De Stichting Zinloos Geweld tegen Dieren onderzocht of dit wel het geval is en concludeerde dat soms dieren er erger aan toe zijn in hun opvangplaats dan de plaats waar ze waren weggenomen. Opvallende conclusie was ook dat er nogal wat geld verdiend wordt aan het opvangen van dieren.
De Partij voor de Dieren heeft de minister van LNV de volgende vragen gesteld over de opvang van in beslag genomen dieren.
- Heeft u kennis genomen van het Zwartboek Inbeslagname Dieren Stichting Zinloos Geweld tegen Dieren? Hoe beoordeelt u de conclusies die hierin getrokken worden?
- Kunt u uiteenzetten op welke wijze dieren geregistreerd worden door de Dienst Regelingen? Hoe beoordeelt u de conclusie uit het rapport dat de registratie niet voldoet?
- Zijn het afgelopen jaar opslaghouders en opslaglocaties door de Algemene Inspectiedienst en Dienst Regelingen gecontroleerd die niet voldeden aan de vereisten? Zo ja, kunt u uiteenzetten om hoeveel gevallen dit ging en aan welke vereisten men niet voldeed?
- Heeft u in het kader van de uitvoeringsregels van de Wet Dieren al meer informatie aangaande het opnemen van algemene verzorgings- en huisvestingsregels voor gehouden dieren en of er situaties kunnen worden aangewezen waarin er sprake is van het benadelen van het welzijn of de gezondheid van een dier? Zo ja, kunt u deze toelichten? Zo neen, waarom niet?
In ons land worden jaarlijks een half miljard dieren gehouden. De meeste daarvan zijn vleeskippen. Het is niet te verwachten dat wanneer een boer slecht zorgt voor 10.000 vleeskippen dat er dan door de overheid een opvangplaats gezocht gaat worden voor die dieren. Ook de stallen met varkens zijn daarvoor doorgaans te groot. In deze gevallen zou de overheid veel vaker moeten controleren of ze goed worden gehouden. Maar de kans dat een veehouder bezoek krijgt van inspectie is klein.
Daarvoor is de menskracht van de controlerende instanties gewoon te gering.
Maar een opvang voor de dieren van een malafide fokker of een melkveehouder die zijn dieren verwaarloost zou toch te organiseren zijn.
Meer controleren en meer opvang regelen kost geld. Meer geld betekent hogere vleesprijzen en de meeste mensen zijn niet bereid hun kiloknallers te missen. Volgens de reclamecode commissie mag Wakker Dier klanten van C-1000, waar de prijs van de kiloknallers onder de prijs van het kattenvoer ligt, blijven doorverwijzen naar haar concurrenten. C-1000 is hoogstens bereid om meer aandacht te besteden aan de promotie van haar biologische producten. En dat is winst, maar wel mager.
De meesten mensen laten zich aanpraten dat de manier waarop boeren hun vee houden een zaak is van consument en supermarkt.
Die zouden de markt zijn waarop het beleid bepaald wordt hoeveel moeite boeren steken in de zorg voor welzijn van hun dieren. En zo wijst iedere partij die belangen heeft in het laten voortduren van de huidige manier van dieren houden naar een andere partij die meer verantwoordelijkheid zou dragen.
De enige manier om deze impasse te doorbreken is een verandering in de behoefte van de mens om vlees en zuivel te consumeren. Dat is een lange weg, maar iedere poging om dat pad in te slaan is een vruchtbare, zolang het maar smakelijke en gezonde alternatieven oplevert voor voedsel van dierlijke herkomst.
Klik hier om meer te lezen over verantwoordelijkheid in de omgang met dieren.