Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

02 juli 2009

Vlaamse vegetariërs in open dialoog met Nederlandse vleessector

Persbericht EVA (Ethisch Vegetarisch Alternatief) Gent, 2 juli 2009

Op Meat & Meal, de website voor de Nederlandse vleessector, is redactrice Caroline van der Plas een open dialoog begonnen met Tobias Leenaert, coördinator van de Vlaamse vegetarische organisatie EVA (Ethisch Vegetarisch Alternatief). De vleeseter en de vegetariër zullen in de komende tijd elkaar het vuur aan de schenen leggen, maar ook proberen elkaars motivaties beter te leren begrijpen.

Vlees ligt vandaag onder vuur. Biefstuk wordt gelinkt aan klimaatverandering, stijgende voedselprijzen en kanker. De Zweedse overheid riep onlangs op om minder vlees te eten. De Nederlandse overheid onderzoekt volop alternatieven. Vleesloze dagen worden populairder. De vleesindustrie voelt zich bedreigd en moet uiteraard niet veel hebben van vegetariërs en vegetarische organisaties, die volgens hen hun product viseren en in een slecht daglicht plaatsen. Vegetariërs voelen zich dan weer vaak niet begrepen en vinden dat hun belangen, wensen en behoeften niet altijd serieus worden genomen. Daarom is deze dialoog tussen een organisatie uit de vleessector en een vegetarische organisatie verfrissend, interessant, en belangrijk.

Caroline van der Plas is redactrice van Meat & Meal – een website voor managers uit de vleesindustrie - en een fervent vleeseetster die bij wijze van experiment ooit een maand vegetariër was. Tobias Leenaert is coördinator van EVA en eet al ruim elf jaar geen dierlijke producten. In de eerste gedachtewisseling vraagt Caroline zich af waarom vegetariërs in hemelsnaam hun voedingspatroon aan anderen willen opdringen. Dat ze zelf geen vlees eten, zo stelt van der Plas, is geen probleem, maar hun veggieburgers in de strot van een ander willen duwen, dat is erover.

Het antwoord vanuit EVA aan de vleessector is even uitdagend: “jullie eten het niet alleen, jullie stoppen ook enorm veel miljoenen euro’s in reclame voor vlees om te zorgen dat alle andere mensen er ook zoveel mogelijk van eten. Júllie dringen jullie product zo hard op aan de mensen dat het niet gezond meer is. Noch voor het eigen lichaam, noch voor de planeet, noch voor dieren. Wie is het dan die de ander iets in de strot duwt?”

Niemand verwacht de ander te overtuigen, maar wel wordt gerekend op een open, rustige, grappige, stimulerende, respectvolle discussie waardoor beide partijen meer inzicht kunnen verwerven in hun tegenpool. Wanneer kan dit in Vlaanderen?

26 juni 2009

Geef handhavers de bevoegdheid dieren vrij te laten

Uit het vakblad voor handhavers op het gebied van Dier en Milieu, jaargang 84, april 2009/2.

In een vorig nummer van Dier en Milieu staat ons relaas van een vogelhandelaar, waarbij we vijftig beschermde inheemse vogels in beslag namen. Nu was het de beurt aan een jongeman, die dacht hieraan ook een leuke bijverdienste te hebben. Het bleek een 'startende' handelaar, die regelmatig adverteerde op Internet - Marktplaats en Vogelmarktplaats.
We zagen kort achter elkaar advertenties, waarin inheemse zangvogels voor 'lage' prijzen te koop werden aangeboden. De aantallen, soorten en prijzen gaven ons te denken. Hij adverteerde onder z'n achternaam en 06-nummer. Via een GBA-controle bij de gemeente Veenendaal kwamen we snel achter z'n adres en op een late namiddag stonden we bij hem óp de stoep'. De verdachte was die middag, samen met z'n vader, de volière aan het uitbreiden.
In deze volière zaten vier koppels geringde inheemse vogels, te weten kruisbekken, goudvinken, kneuen en baardmannetjes. Bij een 'voorcontrole' hadden we al gemerkt dat er ook vogels in een schuurtje zaten. Hierin zat z'n handelsvoorraad, in totaal achtenzestig vogels. Steekproefsgewijs controleerden we uit elke kooi en uit de volière een geringde vogel, waarbij we zagen dat de vogels Belgische pootringen hadden en dat er met de ringetjes geknoeid was. Reden om alle vogels voor nader onderzoek in beslag te nemen. Bij de vogelopvang zijn alle achtenzestig pootringen onder een vergrootglas en met een digitale schuifmaat onderzocht. De ringen waren vervormd en beschadigd en de binnendiameter van de ringen kwam niet overeen met de ringmaatopschriften op de ringen. Het waren dus duidelijk gemanipuleerde ringen. De aangehouden handelaar verklaarde dat hij via Internet-marktplaats in contact was gekomen met een Belg. Hij had inmiddels al drie keer een partij inheemse vogels van deze Belg gekocht. De levering vond dan plaats op een parkeerplaats bij de grensovergang. De vogels, die we nu in beslag namen, vooral kruisbekken, groenlingen, geelgorzen en putters, had hij een week geleden gekocht voor 750 euro. Hij had ze direct op Marktplaats te koop aangeboden. Een aantal vogels was alweer verkocht maar moesten nog afgehaald worden.
De conditie van met name de putters was slecht, deze vogels waren vermagerd en er lagen al een paar dode vogels in de kooien tijdens de inbeslagname. Deze vogels 'zaten nog niet op zaad', zoals dat heet in de handel.
Het is, ook voor ons als ervaren handhavers, iedere keer weer triest om te horen en te zien dat zulke mooie vogels gevangen zijn en respectloos verhandeld worden.

Tot zover Politie, dier en milieu.

Kan iemand uitleggen waarom een handhaver niet gewoon de wettelijke bevoegdheid krijgt om vogels die in Nederland in het wild voorkomen ook ter plekke gewoon de vrijheid te geven?

Hoezo is het tegengaan van dierenleed decadent?

Ik, een van de vrouwen in de column van Drayer - die met het verstandige schoeisel, de verstandige fiets en de verbeten blik- die het struikgewas indook om de rattendozen weg te halen heb in een deuk gelegen om de column van Drayer. Zij heeft ons oprecht plezier bezorgd. Alleen wel jammer dat zij onze actie als decadente gekte bestempelt.

Wat is er decadent aan om dierenleed tegen te gaan en er voor te zorgen dat er niet nog meer gif in het milieu geloosd wordt?

Weet mevrouw Drayer wel hoe rattengif werkt? Dat je daar langzaam inwendig door doodbloedt. Dat niet alleen de ratten hier op een gruwelijke manier slachtoffer van worden, maar ook andere dieren die de ratten opeten. Een bruine rat is een normale inwoner van de stad. Het klopt dat een rat ziekten kan overbrengen, maar de kans dat een rat dat op een mens zal doen is vele malen kleiner dan de kans dat mevrouw Drayer een eigen soortgenoot aansteekt met een door haar meegedragen ziekte.

Drayer vindt de GGD handig om de ratten te bestrijden en vraagt zich af op welke slinkse wijze de GGD hier volgens ons geld mee verdient. Dat wil ik haar graag uitleggen: de GGD is al jaren op de hoogte van het feit dat het vangen, vergiftigen en doden van dieren bij overlast niets helpt omdat de open plekken die hierdoor ontstaan snel weer worden ingevuld door nieuwe dieren. Toch gaat de GGD hier mee door omdat deze opdrachten haar geld opleveren.

In een interview in de Telegraaf van 30 januari verkondigde de GGD dat zij ratten die langs de waterkanten leven met rust zou laten. En tijdens het gesprek wat wij vorige week met de GGD hadden werd ronduit toegegeven dat lokdozen juist dieren aantrekken en dat andere dieren waaronder beschermde diersoorten schade hiervan ondervinden.

Nee, tien jaar geleden had inderdaad niemand geloofd dat de GGD onnodig dieren doodt!

Sandra van de Werd,
Comité Dierennoodhulp, en mede namens
Stichting De Faunabescherming,
Stichting rechten voor al wat leeft en
Werkgroep Park en Fauna

Koeien gebruiken voor demonstraties is niet verboden

In antwoord op Kamervragen van Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren antwoordt minister Verburg van LNV:
In beginsel is het niet verboden dieren bijeen te brengen. Indien het vervoer volgens de geldende regels heeft plaatsgevonden en bij de dieren die bij de genoemde demonstratie zijn ingezet geen sprake was van veroorzaking van pijn of letsel ofwel benadeling van de gezondheid of het welzijn, is een schending van artikel 36 van de GWWD niet aan de orde.
In dit geval ging het naar mijn mening niet om een onredelijk doel.

Tot zover de dubbele ontkenning van Gerda Verburg.

In Nederland worden koeien steeds meer het jaar rond binnen gehouden om een hogere productie mogelijk te maken. Een uitje naar een demonstratie 300 kilometer verderop (van Friesland naar Den Haag) zou voor mensen een goede manier zijn om hun ongenoegen over hun leefsituatie kenbaar te maken.
Gerda Verburg wil graag de melkveehouders steunen in het afnemen van hun overproductie van melk. Daarvoor vraagt ze zelfs EU-subsidie.
Zou het niet voor alle partijen beter zijn als er in Nederland wat minder de nadruk zou liggen op melkproductie voor het buitenland en dat koeien wat vaker rustig buiten op het land in de wei zouden lopen?

Grondeigenaar moet plantensoorten beschermen

In het vakblad voor handhavers op het gebied van Dier en Milieu, jaargang 84, juni 2009/3 een artikel van Aad van Wijnen onder de titel “Handhaving van de gedragscode Flora en Faunawet”.

Daarin deze opmerkelijke zinnen:

Overigens staat in de Natuurbeschermingswet een artikel dat eigenaren en beheerders van gronden, waarop in principe de mogelijkheid bestaat, dat een inmiddels verdwenen soort zich hier in de toekomst weer zal vestigen, de verplichting geeft om die gronden intact te houden voor dat doel. Als daar werkzaamheden gaan plaatsvinden na inventarisatie in het kader van de Flora en Faunawet, waarbij alleen lijst 1 soorten werden aangetroffen dan zouden die beide wetten, die beide natuurbescherming beogen, duidelijk met elkaar in botsing komen. De Natuurbeschermingswet heeft hierbij een duidelijk vooruitziende blik. Wat niet is kan toch gaan gebeuren, mits de condities in stand blijven.

Tot zover.
In een vrijstellingenbesluit dat in werking trad op 23 februari 2005 heeft de Minister echter vrijstelling gegeven om het gebied te bewerken wanneer door niet-deskundigen is “vastgesteld” dat er geen “echt” beschermingswaardige dieren en planten voorkomen. Veel grondeigenaren die willen voorkomen dat de zeldzame dieren weer terugkomen bewerken de gronden zodanig dat de kans daarop erg klein wordt, bijvoorbeeld door grond om te ploegen. Zij doen dat om projectontwikkelaars ter wille te zijn.

Bovengenoemde tekst werd voorafgegaan door:
Het handhavingdocument van het Openbaar Ministerie geeft duidelijk aan, dat overtredingen van artikel 8 t/m 12 te vuur en te zwaar dient te worden gehandhaafd. Dat is echter door het vrijstellingenbesluit nagenoeg onmogelijk geworden. Immers: als door een niet deskundig persoon, zonder gebruik te maken van een niet verplichte inventarisatie, is vastgesteld, dat alleen lijst 1 soorten in een gebied voorkomen dan beschouwt de Minister het vernielen van nesten en holen en het doden van dieren, die algemeen voorkomen als "ongelukken". Dit is in de brochure zo weergegeven en zal waarschijnlijk met dat document en het vrijstellingenbesluit in de hand voor de rechter bij verbalisering tot vrijspraak lijden. Als het al zo ver komt, want het OM onderkent dit en zal dus vermoedelijk niet tot vervolging over gaan. Alleen bij grove aantoonbare schuld en nalatigheid zal dan verbalisering nog zin hebben. Eventueel zou dan op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor Dieren de ondernemer of zijn personeel nog kunnen worden aangepakt indien zij een broedsel laten verkommeren.

Tot zover.
Wat ideaal voor politieke beslissers zou zijn, is dat elke kaart met een inventarisatie van soorten planten en dieren (maar ook bijvoorbeeld over zuurgevoeligheid van de bodem) vergezeld zou gaan van gegevens over de situatie tot minstens 50 jaar terug.
Op deze wijze is het veel gemakkelijker om de handen op elkaar te krijgen voor de (her)aanwijzing van gronden die bij de Ecologische HoofdStructuur betrokken kunnen worden. Zo kunnen de leefomstandigheden voor zeldzame planten en dieren worden verbeterd, wordt de biodiversiteit gediend en worden gebieden opnieuw aantrekkelijk voor natuurliefhebbers en toeristen. De intrinsieke waarde van een gebied krijgt daarmee ook meer inhoud.

17 juni 2009

Stop nertsenhouderij vergoeden?

In de discussie over het beëindigen van de nertsenhouderij wordt het argument aangedragen dat het de belastingbetaler veel geld gaat kosten wanneer de pelsdierhouders financieel vergoed moeten worden. De bedragen die daarbij door de sector genoemd worden hebben natuurlijk de bedoeling om de publieke opinie te beïnvloeden: zo van “het gaat jullie veel geld kosten als wij ons beroep niet meer mogen uitoefenen”. De sector hoopt daarmee het besluit tot verbieden permanent te vertragen.

Of een nertsenhouder recht op schadevergoeding heeft is deels een formeel juridische kwestie en deels een politieke kwestie. Onderaan dit artikel een citaat uit het juridische advies dat de Tweede Kamer heeft gevraagd.

Politici worstelen met de kwestie omdat het niet vergoeden een precedentwerking heeft. Er zijn in ons land veel mensen die planschade lijden door economische ontwikkelingen. Hun huis met een uitzicht wordt bijvoorbeeld minder waard als er veel andere huizen of bedrijven in de buurt worden gebouwd. Bedrijven kunnen soms niet uitbreiden als er bepaalde andere bedrijven naast worden gebouwd.
In de kwestie van de pelsdierhouderij speelt vooral een ethische component: mag of kan je spreken van het recht op schadevergoeding wanneer je door het houden van dieren hen in hun grondrechten schendt?
Nu worden dieren in de wet als objecten gezien zonder grondrechten, maar de rechtmatigheid van deze visie wordt al jaren betwist. Dieren worden gezien als wezens met gevoel en belangen. Deze termen zijn nauwelijks omstreden. Het trekken van de logische consequenties echter wel, want wat zijn de consequenties van die belangen? Voor mensen zijn de consequenties van haar belangen dat in de wet wordt vastgelegd waar de vrijheid van handelen voor de een begint en voor de ander ophoudt.
Voor dieren zou datzelfde principe van denken en handelen moeten gelden. Om een lang verhaal kort te houden: voor nertsenhouders betekent dit dat zij geen recht op schadevergoeding hebben omdat zij zowel dieren schenden in hun grondrechten als dat zij een economische activiteit onderhouden zonder maatschappelijke noodzaak.

Er is mogelijk een compromis denkbaar in de termijn waarop een nertsenhouderij moet worden ontmanteld. Idealiter zou dat ogenblikkelijk zijn, de politiek denkt over een termijn van 10 jaar.

De Tweede Kamer heeft De Brauw Blackstone Westbroek in relatie tot dit wetsvoorstel een aantal vragen gesteld. Deze vragen zijn te groeperen tot vier kernvragen: is de in het wetsvoorstel opgenomen termijn van tien jaar voor afbouw van de pelsdierhouderij voldoende om niet te hoeven overgaan tot nadeelcompensatie van de pelsdierhouders? hoe moet de positie van de bedrijven worden geduid die direct afhankelijk zijn van de pelsdierhouderij (zoals een nertsverffabriek) in het licht van een verbod op de pelsdierhouderij? Bestaat tegenover die bedrijven een verplichting tot nadeelcompensatie? indien aannemelijk is dat er een juridische verplichting tot nadeelcompensatie is, waaruit zou die nadeelcompensatie dan moeten bestaan? kan nadeelcompensatie aan pelsdierhouders (en indien aan de orde: van direct van de pelsdierhouderij afhankelijke bedrijvigheid) als staatssteun worden aangemerkt? In dit extern advies worden deze vragen beantwoord en een advies en conclusies geformuleerd.

Conclusies van De Brauw Blackstone Westbroek:
  1. Wij achten de kans aanzienlijk dat de rechter geen aanleiding zal zien de pelsdierhouders schadevergoeding toe te kennen, mits komt vast te staan dat de afbouwtermijn van tien jaar de pelsdierhouders een reële mogelijkheid biedt om hun schade te beperken. Bij deze inschatting speelt een rol dat het verbod op de pelsdierhouderij bij wet in formele zin zal zijn geregeld en dat het verbod, gelet op de al jaren bestaande maatschappelijke discussie rond de sector, voorzienbaar was.
  2. Er bestaat geen algemene regel over de noodzakelijke lengte van de afbouwtermijn om vorderingen tot schadevergoeding in gevallen als deze af te weren. Wij kunnen niet beoordelen of de afbouwtermijn van tien jaar in het geval van de pelsdierhouderij een reële mogelijkheid biedt om de schade te beperken. We achten het op voorhand niet aannemelijk dat bij een afbouwtermijn van tien jaar alle pelsdierhouders aanspraak zullen kunnen maken op schadevergoeding. De Tweede Kamer zou kunnen overwegen nader te onderzoeken of binnen de sector een subgroep van pelsdierhouders door het verbod onevenredig zal worden getroffen. Mocht dat zo zijn, dan zal die subgroep in beginsel wel recht hebben op vergoeding van zijn onevenredige schade of een deel daarvan.
  3. Wij achten de kans uiterst klein dat bedrijven die niet de pelsdierhouderij uitoefenen, maar (volledig) afhankelijk zijn van de pelsdierhouderij, bij de rechter met succes aanspraak kunnen maken op vergoeding van schade als gevolg van het verbod.
  4. Als onder omstandigheden wel schade aan pelsdierhouders zou moeten worden vergoed, dient een adequate schadevergoeding te worden geboden. Dat is waarschijnlijk niet een volledige schadevergoeding.
    Het gaat erom dat met de schadevergoeding een redelijke verhouding (fair balance) wordt bewerkstelligd tussen het algemeen belang dat gediend is met het verbod en de onevenredig geschade belangen van de desbetreffende pelsdierhouders. Het is bovendien aannemelijk dat de rechter een deel van de onevenredige schade voor rekening van de pelsdierhouders zal laten, omdat dit tot hun normale maatschappelijke risico behoort.
  5. Indien niet méér wordt vergoed dan de geleden schade voor zover onevenredig, is geen sprake van staatssteun. Er wordt immers geen voordeel aan de pelsdierhouders verstrekt.

Is biggensterfte in de natuur hoger dan in de bio-industrie?

Nuancering ontbrak in berichtgeving Varkens in Nood volgens Trouw.

In een Videobrief van de hoofdredactie van dagblad Trouw op 12 juni 2009 wordt de stelling verdedigd dat over de berichtgeving over biggensterfte de nuance ontbrak. "De varkenshouder weet biggensterfte te beperken en doet het beter dan de natuur", zegt hoofdredacteur Willem Schoonen op de video.

Volgens Schoonen zou in de vrije natuur 50% van de jonge zwijntjes niet tot wasdom komen. Hij ziet dat als een bewijs dat de Nederlandse varkenshouder goed voor zijn dieren zorgt. In de Nederlandse varkenshouderij worden alle vleesvarken geslacht vlak voor dat zij volwassen worden, maar de biggensterfte is volgens hem in de intensieve veehouderij het laagst. Biggen en zeugen die wat meer ruimte om te bewegen krijgen willen nog weleens hardhandig met elkaar in aanraking komen. Het aantal dieren dat door "doodliggen" sterft is in de biologische sector hoger.
Willem Schoonen mist het punt waar het om gaat: de kwaliteit van het leven. Dieren in de vrije natuur lopen grotere gevaren om het leven te laten. Maar de kwaliteit van hun leven is oneindig veel hoger. Vrijheid is een grondrecht voor dieren, althans zou dat moeten zijn.
Ondertussen zijn de varkenshouders trots over het relatief grote aantal dieren dat levend het slachthuis bereikt. Hoe verknipt kan een discussie gevoerd worden?

Met de persberichten over het grote aantal dieren dat sterft voor de slacht in de bio-industrie en de incidenten met levende dieren die herhaaldelijk worden aangetroffen door destructiebedrijf Rendac wil Varkens In Nood aandacht voor het ontbreken van goede euthanasiemethoden voor varkenshouders.
Zeugen werpen aan de lopende band en wekelijks sterven er op een varkensbedrijf biggen (tussen 2003 en 2008 steeg het percentage "uitval" van 13,8 naar 14,8). Zou de varkenshouder daarvoor telkens de dierenarts moeten laten komen dan kost hem dat de winstmarge op het houden van varkens (2 euro). De varkenshouder laat daarom de zwakke biggetjes (of die waar de zeug deels op heeft gelegen) al dan niet actief sterven. Hoe dat gaat? Dat wilt u niet weten.
Dat de kwestie toch een commotie oplevert heeft er mee te maken dat het publiek twee zaken door elkaar haalt. Dat dieren gehouden worden om gegeten te worden en dus geslacht is niet problematisch door het doden, maar door de wijze waarop zij worden gehouden. De Nederlandse bio-industrie produceert voornamelijk voor de export. Het moet dus zo goedkoop mogelijk. Heb je daar moeite mee, dan moet je geen vlees eten. Ook de keuze voor biologisch vlees helpt het dilemma niet om zeep.
Het stoppen met vlees eten heeft allerlei voordelen, niet in de laatste plaats voor de komende problemen met de opwarming van de aarde en de energieverspilling van het zinloos vervoeren van veevoer en vlees over de aarde.
Als je stopt met vlees eten hoef je alleen een korte tijd je een klein beetje te verdiepen in anders koken. Dat is een kleine moeite, maar dan hoef je je niet meer in bochten te wringen om je geweten te ontlopen. En als je het goed doet, leef je ook nog gezonder en eet je smakelijker.

16 juni 2009

Levende dieren tussen kadavers is geen incident

Persbericht Varkens In Nood

Destructiedienst Rendac, die bij boerderijen door heel Nederland kadavers ophaalt, treft regelmatig nog levende dieren aan in kadavertonnen langs de weg. Dat bevestigt een anonieme bron binnen Rendac aan Stichting Varkens in Nood. “Het gaat dan voornamelijk om biggen of kippen.”

Varkens in Nood bracht vorige week videobeelden naar buiten van nog levende biggen die waren aangetroffen in een kadaverton in Brabant. Die tragische vondst werd door velen afgedaan als een incident. “In met name de varkens- en pluimveesector gebeurt dit meerdere keren per jaar”, aldus de insider. “Er worden zowel kleine als grote dieren aangetroffen. Zo lag een keer een halfdode zeug onder een kadaverkap.”
Als medewerkers van Rendac nog levende dieren aantreffen, wordt daarvan melding gemaakt bij de Algemene Inspectiedienst (AID). “De AID heeft maar een beperkt aantal uren om te besteden aan de controle op het naleven van de destructiewetten”, stelt de bron. “Daar zit het probleem. We weten dat er wantoestanden zijn in de veehouderij, maar men heeft nauwelijks de juridische mogelijkheden om een bedrijf dicht te gooien.”

In de stallen van de Nederlandse vee-industrie sterven per jaar 3,3 miljoen biggen, 60 duizend zeugen en 500 duizend vleesvarkens, veelal zonder dat er een veearts aan te pas komt. Niet al die dieren zijn dood op het moment dat ze ter destructie worden aangeboden, zo bleek vorige week. “Er wordt altijd geroepen dat overtredingen incidenten zijn. Heel vaak blijkt echter dat wij slechts het topje van de ijsberg hebben blootgelegd”, stelt Hans Baaij, directeur van Varkens in Nood.

12 juni 2009

Verboden kooien te koop

Gelezen in Nieuwsflits van Compassion In World Farming

Verboden in Europa, te koop in Nederland!

In juli 2010 worden in de EU voor het eerst speciale welzijnsregels voor vleeskuikens van kracht. Deze regels zijn erg slap, maar stellen wél eisen aan het maximum aantal dieren per vierkante meter en ze schrijven voor dat de kuikens op strooisel moeten leven.
Het Nederlandse bedrijf JPE heeft nu een kooisysteem bedacht dat zelfs deze minimale welzijnseisen aan zijn laars lapt. In de zogenaamde Bromaxx-kooi worden op een oppervlak van 5,3 m2 maar liefst 125 dieren gepropt, ruim een kwart meer dan het Europese maximum! Bovendien staan ze op een onnatuurlijke plastic vloer, waar de mest doorheen valt. Natuurlijk gedrag is in de kooi niet of nauwelijks mogelijk en de dieren worden nog sneller vetgemest dan in de gangbare bio-industrie (5 in plaats van 6 weken).
Gelukkig mogen deze kooien, dankzij de nieuwe welzijnsregels, in Europa niet gebruikt worden, maar ondertussen doet de fabrikant er alles aan ze buiten de EU te slijten, en daarbij helpt de Nederlandse regering een handje: eind vorig jaar mocht JPE dit dieronvriendelijke systeem namelijk laten zien op een grote bio-industrie-tentoonstelling in China, in een paviljoen dat deels werd betaald met Nederlands belastinggeld!
Compassion in World Farming vindt dit een groot schandaal en heeft bij de ministeries van Landbouw en Economische Zaken protest aangetekend tegen deze gang van zaken. In plaats van te helpen bio-industrie over de hele wereld te verspreiden kan Nederland beter duurzame en diervriendelijke veehouderij promoten!

Tot zover CIWF

In haar eigen woorden onderschrijft de fabrikant de werking van deze kooi. Op Internet valt onderstaande te lezen over de Broiler Maximizer.

BroMaxx werd ontworpen door Jansen Poultry Equipment om aan de wensen van de klanten te voldoen:
* BroMaxx heeft een diervriendelijke flexibele vloer die de vleeskuikens niet beschadigt en borstbeschadigingen en pootproblemen voorkomt.
* BroMaxx heeft een eenvoudig modern voersysteem dat niet hoeft te worden afgesteld en geen voer verspilt.
* BroMaxx heeft een aanzienlijk grotere diercapaciteit. Per stal is deze 2.5 tot 3 keer groter dan het traditionele grondstalsysteem.
* BroMaxx heeft zowel een machinaal ontladingssysteem als een machinaal ladingssysteem van de vleeskuikens in de containers.

Tot zover JPE.


Wie wil weten hoe het korte miserabele leven van "moderne kippen verloopt, klik hier.

Dood van jonge biggen

Terecht is er in de media onlangs veel aandacht besteed aan de gruwelijke manier waarop men in de bio-industrie omgaat met biggen. Het laat zien dat mededogen geen rol van betekenis kan betekenen zodra men dieren primair als productiemiddelen ziet, zelfs niet als het jonge dieren betreft.

Ik hoor zelf bij de mensen die de beelden die daarbij horen mijden, omdat ik ze emotioneel niet goed kan verwerken.
Toen ik het bericht las moest ik denken aan een youtube-clip waarin een varken een spel met een joystick bleek te beheersen. Uit experimenten rond de cognitieve vermogens van varkens blijkt dat ze over het algemeen minstens zo intelligent zijn als honden.
Een andere gedachte die door mijn hoofd schoot, was: is het nu ten minste afgelopen met het onverdoofd castreren van biggen? Ik kan het niet terugvinden op internet dat het voortaan tot het verleden behoort. Er is slechts een afspraak om in 2015 te stoppen met castratie en tot die tijd verdoofde castratie mogelijk te maken als 'tussenoplossing', wat dus nog iets anders is dan het verplicht te stellen. Verder blijkt er een vaccin ontwikkeld te zijn, Improvac geheten, dat ingezet kan worden voor pijnloze zogeheten immunocastratie, om chirurgische castratie te vervangen.
Het schiet dus allemaal nog niet op, maar wat wil je ook, als je bedenkt dat vlees eten volstrekt onnodig is voor mensen en dus ook volstrekt immoreel.

11 juni 2009

Supermarkten willen omschakelen naar duurzame soja

Supermarkten erkennen 'drama achter goedkoop vlees'
CBL wil omschakelen naar duurzame veevoersoja
Milieudefensie biedt hulp aan om plannen te verbeteren

Persbericht Milieudefensie Amsterdam, 11 juni 2009 - De Nederlandse supermarkten hebben vandaag bekend gemaakt om te willen schakelen naar duurzame soja voor de productie van vlees, zuivel en eieren. Milieudefensie juicht het toe dat de supermarkten stappen willen zetten om de problemen van de sojateelt in Zuid Amerika op te lossen. Duidelijk is wel dat de supermarkten daarvoor nog wat huiswerk zullen moeten doen, de vandaag gepresenteerde plannen zijn nog voor verbetering vatbaar.

Wouter van Eck, campagneleider Landbouw en Voedsel bij Milieudefensie:
“Nu supermarktkoepel CBL heeft aangekondigd de sojateelt te willen verduurzamen lijken verbeteringen mogelijk. De supermarkten zien echter belangrijke oplossingen nog over het hoofd. Door te zorgen voor meer en aantrekkelijker geprijsde vleesvervangers kan het gebruik van veevoersoja worden teruggedrongen. Daarnaast zorgt gebruik van meer Europese voedergewassen er voor dat er minder veevoer van de andere kant van de wereld gehaald hoeft te worden.”

Nederland is de tweede grootste importeur van soja ter wereld. Ruim 90 procent van de soja die in ons land blijft, wordt gebruikt als goedkoop veevoer, vooral voor kippen en varkens in de intensieve veehouderij. De productie van kipfilets en speklapjes is nu gebaseerd op goedkope veevoersoja die in ontboste gebieden wordt verbouwd. Milieudefensie startte dit voorjaar de campagne over het 'drama achter goedkoop vlees’, waarmee ze marktleider Albert Heijn wil bewegen oerwouden in Zuid Amerika te redden. Met de website www.stopfoutveevoer.nl, radiospotjes en een tour langs AH-filialen wist Milieudefensie al tienduizenden klanten te mobiliseren. De supermarkt weigerde tot nu toe echter te stoppen met het gebruik van fout veevoer.

Van Eck: “De supermarkten hebben de positie om iets te doen aan de problemen in Zuid Amerika. Maatschappelijk verantwoord ondernemen houdt in dat er echte stappen gezet zullen moeten worden tegen het drama achter goedkoop vlees. We gaan dan ook graag met de supermarkten in gesprek om bij te dragen aan de noodzakelijke verbetering van de vandaag gepresenteerde plannen.”

10 juni 2009

Massale sterfte van varkens op de boerderij

Miljoenen varkens komen vroegtijdig aan hun einde

Persbericht van Varkens in Nood

In Nederland worden per jaar ruim 30 miljoen biggen geboren. Van die miljoenen biggen sterven er jaarlijks zo’n 3 miljoen in de eerste weken van hun leven. Ruim 2 miljoen biggen worden doodgeboren. Naast deze massale biggensterfte laten nog eens 500 duizend vleesvarkens en 60 duizend zeugen het leven op de boerderij. Dat blijkt uit cijfers van destructiebedrijf Rendac, dat kadavers ophaalt bij boerderijen, en Agrovision, de belangrijkste leverancier van boekhoudsystemen voor de agrarische sector.

Deze onvoorstelbaar grote ‘uitval’, zoals dit in de sector wordt genoemd, is een direct gevolg van de wijze waarop in Nederland wordt omgegaan met productiedieren. ‘We wisten dat de leefomstandigheden van varkens op de boerderij verre van ideaal zijn, maar dat zo veel dieren vroegtijdig sterven, sloeg ook bij ons in als een bom’, aldus Hans Baaij, directeur van Stichting Varkens in Nood. Actualiteitenprogramma EénVandaag besteedt woensdagavond 10 juni uitgebreid aandacht aan dit verborgen leed.

‘Kennelijk realiseert niemand zich dat miljoenen dieren op de boerderij creperen en zonder tussenkomst van een veearts om het leven komen’, stelt Baaij. Binnenkort publiceert Rendac de cijfers van 2008. ‘Het aantal dode dieren stijgt ieder jaar. Wij vrezen dat de nieuwste cijfers opnieuw hoger zullen uitvallen.’

De biggensterfte heeft te maken met het alsmaar stijgende aantal biggen dat een zeug in de vee-industrie ter wereld brengt. Waar een everzwijn in de natuur per jaar vijf biggen werpt, is een zeug in de vee-industrie zo doorgefokt dat zij inmiddels bijna dertig biggen per jaar werpt. De sector wil dit verder opvoeren tot veertig biggen per jaar. De zeugen kunnen niet goed voor hun kroost zorgen en hebben vaak te weinig melk om al hun biggen te voeden. Daardoor blijven biggen achter in hun groei en zijn ze zwak.

Al enkele dagen na de geboorte moeten de biggen pijnlijke ingrepen ondergaan. Zo wordt hun staart gecoupeerd, hun tandjes gevijld en de mannetjes worden gecastreerd. Met het toedienen van antibiotica wordt geprobeerd infecties tegen te gaan, maar desondanks worden miljoenen biggen niet ouder dan een paar weken. Veel dieren overlijden alleen dankzij enorme hoeveelheden antibiotica. Als de overgebleven biggen na drie weken van hun moeder worden gescheiden, zijn ze vaak nog zwak en vatbaar voor ziekten.

De sterfte onder oudere dieren is wellicht nog tragischer. Waar biggen over het algemeen een relatief korte doodstrijd voeren, lijden oudere dieren soms wel dagenlang voordat ze sterven. Omdat een veearts te duur is, worden doodzieke dieren simpelweg ‘apart gelegd’, waarna ze aan hun lot worden overgelaten.

De massale sterfte van biggen en varkens is een van de meest tragische geheimen van de varkenshouderij. ‘Het is een schande dat we de dood van miljoenen dieren accepteren als een onvermijdelijke bijkomstigheid van de vee-industrie’, stelt Hans Baaij. ‘De dieren worden gezien als wegwerpproducten. Men heeft alleen oog voor het aantal dieren dat per saldo overblijft. Consumenten moeten zich realiseren dat ze door goedkoop varkensvlees te kopen, dit soort praktijken in stand houden.’

Persbericht van de Partij voor de Dieren

Sterfte vijf miljoen biggen ingecalculeerd door varkensboeren

Partij voor de Dieren wil spoeddebat over massale varkenssterfte

Den Haag 10 juni 2009- Ruim 5 miljoen van de 27 miljoen biggen die jaarlijks in Nederland gefokt worden sterven tijdens of vlak na de geboorte. Uit cijfers van destructiebedrijf Rendac blijkt dat het percentage zogenaamde ‘uitval’ de laatste vijf jaar is gestegen tot een dramatische 15 procent. De varkenszeugen in de bio-industrie zijn inmiddels zodanig doorgefokt dat ze inmiddels 30 biggen per jaar baren, terwijl het natuurlijke gemiddelde bij wilde zwijnen rond de vijf ligt. Een ongezond hoog aantal dat zorgt voor massale sterfte onder pasgeboren varkens.
Hoe meer biggen er geboren worden hoe meer er per saldo overblijven. Dat lijkt het credo te zijn van de varkensboeren in de bio-industrie. Dat de biggen die ter wereld komen vaak te vroeg geboren en zwak zijn is kennelijk van ondergeschikt belang. Het gemiddeld aantal biggen per worp is inmiddels zo onnatuurlijk groot geworden dat de zeugen niet eens voldoende melk hebben om ze allemaal te voeden. Volgens de Stichting Varkens in Nood wil de sector het aantal nu zelfs gaan opvoeren tot 40 per zeug per jaar. Varkenshouders calculeren een hoog sterftecijfer in en blijven doorfokken zodat ze per saldo voldoende varkens overhouden om goedkope kiloknallers te kunnen blijven leveren aan de supermarkten.
De Partij voor de Dieren vindt deze gang van zaken onacceptabel en wil dat de dramatisch hoge sterfte onder biggetjes een halt wordt toeroepen. Marianne Thieme:’Het feit dat zeugen zodanig zijn doorgefokt dat ze meer biggen op de wereld zetten dan ze kunnen voeden geeft aan dat de industrie is doorgeslagen. De bio-industrie is failliet, zowel op economisch als op welzijnsgebied.’ Thieme heeft vandaag namens de Partij voor de Dieren een spoeddebat aangevraagd. Groen Links steunde dit verzoek maar de overige partijen lieten het helaas afweten en het verzoek werd afgewezen. De Partij voor de Dieren zal echter blijven aandringen op een debat met de Minister van LNV zodat de noodzakelijke koerswijziging kan worden ingezet en er een einde komt aan de massale biggensterfte in de bio-industrie.

Tot zover de PvdD.

Meer lezen over het vervangings- en uitvalspercentage in de bio-industrie? Klik hier.

04 juni 2009

Melkplas groeit

Wim Thus, afdelingsdirecteur landbouw van Rabobank Nederland, meldt in het Agrarisch Dagblad dat het niet ondenkbaar is dat het aantal melkveehouders de komende vijf jaar halveert van 20.000 tot 10.000. Thus constateert dat de slechte melkprijs ondernemers in moeilijkheden brengt, maar dat er toch flink wordt geïnvesteerd in stallen, dieren en melkquotum.

Merkwaardig zijn de volgende twee constateringen.
Een kleinere sector is volgens Thus niet per definitie slecht, aangezien een fors aantal nu nog hobbymatig dieren houdt. Daar komt bij dat schaalvergroting in landen als Brazilië de Nederlandse sector dwingt tot een antwoord.
Tot zover het AGD.

Bovenstaande redenering leidt tot de conclusie dat het Europese beleid tav de melkveehouderij niet effectief en duurzaam is: een groeiende melkplas leidt tot mest- en milieuproblemen en tot problemen in het dierenwelzijn. Daarnaast verdienen de boeren te weinig. Er is dus eigenlijk bijna niemand die belang heeft bij deze situatie of het moet de bouwsector zijn, die de stallen levert.
Zelfs als bovenstaande zaken je niet interesseren dan is er nog het volbouwen van het platteland met grote stallen, dat het landschap lelijker maakt.

Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

28 mei 2009

Thieme hekelt schijngroene opstelling politici tijdens verkiezingstijd

Iedereen is groen deze week!

De Grüne Woche van de Nederlandse politiek is weer begonnen. Politici buitelen over elkaar heen om het bewijs te leveren hoe groen en diervriendelijk ze zijn. Want groen is de kleur die betrokken kiezers aanspreekt, en andere kiezers worden nauwelijks verwacht bij de Europese stembus op 4 juni 2009. Omdat ze geen reden zien hun stem uit te brengen.
Het is verheugend te zien dat zoveel politici de groene thema’s ontdekt hebben sinds de Partij voor de Dieren haar electorale doorbraak beleefde als eerste politieke partij ter wereld die niet de mens centraal stelt. De Partij voor de Dieren heeft zich vanaf het begin van haar bestaan ten doel gesteld dierenwelzijn en milieu hoog op de politieke agenda te zetten en andere politieke partijen aan te sporen hetzelfde te doen. Tijdens de Europese verkiezingen van 2004 waren de eerste resultaten van deze inzet te zien: de Partij van de Arbeid, GroenLinks, SP en D66 zetten, geprikkeld door de opmars van de Partij voor de Dieren, op het laatste moment een groen slotoffensief in om te voorkomen dat groene kiezers zouden overstappen. Ze beloofden de dieren een hemel op aarde, waarbij het manifest dat Harm Evert Waalkens schreef in opdracht van Wouter Bos, het verst ging.
De PvdA stelde vlak voor de verkiezingen dat dieren gevrijwaard zouden moeten zijn van honger, dorst en ondervoeding, vrij van fysiek ongerief, vrij van pijn, verwonding en ziektes en gevrijwaard tegen angst en chronische stress. Bovendien zouden dieren de gelegenheid moeten hebben om hun normale gedrag te kunnen uitvoeren. Er zou een toetsingskader moeten komen van wat je wel en niet met dieren mag doen, er zou een houdverbod voor exotische dieren moeten komen, er zou een eind moeten komen aan het gesleep van dieren door Europa, er zou een castratieverbod komen voor biggen, een verbod op het couperen van schapenstaarten, kippen zouden niet langer in kooien gehouden mogen worden, ruiming van gezonde dieren bij dierziekten-uitbraken zou verboden moeten worden en mishandeling en verwaarlozing van dieren zou streng bestraft moeten worden.
Een hemel op aarde dus voor dieren in Europa, en ook D66 beloofde koeien met gouden horens. GroenLinks startte kort voor het referendum over de Europese grondwet zelfs een burgerinitiatief om de lengte van veetransporten in te perken tot maximaal 6 uur en beloofde 1 miljoen handtekeningen in te zullen zamelen om het onderwerp op de Europese kaart te zetten.
De weg naar een Groen Europa was geplaveid met goede voornemens, en de huidige campagne lijkt in dat opzicht een herhaling van zetten.
Maar kennelijk misten de Nederlandse Europarlementariërs de afgelopen 5 jaar een groene aanjager, want vrijwel alle prachtige groene verkiezingsbeloften vielen in het water. Of erger, van veel ervan werd niets meer vernomen.
De Partij van de Arbeid was bij monde van Thijs Berman “zeer tevreden” dat er voortaan nog maar 38 kilo (levende) kippen mag worden gehouden per m2 , we hebben het dan dus nog altijd over 19 kippen-op-een-kluitje waarvoor de vrijheden die de PvdA in haar verkiezingsmanifest bepleitte niet of nauwelijks gelden. Zijn fractiegenote Dorette Corbey pleitte zelfs voor het toestaan van het rapen van kievitseieren, een bedreigde soort nota bene, en stoorde zich aan procederende milieuorganisaties die wilden dat de Natura 2000 afspraken nagekomen zouden worden.

D66 pleitte 3 dagen voor de verkiezingen voor vergaande actie van politiek en supermarkten om dierenleed drastisch in te perken, maar kwam daar in het Europees Parlement niet of nauwelijks meer op terug. Er werd door D66 in het Europees Parlement vooral gepleit vóór genetische manipulatie en het niet uitsluiten van kernenergie.
En GroenLinks, de Partij zich erop voor laat staan de groenste agenda te hebben? Het Europese burgerinitiatief werd met stille trom stop gezet voor het beoogde resultaat ook maar in de verste verte in beeld was. Gewoon stekker eruit, een dode link voor wie wil kijken wat er met zijn handtekening gebeurd is. Staaltje goedkope propaganda die kennelijk niet gebaseerd was op oprechte zorgen over veetransporten.
In de afgelopen 5 jaar dat Joost Lagendijk en Kathalijne Buitenweg in het Europees Parlement zaten hebben ze nauwelijks aandacht gevraagd voor het welzijn van dieren. Buitenweg stelde slechts 10 vragen in 5 jaar tijd die betrekking hadden op dierenwelzijn, en van die vragen ging er slechts één over veetransport. Joost Lagendijk deed helemaal niets aan het agenderen van dierenwelzijn en beide GroenLinksers schitterden door afwezigheid als het ging om het indienen van ontwerp resoluties over dierenwelzijn of over het indienen van adviezen over dierenwelzijn of dierenrechten.
Beiden namen niet deel aan plenaire debatten over landbouw, duurzaamheid en dierenwelzijn, klimaat of vergelijkbare groene onderwerpen.

Groen zijn is meer dan de inzet van een Toyota Prius in verkiezingstijd of greenwashing tijdens referendumcampagnes. De Nederlandse politieke partijen die een groen verkiezingsprogramma hebben, hebben aangetoond Groen als niet meer te beschouwen dan een bijgerecht.
Dat is te weinig, de kiezer is nu aan de beurt dat te beoordelen. Zonder gangmaker, zal het Europees beleid in de komende jaar niet groener worden dan in de afgelopen 5 jaar het geval was. Het groene boeket dat nu gepresenteerd wordt verlept na een week, en dat doet geen recht aan alle mooie beloften die keer op keer gedaan worden.

Marianne Thieme, voorzitter Partij voor de Dieren
Bijlagen: Diervriendelijk Manifest PvdA en D66

Bijlagen:
Diervriendelijk manifest PvdA


PvdA wil vijf vrijheden voor dieren

08-06-2004
De PvdA wil aan de hand van de vijf dierenvrijheden en 10 actiepunten het dierenwelzijn structureel verhogen. 'Wij hebben dierenwelzijn hoog in het vaandel staan', aldus PvdA-lijsttrekker Max van den Berg en Tweede-Kamerlid Harm Evert Waalkens. In het Europees Parlement en in de Tweede Kamer hebben we ons sterk gemaakt voor een goede regeling voor dierenvervoer. Helaas kiezen CDA en VVD dan weer voor de vleesindustrie en niet voor de dieren. De PvdA roept het kabinet Balkenende op om tijdens het Europees voorzitterschap te komen tot een goede Europese regeling die een eind maakt aan het gesleep met dieren door Europa.

De PvdA vindt dat sprake is van grootschalige en onacceptabele verwaarlozing van het dierenwelzijn. De beschaving van de maatschappij kun je aflezen aan de omgang met dieren. Er is internationaal overeenstemming onder wetenschappelijke experts over de randvoorwaarden voor dierenwelzijn. De PvdA noemt dit de vijf dierenvrijheden:

1. Dieren zijn gevrijwaard van honger,dorst en ondervoeding
2. Dieren zijn gevrijwaard van fysiek en fysiologisch ongerief
3. Dieren zijn gevrijwaard van pijn, verwonding en ziektes
4. Dieren zijn vrij om het normale gedrag te kunnen uitvoeren
5. Dieren zijn gevrijwaard van angst en chronische stress

Met de volgende tien actiepunten wil de PvdA ervoor zorgen dat aan deze voorwaarden voldaan wordt:

  1. Er moet een ethisch toetsingskader komen voor het houden van dieren. Het houden van landbouwhuisdieren voor melk, vlees of wol is bijvoorbeeld wel heel iets anders dan het doden van dieren voor de pels of de huid. De PvdA wil nertsenfokkerijen verbieden.
  2. Het opstellen van een lijst van dieren die je mag houden, zowel voor landbouwhuisdieren als hobbydieren. Het is toch te gek voor woorden dan we hier allerlei exotische dieren naar toe halen die hier niet horen en dan ook nog onder erbarmelijke omstandigheden.
  3. Er moet een eind komen aan het gesleep met dieren kris kras door Europa. Minister Veerman moet tijdens het Nederlands voorzitterschap dit opnieuw agenderen na het debacle van een aantal weken terug waar de ministers van Landbouw niet tot overeenstemming kwamen en CDA en VVD in het Europees Parlement onverkort kozen voor de vleesindustrie.
  4. Het opstellen van een verbod op het castreren van biggen en het knippen van tanden.
  5. Het verbieden van het couperen van schapenstaarten. Hiermee wordt de intrinsieke waarde van dieren aangetast.
  6. Geen legbatterijen, dus stoppen met het houden van kippen in kooien.
  7. Stoppen met het doden van miljoenen gezonde dieren ingeval van een dierziekte-uitbraak en gebruik maken van inentingen met (marker) vaccins.
  8. Aanscherpen van de Gezondheid- en Welzijnswet voor dieren op het punt van strafbaarstelling van mishandeling, seks met dieren en systematische verwaarlozing van dieren.
  9. Stimuleren van biologische en duurzame landbouw en een einde maken aan de geldverslindende en concurrentievervalsende Europese landbouwsubsidies, die alleen maar zorgen voor overproductie.
  10. Aanpassen van de huisvesting aan de dieren en niet andersom.

De komende jaren zullen bepalend zijn of we erin slagen om de intensieve veehouderij om te vormen naar een diervriendelijke, biologische en duurzame landbouw. Dat moet, want dieren in de intensieve veehouderij zijn vergaand ondergeschikt gemaakt aan kostenefficiëntie. De gevolgen daarvan voor het dier en het dierenwelzijn zijn te groot. De PvdA kan en wil daarom dat het dierenwelzijn, net als sociale normen, het milieu en voedselveiligheid als een collectieve waarde wordt beschouwd en dus bescherming geniet.
D66

Dierenwelzijn vraagt actie politiek en supermarkten

Persbericht, 7 juni 2004
D66 wil actie van de regering én van supermarkten om het dierenwelzijn in Nederland te verbeteren. Vandaag spreekt de Tweede Kamer over de toekomst van de bio-industrie. Kamerlid Boris van der Ham zal namens D66 een actieplan lanceren om het dierenwelzijn te verbeteren. De Democraten willen onder meer een verbod op de genetisch gemodificeerde kip die zichzelf kreupel eet. Daarnaast wil D66 niet langer wachten op regelgeving uit Europa. Van der Ham: Minister Veerman heeft zelf gezegd dat onze afzetmarkt het gebied beslaat tussen de driehoek London-Parijs-Berlijn. Laten we dan ook met Noord-Europa een kopgroep vormen die aan de rest van Europa laat zien dat je ook concurrerend kunt zijn als je wel rekening houdt met de belangen van het dier .

De belangrijkste punten uit het D66-actieplan:

De Nederlandse regering moet:

- zo snel mogelijk verbieden van het fokken van genetisch gemodificeerde vleeskippen voor productie. Deze kippen worden geselecteerd op hun eetdrift en zakken door het vele eten door hun poten. Minister Veerman moet geld stoppen in het onderzoek naar het terugfokken van deze kippen, zodat ze trager groeien.

- geld steken in het onderzoek naar en de toepassing van alternatieve en veel ruimere vormen van huisvesting voor varkens, zoals al door Universiteit Wageningen al is gestart.

- illegale diertransporten en bijladingen (zoals onlangs bleek in België) hard aanpakken. De Nederlandse politie moet ook buiten de landsgrenzen Nederlandse transporten kunnen volgen en zo nodig bekeuren. Hierover moeten afspraken worden gemaakt met andere Europese landen. Nederlandse veetransporteurs moeten overal en onverkort voldoen aan de Nederlandse eisen, waar ook in Europa.

- ophouden met te wijzen naar de Europese Unie als het gaat over regelgeving. D66 wil een kopgroep in Europa van een aantal West-Europese landen die vooruit lopen op Europese regelgeving. Te beginnen met het verbieden van (onverdoofd) castreren van varkens en het verbieden van kooien voor kippen.

Regelgeving door de overheid lost echter niet alle problemen op. Net zoals supermarkten in andere landen, moeten Nederlandse supermarkten vlees uit hun schappen weren dat onder erbarmelijke omstandigheden voor tot stand is gekomen.

D66 vindt dat de Nederlandse supermarkten binnen twee jaar een convenant moeten sluiten waarin ze afspreken:
  • dat ze geen vlees verkopen waar op levende dieren is ingesneden. Dus geen vlees van biggen die onverdoofd zijn gecastreerd, geen staarten afhakken, geen snavels en tanden afknippen
  • dat er geen import van dierlijke producten plaatsvindt afkomstig uit landen waar géén of onvoldoende toezicht is op dierwelzijn
  • dat ze geen vlees verkopen dat voortkomt uit diertransporten langer dan 8 uur
  • dat ze geen vlees verkopen waar dieren honger voor hebben geleden, zoals bij ouderdieren en kalveren.

Veehouder vraagt feiten maar brengt fictie

De heer Waalkens (PvdA) pleit in het Dagblad van zaterdag 23 mei dat de discussie over de intensieve veehouderij (bio-industrie) over feiten moet gaan zonder ook maar een feit te noemen. Bij dhr Waalkens, zelf veehouder, zou je kunnen aanvoeren dat hij zijn betoog houdt uit eigen belang. Het beeld dat de intensieve veehouderij duurzaam kan zijn klopt niet. 13 miljoen! hectaren oerwoud per jaar wordt gekapt om plaats te maken voor de productie van soja en graan dat gebruikt wordt als voer voor vooral varkens en kippen. Meer dan 5 kilo veevoer is nodig voor het produceren van 1 kilo vlees. Door deze kap sterven nu 1000x sneller als ooit waargenomen diersoorten uit. Nederland is na China de grootste importeur van soja. De klimaatveranderingen kunnen we makkelijker de baas als we onze (vlees) consumptie beperken. Vele duizenden kilo’s antibiotica worden preventief gevoerd aan kippen en varkens in de bio-industrie. Effectievere maatregelen ter voorkoming van dierziekten is het vermijden van grote concentraties van dieren op een plek. Dat lukt alleen in kleine veehouderijen.

Laten we produceren voor onze eigen behoefte, niet voor onze hebzucht. Kies daarom ook voor een vleesvrije dag in week.

Johan de Leeuw

26 mei 2009

Europees verbod op de bonthandel

Persbericht PvdD: Partij voor de Dieren wil een Europees verbod op de bonthandel

Nederlands nertsenfokverbod eindelijk dichtbij

Den Haag, 26 mei 2009 - Vandaag debatteert de Partij voor de Dieren in de Tweede Kamer over het wetsvoorstel verbod nertsenfokkerij. Het lot van de nertsen lag in handen van de Christen Unie en Partij voor de Vrijheid. De PVV heeft vandaag laten weten voor het verbod te zullen stemmen. Daarmee is er een meerderheid in de Tweede Kamer. Maar de grote strijd moet nog geleverd worden in de Eerste Kamer waar onze senator Niko Koffeman ook de Haas in de Marathon zal zijn die de andere partijen warm laat lopen voor het nertsenfokverbod. De Partij voor de Dieren vindt dat het fokken van pelsdieren definitief zal moeten worden verboden, omdat bont een overbodig luxeproduct is dat geen enkele rechtvaardiging vormt voor dierenleed.
In Europees verband pleit de Partij voor de Dieren daarom voor een Europees fokverbod voor pelsdieren en een handelsverbod voor bont. Daarnaast is de Partij van mening dat een importverbod niet voldoende is, maar er ook een doorvoerverbod zou moeten komen om te voorkomen dat de sluikhandel doorgaat en de handel in bont met derde landen een profijtelijke Europese activiteit blijft.
Nu Europa inmiddels een verbod op de import van honden- katten- en zeehondenbont heeft ingevoerd, is het tijd om een totale afschaffing van bontfokkerij en bonthandel in Europees verband te bepleiten. De Partij voor de Dieren is nu nog de enige partij die pleit voor zo’n verbod, maar verwacht navolging te kunnen bewerkstelligen bij andere partijen.

13 mei 2009

Alterra: het koper- en zinkgehalte in veevoer leidt tot uitspoeling zware metalen

bron: Agrarisch Dagblad, 02/05/09. Het aanscherpen van het mestbeleid vermindert de uitspoeling van zware metalen zoals cadmium, koper en zink naar het oppervlaktewater niet. Dat blijkt uit een modelstudie van Alterra van Wageningen UR. Er moet zelfs rekening worden gehouden met een verdere toename van de uitspoeling en die is het grootst bij koper. In de meeste gebieden in Nederland is de toevoer van metalen naar de bodem veel groter dan de uitspoeling. Hierdoor neemt de voorraad zware metalen in de bodem toe en zal de uitspoeling op termijn verder toenemen.

Alterra dringt aan op maatregelen om de toename van de uitspoeling van zware metalen tot stilstand te brengen. Het koper- en zinkgehalte in veevoer zou gehalveerd moeten worden en de onderzoekers pleiten voor een verbod op het gebruik van koper in klauwontsmettingsbaden. Ook het gehalte aan cadmium in fosfaatkunstmest kan met 50% terug. Om tot verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit te komen zijn daarnaast ook buiten de landbouw maatregelen nodig.

Rapport toont risico's voor volksgezondheid door intensieve varkenshouderij

'Mexicaanse' griep: Rapport toont risico's voor volksgezondheid door intensieve varkenshouderij

Persbericht Nijmegen, 13 mei 2009. De bio-industrie is te vergelijken met een snelkookpan, waarin virussen en andere ziekmakers zich snel kunnen vermengen en verspreiden. Dat is de conclusie van een nieuw rapport van Compassion in World Farming dat deze week verscheen naar aanleiding van de uitbraak van de nieuwe 'Mexicaanse' griep.

Het rapport, dat gebaseerd is op zeer recente wetenschappelijke inzichten, laat zien dat het Mexicaanse virus afkomstig is van varkens en grote gelijkenissen vertoont met virussen die eerder de kop opstaken in Noord-Amerikaanse varkenshouderijen. Bovendien legt het rapport uit dat alleen al het grote aantal dieren in de industriële veehouderij bijdraagt aan de makkelijke verspreiding van dierziekten. Dat geldt bijvoorbeeld óók voor: de hoge bezettingsgraad in de stallen, het vele directe contact tussen de dieren, de veelvuldige diertransporten, de afvoer van mest en het stof in de stallen.

Al eerder wezen onafhankelijke onderzoekcentra op de risico's voor de menselijke gezondheid die ontstaan door de intensieve veehouderij. Nog in 2007 waarschuwde de FAO (de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties) voor de mogelijke ontwikkeling en verspreiding van zoönoses (ziekten die overgaan van dieren op mensen) in industriële varkens- en pluimveehouderijen. Hoe serieus die waarschuwing genomen moet worden blijkt uit de recente griepuitbraak. 'Grootschalige, industriële veehouderij bedreigt niet alleen het welzijn van de dieren maar brengt ook grote risico's met zich mee voor de gezondheid van mens en dier', aldus Geert Laugs, campagnecoördinator van Compassion in World Farming Nederland.

09 mei 2009

Nederland heeft baat bij vaagheid herkomst landbouwproducten

Veel Europese landen zijn voor een verplichting op voedsel in de supermarkt met etiketten die aangeven waar het is geproduceerd. Nederland als exporterend land ziet deze ontwikkeling als een bedreiging. Nederland zou liever de aanduiding zien “geproduceerd in de EU”.
Kennelijk zouden veel buitenlandse consumenten geen producten uit Nederland kopen als zij hetzelfde product uit het eigen land kunnen kopen. In het geval van dierlijke producten hebben die buitenlanders daar groot gelijk in. Waarom dierlijke producten over de hele wereld slepen terwijl een veehouder uit de eigen regio het net zo diervriendelijk kan? Daar komt nog bij dat ons land veel veevoeder moet importeren om het half miljard dieren jaarlijks te kunnen voeden. En dat gaat (ook) ten koste van natuur en milieu in het buitenland.
Dier- en milieuvriendelijkheid worden in Nederland minimaal ingevuld omdat men anders in kostprijs niet kan concurreren met het buitenland.
Dit is een reden des te meer om de vaderlandse veehouderij voor te houden dat haar omvang ongewenst is. Om krimp tot een gezond niveau te bevorderen moet de overheid (nationaal en Europees) stoppen met het subsidiëren van veehouderij. Weliswaar houden grootschalige bedrijven de concurrentieslag het langst vol, maar zij drukken wel de grootste negatieve stempel op het aanzien van het platteland.

08 mei 2009

Stop de dierziektes, stop de megastallen

Varkensgriep is zoveelste voorbeeld van risico's dierziekten voor de mens
Milieudefensie: 'Stop de dierziektes, stop de megastallen'

Persbericht Amsterdam, 8 mei 2009 – Megastallen vergroten het risico van het ontstaan van voor de mens schadelijke dierziekten. De overheid dient dan ook een bouwstop in te stellen voor deze veefabrieken. Milieudefensie start daarom vandaag op internet de petitie 'Stop de dierziektes, stop de megastallen' waarin regering en parlement worden opgeroepen om te kiezen voor een veehouderij die volksgezondheid, dierenwelzijn en milieukwaliteit wél respecteert. De dreiging van de onlangs in Mexico opgedoken varkensgriep vormt de aanleiding voor de oproep.

Campagneleider Wouter van Eck van Milieudefensie: “Laten we elkaar niet voor de gek houden door de andere naam die nu op het varkensgriepvirus wordt geplakt. Zeker is dat dit virus wel degelijk is ontstaan bij varkens en vervolgens op mensen is overgegaan. Ook bij de vogelgriep gaat het virus over van het vee op de mens. De veehouderij van de toekomst zal deze risico’s moeten verkleinen, in plaats van vergroten.”

Nederland is wereldwijd het land met de meeste varkens en kippen per vierkante kilometer. Miljoenen dieren leven er op elkaar gepakt. Ze zijn eenzijdig doorgefokt, waarbij grote hoeveelheden antibiotica worden toegediend. Naarmate meer dieren op deze wijze massaal bij elkaar worden gehouden nemen de gezondheidsrisico’s toe. Zogenoemde megastallen, waarin zelfs duizenden varkens of honderdduizenden kippen op elkaar gepropt worden, zijn de meest extreme vorm van deze intensieve veehouderij. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft vorig jaar al geconcludeerd dat door dergelijke megastallen de kans op het ontstaan van voor de mens gevaarlijke ziekten verder kan toenemen.

82 Veefabrieken gepland
Momenteel zijn bij Milieudefensie plannen bekend voor maar liefst 82 te bouwen megastallen, verspreid over Nederland. Het grootste bouwplan is voorzien in Grubbenvorst (Limburg), waar een bedrijf met 35.000 varkens en 1,2 miljoen kippen moet komen. Minister Verburg (Landbouw) steunt de komst van dit soort veefabrieken. Zij weigert dan ook een gedegen onderzoek te laten verrichten naar de risico’s voor de volksgezondheid. Zij weigert bovendien om de eveneens risicovolle clustering van veebedrijven in zogenoemde Landbouw Ontwikkelings Gebieden (LOG's) ongedaan te maken.

Wouter van Eck: “Het is bizar dat onze overheid de risicovolle megastallen blijft steunen. Zeker nu er, met de huidige uitbraak van de varkensgriep, opnieuw een duidelijk signaal wordt afgegeven dat het zowel voor dieren als voor mensen ongezond is om op deze wijze vee te houden. Voor de geplande veefabriek in Grubbenvorst worden zelfs miljoenen euro’s subsidie beschikbaar gesteld. Wordt dit de kraamkamer voor nog meer nieuwe dierziekten?”

27 april 2009

PvdD vraagt ministers naar relatie bio-industrie en varkensgriep

Partij voor de Dieren stelt Kamervragen over varkensgriep

Persbericht Den Haag, 27 april 2009 - De Partij voor de Dieren maakt zich ernstig zorgen over de uitbraak van varkensgriep in Mexico en de verspreiding van het virus naar andere delen van de wereld. Marianne Thieme heeft daarom Kamervragen gesteld aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

In heel Mexico zijn inmiddels ruim 1300 mensen besmet met het virus. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zijn mogelijk 60 mensen overleden aan de varkensgriep terwijl het einde van de golf nog lang niet in zicht lijkt te zijn. Inmiddels heeft het virus ook de Verenigde Staten, Canada en Spanje bereikt. Deze specifieke variant, subtype van het Influenza A-virus H1N1, is in tegenstelling tot de meeste varkensgriepsoorten overdraagbaar van mens tot mens. De Mexicaanse autoriteiten zijn inmiddels een grootschalige vaccinatiecampagne gestart tegen het virus.

Tot nu toe is er weinig aandacht voor de oorzaak van de besmetting, maar de kans is groot dat intensieve varkenshouderijen de veroorzaker zijn van dit gemuteerde griepvirus. In de intensieve en grootschalige varkensfabrieken worden dieren dicht op elkaar gehouden en hebben zij geen ruimte om hun natuurlijke gedrag te uiten. Daardoor ontstaat stress en verzwakt het immuunsysteem. Virussen als de varkensgriep krijgen hierdoor vrij spel. De Partij voor de Dieren wil van de ministers weten of zij erkennen dat het ontstaan van dit virus direct te maken heeft met de intensieve veehouderij en wat zij van plan zijn te doen tegen de verspreiding ervan.

Tot zover het persbericht van de PvdD.
Zie ook "Intensieve varkenshouderij is een gevaar voor de volksgezondheid".

24 april 2009

Als de boeren een klein stapje terugdoen is dat de redding van veel vogels

De Vogelbescherming roept de boeren op om een klein stapje terug te doen:

Soorten als veldleeuwerik, patrijs en grauwe gors zijn met meer dan 90% afgenomen sinds de jaren zestig. Gele kwikstaart, kneu en graspieper zijn sinds die tijd gehalveerd. Agrarisch natuurbeheer kan uitkomst bieden, maar daar moeten dan wel voldoende financiële middelen tegenover staan.

Oorzaken van de sterke achteruitgang van akkervogels komen door een steeds verdere intensivering van de landbouw. Schaalvergroting en het verdwijnen van natuurlijke landschapselementen leiden tot vermindering van broedgebied. Door intensief gebruik van pesticiden en kunstmest ontstaat er minder voedselaanbod. Efficiëntere oogstmethoden hebben tot gevolg dat er ook ’s winters minder voedsel aanwezig is, waardoor er dan meer vogels sterven.

Onderzoek toont aan dat agrarisch natuurbeheer uitkomst kan bieden. De aanleg van brede akkerranden zal leiden tot hogere dichtdeden van onder meer veldleeuwerik en grauwe kiekendief. Het laten overstaan van granen resulteert in hoge aantallen grauwe gors, kneu, geelgors en veldleeuwerik in de wintermaanden. Bijkomend voordeel van deze maatregelen is dat ze goed inpasbaar zijn in de gangbare bedrijfsvoering van akkerbouwers.

Natuurlijke plaagbestrijding

De akkerranden zorgen voor beschutting van weidevogels om te broeden en voldoende voedsel, zoals insecten. Ook zorgen de insecten voor natuurlijke plaagbestrijding, zoals het verminderen van luis in de gewassen.

Meer lezen over akkerranden beheer? Klik hier.


 

Nederlandse boeren drukken elkaar uit de markt

Over tien jaar zijn er van elke drie land- en tuinbouwbedrijven in Nederland nog maar twee over. De helft van de melkveebedrijven is dan verdwenen. Het aantal koeien blijft wel ongeveer gelijk, maar de varkensstapel zal krimpen. Dat voorspellen deskundigen van het LEI.

De tendens tot het maken van een supersprong in de grootte van het aantal koeien dat permanent in een megastal wordt gehouden gaat niet alleen ten koste van dierenwelzijn, maar drukt ook boeren uit de markt. Er is domweg niet voldoende ruimte in ons land om alle boeren te laten uitbreiden. De Nederlandse boer produceert voornamelijk voor het buitenland.

Het gevolg van deze ontwikkeling is dat het Nederlandse platteland voor lange tijd een stuk lelijker wordt.

23 april 2009

CDA kamerlid schoffeert vleesverminderaars

Europese Lijsttrekker van de Partij voor de Dieren, Natasja Oerlemans, schrijft webstrijd uit.

Beste vegetarische recept om Henk Jan Ormel en Europese Christendemocraten op andere gedachten te brengen

Persbericht PvdD: Den Haag, 23 april 2009 –Natasja Oerlemans heeft een webstrijd uitgeschreven om het vleesgeworden cynisme van het CDA te doorbreken met lekkere hapjes. Dierenarts en CDA kamerlid Henk Jan Ormel is gek op het proeven van dieren. Zozeer dat hij op radio 1 en in een kamerdebat pleitte voor een verbod op het vegetarisch kookboekje van het Voedingscentrum, ‘een dag zonder vlees’.

En het geld dat zou ‘vrijkomen’ door het vegetarisch kookboek te schrappen, zou wat Ormel betreft besteedt moeten worden aan een publiekscampagne om de ‘zegeningen’ van de dierproeven aan een groot publiek bekend te maken.

Provocatie zit een beetje in het bloed van veel CDA-ers, eerder pleitte fractiegenoot Koopmans al voor een rehabilitatiecampagne voor foie gras, pleitte CDA landbouwminister Gerda Verburg ervoor scholieren het bos in te sturen om zelf illegaal hazen te gaan vangen en sprak Annie Schreijer-Pierik de gedenkwaardige woorden “een haas hoort in de pan, geschoten door mijn Jan”.

En de Christendemocraten in het Europees Parlement eisten met succes dat vleesvermindering zou worden geschrapt uit een lijst van 200 klimaatbesparende maatregelen.

Daarmee schoffeert het CDA de 800.000 vegetariërs en 3,5 miljoen vleesverlaters die overtuigd zijn van het nut van vleesvermindering. CDA fractievoorzitter Pieter van Geel noemde vlees (in de tijd dat hij staatssecretaris van VROM was) nog ‘het meest milieuonvriendelijke deel van ons voedselpakket’, maar fractielid Ormel lijkt een duidelijk ander signaal af te willen geven.

Pleitte Wilders eerder voor een verbod op de Koran, nu zouden vegetarische kookboekjes of milieubesparingstips verboden moeten worden volgens het CDA.

Daarom roept Natasja Oerlemans iedereen die een maaltijd zonder vlees kan waarderen, op om zijn of haar favoriete vegetarische recept te mailen naar Henk Jan Ormel en de Europese Christendemocraten.

Inzenden kan via www.partijvoordedieren.nl en de 5 meest originele inzendingen worden beloond met het meest omvangrijke vegetarische kookboek ooit: De Dikke Vegetariër van New York Times foodcolumnist Mark Bittman. Het boek telt meer dan 1000 pagina’s en 2000 vegetarische recepten en is nog steeds niet verboden!

18 april 2009

Hoe moffel je een megastal weg?

De ene groep boeren dringt de andere groep uit de markt. Alleen degenen die groot denken zullen nog een tijdje overleven. Daarmee komt het einde van de bio-industrie een stap dichterbij. Maar eerst moet de Nederlandse burger nog de horizonvervuiling verdragen van de megastallen die gebouwd worden voor koeien, varkens en kippen.
Grote veestapels bijeen in 1 stal maken bedrijfsvoering relatief goedkoop. Het vooruitzicht op een groeiende afzet in een globale markt, maakt dat de moderne boer haast heeft en dat alle zeilen worden bijgezet in een discutabel politiek maatwerk.
Het aantal grootschalige boeren is niet zo groot en de aanslag op het landschap des te meer. De provincie stuurt daarom de ambtenaren de boer op van de megalomanen onder de veehouders. In zogenaamde keukentafelgesprekken wordt ervoor gezorgd dat de boer zo snel mogelijk zijn zin krijgt en dat het resultaat zo min mogelijk uit de toon valt in het landschap.
Omdat er veel geld valt te verdienen zijn ook de architecten van de partij. Evenals de universiteit van Wageningen. Zij onderzoekt hoe het zou kunnen, desnoods voor het gehoor van het buitenland, dat vervolgens dankbaar de concurrentie met de Nederlandse boer aangaat en daarmee de sector versneld om zeep helpt. De Nederlandse boer neemt over wat hem geld oplevert en laat achterwege wat het dier welzijn zou opleveren.
Prijsvragen worden uitgeschreven, erfbeplanting begroot, iedereen werkt samen om de grootse dromen van de laatste veehouders te verwezenlijken. Brutalen bebouwen de halve wereld.
Bijna niemand die nog vraagt of het allemaal nog leidt tot verhoging van het dierenwelzijn. De dieren komen niet meer buiten, hoogstens gelucht op de binnenplaats of een uitzondering, breed uitgemeten in de pers, daargelaten. Binnen wordt met minimale middelen de arbeid wegbezuinigd en aan de koe of het varken met nog wat lapmiddelen wordt de suggestie van welzijn gegeven. Melkrobots, roterende borstels, waterbedden en computergestuurde voeding moeten het oog van de meester vervangen. Het oog van de meester maakte mogelijk vroeger varkens vet, maar in de moderne stal zijn de koeien mager, uitgemolken tot op het bot.
Kan de burger uit de stad die vanwege de economische crisis een extra vakantie op het platteland dit zien aan de buitenkant? Het is maar de vraag of hij een stal herkent, want er is alles aangedaan om niet op te vallen: geen verrommeling meer en dichte erfbeplanting onttrekken de grootschalige bedrijfsvoering zo veel mogelijk aan het oog.
Misschien ziet de naïeve toeristische fietser de mestvergister als een fata morgana van een oosterse kathedraal, in plaats van een fabriek waarin afval en mest tot energie wordt opgewerkt met 50% subsidie van zijn zuurverdiende belastingcenten. Zou hij zo naïef zijn om te denken dat de biologische boer minder megalomaan is?

Dit alles omdat de moderne boer een ondernemer is geworden, die zijn geld verdient op verre markten. Vroeger bracht de boer de opbrengst naar de lokale markt. Nu is hij slaaf geworden van de verwerkende agro-industrie, die haast heeft in de slag om de wereldmarkt.

11 april 2009

Het manifest van Brambell

Minister Ter Horst wil een soort manifest voorleggen aan organisaties die zich bezighouden met dierenwelzijn. In dit manifest zou moet staan dat men zich afkeert van acties die gepaard gaan met geweld. Er is in den Haag kennelijk een soort hysterie ontstaan wegens het feit dat een paar lieden in dit land menen voor dieren op te moeten komen door mensen te bedreigen, brand te stichten en andere dingen te doen die wettelijk en moreel niet door de beugel kunnen. Terecht is dit hersenspinsel van mevrouw Ter Horst afgebrand, op een enkele partijpolitieke uitzondering na. Het is natuurlijk ongerijmd mensen te laten verklaren dat zij zich aan de wet zullen houden en geen acties zullen ondernemen die in strijd daarmee zijn. Iedere burger in dit land is gehouden de wet te gehoorzamen en bij overtreding wordt die burger daar op passende wijze op aangesproken. Er is ook geen enkele reden aparte wetgeving te genereren om het gewelddadig dierenactivisme adequaat aan te pakken. De bestaande wetgeving voorziet daar namelijk uitstekend in! Ook de mededeling dat wanneer men weigerachtig zou zijn genoemd manifest te ondertekenen, dat extra aandacht van de overheid tot gevolg zou hebben is een regelrechte belediging van al die goedwillende, betrokken en gemotiveerde mensen en organisaties in dit land die zich terecht druk maken over wat er met dieren gebeurt. Organisaties als de Dierenbescherming, Wakker Dier, Varkens in Nood, Bont voor Dieren, Wilde dieren de tent uit en niet te vergeten de Partij voor de Dieren en vele andere zijn opgericht door en bemensd met betrokken, integere en loyale lieden die een respectvolle behandeling van dieren nastreven, iets wat in deze overconsumptiemaatschappij beslist geen vanzelfsprekendheid is.
Maar stel nu eens dat die verklaring er toch zou komen en stel nu eens dat al die brave dierenactivisten, al dan niet gedwongen, die verklaring zouden ondertekenen. Zou het dan ook niet eerlijk zijn dat er nog een verklaring komt en wel van de kant van hen tegen wie de acties van de activisten zich richten?
Wat zou er dan onredelijk zijn aan een verklaring dat men zich bij het houden van dieren verplicht “de vijf vrijheden van Brambell”* te respecteren en na te leven?
De minister van LNV, mevrouw Verburg, heeft namelijk zelf aangegeven wat zij onder het begrip dierenwelzijn verstaat:

Dierenwelzijn betreft de kwaliteit van het leven van het dier, waarbij de houder de ‘vijf vrijheden’ respecteert en daarmee de grenzen van het adaptatievermogen van het dier niet overschrijdt.

Die vijf vrijheden zijn:

Dieren zijn vrij:
1. van dorst, honger en onjuiste voeding;
2. van fysiek en fysiologisch ongerief;
3. van pijn, verwondingen en ziektes
4. van angst en chronische stress;
5. om hun natuurlijk (soorteigen) gedrag te vertonen.


Let wel, het gaat hier om dieren die “gehouden” worden, wat nog iets anders is dan dieren waarvan gehouden wordt! Want de tegenwerpingen voel ik al aankomen. “In de natuur wordt ook honger en dorst geleden, hebben dieren pijn, angst en stress en gaan ze soms ellendig dood”! Ja, lijden is inherent aan het leven. Dat geldt voor mensen en andere dieren. Lijden dat door de mens wordt toegebracht aan andere levende wezens zonder dat daar een noodzaak of acceptabele reden voor bestaat is iets wat in een zich beschaafd noemende samenleving voorkomen en bestreden moet worden.
Het moge duidelijk zijn dat strikte naleving van “de vijf vrijheden” het absolute einde van de bio-industrie zou betekenen. Want als ergens deze regels met voeten worden getreden is het wel in die sector. Maar ook activiteiten als in circussen “optredende” wilde dieren, exploitatie van dierentuinen, allerlei sporten die, soms letterlijk, over de ruggen van dieren worden bedreven, kortom alles wat de mens meent te kunnen en mogen uitvreten met dieren op grond van zijn vermeende superioriteit zou dan ernstig heroverwogen moeten worden. En die heroverweging zou wel eens kunnen resulteren in het feit dat velen een andere broodwinning of hobby moeten gaan zoeken.
Ik zal het goed met de Minister maken. Als zij en/of haar medebewindslieden er voor zorgen dat de ideeën van meneer Brambell worden nagekomen wil ik wel een handtekening zetten onder een verklaring dat ik geen stoute dingen zal doen.

*In 1965 kreeg de commissie Brambell opdracht van de Britse regering voorwaarden vast te stellen waaronder dieren gehouden zouden moeten worden.

09 april 2009

Varkens in Nood hekelt supermarkt

Supermarkten adverteren massaal met goedkoop industrievlees

Persbericht Supermarktmonitor Varkens in Nood: biologisch vlees en vleesvervangers worden in reclamefolders nauwelijks aangeprezen.
Supermarkten benadrukken graag dat ze dierenwelzijn hoog in het vaandel hebben. Hun reclamefolders zijn echter gevuld met aanbiedingen van dieronvriendelijk vlees. Biologisch vlees en vleesvervangers zijn in de folders niet of nauwelijks te vinden. ‘Vlees eten is slecht voor de dieren en slecht voor het milieu. Reclame maken voor goedkoop vlees is onethisch’, stelt Hans Baaij, directeur van Stichting Varkens in Nood.

Met het paasfeest voor de deur, dat van oudsher wordt gevierd met een veelheid aan dierlijke producten, is Varkens in Nood een onderzoek gestart naar de frequentie waarmee supermarkten industrievlees, biologisch vlees en vleesvervangers aanprijzen. In 92 procent van de aanbiedingen bleek het om industrievlees te gaan.

Albert Heijn gaat er prat op de grootste te zijn op het gebied van vleesvervangers. De supermarkt zegt de consument aan te moedigen om minder vlees te eten. Loze woorden, zo blijkt uit het onderzoek van Varkens in Nood. Albert Heijn maakte in de onderzochte periode 24 keer reclame voor gangbaar industrievlees. Biologisch vlees en vleesvervangers waren in folders van de supermarkt niet te vinden.

C1000 deed het in de zes weken die het onderzoek besloeg niet beter. De supermarkt heeft in de onderzochte periode 39 keer industrievlees onder de aandacht gebracht. Biologisch vlees en vleesvervangers bleven in de folders van de supermarkt achterwege. Ook Jumbo, Dekamarkt, Aldi en Lidl maakten louter reclame voor vlees van dieren die onder erbarmelijke omstandigheden zijn gehouden en geslacht.

Van de dertien supermarkten onderscheidde alleen Dirk van de Broek zich in positieve zin wat betreft het aanprijzen van biologisch vlees. De supermarkt maakte in haar folders 23 keer reclame voor biologisch vlees tegenover 52 reclames voor industrievlees. Varkens in Nood hoopt dat de supermarkt die voortrekkersrol ook in de toekomst blijft vervullen.

Biologisch vlees speelt een ondergeschikte rol in supermarktfolders, maar vleesvervangers lijken werkelijk producten waarvoor supermarkten zich schamen. Samen maakten de dertien supermarkten slechts tien keer reclame voor vleesvervangers, tegenover 609 reclames voor vlees.

Supermarkten kunnen veel betekenen als het gaat om het uitbannen van dierenleed in de vee-industrie. Ze hebben immers veel invloed op het koopgedrag van de consument. Varkens in Nood ziet graag dat supermarkten hun diervriendelijke producten promoten. De stichting zal daarom haar onderzoek voortzetten en elk kwartaal een supermarktmonitor publiceren.

Zie ook deze video over hoe supermarkt marketing werkt.

04 april 2009

Varkens lijden door verdoving en verveling

Journaliste Pauline Veen van Eenvandaag bekeek samen met oud-dierenarts en verdovingsexpert Reinder Hoenderken beelden van een verdoving van varkens met CO2.
In haar weblog schrijft zij:
Vijf keer zie ik een varken in totale paniek zijn kop heen en weer slaan tegen de wand van de bak. Zijn voorpoten zitten vastgebonden om ervoor te zorgen dat de elektroden op zijn hoofd, die de hersenactiviteit moeten meten, er niet afvliegen. Maar anders waren er echt ongelukken gebeurt, met zo’n beest van 120 kilo. Hij probeert echt alles om eruit te komen, tevergeefs. Als leek denk ik: dit is toch wel ‘onaanvaardbare pijn en opwinding’.
Dertig jaar oude beelden ja, maar: het gas is niet veranderd, de dieren zijn niet veranderd, de methode is niet veranderd. Alles gaat zoals het toen ging.
En dus kunnen we dankzij de boven water gehaalde filmbeelden ons na dertig jaar weer afvragen: lijden onze varkens?

Oordeelt u zelf: op Eenvdaag kunt u de uitzending bekijken die collega Simone Timmer en ik erover maakten.

Tot zover het weblog.

In de uitzending rekent Hoenderken voor dat bij een slachterij die jaarlijks 5 miljoen varkens slacht, die elk 20 seconden lijden ("ongerief") door bovengenoemde methode van verdoven, 100.000.000 seconden dierenleed oplevert.
Helaas is dit niet enige moment dat een varken lijdt in zijn leven. In de zes maanden die een varken in zijn korte leventje opgroeit in een saaie stal mag ook de verveling gerekend worden onder dierenleed.

31 maart 2009

Nederland kent te weinig visvriendelijke gemalen

Er zijn in Nederland veel barrières voor vissen: zij komen een polder niet in of onbeschadigd uit. Ook dat helpt niet om de paling te redden.
Onze watersystemen zijn enorm versnipperd:
• Tienduizenden stuwen
• > 4.500 gemalen
• 6 waterkrachtcentrales
• Duizenden sluizen, dammen, waterinlaatwerken, duikers etc.

Daar bovenop geldt:
• Veel waterinlaten worden weinig gebruikt
• Veel waterinlaten zijn voor vissen slecht toegankelijk
• Veel waterinlaten liggen voor de vissen verkeerd (ze zouden in of pal naast de gemalen moeten liggen)

Het is niet zo moeilijk om een gemaal visvriendelijk te maken. Een manier is om in het gebied waarnaar gespuid wordt een reservoir te creëren met een open verbinding naar het buitenwater, waarbij de vissen vrij kunnen inzwemmen bij het spuien. Na het spuien wordt het reservoir gesloten en wordt er een doorgang in of om het gemaal geopend naar binnen. Dat extra water later weer spuien zou een vissenleven waard moeten zijn en een oplossing waarbij wind- en zonne-energie zou worden ingezet is natuurlijk helemaal goed.
In 1996 is in de Benelux Beschikking Vrije Vismigratie afgesproken dat alle vismigratieknelpunten in de gehele Benelux per 1-1-2010 opgelost moeten zijn. Nederland heeft hier echter nog niets meegedaan.
Het inrichten van de watersystemen voor vismigratie zou gezien kunnen worden als een onderdeel van een ecologische hoofdstructuur. Werken daaraan zou werkgelegenheid kunnen opleveren en een grote stap vooruit zijn voor de biodiversiteit en het dierenwelzijn in het water. Uiteraard zou een inrichting van de Nederlandse waterwegen gericht op vrije migratie van dieren en plantenleven de meest duurzame, dier- en milieuvriendelijke aanpak zijn.
In Haren, bij het Friese Veen staat het eerste exemplaar van een visvriendelijk gemaal. Adviesbureau Tauw gaat het ontwerp verzorgen van twee visvriendelijke gemalen volgens het FishTrack principe. FishTrack is een door Tauw bedacht systeem dat vissen ongedeerd door gemalen loodst. Het Friese gemaal Offerhaus en Henswoude zijn de eerste gemalen waarin het visvriendelijk principe FishTrack wordt toegepast.

Meer lezen? Kijk op www.vismigratie.nl.

30 maart 2009

Vereniging Peace Consumer wil via bankrekening vrijheid kwetsbare groepen verdedigen

PEACE Consumer gaat 4 verenigingen van bankrekeninghouders oprichten

PEACE Consumer gaat voor de vier grootste Nederlandse banken onafhankelijke rekeninghouders-verenigingen oprichten. Het gaat om ABNAmro-Fortis, ING, Rabobank en de SNS-bank. Deze verenigingen willen als stakeholder namens de klanten van de banken medezeggenschap claimen over voor rekeninghouders belangrijke zaken en zo een einde maken aan de eenzijdige macht van de aandeelhouders bij drie van de vier banken. Bij de coöperatieve Rabobank zijn geen aandeelhouders. Ook daar gaat het om een vergroting van de invloed van de rekeninghouders via medezeggenschap.

Elders op de site is te lezen (citaat):

VREDE/PEACE wordt bevorderd door eerlijke produktie. Produktie met respect voor de vrijheden, rechten en waarden van
P eople/mensen
E arth/aarde
A nimals/dieren
C ulture/cultuur
E nvironment/milieu

People

Echte vrijheid is dat je in alle levenssituaties zowel vrij bent als je vrij voelt. Zowel in je huiselijke situatie, in je dagelijkse leefwereld als in de overkoepelende sociale, economische en maatschappelijke structuren, zowel nationaal als mondiaal. Het begrip vrijheid is vanzelfsprekend een abstractie, een utopie. Wat belangrijk is, is dat je je als mens vrij voelt. De subjectieve beleving dus van het begrip vrijheid. In elke levenssituatie (micro, meso en macro) kan er sprake zijn van vrijheid en onvrijheid. Het gaat er daarbij om dat je je als mens vrij voelt, zowel gevoelsmatig, emotioneel, cognitief als fysiek.
Vrijheid wordt hier opgevat als de afwezigheid van angst en de aanwezigheid van hoop, verwachting en toekomstperspectieven gebaseerd op reële mogelijkheden.

Animals

De waarden van dieren omvatten alle dierenrechten van dieren. Het gaat daarbij zowel om huisdieren, productiedieren, proefdieren, zwerfdieren, dieren in de vrije natuur en alle overige dieren. Uitgangspunt is de intrinsieke waarde van een dier. Tot op heden zijn de vrijheden voor dieren slecht geregeld. Uitgangspunt daarbij zijn de standpunten waarover in grote lijnen overeenstemming bestaat binnen de organisaties die zich bezig houden met de rechten en belangen van dieren en de bescherming van dieren. Voor zover deze standpunten in wetten en regels zijn vastgelegd moeten deze geëerbiedigd worden. De dierenrechten zullen verder uitgebreid en geregeld moeten worden.

Tot zover een paar citaten van de website.

Je kunt natuurlijk ook direct overgaan naar een bank die op bovenstaande aspecten verantwoordelijk(er) werkt. Welke banken dat zijn? Vergelijk ze via de Eerlijke Bankwijzer.

28 maart 2009

Ecomare meldt: Bruinvissen in scheepsschroeven ongeloofwaardig


Ecomare zet grote vraagtekens bij de voorlopige conclusies van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) naar verminkte bruinvissen die 26 maart naar buiten zijn gebracht. Het NFI heeft geconcludeerd dat de verwondingen van de dieren niet moedwillig door mensen zijn toegebracht maar veroorzaakt door contact met scheepsschroeven. De Korps landelijke politiediensten (KLPD) heeft hierop besloten het strafrechtelijk onderzoek af te sluiten. Het gaat om 60 versneden bruinvissen op een totaal van 167 aangespoelde bruinvissen sinds november 2008.

De resultaten leiden echter eerder tot meer vragen dan tot antwoorden. Hoe kan het dat het vooral om verwondingen aan de keel en onderzijde gaat? Hoe zijn de touwsporen om de staarten en de bloeddoorlopen ogen die wijzen op verdrinking te verklaren? Hoe verklaren we de kleine stukjes bruinvis op het strand? Bovendien gaat het alleen om vette, gezonde dieren. Zieke en verzwakte dieren spoelen ook aan, maar dan intact.

Bruinvissen zijn zeer schuw ten aanzien van schepen. Ze hebben een feilloos gehoor waarmee ze schepen met hun harde motorgeluid altijd zullen ontwijken. Waar zou de plotselinge gedragsverandering van bruinvissen om zich in de buurt van schepen op te houden vandaan komen? Hoe verklaar je het plotselinge lokale optreden bij Texel, langzaam naar het zuiden verdwijnend, gelijk met het verschuiven van de voedselbronnen? Hoe kan het dat de kenmerkende repeterende sneden van scheepsschroefverwondingen niet bij deze bruinvissen voorkomen?

Inmiddels is contact opgenomen met het NFI en de KLPD over het ongeloofwaardige karakter van deze uitkomsten. Ecomare dringt aan op voortzetting van het onderzoek om het raadsel van de verminkingen daadwerkelijk op te lossen en vervolgens maatregelen te treffen om herhaling te voorkomen.

Tot zover Ecomare.

Meer lezen over de dieronvriendelijke bijvangst van walvisachtigen en de onwil om mee te werken aan effectieve oplossingen als de ‘Pinger’, klik hier.

25 maart 2009

Kat en muisspel Verburg met de PvdD over import en fok van kleine huisdieren

Zoals wel vaker ontwijkt LNV minister Verburg een deel van de vragen die vertegenwoordigers uit de Tweede Kamer haar stellen. Ook is zij niet van plan in te grijpen om dierenleed te voorkomen tenzij er klachten binnenkomen bij de LID of AID.
“Een importverbod voor knaagdieren verhoudt zich niet met het EG-verdrag over het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten”.

Kamervragen van Ester Ouwehand van de PvdD over uitspraken met betrekking tot de registratie van de import en fok van kleine huisdieren.

1
Hebt u kennis genomen van de uitzending van de Keuringsdienst van Waarde over de handel in hamsters en de grootschalige import van hamsters uit Tsjechië?
Ja.

2, 3, 7 en 8
Kunt u aangeven op welke informatie u uw uitspraak heeft gebaseerd dat ‘de meeste hamsters die in Nederland te koop worden aangeboden afkomstig zijn uit Nederland’, wanneer registratie van fok en handel in knaagdieren ontbreekt?
Kunt u aangeven waarom u de jonge presentatrice in de uitzending heeft aangeraden niet alle ‘roddels’ te geloven, terwijl de redactie in haar zoektocht naar de herkomst van in Nederland verkochte hamsters juist is gestuit op hamsterfokkerijen in Tsjechië die aangeven te fokken voor de Nederlandse markt?
Kunt u bevestigen dat er per week 3.000 hamsters worden verkocht in de Nederlandse dierenwinkels?
Kunt u een overzicht geven van de herkomst van deze dieren? Zo nee, kunt u dan bevestigen dat u - in tegenstelling tot u stellige uitspraken in de uitzending- geen enkel zicht heeft op de herkomst van de hamsters die in Nederland worden verkocht en de omstandigheden waaronder deze dieren worden gefokt?

In de uitzending van het programma “De Kinderen van de Keuringsdienst van Waarde” wordt niet duidelijk welk deel van de in Nederlandse dierenspeciaalzaken verkochte hamsters, afkomstig is vanuit het buitenland.
Mijn antwoord heb ik gebaseerd op informatie dat deze dieren grotendeels afkomstig zullen zijn uit Nederland. Informatie van de brancheorganisaties bevestigt mijn uitspraak dat het merendeel van de hamsters in de Nederlandse dierenspeciaalzaak afkomstig is van Nederlandse fokkers.
Vertegenwoordigers van de brancheorganisaties voor dierenspeciaalzaken geven aan dat het aanbod van hamsters in de Nederlandse dierenspeciaalzaken voor ongeveer 2/3e deel afkomstig is van Nederlandse fokkers (beroepsmatige en hobbyfokkers). Ongeveer 1/3e deel van deze dieren is afkomstig uit het buitenland (vooral uit Polen en Tsjechië).
Er worden ongeveer 1000 hamsters per week verkocht in de Nederlandse dierenwinkels.

4 en 5
Waarom hebt u de Kamer onjuiste informatie verstrekt door in antwoord op eerdere Kamervragen te zeggen dat konijnen en knaagdieren ‘slechts incidenteel in het kader van fokprogramma’s worden geïmporteerd door fokkers’?
Kunt u aangeven waarop u uw uitspraak dat ‘het overgrote deel van de konijnen en knaagdieren dat aan dierenspeciaalzaken wordt geleverd, afkomstig [is] van particuliere fokkers’ in antwoord op Kamervragen heeft gebaseerd?

In mijn antwoord op uw Kamervragen van 27 mei 2008 over de opvang van konijnen en knaagdieren heb ik mij destijds gebaseerd op de informatie die daarover beschikbaar was.
Er is navraag gedaan bij zowel de brancheorganisaties als de LID.

6
Hoe beoordeelt u de scene waarin duidelijk wordt dat dierenspeciaalzaken niet weten waar de door hen ingekochte dieren vandaan komen en aangeven geen tijd te hebben om zich hiermee bezig te houden?
Ik kan en wens geen oordeel te geven naar aanleiding van deze enkele scene over de gang van zaken in een brancheorganisatie.

9
Deelt u de mening dat kopers en vooral verkopers van dieren dienen te weten waar de dieren die zij kopen dan wel te koop aanbieden zijn gefokt en dat het mogelijk zou moeten zijn hier toezicht op te houden? Zo nee, kunt u dit toelichten?
Op dit moment gelden - naast de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren – geen specifieke regels voor fokken, houden en verkopen van konijnen en knaagdieren in de commerciële gezelschapsdierensector.
De sector werkt momenteel aan een vrijwillige certificeringsregeling voor onder andere de dierenspeciaalzaken en de import- en groothandel. In dit stelsel wordt gedacht aan het opnemen van een registratie van diersoorten.

10
Vinden er AID-controles plaats bij de Nederlandse hamsterfokkers? Zo ja, wat zijn de aandachtspunten bij deze controles en met welke frequentie vinden deze plaats? Zo nee, waarom niet?
Controles vinden momenteel plaats op basis van meldingen. Indien er meldingen worden gedaan over het welzijn van hamsters dan worden deze in behandeling genomen door de LID of AID.

11
Kunt u toelichten wat u verstaat onder ‘illegale handel’ in hamsters vanuit Tsjechië?
Met “illegale handel” werd in dit kader gedoeld op de invoer of het vervoer van hamsters in strijd met de veterinaire handelsvoorschriften en welzijnsbepalingen die voor vervoer van dieren binnen de EU van kracht zijn.

12 en 13
Kunt u aangeven welke regelgeving Tsjechië hanteert voor het fokken en verhandelen van kleine huisdieren, zoals hamsters? Wordt het welzijn van deze dieren hierdoor voldoende gewaarborgd volgens u? Zo nee, welke consequenties verbindt u hieraan met betrekking tot de import van huisdieren uit Tsjechië?
Bent u bereid de import van knaagdieren uit landen als Tsjechië te verbieden en met voorstellen te komen voor de registratie en monitoring van de handel in kleine huisdieren?
Zo neen, waarom niet?

Tsjechië kent geen specifieke nationale regelgeving met betrekking tot het fokken en verhandelen van kleine huisdieren zoals hamsters. Navraag in Tsjechië heeft uitgewezen dat er geen welzijnsproblemen bekend zijn betreffende het fokken en verhandelen van deze dieren en ik zie dan ook geen reden consequenties te verbinden aan de import van huisdieren vanuit Tsjechië.
Een importverbod voor knaagdieren verhoudt zich niet met het EG-verdrag over het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten van de Europese Unie (EG-verdrag, artikel 28 en 29).

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

Minister verbiedt het doden van dieren door particulieren en broodfokkers voorlopig niet

Dit zijn een deel van de antwoorden die minister Verburg 23 maart gaf op Kamervragen van GroenLinks kamerlid Dibi over het doden van dieren onder de Wet dieren.

Is het waar dat het doden van dieren, zolang zij hier geen pijn door ondervinden, niet verboden is onder de nieuwe Wet dieren? Zo ja, waarom?
Waarom is er in het wetsvoorstel geen bepaling opgenomen waarin het doden van huisdieren strafbaar wordt gemaakt?
Waarom is het doden van dieren wel toegestaan, maar het mishandelen niet?
Bent u van plan om tegemoet te komen aan de brandbrief van de Dierenbescherming en in het wetsvoorstel bij het indienen in deze leemte te voorzien, zodat het doden van dieren strafbaar wordt? Zo neen, waarom niet?

Artikel 2.10 van het wetsvoorstel Wet dieren ziet op het doden van dieren. Ik spreek graag in het kader van de parlementaire behandeling van dat wetsvoorstel met Uw Kamer over deze bepaling. Ik ben niet voornemens om, vooruitlopend op de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel dieren, het doden van dieren door particulieren strafbaar te stellen.

Bent u van zins het doden van dieren door zogenaamde broodfokkers keihard aan te pakken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier?
Het doden van gezelschapsdieren is toegestaan onder de algemene voorwaarden van paragraaf 1 van het Besluit doden van dieren. Deze voorwaarden houden in dat dieren bij het doden vermijdbare opwinding, pijn of lijden moet worden bespaard, dat het doden van dieren moet worden uitgevoerd door personen die de nodige kennis en vaardigheden bezitten om de taken humaan en doeltreffend uit te voeren en dat de dodingsmethode na aanvang van de dodingshandeling onmiddellijk leidt tot de dood van het dier. Deze voorwaarden gelden ook voor het doden van dieren door zogenaamde broodfokkers.
Zolang aan deze voorwaarden is voldaan, zie ik geen aanleiding om met betrekking tot het doden van dieren door deze groep eigenaren maatregelen te nemen.

20 maart 2009

Rapport schetst onthutsend beeld over veetransporten

Compassion in World Farming Nederland publiceert vandaag een nieuw rapport over veetransporten in de Europese Unie. Het rapport is gebaseerd op de laatste cijfers en het nieuwste wetenschappelijk onderzoek. Het geeft een onthutsend beeld van het dierenleed dat veroorzaakt wordt door het vervoer van dieren over grote afstanden.

Het rapport, dat werd geschreven door Peter Stevenson, beschrijft de belangrijkste routes voor verre diertransporten in de EU. Nederland neemt daarbij een belangrijke plaats in. Zo importeerde ons land in 2007 bijvoorbeeld meer dan 300.000 jonge kalfjes uit verre landen als Polen, Litouwen en Ierland. In hetzelfde jaar exporteerde Nederland meer dan 1,4 miljoen levende varkens en biggen naar Spanje en Italië. Zowel varkens, als jonge kalfjes, kunnen slecht tegen de verre transporten en tegen de barre omstandigheden waaronder deze vaak plaats vinden.

De Europese regels voor diertransport staan toe dat dieren over grote afstanden worden vervoerd. Toch worden de voorgeschreven rijtijden vaak overtreden, zijn de veewagens vaak overvol en krijgen de dieren vaak onvoldoende rust, eten en drinken. Het aantal incidenten rond veetransporten is dan ook groot. Het rapport somt op:
2005: Nederlandse varkens dood op een reis naar Italië
2006: 263 biggen dood op een reis van Nederland naar Griekenland
2007: 190 biggen dood op een reis van Nederland naar Italië
2007: 13 Nederlandse biggen dood bij aankomst in Spanje
2007: In Duitsland sijpelt bloed van een Nederlandse vrachtwagen met varkens. De wagen blijkt te zwaar beladen en 127 varkens hebben ernstige bijtwonden.

Natuurlijk doet het rapport ook belangrijke aanbevelingen om een eind te maken aan het dierenleed dat veroorzaakt wordt door verre diertransporten. De belangrijkste is een verbod van alle transporten die langer dan acht uur duren. Daarnaast dringt Compassion in World Farming er bij de Europese Unie en haar lidstaten op aan veetransporten streng te controleren, bijvoorbeeld door meer en beter samen te werken en door effectief gebruik te maken van satellietnavigatie.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.