Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

23 februari 2007

Nationale petitie voor verkoopsverbod honden en katten in winkels

GAIA, Veeweyde, Animaux en Péril, Help Animals en de dierenbescherming van Charleroi starten een nationale petitie. De dierenbeschermingsorganisaties roepen iedereen op om de petitie te tekenen voor een verbod op de verkoop van honden en katten in winkels.
Het verbod is een noodzakelijke maatregel om een einde te maken aan de impulsieve aankoop van deze dieren, die vaak ziek en ongesocialiseerd verkocht worden en in het algemeen van kwekerijen komen waar de dieren in erbarmelijke omstandigheden gefokt worden.
Meer dan 120 organisaties voor dierenbescherming en experts onderschrijven het wetsvoorstel van Magda De Meyer voor een verbod op de winkelverkoop van honden en katten en roepen de politici op ervoor te stemmen in de Kamer.
Op 6 maart worden in de Kamercommissie Volksgezondheid de voorstanders (dierenbeschermingsorganisaties) en de tegenstanders (dierenwinkels) gehoord over het wetsvoorstel. Verwacht wordt dat nadien een stemming komt in de Kamer.
Online tekenen kan op www.gaia.be.

14 februari 2007

Onhygienisch geleuter van hoogleraar van Knapen

Volgens hoogleraar van Knapen in Trouw zijn in het debat rond dierenwelzijn feiten van ondergeschikt belang geworden. 'Er is te veel emotioneel geleuter; ook in de politiek met die Partij voor de Dieren. Mensen hechten aan het nostalgische plaatje van die scharrelvarkens. Maar die hadden vroeger weinig meer dan een smerig kot, waarin het ook nog vaak van het ongedierte krioelde.'

Hij ageert ook tegen H5N1. 'Dit virus waart al 10 jaar rond en heeft in die tijd wereldwijd 200 levens gekost. In Nederland overlijden jaarlijks 1.000 à 1.500 mensen aan de griep. Waar hebben we het dan over met H5N1.'

Van Knapen raadt aan ‘glazen’ varkensstallen te ontwerpen. 'Installeer webcams en laat zien dat het allemaal niet zo ernstig is met dierenwelzijn. In een doorsnee varkensstal kun je van de vloer eten. Je kunt beter met een varkensstal te maken hebben dan met een ziekenhuis. Er is geen ziekenhuis dat zulke strenge eisen stelt aan zijn bezoek als de varkenshouder.'

Tot zover Trouw.

Van Knapen redeneert onzuiver. De Partij voor de Dieren pleit niet voor een terugkeer naar vroeger, maar wil in ons land minder varkens die onder betere omstandigheden worden gehuisvest en ook buiten kunnen komen.

De strenge eisen die een bio-industriemanager stelt bij het bezoek van zijn stallen hebben vooral te maken met de angst dat ziektekiemen zijn bedrijf insluipen dan om zijn bedrijf schoon te houden.

Misschien dat van Knapen maar eens een tijdje in een varkensstal moet gaan wonen, met een webcam erbij, dan kan iedereen zien hoe snel hij zich verveelt.

Dierenwelzijn hoort bij WTO-accoord

Het vrijgeven van de wereldhandel in het kader van de WTO-onderhandelingen kan als ongewenst effect hebben dat diervriendelijke (en vaak duurdere) producten weggeconcurreerd worden door producten die onder slechtere dierenwelzijnsnormen zijn gehouden, bijvoorbeeld van buiten de EU. Dit kan niet de bedoeling zijn. Een WTO-akkoord betreffende landbouwproducten is daarom alleen acceptabel als hierin voorzien is in mogelijkheden om diervriendelijk tot stand gekomen producten te beschermen.

Aldus het pleidooi van de Dierenbescherming.

En zo is het maar net. Wanneer Nederland onverantwoord geproduceerde dierenproducten niet kan tegenhouden, dan maakt de biologische veehouderij in ons land geen schijn van kans.
Overigens geldt het omgekeerde ook: Nederland zou er goed aan doen om de veel te grote veestapel uit de intensieve veehouderij te verkleinen om aan geloofwaardigheid te winnen.

05 februari 2007

Afschermplicht kippen voorbarig

Minister Veerman heeft wel erg gretig besloten dat alle kippen binnen moeten blijven, nu er vogelgriep geconstateerd is op één Britse kalkoenenhouderij, aan de overkant van de Noordzee. De Britse regering vond een landelijke afschermplicht het afgelopen weekend in elk geval nog niet nodig. Zij stelde wel zo’n verplichting in voor een beperkt gebied rond het besmette bedrijf. Die zone werd vastgesteld volgens Europese regels en na afweging van de risico’s. De zone heeft een straal van ca. 30 kilometer rond de plaats van de besmetting.

Overigens is de vogelgriep op dit moment slechts vastgesteld op één boerderij. Er is geen verdenking van vogelgriep op andere, naburige bedrijven en bij wilde vogels in de buurt. De besmette boerderij is een intensief bedrijf, waar de dieren (159.000 kalkoenen) binnen werden gehouden. Het lijkt dus onwaarschijnlijk dat de besmetting direct van wilde vogels afkomstig is en daarvoor is ook geen enkele aanwijzing. In elk geval blijkt dat het binnen houden van pluimvee niet garandeert dat vogelgriep buiten de deur blijft.

Het verplicht binnen houden van kippen heeft in Nederland vooral gevolgen voor de ca. 5 miljoen legkippen die –als ze dat willen- naar buiten kunnen en voor hun eigenaren: Boeren, die geinvesteerd hebben in een beter en natuurlijker leven voor hun dieren. Het zou bijzonder wrang zijn als deze dieren én boeren gedupeerd worden door een algemene maatregel die mogelijk te vroeg genomen is en waarvan in onze buurlanden geen sprake is.

02 februari 2007

Waalkens spreekt zichzelf tegen

PvdA Tweede kamerlid Harm Evert Waalkens zegt in het januarinummer van Rood, het ledenblad van de PvdA, het volgende:

Als de overheid geen richtlijnen en grenzen aangeeft dan zal de markt ervoor zorgen dat er steeds meer dieren in een nog kleiner hokje terechtkomen. Maar het heeft helemaal geen zin om boeren en veehouders daarvoor te straffen en te criminaliseren. Zij zijn ook gevangen in de economische ratrace.
De verantwoordelijkheid voor het welzijn van dieren ligt volgens Waalkens bij de overheid, het bedrijfsleven en de consument samen. Maar het is de taak van de overheid om te normen vast te stellen en toe te zien op naleving. De PvdA wil daarom dat dierenwelzijn expliciet wordt opgenomen in wet- en regelgeving.

Tot zover Waalkens in Rood.

In deze zinnen legt Waalkens de verantwoordelijkheid buiten zichzelf en spreekt hij zichzelf tegen. Deze tegenspraak is sprekend voor de huidige boer: wel de lusten van de verminderde regelgeving en niet de lasten. Wanneer de overheid minder, maar duidelijkere regels stelt voor dierenwelzijn, dan moet zij ook handhaven (lees: straffen). En aan die bereidheid schort het bij de overheid en bij de sector die handhaving tegenwerkt.

Meer lezen over versluierend taalgebruik door boeren? Klik hier.

Nog een voorbeeld van inconsistent handelen:
Voormalig PvdA Tweede Kamer-lid en biologisch veehouder Harm Evert Waalkens uit Finsterwolde vindt dat de intensieve veehouderij in Groningen toch moet kunnen uitbreiden. Hij pleit voor bundeling langs de A7. Op deze manier blijft de overlast tot een minimum beperkt. Het plan van Waalkens (zie video) staat haaks op het standpunt van de PvdA statenfractie die de intensieve veehouderij juist aan banden wil leggen.

20 januari 2007

Geen subsidie maar importheffing is oplossing voor biologische landbouw

Bron: www.bioland.de:
Een hogere prijs van het biologische produkt zou wenselijk zijn maar is niet op korte termijn te verwachten op grond van het algemeen lage prijsniveau van levensmiddelen en de daarmee samenhangende prijsafhankelijkheid van gangbare produkten. Subsidies blijven uit dat oogpunt kennelijk ook in Duitsland noodzakelijk om de internationale concurrentie op de eigen markt het hoofd te bieden.

Tot zover bioland.

Er is nog een effectieve manier om de binnenlandse markt van biologische producten te beschermen en biologische boeren een steun in de rug te geven en dat is door een importheffing op bio-industriële producten uit het buitenland. Niet grootschaligheid is daarin verkeerd, maar gebrek aan dierenwelzijn en onverantwoorde omgang met milieudruk.
Een dergelijke maatregel vraagt weliswaar afspraken op de WTO, maar is een zeer effectieve manier om producenten te beïnvloeden om meer verantwoord te produceren.
Het bijkomend voordeel is dat deze maatregel minder geld kost dan subsidie.

18 januari 2007

Hartstichting geeft geen inzicht in proefdiergebruik

E.D. had onderstaande correspondentie met de Hartstichting.

De heer dr. Hans Stam

Directeur Hartstichting

Den Haag

Geachte heer Stam,

In de Volkskrant van 29 dec. j.l. staat uw foto mooi bovenaan blz. 7 (Economie), onder de kop: "Hartstichting wil bestaansrecht bewijzen."

U gaat 260.000 euro besteden aan onderzoek door de Erasmus universiteit naar uw bestaansrecht. Een van de argumenten is dat donateurs steeds kritischer worden.

Ik heb maar weer eens een blik op uw website geworpen.

Daar vond ik wel een geinig berichtje, over het niet accepteren van giften:

In Editie NL van vrijdag 18 maart 2005 is het teruggeven van een gift van de Hartstichting aan een bedrijf onderwerp van discussie geweest. Het betrof hier een gift van een fabrikant van tabaksprodukten. Per jaar overlijden 6.000 mensen aan hart- en vaatziekten als gevolg van roken. De Nederlandse Hartstichting pleit al ruim 40 jaar voor een gezonde leefstijl ter voorkóming van hart- en vaatziekten, waarin roken - als duidelijke risicofactor voor het verkrijgen van hart- en vaatziekten - niet past. Fabrikanten van tabaksproducten hebben een commercieel belang bij het in stand houden van rookgedrag. Wij hanteren dan ook het duidelijke standpunt, dat wij geen giften wensen te ontvangen van fabrikanten van tabaksproducten. Het gaat dan om giften van het bedrijf, niet om giften van particulieren. Immers (individuele) rokers bepalen zelf hun leefstijl.

Hieruit blijkt dat u er tegenwoordig zelfs zoiets als een moraal op na houdt.

Hier kijk ik van op. Dit is nieuw.

Zou het er onder uw directie misschien van komen dat er open kaart gespeeld wordt over de dierproeven die u financiert?

Tot dusver is het beleid: niet over praten.

In feite is er in dit opzicht dus geen beleid.

Geen enkele donateur krijgt enig inzicht in de omvang van het dierexperimenteel onderzoek dat u bekostigt. Niet in de aantallen dieren, niet in de soort, niet in de aard van de proeven. Hoewel u over de exacte feiten en cijfers beschikt, wordt men afgescheept met globale vermelding van de bestedingen aan onderzoek. En verder: oogjes dicht en snaveltjes toe.

Verzwijgen. Verheimelijken.

Maar wel de hand ophouden.

Ik noem dit onbehoorlijk.

Als het over bestaansrecht en over kritische donateurs gaat, zou u daar misschien ook nog eens over moeten nadenken.

Hoogachtend,

E.D.


Dit was de reactie:

Geachte Heer of mevrouw,

In uw mail van 1 januari plaatst u een aantal kanttekeningen bij het bestedingspatroon van de Hartstichting. U vindt ook dat wij over een aantal zaken eens goed moeten nadenken, onder andere over wetenschappelijk onderzoek dat door de Nederlandse Hartstichting ondersteund wordt, waarbij proefdieren worden gebruikt.

Graag willen wij aangeven hoe de Nederlandse Hartstichting hier mee omgaat. De Nederlandse Hartstichting ontvangt jaarlijks een groot aantal verzoeken om bij te dragen in de kosten van onderzoeksprojecten. Daarvoor zijn met een beperkt aantal mensen binnen de Hartstichting een logistiek en procedures opgezet om de beoordeling van deze verzoeken allemaal in goede banen te geleiden. Zo hebben wij een Wetenschappelijke Adviesraad waarin een groot aantal deskundigen op cardiovasculair gebied zitting heeft. Zij toetsen met name de wetenschappelijke kwaliteit van de projecten.

Wat betreft proefdieren kan gesteld worden dat ze met name gebruikt worden in onderzoeksprojecten die meer inzicht geven in de pathofysiologie van hart- en vaatziekten. Onze Wetenschappelijke Adviesraad bekijkt in dat geval heel nauwkeurig of proefdieren noodzakelijk zijn en of de aantallen minimaal zijn, maar zó dat de vraagstelling beantwoord kan worden. Bij een positief advies van de Wetenschappelijke Adviesraad dienen de onderzoekers te voldoen aan alle wettelijke vereisten zoals vastgelegd in de Wet op de Dierproeven en de Gezondheids- en Welzijnswet dieren. Hiertoe zijn veelal lokaal Dierexperimenten Commissies opgericht die deze wettelijke eisen toetsen.

De toestemming van de Commissies is eveneens vereist, vóórdat een onderzoek van start kan gaan. Daarbij vergoedt de Nederlandse Hartstichting alleen aanschaf- en huisvestingskosten.

Wij hopen dat wij hierboven duidelijk hebben kunnen maken dat de Nederlandse Hartstichting een zeer terughoudend beleid voert tot het gebruik van dierproeven. Alleen daar waar het niet anders kan (veelal in vivo modellen), vergoeden wij onder stringente voorwaarden een deel van de kosten. Verder zijn wij voortdurend op zoek naar alternatieven. Hierover voeren wij geregeld overleg. Het is dan altijd teleurstellend dat er -ondanks toezeggingen van onze gesprekspartners- géén alternatieven worden aangedragen. Wij blijven echter volhouden.

Tot slot melden wij dat de Nederlandse Hartstichting nooit dierproeven met primaten (apen) vergoedt. Wij vergoeden met name de kosten in relatie tot gebruik van muizen.

Mocht u nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met één van de voorlichters van de Informatielijn. Wij zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 10 tot 16 uur. Het telefoonnummer is 0900 3000 300 (lokaal tarief).

Met vriendelijke groet,
Nederlandse Hartstichting
Informatielijn

Tenslotte de reactie van E.D.:

Geachte heer Stam,
Ik dank u vriendelijk voor uw reactie.
Zij bevat voor mij geen nieuws.
Het is een standaardantwoord, dat voorbijgaat aan mijn kritiek.
Ik vroeg u om open kaart te spelen over aantallen, soorten en aard van de proeven.

Indien u verwacht dat u op deze manier kritiek ontzenuwt, of zelfs maar begrip kweekt, vergist u zich.
Maar misschien kan de Erasmus Universiteit u dat duideijk maken.
Met vriendelijke groeten,
E. D.


15 januari 2007

Vegetarische visolie is net zo goed

De olie uit algen is net zo gezond als de olie uit vis. Dat blijkt uit de experimenten in reageerbuizen en met proefdieren die een promovendus aan Wageningen Universiteit heeft uitgevoerd. Zijn onderzoek is gepubliceerd in Food & Chemical Toxicology.

‘De belangstelling voor visolie groeit nog steeds’, zegt ir. Vincent van Beelen, die op de leerstoelgroep Toxicologie werkt aan zijn promotieonderzoek. ‘Een kleine hoeveelheid van de omega-3-vetzuren uit vis vermindert de kans op darmkanker en hart- en vaatziekten. Maar de zeeën waar visolie uit moet komen zijn overbevist en verontreinigd. Daarom is dit onderzoek goed nieuws.’

Omega-3-vetzuren zitten niet alleen in vis. Dezelfde vetzuren zitten ook in microalgen, eencellige organismen als Crypthecodinium cohnii en Nitzschia laevis, en die kunnen in bioreactoren worden gekweekt. Vegetarische visolie, gewonnen uit algen, is al op de markt, maar of die algenolie even effectief was als olie uit vis was nog niet duidelijk. Daarom bestudeerde Van Beelen het effect van algenolie op menselijke darmkankercellen.

Van reguliere visolie was al bekend dat die niet schadelijk is voor gezonde cellen, maar ronduit giftig kan zijn voor kankercellen. Van Beelen ontdekte dat algenolie in hoge concentraties voor kankercellen net zo giftig is als reguliere visolie. In lagere concentraties was algenolie bovendien net zo goed als visolie in staat de ontwikkeling van de kankercellen af te remmen. ‘We hebben ook proeven gedaan met ratten’, zegt Van Beelen. ‘Daaruit bleek dat beide soorten olie even goed in staat zijn het ontstaan van een voorstadium van darmkanker te voorkomen.’

Eerder dit jaar publiceerde de promovendus in FEBS Letters een onderzoek waarin hij met genomics-technologie ontrafelde hoe omega-3-vetzuren precies beschermen tegen kanker. ‘Eerst moeten de vetzuren oxideren’, zegt Van Beelen. ‘Daardoor prikkelen ze in de cel het electrophile-responsive element (EpRE). Dat zorgt ervoor dat de cellen meer anti-oxidanten aanmaken, en mechanismen activeren die potentieel gevaarlijke verbindingen afvoeren.’ Het komt erop neer dat de vetzuren cellen in alarmtoestand brengen, zegt Van Beelen. ‘Daardoor zijn de cellen paraat als er echt iets fouts gebeurt.’

Algenolie is nog steeds prijzig. Ingrediëntenreuzen als BASF werken echter aan technologie die daarin verandering moet brengen. De R&D-afdelingen van de bedrijven experimenteren met snel groeiende genetisch gemodificeerde bacteriën, die de kostbare vetzuren dankzij stukjes genetisch materiaal van algen goedkoop produceren.

Willem Koert

Nederlanders aten in 2006 minder vlees

Nederlanders hebben volgens het PVV vorig jaar per hoofd van de bevolking 1,1 kilo minder vlees gegeten dan in 2005. Het vleesverbruik kwam vorig jaar uit op 1,4 miljoen ton. De consumptie daalde daarmee met 1,3 procent ten opzichte van het jaar ervoor.

De consument at 1,2 procent minder varkensvlees (41,4 kilo per hoofd van de bevolking). De rundvleesconsumptie bleef ondanks een prijsstijging van 4 procent evenwel gelijk (17,6 kilo). Het verbruik van kalfsvlees (1,5 kilo) en schapen- en geitenvlees bleef eveneens gelijk. In totaal aten Nederlanders 84,5 kilo vlees.

Pluimveevlees werd in 2006 wel minder gegeten. De pluimveevlees-consumptie daalde met twee procent, wat neerkomt op een afname van één pond per hoofd van de bevolking.

Binnen pluimveevlees noteerde kip een min van ruim 1 procent. De daling van de kalkoenconsumptie was forser: -15%. De belangrijkste oorzaken hiervan waren de beperkte beschikbaarheid in de supermarkten, maar ook de veel hogere prijzen.

Nederlanders aten in 2006 21,6 kilo pluimveevlees per hoofd van de bevolking.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.