beheer deze meerwaarde voor de natuur nog sterk vergroot kan worden.”

Met uitsterven bedreigde vlindersoorten zouden volgens Snep met relatief eenvoudige aanpassingen op een aantal bedrijventerreinen beter beschermd worden. Ook kunnen bedrijventerreinen gelegen in de stadsrand als bron voor meer natuur in de stad dienen, zodat bewoners van aangrenzende wijken meer vlinders en vogels in hun tuin krijgen. De biodiversiteit op bedrijventerreinen kan onder meer vergroot worden door groene daken en gevels, tijdelijke natuur op braakliggende percelen, ecologisch groen in plaats het huidige steriele bedrijfsgroen, en meer groen in de vorm van ecologische verbindingszones of grotere eenheden.

Gebruikers van bedrijventerreinen geven aan dat groen op hun terrein een meerwaarde kan opleveren, zolang het past binnen de gewenste uitstraling van het terrein en bijdraagt aan de gezondheid en leefbaarheid voor werknemers en omwonenden. In het buitenland zijn al veel bedrijven actief bezig met natuurbehoud op hun eigen terreinen. Nederland loopt wat dat betreft nog behoorlijk achter. Er is nog weinig besef bij ondernemers en overheden dat duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen op bedrijventerreinen heel goed kunnen worden vormgeven door maatregelen om de biodiversiteit te vergroten.

Vleesconsumptie en vrijheid

Voor de vleeseters uit de tijd voor de koelkast was het eten van vlees een gebeurtenis verbonden met feest. Vlees was niet houdbaar, dus als je deelde met de rest, dan ging er geen vlees verloren en hoefde de ander even niet naar voedsel te zoeken. Kortom: men kreeg een tijdje vrijaf.
De moderne mens heeft het dier zijn vrijheid afgenomen om permanent over voedsel te beschikken. Door de vrije markt economie is de boer als producent van vlees en zuivel zelfs in de verleiding gekomen om het dier nog meer vrijheid af te nemen, in de vorm van kostprijsverlaging, ten koste van dierenwelzijn. Hij kan nu nog meer geld verdienen en de consument kan geld besparen. Het is een win-win-situatie voor mensen met weinig last van hun geweten.

In groter, globaal verband valt het gedrag van de mens in het uitbuiten van de aarde te benoemen als parasitair gedrag. De (uit)zuigende werking van de hebzucht is respect- en grenzeloos. Het leidt tot verslaving en slavernij. Omgaan met vrijheid is omgaan met (ethische) grenzen, niet alleen met de draagkracht van het milieu, de medemens, maar ook van het dier en de natuur.

04 februari 2009

Wij ruilen geen dieren, we wisselen uit

Peter Kuipers is baas van het Dierenpark Amersfoort. In het Reformatorisch Dagblad vertelt hij het volgende.
Dierentuinen kopen ook geen dieren van elkaar, ze ruilen zelfs geen dieren. In plaats daarvan is er een systeem op basis van ”voor wat, hoort wat”. Kuipers geeft een voorbeeld: „Amersfoort heeft een indrukwekkende kudde giraffen, maar allemaal mannen. We zijn de grootste giraffenspermabank in Europa. Onze mannen gaan voor nageslacht naar elders en daar blijven ze. In ruil daarvoor nemen wij giraffenjongetjes van elders op in onze mannenkudde. Of we krijgen andere dieren, dat regelen gewoon we onderling”.

Tot zover de onnavolgbare logica van een gewezen bankdirecteur in het dagblad.
Geld en dieren: Bien étonné de se trouver ensemble?

Voor wie wil weten tot wat voor obscure ruilhandel dierentuinen in staat zijn, klik hier.


Klik hier om meer te lezen over dierentuinen.

De agrosector dendert door

Na de schaalvergroting in de kippen- en varkensindustrie is de melkveehouderij toe aan een megasprong. De reden is economisch. Alleen zo kan de kostprijs zo laag worden gehouden dat concurrentie op de buitenlandse mogelijk is en blijft. In de praktijk betekent dit soms meer dan 800 koeien die jaarrond op stal worden gehouden. De vestiging is niet meer alleen op het platteland, de koeienkathedralen worden zelfs binnen de gemeentegrenzen gepland.
Moet deze megalomane inname van de openbare groene ruimte niet worden tegengehouden? Zeker, maar de provinciale overheden hebben in hun beleidsinstrumenten, de Provinciale Omgevings Plannen (POP) weliswaar soms paal en perk gesteld aan nieuwvestiging van bio-industrie in de vorm van varkens- en kippenflats, maar een megamelkveestal valt nog niet onder de definitie van bio-industrie. En daar zit iets overduidelijk scheef.
De burger had van oudsher nog wat sympathie over voor de koeienboer. Velen komen uit een boerenfamilie met warme herinneringen aan de boerderij van opa en oma. Industrialisatie van het platteland (“dozen schuiven”) wordt met lede ogen aangekeken, maar de aanblik van koeien in de zomerse weide maakte veel goed en snel vergeten dat de meeste dieren uit het zicht waren verdwenen. Hoe was het ook alweer: “biologisch en bio-industrie is toch hetzelfde, of vergis ik mij”? Het zal de gemiddelde burger die slechts een handvol dagen per jaar over het platteland fietst worst zijn.

De grazige weiden worden omgevormd tot groene biljartlakens waarop de boer het gras oogst, zonder stil te staan bij de broedende weidevogels. Daarvoor heeft hij niet de tijd en het geld, want daarmee rekening houden doet hij hoogstens als de overheid de gederfde omzet met subsidie vergoedt.

De koeien die de burger nog wel buiten ziet bij een megastal zijn vaak koeien die ziek zijn en tijdelijk buiten geparkeerd worden.
De topsportende koeien binnen zijn door de hoge productie vaak uitgemergeld, maar niemand die het ziet, want anders dan vroeger op de boerderij kom je het moderne bedrijf niet meer binnen. Je zou eens ziektekiemen mee kunnen brengen.

De moderne vaderlandse boer heeft geen enkel medelijden met de verdwijnende collega’s in het buitenland die niet meer op kunnen tegen de economische concurrentie. Hun helpen met subsidies was toch tegen de zin van de burger die protesteerde tegen oneigenlijke steun vanuit Brussel met het eigen zuurverdiende belastinggeld? Laat iedere buitenlandse boer maar zijn eigen broek ophouden! In die gedachte zit natuurlijk wel wat, maar dan moeten ook de kosten voor het opruimen van de vervuiling wel worden doorberekend aan de megaboer. Nu moeten ten behoeve van het landbouwverkeer de wegen worden verbreed, extra fietspaden worden aangelegd, zodat de grotere tractoren met verhoogde snelheid kunnen door denderen naar ver weg gelegen biljartlakens.

Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats.

Het gaat de herenboeren om het grote geld onder het mom van betaalbaar voedsel op uw bord. Dat het er in de werkelijkheid gaat om de producten in het buitenland op het bord te krijgen, snapt de burger al lang niet meer.
Misschien zou het melken bij de komende Olympische Spelen als een tak van indoorsport kunnen worden toegevoegd?

02 februari 2009

Varkens slachten: it is all about the money

Verscheidene organisaties hebben zich opgewonden over het vergassen van varkens met CO2. Op dit blog een video van een item van Arjen Lubach.

In een uitzending van Eenvandaag reageert een vertegenwoordiger van slachterij VION:

‘Het is geen vrolijk aanblik’, geeft prof. Bert Urlings, directeur kwaliteitszaken van VION, toe. ‘Het lijkt alsof het dier stikt, maar dat is niet zo.’ Volgens Urlings gaat het hier om een natuurlijke fysiologische reactie. ‘Bij verhoging van het CO2 gehalte denkt het lichaam direct dat er minder zuurstof in het bloed zit, waardoor de ademhaling dieper wordt.’
Een alternatief voor het verdoven met CO2 is de stroomstoot. Een deel van de varkens uit de bio-industrie worden op deze manier verdoofd. Maar dat betekent wél dat er minder varkens per uur kunnen worden gedood, omdat verdoving met een stroomstoot individueel moet gebeuren. Bij vergassing kunnen varkens in een groep worden bedwelmd –wat natuurlijk veel rendabeler is voor een varkensslachterij.
Met C02 bedwelming worden alle regels grof overtreden. Terwijl dezelfde expert, dr Hoenderken, al in 1978 (!) met een proef aantoonde dat de methode niet door de beugel kon. De voorloper van de Voedsel- en Warenautoriteit - de Rijksdienst voor Vee en Vlees- liet na dit experiment C02 bedwelming van varkens dan ook verbieden.
Twintig jaar later werd dit verbod weer opgeheven toen EU-regelgeving van kracht werd.

Tot zover de weblog van Pauline Veen op de website van Eenvandaag.

Je moet maar lef hebben om het vergassen goed te praten met de opmerking dat het dier niet stikt en dat “het lichaam denkt” en de suggestie te wekken dat er geen pijn en paniek optreedt maar slechts een diepere ademhaling.

Het gaat allemaal om het geld en elke cent die kan worden bespaard is een uitstel van executie van de ten dode opgeschreven sector van de intensieve veehouderij.

Vergelijkingen met de holocaust

In de nota Voedsel en Groen (2000) van het ministerie van LNV vormt dierenwelzijn een belangrijk speerpunt van beleid tot 2010.

Dierenrechten en dierenwelzijn zijn ge(waar)borgd wanneer dieren:
1. vrij zijn van dorst, honger en onjuiste voeding;
2. vrij zijn van fysiek en thermaal ongerief;
3. vrij zijn van pijn, verwonding en ziektes;
4. vrij zijn van angst en chronische stress;
5. vrij zijn om hun natuurlijke gedrag te vertonen.

De laatste vrijheid, dat dieren vrij zouden moeten zijn om hun natuurlijke gedrag te vertonen, zijn veel mensen het mee eens. Maar er zijn ook veel mensen die vinden dat het moderne landbouwhuisdier zo gefokt is dat het minder natuurlijk is als haar oorspronkelijke wilde soortgenoot. Zij vinden het daarom logisch dat boeren hun vee permanent op stal houden en zich beperken tot minimale, lees: goedkope “natuurlijke” omstandigheden.
Op deze manier reduceren zij het gat dat er is tussen hun opvattingen en hun gedrag, waarmee het kopen en eten van goedkope bio-industrieproducten wordt bedoeld.
In de psychologie is dit fenomeen bekend onder de term “cognitieve dissonantiereductie”.

Er zijn ook veel mensen die de misstanden in de bio-industrie vergelijken met de Holocaust, zeker wanneer zij geconfronteerd worden met het vergassen van dieren in de slachterij. In de concentratiekampen konden de beulen en bewakers hun onmenselijke gedrag beter motiveren door de gevangenen te ontmenselijken. Ook de ontdierlijking van het dier in de intensieve veehouderij draagt bij aan de cognitieve dissonantiereductie: “er is weinig natuurlijks over aan het dier”.


Uiteraard zijn deze verschuivingen in de opvattingen van de onverschillige consument een kwalijke zaak. Het is des te kwalijker omdat men in de reclame deze verschuiving nog eens een handje helpt door zelfs zover te gaan dat het dier niets liever wil dan zo ontdierlijkt behandeld te worden.

29 januari 2009

Dieren hebben gevoel en pijn, en nu?

Uit een persbericht van de WSPA (World Society for the Protection of Animals):
Met haar handtekening spreekt mevrouw Verburg zich namens de Nederlandse regering uit voor de aanname door de Verenigde Naties van een Universele Verklaring voor Dierenwelzijn. Met deze Verklaring zal voor het eerst op zo'n hoog politiek niveau worden vastgelegd dat dieren gevoel hebben en pijn kunnen lijden en dat hun welzijn daarom aandacht en respect verdient.
De Universele Verklaring moet helpen wereldwijd een einde te maken aan dierenleed. De Verklaring zal een klemmend beroep doen op nationale overheden om ernstig rekening te houden met dierenwelzijn bij het formuleren van wetgeving en beleid voor dieren. Daarnaast moet de Verklaring een maatstaf zijn voor regeringen, instanties, bedrijven en individuen in delen van de wereld waar momenteel weinig of geen aandacht bestaat voor dierenwelzijn.

Tot zover de WSPA via het communicatiebureau Marlot

Initiatieven als van de WSPA roepen sympathie en vraagtekens op. Wordt het publiek niet in slaap gewiegd als zij het idee krijgen dat de beleidsmakers in hun toekomstplannen rekening gaan houden met het feit dat dieren gevoel hebben en pijn kunnen lijden? Welke veehouder in Nederland doet zijn dieren opzettelijk pijn, behalve kortdurend bij aantasting van hun lichamelijke integriteit door castratie, amputatie of wanneer het dier geprikkeld moet worden om de veewagen in te drijven?
Is het probleem van de intensieve veehouderij niet veel meer dierpsychologisch? Het dier wordt een natuurlijk leven onthouden en verveelt zich in zijn korte leventje te pletter. Ieder weldenkend mens zou dit een aantasting van het welzijn van het dier en haar dierenrechten noemen, maar zal het juridisch hout snijden?
Het antwoord is reeds decennia bekend: dat doet het niet. Het is de zoveelste poging om de publieke opinie via vrijblijvende communicatiestrategieën te beïnvloeden. Het geheel doet denken aan een mediacircus waarbij beide partijen elkaar in evenwicht houden, omdat een werkelijke aanpak van het probleem te persoonlijk wordt en de betrokkenen berooft van hun broodwinning.

28 januari 2009

Het vlees is zwak, sexy voorbeeld doet volgen

Sex sells, dat weten dierenrechtenactivisten al lang. Wakker Dier organiseerde een wedstrijd voor de meest sexy vegetariër (m/v). En ook de mensen van de People for the Ethical Treatment of Animals (PETA) gebruiken de belangstelling van het surfende jonge publiek al lang om hen te verleiden om te kijken op hun website.

"Naakt" wordt ook ingezet om media-aandacht te krijgen voor de gewelddadige manier van met stieren omgaan bij culture activiteiten in Spanje en Zuid-Amerika. Twee dagen voor in Pamplona de stieren door de straten worden gejaagd, lopen enkele honderden PETA aanhangers (half)naakt hetzelfde parcours.

Aandacht trekken doet het zeker, maar of het kwartje valt bij de sitebezoekers dat dieren een beter leven verdienen, dat is de vraag. In ieder geval wordt er een link gelegd tussen sexy en vegetariër zijn en dat is een verband die veel activisten te lang hebben genegeerd. Een goed voorbeeld doet volgen.

Duurzaamheid is vooral goed voor de bouwsector

Wie goed naar LNV minister Gerda Verburg luistert, ziet heel andere beelden dan de woorden in eerste instantie suggereren.

Spreekpunten van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg, Agrifirm Jongerendag, 21 januari 2009.

"Ik weet niet of u het beeld herkent, dames en heren, maar ik doe dat wel. Het is het platteland van Ot en Sien. Het is een beeld, want allang niet meer de realiteit.

Wat is de realiteit? Als je kiest voor het boerenbestaan, dan kies je dat in de eerste plaats met en vanuit je hart. Want het is een mooi bestaan: Je produceert goed voedsel, je onderhoudt en beheert de natuur en het landschap en je houdt het platteland levend en vitaal. Maar wat de buitenwacht niet ziet, of niet weet, is dat elk boerenbestaan ook zijn schaduwkanten kent. Lange dagen tegen een soms relatief geringe vergoeding, vaak grote financiële verplichtingen, sterke afhankelijkheid van het weer, het onverwacht toeslaan van ziektes of infecties."

Tot zover de minister.


Meer in overeenstemming met de realiteit zou zijn als Gerda Verburg had gezegd:
Als je kiest voor het boerenbestaan, dan kies je dat in de eerste plaats met en vanuit je portemonnee. Want het is een groeisector: Je produceert veel voedsel, je onderhoudt en beheert het cultuurlandschap en je houdt de bouwsector levend en vitaal.

CO2-bedwelming van varkens kan daglicht niet verdragen

Persbericht: 28/01/09: Experts zijn het er al jaren over eens: het bedwelmen van slachtvarkens met CO2 is dieronvriendelijk en zorgt voor onnodig lijden. Beelden van de gruwelijke wijze waarop varkens worden verdoofd, voorafgaand aan het slachten, zijn jarenlang geheim gehouden. Een drietal dierenbeschermingsorganisaties heeft met hulp van bedwelmingsexpert dr. Hoenderken de hand weten te leggen op schokkende videofragmenten die zijn gemaakt tijdens meerdere wetenschappelijke onderzoeken aan de universiteit van Zürich.

De beelden tonen op confronterende wijze hoe varkens na blootstelling aan het gas in paniek raken en wilde bokkensprongen maken. Happend naar lucht zakken de dieren na zo’n halve minuut door hun poten om al stuiptrekkend buiten bewustzijn te raken. In meerdere grote slachthuizen in binnen- en buitenland worden per dag duizenden varkens in groepen op deze wijze bedwelmd. Alleen al bij varkensslachterij Vion in Boxtel ondergaan per week 55 duizend dieren dit lot.

Varkens zijn zeer gevoelig voor het prikkelende gas en worden al snel onrustig als de hoeveelheid CO2 in de lucht toeneemt. Net als bij mensen zorgt het gas voor irritatie aan hun luchtwegen en hevige ademnood. Onderzoek heeft aangetoond dat varkens liever dagenlang doorbrengen zonder voedsel of water dan te worden blootgesteld aan hoge concentraties CO2.

De verdoving van varkens met CO2 in de slachthuizen vindt plaats in afgesloten ruimtes die geen ramen hebben en waarin geen camera’s zijn geïnstalleerd. Daardoor is het voor de Voedsel en Waren Autoriteit onmogelijk om het lijden van de dieren te beoordelen. Dit gebrek aan transparantie is in strijd met de Europese wetgeving, die stelt dat controlerende instanties te allen tijde toegang moeten hebben tot alle delen van een slachthuis. Varkens in Nood heeft bezwaar gemaakt tegen de onmogelijkheid om het slachtproces te controleren, maar de VWA ziet er de noodzaak niet van in.

Met de videobeelden willen de samenwerkende stichtingen Varkens in Nood, Wakker Dier en Rechten voor al wat Leeft laten zien dat het bedwelmen van varkens met CO2 een inhumane praktijk is die het daglicht niet kan verdragen. Zolang controle onmogelijk is, blijft het varken achter in het donker.

25 januari 2009

Wil iemand misschien een tijgertje?

tijger

In Arnhem hebben ze 3 dierentuintijgers, de wat kleinere, Sumatraanse soort.
25 Km verderop, in Rhenen, hebben ze 6 Amoertijgers en 2 Siberische.
Daar vlakbij, in Amersfoort: 3 Amoertijgers en 2 Siberische.

In Brabant liggen, op 40 km van elkaar, twee dierentuinen.
Hilvarenbeek: 5 Amoertijgers, en Mierlo: 2 Amoertijgers.

En dit is nog niet alles. Ook Emmen en Rotterdam hebben tijgers.
Kortom: dit land is bezaaid met tijgers.
Ook net over de grens zijn tijgers: Antwerpen, Münster, Krefeld, enz….

Er wordt dus tegen de klippen op gefokt.
Tijgers in het circus? Graag: waar moeten we er anders mee naartoe?

circuswagen

Wat de soorten betreft: ik denk niet dat iemand daar belangstelling voor heeft.
Een dierentuinbezoeker ziet een tijger. Circusklant: idem.
Soortenbehoud zijn een excuus voor dierentuinen om nog meer tijgers op te sluiten.

De ongecontroleerde fokkerij is een gevolg van 'zelfregulering'.
Dierentuinen zijn eigen baas; voor zover ik weet hoeven ze geen enkele verantwoording af te leggen aan de minister en/of gemeenteraad omtrent hun beleid.
(Ook niet als ze gesubsidieerd worden.)
Overschotten worden desnoods afgemaakt, het beruchte 'surplus' van dierentuinen.
Geen burger die er wakker van ligt.
Ook de Partij voor de Dieren heeft er niet meer dan marginale belangstelling voor; er is geen werkgroep.

Kooiverrijking?

In het Haarlems Dagblad deze week als blikvanger bovenaan de bladzij 'Binnenland' een heel grote kleurenfoto van een tijger in Rhenen, die als kooiverrijking een p a p i e r e n prooidier krijgt “in de hoop dat ze zich meer als echte roofdieren gaan gedragen”.
Maar het dier leeft in onnatuurlijke omstandigheden en KAN dus geen natuurlijk gedrag vertonen. Het is om je rot te schamen, hoe zo’n prachtig roofdier behandeld wordt.
Dit illustreert het wanbeleid van dierentuinen, waar maar raak gefokt wordt, en waarbij ze door de overheid geen strobreed in de weg gelegd wordt.

E.D.


Klik hier om meer te lezen over dierentuinen.

24 januari 2009

Het gaat bij kweekvis en de koks gewoon om de centen

Op de site Misset Horeca wordt ingegaan op:

Zeven vooroordelen over kweekvis

Bij het reageren op deze vooroordelen wordt geen sterke argumentatie gevoerd. We sommen de vooroordelen op en laten die gedeelten in de reactie staan die duidelijk de onverschilligheid van de auteur Bianca Roemaat laten zien over het welzijn van de kweekvis en haar gebrek aan betrokkenheid bij de ernst van de problematiek.

Op de site:


Kweekvis komt steeds vaker op het restaurantbord terecht. De achteruitgang van de natuurlijke visstand maakt kweekvis het op één na beste alternatief. Koks blijven hun vooroordelen. We laten er een zevental passeren.

1. 'Kweekvis zit vol medicijnen'
Zolang de kwekers open communiceren over wat ze met hun vissen doen, is enigszins te controleren of het veilig gebeurt

2. ‘Kweekvis is groter’
Wie een gekweekte kabeljauw naast een wilde legt, komt al gauw tot de slotsom dat de kweekvis groter is. ‘Ze hebben vast groeihormonen gekregen’, is één van de vooroordelen. Of dat de reden is, laten we hier buiten beschouwing, omdat daarover niet zomaar een uitspraak is te doen zonder wetenschappelijk onderzoek.

3. ‘Kweekvis eet vis’
‘In de brokjes die de vissen in bassins krijgen, zit vaak eiwit en soja. Maar ook restproducten van wild gevangen vis en schaaldieren. Dat riekt naar ‘kannibalisme’, maar dat is in de natuur gebruikelijk.

4. 'Kweekvis is minder lekker'
Het is een cliché, maar smaken verschillen.

5. ‘Kweekvissen hebben geen ruimte'
Wie een bassin ziet waarin het krioelt van de vissen, krijgt snel dat idee. Toch is de diepte vaak niet meteen waar te nemen, dus dat kan schelen.

6. ‘Visteelt is belastend voor het milieu'
Berichten over vervuild water haalden de pers. Inmiddels is heel wat werk verzet door de kwekers. Logisch, want ze zijn niet gebaat bij negatieve geluiden in de media.

7. ‘Biologisch kweken klinkt tegenstrijdig'
Hoe dan ook, biologisch gekweekte vis klinkt net iets positiever dan ‘gewoon’ geteelde. Dus waarschijnlijk heeft het potentie.

Tot zover de site Misset Horeca.


Ook hier is de conclusie duidelijk: het gaat in de intensieve veehouderij, intensieve visserij en in de horeca om de centen en echt verantwoordelijkheid nemen voor de gevolgen van dat denken ontbreekt.

23 januari 2009

Co-vergisting van mest brengt te weinig geld in het laatje

In het Agrarisch Dagblad valt te lezen (januari 2009):

Het aantal co-vergistingsinstallaties blijft ver achter bij de verwachting van het kabinet.
De reden hiervoor is dat veel initiatiefnemers die aanvankelijk belangstelling hadden, zich hebben teruggetrokken omdat zij het subsidiebedrag te laag vonden.

Met andere woorden co-vergisting brengt zo weinig energie en daarmee terugverdiengeld op dat er veel geld bij moet. De boeren willen de overheid en daarmee de belastingbetaler daarvoor laten opdraaien.

De hype van het vergisten van mest is vooral bedoeld om het publiek de indruk te geven dat het mestoverschot afdoende is aangepakt. De agrosector had daarom het plan opgevat om door de bouw van mestvergistingsinstallaties en het verbouwen van gewassen om te “co-vergisten” twee vliegen in één klap te slaan, mits de overheid bereid was te betalen om het een en ander economisch rendabel te maken.
Het scoort namelijk heel goed in de media om te roepen dat boeren met hun mest een deel van het dorp van elektriciteit kunnen voorzien. Dat de burgers hiermee een dure sigaar uit eigen doos krijgen, gaat de meesten toch boven de pet.

21 januari 2009

Klokkenluider openbaart misstanden bij Staatsbosbeheer bij jacht op damherten

Persbericht PvdD Den Haag, 21 januari 2009 - Gisteravond heeft een klokkenluider de pers geïnformeerd over een intern memo dat de rol van Staatsbosbeheer rond het afschot van damherten in Zeeland duidelijk maakt. De klokkenluider noemt zichzelf een “ingewijde bij Staatsbosbeheer, maar beducht voor represailles”.
De Partij voor de Dieren is actief betrokken bij het verzet tegen de verleende ontheffing voor de jacht op damherten in het natuurgebied Schouwen. Volgens de Fauna Beheer Eenheid (FBE) zouden tellingen wijzen op een enorme overbevolking van herten in het gebied. Medewerkers van Staatsbosbeheer wezen er echter al op dat deze tellingen als “overdreven hoog” zijn. Daarbij zijn ook nog eens de telformulieren “kwijtgeraakt”. Daarnaast werd de verkeersonveiligheid genoemd als argument om de herten af te mogen schieten. Ook dit argument bleek flinterdun: de provincie erkent dat nog lang niet alles is gedaan om verkeersonveilige situaties in het gebied te voorkomen.

De Partij voor de Dieren heeft daarom in december 2008 de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gevraagd hoe het is te verantwoorden ontheffing te verlenen voor het afschieten van de damherten, nota bene binnen een natuurgebied waarbij aan geen van de criteria voor ontheffing is voldaan. Het antwoord op deze, en andere vragen aan de minister, is nog niet binnen.

Uit de mail van de klokkenluider blijkt duidelijk welke bedenkelijke rol Staatsbosbeheer speelt. Zo erkent Staatsbosbeheer intern dat er sprake is van onjuiste en eenzijdige telgegevens van belanghebbende jagers, maar ook dat Staatsbosbeheer bewust verzwijgt dat de damherten nauwelijks schade veroorzaken en het natuurgebied een veel grotere populatie aan damherten probleemloos aan zou kunnen. Ook weet Staatsbosbeheer dat er welbewust damherten zijn losgelaten in het natuurgebied, de tamme dieren bewust niet zijn gevangen en teruggebracht en dat de jagers de populatie laten groeien via scheve geslachtsverhoudingen. De klokkenluider concludeert dat Staatsbosbeheer daarmee overtreding van de Flora- en faunawet in de hand werkt.

20 januari 2009

Openbare bespreking dierproeven

Het ministerie van LNV te Den Haag organiseert op gezette tijden openbare hoorzittingen over vergunningaanvragen voor dierproeven, waarbij genetische manipulatie betrokken is. Dit is de enige gelegenheid in Nederland om bijzonderheden te weten te komen over dierproeven, in een rechtstreekse discussie met onderzoekers en ambtenaren.
Vergunningaanvraag, deskundigenadvies en ontwerpbesluit van de minister staan die avond ter discussie.

Openbare besprekingen van dierproefaanvragen – het blijft iets bovennatuurlijks. Op zo’n avond bijvoorbeeld rijden treinen en bussen ineens op allemaal tijd en sluiten ze op elkaar aan. Er zijn ineens geen files. Dierenvrienden trotseren regen, wind en duisternis om er maar bij te zijn. Nou ja, geen honderden hoor, of tientallen. Het was meer zo dat iedere grote stad in de regio zijn dierenvriend(in) had gestuurd. Alleen die uit Utrecht was thuisgebleven. En dan waren er nog enkele naburige dorpen vertegenwoordigd. Het blijft een eigenaardig fenomeen dat je voor straatacties meer mensen op de been krijgt dan voor huiskameracties. Mensen schreeuwen blijkbaar liever. Is er misschien toch een soort angst voor de rechtstreekse confrontatie met echte onderzoekers? Die mensen zelf hebben daar geen last van, althans voor zover ze niet geïntimideerd of bedreigd worden. De wetenschappelijke wereld leeft nu eenmaal van kritiek en debat.

Haagse organisaties als Dierenbescherming en Proefdiervrij nemen de bescherming van (proef)dieren al jaren niet meer serieus. In 2002, ten tijde van de eerdere vergunningaanvraag (F06), waren ze er nog bij, en hadden ze ook nog schriftelijke bedenkingen (tegenwoordig: ’zienswijzen’) ingediend. Maar daarna hebben ze het opgegeven. (Wat hebben ze niet opgegeven?!) Proefdiervrij publiceert alleen nog de kennisgeving van het ministerie op haar website. Maar verder wil ze er niets mee te maken hebben.

Van de deelnemers aan die vorige bijeenkomst, op 16 juli 2002, waren vanavond alleen de heer Schroten, voorzitter-CBD, en ikzelf aanwezig.

Dit zijn avonden waarop je probeert de waarheid over dierproeven boven tafel te krijgen. Want de procedure mag dan openbaar zijn, - niemand gaat ervan uit dat de aanvraag echt gelezen wordt, en de adviescommissie-CBD wel het allerlaatst. Die interesseert het al net zo weinig als de Hagenaars van LNV. De aanvraag wordt niet eens op de website geplaatst; wèl het - positieve - CBD-advies, en het ontwerpbesluit tot vergunningverlening. Het begin van de manipulatie.

Gevolg is een pak papier dat meer verhult dan openbaart. Het wrange is dat een van de onderzoekers dat helemaal met me eens is. Ook hij vindt de gang van zaken een aanfluiting. Van een verantwoording naar de maatschappij is geen sprake.

Zo vindt ook hij dat bij vervolgaanvragen zoals de onderhavige, ’afgerekend‘ dient te worden. En wel zo precies mogelijk. Hoeveel (en welke) dieren heb je de afgelopen vijf jaar exact misbruikt en gedood? Wat zijn de resultaten van je proeven? Die dienen toch zodanig te zijn dat er een zeker perspectief in zit, een bepaalde vooruitgang, om een nieuwe vergunning aanvaardbaar te maken. Al die gegevens zijn beschikbaar maar er wordt niet naar gevraagd!

Noch door de adviescommissie-CBD noch door de pekinezen van LNV.

Daarom vraag ik er maar naar. Ik lees voor uit aanvraagformulier punt 14. De onderzoeker vraagt vergunning voor 120 muizen per jaar per lijn. De rest moet je zelf uitrekenen.

Dat is (bij 5 jaar en 20 lijnen): 120 x 5 x 20. Totaal: 12.000 muizen. Hierbij komen nog eens 3.600 muizen voor de genetische modificatie. Totaal: 15.600 muizen. In de aanvraag van 2002 stond vrijwel hetzelfde aantal. Dan zijn we dus al over de 30.000 muizen en dit onderzoek loopt maar liefst al sinds 1994. Vraag: wat krijgt de maatschappij daarvoor terug?

Consternatie bij de onderzoekers. Zo moet ik dat niet lezen. Hoe dan wel wordt mij niet echt duidelijk. Ben ik misschien verdwaald op een literaire bijeenkomst? Is dit de categorie ‘Lees maar, er staat niet wat er staat’ (Nijhoff)?

De onderzoeker wil vier experimenten per jaar doen met transiënte embryo’s. Ik vraag waarom vier. Dat weet ze niet. Ik help haar: bedoelt ze misschien veertien? Nee dat niet.

Bedoeling van deze experimenten is een besparing van 120 muizen. De adviescommissie neemt dit nadrukkelijk over. Niet vermeld wordt weer dat wanneer die besparing niet gerealiseerd wordt, dit 30 muizen extra het leven kost: per experiment, per jaar.

Er wordt gevraagd naar de persoonlijke motivatie van de onderzoeker tot het doen van deze proeven. Het antwoord komt zonder nadenken: ik doe het voor de lijdende mens. Een schoolvoorbeeld van een gotspe, want het onderzoek heeft niet het minste verband met ook maar enige toepassing.

Wat is het rendement van de afgelopen vijf jaar bijvoorbeeld?

Vijf tijdschriftartikelen
, bij de aanvraag genoemd. En dan nog alleen genoemd - niet eens beschreven. Zoiets wordt geaccepteerd door LNV/CBD. Intussen weer paniek bij de onderzoeker. Ze houdt nu een lijst met 30 artikelen omhoog. Is het misschien de bedoeling dat de burger die even gaat lezen?! Is er al eens iemand genezen door tijdschriftartikelen?

En zo kan ik doorgaan. De avond vliegt om. De voorzitter had de eindtijd netjes op negen uur bepaald. Maar het is nog te kort. Diverse andere kritische vragen heb ik niet kunnen stellen.

E.D.

Naast openheid prijzen ook openheid over herkomst en mondiale voetafdruk voedsel gewenst

Citaat uit de Telegraaf:

Verburg wil meer openheid over landbouwprijzen


De consumenten merken nog te weinig van de sterk gedaalde prijzen van groente, vlees en andere landbouwproducten. Supermarkten en andere handelaren rekenen de prijsdaling slechts traag door aan consumenten. Dat in tegenstelling tot de sterke prijsstijgingen vorig jaar, aldus de Europese Commissie maandag bij een EU-beraad van landbouwministers.

Oplossing is om de consument beter zicht te geven in de prijzen van producten en grondstoffen, vindt ook minister Gerda Verburg (Landbouw). „Zet de spotlamp op die prijzen: dat zal helpen. Als het graan goedkoper wordt, mag je toch verwachten dat het brood ook goedkoper wordt”, zei ze.

Het idee moet nog vorm krijgen in concrete voorstellen. Verburg verzet zich alvast tegen suggesties voor een hele bureaucratie om de prijzen te monitoren.

Tot zover de Telegraaf.

Met het idee van meer openheid over de totstandkoming van prijzen in de supermarkt zou tegelijk zichtbaar gemaakt kunnen worden of de productie en herkomst van voedsel wel zo efficiënt en energiezuinig is geweest. Nu kan de consument dat nauwelijks achterhalen en zeker niet op het moment dat hij in de winkel voor de keuze staat.
Veel grondstoffen en voedsel wordt nodeloos over de wereld gesleept onder de vlag van de vrije markt. Dit kost energie, gaat ten koste van het milieu en dierenwelzijn en ook het klimaat wordt onnodig opgewarmd.
Een goede maat voor de energiekosten is de mondiale voetafdruk. Iedere persoon en ieder product gebruikt een gedeelte van de ruimte op aarde. Hoeveel ruimte hangt af van iemands consumptie en voor producten van de herkomst en de wijze van produceren. Met behulp van de Mondiale Voetafdruk kan met een getal, uitgedrukt in hectares, aan worden gegeven hoeveel oppervlakte aarde per persoon en product dat is. Dat getal kan worden afgedrukt op het etiket of via een streepjescode en een lezer in de supermarkt zichtbaar worden gemaakt. De lezer in de supermarkt kan een scherm zijn waarop een klant desgewenst steeds uitgebreider worden voorzien van informatie over het product. Dat zou zelfs zo ver kunnen gaan dat het bedrijf wordt getoond waar bijvoorbeeld het varken of kip heeft geleefd.

Het vuile werk

Mensen eten vlees om voornamelijk twee redenen. Ten eerste omdat vlees "lekker" is en ten tweede omdat men denkt dat in vlees voedingsstoffen zitten die onmisbaar zijn voor de gezondheid. Beide argumenten zijn in feite juist. Als ex-vleeseter kan ik bevestigen dat vlees "lekker" is. En na alles wat ik erover gelezen heb weet ik ook dat vlees bestanddelen bevat die essentieel zijn voor het menselijk lichaam. Vitaminen, eiwitten, ijzer, het zijn inderdaad onmisbare elementen van onze voeding. Ik weet echter dat die noodzakelijke voedingsstoffen ook uit andere producten dan vlees kunnen worden verkregen. Producten die niet moeilijker verkrijgbaar zijn dan vlees en evenmin veel duurder hoeven te zijn. Graanproducten, groente, fruit, noten, peulvruchten, soja, eieren. Een dieet waarvan deze voedingsmiddelen voorkomen volstaat voor gezond, goed en lekker eten.
Blijft dus eigenlijk als enig argument dat vlees "lekker" is. Nu is er op zich niets op tegen dat mensen dingen eten die ze lekker vinden. Maar wanneer daarvoor, dus voor het stillen van de lekkere trek, een wereld in het leven is geroepen waarin dieren bij honderden miljoenen op een beschamende wijze worden gehuisvest, behandeld en gedood, is het dier in feite niet meer dan een simpele productiefactor geworden. Daarbij wordt geen enkele rekening gehouden met de belangen en het welzijn van het dier, zeker wanneer dat een drukkende invloed zou uitoefenen op het economisch voordeel dat het dier moet opleveren. Er zijn weliswaar een aantal wettelijke voorwaarden waaraan een ondernemer moet voldoen om "zijn" dieren nog een minimum aan comfort te geven, maar de praktijk is dat dieren, met name in de bio-industrie, een verschrikkelijk en kort leven hebben alvorens op ons bord terecht te komen. Niemand kan zich zo langzamerhand meer verschuilen achter een soort van “we wisten niet dat………..”-excuus. Iedereen weet, kan weten of moet weten wat de dieren in die sector moeten doormaken. Toch blijft de grote meerderheid van de consument nog steeds de "kiloknaller" in huis halen en laat zich nog steeds wijs maken dat "kip het meest veelzijdige stukje vlees is". Wanneer beelden op de t.v. vertoond worden van kippenslachterijen, het onverdoofd castreren van biggetjes, het dwangvoederen van ganzen en eenden voor de "foie gras" en meer van die ellende zapt de gemiddelde kijker gauw even door naar een ander kanaal. Want "dat hoef ik echt niet te zien, toch?". Veel mensen, vooral vrouwen is mijn ervaring, willen geen vlees eten waarvan "je nog kunt zien wat het geweest is"............... dat betekent dat velen eigenlijk niet geconfronteerd willen worden met datgene wat aan hun gehaktballetje, karbonaadje of kipfiletje vooraf gaat. Dat betekent dan weer dat diezelfde mensen het dus eigenlijk "zielig" vinden dat het dier in kwestie is doodgemaakt, met of zonder rot leven daaraan voorafgaand. Het is dus pure schijnheiligheid, want als je het inderdaad zo zielig vindt en je weet dat je het product niet nodig hebt zou je het gewoon niet moeten eten! Het geweten wordt twee maal buiten spel gezet: je wendt je af van de realiteit waaronder het product tot stand komt, hoewel je die realiteit eigenlijk afwijst en bij het opeten onderdruk je bewust(?) de herinnering aan het levende wezen dat de leverancier is van wat op je bord ligt.

Hoe zou het nu gaan wanneer we het "vuile werk" eens niet aan de specialist zouden (kunnen) overlaten maar zelf mes of schietmasker of wat voor gruwelwerktuig dan ook zouden moeten hanteren teneinde onze dis toch te sieren met een stuk, lap of moot vlees? Een paar jaar geleden heb ik een paar kippen aangeschaft. Voor de aardigheid en tevens was het mooi meegenomen dat er elke dag drie à vier eieren voor ons klaar liggen. Ik ontdekte wat een aanhankelijke, lieve en intelligente diertjes kippen eigenlijk zijn en ik besloot toen al, hoewel nog niet overgegaan tot het vegetarisme, in ieder geval nooit meer kip te eten. Ook hypocriet natuurlijk, want waarom dan nog wel varkens, koeien, kalveren, lammetjes? Ook dieren waarmee je een band kunt hebben! Ik werd me langzamerhand van die ongerijmdheid bewust en uiteindelijk heb ik de enig juiste beslissing genomen: geen vlees en vis meer! Klaar!

Ik heb eens aan een verstokte "sport"visser gevraagd of hij zich kon voorstellen dat hij zou blijven vissen als hij, bij het ophalen en onthaken van de vis, het dier kon horen gillen van de pijn en doodsangst. Het bleef even stil, hij keek me aan en verklaarde toen, enigszins verlegen met de situatie, dat hij dacht dat hij "het best moeilijk zou vinden", een tamelijk eerlijk antwoord.

En zouden de madammekes die zich nog steeds behaagziek in allerlei bont hullen dat blijven doen wanneer zij aanwezig zouden zijn bij het massaal vergassen van de nertsen, vossen of andere bontleveranciers?

Kortom, we gebruiken producten en doen dingen met dieren die niet van essentieel belang zijn voor ons leven en gezondheid. Dat we die producten blijven gebruiken betekent een lijdensweg en een veel te vroege dood voor andere levende wezens. Dat doen we zonder ons af te vragen welk recht we daartoe hebben. Welk legitimatie hebben we (onszelf toebedeeld) wezens die op dezelfde wijze als wij pijn ervaren op een onethische wijze voor de slacht te fokken en vervolgens van het leven te beroven? We kijken massaal de andere kant op wanneer de wijze waarop de dieren voor ons genot worden gemaltraiteerd en gedood ietwat té zichtbaar dan wel hoorbaar wordt.

We hebben na lang gedelibereer “Misdrijven tegen de menselijkheid” geformuleerd. Wordt het niet eens tijd te denken aan zoiets als “Rechten van Lijdende Wezens”?
Er is geen redelijk argument aan te voeren om te discrimineren tussen mens en dier als het aankomt op het recht om te leven. De Australische hoogleraar Peter Singer heeft deze opvattingen al weergegeven in zijn in 1975 uitgegeven boek “Animal Liberation”.

Vegetarisme is geen aanstellerij van verdwaasde, wereldvreemde hemelbestormers of dierknuffelaars. Vele groten der aarde hadden een vleesloze voedings- en leefwijze. Ik noem een paar van hen: Pythagoras, Plato, Da Vinci, Voltaire, Rousseau, Rubens, Lincoln, Vincent van Gogh, Albert Einstein en Albert Schweitzer. Thans zijn er in de hele wereld ook veel bekende figuren die weigeren nog langer dode dieren te eten, zoals daar zijn: Barbara Streisand, Dustin Hoffman, Kate Bush, Carlos Santana, Paul Mc Cartney, Annie Lennox, Brad Pitt, Shirley Bassey en vele anderen. Vele wereldreligies dragen een boodschap uit van geweldloosheid en mededogen en die begrippen behoren zich niet alleen uit te strekken tot de eigen soort!

Ook uit biologisch en medisch oogpunt is het eten van vlees door mensen niet als voor de hand liggend en natuurlijk gedrag aan te merken. De mens bezit veel fysiologische kenmerken die elders in de natuur bij herbivoren voorkomen en mist juist veel eigenschappen die de carnivoor wel heeft. Het eten van vlees is in het algemeen niet bevorderlijk voor een gezonde leefwijze. Vanuit biologisch en medisch oogpunt verdient een vegetarische voedingswijze de voorkeur!

Het zou de overheid sieren nu eindelijk eens de nadelen van de vleesproductie en
–consumptie te erkennen en een beleid te gaan voeren waarbij in plaats vlees eten te stimuleren dit wordt ontmoedigd. En dat niet alleen ter bestrijding van het gruwelijke dierenleed maar ook ten behoeve de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, de bestrijding van de honger in de wereld en, niet in de laatste plaats, ter bevordering van een gezonde(re) leef- en voedingswijze van kinderen en volwassenen.

19 januari 2009

Het stoppen van de export van vlees en zuivel draagt bij aan het oplossen van de krediet- en klimaatcrisis

Nederland heeft veel belang bij het exporteren van vlees en zuivel omdat onze veestapel zo groot is dat tweederde van de producten in het buitenland moet worden afgezet. Maar de grote veestapel houdt ook verband met de opwarming van de aarde. De mondiale vleesconsumptie en –productie is de belangrijkste factor in de opwarming van de aarde. Ons land zou een belangrijke bijdrage kunnen doen aan de oplossing van dat probleem en daarmee samenhangende problemen als ontbossing in de derde wereld en verspilling van energie door zonder noodzaak vlees en zuivelproducten heen en weer te slepen over de wereld.
Een ander gevolg van de economische crisis is dat landen gaan zoeken naar wegen om de eigen economie en werkgelegenheid te beschermen. Op het gebied van de veehouderij zou het een goede zaak zijn als landen die in staat zijn om hun eigen boontjes te doppen op het gebied van de voedselvoorziening ook dat voedsel op de eigen markt zouden in- en verkopen.
Ons land zou er om uiteenlopende redenen goed aan doen om de veestapel terug te brengen tot een derde van het huidige aantal en aan de landbouwers de eis te stellen dat deze zo duurzaam, dier- en milieuvriendelijk mogelijk produceren. Bulkproductie is alleen goed voor de portemonnee van de grootverdiener en van de grootafnemer. Deze bestaan omdat het mogelijk is te exporteren. Dat offer te brengen door deze export op te geven is veel gevraagd, maar redelijk, terwijl het politiek toch heel gevoelig ligt.
Het wordt tijd dat het grote publiek begint in te zien dat de ontwikkelingen in de landbouw de grens van de redelijkheid is overschreden. Die grensoverschrijding houdt in dat de veehouderij niet meer bestaat voor de oorspronkelijke reden “voedselvoorziening”, maar verworden is tot een productiefaciliteit. Het is een zeer klein deel van de economische handelsbalans en kan gemist worden zonder dat het ons welvaart en welzijn kost.
Een terugkeer naar een landbouwbeleid naar de ware reden van vee houden, namelijk het voeden van de eigen bevolking (op een natuurlijke wijze) is een pad dat meerdere voordelen heeft. Er komt dan ook ruimte om te praten over de meest optimale manier om de landbouwgrond te gebruiken voor behoeften die de samenleving echt nodig heeft. Die levensbehoefte omvat meer dan voedselzekerheid, het omvat ook ruimte om te ontspannen en om natuur en rust te produceren. Dat zijn slechts een paar voorbeelden van elementen, die bijdragen aan ons welzijn en die we in onze samenleving in meerdere opzichten zijn kwijt geraakt.
Het wordt tijd om deze realiteit eerlijk onder ogen te zien en te stoppen met het verspreiden van leugens omwille van het spekken van de portemonnee van enkelen.

18 januari 2009

ChristenUnie stinkt erin: mest is geen bruin goud

De Energieraad schreef op haar site het volgende.

Minister Verburg (LNV) ziet zoveel mogelijkheden voor biogas, dat ze mest betitelde als het 'bruine goud'. Dat hoorde althans de ChristenUnie haar zeggen op de Grüne Woche in Berlijn.
In de officiële tekst van de toespraak van minister Verburg is er niets over te vinden, maar dat minister Verburg voor de toekomstige energievoorziening veel verwacht van mestvergisting is bekend.
Dat geldt ook voor de ChristenUnie. Kamerlid Ernst Cramer op de website van de ChristenUnie: 'Als we gebruik maken van alternatieven zoals mestvergisting, kunnen we ons land bijna onafhankelijk maken van fossiele brandstoffen. Waarom de discussie hierover dan toch nog zo moeizaam verloopt is me een groot raadsel'.

Tot zover de site van de Energieraad.

Wel, dat raadsel is niet zo groot als de ChristenUnie wil doen geloven. Mest is dierlijk afval waaruit de dieren al de energie hebben gehaald voor hun eigen functioneren. Wil je die mest vergisten dan moet er energie aan worden toegevoegd. Dat is vaak een gewas. Dat hele proces levert niet energie op en het levert ook nog (meer) afval op. Dat afval (digestaat) kan worden uitgereden over het land, maar dat kan met mest ook. Waarom dan biomassavergisting? Niet alle biomassavergisting is omstreden, er is ook vergisting van biomassa dat wel energie oplevert. Dat is bijvoorbeeld de afval uit de voedselindustrie die nu nog aan de varkens wordt gevoerd. Dat zou veel beter rechtstreeks in stroom of biogas kunnen worden omgezet.
Maar door de mest in deze stroom te mengen kan de suggestie worden gewekt dat het mestprobleem wordt opgelost en de omvang van de veestapel geen probleem is. Quod non.

LTO-melkveevoorman Siem-Jan Schenk noemde biovergisters als innovatie de grootste mislukking, die met overheidsgeld tóch wordt gerealiseerd. Volgens Schenk is daarbij het belangrijkste dat de mineralen uit dierlijke mest kunnen worden verwerkt tot kunstmestvervanger.
Laat dat nu net de natuurlijke manier zijn waarmee gemengde bedrijven zorgen voor voldoende mest, althans "natuurlijk" wanneer koeien 's zomers in de wei lopen en 's winters de mest wordt opgevangen om in het voorjaar uit te rijden over het akkerland.

Koeien in de wei, die niet worden bijgevoerd met eiwitrijk voedsel stoten minder broeigassen uit. Dat is een diervriendelijk manier om de klimaatdoelen te halen die de agrosector heeft afgesproken in het Schoon & Zuinig akkoord.

Klik hier om meer te lezen over mestvergisting.

14 januari 2009

Hypocriete jagers roepen op tot rust in jachtgebied

In de Gelderlander van 13 januari pleiten jagers ervoor om wandelpaden over boerenland te sluiten voor wandelaars. Met name de wandelaars die hun honden ongelijnd uitlaten zouden voor veel onrust onder het wild zorgen.

Citaat:
Volgens jager Van Vliet bevinden de meeste boerenlandpaden zich op terrein dat geldt als ganzenrustgebied. "Wij hebben afgesproken dat we daar na twaalf uur 's middags niet meer komen", volgens Van Vliet. "Dan kunnen de vogels tot rust komen. Slechts één keer per jaar vragen we ontheffing aan om toch na de middag het land op te gaan en dat wordt dan ook gecontroleerd. Als wij daar zo voorzichtig mee omgaan, dan is het toch vreemd dat iedere hondenbezitter er om vier uur zo maar zijn hond kan laten rondhuppelen. Ik heb gezien dat loslopende honden reeën lieten schrikken. Op open stukken langs de weteringen, waar de vogels meestal rusten, zorgen de wandelaars en hun honden ook regelmatig voor onrust."

Tot zover.

De jagers schieten ’s ochtends op ganzen en laten ze ’s middags met rust. Wat een grote dierenvrienden. Wat zou een gans of ree liever hebben: opgeschrikt door een nieuwsgierige hond of neergeknald door een jager?

13 januari 2009

Vertel de mensen dat de voedselzekerheid in het geding is

Gert Jan Oplaat is politicus en pluimveehouder. Hij mag graag provoceren en is (vanwege zijn botheid?) soms mikpunt van dierenactivisten. Oplaat ziet de toekomst van de agrosector hoopvol in. Om de business een steun in de goede financiële richting te geven, sluit hij in een colum (let op de spelfout) op de site van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders aan bij de desinformatie die de sector gewend is in de media rond te strooien.

Oplaat:

Dus beste landbouworganisaties, regering en andere verantwoordelijken vertel de mensen dat de voedselzekerheid in het geding is als we niet snel meer ruimte gaan geven aan onze agrarische ondernemers.

In het Parool: de winkelprijzen van diverse levensmiddelen dalen. Goede oogsten, overproductie en de economische malaise zorgen voor verlichting in de portemonnee.

De winkelprijzen van onder andere melk, boter, yoghurt, ijs, aardappelen, olijfolie, fruit en vruchtensappen zijn in december gedaald.

Veel dieren sterven in papegaaienopvang in Veldhoven

Tros Radar deed een boekje open over het Nederlands Opvangcentrum voor Papegaaien

Op de site van Tros Radar, maandag 12 januari 2009:

Duizenden mensen brachten de afgelopen jaren hun papegaai naar het Nederlands Opvangcentrum voor Papegaaien. Ze dachten dat hun huisdier hier een beter leven te wachten stond. Radar toont in een onthullende reportage het ware gezicht van het opvangcentrum in Veldhoven.

De dieren op het park worden slecht verzorgd en de sterfte is dan ook zeer hoog. Hoe heeft het zover kunnen komen, wat is de rol van de overheid en wat is de verklaring van het opvangcentrum?

Tot zover Radar.

Twee jaar geleden schreven twee journalisten in het Dagblad van het Noorden over de gebrekkige opvang van beschermde dieren onder de titel "Beschermde dieren zijn in ons land hun leven niet zeker". In dat artikel werd ook de directeur van de NOP aangehaald:

Tonnie van Meegen, oprichter en directeur van de Stichting Nederlandse Opvang Papegaaien (NOP), vindt dat er heel weinig wordt onderschept, en weet ook waarom. "Dieren zijn nu eenmaal geen mensen, drugs of wapens, ze hebben gewoon niet de prioriteit. Jammer, want als je goed zoekt, vind je vreselijk veel. Vroeger werden er duizenden in beslag genomen." "De handel floreert, als ik hier 1000 vogels heb, ben ik die morgen allemaal kwijt. De prijzen zijn goed, er is veel vraag. Een Japanse nachtegaal kostte wat jaren terug 15 gulden en nu 125 euro. Kolibries gaan voor 3000 tot 4500 euro." Van Meegen is voorstander van een DNA-test op ouders en jongen. "Alleen zo krijg je de troep er uit. Ik zou zeggen, begin met de aller-zeldzaamste dieren, maar het gebeurt niet, want je zult een enorme beerput open trekken."

Tot zover het DvhN.

Tonny van Meegen zei maandag in het Eindhovens Dagblad dat hij veel vijanden heeft gemaakt, vooral onder handelaren en dierenartsen. Hij vermoedt dat de aanval op zijn park uit die hoek komt. ,,Wat hier komt, is voor de handel verloren. Ik verkoop niets." Hij vreest voor het ineenstorten van zijn levenswerk.

12 januari 2009

Gruwelijke beelden van bedwelming slachtvarkens

Bep de Boer van de stichting Rechten Voor Al Wat Leeft schrijft (in iets andere volgorde) in het contactblad van januari:

Afgelopen zomer is dr R. Hoenderken, expert op het gebied van bedwelming van slachtdieren, er in geslaagd video-beeldmateriaal van de Zwitserse Universiteit van Zürich in handen te krijgen van proeven uit 1976 en uit 1994 met varkens die met CO2 werden bedwelmd, en waarover destijds in Zwitserland veel commotie is ontstaan.
Toevoeging van zuurstof (O2) aan de CO2 zou de excitatie en de stress van de varkens in hun laatste ogenblikken grotendeels opheffen. Dat was in 1963 al bekend! En in 1993 werd dit nog eens door nieuw onderzoek bevestigd. Desondanks vindt men het nog steeds niet nodig om de wet- en regelgeving te veranderen en de bedwelmingsapparatuur aan te passen. Uitgaande van de gedachte "Wat niet weet wat niet deert" houdt men liever járenlang het gruwelijke schouwspel verborgen dan een verbetering voor de dieren aan te brengen.
Ook al wisten we ongeveer wat ons te wachten stond, toch waren de videobeelden ronduit schokkend. Wat Dr. Hoenderken altijd al had gezegd, bleek duidelijk uit deze beelden en uit de begeleidende dissertaties van de Zwitserse onderzoekers J. Cantieni (1976) en M. Kull (1994). CO2-bedwelming gaat inderdaad gepaard met een heftige excitatiefase (= doodsangst en stress) door slijmvliesirritatie en ademnood.
De eerste opname uit 1976 liet het volgende zien: Varkens krijgen meerdere dagen het lekkerste eten geserveerd in een plexiglazen afgesloten ruimte met schuine klapdeur, totdat de ruimte door de varkens geassocieerd wordt met eten. De dieren rennen elke keer enthousiast de ruimte in waarna de klapdeur dichtvalt. Vervolgens wordt de ruimte, die enkele dagen functioneerde als eetkamer, gevuld met meer dan 70% CO2. Zoals gewoonlijk rennen de varkens naar binnen, maar raken vrijwel direct in een toestand van extreme stress: ze deinzen terug, kijken angstig om zich heen en proberen te vluchten. Ze hijgen, springen, vallen om of zakken door de poten, komen weer op, krijsen en slaan zichzelf tegen de wanden aan. Ook lijken de dieren in het begin bewust hun adem in te houden, alsof ze met de kop onder water worden gehouden.
Er worden momenteel plannen uitgewerkt om publiek en overheid te confronteren met de realiteit van de CO2-bedwelming. Zo zal er om te beginnen circa begin januari een t.v.-uitzending komen waar de beelden zullen worden vertoond, mét deskundige toelichting. Houdt u de actualiteitenrubrieken vanaf Nieuwjaar in de gaten (Eén Vandaag, Nova, etc.) Maar er staan nog meer activiteiten op het programma. In het volgende contactblad hopen we u meer te kunnen melden.

04 januari 2009

Hazen schieten voor de lol is een teken van een zieke mentaliteit

Vanwege overvloedige regenval hebben veel hazen in de veenweidegebieden leverbot en coccidiose opgelopen.

Het Friesch Dagblad citeert (3-1-2009):
Klaas Elzinga van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging (KNJV), consulent voor de drie noordelijke provincies. Hij riep dit najaar jagers op om toch vooral ‘met beleid te oogsten’. ,,Ik heb de indruk dat ze dat ook hebben gedaan”, reageert Elzinga nu. ,,Ze moeten ook wel zuinig aan doen, want anders hebben ze volgend jaar niks meer om te schieten.”
Einde citaat.

In Fryslân worden gemiddeld 6,4 hazen per 100 hectare geschoten. In Zuid-Holland worden 17,9 hazen per 100 hectare geschoten. Jaarlijks wordt circa 30 procent van de hazen geschoten. Gemiddeld zitten er twintig hazen per 100 hectare. Volgens schattingen van de KNJV zijn er in ons land 600.000 hazen.

Het taalgebruik van de jagers is kenmerkend voor de zieke mentaliteit van de jager. Hij oogst hazen en doet dat met plezier. Weliswaar is de jacht zo oud als de mensheid maar het fenomeen dat mensen doden voor de lol is nog niet zo oud. Het is een teken van onvolwassenheid om “liefde” voor dieren om te zetten in dieronvriendelijk gedrag. Gelukkig dringt dit besef steeds meer door, maar het tempo is tergend laag. Echte liefde voor de natuur toont zich door gepaste afstand te houden tot dieren en de balans tussen roofdieren en prooidieren zo te reguleren dat door inrichting van het landschap de dieren elkaar op een gezonde manier kunnen vinden en ontlopen.

Een jager met liefde voor de natuur gebruikt een fototoestel in plaats van een geweer.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.