Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label politiek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label politiek. Alle posts tonen

28 februari 2011

PvdD hekelt schijnbelangstelling dierenwelzijn politieke partijen

Partij voor de Dieren roept partijleiders op voorafgaand aan slotdebat:
Passen jullie een avondje op de dieren?


Persbericht Amsterdam, 28 februari 2011 - De Partij voor de Dieren zal morgenavond, voorafgaand aan het NOS slotdebat waaraan slechts 8 van de 10 fractievoorzitters uit de Tweede Kamer mogen deelnemen van de NOS, haar ongenoegen kenbaar maken tegen haar uitsluiting. Leden van de Partij voor de Dieren zullen voorafgaand aan het NOS debat gemuilkorfd demonstreren bij de ingang van de Eerste Kamer.
Het Kort Geding van de Partij voor de Dieren tegen de NOS diende vandaag bij de rechtbank in Amsterdam, maar heeft tot teleurstelling van de Partij voor de Dieren niet geleid tot een uitspraak die de NOS verplicht alsnog ruimte te maken bij het slotdebat voor de uitgesloten partijen Partij voor de Dieren en SGP.
Marianne Thieme: “de NOS heeft zichzelf een brevet van onvermogen gegeven door te stellen dat ze niet in staat is een hanteerbaar en uitzendbaar debat te organiseren met 10 deelnemers. Mogelijk moet de NOS haar licht eens opsteken bij de voorzitter van de Tweede Kamer die voortdurend debatten met 10 deelnemers organiseert en nog nooit heeft gedacht aan uitsluiting van een deel van de partijen. Het vonnis van de rechter ontslaat de NOS geenszins van haar verplichting tot pluriforme aandacht voor alle politieke stromingen die gekozen zijn.”
Marianne Thieme vraagt alle lijsttrekkers die wel aan het debat deelnemen “een avondje op de dieren te passen”.”Wie weet bevalt het wel zozeer dat ze de smaak te pakken krijgen.”
Fractievoorzitter Marianne Thieme wijst erop dat partijen op dit moment over elkaar heen buitelen om diervriendelijke voorstellen te doen in de vorm van een megastallenverbod, vrije uitloopmogelijkheden voor dieren etc.
Thieme: “We zijn blij met elk diervriendelijk of natuurvriendelijk voorstel dat andere partijen doen, maar we zullen ze er wel blijvend aan herinneren dat voorstellen in verkiezingstijd niet vrijblijvend kunnen zijn. Zo noemde GroenLinks het voorstel om dierenrechten op te nemen in de grondwet in 2008 ‘rijp om behandeld te worden in de Tweede kamer’, maar is het daar nog steeds niet van gekomen. En zo pleitte de PvdA in 2004 kort voor de verkiezingen voor het wettelijk vastleggen van 5 vrijheden voor dieren, maar is dat nog steeds niet gebeurd.
Ook de plannen van het kabinet om een dierenpolitie in te voeren, lijken geen hoge prioriteit te hebben.
Over de uitspraak van de rechter zegt Thieme: “we moeten de overwegingen van de rechtbank nog zorgvuldig bestuderen, maar de discussie over het muilkorven van politieke partijen in het debat is hiermee zeker niet tot een einde gekomen.”

24 februari 2011

Kwart Nederlanders weegt dierenwelzijn aanzienlijk mee in stem

Bio-industrie en aantasting leefgebieden voornaamste dierenwelzijnsproblemen in provincies

Opiniepeiling: Kwart Nederlanders weegt dierenwelzijn aanzienlijk mee in stem


Persbericht WSPA. Den Haag, 24 februari – Van alle Nederlanders laat een kwart (24%) dierenwelzijn aanzienlijk meewegen in zijn of haar stem op 2 maart aanstaande.

De bio-industrie of intensieve veehouderij (40%), de aantasting van leefgebieden van dieren (25%) en de bestrijding van muskusratten en andere plaagdieren (14%), vormen de belangrijkste dierenwelzijnsproblemen in de Nederlandse provincies volgens het Nederlandse publiek. Dat blijkt uit een peiling van Maurice de Hond in opdracht van dierenwelzijnsorganisatie WSPA (World Society for the Protection of Animals) Nederland onder 3250 respondenten. Een meerderheid van de ondervraagden vindt dat de partij waar zij vorig jaar op heeft gestemd meer zou moeten doen aan dierenwelzijn.

40% van alle Nederlanders beschouwt de bio-industrie of intensieve veehouderij als het belangrijkste dierenwelzijnsprobleem dat speelt in de Nederlandse provincies. De inwoners van Overijssel (49%), Noord-Brabant (44%) en Noord-Holland (44%) zijn daar bovengemiddeld bezorgd over. Inwoners van Friesland (32%), Flevoland (42%) en Zeeland (41%) beschouwen de aantasting van de leefgebieden van wilde dieren als het belangrijkste probleem van Nederlandse provincies.

Politieke partijen moeten meer doen

Een meerderheid van de Nederlanders vindt dat de partij waar zij vorig jaar op heeft gestemd veel meer (17%) of iets meer (34%) zou moeten doen aan dierenwelzijn. Bij de grote partijen vinden vooral stemmers van de Partij voor de Vrijheid (59%), SP (59%) en de Partij van de Arbeid (57%) dat hun partij meer zou moeten doen aan dierenwelzijn.

Kwart weegt dierenwelzijn zwaar mee in stem

Bijna een kwart (24%) van alle Nederlanders laat dierenwelzijn aanzienlijk meewegen in zijn of haar stem op 2 maart aanstaande. 2% laat dierenwelzijn uitsluitend meewegen in hun stem. Nog eens 45% weegt dierenwelzijn mee, zij het weinig. 26% van de Nederlanders weegt dierenwelzijn niet mee in hun stem. Ten opzichte van andere provincie-inwoners weegt het grootste aantal Limburgers (35%) dierenwelzijn niet mee in zijn stem.

Bestrijden dierenmishandeling

De hoogste prioriteit moet de politiek geven aan het bestrijden van dierenmishandeling, volgens de Nederlanders. Daarna volgt het lange afstandstransport van vee en de handel in wilde dieren voor commercieel of particulier gebruik. De industriële veehouderij staat op de vierde plaats.

Geen bezuinigingen ten koste van dierenwelzijn

De veelbesproken bezuinigingen mogen volgens een ruime meerderheid (67%) van de ondervraagden géén consequenties hebben voor het welzijn van dieren. De inwoners van Zeeland zijn hier het meest van overtuigd (76%).

Volgens WSPA tonen de resultaten aan dat dierenwelzijn een belangrijk verkiezingsissue is, maar ook dat zowel politieke partijen als burgers er nog meer rekening mee kunnen houden. Ruud Tombrock, directeur van WSPA Nederland: “Voor veel dieren is de uitslag van de verkiezingen op 2 maart vaak letterlijk van levensbelang. WSPA geeft geen stemadvies, maar wij roepen wel iedereen op om dierenwelzijn mee te wegen bij het stemmen.”

16 februari 2011

Dirkmaat spuugt terug tegen natuurbeleid

Jaap Dirkmaat heeft de stichting Das&Boom opnieuw leven ingeblazen omdat hij zich zorgen maakt over het natuurbeleid van staatssecretaris Bleker. In het verleden was hij gestopt met de stichting vanwege het relatieve succes voor het voortbestaan van de korenwolf en de das in Nederland, maar door de huidige regering is hij ongerust geworden.
In de Volkskrant van 16 februari 2011 citeert Caspar Janssen Dirkmaat.
'Het is nu zover dat ze gewoon op je staan te spugen. De minachting van dit kabinet voor de planeet die ons voedt, de rancuneuze drang om alles wat in twintig jaar is bereikt binnen vier jaar de nek om te draaien, ik vind het schokkend. En dat bestrijd je niet door te piepen en te jammeren. Nee, dat moet je zakelijk en keihard aanpakken. Gewoon met de regels in de hand'.
En.
Das&Boom wil nu, zegt Dirkmaat, verder onderzoeken welke kabinetsbesluiten in strijd zijn met internationale verdragen. Een aantal concrete onderwerpen heeft hij al paraat. Zoals het kabinetsvoornemen om het zogeheten Kierbesluit, dat regelde dat de Haringvlietsluizen in beperkte mate open zouden gaan voor de migratie van vissen zoals de zalm, terug te draaien. 'Een duidelijk geval,' meent Dirkmaat.
En:
Het nieuwe Das&Boom wil vooral strijd gaan voeren tegen het 'uitkleden' van de zogeheten ecologische hoofdstructuur (EHS). 'De EHS is door de rijksoverheid opgeschreven als de reddingsoperatie voor de natuur. Want soorten verdwijnen uit reservaten en natuurterreinen omdat die te klein zijn en de invloeden van buitenaf te sterk. Dus moeten je die gebieden gaan uitbreiden, gaan verbreden en gaan bufferen. En goed beheren. De bezuinigingen die nu zijn voorgesteld zullen ertoe leiden dat bijna de helft van de EHS niet wordt uitgevoerd en dat het beheer in gevaar komt. Bovendien gaan de verbindingszones niet door. Dat is een ramp, ook al omdat dieren en planten vanwege de klimaatverandering moeten kunnen migreren. Het betekent dat je soorten gaat verliezen, dat dieren en planten uitsterven'.
Tot zover de Volkskrant.

Volgens Dirkmaat is Bleker rancuneus en eigenlijk is dat vreemd omdat boeren zelf het onderspit zullen delven wanneer zij hun koers niet verleggen naar een meer diervriendelijke inrichting van het platteland. Ook is Bleker duidelijk dubbelhartig. Aan de ene kant wil hij een brede maatschappelijke discussie starten over de wenselijkheid van het bouwen van megastallen, maar verdedigt hij megastallen wanneer het familiebedrijven zijn.
Een dergelijk doorzichtig aan het lijntje houden van de kiezer kan niet onopgemerkt blijven. Nederland vergrijst en de oudere kiezer heeft behoefte aan recreatie op het platteland en heeft de demagogische trucs allang door. Het is niet voor niets dat het CDA zoveel aanhang verliest.

Dirkmaat: ‘door zulke mensen wil ik niet geleid worden. En dat kun je niet bestrijden met zeuren, maar alleen door er hard tegenin te gaan'.

Klik hier om meer te lezen over de Ecologische HoofdStructuur.

23 december 2009

Nederlanders hypocriet over dieren en boeren?

Citaat uit Het Vervolg van de Volkskrant van 19-12-2009:

CDA-politicus Ger Koopmans: De PvdD vertolkt "wel een gevoel dat leeft". Nederlanders vervreemden steeds meer van boeren. "Mensen zijn ook wel hypocriet. Met een parkiet in een kooi naast de bank, zitten ze af te geven op het feit dat slachtkippen te weinig ruimte hebben".

Bij wijze van uitzondering heeft Koopmans hier gelijk.

Meer lezen over inconsequente redeneringen, waarbij de rechten van dieren over het hoofd worden gezien? klik hier.

17 december 2009

De beweging voor dierenrechten is minder effectief dan ze zou kunnen zijn

Het opkomen voor dieren kent 2 belangrijke aspecten: gevoel voor rechtvaardigheid en mededogen met het dier. Deze 2 motivaties lijken op de 2 hoofdstromen in de politiek: liberalisme en het socialisme. In de strijd voor de rechten en belangen van het dier heeft recht op vrijheid (liberalisme) helaas niet zulke goede associaties. De associaties die hier bedoeld worden, zijn een associatie met de liberale politiek van de VVD en de politiek van de dierenliberatoren, het dierenbevrijdingsfront (DBF). Dat is jammer, want daardoor dreigt het opkomen voor dieren minder effectief te zijn.

Meer lezen? Klik op de link:

29 november 2009

Obama en de ‘suckers’ ……………

Een poos geleden kreeg president Obama de lachers op zijn hand toen hij in een interview tijdens een live-uitzending een vlieg dood sloeg! “I got the sucker!”, was zijn triomfantelijk commentaar. Iedereen lag plat! De vlieg had niet veel meer misdaan dan er gewoon te zijn en wat in de studio rond te vliegen zonder ook maar iemand lastig te vallen of te bedreigen. Het ging namelijk om een gewone huis- tuin- en keukenvlieg. Waarom dat dier dood moest en meer nog waarom deze actie naar het niveau van een presidentiële daad moest worden getild is mij nooit zo goed duidelijk geworden. Maar ja, elke scheet die de Amerikaanse Messias laat is nou een maal wereldnieuws………………
Vorige week was het opnieuw raak. Obama schonk ‘gratie’ aan kalkoen die anders waarschijnlijk op het bord van een aantal obesitas-Amerikanen terecht was gekomen ter gelegenheid van Thanksgivingsday of iets ander onbenulligs. Hilariteit alom door de zwierige wijze waarop Mr. President ook hier zijn minachting voor dierlijk leven tot expressie bracht. Wederom werd het woord ‘sucker’ gebezigd richting de nietsvermoedende kalkoen. De waanzin die er toe heeft geleid dat we miljarden dieren hebben veroordeeld tot een ellendig leven en een niet minder ellendige dood wordt nog steeds alom als iets normaals en vanzelfsprekends beschouwd. Gelukkig beginnen hier en daar bewegingen op te komen van mensen die inzien dat het zo niet langer kan en dat onze houding t.o.v. onze mededieren dringend aan herziening toe is. In Nederland mogen we ons gelukkig prijzen met een Partij voor de Dieren, Wakker Dier, Varkens in Nood, Bont voor Dieren, Wilde Dieren de Tent uit etc. Ook in andere landen komen processen, zowel politiek als maatschappelijk, op gang waarin veranderende ideeën over hoe met dieren moet worden omgegaan meer en meer ingang vinden.
Hoe de situatie op dat punt in de Verenigde Staten is kan ik moeilijk inschatten. Maar dat ook aan een president best eens mag worden duidelijk gemaakt dat dieren er niet alleen zijn om op te eten, je er mee te vermaken, status te verwerven en simpelweg dood te slaan als ze even in de weg zitten, lijkt me duidelijk!

16 november 2009

Boeren kunnen de juiste kostprijs krijgen zonder de voedselprijs te verhogen

“Boerenbobo” Anton Vermeer geeft in de Volkskrant van zaterdag 14 november 2009 de supermarkten de schuld voor de lage prijzen die boeren krijgen voor hun melk en andere producten. De mensen zouden bereid moeten zijn om meer voor hun voedsel te betalen. Hij ziet de politiek, met name in Brussel als de verantwoordelijke die ook nog eens effectief kan doen aan het gat tussen wat de supermarkt betaalt en de boer in zijn ogen zou moeten krijgen. De supermarkten zouden in Europa met ongeveer 10 inkopers ongeveer 70 procent van de markt beheersen. De supermarkten wijzen echter ook naar de overheid om een doorbraak te forceren.
Er is echter een eenvoudiger manier om een rechtvaardige prijs voor de boeren en consumenten te regelen, die bovendien dier- en milieuvriendelijker is. Wat de meeste consumenten zich niet realiseren is dat zij via de belasting opdraaien voor de kosten die de boeren uit de intensieve veehouderij niet betalen voor het opruimen van de nadelen van hun grootschalige productie. Biologische, maar beter nog biodynamische boeren doen dat beter en wanneer het geld dat de consument nu via de belasting betaalt voor zijn voedsel door de fiscus bij de intensieve veehouders wordt gehaald, dan betaalt de consument een reële en ongeveer gelijke prijs voor een vlees of zuivel.
U leest het goed: wanneer het ‘de vervuiler betaalt’-principe wordt toegepast bent u evenveel geld kwijt en kunt een product kopen van hogere kwaliteit.

03 november 2009

Overheid moet doorbraak forceren in duurzame voeding

In Trouw van 30 oktober pleit AH voor het volgende.
Supermarktreus Albert Heijn vindt dat de overheid een doorbraak moet forceren in de markt voor biologische en fairtradeproducten. Gebeurt dat niet, dan blijft duurzaamheid in voeding een marginaal verschijnsel.
Pogingen van de grote spelers in de supermarktwereld duurzaamheid op een hoger niveau te brengen zijn tot op heden gestrand. Volgens Albert Heijn kan de markt zelf niet voor een doorbraak zorgen. Zonder aanzienlijke initiatieven van de overheid gekoppeld aan afdwingbare regels zal duurzaamheid in voeding onvoldoende van de grond komen. Een supermarktconcern, hoe groot ook, lukt dat niet, zegt Simone Hertzberger, hoofd kwaliteit van Ahold Nederland. Ook supermarkten samen zullen volgens haar niet slagen om een echt grote stap naar duurzaamheid te zetten.

In de Volkskrant van 3 december 2009 reageert Han Swinkels van de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) vindt het plan van Albert Heijn `een ouderwets idee'. Volgens hem is een wet voor duurzame voedselproductie onmogelijk omdat Nederland deel uitmaakt van de Europese Unie. Tweederde van de landen tuinbouwproducten wordt geëxporteerd, zegt Swinkels. `Als alleen wij duurzaam produceren, dan verliezen we Europese klanten die elders niet-duurzaam voedsel goedkoper kunnen krijgen'.
`Duurzaam' is bovendien moeilijk te definiëren zegt Peter Jens, directeur van de biologische landbouw- en voedingorganisatie Biologica. `Die boontjes uit Kenia zijn misschien sociaal wel duurzaam geteeld, maar ze hier heen krijgen leidt nog altijd tot veel C02-uitstoot'. Volgens Jens is en het daarom nog veel te vroeg voor een algemene wet.
Tot zover een aantal reacties van diverse organisaties.

Zoals gebruikelijk compliceren ze een zaak die in principe heel eenvoudig is: in de Nederlandse veehouderij wordt geproduceerd voor de buitenlandse markt. Om op die markt te kunnen concurreren wordt in eigen land bezuinigd op dierenwelzijn en milieu. Niet iedereen ziet in dat die bezuinigingen onrechtvaardig zijn en voor de langere termijn schadelijk zijn voor onszelf. We vergroten het risico van gevaarlijke opwarming van het klimaat en het uitbreken van gevaarlijke ziekten. We verkleinen de biodiversiteit en de aantrekkelijkheid van het landschap en de natuur.
Daar ligt een taak voor de overheid, zoals AH terecht stelt. Om de overheid zo ver te krijgen is de medewerking van de politiek nodig. En die is nog niet zover om de belangen van een kleine groep ondernemers te beperken ten behoeve van het grotere belang van de samenleving.
Het congres van het CDA, bijvoorbeeld, heeft in weekend van 30 oktober 2009 nog een motie weggestemd om minder vlees te eten door een vleesloze dag te introduceren. Zolang politici en burgers nog niet zelf de verantwoordelijkheid nemen voor het verminderen van de effecten van hun eigen eetgedrag op de opwarming van het klimaat, zullen we blijven modderen en -al wijzend naar elkaar- de eigen verantwoordelijk afschuiven.

18 december 2008

In de komende tien jaar moeten nog 28 ecoducten worden gebouwd

Ecoducten, oversteekplaatsen voor wild, bestaan 20 jaar, in totaal 10. In de komende jaren zijn er nog 28 gepland. De eerste ecoducten in Nederland waren, eind 1988, Terlet en de Woeste Hoeve. In 2018 moeten ze, in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), allemaal af zijn.

Een ecoduct, wildwissel, natuurbrug of wildviaduct is een viaduct waarbij (meestal) de bovenste laag gereserveerd is om dieren een weg te laten oversteken. Boombruggen zijn oversteekplaatsen voor bijvoorbeeld eekhoorns en boommarters. Ze bevinden zich doorgaans tussen bomen, hoog in de lucht. Ecoduikers zijn doorgangen voor kleine zoogdieren en amfibieën. Een voorbeeld zijn looprichels onder bruggen voor kleine dieren.
Bij een ecoduct is de maatregel tegelijkertijd een soort natuurgebied boven een snelweg. Ecoducten worden gebouwd als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur.

Daadkracht?

Het is te hopen dat politici de aanleg van de resterende ecoducten niet vertragen als gevolg van de economische crisis.
Ecoducten zijn ook belangrijk bij het behoud van biodiversiteit. Van de website van het VROM: Biodiversiteit is het leven in alle mogelijke soorten en vormen: dieren, planten en micro-organismen. Biodiversiteit staat voor de rijkdom aan leven om ons heen. Vaak praat men over 'groen' en 'natuur' terwijl men biodiversiteit bedoelt. Nederland probeert deze rijkdom zoveel mogelijk te beschermen.
Volgens het VROM “werkt biodiversiteit”. We helpen het VROM hopen. Het gaat slecht in de bouwsector. Via versnelde aanleg van faunapassages kan deze sector worden ondersteund.
Het zou ook mooi zijn als de opgesloten dieren in de Oostvaardersplassen in de Flevopolder via de aanleg van een extra natuurgebied Horsterwold aansluiting zouden krijgen bij hun soortgenoten op de Veluwe.

Dat de slagvaardigheid van de overheid in de aanleg van "landschapselementen als ecoducten" niet gegarandeerd is laat ook Planbureau voor de Leefomgeving weten in een recente publicatie:
Het landschapsbeleid van de overheid blijkt vooralsnog weinig effectief. Op de drie beleidsvelden die in de Nota Ruimte worden onderscheiden, namelijk basiskwaliteit voor het hele Nederlandse landschap, specifiek beleid voor Nationale Landschappen en de ontwikkeling van groene recreatiegebieden rond de grote steden (de rood-groen-balans), blijken de beleidsdoelen met het huidige beleid veelal buiten bereik te blijven.
De problemen bij het halen van doelen laten zien dat het niet lukt om alle positieve maatschappelijke en politieke aandacht voor het landschap om te zetten in een effectieve bescherming en een investeringsprogramma. De positie van het landschapsbeleid is blijkbaar niet erg sterk. Dit heeft diverse oorzaken:
  • het landschapsbeleid heeft een zwakke positie bij een hoge ruimtedruk;
  • de beleidsinstrumenten van landschapsbeleid zijn veel zachter dan die voor verstedelijkings of infrastructuurbeleid
  • het is vaak onduidelijk welke landschapskwaliteiten precies beschermd moeten worden;
  • de handhaving van bestemmingsplannen is vaak gebrekkig;
  • de financiering van landschapsbeheer en aanleg van nieuwe landschapselementen is onvoldoende.
Tot zover het PBL. Het PBL heeft het weliswaar niet over ecoducten, maar ook deze vallen onder "positieve maatschappelijke aandacht voor het landschap".

04 oktober 2008

Wat bezielde Volkert van der G.

Het boek “Wat bezielde Volkert van der G.” beschrijft de strijd van Volkert tegen de uitbreiding van de bio-industrie. Hoewel de auteur Johan Faber niet met Volkert heeft gesproken, probeert hij zich wel maximaal in hem te verplaatsen. Het boek is zeer lezenswaardig, niet in de laatste plaats om te zien hoe de strijd tegen de intensieve veehouderij de laatste 25 jaar werd gevoerd.

Op pagina 206 van het boek beschrijft Johan Faber effectiviteit van de werkwijze van Volkert in het starten van procedures tegen uitbreiding van intensieve veehouderijen.

Op donderdag 6 augustus 1998, vijf dagen na het tamelijk vernietigende stuk in Utrechts Nieuwsblad, berichtte de Volkskrant onder de ‘"Groene" Robin Hoods doen Gelderse veehouders sidderen” over een zaak in Harderwijk waar Vereniging Milieu Offensief bij betrokken was. De gemeente Harderwijk bleek begin jaren negentig ten onrechte een vergunning te hebben afgegeven voor een eendenmesterij. Inmiddels had Harderwijk bij de Raad van State een door VMO aangespannen schorsingsprocedure verloren. Uitkoop van de boer in kwestie was echter te duur, zodat de gemeente zich gedwongen zag om met Milieu-Offensief om tafel te gaan zitten. Volgens de uiteindelijke overeenkomst moest de gemeente ter compensatie van de eendenmesterij elders 4800 kilo ammoniakrechten opkopen, voor maar liefst 350.000 gulden. In ruil daarvoor trok VMO de procedure in, zodat de vergunning voor de eendenmesterij kon worden afgegeven.
`Van der Graaf en Van der Wouw werpen zich op als “Groene" Robin Hoods: ze nemen van veehouders om terug te geven aan het milieu,' schreef de Volkskrant.
Milieuambtenaar Van Drunen van de gemeente Harderwijk kon echter `niet lachen' om het convenant met VMO wilde het geen chantage noemen, `al kun je het wel zo uitdrukken'.
`Natuurlijk is dit schunnig,' reageerde Volken in het artikel. `Maar wij bestaan op basis van de fouten die gemeenten maken. Als gemeenten en milieuambtenaren hun werk goed zouden doen, waren wij niet nodig. Dan lagen we gewoon aan het strand.'
Het was onvermijdelijk dat de overheid langzamerhand inzag dat het zo niet langer verder kon. De milieuwetgeving bood te veel mogelijkheden voor milieuactivisten met bezwaarschriften de hele agrarische sector op slot te gooien. De proceduremogelijkheden móésten worden beperkt. Vanaf het midden van de jaren negentig werd de regelgeving stukje bij beetje versoepeld, zodat veehouders gemakkelijker aan uitbreidingsvergunningen konden komen. Ook verbeterde de overheid de controle op naleving, het werk dat VMO tot dan toe de facto had uitgevoerd. Daar kwam bij dat de samenwerking tussen gemeentelijke diensten en VMO steeds stroever verliep. Veel gemeenten die met VMO te maken kregen, weigerden na verloop van tijd documenten toe te sturen voordat er een officieel bezwaarschrift binnen was.
Er is wel gesuggereerd dat het werkterrein voor VMO door deze veranderingen steeds kleiner werd, dat de hoogtijdagen voor het procederen voorbij waren. Maar de sluipende versoepeling van de milieuwetten had nauwelijks invloed op de ver van Volkert en Sjoerd. Tot 6 mei 2006 bleven ze in hetzelfde krankzinnige tempo beroepszaken aanspannen bij gemeenten en de Raad van State. Niets wees erop dat de bron langzamerhand opdroogde - de procedures werden alleen ingewikkelder.
Volkert hoefde voorlopig nog niet aan strandvakanties te denken.

Tot zover het boek.



Inmiddels heeft de overheid het nog lastiger gemaakt om de uitbreiding en schaalvergroting in de bio-industrie tegen te gaan. Een reden te meer om Volkert te verwijten dat hij met de moord op Fortuyn deze ontwikkelingen geen goed heeft gedaan.

27 mei 2007

Het heeft weinig zin om de PvdD aan te vallen

De recente publiciteit rondom het Zevendedagadventisme van Marianne Thieme en Niko Koffeman heeft de Partij voor de Dieren geen verlies aan steun opgeleverd. Mogelijk hebben er wat kiezers stuivertje gewisseld, het netto resultaat is nihil. De politiek gaat tegenwoordig over mannetjes en vrouwtjes maken en dat is het stadium dat we met de PvdD net achter de rug hebben. De volgende fase is het attaqueren van deze personen door de politieke tegenstanders. Met elke aanval lijken zij garen te spinnen. Ze hebben er tenslotte voor gestudeerd.
Hoe zit het ondertussen met de leden die afkomstig zijn van politiek links, midden en rechts. Hebben zij elkaar al gevonden in een soort nieuwe beweging? De tekenen zijn tegenstrijdig: er is op de congressen unanieme steun, maar er hebben zich de afgelopen vier jaar ook al vele afgekeerd die geen weerklank bij het oligarchische bestuur vonden.
Het heeft geen zin om te trekken aan een paard dat simuleert dood te liggen. Zolang de leiding van de Partij voor de Dieren ook geen hom of kuit geeft over de politieke koers zal er binnen de aanhang voorlopig een doodse stilte blijven. Het is de stilte van een groep mensen die hun adem inhoudt, maar hoe lang nog?
Er is in Nederland genoeg dierenleed voorhanden om een paar vertegenwoordigers van een partij, gericht op dieren, in het zadel te houden. De komende jaren kunnen Marianne en Esther voldoende moties indienen en vragen stellen aan de minister om na vier jaar de journalistiek en de kiezers een indrukwekkend lange lijst van misstanden te kunnen presenteren waarop zij zullen hebben gereageerd.
Het zal dan ook weinig uitmaken of de regering zich daadwerkelijk wat van de PvdD heeft aangetrokken en dat zij telkens nietszeggende antwoorden geeft. Dat is het zinloze spel dat politici voor de bühne spelen.
Tot die tijd zal er genoeg steun zijn vanuit het electoraat, mogelijk ook daarna.
Het is de vraag of en wanneer er vanuit het PvdD bestuur duidelijkheid zal komen over waar zij vindt dat het heen moet. Al te duidelijk de voorkeur uitspreken voor het vegetarisme zal de biologische vleeseter doen twijfelen. Al te duidelijk de dierenknuffelaars binnen de gelederen afvallen kost kiezers, waarbij het maar de vraag is of de aanwas groot genoeg zal zijn. Al te duidelijk een niet-seculiere koers varen zal leden van hun geloof doen vallen.
Ondertussen kunnen de columnisten en schrijvers komen en gaan in hun steun voor de partij of juist niet, het zal allemaal weinig uitmaken. Je kunt beweren dat mensen die zich inzetten voor dieren te weinig realistisch zijn en zich niet kunnen neerleggen bij de onvermijdelijke pijnlijkheden van het leven, het zal de leden niet raken, want zij hebben zich nog niet laten kennen.
Ook de sector van de intensieve veehouderij en de dierentuinen zijn met handen en voeten gebonden. Het liefst hebben zij mediastilte over hun sector, want business as usual is het meest lucratief en de dieren protesteren niet in het openbaar.
Moet er dan niets veranderen?
Natuurlijk wel, maar die verandering zullen de PvdD leden zelf moeten inzetten. Verandering van de mentaliteit van het gewetenloze economisch uitbuiten van dieren moet uit het individu zelf komen en kan niet van bovenaf worden opgelegd door de overheid. Die pogingen zouden alleen maar leiden tot vertraging en symbool politiek. Eventueel legt de sector er nog wat (overheids)geld tegenaan om de PR-machine zijn werk te laten doen.
Willen de PvdD leden effect hebben op anderen dan zullen ze zelf het goede voorbeeld moeten geven met een levensstijl en grondhouding die navolging oplevert. En dat vraagt een organisatiestructuur waarin een dialoog intern en extern mogelijk is met degenen over wiens dier- en woordgebruik je het niet eens bent. Pas dan is er een groeiend bewustzijn mogelijk van waar dieren recht op hebben en zullen er wezenlijke veranderingen in de omgang met dieren komen. Tot die tijd is er alleen sprake van een belofte. Niet deelnemen aan de dialoog uit angst de zaak voor de dieren te schaden of te vertragen is naïef en schaadt juist de vrije ontwikkeling van het bewust worden. Het leidt tot een groep makke schapen.

02 februari 2007

Waalkens spreekt zichzelf tegen

PvdA Tweede kamerlid Harm Evert Waalkens zegt in het januarinummer van Rood, het ledenblad van de PvdA, het volgende:

Als de overheid geen richtlijnen en grenzen aangeeft dan zal de markt ervoor zorgen dat er steeds meer dieren in een nog kleiner hokje terechtkomen. Maar het heeft helemaal geen zin om boeren en veehouders daarvoor te straffen en te criminaliseren. Zij zijn ook gevangen in de economische ratrace.
De verantwoordelijkheid voor het welzijn van dieren ligt volgens Waalkens bij de overheid, het bedrijfsleven en de consument samen. Maar het is de taak van de overheid om te normen vast te stellen en toe te zien op naleving. De PvdA wil daarom dat dierenwelzijn expliciet wordt opgenomen in wet- en regelgeving.

Tot zover Waalkens in Rood.

In deze zinnen legt Waalkens de verantwoordelijkheid buiten zichzelf en spreekt hij zichzelf tegen. Deze tegenspraak is sprekend voor de huidige boer: wel de lusten van de verminderde regelgeving en niet de lasten. Wanneer de overheid minder, maar duidelijkere regels stelt voor dierenwelzijn, dan moet zij ook handhaven (lees: straffen). En aan die bereidheid schort het bij de overheid en bij de sector die handhaving tegenwerkt.

Meer lezen over versluierend taalgebruik door boeren? Klik hier.

Nog een voorbeeld van inconsistent handelen:
Voormalig PvdA Tweede Kamer-lid en biologisch veehouder Harm Evert Waalkens uit Finsterwolde vindt dat de intensieve veehouderij in Groningen toch moet kunnen uitbreiden. Hij pleit voor bundeling langs de A7. Op deze manier blijft de overlast tot een minimum beperkt. Het plan van Waalkens (zie video) staat haaks op het standpunt van de PvdA statenfractie die de intensieve veehouderij juist aan banden wil leggen.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.