Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

14 september 2017

Ulrich Seidl op safari naar jagers

Safari is de nieuwe documentaire van Ulrich Seidl.
Uit een recensie van de Volkskrant door Pauline Kleijer:

"Het superioriteitsgevoel van de jagers en de manier waarop zij dieren degraderen tot 'stukken' blijft bij Seidl niet helemaal onbestraft. Zelfs in de meest bloeddorstige scènes onthoudt de regisseur zich van commentaar, maar zijn camera weet wel de ogen van de dieren te vinden. Hij vangt de blik van een mannelijke giraffe, die vanuit de verte moet toezien hoe zijn vrouwtje is neergeschoten.

Als woorden te veel kunnen verzachten, moet het beeld maar spreken, lijkt Seidl te denken. Het moet gezien worden, al dat bloed dat over de vloer loopt wanneer een zebra wordt geslacht. Het is bloed, geen zweet. Jagen is moorden."

"Zo zet Seidl zonder nadruk de verhoudingen op scherp. Safari gaat over meer dan het doden van dieren. Wie zonder pardon een giraffe kan neerschieten (een actie die de gruwelijke en indrukwekkende scènes uit de film oplevert), heeft wellicht ook geen moeite met andere vormen van geweld. De vraag is niet of de mens moordzuchtig is, maar wanneer hij zich het recht toekent om te moorden. Het is een kijkje in de ziel dat bepaald onrustig maakt."
Zie ook "evenwaardigheid is niet vanzelfsprekend".

05 september 2017

Kippen en koeien samen in de wei

In aflevering 73 van zijn voettocht door Nederland doet Caspar Jansen Sondel aan. Daar hebben Sierd en Joke een gemengd bedrijf.

Twee citaten:
De kippen van Sierd en Joke gaan achter de koeien aan. Eerst begrazen de koeien een deel van het weiland, daarna lopen de kippen er en verspreiden ze - bijkomend voordeel - met hun poten de koeienmest gelijkmatig over het weiland. Om de drie dagen wordt de wagen verplaatst.
Ach, bloedluis, daar hebben hun kippen zelden last van, zegt Joke. Hun kippen kunnen zandbaden nemen wanneer ze maar willen, dat doen ze van nature ook, en dat helpt.
Jansen besluit met:
Ik zie opeens het beeld voor me van Nederlandse eieren die in Hongkong uit de schappen worden gehaald. Tragisch, maar ik vraag me toch vooral af waarom die eieren er überhaupt liggen, in Hongkong, in Sierra Leone, in Duitsland. Hebben die mensen zelf geen kippen? Moeten er daarom meer dan honderd miljoen kippen in Nederland worden gehouden?
Tot zover beide citaten.

Het idee van kippen in mobiele kippenhokken werd al langer toegepast bij het “grasei”.
Het levert eieren op van nog hogere kwaliteit dan biologische eieren. Het is niet alleen het grote welzijn van kleine(re) tomen, het is ook het natuurlijke voedsel dat de kippen eten, ook niet bespoten en zonder kunstmest verkregen. Belangrijk is de aanwezigheid van bomen of struiken, want kippen zijn oorspronkelijk bosdieren. Voor koeien en het landschap zou dat ook een verbetering zijn. Koeien houden (net als mensen) van beschutting tegen zon, wind en regen.
Wanneer de Nederlandse veehouderij zich niet meer zou richten op de export en op deze wijze natuur inclusief zou werken, dan zouden heel wat problemen zijn opgelost. De prijs van de producten moet dan wel gegarandeerd worden, anders zou bio-industrie uit het buitenland de markt bederven.

12 augustus 2017

Boeren leren om verantwoordelijkheid te nemen

Ben Ale uit Delft schrijft
In het kader van het nieuwe toezicht is de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de eieren bij de branche gelegd, die daar het IKB Ei voor heeft opgericht. Bij die controle is van alles misgegaan. Kennelijk is men in de vertrouwensbenadering van de bedrijven doorgeschoten. Dat gaat de bedrijfstak veel geld kosten. Zoals meestal in dit soort gevallen overweegt de overheid bij te springen.
Opnieuw is de winst voor het bedrijfsleven zolang het goed gaat en zijn de kosten voor de belastingbetaler als het verkeerd gaat. De enige manier om het bedrijfsleven te leren dat eigen verantwoordelijkheid echt eigen verantwoordelijkheid betekent, is op te houden met de bedrijven te helpen als men door eigen schuld kosten heeft.

Tot zover de ingezonden brieven.

Dick Veerman schreef het volgende op Foodlog.
Nederland wel te traag; boeren moeilijk als slachtoffer te zien.
Nederland handelde wel te traag op de aanwijzing uit november. Als insecticide in de dierlijke voedselketen (dus voor direct gebruik in stallen of op dieren die we eten of waar we de producten, zoals eieren en melk, van eten) is fipronil domweg verboden, terwijl bekend is dat het middel zich kan ophopen in vlees en eieren. De heisa ontstond toen dat verbod geschonden bleek, mogelijk al drie jaar en vermoedelijk met mede-verantwoordelijkheid van de boeren zelf. Zij gingen in zee met een bestrijdingsmiddelenbedrijf waarvan ze hadden kunnen weten dat het niet bonafide was. Foodlog hoorde inmiddels van goed geïnformeerde mensen uit de eierwereld dat het gerucht ging dat Chickfriend, het gewraakte bestrijdingsmiddelenbedrijf, 'geld opzij had gezet voor als het mis zou gaan'. Als zulke informatie naar boven komt, wordt het steeds minder gemakkelijk om de boeren als slachtoffers te zien.

Forse gevolgschades.
Afgelopen weekend hoorden we van een Nederlandse ondernemer die door een Amerikaanse afnemer werd gevraagd of een graanproduct dat hij levert wel vrij van fipronilresiduën is. De fipronilaffaire kan forse gevolgschades veroorzaken. De markt is inmiddels kopschuw, zelfs voor fipronil dat legaal en niet in de dierlijke keten is gebruikt en binnen de normen is toegepast. Nederlandse boeren, autoriteiten en de politiek die de autoriteit en kennis stuk bezuinigde, hebben wat op hun geweten.

Tot zover Foodlog.

Natuurlijk hebben de politieke partijen, de NVWA, de supermarkten en de consumenten ook een deel van de verantwoordelijkheid voor dierenwelzijn in de veehouderij. Maar door de ontwikkelingen in de voedseltechnologie en de opkomst van plantaardige vleesalternatieven geldt tegenwoordig niet meer dat een veehouder onmisbaar is, sterker nog: hij staat aan de basis van veel problemen door de grootschaligheid, gericht op export.
Export van dierlijk voedsel maakt meer kapot dan de belastingbetaler lief is.

Klik hier om meer te lezen over verantwoordelijkheid in de omgang met dieren.

03 augustus 2017

Een platteland met steeds minder dieren


Door de voortschrijdende schaalvergroting op het platteland, verdwijnt er steeds meer dierenleven buiten de stallen.

Caspar Janssen wandelt door Nederland en doet verslag van wat hij ziet in de Volkskrant. In Friesland valt hem op dat het landschap leeg is.

Dit is wat hij in aflevering 50 ziet op weg van Bolsward naar Makkum
“Raaigras links, raaigras rechts, dan een maisveld, een megastal hier en een megastal daar, een melkwagen van Campina, balen opgestapeld kuilgras, windmolens in de verte, dan weer een maisveld, en weer dat donkergroene raaigras. Geen koeien, en na een paar kilometer sta ik stil en hoor ik minutenlang helemaal niets, op een brommer na. Doodse stilte. Goed, het is het rustige seizoen, maar helemaal geen vogels? Geen bloemen, geen vlinders ook, nou ja, eentje dan, in de berm van de weg. Eerder zag ik nog een groepje spreeuwen, maar het duurt tot vlak voor Exmorra eer ik een weilandje zie met zowaar een paar kieviten.”
Hij vraagt zich af over geen tussenweg is.
Tot zover dit citaat.

De reden waarom in Nederland schaalvergroting in de veehouderij is, ligt in de export en de vrije markt. Nederlandse boeren hebben het recht om buitenlandse boeren te beconcurreren. Daar lijkt weinig mis mee, totdat je je een voorstelling gaat maken hoe wij onze prijzen zo laag weten te houden en wie of wat daarvan de dupe worden..
Met de nadelen van de schaalvergroting lijkt de veehouderij vooral af te steven op een voortijdig einde. Het beweegt zich op een doodlopende weg.
Met dit beeld wordt ook de vraag opgeroepen of er een terugkeer op de agrarische schreden denkbaar is of dat de veeboeren zich moeten neerleggen bij een uitstervend beroep. Wanneer de toekomst plantaardig is, lijkt dit uitsterven het eerst zichtbaar te worden in ons land.
Is dit een ramp? Vermoedelijk niet, wanneer de vrijgekomen ruimte weer wordt teruggegeven aan de natuur.

In aflevering 55 schrijft hij:

Iedereen ziet ook iets anders natuurlijk. De één ziet dat het landschap groen is, en dat er voedsel wordt verbouwd, dus dan zal het wel goed zijn, want er zijn toch milieuregels. De ander ziet dat het landschap is uitgekleed, zoals dat heet, een landschap vol mest, bruin met een vette laag groen eroverheen. Parallelle werelden, verschillende bubbels. Boerenorganisatie LTO Noord was vorige week oprecht verbaasd over de golf van verontwaardiging die uitbrak na haar oproep aan gemeenten op tijd de bermen te maaien. Geen idee dat veel mensen die wegbermen nu juist zien als laatste houvast voor wilde planten, vlinders en bijen op het platteland.

Bij Doniaburen loop ik de zeedijk op. Positief denken, focussen op de goede ontwikkelingen. Die zijn er ook. De provincie Friesland die van 'natuurinclusief boeren' een speerpunt heeft gemaakt, FrieslandCampina wil praten over een duurzamer toekomst, al die boeren die het wel degelijk anders willen en ook doen.
In mijn gedachten probeer ik het landschap weer aan te kleden. Ik word geholpen door het uitzicht op de Workumerwaard, buiten de zeedijk, beheerd door 't Fryske Gea. Ook hier was het ooit beter, maar toch: koeien op de dijk, kruidenrijk grasland. Ik denk de pinksterbloemen, de koekoeksbloemen en de grutto's van het voorjaar erbij en stel me voor dat een groot deel van het Friese boerenland er zo zou kunnen uitzien. Dan nog zou het meer dan voldoende zuivel kunnen produceren, mits je niet 60 procent wil exporteren.

Aflevering 60: In het mooie Hemelum wil een varkensfokker fiks uitbreiden, tot grote zorg van de bewoners.
"Veel dorpsbewoners zijn tegen de uitbreiding, vanwege de stankoverlast, vanwege het verkeer en omdat ze geen 'Klein Brabant' willen in Gaasterland. De boer redeneert op zijn beurt dat uitbreiding de geuroverlast juist zal verminderen, omdat hij nieuwe luchtwassers gaat plaatsen. 'Wat me zo spijt, zegt Angelique Matthijssen, 'is dat je elkaar niet meer verstaat. Boeren zeggen: wij zorgen voor eten en burgers zeggen: jullie zorgen voor overproductie en overbemesting. De verhoudingen zijn zoek, evenals de menselijke maat, de natuurlijke maat. Het is niet meer behapbaar. Zo'n klein dorp en dan zo'n industrieel boerenbedrijf, vlak bij school, vlak bij de peuterspeelzaal. Niet de behoefte is bepalend, of het landschap, of de gemeenschap, maar de productie, het bedrijfskundig perspectief. Boeren uit Brabant kopen hier grond omdat ze dan meer mest kwijt kunnen. Wie snapt dat nog?'"

14 juni 2017

Sanering van de veehouderij zal problemen oplossen

Eric van der Aa pleit in twee artikelen op foodlog voor inkrimping van de Nederlandse veehouderij met 75%:

Een sanering met 75% van de Nederlandse veehouderij zal het overgrote deel van de daaraan gerelateerde problemen op het gebied van natuur, lucht, water, bodem, volksgezondheid etc. doen verdwijnen. We produceren dan nog steeds ruim voldoende vlees, zuivel en eieren voor de Nederlandse bevolking. Tegelijkertijd boeken we jaarlijks besparingen van vele miljarden euro’s zoals hiervoor beschreven, die de huidige economische waarde van de Nederlandse veehouderij minimaal evenaren. Als we bovendien het Nederlandse voedingspatroon in een meer vegetarische richting kunnen bijsturen zijn de besparingen zelfs aanzienlijk groter dan de economische waarde van het hele veehouderijcomplex. Een forse sanering van de Nederlandse veehouderij maakt ons land derhalve schoner, mooier, gezonder, veiliger en welvarender.

Uiteraard is dit een politieke krachttoer van jewelste, vooral vanwege het geheel ontbrekende agrarische draagvlak voor een dergelijk beleid. Desondanks zullen we er toch aan moeten geloven en bovengenoemde (wellicht wat kille) economische argumenten kunnen de doorslag geven bij de keuze voor deze onvermijdelijke koerswijziging. Volgende generaties zullen ons dankbaar zijn.

16 mei 2017

Pleidooi voor degrowth en voor minder zinloze (koe)handel

In zijn nieuwste boek 'Frontlijnen, een reis langs de achterkant van de wereldeconomie', schetst Nick Meynen een onthutsend beeld van de desastreuze effecten van het globale kapitalisme.
"Onlangs las ik een artikel in The Economist dat TTIP verdedigde. De auteur verdedigde TTIP door te stellen dat de Fransen nu ook oesters uit San Francisco zouden kunnen eten. Dat is nu eens het typevoorbeeld van het soort handel dat we net niet nodig hebben.  Of een ander voorbeeld: onze garnalen die we vangen in de Noordzee, exporteren we naar Marokko om ze daar te laten pellen en vervolgens opnieuw overbrengen naar hier. Met zo’n manieren van handel drijven moeten we stoppen door middel van een radicale switch van het beleid. Je kan dat niet aan de markt overlaten, hier moet de overheid zijn verantwoordelijkheid nemen. Zeker omdat de markt ook de kosten niet bij de juiste personen laat terechtkomen. Wie betaalt bijvoorbeeld voor het stijgend aantal doden die vallen door luchtvervuiling? Of kijk naar de manier waarop we de geulen in onze havens steeds verder uitdiepen om groter vrachtverkeer toe te laten. Dat maakt ons steeds kwetsbaarder voor een stijgende zeespiegel, maar wie zal uiteindelijk betalen voor de schade die aangericht wordt door overstromingen? Dat zullen niet de bedrijven zijn die nu winst maken".

DWM: Jouw versie van het protectionisme houdt dus een zeker ‘degrowth’-scenario in. Maar leidt dat niet tot een samenleving waarin we gewoon allemaal minder zullen hebben? Ik vrees dat weinig mensen daar enthousiast zullen over zijn.
Nee, niet noodzakelijk. Dat is net hetgeen we zullen krijgen wanneer we niks doen. Dan krijg je samenlevingen zoals die in Oost-Congo waar eigenlijk geen middenklasse meer bestaat. Als je alles laat betijen is het dat waar we naartoe gaan. Maar er zijn ook steeds meer wetenschappers verenigd in de degrowth-beweging. Zij proberen na te gaan hoe een samenleving kan functioneren binnen bepaalde ecologische en sociale limieten. Die wetenschappers willen op een georganiseerde manier degrowth organiseren, met een veel eerlijkere en gelijkere verdeling van de middelen die planeet aarde ons geeft. Want degrowth zal er natuurlijk sowieso komen wanneer de grondstoffen schaarser worden en op geraken. De vraag is niet of er degrowth aan zit te komen maar of we die degrowth gepland laten verlopen of chaotisch.

Tot zover een citaat van de DWM.

Het pleidooi van Meynen geldt natuurlijk het meest voor de manier waarop met name door Nederland vlees wordt geproduceerd voor de export. Het leidt naast dierenleed tot milieuvervuiling, klimaatopwarming en ontbossing omdat voedsel voor vee uit het (verre) buitenland wordt gehaald.
Een reis langs de achterkant van de wereldeconomie (bol.com).

15 mei 2017

Melkveeboeren ruiken belastinggeld

Citaat van Foodlog.

Foodlog berekende dat voor circa €1 miljard aan verbrande investeringen boven de markt hangt in de melkveehouderij. Het gaat als het ware om toxic assets, geld dat gestoken is in stallen, melkinstallaties, dieren en bedrijfsverhuizingen die geen waarde meer hebben omdat hun capaciteit in de markt ongewenst is.

De boeren ruiken het bloed van Van Dam, laat de uitzendingvan Nieuwsuur zien. Advocaat Goumans toont zich vol vertrouwen in de goede afloop. Zijn aanwassende stroom cliënten heeft potentieel een miljard euro te verdienen. Dat is voor boeren een formidabel belang. Ze staan financieel zwaar onder druk, terwijl Rabobank al gezegd heeft hun schulden niet te zullen kwijtschelden omdat ze nog voldoende onderpand hebben. Van Dam kan dus zijn borst nat maken. De Nederlandse belastingbetaler ook, want die loopt het uiteindelijke risico voor het verbrande geld dat waar nodig via de rechter op de Staat zal worden verhaald.
Tot zover Foodlog.

15 april 2017

Liefde voor het dier of voor de boer?

Citaat van de Correspondent, auteur Nina Polak, over Boer zoekt Vrouw

Toen Olke vorige week informeerde wie van zijn vrouwen het eerste zou kunnen verhuizen, zodat hij haar niet te lang hoefde te missen in zijn keuken, sloeg de stemming om op de Texaanse ranch. Verleidster Sandra leek plotseling ernstig afgeknapt en bij dierenvriend Alberdien, die al op het eerste gezicht in lichterlaaie stond voor haar Friese boer, drong ineens de dieronvriendelijke realiteit door van het boerenbestaan. Met tranen in haar ogen bedankte ze voor de eer, ze kon de kalvermoord niet aan.

‘Ja, het leven is hard,’ zei Olke begrijpend, terwijl hij Alberdien in zijn armen sloot. Yvon Jaspers vroeg haar gespeeld verbaasd of ze misschien een te romantisch beeld koesterde van het leven op een boerderij. Welja. Hoe zou Alberdien daar nou aan gekomen zijn?

Het lag voor Alberdien niet aan de boer, maar aan zijn bio-industrie. In mijn herinnering is dat de eerste keer in de geschiedenis van het programma dat een van de kandidates een ethische reden opgeeft voor haar vertrek. Het past in een seizoen waar de realiteit zich maar moeilijk roze laat kleuren.

Het dringt al met al nu pas goed tot me door dat Boer zoekt vrouw eerst en vooral een hard programma is. Dartele koetjes, kalfjes, bloemetjes en bijtjes dragen ongetwijfeld bij aan de aantrekkingskracht, maar ze versluieren misschien ook dat het draait om harten en levens – van mensen, maar ook van dieren.

Dierenactivisten stortten zich dit jaar ook op de hypocrisie van Jaspers, die eerder actie voerde tegen de bio-industrie en nu boeren als David romantiseert. Lees de bezwaren van Stichting Varkens in Nood.

05 april 2017

Discussie over de behandeling van varkens

Wanneer een varkenshouder er voor zorgt dat een varken in zo kort mogelijke tijd gezond kan worden afgeleverd bij het slachthuis, zal hij of zij weinig te vrezen hebben van toezicht houdende instanties.
In de praktijk zal de verzorging gedaan worden met zo min mogelijk moeite, tijd en kosten. Hoeveel varkens de varkenshouder wil houden hangt samen met zijn inschatting van kosten en baten.
Waar het publiek wel een mening over heeft is of een varkenshouder onverschilligheid kan worden verweten wanneer hij zijn dieren geen natuurlijk leven laat leiden. Slachthuizen worden kritisch bekeken omdat wat mensen onder dierenleed verstaan, juist dat is wat een slachthuis doet, namelijk een dier zo snel mogelijk te doden, zodat het verwerkingsproces kan beginnen.
Weinigen staan stil of een varkensleven dat zich voltrekt in een niet natuurlijke omgeving ook onder dierenleed valt.

In de Volkskrant een paar citaten uit ingezonden brieven naar aanleiding van de verontwaardiging die Roos Vonk uitte over de misstanden in het slachthuis van Tielt.

Citaat boerendochter R.M. Lenferink
“Ik ben een 22-jarige studente. Ik zie mijzelf graag als een open, ruimdenkend persoon en vind het belangrijk dat mensen zich in Nederland vrij voelen om hun mening te geven over wat dan ook. Ik bekijk situaties graag vanuit verschillende perspectieven, zonder mensen met een afwijkende mening te veroordelen.
Toch zit uw artikel ('Het lijden van het varken zien we liever niet', O&D, 27 maart) mij dwars, ik ben er persoonlijk door gekwetst. Ik ben namelijk ook boerendochter. Mijn vader houdt varkens, en al gaat u dit waarschijnlijk niet geloven: hij houdt daadwerkelijk van zijn varkens. Mijn ouders hebben mij opgevoed met het idee dat het belangrijk is om respect te hebben voor natuur en dier. Ik weet niet anders dan dat mijn vader meerdere nachten per week zijn nachtrust onderbreekt om bij de dieren te gaan kijken. Of alles wel goed gaat met een zeug die diezelfde nacht biggetjes gaat krijgen, bijvoorbeeld.
Dit doet hij omdat hij van de dieren houdt. Het is zijn passie.”

Citaat dierenarts Kitty de Vries
“De waarde dierenwelzijn delft echter vaak het onderspit ten opzichte van de waarde 'economie': een slachthuis wordt niet zo ingericht dat het voor de dieren optimaal is, dat kost immers veel geld. En personeel op de werkvloer doet vuil, zwaar en matig betaald werk, maakt lange dagen onder moeilijke omstandigheden en moet presteren, immers elk uur moeten zoveel dieren geslacht worden. Het personeel heeft een laag opleidingsniveau en wordt níet geselecteerd op diervriendelijkheid. Door de aard van het werk raakt men bedrijfsblind en afgestompt.
Daarnaast gaan veel mensen die in de vee-industrie werken, van hoog tot laag, vooral om met gelijkgestemden. Ze zijn niet kritisch ten opzichte van de wijze waarop dieren gebruikt worden in de maatschappij, staan dus loodrecht tegenover publicisten als Roos Vonk, die de vee-industrie een 'grote blinde vlek in ons land - een schandvlek' noemt. Ze gaan weinig in gesprek met dierenbeschermers en worden zo maar mondjesmaat gestimuleerd om hun ideeën en hun gedrag aan te passen.
Grote slachthuizen zijn gesloten bolwerken, slechte ervaringen met dierenactivisten hebben dat nog versterkt. Nederland is een handelsnatie en vlees is een groot exportproduct. Er is een voortdurende neerwaartse druk op de kosten, zo kunnen we blijven meetellen op de internationale markt. Goed dierenwelzijn betekent een kostenpost waar, zo lijkt het ten onrechte, weinig 'winst' mee te behalen is.
De consument ten slotte gedraagt zich niet zoals hij zich als burger opstelt. Hoeveel consumenten vragen aan hun slager waar het vlees dat ze kopen geslacht wordt en stellen vragen over hoe diervriendelijk daar gewerkt wordt, laat staan dat ze zelf het slachthuis bellen en vragen of ze mogen komen kijken hoe er geslacht wordt? Gelukkig groeit de groep die bewust biologisch vlees eet en minder vlees eet snel. De grootste groep consumenten gaat echter nog steeds voor de kiloknallers. En de supermarkten weigeren om dat beleid te veranderen (in België mag stunten met vleesprijzen niet).”

Citaat docent Willem Vermaat
“De discussie over varkens, in deze krant aangezwengeld door Roos Vonk, gaat vooral over hoe de dieren het hebben. Volgens het ene kamp worden ze bruut mishandeld, volgens het andere liefdevol verzorgd.
Zoals vaak wordt voorbijgegaan aan de vraag of het überhaupt gerechtvaardigd is dieren te gebruiken voor menselijke doeleinden.
Vleesvarkens zijn zes maanden oud als ze naar de slacht gaan. Omgerekend naar een mensenleven zijn ze dan niet ouder dan een peuter. Zouden we dat ook accepteren als het om honden gaat?
Van de meeste diersoorten voelen we wel aan dat het niet juist is om dieren op die manier te gebruiken. Maar dat het met sommige dieren wel gebeurd, zien we als een vanzelfsprekendheid, zodat we nauwelijks afvragen of het wel rechtvaardig is. Volgens boerendochter R.M. Lenferink (U, 1 april) kun je er als boer zelfs passie voor hebben om je brood te verdienen in een industrie die draait op het doden van varkens. Hoe de dieren ook behandeld worden, je hoeft er geen getuige van te zijn om daar bezwaar tegen te hebben. Dat vinden we ook niet als het om honden zou gaan.”

Meer lezen over het onnatuurlijke leven van een varken? Klik hier.
Wie wil weten welke drogredenen er zoal worden ingezet voor de verdediging van de bio-industrie, klik hier.
Dit zijn de minimale eisen die aan de verzorging van landbouwhuisdieren worden gesteld.

Naschrift van Roos Vonk:
In reactie op mijn stuk over de veeindustrie schrijft R.M. Lenferink dat boeren respect hebben voor dieren; het is hun 'passie'. (U, 1 april) Ik heb moeite met deze woorden in een context waar dieren worden geboren met als enige doel zeer jong te worden geslacht.

Mijn stuk ging primair over slachthuizen, maar inderdaad heb ik ook misstanden in de veehouderij genoemd. Ik ken diverse veehouderijen en mijn bezoek aan een varkenshouderij staat zelfs op YouTube. Ik weet dat boeren in hun ogen de dieren goed verzorgen, gegeven de grenzen van lage marges en stalsystemen gericht op massaproductie. Als je opgroeit met zeugen tussen metalen stangen of kalveren in plastic boxen, zie je daar niets verkeerds aan. Ik ben dan ook van harte welkom om te komen kijken, zeggen veel boeren.

Mooi, want dan is er, denk ik, ook geen belemmering om in veehouderijen camera's te plaatsen, zodanig dat de beelden direct bekeken kunnen worden door elke consument. Dan wordt dierenwelzijn zichtbaar; dan kan de boer die dieren beter behandelt een hogere prijs vragen en hebben de kiloknallende supermarkten het nakijken. Dit zal zowel dieren als boeren als de menselijke beschaving ten goede komen. In de tussentijd ga ik graag in op de uitnodiging van Lenferink en wacht ik nadere details af.

02 april 2017

Kalfjes importeren en koeien slachten?

Persbericht van Wakker Dier.

Import kalfjes halveert effect massale koeienslachting.

Terwijl Nederland in 2017 zo’n 160.000 melkkoeien naar het slachthuis stuurt om het milieu te ontlasten, importeert de kalversector dit jaar ruim 700.000 kalveren. De import van deze kalfjes halveert de milieuwinst die de massaslachting van de melkkoeien moet opleveren. Dat berekent Wakker Dier op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Wakker Dier is woest op de overheid: “biologische boeren moeten koeien slachten om een mestberg kleiner te maken waar ze niet eens verantwoordelijk voor zijn, en aan de andere kant laat de overheid de kalversector honderdduizenden kalveren importeren. Dat is geen mestbeleid, maar shitbeleid”!

Mestberg.
De overheid heeft de afgelopen drie jaar lijdzaam toegekeken hoe de melkveesector uit zijn voegen groeide na het afschaffen van het melkquotum. Het gevolg is een gigantische mestberg. Nu heeft Nederland - terecht - een waarschuwing gekregen uit Brussel omdat we meer fosfaat (mest) produceren dan is afgesproken: de mestberg moet krimpen. De overheid neemt maatregelen met de botte bijl en laat zo’n 160.000 extra koeien slachten. Ook de kleinschalige, grondgebonden en biologische boeren moeten inleveren, ook al zijn zij niet verantwoordelijk voor het mestoverschot. Voldoe je als boer niet aan de nieuwe regels en hou je te veel dieren, dan kan je een flinke boete verwachten.

Import kalveren.
De Nederlandse melkveesector levert ieder jaar zo’n 800.000 kalveren aan de kalversector. Want een koe die geen kalf krijgt, geeft geen melk. Deze kalfjes verhuizen na twee weken van de melkveehouderij naar de kalvermester waar zij in zo’n zes maanden worden vetgemest. Daarbovenop worden elk jaar ook honderdduizenden kalveren geïmporteerd om hier vetgemest te worden. Uit CBS-cijfers blijkt dat de Nederlandse vleeskalversector in januari en februari al 113.175 kalveren heeft geïmporteerd. Deze kalfjes komen vooral uit Duitsland, maar ook helemaal uit Letland, Estland en Tsjechië. Zo stevent de kalversector dit jaar af op een import van 735.000 kalveren. Hetzelfde hoge aantal als in 2016.

Kalversector doet massaslachting melkkoe teniet.
Maar ook deze geïmporteerde kalfjes produceren mest en dragen bij aan het fosfaatoverschot. De fosfaatproductie wordt berekend in grootvee eenheden (GVE). Een melkkoe is 1 GVE. Een vleeskalf dat maar 6 maanden oud wordt telt als 0,115 GVE. Dat betekent dat acht kalveren per jaar ongeveer evenveel mest produceren als een volwassen melkkoe. De naar schatting 735.000 kalveren die dit jaar Nederland binnenkomen, produceren dus evenveel mest als zo’n 85.000 melkkoeien. De geïmporteerde kalveren produceren daarmee ongeveer evenveel mest als de helft van het aantal te slachten koeien.

Zo kan het ook.
Met een verbod op de import van kalfjes had de overheid twee vliegen in één klap kunnen slaan: de biologische en grondgebonden boeren hadden geheel gespaard kunnen blijven in de massaslachting én de overheid had een einde kunnen maken aan veel dieronvriendelijke lange afstandstransporten van veel te jonge kalfjes.

Het huidige beleid van de overheid slaat volgens Wakker Dier als een tang op een varken. Het kan ook anders. Afgelopen november werd het plan “Grondgebonden Melkveehouderij” gepubliceerd door een coalitie van diverse boeren-, natuur-, milieu- en zuivelorganisaties. Dit voorstel zorgt ook voor de benodigde afname van fosfaat, maar op een duurzame manier. In dit voorstel zouden binnen vijf jaar alle melkveebedrijven grondgebonden zijn. Dat betekent dat alle melkveehouders genoeg grond hebben om hun koeien te weiden en alle mest zelf kunnen gebruiken. Van een mestoverschot is er dan geen sprake meer in de melkveehouderij. Dit gebeurt nu al op biologische en grondgebonden melkveebedrijven.

Met deze maatregelen - in combinatie met maatregelen voor de kalvermesterijen - had de overheid een slag kunnen maken naar een duurzame veehouderij, maar helaas beschermt de overheid liever de industrie dan de koe. Wakker Dier pleit voor maatregelen die toewerken naar een diervriendelijke melkveehouderij met eerlijke prijzen voor de boer en de koe in de wei.

08 maart 2017

Twijfelen tussen de PvdD en VVD?

In een ingezonden brief in de Volkskrant verbaast iemand zich over de zwevende kiezer die twijfelt tussen de VVD en PvdD.
Toch is de twijfel niet zo vreemd, wanneer je bedenkt dat beide partijen duidelijke standpunten hebben over de economie en uitgaan van een waarde die voor mens en dier belangrijk is, namelijk vrijheid.
Voor de liefhebber gaat de VVD niet ver genoeg in het opkomen voor wezens die vrijheid ook belangrijk vinden en maakt de PvdD niet genoeg duidelijk hoe die duurzame economie er moet komen op niet al te lange termijn.
Maar beide partijen zijn spelers op de wereldmarkt en willen zoveel mogelijk mensen laten profiteren van hun visie op de economische koers. Het verschil zit in de bereidheid om ook te werken aan innerlijke bevrijding.

24 februari 2017

Was Tom Regan effectief voor dierenrechten?

De recent overleden Tom Regan was een bekend pleiter voor dierenrechten. Dat sierde hem. Toch was niet alles wat hij deed effectief. In dit artikel een aanzet tot een andere, meer effectieve visie op dierenrechten.
Er zijn twee opvallende zaken waar Regan voor pleitte waar je vraagtekens bij kunt zetten.
1. Dieren hebben een intrinsieke waarde
2. Sommige diersoorten moeten eerder voor rechten in aanmerking komen dan andere

Het eerste is omstreden omdat het de indruk wekt dat je mensen wilt overtuigen met een onbewijsbare stelling en het tweede is omstreden omdat het niet uitgaat van gelijkwaardigheid.
In de westerse cultuur zijn mensenrechten gebaseerd op de drie principes van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Hoe ambitieus het ook moge lijken, er is niets mis mee om deze principes door te trekken naar allen dieren. Het zal voor sommige mensen die nu veel geld verdienen aan het gebruiken van dieren enorme consequenties hebben, maar dit is geen reden om een andere koers te gaan varen.

Wie meer wil lezen over het bezwaar van het schermen met intrinsieke waarde, klik hier.
Wie meer wil lezen hoe de principes van mensenrechten kunnen worden doorgetrokken naar dierenrechten, klik hier.

Klik hier voor een interview door Dirk-Jan Verdonk met Regan.

08 februari 2017

Plan B uitgewerkt voor gezonde veehouderij

Marianne Thieme wordt in het kader van de verkiezingen in de Volkskrant geïnterviewd over Plan B.

'We willen mensen overtuigen van de noodzaak van een plan B, omdat er geen planeet B is. Dat is allereerst een ander economisch systeem. Nu moeten mensen alleen maar harder werken, langer doorwerken en moet er meer geproduceerd en geconsumeerd worden om iedereen welvaart te verschaffen. Dat kan niet op een planeet die niet meegroeit en een beperkte hoeveelheid grondstoffen heeft.
'Daarom willen wij de belasting op arbeid - iets dat we wél in overvloed hebben - afschaffen of sterk verminderen. Tegelijkertijd gaan we dat wat schaars is - met name grondstoffen - juist belasten. Dan krijg je een economie die veel meer draait op mensen, op duurzame grondstoffen, waardoor we ook een volhoudbare economie gaan krijgen.
Tot zover Thieme.

In het interview wordt het niet met name genoemd, maar bij de grondstoffen kun je denken aan het zwaarder belasten van veevoer dat uit het buitenland (regenwoud) wordt gehaald, aan het schoonmaken van grondwater en oppervlaktewater, aan het vruchtbaar houden van landbouwgrond, aan het in stand houden van biodiversiteit. De lijst zou zo lang moeten zijn dat de Nederlandse agrosector eieren voor zijn geld kiest en weer duurzaam gaat produceren, gericht op de lokale markt met oog voor dierenwelzijn en natuur.

06 februari 2017

Plofmelk

Dick Veerman in Foodlog.
In 2015 mocht ik een internationale bijeenkomst van dierenartsen over antibiotica modereren. Beesten die we genetisch optimaliseren om heel efficiënt één kunstje met hun lijf voor ons te doen, zijn een potentieel gevaar voor het milieu, hoorde ik daar. Hun darmgezondheid is niet optimaal en noopt tot het gebruik van middelen die we niet moeten willen gebruiken. Via hun poep zorgen ze voor een te hoog risico op anti-microbiële resistentie in het milieu. Terug daarom, zeiden de dierenartsen, naar oorspronkelijker dieren, oorspronkelijker voer en - omdat we toch wel erg veel beesten bij elkaar houden - mogelijk wat farmaceutica die hun immuunrespons extra aanzetten. Ik geef slechts door wat deskundigen zeggen, die belang bij de veehouderij hebben.

Weidemelk voorbij.
Met dergelijke en andere aspecten naast fosfaat, hebben de boeren, bank, toeleveranciers en Van Dam nauwelijks tot geen rekening gehouden. Toch beweert Nederland - en de huidige staatssecretaris voorop - dat we ver vóór moeten lopen. We blijken eerder flink achter te lopen omdat de melk ons piepkleine landje al over de schoenen liep en we niet weten hoe we daar een verstandig business model van moeten maken.

Weidemelk moet het verschil maken, zegt de Nederlandse Zuivel Organisatie al jaren. De verder opgefokte koe waar Nederland sinds vrijdag voor heeft gekozen, maakt dat een verder punt van aandacht. Weet u hoeveel en hoeveel veel echtere weidemelk uit minstens zoveel echte koeien Ierland, Frankrijk en Duitsland met hun pas echt uitgestrekte weiden kunnen maken?

Rijke consumenten willen echte maar geen 'plofmelk' - dat woord gaat u binnenkort vast horen. Nederland koos vrijdag tegen zulke mensen. Dat is een beetje dom, want we maken de duurste melk ter wereld en gelden zelfs als het land van oude molens en de beste melk ter wereld. Dat imago, waar geld mee valt te verdienen, is sinds vrijdag dood verklaard. Nederland kiest voor intensivering van de koehouderij en streeft naar een maximale melkgift bij zo weinig mogelijk fosfaat. Daarmee kiest het voor een stap lager dan het premium-segment waarvoor de Nederlandse zuivelaars tot op heden produceerden.

Zie ook Weidemelk is pas echt boerenbedrog.

14 januari 2017

Doorgeschoten groei of trots?

Nederlanders zijn trots op bepaalde onderdelen van de economie, maar sommige zijn zo groot geworden dat zij meer nadelen dan voordelen opleveren. Een lezer van de Volkskrant die naast Schiphol woont, verwoordt dat. Deze ingezonden brief zou net zo goed van een buurman van een veehouder ergens op het platteland kunnen komen. Dezelfde argumenten tellen. Hieronder in de eerste kolom de ingezonden brief. In de tweede kolom is het onderwerp Schiphol vervangen door gelijkluidende argumentatie voor de veehouderij.

Schiphol Nederlandse veehouderij
Is de groei van Schiphol het allemaal waard?

Luchthaven groeit, maar met groei komt hinder
Voor de zoveelste keer houdt Schiphol zich niet aan de afspraken. Het afgesproken maximum zou bereikt worden in 2020 onder voorwaarde van een set hinderbeperkende maatregelen. Als dit maximum nu al wordt bereikt, wordt er dus meer hinder veroorzaakt dan afgesproken. De politiek lijkt het opnieuw voor kennisgeving aan te nemen.
Wanneer gaat de politiek eindelijk inzien dat Schiphol ook gewoon een bedrijf is met een winstoogmerk. Een bedrijf dat enerzijds belangrijk is voor de Nederlandse economie, maar ook een bedrijf dat extreem veel hinder (milieu, geluid, risico) veroorzaakt, een negatief stempel drukt op zijn gehele omgeving en het bereiken van de CO2-doelstellingen dreigt te ondermijnen.

Het is heel simpel: groei van Schiphol is groei van hinder - het aantal ernstig gehinderden neemt toe en niet af.

De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur heeft in 2016 een rapport uitgebracht met de volgende conclusies: 1. Schiphol is belangrijk voor de Nederlandse economie, maar het is zeer de vraag of de groei van Schiphol dat ook is. 2. Iedere in de groei van Schiphol geïnvesteerde euro heeft een mager rendement. 3. Verdere groei van Schiphol kan omslaan in een negatieve impact op het vestigingsklimaat (voor medewerkers).

Heeft één politicus ooit de vraag gesteld: 'Schiphol is belangrijk, maar wat is de economische bijdrage (baten én kosten) van de groei van Schiphol?' En draagt de groei in vluchtbewegingen alleen bij aan de mainportfunctie, of vooral aan het verdienmodel van Schiphol? Volgens insiders draagt het grootste deel van de groei van de afgelopen jaren niet bij aan de mainportfunctie.

Ik verwacht van politici dat zij verder kijken dan de belangen van de onderneming Schiphol, en ik daag de politiek uit om te komen met een gebalanceerde maatschappelijke kosten-/batenanalyse van de groei. Een schot voor de boeg: misschien is een mainport met 350- tot 400 duizend vluchten per jaar wel de meest gebalanceerde en de meest wenselijke situatie voor de gehele BV Nederland.

Ik ben niet tegen Schiphol. Schiphol is een factor in de economie en is belangrijk voor het vestigingsklimaat. Maar er zitten schaduwzijden aan, en geen politicus die zich de vraag stelt: is dit het allemaal wel waard?
Is de groei van de nationale veehouderij het allemaal waard?

Productie groeit, maar met groei komt hinder
Voor de zoveelste keer houdt de nationale veehouderij zich niet aan de afspraken. Het afgesproken maximum zou bereikt worden onder voorwaarde van een set hinderbeperkende maatregelen. Als dit maximum nu al wordt bereikt, wordt er dus meer hinder veroorzaakt dan afgesproken. De politiek lijkt het opnieuw voor kennisgeving aan te nemen.

Wanneer gaat de politiek eindelijk inzien dat een veehouderij ook gewoon een bedrijf is met een winstoogmerk. Een bedrijf dat enerzijds belangrijk is voor de Nederlandse economie, maar ook een bedrijf dat extreem veel hinder (milieu, stank, risico) veroorzaakt, een negatief stempel drukt op zijn gehele omgeving en het bereiken van de CO2-doelstellingen dreigt te ondermijnen.

Het is heel simpel: groei van de veestapel is groei van hinder - het aantal ernstig gehinderden neemt toe en niet af.

Veel adviseurs hebben in het verleden een rapport uitgebracht met de volgende conclusies: 1. De veehouderij is belangrijk voor de Nederlandse economie, maar het is zeer de vraag of de groei van de hoeveelheid dieren dat ook is. 2. Iedere in de groei van in de veestapel geïnvesteerde euro heeft een mager rendement. 3. Verdere groei van de veehouderij kan omslaan in een negatieve impact op het vestigingsklimaat (voor omwonenden).

Heeft één politicus ooit de vraag gesteld: 'Veehouderij is belangrijk, maar wat is de economische bijdrage (baten én kosten) van de huidige omvang?' En draagt de beweging van minder bedrijven die groeien bij aan de voedselvoorziening, of vooral aan het verdienmodel van boeren en de verwerkende industrie? Volgens insiders draagt het grootste deel van de groei van de afgelopen jaren niet bij aan de behoefte aan vlees en zuivel in eigen land.

Ik verwacht van politici dat zij verder kijken dan de belangen van de boeren, en ik daag de politiek uit om te komen met een gebalanceerde maatschappelijke kosten-/batenanalyse van de groei. Een schot voor de boeg: misschien is een reductie van de met  70% de meest gebalanceerde en de meest wenselijke situatie voor de gehele BV Nederland.

Ik ben niet tegen boeren. Het boerenbedrijf is een factor in de economie en is belangrijk voor het vestigingsklimaat. Maar er zitten schaduwzijden aan, en geen politicus die zich de vraag stelt: is dit het allemaal wel waard?
G.J. van de Lagemaat, Aalsmeer

12 januari 2017

Meeste hondenrassen bevinden zich in een deplorabele toestand

Van stichting Dier&Recht

De update van de RashondenWijzer heeft ook in een nieuwe top 10 van zieke hondenrassen geresulteerd. De Franse Bulldog is er het ergste aan toe. Op de 2e en 3e plaats staan de Cavalier King Charles Spaniël en Boxer.

De nieuwe RashondenWijzer geeft een uniek overzicht van circa 250 erfelijke aandoeningen bij 109 hondenrassen, bundelt de informatie van meer dan 200 wetenschappelijke en diergeneeskundige rapporten en is het werk van een team dierenartsen.

Uit de gebundelde informatie volgt de conclusie dat de meeste hondenrassen zich in deplorabele staat bevinden. Kortsnuitige honden als de Franse Bulldog, Boxer en Mopshond scoren het slechtst. Ook populaire rassen als de Labrador Retriever, Golden Retriever en Berner Sennenhond doen het heel slecht. Het laatste ras wordt geteisterd door kanker dat zich al op jonge leeftijd voordoet. Zelfs nieuwe rassen, zoals de Australian Labradoodle, zijn door raszuiver fokken (inteelt) binnen no time doodziek gemaakt.

Er zijn ook rassen die er beter voor staan. De Whippet komt als meest gezonde hond naar voren. Waarschijnlijk omdat de hond niet erg populair is, en dus niet zo doorgefokt. Ook de Nederlandse Schapendoes is een hondenras met weinig klachten.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.