Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

16 juni 2011

Kritiek op wetsvoorstel onverdoofd slachten gemakkelijk te weerleggen

Karen Soeters, directeur van de Nicolaas G. Pierson Foundation (NGPF), heeft gereageerd op de open brief van politiek activist Manfred Gerstenfeld aan de Tweede Kamer, zoals gepubliceerd op de site van de Volkskrant. Soeters stoort zich aan het feit dat er met halve waarheden geprobeerd wordt de Kamermeerderheid, die zich aftekent voor het verbod op het onverdoofd slachten, op andere gedachten te brengen.

Ook de pogingen kritiek op het onderzoek van Wageningen UR van een semi-officieel stempel te voorzien is volgens Soeters bedenkelijk. “Ze hadden wat mij betreft net zo goed in plaats van aan TNO een stempel kunnen vragen van de APK of de Bovag. TNO is op geen enkele wijze gekwalificeerd om peer reviewed onderzoek van de Universiteit Wageningen te becommentariëren”.

De reactie van Karen Soeters luidt als volgt:

Argumenten tegen verdoofd slachten zijn niet Koosjer.

De Joodse gemeenschap doet er alles aan het naderende verbod op het onverdoofd slachten in diskrediet te brengen. Dat is haar goed recht, maar het feit dat ze zich bedient van halve en hele onwaarheden is bedenkelijk en behoeft correctie. De 11 punten waarin Manfred Gerstenfeld het wetsvoorstel tracht te fileren, houden geen van allen stand voor wie zich ook maar even in de materie verdiept. Misschien goed om ze even door te nemen.

Stelling 1.
Er is een groot verschil tussen Koosjer en halal slachten.
Onjuist. Beide slachtmethoden zijn gebaseerd op dezelfde traditie en vertonen grote overeenkomsten. De voorzitter van de Joodse gemeenschap in Amsterdam, de heer Eisenmann heeft dat bevestigd in een uitzending van AT5 Nieuws. Het fragment is opgenomen in een film van de Nicolaas G. Pierson Foundation.

Stelling 2.
De indieners moeten maar bewijzen dat koosjere slacht slechter voor dierenwelzijn is dan slachten met bedwelming.
Onjuist. Dat bewijs is geleverd door onafhankelijke wetenschappers en wordt onderschreven door nationale en internationale organisaties van dierenartsen, zoals de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD).

Stelling 3
De Partij voor de Dieren baseert zich op een video van de Nicolaas G. Pierson Foundation.
Onjuist. Het wetsvoorstel is ingediend in 2008, de film van de NGPF dateert van 2010 en is een zelfstandige activiteit van het wetenschappelijk bureau.

Stelling 4
Onafhankelijk wetenschapper Prof. Joe Regenstein heeft het onderzoek van Wageningen UR en de inzichten van de KNMvD gediskwalificeerd als onwetenschappelijk.
Onjuist. De heer Regenstein is allesbehalve onafhankelijk. Hij is een fulltime pleitbezorger van het onverdoofd slachten en heeft daarin aanzienlijke belangen.
De heer Regenstein stelt zich zeer onwetenschappelijk op door in zijn contra-expertise te stellen dat de wetenschap bij de verbetering van dierenwelzijn zich slechts zou mogen bewegen binnen de kaders die de religieuze gemeenschap stelt. Dat maakt zijn wetenschappelijke status zeer verdacht. Bovendien geeft hij in zijn aanbeveling aan hoe de politiek over dit onderwerp zou moeten debatteren, hoewel hij als voedingswetenschapper geen enkele expertise heeft op dat vlak. Dat de KNMvD zich niet zou baseren op wetenschap mag een gotspe genoemd worden, het is juist Regenstein die religieuze kaders tot uitgangspunt verheft, waar de KNMvD waardenvrij kijkt naar het onderwerp.

Stelling 5
Regenstein heeft ook kritiek op andere aangehaalde rapporten wegens wetenschappelijke tekortkomingen.
Onjuist. Het is juist Regenstein die zich bedient van het onwetenschappelijke uitgangspunt dat de religieuze voorschriften het uitgangspunt van het wetenschappelijk onderzoek zouden moeten vormen. Daarbij zijn de gebruikte onderzoeken peer reviewed en dat maakt het nu juist wetenschappelijk.

Stelling 6
Twee Joodse instellingen hebben een Kortgeding aangespannen tegen Wageningen UR, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, alsmede de Nederlandse staat.
Op geen enkele wijze wordt duidelijk waarom het aanspannen van een Kortgeding, het recht van elke rechtspersoon, ook maar iets zou kunnen zeggen over het wel of niet kloppen van de argumenten tegen onverdoofde slacht.

Stelling 7
De Rabbinical Assembly heeft nooit gesteld dat bedwelming voorafgaand aan de slacht geoorloofd zou zijn.
Onjuist. Rabbi Mayer Rabinowitz heeft in zijn rapport ‘A Stunning Matter’ duidelijk gemaakt dat binnen de Rabbinical Assembly verdoving voorafgaand aan de slacht wordt toegestaan. In een mail d.d. 12-04-2011 aan de Partij voor de Dieren bevestigt Rabbi Mayer Rabinowitz dat met de volgende woorden: ”The paper permits pre shitah stunning as well as post shitah stunning and bolting”. Of de Rabbinical Assembly betrokken wil worden in een politieke discussie is van geheel andere orde.

Stelling 8
Zes grote Amerikaanse Joodse organisaties hebben zich tot Premier Rutte gewend om hun zorg te uiten over de inperking van religieuze vrijheid.
Op geen enkele wijze wordt duidelijk wat deze interventie te maken heeft met het al of niet kloppen van de argumenten tegen onverdoofd slachten.

Stelling 9
Het wetsvoorstel van Mevr. Thieme vertoont overeenkomst met eerdere anti-Joodse acties in Europa door de eeuwen heen.
De stelling wordt op geen enkele wijze onderbouwd. Rabbijn Evers bood eerder in NRC ruimhartig excuses aan voor het poneren van een dergelijk onfatsoenlijke stelling. Er zit in het wetsvoorstel geen enkel anti-Joods of anti-islamitisch element. Het opkomen voor de rechten van dieren houdt op geen enkele wijze verband met het vermeend benadelen van mensen.

Stelling 10
Het aantal probleemgevallen bij het reguliere 'bedwelmde' slachten is minstens vele honderden malen groter dan het totaal aantal koosjer geslachte dieren.
Het vergelijken van volledig onvergelijkbare grootheden past mogelijk in de werkwijze van de politieke activist Manfred Gerstenfeld, maar vormt geen valide argument. Leedconcurrentie is de slechtst denkbare overweging om leed te laten voortbestaan. Het vergelijken van gevallen van ‘bad practice’ in de reguliere slacht met gevallen van ‘good practice’ in de koosjere slacht is onzuiver en onwetenschappelijk. De Nederlandse wet kent de verplichting om dieren verdoofd te slachten. Het wetsvoorstel voorziet in niets anders dan deze regel algemeen verbindend te maken, zodat het voor een dier in Nederland niet meer hoeft uit te maken welk geloof zijn slachter aanhangt, zoals D66-Kamerlid Van Veldhoven terecht opmerkte. Daarbij geven wetenschappers juist aan dat de kans op problemen bij de onverdoofde rituele slacht veel groter is.

Stelling 11
Dit wetsvoorstel raakt belangrijke aspecten van de vrijheid van de uitoefening van godsdienst in de rechtsstaat.
Onjuist. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft vastgesteld dat het kernrecht van gelovigen niet het onverdoofd slachten is, maar slechts het consumeren van vlees dat op een bepaalde wijze geproduceerd is. Dat recht blijft onaangetast met dit wetsvoorstel. Zoals Nederland een eigen verantwoordelijkheid genomen heeft bij het verbieden van de productie van foie gras, maar niet de import van dit product verboden heeft.
Elke gelovige heeft het recht zijn religie te beleven alsof die een universele norm belichaamt, maar de overheid heeft de grondwettelijke mogelijkheid beperkingen te stellen aan die vrijheid waar de belangen van anderen in het geding zijn. Dat is zo bij de discriminatie van homo’s, de discriminatie van vrouwen of inbreuken op de lichamelijke integriteit van mensen. Maar ook in het geval van onnodig lijden van dieren. Daar is bij het onverdoofd slachten van dieren sprake van, volgens de Nederlandse wetgever, ook de regering heeft dat onlangs andermaal erkend.

De heer Gerstenfeld besluit zijn open brief aan leden van de Tweede Kamer met de oproep om tegen het wetsvoorstel te stemmen, indien u bovengenoemde feiten en argumenten niet kunt weerleggen.

Voor zover die weerlegging nog nodig was, hoop ik dat dit artikel daar een bijdrage aan kan leveren.

Drs Karen Soeters, directeur Nicolaas G. Pierson Foundation

15 juni 2011

Wat moeten we geloven van de Nederlandse welzijnseisen voor dieren?

Ruim tweehonderd sterk verwaarloosde en gewonde konijnen die in Kampen in beslag genomen werden, zijn door de Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie verkocht als slangenvoer.
Dat stellen vier samenwerkende dierenorganisaties woensdag.
De dienst verkocht volgens de organisaties in april 2011 ook al 3662 verwaarloosde knaagdieren als voer voor andere dieren. De organisaties trokken daarover bij staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Henk Bleker (CDA) aan de bel.
Die liet in een reactie weten dat alle opvangadressen voldoen aan de wettelijke eisen en dat het welzijn van de dieren wordt gewaarborgd.

Tot zover het bericht.

Als deze praktijk betekent dat er volgens de wettelijke eisen wordt gewerkt en dat het welzijn van de dieren wordt gewaarborgd, wat moeten we dan geloven van de claim dat de Nederlandse veestapel gehouden wordt volgens de hoogste welzijnseisen ter wereld?

10 juni 2011

Bleker: loopjongen van de Rabobank

De Europese Unie trekt een slordige 210 miljoen euro uit om de door de EHEC-bacterie gedupeerde tuinders schadeloos te stellen. Dat is een bedrag waar de groentehandelaren met enig chagrijn naar zullen kijken. Zij hebben immers ook vele miljoenen schade geleden, maar zij krijgen nul komma nul. Zij mogen hun problemen zelf oplossen.

Net zoals mensen met psychische problemen, chronische zieken, de kunstenaars, mensen die voor hun zorg een persoonsgebonden budget hebben, mensen die gebruik maken van kinderopvang, en mensen die bij een sociale werkplaats werken. Dit kabinet vindt dat de burger vooral zelf zijn boontjes moet doppen, en niet bij tegenslag meteen de hand bij de overheid moet ophouden.

Intussen vindt staatssecretaris Bleker het Europese gebaar om de tuinders te helpen 'aan de magere kant'. Hij had toch minstens op 300 miljoen gerekend, en gaat alsnog proberen dat geld los te peuteren.

Bleker bewijst maar weer eens dat brutalen de halve wereld hebben. En hondsbrutalen de hele wereld. Het is namelijk volstrekte onzin om te tuinders voor de door hen geleden schade te compenseren.

Dat zit zo. Veel tuinders hebben de afgelopen jaren gekozen voor specialisatie op 1 teelt in combinatie met schaalvergroting. Bijvoorbeeld op komkommers. Deze keus werd van harte toegejuicht, om niet te zeggen aangemoedigd, door de Rabobank die aan deze trend goud geld verdient. Megabedrijven vragen nu eenmaal mega-investeringen. (Begrijpt u nu wie er achter al die megastallen zit?) Maar mega-specialisatie leidt ook tot mega-kwetsbaarheid, zoals maar weer eens is gebleken.

Tuinders zijn, net als de groentehandelaren, ondernemers. En die lopen zoals elke andere ondernemer risico's. Dat zijn soms heel onverwachte risico's, maar er is geen enkele bedrijfstak die de burger kan laten opdraaien voor de kosten van die risico's. Behalve als je boer of tuinder bent, natuurlijk.

Bedrijven die onverwacht in de financiële problemen komen lossen dat meestal op door met hun bank te gaan praten, of ze gaan failliet of ze worden overgenomen. De rekening wordt in dat geval betaald door de banken, en de meeste banken vinden dat geen enkel probleem. Dat hoort bij het spel, en daar houden ze dus ook rekening mee in de vorm van een zogenaamde stroppenpot. Een pot geld die uit de winst wordt gehaald voor het geval dat.

Tuinders, en vooral de hele grote die hebben gekozen voor grootschaligheid, zijn zwaar gefinancierd. Een klein beetje tegenslag kan al voor grote financiële problemen zorgen. Normaal worden die doorgeschoven naar de bank en dat is in de agro-sector meestal de Rabobank.

Deze bank maakt vorig jaar een winst van bijna 3 miljard euro. Een stijging van 26% ten opzichte van het jaar daarvoor. De winststijging werd mede gerealiseerd door de stroppenpot te verkleinen. De bank zag kennelijk geen gifdonkere wolken boven de kredietportefeuille hangen. Die EHEC-bacterie was moeilijk te voorspellen, maar de extreme kwetsbaarheid van grootschalige specialisatie had zelfs een gesjeesde student economie kunnen voorzien. Les 1 uit het handboek verantwoord ondernemen: spreidt je risico's in zowel producten als in markten.

Ondanks die winst van 3 miljard, waarmee fluitend de tegenslag van de groentetelers kan worden opgevangen, heeft de Rabobank haar loopjongen staatssecretaris Bleker op pad gestuurd. Allereerst werd er, ten laste van het ministerie van landbouw, een garantieregeling geactiveerd.

Die garantieregeling is niet bedoeld om brood op de plank voor de tuinders te realiseren, maar is bedoeld om de rente- en aflossing die aan de bank is verschuldigd veilig te stellen. De bank is op haar beurt bereid die rente- en aflossingen een jaar op te schorten, op voorwaarde dat de Staat garant staat voor terugbetaling van de lening als het onverhoopt helemaal fout met de betrokken tuinder gaat.
Toen Bleker dat geregeld had werd hij naar Brussel gestuurd om een paar honderd miljoen extra voor de bank veilig te stellen.

De waardering voor de inspanningen van de staatssecretaris is zo groot en wordt zo breed gedragen dat zelfs fractievoorzitter Thieme van de Partij voor de Dieren lovende woorden over het gevoerde beleid sprak.

Die complimenten zouden terecht zijn geweest als Bleker zich niet zo opzichtig als loopjongen van de Rabobank had gedragen.

Waarom wil staatssecretaris Henk Bleker een dialoog over megastallen?

Hoogleraar psychologie te Nijmegen, Roos Vonk, heeft met honderd andere hoogleraren het initiatief gestart om te protesteren tegen de Nederlandse intensieve veehouderij.
In een e-mail aan de ondertekenaars van een pleidooi voor duurzame veeteelt meldt zij:
Inmiddels hebben drie van de hoogleraren een gesprek gehad met staatssecretaris Bleker. Tijdens dit gesprek zijn helaas onze aanbevelingen niet aan de orde gekomen. Ook wilde de staatssecretaris niet ingaan op ons verzoek om alle werkelijke kosten van de veesector in kaart te brengen. Wel heeft hij voorgesteld dat wij een actieve rol krijgen in het maatschappelijk debat over megastallen dat nu wordt gevoerd. Hij zei dat dit debat in feite breder is en gaat over verduurzaming van de veesector. Komende zomer worden de resultaten in kaart gebracht en op basis daarvan zal Bleker in september met beleidsvoorstellen komen.

Tot zover de e-mail. Zij concludeert dat de “gevestigde belangen groot zijn en de weerstand tegen verandering immens”.
Het is de heer Bleker naar eigen zeggen vooral te doen om erachter te komen wat de argumenten zijn die de tegenstanders van de megastallen naar voor brengen. Vermoedelijk wil hij dit weten zodat zijn PR-afdeling zich met de gebruikelijke drogredenen daarop kan richten. De heer Bleker vertegenwoordigt in de eerste plaats de belangen van de banken, de voedingsindustrie en de grootschalige boeren. Dat dierenwelzijn daaraan ondergeschikt is, daarvoor hoef je niet gestudeerd te hebben.

Zijn rauwe groenten veilig?

Een voordeel van gekookte groenten in vergelijking met rauwkost is dat men er gemakkelijk meer van kan eten. Een grotere portie groenten betekent ook de aanbreng van meer voedingsstoffen. Daarmee wordt het verlies door het koken weer goedgemaakt.
Nu veel rauwkost soms gevaarlijke bacteriën bevat en verhitting bacteriën doodt, waarom zou je dan nog risico lopen?

Gezond eten is vooral: eet gevarieerd, niet te veel en beweeg, gebruik minder verzadigd vet, eet volop groente, fruit en brood en ga veilig met voedsel om.
Niemand die zegt dat je voedsel rauw moet eten. Ja fruit, maar dat staat niet ter discussie.

Voor de duidelijkheid: groentes zijn zelf geen bron van gevaarlijke bacteriën, maar zijn soms wel drager geworden wanneer ze in aanraking zijn geweest met door gevaarlijke bacteriën besmet vlees, wanneer er zieke mensen mee hebben gewerkt die hun handen niet goed hebben gewassen of wanneer ze in een omgeving zijn gekweekt waar besmette mest is gebruikt of het met vervuild water is besproeid.

In feite is al het voedsel dat snel en in grote hoeveelheden wordt geproduceerd kwetsbaar voor bacteriën die zich snel kunnen vermenigvuldigen.

In Nederland is door de overproductie van de intensieve veehouderij bijna geen schoon sloot- of grondwater beschikbaar rondom akkers van biologische producenten. Voor de bemesting van hun akkers mogen zij mest gebruiken uit de intensieve veehouderij, waardoor zij resistente bacteriën op hun akkers kunnen brengen.

De biologische producten kunnen dan wel zonder bestrijdingsmiddelen en kunstmest worden geproduceerd, maar dat is zich nog geen garantie voor gezond voedsel.

Veel van de groentes die in kassen worden geteeld hebben een lage voedingswaarde, dus waarom zou je die rauw eten? Taugé wordt vaak geteeld met even hoge temperaturen als het menselijk lichaam om het product snel op de markt te kunnen brengen. Waarom zou je als consument het risico’s willen lopen dat de werknemers die daarmee werken gevaarlijke bacteriën overdragen?
Wil je verantwoord eten en rekening houden met ecologie, gezondheid en dierenwelzijn, eet dan vleesvervangers en gekookte groenten.
Wil je graag rauwkost eten, start dan zelf een moestuin en was je handen goed.

08 juni 2011

Verantwoorde veevoersoja niet duurzaam

Persbericht Milieudefensie Amsterdam, 8 juni 2011 – De import van gecertificeerde soja, zogeheten RTRS-soja, dreigt een daadwerkelijke verduurzaming van veevoer te belemmeren. Dat stelt Milieudefensie in reactie op de eerste verkoop vandaag in Nederland van het omstreden veevoerproduct. “Het is onverantwoord om RTRS-soja "verantwoord" of "duurzaam" te noemen”, aldus Klaas Breunissen van Milieudefensie. Met het certificaat Roundtable on Responsible Soy (RTRS) pretendeert een internationaal samenwerkingsverband van telers, industriële bedrijven en maatschappelijke organisaties sojateelt aan sociale en milieucriteria te binden. Nederlandse bedrijven als Ahold en FrieslandCampina nemen hieraan deel.

De RTRS-standaard schiet echter ernstig tekort. Zo wordt bij de productie ontbossing niet expliciet uitgesloten. Bovendien dreigt enorme vervuiling van het milieu door het volop gebruiken van het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat.

De grootschalige teelt van veevoersoja voor Europese varkens, kippen en koeien veroorzaakt gigantische milieu- en sociale problemen. In Zuid-Amerika wordt oerwoud gekapt voor de aanleg van sojaplantages. Ook leidt de sojateelt zelf tot desastreuse milieuvervuiling en gezondheidsproblemen van de lokale bevolking vanwege het overvloedige gebruik van bestrijdingsmiddelen. Verdere gevolgen zijn ook de uitputting van de grond daar en overbemesting en verzuring van het milieu in Europa.

Echte duurzame landbouw is alleen te bereiken door kringlopen te sluiten. Dat kan door Zuid-Amerikaanse soja te vervangen door in Europa geteelde veevoergewassen. Dan wordt mest van Europese veehouderij teruggebracht op op de akkers waarop de veevoergewassen worden geteeld.

Milieudefensie roept alle spelers in de vlees- en zuivelketen op om soja zo snel mogelijk te vervangen door Europese veevoergewassen en zo de mineralenkringloop te sluiten. “De sector moet haar tijd en energie niet langer verspillen aan een schijnoplossing als de RTRS.”, aldus Breunissen.

Jonge dieren kunnen bij het grasmaaien gedetecteerd worden met een wildredder

In het magazine Dier & Milieu van april 2011 schrijft G. Hobbelink over een loonwerker die bij het maaien van een grasland met de snelheid van 30 km per uur vijf reekalveren heeft uitgemaaid. Deze dood had voorkomen kunnen worden wanneer de loonwerker gebruik had gemaakt van een zogenaamde wildredder. Met dit apparaat kan via de detectie van warmte de aanwezigheid van jonge dieren in het gras worden opgespoord.

Deze mogelijkheid heeft de PvdD aangegrepen om staatssecretaris Henk Bleker de volgende vragen te stellen.

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het gebruik van een wildredder bij maaiwerkzaamheden
1. Kent u het bericht ‘Elektronische 'wildredder' voorkomt slachtoffers’ ?
2. Zijn er het afgelopen jaar overtredingen geweest met betrekking tot de vereisten vanuit de Flora en faunawet en maaiwerkzaamheden? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, hoe vindt de controle hier op plaats?
3. Klopt het dat de weidevogelstand nog steeds achteruitgaat en dat het beheer van gebieden, waaronder het maaien, hierin een belangrijke rol speelt?
4. Onderschrijft u dat als er nieuwe technologische ontwikkelingen zijn die de kans op slachtoffers als gevolg van maaien sterk verminderen, deze breed ingezet zouden moeten worden? Zo ja, bent u bereid het gebruik van de wildredder verder te stimuleren en faciliteren? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo neen, waarom niet?

Realiseren we ons wel voldoende welke (beleid voor) groente gezond is?

In Nederland wordt veel groente geteeld in kassen. Deze worden verwarmd met aardgas waarvan de prijs via subsidie kunstmatig laag wordt gehouden om de internationale concurrentie aan te kunnen gaan. Deze groente wordt vaak niet geteeld op de volle grond maar op substraten (bijvoorbeeld steenwol). De bemesting gebeurt door meststoffen toe te voegen aan het water. Veel werknemers zijn afkomstig uit het buitenland en de producten worden voornamelijk geëxporteerd.
De telers hebben miljoenen geïnvesteerd en na een paar weken zonder omzet dreigt faillissement. Ze zijn afhankelijk van imago, marketing en van de bank.
Zijn groentes als komkommers en tomaten gezond? Nauwelijks, ze bevatten voornamelijk water.

Wat voor zin heeft het om biologische bedrijven te hebben wanneer ze zich niet echt kunnen richten op een gezond product? Biologisch betekent vooral geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen, maar het gebruik van mest uit de bio-industrie is wel toegestaan en besproeiing van droge akkers met (antibiotica en bacteriën) vervuild slootwater is wel toegestaan. Ook van echte weidegang voor dieren is vaak geen sprake.
Waarom krijgen komkommertelers (laat staan nertsenhouders) dan een schadevergoeding wanneer het publicitair tegenzit? De reden is waarschijnlijk omdat de banken anders hun uitgeleend geld kwijt raken.
Waarom richt de Nederlandse politiek zich niet op een agrarische sector die minder produceert, maar waar de productie maximaal gericht is op een ecologische balans? Het gevolg zal zijn dat bepaalde voedselproducten duurder worden, maar dat de belastingbetaler minder geld kwijt is aan de indirecte steun van de banken. Het betekent dat de consument (zonder extra kosten) veel gemakkelijker een verantwoorde keuze kan maken in de supermarkt omdat ongezonde producten duurder en gezonde producten goedkoper worden.

Nederland weet te weinig van het effect van antibiotica op de gezondheid van bodem- en waterleven

Milieuadviesbureau Geofox-Lexmond uit Tilburg heeft in 2009 een rapport opgeleverd met als titel “Veterinaire antibiotica in de bodem en oppervlaktewater”.

In het rapport wordt de conclusie getrokken dat nog veel te weinig onderzoek gedaan is naar de effecten van het gebruik van antibiotica op het bodem- en waterleven. Deze kennis is nodig om in te schatten in hoeverre ook de gezondheid van mensen zal worden beïnvloed.

Uit het rapport:
Kennislacunes:
Op basis van de literatuurstudie die is uitgevoerd kunnen een aantal belangrijke kennislacunes worden afgeleid. Hierbij gaat het om lacunes in de kennis voor wat betreft de Nederlandse situatie en een aantal algemene wetenschappelijke lacunes . Deze “kennislacunes” worden hieronder weergegeven:
  • In Nederland zijn (vrijwel) geen veldstudies bekend waarin het vóórkomen van antibioticaresiduen afkomstig uit de veehouderij in de grond en het grondwater is onderzocht;
  • Er is weinig openbare en direct beschikbare informatie voor handen over de verkoop en het gebruik van de actieve bestandsdelen;
  • In studies worden verschillende stoffen onderzocht. Er zijn geen onderzoeken bekend waarin één actieve stof gevolgd wordt, vanaf de inname tot en met de uitstoot in het milieu;
  • Het is onbekend hoeveel en welke metabolieten er precies gevormd worden in de landbouwhuisdieren, de mest en in de bodem;
  • Het is onbekend hoeveel oxytetracycline, sulfamethoxazol en resistentiegenen er precies afgebroken wordt in de landbouwhuisdieren, de mest, de bodem en het grondwater;
  • Over antibiotica in mest en de negatieve effecten hiervan op de mestfauna zijn voor zover geen studies bekend;
  • Het is moeilijk vast te stellen hoe de antibiotica precies zullen uitwerken op de bacteriegemeenschappen in de mest en de bodem. Ook de invloed op de bodemprocessen is te weinig onderzocht;
  • Er zijn vooral Deense, Duitse, Engelse en Amerikaanse onderzoeken gedaan naar het gedrag van oxytetracycline, sulfamethoxazol en resistentiegenen in de bodem en het grondwater. Wanneer de relevante onderzoeken naast elkaar worden gelegd, is te zien dat vaak punten missen of te weinig onderzoek is gedaan (bijvoorbeeld hydrolyse en fotolyse). Ook zijn er weinig/geen toxiciteitgegevens bekend. Wanneer het gedrag onbekend is, zijn de effecten en de risico’s ook moeilijk te bepalen. Resistentie treedt waarschijnlijk wel op. Hierbij zijn echter de drempelconcentraties onduidelijk;
  • Over accumulatie van oxytetracycline, sulfamethoxazol en resistentiegenen in de bodem en gewassen is weinig bekend. Hierdoor is er onder andere weinig inzicht in de rol van de bodem als mogelijk reservoir;
  • Over bio-accumulatie en doorvergiftiging in hogere organismen is niets bekend, maar de kans hierop is voor de meeste antibiotica waarschijnlijk klein.

Tot zover het rapport.

Het ware een goede zaak wanneer de EU in plaats van nog meer schadevergoeding aan exporterende tuinders het geld gebruikte om onderzoek te doen om bovenstaande kennislacune te dichten.

07 juni 2011

Aan de echte EHEC-slachtoffers heeft Europese landbouw geen boodschap

Vandaag komen de Europese ministers van landbouw in Luxemburg bijeen voor een extra vergadering. Enige agendapunt: hoeveel miljoen euro moet er naar de door de EHEC getroffen tuinders worden gestuurd.

Er is in Europa iets merkwaardig aan de hand. Een boer of tuinder hoeft maar te denken dat hij schade heeft, of de compensatieregelingen rollen zo goed als ongevraagd over de toonbank.

Waarom kunnen boeren en tuinders altijd hun handen op houden voor een niet aflatende stroom compensatie-euro's, terwijl van burgers en andere ondernemers wordt verwacht dat ze zelf hun boontjes doppen?

De rekenmachines van de belangenbehartigers zoals de LTO en staatssecretaris Bleker draaien overuren en zorgen er voor dat de compensatie-teller voor de 1400 Nederlandse tuinders niet bij honderd miljoen euro blijft steken.

Maar over de persoonlijke ellende en schade die 2200 doodzieke Duitsers en hun omgeving oplopen, wordt in Den Haag en Brussel discreet gezwegen.

Als er - om in Nederland te blijven - varkenspest, vogelgriep of MKZ uitbreekt, worden complete regio's op slot gezet. Niemand er in, alleen dode dieren er uit. De boeren worden gecompenseerd voor hun dood vee, lege stallen en hun omzetderving. Burgers niet. De hoteliers, restaurant- en camping-houders om er maar een paar te noemen kregen geen stuiver voor hun leeg gebleven hotelkamers en omzetderving.

Een recent voorbeeld van de curieuze status aparte die de boeren in onze samenleving hebben, is te vinden in de gang van zaken rond de Q-koorts.

Jaren getreuzel en ontkenning van het probleem door het ministerie van landbouw om de belangen van 180 geitenhouders niet in de weg te zitten, zorgden voor een epidemie die duizenden zieken en vijftien doden kostte. Van de zieken zijn vele tientallen blijvend arbeidsongeschikt geraakt.

Toen er eenmaal geruimd moest worden, werden de geitenhouders tot de laatste geit en de laatste druppel niet verkochte melk gecompenseerd. Voor de zieken kon er zelfs geen bloemetje of een fruitmandje af, laat staan excuses.

De gang van zaken rond de uitbraak van de EHEC-bacterie demonstreert andermaal de minachting van de sector en haar belangenbehartigers voor de slachtoffers die ze maken en de schade die ze aanrichten.

De doden van de veeteelt, want daar en nergens anders komt de EHEC-bacterie vandaan, zijn nog niet eens begraven, maar daar heeft 'Brussel' geen boodschap aan. Er moet worden gecompenseerd.

05 juni 2011

Voedselkwaliteit is beter gewaarborgd met kleinschaligheid

Nu de bedrijfsvoering van de internationale intensieve veehouderij gericht is geraakt op veel en snel vlees en zuivel te produceren zonder op een verantwoorde manier de mest te verwerken, wordt het tijd om weer eens te kijken naar de Slow Food beweging.

Tot nu toe was het zo dat industrialisering werd gezien als een must om alle monden in de wereld te kunnen voeden. De Slow Food beweging stelt dat (daarnaast) een nieuwe benadering nodig is, één waarin voedselproductie is gebaseerd op kleinschaligheid met respect voor ecosystemen en gericht op duurzaamheid.
Eten is een essentieel onderdeel van ons leven. Voedselkwaliteit is daarom voor ons allemaal van groot belang. Slow Food omschrijft die kwaliteit met drie begrippen: lekker, puur en eerlijk. Lekker wil zeggen: rijk aan smaak en aroma. Puur wil zeggen dat de productie geen schade toebrengt aan het milieu, het dierenwelzijn en de mens. Eerlijk wil zeggen: alle betrokken in het productieproces krijgen een rechtvaardige vergoeding voor hun werk.
Met de Ark van de Smaak wil Slow Food traditionele, ambachtelijke streekproducten voor de vergetelheid behoeden. Door teelt- en verwerkingsmethoden met alle beschikbare middelen (ook audiovisueel) te documenteren en de opname van producten in de Ark van de Smaak zoekt Slow Food naar meer bekendheid en erkenning voor deze, vaak unieke, producten.
Er zijn vijf criteria voor opneming van producten in de Ark van de Smaak.
  1. Producten moeten uitzonderlijke sensorische / organoleptische kwaliteiten hebben, waarbij kwaliteit wordt gedefinieerd door lokale tradities en gebruiken.
  2. Het product moet verbonden zijn aan het gedachtegoed en identiteit van een groep, en kan zijn een groente, variëteit, ecotype of dierlijke populatie die inheems is of goed geacclimatiseerd over een middellange periode in een specifiek gebied (gedefinieerd in relatie tot de geschiedenis van het gebied).
  3. Er moet een bewezen relatie zijn met het gebied. Producten moeten verbonden zijn met een specifiek gebied uit een oogpunt van omgeving, socio-economisch en historisch.
  4. Producten moeten geproduceerd worden in gelimiteerde hoeveelheden, door boerderijen of door kleinschalige producenten.
  5. Producten moeten met reëel of potentieel uitsterven worden bedreigd.

De beweging geeft aan dat deze criteria voor deze producten nog niet zijn uitgekristalliseerd.
Gezien de voedselschandalen als de uitbraak van de EHEC bacterie en allerlei dierziektes zou een uitbreiding van de criteria in de richting van een schoon milieu, waarin schoon water bij bevloeiing wordt gebruikt en geen mest uit de bio-industrie wordt uitgereden op akkerland of dat gevaarlijke bacteriën in contact komen met groente en gewassen, enorm helpen om ook een gezonde leefomgeving te creëren.
Geen biogasinstallatie meer met digestaat dat schadelijke bacteriën bevat en geen smakeloze groente verbouwd op substraat die leidt tot "wasserbombe".

Protesten Europa tegen Russische groenteboycot nogal schijnheilig

Rusland heeft de grenzen gesloten voor alle groenten uit Europa. Ze voelen er daar niets voor om de EHEC-bacterie te importeren, en gelijk hebben ze. Bovendien voelen ze er niets voor om een tsunami aan goedkope Europese groenten de eigen Russische groentetelers om zeep te laten helpen, en gelijk hebben ze.

Intussen hebben beroepsorganisaties en Europese politici, staatssecretaris Henk Bleker voorop, woedend gereageerd. Ze vinden de Russische importstop een schandalig overtrokken reactie. En dus hebben de Europese politici, staatssecretaris Bleker voorop, zeer beheerst gereageerd: als de Russen niet als de sodemieter hun importstop opheffen, kunnen ze hun eventuele toegang tot de WTO (Wereldhandelsorganisatie) wel op hun buik schrijven.

Dat is nog eens hoge-school-politiek. Krijg je een koekje van eigen deeg, en dan begin je wild om je heen te slaan.

De Russische boycot van Europese groente is volledig terecht. De feiten: in Duitsland zwerft een dodelijke bacterie rond. Volgens de Duitse autoriteiten zat die eerst in de komkommer, maar nu weten ze dat niet meer zeker. De Duitse autoriteiten gaan er nog wel van uit de besmetting met de bacterie via groenten verloopt. Ze weten alleen niet welke. De Duitse consument is er zo bang voor, dat ze massaal geen verse groenten meer koopt. Wie boycot hier nu eigenlijk wat?

Tsja. Dan is de keuze voor een groenten-importeur die gezondheid van het eigen volk serieus neemt, niet zo moeilijk: eet het lekker zelf op. Europa zou in het omgekeerde geval precies hetzelfde hebben gedaan.

Dan is er nog de onmiskenbare financiële kant van de zaak. Normaliter gaat, om bij Nederland te blijven, ruim de helft van de hier geteelde groenten naar Duitsland.
Een procentje of 4, 5 gaat onder normale omstandigheden naar Rusland waar het kapitaalkrachtige deel van de burgers genoeg roebels heeft om de voor Russen relatief dure Europese groenten te kunnen kopen.

Omdat de Duitsers gestopt zijn met groenten te eten, kunnen de Nederlandse telers hun producten niet kwijt, en dus keldert de prijs. Groenten met een extreem lage prijs zoeken nu hun weg naar Rusland. Prachtig toch. Kan een arme Rus ook eens Europese groenten eten. Niet dus, want die extreem goedkope Europese groenten stoot letterlijk het brood uit de mond van de Russische boer en tuinder.

De export van nu extreem goedkope groenten naar Rusland is niets meer of minder dan ordinaire dumping. Europa heeft met deze smerige praktijken al decennia lang de mondiale zuivelmarkten, graanmarkten en vleesmarkten verpest. De Russen hebben er terecht weinig zin dat dat nu met de groenten nog eens even dunnetjes wordt overgedaan.

Tegen die achtergrond zijn de Europese protesten tegen de Russische importstop nogal schijnheilig. We doen elk jaar precies hetzelfde.

Als in het voorjaar hier tomaten worden geteeld tegen een hoge kostprijs (er moet dan veel aardgas worden gestookt om de kassen te verwarmen) houden we de grenzen voor goedkope tomaten uit Marokko tegen. Niet via een precieze importstop, maar met hoge importbelastingen die hetzelfde effect hebben.

En als het nodig is haalt Europa zelf het phyto-sanitaire argument (er zitten beestjes of gif op uw spullen, dus we sluiten even de grenzen) van stal om de eigen boeren of tuinders te beschermen.

Het Europese, nogal hard geformuleerde, protest tegen de Russen importstop is niet alleen schijnheilig. Het is ook nog linke soep. Europa heeft zich nogal afhankelijk gemaakt van Russisch aardgas.
Niets menselijks is de Russen vreemd. Dus kan het zo maar gebeuren dat als ze zich een beetje al teveel beledigd voelen door de Europese protesten van vandaag, er komende winter opeens een technisch probleem in de gasleverantie optreedt.
Je weet het met die Russische pijpleidingen maar nooit.

01 juni 2011

Infectie met EHEC bacterie vooral in de zomer, wat vertelt ons dat?

Infectie met EHEC bacterie vooral in de zomer, wat vertelt ons dat?
Op het gezondheidsnet veel voorlichting over de oorzaak en gevolgen van bacteriële infecties.

Te lezen valt dat 60 tot 75 procent van de besmetting met EHEC en STEC plaats vindt tussen juni en september. Een verklaring hiervoor is dat in deze periode vaker wordt gebarbecued, gezwommen en (kinder)boerderijen worden bezocht.

Dieren die in grote hoeveelheden in kleine ruimtes worden gehouden, komen voortdurend met hun eigen mest in aanraking. Om te voorkomen dat deze dieren ziek worden, wordt overmatig antibiotica gebruikt, ook al omdat zij daardoor sneller groeien en eerder slachtrijp zijn. Een deel van de bacteriën wordt resistent tegen de antibiotica en een probleem is geboren. Bij de hedendaagse intensieve veehouderij is het directe contact met door mest verontreinigde dieren vrijwel uitgesloten.
Dit mens-diercontact is er weer wel op kinderboerderijen, maar daar wordt vrijwel geen antibiotica gebruikt.
Wanneer de dieren geslacht worden kan een deel van de bacteriën in en op het vlees terecht komen. Daar wordt weliswaar streng op gecontroleerd en er wordt aangeraden om vlees goed te verhitten, maar voordat het vlees wordt gebraden komen de bacteriën in de omgeving terecht. Bijvoorbeeld via de keuken waar het vlees tezamen met de groente wordt bereid en waar uitwisseling plaatsvindt via het gebruik gezamelijke messen en snijplanken. Het zijn dan in eerste instantie veel vrouwen die de besmetting oplopen. Bij de barbecue wordt niet altijd het vlees goed gebraden en kan de bacterie blijven leven.
In het oppervlaktewater tenslotte overleven de gevaarlijke darmbacteriën die bij het uitrijden van mest in het milieu terecht komen. Omdat er door de Nederlandse overproductie van vlees en zuivel veel te veel mest is, vindt uitspoeling plaats van het land naar het oppervlaktewater.
Via het besmette water komen mensen op twee manieren weer in contact: via gebruik door akkerbouwers bij besproeiing als gevolg van droogte en in de zomer door zwemmers.
Deze gevaarlijke cyclus kan het best doorbroken worden door de Nederlandse veestapel drastisch te verkleinen of minder intensief te gaan houden. Dat brengt behalve een schoner milieu en een fraaier platteland in ieder geval minder gezondheidsrisico’s met zich mee. Vlees en zuivel worden dan wel iets duurder, maar we besparen op andere posten. Nu worden de nadelen van de disproportionele overproductie afgewenteld op de anonieme belastingbetaler.

PvdD senator Koffeman probeert het begrip Intrinsieke Waarde inhoud te geven

PvdD senator Niko Koffeman probeert het lege begrip Intrinsieke waarde inhoud te geven via een motie in de Eerste Kamer:

Voorgesteld 24 mei 2011 De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende, dat de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de erkenning van de intrinsieke waarde van dieren enkel van toepassing wil laten zijn op de huisvesting en verzorging van dieren die gehouden worden; van mening, dat de erkenning van de intrinsieke waarde van dieren impliceert dat het gebruik van dieren ethisch gerechtvaardigd dient te worden; constaterende, dat de Raad voor Dierenaangelegenheden in haar rapport «Agenda voor het dierbeleid» (2010) stelt dat:
«Erkenning van de intrinsieke waarde van het dier betekent dat het gebruik van dieren zal moeten worden gerechtvaardigd. Er zal dus een afweging gemaakt moeten worden van de belangen van de mens tegenover de belangen van het dier. Wat daarbij wel of niet acceptabel is, en de voorwaarden waaronder het gerechtvaardigd is om dieren te gebruiken, zal moeten worden beargumenteerd»;
verzoekt de regering invulling te geven aan een concreet toetsingskader intrinsieke waarde van dieren volgens de bekende afwegingsmodellen zoals die van de Raad voor Dierenaangelegenheden en van bijvoorbeeld het Rathenau Instituut en deze periodiek te evalueren en te betrekken bij het uiteindelijke afwegingsmodel dat aan de verdere concrete invulling van de Wet dieren in algemene maatregelen van bestuur behoort te liggen, Eerste Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 31 389, Q 1 en gaat over tot de orde van de dag.
Koffeman
Peters
Slager
Böhler
Reuten

Tot zover de PvdD motie.

Het lastige met lege begrippen als intrinsieke waarde is om te bepalen wanneer het echt serieus wordt genomen. Wanneer beleidsmakers het snel omarmen kan het een teken zijn dat het hun niet beperkt in de uitvoering van hun plannen en dan is instemming een schijnsucces.
Het begrip bestaat al 30 jaar en een voorbeeld dat iemand zijn gedrag heeft veranderd op basis van het begrip bestaat niet en is ook onwaarschijnlijk.
Dieren in hun waarde laten is wat anders dan hun met rust laten omdat anders hun intrinsieke waarde in het geding is.

Klik hier om meer te lezen over intrinsieke waarde en hoe verschillend instanties dit begrip gebruiken of in de Internetversie bij de labels.

30 mei 2011

Bleker klopt voor EHEC-schade aan verkeerde deur

Staatssecretaris Henk Bleker (landbouw) zal proberen 10 miljoen euro los te peuteren bij de Europese Unie. Met dat geld wil hij gedupeerde Nederlandse komkommertelers schadeloos stellen. Door de uitbraak van de EHEC-bacterie zijn de Duitsers gestopt met het eten van komkommers. De komkommer wordt voorlopig gezien als de bron van de EHEC-uitbraak. Omdat het grootste deel van de Nederlandse komkommers bestemd zijn voor de Duitse markt, raken de Nederlandse telers hun producten aan de straatstenen niet meer kwijt. En het was al zo'n slecht komkommerjaar met zeer lage prijzen.

De poging van de staatssecretaris oogt sympathiek, maar is het natuurlijk niet. Wetenschappelijk is vastgesteld, en dat weten we al jaren, dat de EHEC-bacterie uit de darmen van herkauwers komen. Dus koeien en/of schapen. Zelfs al zouden de Duitse onderzoekers onomstotelijk vaststellen dat de uitbraak inderdaad via de komkommers is gegaan, dan nog is dat maar een tussenstation geweest.
Komkommers hebben geen darmen.

Nu dus vaststaat dat de EHEC-bacterie uit de veehouderij komt, ligt het voor de hand de schadeclaim dan ook daar in te dienen en niet bij de Europese burger. Die betaalt al genoeg om de veehouderij in stand te houden. Alleen al de varkens kosten ons 1,3 miljard euro per jaar aan weggemoffelde kosten.

Het wordt gelet op deze uitbraak, en wat ons nog te wachten staat aan onaangename verrassingen uit de veehouderij de allerhoogste tijd dat de producenten en consumenten van vlees voor een schadepot gaan sparen. Met een opslag van een paar euro per kilo vlees is al snel een leuk potje gevormd waar dan uit kan worden geput zonder dat bijvoorbeeld vegetariers mee betalen aan de door de vleeseters veroorzaakte ellende.

Nederland heeft schone sloten nodig voor verantwoorde voedselproductie

Wanneer in de intensieve veehouderij door de opeenhoping van vee en het overvloedig gebruik van antibiotica schadelijke bacteriën worden gekweekt dan wordt het tijd om te kijken of de volksgezondheid er wel zozeer onder zou mogen lijden.
Een grotere veestapel dan nodig is, leidt tot meer mest uitrijden dan kan worden verwerkt in het milieu. Het gevolg is dat de bacteriën met de mest uitspoelen en overal in Nederland in het slootwater overleven. Wanneer vlees produceren en consumeren ook nog eens leidt tot klimaatopwarming dan moeten de akkerbouwers water over de akkers sproeien vanwege de droogte. In de sloten waaruit de boeren het water halen zitten steeds vaker een levensgevaarlijke bacterie afkomstig uit de veehouderij door uitspoeling van overdadig uitgereden mest.

Er zijn nog veel meer redenen om te wensen dat Nederland weer schone sloten krijgt. Schone sloten betekent dat biologische akkerbouwers die op een verantwoorde manier voedsel willen produceren een eerlijke kans krijgen om hun groente zonder schadelijke bacteriën op de markt kunnen brengen. Zij kunnen dan veilig bij droogte hun akkers besproeien.

Ook in dit licht zijn de vragen die Marianne Thieme aan de minister en staatssecretaris stelt heel goed te begrijpen en relevant.

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over de EHEC-bacterie.

  1. Kent u het bericht Superbacterie EHEC resistent tegen gros van de antibiotica?
  2. Is het waar dat EHEC resistent is tegen het gros van de antibiotica?
  3. Zijn er andere oorzaken denkbaar voor brede resistentie tegen antibiotica van een bacterie, anders dan dat er een directe of indirecte relatie is met het gebruik van antibiotica in de humane gezondheidszorg of in de veehouderij? Zo ja, welke oorzaken?
  4. Kunt u aangeven hoeveel van de dierlijke mest die wordt toegepast in de biologische tuin- en akkerbouw afkomstig is van niet-biologische veehouderijen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u een overzicht daarvan naar de Kamer sturen?
  5. Kunt u aangeven of oppervlaktewater dat besmet is met ESBL’s gebruikt wordt/mag worden voor irrigatie in de land- en tuinbouw? Zo ja, bent u bereid hier maatregelen tegen te nemen en op welke termijn en wijze?
  6. Deelt u de mening dat de overheid als taak heeft elke vorm van overdracht van ESBL’s uit de veehouderij naar plantaardige producten te voorkomen uit oogpunt van voedselveiligheid? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u dit realiseren?
  7. Bent u bereid een verbod in te stellen op handel, transport, lozing en injectie van dierlijke mest die ESBL’s bevat? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
  8. Kunt u aangeven of er een verband bestaat of redelijkerwijze vermoed kan worden tussen EHEC en ESBL’s. Zo ja, welk verband? Zo nee, waarom niet?
  9. Kunt u aangeven of er een verband bestaat of redelijkerwijze vermoed kan worden tussen EHEC en het gebruik van antibiotica in de veehouderij? Zo ja, welk verband? Zo nee, waarom niet?
  10. Is het waar dat volgens het RIVM de EHEC bacterie altijd afkomstig is uit mest van vee https://www.gezondheidsnet.nl/medisch/artikelen/5453/vijf-vragen-over-de-ehec-bacterie? Zo nee, waar kan de bacterie nog meer van afkomstig zijn? Zo ja, kunt u aangeven of er een direct of indirect verband is tussen de EHEC besmettingen en mest uit de veehouderij?

28 mei 2011

We aaien ze, we haten ze, we eten ze

“Onze houding tegenover dieren is ambigu en daar heb ik geen oplossing voor. We moeten erover discussiëren met elkaar, met dat doel het ik dit boek geschreven.



Hal Herzog ontrafelt onze tegenstrijdige en vaak onnavolgbare relaties met dieren. Hij baseert zich hiervoor op eigen baanbrekend onderzoek naar het gedrag van dierenactivisten, wetenschappers die dierproeven doen, studenten diergeneeskunde en liefhebbers van hanengevechten. Maar hij licht zijn inzichten ook toe aan de hand van anekdotes over zijn kat Tilly en zijn hond Tsali, en zijn eigen morele ambivalentie in dierenkwesties.
Een boek met de juiste balans tussen wetenschappelijke inzichten en aanstekelijke verhalen.

25 mei 2011

Natuurlijk middel tegen antibiotica vooral gunstig voor biologische veeteelt

Wetenschappers van de Universiteit Wageningen bevestigen de antibiotische werking van Allicine en wijzen op een grotere rol die natuurlijke middelen in de veeteelt kunnen spelen. Allicine is gemaakt van knoflook. De onderzoekers zeggen te weinig geld te hebben om grootschalig onderzoek hier naar te doen.

EenVandaag bezocht boeren en onderzoekers en vraagt staatssecretaris Bleker om een reactie.
Omdat Allicini (zie video) duurder is dan antibiotica en niet groeibevorderend werkt (wat gewone antibiotica wel doet) is de verwachting dat vooral biologische boeren het middel gaan gebruiken bij dierziekten.

Duitsland in de ban van aan veehouderij gerelateerde dodelijke EHEC-bacterie

Een bacterie grijpt om zich heen in Duitsland.
Van het noorden tot het zuiden van het land zijn al bijna vijfhonderd mensen besmet. Dat aantal loopt snel op, meldden de Duitse gezondheidsdiensten dinsdag 24 mei 2011. De EHEC-(Enterohemorragische E.coli)bacterie komt van nature voor in de ingewanden van herkauwers, zoals koeien. De meeste mensen worden met de EHEC-bacterie besmet door het eten van onvoldoende verhit rundvlees. Ook rauwe melk kan gevaarlijk zijn.

Dat Spaanse en Nederlandse komkommers en tomaten als bron worden genoemd komt als uiterst onwaarschijnlijk over. De bacterie zou dan vanuit menselijke of dierlijke diarree op de groente terecht zijn gekomen. Zoiets kan gebeuren doordat mensen hun handen niet wassen (slechte werkomstandigheden met illegale werknemers?) of groente met mest in aanraking brengen. Vlees goed braden en groente goed wassen is dus (zoals altijd) de aanbeveling.
Er wordt nog geen verband gelegd met besproeiing van de akkers in verband met de droogte vanuit sloten waarin de bacterie voorkomt. Deze bacterie zou daar door overbemesting in terecht kunnen zijn gekomen. Maar in kassen, waar de komkommers en tomaten geteeld worden, speelt dit risico minder.

De Duitse autoriteiten gaan er vanuit dat het hoogtepunt van de uitbraak nog niet is bereikt. Het kan na besmetting tot tien dagen duren voor de eerste ziekteverschijnselen zich openbaren. Het is niet uitgesloten dat nog meer besmettingshaarden opduiken.

EHEC is eveneens opgedoken in onder meer Denemarken, Zweden, Groot-Brittannië, Zwitserland en Oostenrijk. Ook een Nederlandse vrouw is besmet.
Wanneer de bacterie wordt bestreden met antibiotica breekt het open en verspreidt het een gevaarlijk gif.
De bacterie kan darmbloedingen, hevige diarree, misselijkheid en nierklachten veroorzaken.

Zie ook 'EHEC-bacterie ook op Nederlandse komkommer'.

24 mei 2011

Vogelbescherming wil zomerganzen schieten om winterganzen te beschermen

De opstelling van de Vogelbescherming in het aanpakken van de overlast van ganzen is merkwaardig. Zij balen ervan dat de jagers vanwege vrees voor imagoschade liever in de winter ganzen schieten dan in de zomer en dus het akkoord over ganzen tussen jagers, boeren en natuurbeschermers opbliezen. Dat is het begrijpelijke deel: in de winter schieten de jagers op overwinterende ganzen en zijn dan niet bezig de overlast van overzomerende ganzen te beperken, maar dienen puur hun eigen belang: veel overvliegende ganzen schieten, “n’importe qua welke soort”.
Onbegrijpelijker is dat de Vogelbescherming zich opwerpt voor de economische belangen van de agrarische sector. Het zijn de intensieve melkveehouders die hun vee het jaarrond op stal houden en voeren met raaigras die de overlast van de zomerganzen helpt veroorzaken. Raaigras is eiwitrijk en daar komen ganzen op af en zij vermenigvuldigen zich rijkelijk. Maar op de groene vlakten met raaigras lopen geen koeien en zijn dus ook nauwelijks de weidevogels die de Vogelbescherming zo graag ziet blijven in het landschap.
Waarom maakt de Vogelbescherming zich niet hard voor weidegang in landschap waarin ook de vos een habitat heeft? Dan kan de vos de gans binnen de perken houden (zie video). Weliswaar pakt een vos ook wel eens een weidevogel, maar dat is vaak in een wei waarin vogelbeschermers de nesten hebben gemarkeerd. Zo slim zijn de vossen nu ook wel weer.

21 mei 2011

Wat extra lijden mag................

Er is de laatste tijd weer heel wat gediscussieerd over dieren en hun welzijn of het gebrek daaraan. Er verschijnen en verschenen veel ingezonden stukken over het wel of niet toelaatbaar zijn van dierproeven. Ook het bericht dat het plan bestaat 100.000 ganzen naar de eeuwigheid te schieten hield de gemoederen bezig. Of wat dacht u van de megastallen? Het mogelijke verbod op pelsdierhouderijen? Het onverdoofd ritueel slachten? Met betrekking tot dat laatste onderwerp zag ik gisteravond, 20 mei, een oude bekende een duit in het zakje doen. Binnen het CDA wordt wel eens gesproken van ‘Mastodonten’. Daarmee worden bedoeld oudgedienden die binnen die partij hun sporen hebben verdiend en wier mening en opvattingen ook nu nog zeer serieus worden genomen. Naar mijn mening is er ook subcategorie, nl. de ‘fossiele mastodonten’. Bij de VVD wordt die gepersonifieerd door niemand minder dan die goede oude Frits Bolkestein. Frits gaf desgevraagd te kennen het voorstel van de Partij voor de Dieren om tot een verbod op onverdoofd ritueel slachten te komen, maar niks te vinden. Dat beetje extra lijden van de dieren ter wille van de uitoefening van de Joodse religieuze rituelen moest kunnen, aldus Frits. Immers, de Joden woonden al honderden jaren hier en hadden zich altijd van deze wijze van om het leven brengen van consumptiedieren bediend. En waarom zou je daar nu een eind aan (willen) maken? En trouwens, wordt er zo veel meer geleden door het afsnijden van de strot van het – letterlijke – slachtoffer dan bij de reguliere slacht? Bolkestein twijfelt omdat volgens hem wetenschappers elkaar op dat punt tegenspreken. Dat het elkaar tegenspreken onder wetenschappers niet ongebruikelijk is, vindt hij kennelijk van minder belang. Het is dezelfde discussie als bij het sportvissen. Er zijn nog steeds mensen die denken dat vissen geen pijn, angst of stress ervaren wanneer zij uit het water worden gehesen aan haak met weerhaak. Dat je dan ook zou kunnen stellen dat de twijfel al reden genoeg zou moeten zijn om dus dit soort bezigheden voorzichtigheidshalve maar te staken wordt slechts door een minderheid in overweging genomen.
Nee, Frits Bolkestein vindt de godsdienstbeleving van Jood en Moslim belangrijker dan het voorkomen of zelfs maar verzachten van dierenleed. En trouwens, zo verzucht hij, we eten oesters toch ook levend en gooien kreeften immers ook levend in kokend water? Nou, dan is er nog genoeg werk aan de winkel voor een Partij voor de Dieren. Ja, beste oude Frits, ook daarvoor hébben we een Partij voor de Dieren.
Zijdelings en met enige terughoudendheid – dat wel! – brengt hij in de herinnering dat allerlei antisemitische erupties in de geschiedenis zijn begonnen met kritiek op de Joodse manier van slachten!! En natuurlijk wil hij degenen die het op dit punt niet met hem eens zijn allerminst van antisemitisme beschuldigen, maar…………………….
Geachte meneer Bolkestein. Uw – genuanceerde – verwijzing naar de Holocaust en andere dieptepunten in de menselijke beschaving ten opzichte van Joden geeft nu juist aan waar de schoen wringt. Door te stellen dat die paar duizend dieren die per jaar hier te lande worden geslacht dan maar wat extra moeten lijden, omdat godsdienst belangrijker is dan dierenleed, toont u aan waar de mensheid keer op keer in de fout gaat.
In de jaren 33 – 45 werden door de nazi’s de meest gruwelijke experimenten op mensen uitgevoerd. Het ging hier – volgen de nazi-ideologie – om wezens die niet als (volwaardige) mensen dienden te worden aangemerkt. Het waren ‘Untermenschen’. Joden, zigeuners, homoseksuelen, Slaven, zij voldeden niet aan de norm die de nationaal socialisten hadden gesteld om als mens te worden behandeld. Zij werden buiten de grenzen van de morele verantwoordelijkheid van de (nazi)-mens gesteld. Daardoor werd hun lijden en sterven irrelevant of acceptabel.
Nu zijn het niet de ‘Untermenschen’ maar onze mededieren die buiten onze morele verantwoordelijkheid zijn geplaatst. En dat betekent bio-industrie, dierproeven, onverdoofd slachten, sportvissen, plezierjacht, kortom we menen ons alles met dieren te mogen veroorloven op grond van het door ons geconstrueerde waarden- en normenstelsel. Zo lang het maar in het belang – in de wijdste zin van het woord – is van diezelfde mens.
Elk levend wezen dat kan lijden zou voor onnodig leed behoed moeten worden. Dat is de morele verantwoordelijkheid die wij als mens – met rede en mededogen begiftigd, al zou je dat niet altijd zeggen! – voor onze medeaardbewoners zouden moeten hanteren.
Geen dier moet (langer) lijden omdat in één of ander geschrift iets staat over een opperwezen dat het zo wil! Godsdienst gaat niet boven (dieren)welzijn. Mededogen en respect gaan boven alles, ook boven het geloof in God of Allah!

20 mei 2011

Jagers hebben liever geen pottekijkers bij het afschieten van ganzen

De leden van de KNJV (jagersvereniging) hebben zich gekeerd tegen het afschieten van 100.000 zomerganzen. Ze vrezen voor hun imago en schieten liever in de winter, want dan zijn er meer ganzen en minder toeschouwers.

Twee citaten uit de Volkskrant van 19 mei 2011:
Kolthof (KNJV): 'In de zomer zijn er hier ruim tweehonderdduizend ganzen, maar in de winter wel twee miljoen!'

Dat is namelijk een van de moeizaam bereikte compromissen in de G-8: het afschieten van ganzen in de winter, zoals dat nu gebeurt, wordt verboden en in ruil mag er in de zomer meer worden gejaagd. 'In internationale afspraken is vastgelegd dat Nederland verplichtingen heeft voor overwinterende ganzen', legt Lars Soerink van de Vogelbescherming uit.

19 mei 2011

Thieme: doel PvdD is bewustwording

Vrijdag 13 mei stond in de Volkskrant een interview met Marianne Thieme van de PvdD.
In het afgelopen jaar waren mensen aan het twijfelen geraakt of de dieren wel voorop staan bij de PvdD omdat in interviews ook duurzaamheid als speerpunt is genoemd.

'Als wij straks met tien miljard mensen op deze aarde leven, is het onvermijdelijk dat wij een andere manier van eten gaan krijgen. Onvermijdelijk.
Of het volledig vegetarisch is? Niet als doel op zich. Het zal een gevolg zijn van bewustwording, dat is het doel. Ik zeg dit bedachtzaam, omdat persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid bij ons hoog in het vaandel staan. Wij willen niemand verplichten. We willen inspireren. En dat mensen de maatschappelijke kosten die ze veroorzaken, ook betalen. Dus een extra belasting op vlees. Maar het is je eigen keuze om vlees te eten.'

18 mei 2011

PvdD hekelt inzet prinses Máxima voor promotie Nederlandse zuivel in Vietnam

Nederland heeft ervoor gekozen om een transitie tot stand te brengen van productie en consumptie van dierlijke eiwitten naar meer plantaardige eiwitten. In dat licht is het vreemd dat Prins Willem Alexander tijdens de duurzaamheidsconferentie van de VN in New York in 2009 pleitte voor vermindering van de vleesconsumptie, maar dat Prinses Máxima in 2011 een handelsmissie leidt die de afzet van Nederlands varkensvlees en Nederlandse zuivel in Vietnam moet bevorderen.

De PvdD stelt daarom Kamervragen waarbij nog een aantal haken en ogen worden genoemd aan het promoten van zuivel en vlees in Azië.

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretarissen van Economie, Landbouw en Innovatie en van Infrastructuur en milieu over het bevorderen van de consumptie van dierlijke eiwitten in Azië.

1. Kent u de bericht en “Máxima moet Vietnam aan de melk krijgen”? en “Samenwerking Safety Guard kalfsvlees China”.

2. Is het waar dat tijdens de handelsmissie aan Vietnam leden van het Koninklijk huis zijn ingezet voor de promotie van de zuivel- en vleessector? Zo nee, op welk misverstand kan dit bericht berusten?

3. Deelt u de mening dat het bevorderen van de handelsbelangen en afzet van de Nederlandse varkenssector en zuivelsector in het buitenland haaks staat op het Nederlandse beleid om een transitie tot stand te brengen van productie en consumptie van dierlijke eiwitten naar meer plantaardige eiwitten zoals vastgelegd in de beleidsagenda Duurzame Voedselsystemen (TK 31 532, nr. 17) waarin wordt aangegeven dat een verschuiving nodig is in de consumptie van dierlijke eiwitten naar duurzamer geproduceerde dierlijke en plantaardige eiwitten?

4. Is het waar dat het zuivelmerk Dutch Baby dat sinds 1954 gevoerd werd door Friesland, in 1984 werd omgevormd in Dutch Lady na klachten over het feit dat moeders van pasgeborenen ten onrechte de indruk kregen dat koemelk beter zou kunnen zijn voor hun baby dan moedermelk?

5. Is het waar dat in Aziatische landen een verhoogde mate van lactose-intolerantie heerst en dat daarin de oorzaak gezocht moet worden voor het feit dat in landen als China en Vietnam enkele decennia geleden nog nauwelijks koemelk gedronken werd? Zo nee, welke reden ziet u dan voor het feit dat zuivel nauwelijks genuttigd werd in Aziatische landen?

6. Kunt u aangeven of in heden of verleden op enigerleiwijze Nederlandse overheidssteun is gegeven aan de bevordering van melkafzet in Aziatische landen zoals China en Vietnam, bijvoorbeeld voor de proef/modelboerderijen in Binh Hoa of Siddair? Kunt u specifiek zijn in bestede middelen en doelen?

7. Kent u het bericht ‘Melkveehouderij haalt milieudoelen niet’?

8. Kunt u aangeven of de sterk stijgende melkconsumptie in Vietnam of de oproep van de Chinese premier om schoolkinderen dagelijks een halve liter melk te laten consumeren door Nederland wordt toegejuicht en/of zou moeten worden bevorderd vanuit de milieuproblemen die samenhangen met de productie van melk? Zo nee, waarom niet?

9. Kent u het bericht van de WHO “Estimating the cardiovascular mortality burden attributable to the European Common Agricultural Policy on dietary saturated fats” waarin gesteld wordt dat het bevorderen van de consumptie van verzadigde dierlijke vetten ernstige negatieve gevolgen voor de volksgezondheid heeft en dringend moet worden herzien? Hoe beoordeelt u deze conclusie in relatie tot het van overheidswege bevorderen van de afzet van dierlijke eiwitten in Vietnam en China?

10. Is het nog steeds het standpunt van de Nederlandse regering dat vlees het meest milieubelastende onderdeel van ons voedselpakket? Zo nee, wanneer is dit standpunt gewijzigd en hoe luidt het nu? Zo ja, acht u het in dat geval verantwoord om de consumptie van vlees van regeringswege te promoten in ontwikkelingslanden en opkomende economieën?

11. Kunt u aangeven hoe u de specifieke rol van Prinses Máxima, Prins Willem Alexander, Staatssecretaris Bleker, Staatssecretaris Atsma en vice-premier Verhagen ziet bij de promotie van producten die volgens de WHO en het Nederlandse kabinet tot schade aan de volksgezondheid en aan het milieu kunnen leiden?

12. Kunt u aangeven of het de geloofwaardigheid van leden van ons koningshuis schaadt wanneer Prins Willem Alexander tijdens de duurzaamheidsconferentie van de VN in New York in 2009 pleitte voor vermindering van de vleesconsumptie, maar in 2011 met Prinses Máxima een handelsmissie leidt die de afzet van Nederlands varkensvlees en Nederlandse zuivel in Vietnam moet bevorderen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze wilt u de aantasting van deze geloofwaardigheid van leden van het Koninklijk huis in de toekomst beschermen?

13. Kunt u aangeven of u de mening deelt dat het Nederlandse beleid ten aanzien van klimaatbescherming en de transitie naar een meer plantaardig voedingspatroon ook zou moeten doorklinken in buitenlandse handelsmissies en buitenlands beleid? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze wilt u dit voor de toekomst vormgeven?

14. Deelt u de mening dat strekking en inhoud van achterhaalde campagnes uit het verleden om de consumptie van vlees en zuivel te bevorderen, niet tot het Nederlandse handels- en buitenlandbeleid zouden mogen behoren? Zo nee, waarom niet?

15. Kunt u aangeven of en in hoeverre de bevordering van de consumptie van plantaardige eiwitten onderdeel is geweest van de handelsmissies naar Vietnam en China? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u de verhouding aangeven ten opzichte van de aandacht voor dierlijke eiwitten, dit met het oog van de door de regering voorgestane eiwittransitie?

12 mei 2011

Nederlandse intensieve veehouders spreken niet de waarheid over waarom vlees zo goedkoop is

Nederlandse veehouders voelen zich niet gewaardeerd door de Nederlandse samenleving, zo blijkt uit het onderzoek naar de megastallen door bureau Veldkamp.

De veehouders vinden een debat over megastallen een goed initiatief mits er voor wordt gezorgd dat de uiteindelijke beslissing op rationele argumenten wordt genomen. Een belangrijke voorwaarde voor een debat is volgens hen: ‘... eerst zorgen dat iedereen dezelfde kennis heeft.’ Volgens hen zou bijvoorbeeld onder de aandacht van de burger moeten worden gebracht dat een kilo heel goedkoop vlees alleen maar zo goedkoop kan zijn, omdat het is ingevoerd uit landen waar de regelgeving veel minder streng is dan in Nederland.

Dat is een merkwaardige opvatting. In ons land worden drie keer zoveel dierlijke producten geproduceerd dan in ons land wordt geconsumeerd. Twee derde is bedoeld voor de export en kan op buitenlandse markten in prijs concurreren omdat het in ons land grootschalig wordt geproduceerd tegen slechte dierenwelzijnsomstandigheden. Er zijn in ons land veel regels tav dierenwelzijn, maar omdat deze in de praktijk vrijwel niet gecontroleerd worden, drukken deze regels nauwelijks op de kostprijs van vlees en zuivel. Hoe zou een Nederlandse boer anders kunnen concurreren met zijn buitenlandse collega’s waar de voorwaarden om goedkoop en verantwoord te produceren vaak beter zijn?
Verstaat een Nederlandse boer zijn vak dan beter? Hij zou het de consument wel graag doen geloven met de universiteit van Wageningen achter zich, maar helaas: niets is minder waar.
Omdat er in ons land zoveel vlees en zuivel wordt geproduceerd is er een grote verwerkende industrie die ook vlees en zuivel uit het buitenland importeert. De supermarkten kunnen dus kiezen welk vlees zij aan de consument aanbieden. Veehouders produceren voor het buitenland en Nederlandse consumenten krijgen goedkoop vlees aangeboden uit eigen en buitenland.
Er wordt gewoon langs elkaar heen gepraat. Zelfs wanneer alle Nederlanders vegetariër zouden worden dan zou dat de Nederlandse intensieve veehouders niet raken zolang dit ook niet geldt voor de buitenlandse consument want hun producten worden in het buitenland afgezet. Waarom zouden de veehouders dan klagen, want de buitenlandse consumenten weet vrijwel niets over de Nederlandse omstandigheden van het vlees en zuivel dat zij kopen.
Hoe kan een Nederlandse veehouder waardering verwachten voor een ondernemer die geld verdient ten koste van de eigen omgeving door het milieu te belasten, het aanzicht van het platteland te verzieken met megastallen en ook nog geen kwaliteit te geven aan het welzijn van dieren in de afgesloten stallen?
Laat de overheid de Nederlandse agrosector ook de kosten van de bedrijfsvoering (vervuiling) doorberekenen in plaats van af te wentelen op de Nederlandse belastingbetaler en te ondersteunen met EU subsidie. Dan is het gauw gedaan met de oneerlijke concurrentie van de intensieve veehouderij met de goedwillende kleinschalige ondernemer die zijn dieren buiten wil laten lopen in natuurlijke omstandigheden.

11 mei 2011

Boeren zorgen zelf voor overlast ganzen

De komende vijf jaar moeten er 100.000 ganzen worden doodgeschoten. (Volkskrant 7 mei 2011). De vogels vreten het gras op, en de boeren vinden dat ze daardoor schade lijden. Het gras is immers voor de koeien, niet voor de ganzen. De boeren worden al financieel gecompenseerd voor die schade, 17 miljoen euro per jaar (Evaluatie opvangbeleid 2005-2008 overwinterende ganzen en smienten, LEI Faunafonds, 2009) maar ze vinden dat niet genoeg.

En daarom moeten er voor de boeren nu dus 100.000 ganzen worden afgemaakt. Alsof er voor en door de boeren al niet genoeg natuur wordt vernield.

Natuurbeschermingsorganisaties zoals de Vogelbescherming, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten zijn het met de boeren eens. Vermoedelijk teveel melk gedronken toen ze met het voorstel van de boeren instemden, want een beetje normaal denkend mens pakt in geval van problemen de oorzaak aan, en niet het symptoom.

Want het afschieten van al die ganzen neemt, treurig genoeg, de oorzaak niet wegneemt. Schiet één gans dood, en er komen er tien voor terug. Het afschieten van de ganzen is symptoombestrijding; een cadeautje voor de jagers die nu zo'n beetje het hele jaar van pief-poef-paf kunnen doen.

grauwe gans

De oorzaak van de groeiende overlast van de ganzen is al jaren bekend. Uit het Zomerganzenrapport van 2006 (Grenzen aan de groei, 2006; Henk van der Jeugd) blijkt dat de groei van de ganzenpopulatie vooral wordt veroorzaakt door de overschakeling in de melkveehouderij op Engels raaigras. Deze noviteit was goed voor een hogere melkproductie, want er zit meer eiwit in dan in Nederlands gras. Maar naar even later bleek, vinden de ganzen het niet alleen ook lekker. Ze groeien er goed op en krijgen door dat goede voedsel een ruim nageslacht.

Over de ernstige verstoring van de habitat voor heel veel weidevogels door deze omschakeling op raaigras hebben we de natuurbeschermingsorganisaties de overigens afgelopen jaren niet in actie zien komen.

In feite hebben de boeren de overlast van de ganzen zelf veroorzaakt door de oude Hollandse weide om te ploegen en in te zaaien met raaigras. De oplossing is dus eenvoudig: terug naar het veelkruidig en gevarieerde grastapijt dat voor de inval van het Engels raaigras de weilanden sierde en nog een rijk insectenleven kende.

Moet u eens kijken hoe snel de ganzen vertrokken zijn en andere noodlijdende weidevogelpopulaties weer terugkomen!

Als een boer dat niet wil, moet hij ook niet zeuren over de ganzen die bij zijn weilanden langskomen. Wie de lusten van Engels raaigras hebben wil (veel melk per hectare) moet ook de lasten daarvan (een paar ganzen op het land) nemen.

Zie ook de noodoproep: "red de ganzen in ons land"; "Ben je dierenliefhebber en nog lid van Vogelbescherming Nederland of Natuurmonumenten? Zeg dan nu je lidmaatschap per direct op!".

06 mei 2011

Kan een vleeseter bijdragen aan een beter milieu?

Stephen McDonnell is oprichter en directeur van Applegate Farms, een Amerikaans vleesverwerkingsbedrijf dat biologische producten levert. Hij wordt geciteerd in het mei 2011 nummer van Ode met de stelling dat carnivoren goed kunnen zijn voor het milieu.
In hetzelfde nummer schrijft ex-vegetariër Loren Berlin dat zij met de terugkeer van vlees op het menu niet alleen haar eigen gezondheid dient, maar ook die van de aarde.
Beide beweringen zijn onzin, uiteraard, maar waarom dan deze beweringen?
Wanneer iemand besluit vlees te eten dan maakt het natuurlijk wel uit waar hij zijn vlees betrekt. Vlees van koeien die zomers in de wei staan is beter dan vlees uit de bio-industrie ondanks de claim van de sector dat zij zo beter de mest kan verzamelen. Mest is het probleem niet, dat is zelfs nuttig voor de vruchtbaarheid van het land, maar te veel mest is gif voor het leven op de gronden waar het wordt uitgereden. Er wordt, zeker in ons land, veel te veel vee gehouden vanwege de export.
Voor het collectief van het belang van de aarde is het beter dat we minder vlees gaan eten, maar het individu dat vindt dat zij goed bezig is om matig vlees te eten van biologische gehouden koeien die zomers buiten komen, kan beter stellen dat zij minder een aanslag doet op de gezondheid van de aarde dan een gewetenloze vleeseter.

29 april 2011

Wanneer is de missie van de dierenbeweging voltooid?

De Australische filosoof Peter Singer sprak op 28 mei 2011 aan de ISVW in Leusden over dierenwelzijn en het einde van de dierenbeweging. Peter Singer is hoogleraar bio-ethiek aan de Princeton University en is vooral bekend door zijn boek Animal Liberation. Hij is een toonaangevende denker op het gebied van de utilitaristische ethiek en in het bijzonder in het denken over dieren.
Wanneer is de missie van de dierenbeweging voltooid? De vraag is actueel omdat veehouders steeds maar weer hun stallen aanpassen en de dierenbeweging steeds maar ontevreden blijft. Zou het niet beter zijn om een einddoel te formuleren, zodat de dierenkwestie in ene geregeld kan worden? Peter Singer publiceerde in 1975 het befaamde boek Animal Liberation, dat het begin vormde van de moderne dierenbeweging. Nu, veertig jaar later, gaat hij in op de einddoelen van de dierenbeweging. Zijn die doelen te formuleren? Of moeten we, ook als een doel bereikt is, weer naar nieuwe welzijnsverbeteringen streven?
Na zijn openingslezing gaat Singer met vertegenwoordigers van de dierenbeweging op zoek naar antwoorden op vragen als: moeten we nog wel inzetten op welzijnsverbetering voor dieren? Is het niet beter om te stoppen met alle gebruik van dieren? Kan een dier op termijn wel het bezit van een boer blijven? Of moeten we het dier gaan zien als een wezen met een ‘eigen leven’ - een rechtssubject?
Tot slot komen ook wat nieuwe kwesties omtrent dierenwelzijn aan de orde, zoals de huidige veeteelt gerelateerde klimaat- en gezondheidscrisis (MRSA, ESBL, etc.), de komst van het ´gemaakte dier´, happy meat en het al dan niet onrealistische ideaal van de diervriendelijke megastal.
Kunnen dierenbeschermers zoals Singer het moment aangeven waarop ze zeggen: ‘de strijd is gestreden, we zijn tevreden’?

22 april 2011

PvdD: scharrelei moet schuurei worden genoemd

Term scharrelei misleidend
Partij voor de Dieren pleit voor naamsverandering scharrelei
Persbericht Den Haag, 22 april 2011 – De Partij voor de Dieren wil dat de naam ‘scharrelei’ zo snel mogelijk wordt veranderd in de naam ‘schuurei’. Veel mensen denken bij het woord scharrelei aan een kip die in de wei heeft kunnen scharrelen, maar dat is een illusie: scharrelkippen komen nooit buiten. Alleen bij vrije uitloop- en biologische eieren kunnen kippen naar buiten. In de meeste andere landen in Europa heet het scharrelei een ‘bodemei’ of ‘schuurei’. De Partij voor de Dieren dient daarom een motie in die pleit voor naamsverandering.

Veel mensen hebben het gevoel met scharreleieren een goed product te kopen, maar uit het oogpunt van dierenwelzijn zijn het de slechtste eieren die in Nederland in de winkel verkocht worden. De Nederlandse consument verkoos de term scharrelei tot ‘Grootste Liegebeest’ in de Liegebeest verkiezing van Wakker Dier. Ook wordt het snavelkappen bij scharrelkippen nog steeds toegepast en hebben kippen nauwelijks meer dan een A-4tje ruimte. Marianne Thieme: “De term scharrelen is totaal niet van toepassing op een scharrelei, want deze komen van kippen die geen ruimte hebben om te scharrelen. Ik stel voor dat het huidige Vrije Uitloop ei een scharrelei gaat heten. Dan stappen alle consumenten die nu de schuureieren kopen automatisch over naar het ei wat ze eigenlijk wilden kopen: namelijk een ei van een kip die buiten scharrelde.”

20 april 2011

Kamervragen over vermalen vis bij waterkrachtcentrales

Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over massale vissterfte bij waterkrachtcentrales

Bent u ervan op de hoogte dat de voorzitter van de Werkgroep Aalherstel heeft gewaarschuwd dat er massale vissterfte optreedt bij waterkrachtcentrales, waarbij ook (Europese) bedreigde en beschermde soorten als de paling en de zalm in de turbines vermalen worden?

2. Klopt het dat in de bestaande Nederlandse waterkrachtcentrales 20 tot 30% van de vissen vermalen worden in de turbines als zij stroomafwaarts migreren? Zo neen, waar baseert u dat op?

3. Hoeveel waterkrachtcentrales in Nederland zijn uitgerust met een aantoonbaar goed werkend visgeleidingssysteem, zodat stroomafwaarts migrerende vissen ongeschonden langs de centrale worden geleid, en bij hoeveel centrales is dit nog niet op orde? Op welk wetenschappelijk onderzoek en monitoringsgegevens baseert u dit?

4. Deelt u de mening dat bestaande centrales zo spoedig mogelijk voorzien moeten worden van een aantoonbaar goed werkend visgeleidingssysteem, zodat vissen wel ongeschonden de rivieren af kunnen zwemmen, en als dit niet het geval is de centrale stilgelegd zou moeten worden?

5. Kunt u uiteenzetten hoe de sterfte van paling bij waterkrachtcentrales zich verhoudt tot de afspraken die Nederland in Europa heeft vastgelegd in kader van het Aalbeheerplan om de paling te beschermen?

6. Zijn er in het kader van het Aalbeheerplan al maatregelen genomen om paling ongeschonden langs waterkrachtcentrales te leiden? Zo ja, welke maatregelen zijn er genomen en hoe effectief zijn deze aanpassingen? Zo neen, waanneer worden deze maatregelen dan wel genomen en geëvalueerd?

7. Kunt u een overzicht geven van de stand van zaken met betrekking tot de waterkrachtcentrale in Borgharen en of er al monitoringsgegevens over de vissterfte en vispasseerbaarheid zijn?

PKN-lid laakt laken verbod op onverdoofd slachten door Synode

Aan het Moderamen van de Generale Synode van de PKN

Geacht Moderamen,

Met verbazing lazen wij het bericht “PKN-voorman Plaisier laakt verbod op onverdoofd slachten” (Trouw 15 april jl.). Ook lazen wij op internet de brief van de PKN aan alle politieke partijen met de oproep om tegen een verbod op de onverdoofde rituele slacht te stemmen.

Namens wie spreekt de PKN hier? Bij mijn weten is niet naar de mening van de afzonderlijke PKN-leden gevraagd! Als PKN-lid herken ik mij in elk geval absoluut niet in deze oproep! En velen in mijn kerkelijke kring ook niet! Ik betreur het dan ook ten zeerste dat zomaar namens mij en vele anderen die voorstander van een verbod op onverdoofd slachten zijn, deze oproep is gedaan. Bovendien betreur ik de gekozen woorden in het Trouw-bericht en op de site van de PKN (“een vorm van sentimentaliteit die hypocriet is”) Hiermee trapt Ds Plaisier mij danig op het hart. Dit is toch geen uitspraak die een pastor waardig is… Hij geeft hiermee een deel van het kerkvolk een veeg uit de pan: alsof wij denken en handelen uit sentimentaliteit, óvergevoeligheid!

Graag wil ik u nuchter en weloverwogen het volgende voorleggen:

In de brief van de PKN aan de politici wordt de “gedegenheid en onweerlegbaarheid” van de vele wetenschappelijke onderzoeken in twijfel getrokken, omdat deze op de website van het NIK worden weersproken. Naar deze website wordt in uw brief verwezen.

Dit zijn echter alle ónafhankelijke onderzoeken die alleen het belang van het dier dienen. Ze komen alle tot dezelfde uitkomst: ónverdoofd slachten is ónacceptabel.

Deze onderzoeken achten wij dan ook betrouwbaarder dan die van de religieuze groeperingen zelf, waar een belang van de eigen groepering/gemeenschap in het geding is. Dat is net als “de slager die zijn eigen vlees keurt”.

Dat het NIK op haar site beweert dat de Partij voor de Dieren aan dieren mensenrechten wil toekennen is al onzinnig. Nergens in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens staat dat men mensen niet onbedwelmd de hals mag doorsnijden.

U stelt dat onverdoofd slachten geen inbreuk maakt op de rechten van dieren zoals die in de Joodse ethiek worden benadrukt.

Afgezien van het feit dat nergens, ook niet in de Joodse ethiek, aan dieren rechten worden toegekend (helaas), betekent het onverdoofd slachten een grote aantasting van het welzijn van het dier, dat in het gunstigste geval pas na circa een halve minuut na de halssnede het bewustzijn verliest. Afhankelijk van de diersoort kan dit zelfs oplopen tot enkele minuten.. Het dier moet dus het hele proces bewust meemaken, inclusief het stressvolle fixeren en kantelen, en dan de drie tot vijf halen met het mes door de hals. Tot het moment van bewusteloosheid verkeert het dier in een toestand van paniek, doodsangst, ontreddering, benauwdheid en pijn.
Met een reversibele elektrische bedwelming (een heel korte stroomstoot door de kop van het dier) is het dier direct buiten bewustzijn, en hoeft dan ook niets van alle voorbereidende handelingen (zoals het fixeren en kantelen) noch van de halssnede zelf bewust mee te maken. Het voorkomt veel dierenleed en na het toedienen van de bedwelming kan het dier alsnog ritueel worden gedood. Dit alles is in diverse landen w.o. in Nederland wetenschappelijk aangetoond. Een reversibele bedwelming wil dus zeggen dat het dier, indien het niet wordt gedood, binnen enkele minuten weer volkomen gezond bijkomt. Er wordt dus niets van het dier beschadigd door de bedwelming. Het leegbloeden van het karkas geschiedt even snel en volledig als wanneer het dier niet is bedwelmd. Ook dat is wetenschappelijk aangetoond. Na deze bedwelming kan het dier alsnog ritueel gedood worden.
Een reversibele bedwelming hoeft dus het ritueel doden van het dier niet in de weg te staan.
(Trouwens, waarom mogen Joodse jongetjes wél een verdoving krijgen voor de rituele besnijdenis? Waarom dit onderscheid?)

Voorts bevreemdt het u dat onze maatschappij zich zo weinig gelegen laat liggen aan het vermijden van dierenleed zoals in de vleesindustrie.

Maar heeft de Generale Synode de politici wel eens opgeroepen de intensieve vee-industrie, de veetransporten en de grove misstanden in vele slachthuizen terug te dringen of zelfs te beëindigen?

In de maatschappij werkt het juist anders. Hoeveel maatschappelijke groeperingen zijn er niet die tegen de mens- en dieronterende intensieve vee-industrie ageren en daar ook alternatieven voor hebben aangedragen? Het is dus niet alleen maar (zoals Ds Plaisier in Trouw zei) “het uitziften van de (in uw ogen) mug“ (de smartelijke dood van jaarlijks twee miljoen dieren), in tegenstelling tot de “kameel” (het overige dierenleed). Zeer veel consumenten kopen diervriendelijker producten en daarnaast is het aantal vegetariërs en veganisten fors groeiende. Er is kennelijk een proces gaande in de maatschappij, dat niet meer te stuiten is, en gelukkig laten ook veel PKN-leden zich meenemen in dat proces. Dat de intensieve vee-industrie nog onverminderd doorgaat in Nederland en zich nog steeds verder uitbreidt (megastallen) is hoofdzakelijk voor de vee- en vleesexport.

Het doet ons deugd dat de Generale Synode nu ook haar zorgen uit over het gigantische dierenleed in onze vee-industrie. Hopelijk kunnen we binnenkort een oproep van de PKN aan de politiek verwachten tegen de dieronwaardige vee-industrie!? De Partij voor de Dieren en de vele dierenorganisaties zouden zich daar zeer door gesteund weten in hun strijd voor een humanere behandeling van onze dieren!

Het verheugt ons, dat in de bijbel aanzetten gegeven worden voor een menswaardige en diervriendelijke omgang met dieren (de andere schepselen die er eerder waren dan de mens) zoals bijvoorbeeld: het onder lasten bezwijkende dier (zelfs dat van de vijand) moet men immers helpen. Voor wie geen stem heeft komt men op.
Kan mijn kerk de stem zijn van al wie vandaag lijdt en zelf geen stem heeft?

Graag zouden wij met u van gedachten willen wisselen over het bovenstaande. In een open gesprek en met wederzijds respect.

In afwachting van uw reactie verblijven wij,

Met vriendelijke groet, en hoogachting,

mevr. E. de Boer, lid van de PKN en
secr. Stichting “Rechten voor al wat leeft

Als een megastal niet meer mag, dan is er weer zicht op kwaliteit van leven

Peter de Graaf interviewt voor de Volkskrant van 19 april 2011 varkensboer Jos Heijmans. Volgens Heijmans maakt het de varkens niet uit of zij met honderd of met duizend in de stal staan. En wie zou hem daarin ongelijk geven? Protest kost geld. Sterker nog, "vroeger waren de stallen klein, donker, koud en tochtig en vroren de biggen ’s winters aan het beton vast. De megastal heeft meer voor- dan nadelen" volgens Heijmans. “We zijn een productiebedrijf, we maken vlees. Als dit niet mag, dan houdt het op”.
Vanuit het perspectief van de varkensboer is het leven simpel: hoe grootschaliger, hoe efficiënter, dus hoe groter de winst. En de consument profiteert mee met lage vleesprijzen.
Het bezwaar tegen het grootschalig houden van varkens zit ‘m niet in de aantallen in één stal. Het bezwaar is tegen het gebrek aan kwaliteit van het leven van een varken of koe in een stal, groot of klein. Zo'n dier komt niet meer buiten.
Het bezwaar zit ‘m ook in de gevolgen van het toelaten van zo veel megastallen in ons land. We produceren het drievoudige aan vlees en zuivel dan wat de directe omgeving nodig heeft. Twee derde wordt geëxporteerd en jaagt buitenlandse boeren ook naar grootschaligheid en stuwt de vleesconsumptie op. Het gevolg is dat het veevoer van ver moet worden gehaald en het klimaat opwarmt. Door de concurrentie en het onnatuurlijke leven van de dieren in een stal is er veel dierenleed en milieuvervuiling. De overlast voor de directe omgeving is vooral de lelijkheid en minder dan vroeger de stank.
Het bezwaar is ook de overbodigheid. Door megastallen verdienden de eigenaren veel geld, maar hun product is eigenlijk overbodig. De mens kan ook zonder en zonder vlees en zuivel is er op aarde voor een veelvoud aan mensen, dieren en vrije natuur voldoende ruimte en voedsel. Vlees en zuivel uit een megastal vreet ruimte buiten en in het buitenland in tegenstelling tot wat sommigen denken. Waarom zouden we dan toelaten dat ons land wordt volgebouwd met lelijke vleesfabrieken vol dierenleed om de portemonnee van een kleine groep te spekken? We kunnen de ruimte en grondstoffen voor veevoer veel beter gebruiken om mensen in binnen- en buitenland een aangename leefomgeving te bezorgen waar dieren uit de vrij natuur ook ruimte genoeg hebben om te leven. Zodat kwaliteit van de leefomgeving weer bijdraagt aan levensgeluk.

19 april 2011

Nederland hoog in de lijst met veel dierenleed

Volgens de Stichting Dierenhulp is ons land in 2011 twee plaatsen gestegen op de top van landen met de meeste dierenleed, door het verhandelen van zieke paarden, handel in tal van levende dieren via websites en het verlenen van een jachtvergunning aan leden van het Koninklijk huis. Ook de talloze meldingen over mishandelen en verminken van eenden, ganzen, zwanen, honden en katten zorgen ervoor dat ons land nu op de vierde plek staat.

De top tien van dieronvriendelijke landen ziet er als volgt uit.

1 Griekenland
2 Spanje
3 Nederlandse Antillen
4 Nederland
5 Roemenie
6 Turkije
7 Venezuela
8 Bulgarije
9 Egypte
10 Portugal

Verbod op doden paling door zoutbad

Historische doorbraak: einde onverdoofd doden paling

Persbericht PvdD, Den Haag, 19 april 2011 – De motie van de Partij voor de Dieren voor een verbod op het onverdoofd doden van palingen door middel van een zoutbad is vanmiddag door de Tweede Kamer aangenomen. Deze barbaarse traditionele methode voor het doden van paling met zout levert veel pijn en stress in een langdurige doodstrijd.

De Raad voor Dieraangelegenheden concludeerde daarom al in 2003 dat het ontslijmen van paling met zout een onacceptabele dodingsmethode is. Er is tegenwoordig een
alternatief beschikbaar waarbij palingen voorafgaand aan de slacht binnen een seconde kunnen worden verdoofd. De Partij voor de Dieren vraagt daarom in haar motie aan de regering regelgeving te ontwikkelen voor verdoving voorafgaand aan de slacht.

Voor landbouwhuisdieren geldt al de wettelijke verplichting om dieren voorafgaand aan de slacht binnen korte tijd buiten bewustzijn te brengen, om de dieren zo min mogelijk pijn en stress te laten verduren. Voor vissen gelden deze regels nog niet en vooral voor palingen leidt dat tot een afschuwelijke dood.

Esther Ouwehand: “Ik ben blij dat een meerderheid in de Tweede Kamer het met de Partij voor de Dieren eens is dat het doden van paling door middel van een zoutbad een wrede traditie is. Er is tegenwoordig een verdovingsapparaat beschikbaar om een paling voorafgaand aan de slacht te verdoven. Dat er wettelijke regels worden opgesteld is daarbij zeer belangrijk, want anders kan er niet gegarandeerd worden dat die zoutbaden echt niet meer voorkomen.”

De Partij voor de Dieren pleit al langer voor beschermende maatregelen en voor wetgeving voor het doden van vissen en het beperken van pijn en stress voorafgaand aan de slacht. Al in 2008 bijvoorbeeld diende de partij een motie in voor verbod op het doden van palingen door middel van een zoutbad. Die haalde het toen niet. De motie is vandaag aangenomen met steun van SP, PvdA, GroenLinks, D'66 en PVV.

16 april 2011

Is de manier waarop je dieren slacht een grondrecht?

Nu de discussie in de Tweede Kamer wordt gehouden of ritueel slachten mag/moet worden verboden, komen uiteraard ook de consequenties daarvan op tafel.
De meeste rituele slacht betreft de manier waarop moslims geiten en schapen slachten, maar ook de koosjere slacht van de Joodse samenleving valt daaronder. De rabbijnen vinden dat onverdoofd koosjer (in het Jiddish “kosher”) slachten een aspect van godsdienstvrijheid is (Zie ook de gedragsvoorschriften uit de Halacha).
In vrijwel alle godsdiensten is de ethiek afgeleid van de gouden regel “wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet”. Wie niet houdt van dubbele ontkenningen “vrijheid van de een houdt op waar de vrijheid van de ander begint”. Houdt de vrijheid van godsdienst niet op, waar de vrijheid van levende wezens begint? Vrijheid is dus een grondrecht. Wanneer je vindt dat dit grondrecht van vrijheid ook voor dieren geldt, dan pas je jouw voedingswijze daar op aan. Ook een Jood of Islamiet kan vlees laten staan. Dieren slachten is geen verplichting en daarbij verdoofd worden een kleinere vorm van dierenleed.
Alle 2500 dieren die in Nederland jaarlijks kosher worden geslacht, worden in één slagerij in Amsterdam geslacht. Wordt dit in Nederland verboden, dan kan het vlees vanuit het buitenland worden geïmporteerd. Groot is het probleem niet, maar voor Joden en Islamieten onprettig ("gekwetst" is een groot woord), omdat zij zelf vinden dat zij dieren voor de slacht gebruiken die een veel beter leven hebben gehad dan de dieren, die normaal worden gegeten. Die leven een dieronwaardig saai leven in een stinkende stal, met veelal duizenden soortgenoten, terwijl de dieren die kosher geslacht worden hebben buiten gelopen in de frisse lucht en hooguit in de laatste minuten van hun leven dierenleed ondergaan.
Het is dan ook een ironische samenloop van de loop van de geschiedenis dat Marianne Thieme, die net als de Joden op zaterdag sabbat houdt omdat zij lid is van de Zevendedags Adventisten, de woordvoerster is van degenen die ritueel slachten willen verbieden. Maar Marianne is vegetariër, haar echtgenoot een vegetarische slager. Zou het niet eens tijd worden dat de Joodse geloofsgemeenschap haar eeuwenoude tradities eens onder een moderne loep zouden bekijken?
Veertig jaar geleden liepen Nederlandse vrouwen in het openbaar met een hoofddoek. Als uiting van emancipatie hebben zij dat afgelegd. Tegenwoordig is het dragen van een hoofddoek voor islamitische vrouwen een teken van emancipatie. Emancipatie is het sleutelwoord. Zou het laten staan van vlees niet voor iedere wereldburger een emancipatoire handeling zijn? Doen zij het niet dan is er voor de groeiende wereldbevolking te weinig voedsel. Laten ze vlees wel staan dan heeft de aarde genoeg voedsel voor 40 miljard mensen.
Soms de uiterlijke vorm van jouw geloof veranderen kan van levensbelang zijn. Degene die het leven van een levend wezen redt, heeft de hele mensheid gered (5: 32). Een kleine stap voor een geloofsgemeenschap en een grote stap voor de mensheid.

13 april 2011

Waarom wordt er zoveel antibiotica gebruikt in de veehouderij?

In de berichtgeving over het overmatige gebruik van antibiotica in de intensieve veehouderij wordt vaak het aspect overgeslagen dat antibiotica groeibevorderend werkt. Het gaat niet alleen de groei van bacteriën tegen die de opeengepakte dieren in de stallen beschermen tegen ziektes, maar het zorgt er ook voor de dieren eerder slachtrijp zijn.
Geen wonder dat de boeren links -of rechtsom zoveel mogelijk antibiotica inzetten. Maar de bacteriën worden ook resistent gemaakt en de kans wordt steeds groter dat de mens die dergelijke bacteriën bij zich draagt niet meer kan worden geholpen bij een infectie en sterft.
Wil het overmatige antibioticagebruik worden uitgebannen, dan moet het voor een boer minder aantrekkelijk worden om snel te kunnen slachten en veel dieren te houden. Die snelheid en hoeveelheid is nu nog aantrekkelijk omdat Nederland de dierlijke producten op heel veel internationale markten concurrerend kan afzetten.
Een opzet van de veehouderij waarbij de nadelen van het intensief houden van vee ook daadwerkelijk en geheel wordt doorberekend aan de boeren kan de grootschaligheid tegengaan. Dat kan door de eis van grondgebondenheid te stellen, dat wil zeggen dat zowel het veevoer afkomstig is uit de directe omgeving als dat de mest wordt afgezet op eigen grond. Maak een systeem waarbij de koe, het varken of de kip die zelf mesten op het land minder kost dan het jaarrond op stal houden van dieren. Uiteraard moet dit samengaan met een forse reductie van de Nederlandse veestapel en een op natuurlijke manier omgaan met ziektes. Die veestapel is nu nog drie keer zo groot dan de afzet in eigen land. Net als de mens zou een dier ziek mogen worden en herstellen en dat kan gemakkelijker worden georganiseerd met een kleiner hoeveelheid dieren in ons land.
Wanneer vlees duurder wordt en het aantrekkelijker wordt om vleesloos te eten kan een veelvoud van mensen op de aarde worden gevoed en scheelt het bovendien in de opwarming van het klimaat.

31 maart 2011

De woede over de MKZ ruimingen in Kootwijkerbroek

10 jaar geleden werd vee geruimd in Kootwijkerbroek. Er werd veel verzet gepleegd want de Kootwijkerbroekers waren er niet van overtuigd dat er echt MKZ was.
De reden van de ruiming was dat de MKZ de exportpositie van de Nederlandse veehouderij bedreigde. MKZ (Mond-en KlauwsZeer) is een besmettelijke ziekte die een koe best kan overleven en die niet echt schadelijk is voor de mens. Maar voor de economie des te meer.
In de publiciteit rondom het verzet van de Kootwijkerbroekers tegen de ruimingen wordt dit element vreemd genoeg nauwelijks genoemd. De Kootwijkerbroekers hadden hun vee graag behouden en in vorige eeuwen werkte dat ook zo. MKZ trad af en toe op en verdween weer. Maar omdat het vee in Kootwijkerbroek ook deel uit maakt van de Nederlandse exportbelangen is het niet God die in Kootwijkerbroek beslist over leven en dood van de veestapel maar de RVV (Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees).
Het is dus een beetje flauw dat de media weinig aandacht schenkt en schonk aan deze achtergrond, want nu lijkt het of de religieuze achtergrond van de Kootwijkerbroekers een doorslaggevende rol speelt. Van boeren (veehouders) is bekend dat zij niet erg genuanceerd zijn in het erkennen van de gevolgen van hun wens om enerzijds veel geld te verdienen aan hun beroep en aan de andere kant weinig geneigd zijn om zich te onderwerpen aan het gezag van de overheid. De overheid keek 10 jaar geleden vanuit het perspectief van de exportbelangen, de Kootwijkerbroekers keken vanuit het perspectief dat je een koe met MKZ niet noodzakelijkerwijs hoeft te doden. Los daarvan is het voor iedere boer verschrikkelijk zuur om dieren gedood te zien waar ze zoveel energie in hebben gestoken,
Maar omdat de veestapel van de Kootwijkerbroekers deel uitmaakt van de veel te grote veestapel in Nederland zullen ze moeten kiezen: of zij richten zich op een kleinschalige, diervriendelijke en ecologisch verantwoorde veehouderij of zij scharen zich bij de exportbelangen van de Nederlandse agrobusiness. Kiezen ze voor het eerste (eventueel vanuit oprecht "rentmeesterschap"), dan hebben ze een punt wanneer ze zich verzetten tegen een overheid, die economische belangen boven dierenwelzijn stelt.

Zie ook de ervaring van de dierenartsen.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.