Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

01 juli 2010

Giftigheid van gevangen vis wordt gemaskeerd

De Partij voor de Dieren vermoedt dat gifwaarden in vis sterk kunnen schommelen afhankelijk van de locatie van vangst. Door deze waarden over verschillende locaties te middelen wordt het giftige karakter van vis gemaskeerd.
Dit blijkt uit vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over gifgehalten in vis (1 juli 2010).

  1. Heeft u kennisgenomen van een nieuwe viswijzer die informatie verstrekt over gifgehaltes in vis en ecologische en gezondheidsinformatie combineert? Hoe beoordeelt u dit initiatief?
  2. Hoe beoordeelt u de kritiek van de makers van deze nieuwe viswijzer dat de gezondheidsaanbevelingen voor de consumptie van vis gebaseerd zijn op gemiddeld aangetroffen gifwaarden, terwijl de hoeveelheid gif in een bepaalde vis gemakkelijk veel groter kan zijn wanneer de vis in vervuild gebied is gevangen?
  3. Op basis van welke wetenschappelijke informatie wordt door het Voedingscentrum gesteld dat het risico voor je gezondheid door eventuele giftige stoffen verwaarloosbaar is ten opzichte van de voordelen van regelmatig vis eten? Op welke wijze is de grote variatie meegenomen in de gifgehaltes van verschillende vissen van dezelfde soort?
  4. Deelt u de mening dat het van belang is de herkomst van de vis te weten om een reële inschatting te kunnen maken van de hoeveelheid toxische stoffen? Zo ja, hoe kan de overheid zonder deze nuance blijven communiceren dat het verstandig is om twee keer per week vis te eten? Zo neen, waarom niet?
  5. Deelt u de mening dat ten behoeve van de gezondheid van de consument vis duidelijk traceerbaar zou moeten zijn? Zo ja, op welke wijze bent u van plan dit te doen? Zo neen, waarom niet?
  6. Kunt u toelichten wat precies bedoeld wordt met de stelling van het Voedingscentrum dat het eten van vis (2 maal per week, waarvan 1 keer vette vis) de kans op hart- en vaatziekten verkleint? Ten opzichte van welk voedingspatroon zou de kans op hart- en vaatziekten precies worden verkleind?

30 juni 2010

PBL vraagt de overheid om aandacht voor de kwaliteit van de leefomgeving

Maatregelen om het welzijn van dieren te verbeteren kunnen negatieve gevolgen hebben voor het milieu, stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) 9 juni 2010 in een rapport over tien jaar veehouderij in ons land.
De uitstoot van fijnstof is sinds 2004 weer gestegen, doordat pluimveehouders overschakelden op scharrelkippen, aldus het rapport. Bovendien produceren diervriendelijke houderijsystemen niet alleen meer fijnstof, maar vaak ook meer ammoniak. Ook het voerverbruik is hoger, waardoor meer landbouwgrond nodig is om het voer te produceren. Dat kan ten koste gaan van milieu en natuur elders.
Het PBL vindt dat de overheid deze strijdigheid aan de orde moet stellen en zo nodig een keuze moet maken. Dat geldt ook voor de vraag in hoeverre export ten koste mag gaan van de kwaliteit van de leefomgeving hier.
Tot zover het PBL.
De uitstoot van fijnstof en ammoniak van diervriendelijke houderijsystemen is alleen een probleem wanneer er grote hoeveelheden dieren worden gehouden. In dat kader is het terecht dat het PBL de overheid oproept om een keuze te maken ten aanzien van de export in relatie tot de kwaliteit van de leefomgeving in Nederland. Het is helder dat de overheid het beste kan streven naar een kleinere omvang dier(on)vriendelijke houderijen. Nu worden er in ons land 3x zo veel dieren gehouden als in eigen land worden geconsumeerd. Die overkill gaat ten koste van de kwaliteit van de leefomgeving.

23 juni 2010

Walvisjacht legaliseren? Nooit niet!

De Internationale Walvisvaartcommissie (IWC) stelt voor om de jacht te legaliseren met quota van 400 walvissen per jaar. Nu wordt voor Japan, Noorwegen en IJsland de vangst van een paar duizend walvissen toegestaan onder het mom van wetenschappelijk onderzoek. Het walvisvlees komt echter gewoon in de supermarkt.
Wat mankeert er aan het gewoon verbieden van de walvisvangst? Het legaliseren van het vangen van ook maar een klein aantal walvissen maakt niet duidelijk dat het doden van walvissen een onethische kwestie is. Het verbieden van de vangst maakt ook onomstotelijk duidelijk wanneer een land of walvisjager in de fout gaat: altijd. Elke geringe schending of overtreding maakt dan een economische boycot tegen de landen effectief. Wanneer het doden van walvissen deze landen minder oplevert dan een boycot kost is het snel afgelopen met de illegale jacht.

16 juni 2010

Esther Ouwehand groenste politicus van het jaar 2010

PvdD persbericht, den Haag, 16 juni 2010 - Tweede Kamerlid Esther Ouwehand is vandaag door Stichting Natuurmonumenten uitgeroepen tot groenste politicus 2009-2010. Ouwehand ontving de prijs vanwege haar gedrevenheid en vastberadenheid in debatten, haar expertise op het dossier en het aantal moties en amendementen die door haar zijn ingediend en aangenomen voor natuurbehoud.
Ouwehand is blij met de erkenning en prees de organisatie voor hun inzet. ‘Het is belangrijk dat maatschappelijke organisaties laten zien welke partijen zich inzetten voor natuurbehoud. De Partij voor de Dieren heeft natuur en milieu hoog op de politieke agenda staan en dankzij het behoud van onze twee zetels kunnen wij de natuur ook in de komende regeerperiode blijven beschermen’, aldus Ouwehand.

Een andere leuke omstandigheid voor Esther Ouwehand was het aantal stemmen dat zij kreeg bij de Tweede Kamer verkiezingen. De meeste kiezers stemmen de eerste op de lijst. Het aantal stemmen op Esther bedroeg 1/8 van het aantal stemmen dat de nummer 1 op de lijst kreeg. Daarmee was zij verreweg de meest favoriete nummer twee vergeleken met de overige nummers 2 van de andere partijen. Dat is opmerkelijk omdat zij oorspronkelijk door de kiescommissie van de PvdD niet eens was geplaatst op de lijst voor de verkiezingen.

02 juni 2010

Woedeuitbarsting op olifant bij circus Renz

In circus Renz treden dieren op die -op zijn zachtst gezegd- niet altijd de waardering krijgen die zij verdienen; verslag van een ooggetuige (zie video):
Lama's, leeuwen, alpaca, een bok, Shetland ponies, zebra's, Watoesi's, 1 kameel en 1 Indische olifant die vrij klein van stuk is. De olifant staat buiten op het gras met wat hooi, zo te zien in een kraal van schrikdraad met in een cirkel om haar heen wat andere dieren.

In het programmaboek staat een act van Adriana Folco met een olifant die "Baby" heet. Zij is een dochter van de Folco's die in 1992 met Circus Sarassani de Jubileumtournee deden in Nederland. Ook in het programmaboek Amedeo Folco die een act heeft met zwarte Shetlanders. Hij is haar zoon en nog een kind, en ik zie hem die middag "ins freie Gehege" heel speels en ongedwongen oefenen om de grote bok en een bruine Shetlander een nummer te leren.

Mijn grootste aandacht gaat uit naar de wat kleine olifant. Olifanten zijn kuddedieren, en deze is alleen. Ze staat bijna voortdurend wat dierenactivisten noemen "stereotype gedrag" te vertonen: het wiegen, constant, incl. slurfbewegingen. Steeds dezelfde stapjes, maar af en toe onderbroken door een hapje hooi nemen. Mijn projectie is dat ik het wel erg eenzaam vind, maar anderzijds zegt een half uurtje kijken natuurlijk niets over de resterende 23½ uur van haar etmaal.
Dan is er ruim na de pauze een nummer dat ik me niet eens herinner omdat het eindigt met een totaal verduisterd chapiteau om dan amper 3 tellen later DE OLIFANT in een spotlight midden in de piste te tonen, met dompteuse Folco vlak voor haar. Het dier staat dan al met de voorpoten op zo'n ronde verhoging, lijkt natgespoten te zijn maar m.i. is dat de glitterspray waar ik 's middags vóór de voorstelling ook nog resten van op haar kop en poten gezien had. Het draait lustig rondjes door met de achterpoten om de ton heen te lopen en op de tonen van het circusorkest. Het staat er als één brok leven.
Maar dan begint het fout te gaan. Folco vraagt bewegingen van het dier, maar het reageert niet. Het blijft doen wat het deed. Na zeker 10 commando's en fysieke aanwijzingen, doet het wat zij wil. Ik heb haar geen moment LIEF zien zijn voor het dier en/of het belonen. Dan wil ze dat het gaat zitten op zo'n ton, maar ook dat duurt vele, vele keren van vragen, op poten tikken met een soort zweepje, weer commando's, het dier blijft staan en blijft haar aankijken. Als het z'n slurf een paar maal beweegt, duwt ze die weg of slaat 'm weg. Opeens gaat de olifant toch zitten, voorpoten omhoog, het publiek applaudisseert.

Dan wil de Italiaanse dat het dier op z'n linkerzij gaat liggen in de piste. "Down, down!". Na 10 of 20 keer commando's gevolgd door aan z'n linkeroor trekken, slurf wegslaan, met de hand op z'n achterrug wat slaan, dringt tot mij door dat Folco zelf al die tijd pal links naast het dier staat dat ze naar links wil laten omvallen. Als zij dan ook nog met zo te zien een stok van ± 60 cm lengte op z'n hoofd midden tussen de ogen gaat slaan ("tikken") totdat die stok breekt... moet ik me inhouden om niet de piste in te stappen en die heks eruit te schoppen. Ze heeft al die tijd geen seconde iets van aardigheid, iets liefs of bemoedigends naar het grote dier getoond. Wat het goed deed, wordt het niet voor geprezen. Ze is haar commando's steeds harder gaan roepen maar zonder resultaat en om zo'n vrouw kwaad te zien worden op Godbetere een olifant en die d.m.v. duwen op z'n rug in beweging te proberen te krijgen terwijl het dier haar al die tijd goed aankijkt...

Tussendoor moest "Baby" nog 1 of 2 maal rondjes draaien, en dat deed ie vol energie en overtuiging. Mijn indruk was dat het dier de andere commando's domweg (nog) niet goed begreep, maar ook op geen enkele manier in vriendelijkheid en begrip, bemoediging door z'n dompteuse daar bij geholpen werd. Baby ging niet liggen, waarop de act werd afgebroken door het dier een roze lap in de slurf te geven waarmee het al zwaaiend achterwaarts de piste verliet. Want dat laatste deel van de act, kende het blijkbaar nog wel.

Opmerking
Ik hield er rekening mee dat het nummer misschien nog maar kort bestond, en nog niet voldoende ingestudeerd was. Dan kun je zulke resultaten krijgen. Later zoekend op internet, bleek al snel hoe fout m'n indruk was. Adriana Folco en "Baby" trekken al heel veel jaren samen op.

Ontdaan door de hele gang van zaken in de piste en het feit dat Folco de situatie duidelijk niet de baas was, heb ik meteen toen Baby naar achteren ging de voorstelling verlaten om achter het chapiteau te kijken wat er verder met de olifant gebeurde. Folco was immers kwaad en had een deel van haar zelfbeheersing al in de piste verloren. Baby bleek direct afgevoerd naar z'n staltent, waar Folco nog zeker 10 à 15 minuten in het Italiaans luid tegen het dier heeft lopen schreeuwen en schelden. Een dierverzorger hielp haar om de witte banden (schrikdraad) weer om het dier heen te zetten, het ging allemaal chaotisch, haar zoontje kwam ook helpen, de bruine Shetland en de bok die -in een stalen omheining- de olifant in haar staltent gezelschap bleken te houden voor de nacht, hielden zich koest.
Na ongeveer een kwartier liep Folco nog steeds scheldend weg naar de Sattelgang toe (achterkant ingang chapiteau) waar diverse circusmedewerkers stonden te kijken richting Baby. Keerde even later weer terug en sloot toen de deuren van de wagen (trailer) die met vers stro en hooi was klaargemaakt voor de nacht. De olifant bleef buiten, in haar tent op het gras. Geen hooi meer gezien (maar weet niet of olifanten qua maagactiviteit 's nachts moeten kunnen fourageren). Toen liep ze weer weg, ik denk naar haar eigen wagen toe. Een andere circusmedewerker liep naar zijn collega in de olifantentent toe, en kreeg daar een handen-en-voeten verhaal over hoe het dier in de voorstelling herhaaldelijk haar commando's geweigerd had. Samen brachten ze vervolgens de zijwand (tentdoek) aan aan de kant die nog steeds open was geweest en waardoor ik alles had kunnen zien.

Toen ben ik weggegaan. Er was licht in de staltent en door haar schaduw kon je zien dat "Baby" daar intussen weer non-stop stond heen en weer te wiegen. Met al die vieze glitter nog op haar kop en lijf, want ze was niet afgespoten.

Tot zover de ooggetuige.
Wilt u meer lezen over welzijnsproblemen van circusdieren en de redenen waarom sommigen actievoeren tegen het gebruik van dieren in het circus, klik dan hier.

28 april 2010

Wetenschappers vertellen waarom u minder vlees moet eten

Op 27 april 2010 werd de site www.duurzameveeteelt.nl geopend. Op de site pleiten Nederlandse hoogleraren voor het volgende:

Wij, wetenschappers uit uiteenlopende disciplines, verbonden aan Nederlandse universiteiten als (emeritus) hoogleraar, zijn van mening dat de intensieve veehouderij moet worden gesaneerd en omgevormd tot een dier-, mens- en milieuvriendelijk systeem dat tegemoetkomt aan de natuur en behoeftes van alle levende wezens. Wij denken dat daartoe om te beginnen de plannen gerealiseerd moeten worden die tien jaar geleden al werden geformuleerd door o.a. Wijffels en Brinkhorst. Wij pleiten daarom voor een kritische evaluatie van wat er in concreto gedaan is met de aanbevelingen van de commissie-Wijffels, en vooral wat niet gedaan is.

Daarnaast formuleren we de volgende algemene uitgangspunten die in onze visie richtinggevend moeten zijn bij de hervorming van de sector:
  1. De overheid en niet de markt moet verandering sturen. Bij het hervormen van de veeindustrie moet de overheid uitdrukkelijk een sturende rol spelen. Via regelgeving moet de overheid afdwingen dat de productie van vlees en zuivel duurzaam is.
  2. De consumptie van dierlijke eiwitten moet worden verlaagd met minstens 33 % in 2020. Dit moet een doelstelling worden van het kabinetsbeleid. De overheid kan deze doelstelling, die een gedragsverandering van de consument vraagt, deels bereiken middels voorlichting met onafhankelijke informatie over dierenwelzijn, milieu, ecologische voetafdruk en gezondheid.
  3. Alle maatschappelijke kosten van de productie van vlees en zuivel moeten worden verdisconteerd in de prijs, volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’. Sleuteltermen voor de consumptie van vlees en zuivel moeten worden: minder en beter. Boeren die verbeteringen in kwaliteit, duurzaamheid en dierenwelzijn verwezenlijken, zullen een hoger inkomen genereren doordat de maatschappelijke kosten van hun product lager zijn.
  4. Nederland moet voortrekker van Europa worden. Maatregelen moeten waar mogelijk in Europees verband genomen worden, maar Nederland moet, gezien de omvang van de sector in Nederland, het voortouw nemen.
  5. Welzijn van dieren moet een centrale plaats krijgen in de veehouderij. De overheid moet dierenwelzijn waarborgen door welzijnsonvriendelijke methoden te verbieden.
  6. Het gebruik van antibiotica en hormonen in de veeteelt moet verboden worden. Het mag alleen in specifieke, duidelijk omschreven gevallen worden toegestaan voor individuele dieren die ziek zijn.
  7. Grondgebonden landbouw en gesloten kringlopen in de productie van dierlijke eiwitten moeten het uitgangspunt vormen. Het fokken, vetmesten en het slachten van landbouwhuisdieren alsmede de productie van grondstoffen van veevoer moet bij voorkeur binnen één regio gebeuren.
  8. De vestiging en uitbreiding van grootschalige veeindustrieën moet aan banden gelegd worden, om verdere aantasting van het landelijk gebied tegen te gaan. Er moet een grens worden gesteld aan het aantal te houden dieren per hectare, per provincie of in heel Nederland.
  9. Boeren moeten de kans krijgen het hoofd boven water te houden. Bij de door ons voorgestelde gedwongen herstructurering is duidelijk dat de sector problemen zal krijgen in de transitiefase. Er is dus flankerend beleid nodig, waarbij de overheid degenen die in de problemen komen zal moeten helpen zich aan te passen. Gezien de hoge maatschappelijke kosten van de huidige wijze van bedrijfsvoering, zal deze investering zich op termijn terugbetalen.
  10. De ontwikkeling van verantwoorde en smakelijke plantaardige voeding moet worden bevorderd. De overheid moet investeren in meer onderzoek naar efficiënte productie van plantaardige producten die voor de consument een volwaardige vervanger zijn van dierlijke producten. Een aantrekkelijk alternatief leidt vanzelf tot een lagere vlees- en zuivelconsumptie, en zal aldus alle genoemde problemen tegelijkertijd aanpakken, terwijl tevens de gezondheid van de consument erbij gebaat is.

Minder vlees, mevrouw. U weet nu waarom.

Werken luchtwassers eigenlijk wel?

Citaten uit de evaluatie Project luchtwassers 2009

Dit project is door de Servicepunten Handhaving opgezet naar aanleiding van signalen van diverse handhavingspartners over het slechte naleefgedrag bij chemische luchtwassers van agrarische bedrijven. Bij controles van de luchtwassers bleek dat vaak de installatie in afwijking van de vergunning was gebouwd. De toezichthouder kan hierdoor niet beoordelen of de installatie het benodigde rendement behaalt. Regelmatig werd geconstateerd dat de installatie niet werkte. De controle rondom de dimensionering en werking is complex.

Tijdens het project zijn zes typen enkelvoudige luchtwassers gecontroleerd aan de hand van een vooraf opgestelde checklist. De controles zijn uitgevoerd door diverse instanties (toezichthouders).
Door te werken met een checklist is getracht het toezicht en de verkregen informatie voor het project te uniformeren. Bij de checklisten is een toelichting gemaakt om toezichthouders te helpen bij het uitvoeren van een controle. Verder is toezichthouders de mogelijkheid geboden met een andere (ervaren) toezichthouder mee te gaan tijdens het uitvoeren van een controle.

Conclusies:
  • 74% van de inwerking zijnde luchtwassers voldoet niet aan alle wet- en regelgeving.
  • Bij 23% van de inrichtingen is de emissie te hoog.
  • Bij een aantal inrichtingen is niet bekend of de emissie te hoog is of niet. Bij deze inrichtingen waren de luchtwassers wel in werking maar niet geheel overeenkomstig de vergunning uitgevoerd.
  • In een aantal gevallen moet door handhaving van de vergunningvoorschriften de wassers in overeenstemming met de vergunning gebracht worden. In een aantal andere gevallen wordt tijdens een te volgen vergunningprocedure bepaald of de vereiste emissiereductie gehaald wordt.

21 april 2010

Varkenssector veroorzaakt voor meer dan 1,5 miljard euro maatschappelijke kosten per jaar

Persbericht Amsterdam, 21 april 2010 - Het instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit heeft in opdracht van de Nicolaas. G. Pierson Foundation onderzoek gedaan naar de hoogte van werkelijke prijs van varkensvlees indien alle maatschappelijke kosten zouden worden meegerekend. In de studie zijn de milieueffecten van varkensvlees gekwantificeerd in de categorieën klimaatverandering, dierenwelzijn, biodiversiteit en dierziektes. Omdat niet alle effecten zijn meegenomen in de berekening kan de geschatte prijs nog steeds worden beschouwd als een onderschatting.

De totale maatschappelijke kosten voor conventioneel varkensvlees worden geraamd op minimaal €2,32 per kilo op een gemiddelde consumentenprijs van €6,69, ofwel 35%. Hierbij is dierenwelzijn de belangrijkste factor, gevolgd door biodiversiteit, klimaatverandering en dierziektes. Subsidies lijken een verwaarloosbaar kleine rol te spelen.

Voor biologisch varkensvlees zijn de maatschappelijke kosten naar schatting minimaal €1,26. Omdat de gemiddelde consumentenprijs van biologisch vlees minstens een kwart hoger ligt dan die van conventioneel vlees, zou de prijs dus €8,36 zijn. Dit betekent dat ook de maatschappelijke kosten van biologisch vlees dus minimaal 15% van de consumentenprijs bedragen. Klimaatverandering, biodiversiteit en dierziektes zijn hierbij de belangrijkste factoren.

Hoewel ook de ondergrens van de berekende maatschappelijke kosten onzekerheden bevat, betreft het totaal een conservatieve schatting. De totale jaarlijkse maatschappelijke kosten van in Nederland geslachte varkens bedroegen in 2008 minimaal €1,5 miljard per jaar, ofwel bijna €100 per Nederlander.

Dit onderzoekt toont wederom aan dat consumentenprijzen zelden een goed beeld geven van de werkelijke kosten die gemaakt worden om het product in de schappen te krijgen. Prijzen dekken vaak wel de directe kosten van productie maar negeren over het algemeen de maatschappelijke kosten van het product omdat deze meestal ongemerkt worden afgewenteld op het milieu. Zouden dit soort kosten wel worden meegenomen in de prijs, dan zou de consument aanzienlijk meer moeten betalen voor hun boodschappen en zodoende minder schadelijke producten kopen.

Een gebruikelijke manier om maatschappelijke kosten in prijzen op te nemen is het heffen van belastingen. Zo’n belasting zou het falen van de markt door het bestaan van maatschappelijke kosten kunnen corrigeren. In het geval van conventioneel varkensvlees zou het tarief van de belasting gemiddeld minimaal €2,32 moeten bedragen, dat is 35% van de consumentenprijs. Een verhoging van het BTW-tarief van 6% naar 19% – voorgesteld door VROM-topambtenaar Bernard ten Haar voor de Studiecommissie Belastingstelsel – is in ieder geval onvoldoende om alle maatschappelijke kosten te internaliseren.

Het volledige rapport is te downloaden op www.ngpf.nl en op www.partijvoordedieren.nl

10 april 2010

Is intensieve veehouderij milieuvriendelijk?

In de intensieve veehouderij worden veel dieren in een kleine ruimte bij elkaar gehouden. Omdat de mest wordt verzameld kan er invloed op worden uitgeoefend waar deze weer in het milieu teruggebracht wordt. Zouden alle dieren buiten lopen op een relatief klein terrein dan zou de natuur de belasting van hun mest niet aankunnen. Uit deze omstandigheid zou je kunnen concluderen dat de intensieve veehouderij het milieu minder belast dan diervriendelijkere veehouderij systemen waarbij de dieren in de wei lopen. Echter, de vergelijking gaat mank, want de huidige intensieve veehouderij houdt juist zoveel dieren het gehele jaar in de stal omdat zij een markt wil bedienen die veel groter is dan de veehouderij, gericht op de eigen regio, vroeger deed. Zou ons land net zoveel landbouwhuisdieren huisvesten als voor de Nederlandse voedselvoorziening nodig is, dan kan het milieu de mest gemakkelijk op een natuurlijke manier verwerken, vooropgesteld natuurlijk wanneer de boeren zich zouden houden aan het maximaal hoeveelheid dieren die een weide aankan.
Ons land wil graag via de export zoveel mogelijk vlees en zuivel op de buitenlandse markt afzetten. Om de veestapel te kunnen voeden moet het voer uit andere delen van de wereld worden aangevoerd en mag de mest niet meer volledig als bemesting over het eigen land worden uitgereden. Dit maakt dat het platteland steeds meer een industrieel karakter krijgt, waarbij voor mensen buiten de agrarische sector weinig meer valt te beleven. Het wordt er steeds minder aantrekkelijk, zelfs ongezond om te wonen.
Het is de vraag hoe lang burgers nog zullen toestaan dat zo’n groot deel van de beperkte ruimte in ons land wordt gebruikt voor exportdoeleinden, waarvan die burger zelf nauwelijks voordeel heeft. Het enige voordeel dat een consument heeft is dat vlees en zuivel goedkoper zijn dan wanneer er op een kleinschaliger en dier- en milieuvriendelijker manier dieren worden gehouden. Dat financiële voordeel van een lagere prijs in de schappen wordt ruimschoots teniet gedaan door de indirecte financiële nadelen en bedreigingen van de gezondheid en beleving van het landschap.
Het is natuurlijk in theorie denkbaar dat de Nederlandse politiek zou besluiten om de exportbelangen van de agrosector op te geven en de vlees- en zuivelproductie toch in handen te geven aan de intensieve veehouderij. Dan zou een handvol boeren de nationale behoefte kunnen dekken. Dan zouden er in wat afgelegen gebieden een paar megastallen over kunnen blijven. Maar het is veel aantrekkelijker voor boer, burger en dier om in ons land een veestapel te onderhouden die net groot genoeg is om de nationale voedselbehoefte te dekken en te laten leven in omstandigheden waarbij zowel de dieren een goed leven zouden leiden als dat buitenstaanders en omwonenden zouden kunnen genieten van een extensievere teelt in de wei.
Ook weidevogels hebben daar belang bij. Nu hebben de boeren het te druk met het voeren van hun grote veestapel om af en toe van de trekker te stappen om een nest te beschermen. LNV reageert hierop door die gebieden waar de boeren daartoe nog wel bereid zijn te steunen en de dieren in de overige gebieden vogelvrij te verklaren.
Het lijkt een dier- en milieuvriendelijk beleid, maar het is allemaal om de aandacht af te leiden van de werkelijke problemen die de grootschaligheid als gevolg van economisch hebzucht veroorzaakt.

09 april 2010

Deel varkens en koeien levend aan de slachthaak

Het Agrarisch Dagblad meldt 7-04-2010:
Een slordige half miljoen varkens per jaar worden bij de verwerking in Duitse slachterijen onvoldoende verdoofd of komen nog meer of minder levend aan de haak omdat ze onvoldoende leeggebloed zijn.

Dat zegt de veterinairenorganisatie Bundestierärztekammer. Volgens de dierenartsen is daarmee sprake van een buitengewoon verontrustende situatie en doet de overheid daartegen te weinig.

Het genoemde aantal van een half miljoen komt neer op 1 procent van het totale aantal geslachte varkens. In de rundveeslachterijsector is het cijfer foutieve dan wel gebrekkige verdovingen nog aanzienlijk hoger, namelijk 4 tot 7 procent, aldus de Bundesärztekammer in een aan de kwestie gewijde uitzending van het ZDF-televisieprogramma Frontal21.

De oorzaak van de misstanden is volgens de artsen van puur economische aard.

08 april 2010

Proefdierapenhandelaar weigert openheid van zaken

Apenhandelaar Hartelust weigert volksvertegenwoordiger

Persbericht PvdD, Den Haag, 8 april 2010 – RC Hartelust B.V., één van de grootste apenhandelaren in de internationale proefdiersector, weigert openheid van zaken te geven over de manier waarop zij haar apen importeert, huisvest en verzorgt. Tweede Kamerlid Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren is niet welkom voor een werkbezoek aan het Tilburgse bedrijf. Dit bevreemdt de partij, omdat het ontvangen van een volksvertegenwoordiger wel het minste is dat de proefdiersector zou moeten doen om openheid te betrachten richting de samenleving.

De proefdierhandelaar kwam al eerder in opspraak nadat bleek dat apen onder erbarmelijke omstandigheden vanuit Tilburg werden getransporteerd, wat een aantal dieren fataal werd. Ouwehand zet haar vraagtekens bij de praktijken van het bedrijf. ‘De handel in apen voor proefdieronderzoek roept veel vragen op over het welzijn en de herkomst van de dieren, niet in de laatste plaats omdat een groot aantal dieren uit China wordt geïmporteerd. De samenleving heeft er recht op om te weten hoe die handel in elkaar zit en hoe er met de dieren wordt omgegaan. Dat RC Hartelust nota bene aan een volksvertegenwoordiger weigert openheid te geven, vind ik bepaald geen geruststelling – integendeel’, aldus het Kamerlid.

De weigering is des te vreemder omdat Ouwehand als woordvoerder dierproeven voor de Partij voor de Dieren al een hele serie werkbezoeken heeft afgelegd in proefdiercentra. De partij vindt het onbestaanbaar dat een lid van de Tweede Kamer, dat zich door middel van bezoeken in het veld wil laten informeren over het onderwerp waarover zij in de Kamer debatteert, de mogelijkheid wordt onthouden kennis te nemen van de werkwijze van een in Nederland gevestigde proefdierhandelaar.

Omdat over de handel in proefdieren nauwelijks informatie wordt geregistreerd of geopenbaard, heeft Esther Ouwehand vandaag een uitgebreide serie vragen gesteld aan de minister van VWS over de apenhandel door Hartelust. Ouwehand wil onder meer weten wat de herkomst van de apen is, en op welke wijze toezicht wordt gehouden op de vangst van apen uit het wild en de doorvoer vanuit China. Op de handel in uitheemse dieren is het CITES-verdrag van toepassing, waarmee men tracht te voorkomen dat de handel het voortbestaan van een plant- of diersoort bedreigt. Dieren worden na vangst in het wild vaak doorgevoerd naar andere landen, om vanuit daar weer geëxporteerd te worden. Hierdoor is vaak niet duidelijk waar de dieren oorspronkelijk vandaan komen, wat ontduiking van de CITES-richtlijnen in de hand werkt.

De Partij voor de Dieren vindt dat er zo snel mogelijk een verbod moet komen op dierproeven op primaten. ‘Tot het zover is, moet er scherp worden toegezien op het gebruik van primaten. Zowel op de handel als op de experimenten zelf. Waar geld kan worden verdiend, verdwijnt het belang van het dier meestal van de agenda’, stelt het Kamerlid.

01 april 2010

De schreeuw van de vis

Een zorgelijk bericht de afgelopen week in de Leeuwarder Courant: sportvissen is de snelst groeiende sport in Friesland. Er zouden thans zo’n 52.000 mensen in Friesland zich met deze merkwaardige hobby bezig houden. Landelijk gezien overschrijdt het aantal sportvissers de twee miljoen! Alarmerend is ook het gegeven dat daarbij meer een half miljoen(!) kinderen zijn. Tegelijkertijd bestaan in brede kring binnen de samenleving grote bezwaren tegen deze vorm van vrijetijdsbesteding.
Natuurlijk is vissen natuurlijk helemaal geen sport. Immers de visser is in alle opzichten – behalve wellicht moreel – superieur aan zijn tegenstander, de vis. De vis is het weerloze slachtoffer van de hang van de mens naar plezier, ontspanning, natuurbeleving, recreatie of hoe je de aard van deze bezigheid ook wilt omschrijven.
Vissen zijn hoogontwikkelde, intelligente, gewervelde dieren. Ze ervaren pijn, angst en stress. Dat is al in 1986 aangetoond door de wetenschappers Verheijen en Buwalda van de Rijksuniversiteit Utrecht. En al deze ervaringen doen zich voor bij een vis die aan een haak uit zijn element wordt gescheurd. Een vis kan geen geluid maken om zijn angst en pijn uit te schreeuwen. Als dat wel het geval was zou het aantal ‘sport’vissers waarschijnlijk aanzienlijk minder zijn dan nu. In plaats daarvan vertonen ze gedrag als zwenken, spuwen en heftig schudden met de kop, allemaal tekenen dat ze ernstig lijden. Onderzoek door de Universiteit van Edinburgh en het Roslininstituut heeft aangetoond dat zich pijnreceptoren rond de bek en op de kop bevinden. Bij een regenboogforel b.v. zijn dat er achtenvijftig. De zenuwbanen die pijn veroorzaken zijn er dus wel degelijk!
In artikel 36, lid 1 van Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren staat: “Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen.”
Het in dit artikel genoemde verbod wordt dus niet toegepast op het ‘sport’vissen. Kennelijk wordt hier het vermaak van de visser als ‘een redelijk doel’ aangemerkt waarvoor dus het “veroorzaken van pijn, letsel en benadeling van de gezondheid of het welzijn van het dier” toelaatbaar wordt geacht…………….
Velen, waaronder de Partij voor de Dieren wijzen het ‘sport’vissen ondubbelzinnig af. Zeker ook waar het gaat om kinderen moet het vissen worden ontmoedigd. Kinderen moet worden aangeleerd dat dieren met mededogen en respect moeten worden behandeld en het vissen staat daar haaks op.
Gezien het grote aantal mensen dat zich als sportvisser manifesteert is enigszins voor te stellen wat er aan onnodig dierenleed wordt veroorzaakt door mensen die zich op deze wijze menen te mogen ontspannen.
Niet alleen het vangen en onthaken is een uiterst onaangename ervaring voor vissen. Ook de manier van doden – of dood laten gaan(!) - is zodanig dat dat ten aanzien van andere diersoorten op grote maatschappelijke weerstand zou stuiten.
Het wordt hoog tijd dat ook het lot van vissen meer aandacht krijgt. “De vis wordt duur betaald.” Maar het is hier de vis zelf die de rekening krijgt gepresenteerd in de vorm van leed dat voorkomen had kunnen worden.
Niemand is er – uiteraard – op uit om mensen hun hobby af te nemen of hun het genieten van de natuur onmogelijk te maken. Maar hobby’s, vermaak en recreatie mogen nooit ten koste gaan van andere levende wezens en mogen geen excuus zijn voor het toebrengen van leed.

24 maart 2010

PvdD vecht besluit Verburg over uitstel welzijnseisen varkens aan


Minister Verburg gunt varkens geen ruimte

Partij voor de Dieren vecht controversieel besluit aan


Persbericht Den Haag, 24 maart 2010 - De Partij voor de dieren is verbaasd over het besluit van demissionair minister Verburg om de welzijnseisen voor varkens op de valreep van haar ambtstermijn nog even aan de kant te zetten. Verburg verbreekt hiermee namelijk staand beleid en dat hoort niet bij de bevoegdheden van een demissionair kabinet. De Partij voor de Dieren wil daarom dat de brief die zij hierover naar de Kamer heeft gestuurd vandaag controversieel wordt verklaard.

Het gemiddelde varken in de vee-industrie heeft een beroerd leven. Deze sociale en intelligente dieren worden vaak individueel gehuisvest in saaie, krappe hokken waarin ze niet kunnen bewegen en niet kunnen spelen. Al in 1998 is besloten dat varkens beter behandeld zouden moeten worden. Er is toen afgesproken dat de dieren meer ruimte zouden krijgen, dat ze in groepen mogen leven en dat hun vloeren niet meer bedekt mogen zijn met roosters .De sector kreeg tot 2008 de tijd om hun stallen aan te passen. In 2005 heeft CDA-minister Veerman deze overgangstermijn nog met 5 jaar verlengd tot 2013.. Dit betekent dat varkenshouders in totaal 15 jaar de tijd krijgen om hun stallen aan de nieuwe welzijnseisen te laten voldoen. De varkenshouders weigeren echter te investeren in goede huisvesting voor hun dieren, waardoor nog maar weinig stallen aan de eisen voldoen.

De varkenssector is al maanden aan het lobbyen om het Varkensbesluit van tafel te krijgen. Alles om maar zoveel mogelijk varkens goedkoop vet te kunnen mesten, volgens de Partij voor de Dieren. CDA minister Verburg bleek gevoelig voor de smeekbede van de sector en kondigde gisteren aan verschillende onderdelen van het varkensbesluit ‘te laten vervallen’. De oppervlaktenormen, waardoor varkens recht kregen op een beetje meer ruimte, worden in het voorstel van de minister definitief geschrapt. In ruil hiervoor gaat de minister zich slechts ‘met kracht inzet­ten voor een verbetering van het welzijn van varkens op EU-niveau’.

De Partij voor de Dieren vindt de brief die naar de Kamer is gestuurd onacceptabel. Marianne Thieme: ‘Al 12 jaar lang is duidelijk welke eisen in de varkenshouderij gaan gelden. Dit is staand beleid. Minister Verburg speelt hoog spel als zij denkt dat zij dit soort beslissingen nog mag nemen vanuit haar demissionaire positie.’ Vandaag zal de Partij voor de Dieren ervoor pleiten deze wijziging van het Varkensbesluit controversieel te verklaren. Hiermee blijft het staand beleid gehandhaafd, en krijgen de varkens over drie jaar eindelijk een beetje meer ruimte.

22 maart 2010

Boycot vlees van antibiotica boeren in de supermarkt

Supermarkten moeten antibioticagebruik in vee-industrie boycotten

Varkens in Nood roept supermarkten in Nederland op om vlees van boeren die veel antibiotica gebruiken te weren uit de schappen. De supers moeten er bovendien zorg voor dragen dat het vlees vrij is van MRSA. Op deze manier worden veehouders gedwongen hun antibioticagebruik terug te dringen.

Het antibioticagebruik per dier in de Nederlandse veehouderij is het hoogst in Europa. Veehouders verbruikten vorig jaar ruim 500 ton antibiotica, terwijl boeren in Denemarken met een vergelijkbare veestapel toe konden met nog geen kwart van deze hoeveelheid. Tot nu toe onderneemt de sector geen enkele actie om het medicijngebruik terug te dringen. Supermarkten kunnen het verschil maken door geen vlees meer af te nemen van producenten die hun dieren grote hoeveelheden antibiotica toedienen.

Hans Baaij, directeur Varkens in Nood: ‘Voor boeren is het nu niet interessant om te stoppen met het toedienen van antibiotica. Het is een goedkope manier om dieren onder erbarmelijke omstandigheden toch gezond te houden en sneller te laten groeien. Als de supermarkten eisen gaan stellen, zullen ze hun bedrijfsvoering moeten aanpassen.’

Overmatig gebruik van antibiotica zorgt ervoor dat steeds meer bacteriën resistent worden voor deze geneesmiddelen, wat een gevaar oplevert voor de volksgezondheid. Een groeiend aantal patiënten loopt onbehandelbare infecties op. De resistente bacterie MRSA, die veelvuldig op varkenshouderijen voorkomt, is een groeiend probleem in ziekenhuizen. Vooral voor zieken, ouderen en jonge kinderen is deze bacterie levensgevaarlijk. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat MRSA op vleesproducten terecht kan komen. Ook hier zouden supermarkten hun verantwoordelijkheid moeten nemen, door vlees te (laten) controleren op MRSA.

Hans Baaij: ‘Het is absurd en onverantwoord dat voor een gering economisch belang de volksgezondheid op het spel wordt gezet. Als een bacterie als MRSA via de boodschappen bij de consument terecht komt, dan is het einde zoek. Supermarkten moeten er zorg voor dragen dat hun producten veilig zijn.’

Hans Baaij was te gast bij een uitzending van Tros Radar op 22-03-2010 over de gevaren van MRSA.

17 maart 2010

Het belang van een goede visie op dierenrechten bij de Oostvaardersplassen

De dieren in de Oostvaardersplassen lijden (in de winter en het vroege voorjaar) honger en je zou kunnen betogen dat zij in hun rechten worden aangetast.
Het CDA ziet zijn kans schoon om de Partij voor de Dieren in de discussie over bijvoeren naar de kroon te steken. Immers de dieren in de intensieve veehouderij zullen nooit voer tekort komen, want dan is de opbrengst kleiner. Voor de Partij voor de Dieren is het wat lastiger om een aansprekend standpunt in te nemen. Zij pleit ervoor om de dieren met rust te laten en het gebied van de Oostvaardersplassen zo snel mogelijk aan te sluiten op de Ecologische HoofdStructuur. Bijvoeren daar zien zij alleen maar nadelen in. Wanneer je niet de suggestie wilt doen om aan geboortebeperking te doen, dan zit je klem.
Het kost wat moeite, maar de dieren voor 1 keer bijvoeren en vervolgens een deel te steriliseren of te castreren zolang de aansluiting met de Ecologische Hoofdstructuur er nog niet is, is een maatregel die zowel recht doet aan het dierenwelzijn als aan haar rechten. Het voorkomt een overpopulatie die sterft aan ondervoeding.
Wanneer je uitgaat van het principe dat ook dieren vrijheid als grondrecht hebben, dan is deze ingreep de manier om vrijheid te behouden.
Het is opvallend dat in de discussie vrijwel niemand het begrip “intrinsieke waarde” van stal haalt. Terecht want dat begrip slaat als een tang op een varken. Hopelijk levert de discussie in het bewustzijn van het grote publiek wat meer duidelijkheid op wat natuur echt inhoudt: vrijheid om te zoeken naar voedsel en het ook daadwerkelijk te vinden.

Wie de Partij voor Dieren om uitleg vraagt krijgt het volgende, uitgebreide antwoord:
De Partij voor de Dieren begrijpt uw zorgen over de situatie in de Oostvaardersplassen en de beelden hiervan in Eenvandaag. Als er één partij is die niet wil dat dieren onnodig lijden, dan is het de Partij voor de Dieren. Wij volgen de situatie in de Oostvaardersplassen nauwlettend en vrijdag 12 maart hebben onze Kamerleden Marianne Thieme en Esther Ouwehand samen met onze fractiebioloog een werkbezoek gebracht aan dit gebied.
De Partij voor de Dieren is in principe geen voorstander van het uitzetten van dieren, zeker waar dat in omheinde gebieden plaatsvindt. Het zou niet onze keuze zijn geweest om grote grazers, runderen, paarden en edelherten uit te zetten in het gebied, maar het experiment is een gepasseerd station en dateert van voor de oprichting van de Partij voor de Dieren. Achteruitkijken is dus zinloos, het gaat erom in de huidige situatie de beste oplossing voor de dieren te vinden.
Hoewel de wens om bij te voeren begrijpelijk is, worden de dieren er niet mee geholpen. Integendeel: het bijvoeren creëert onrust in de kudde en dieren die eraan gewend raken, worden minder zelfredzaam. Het belangrijkste probleem van bijvoeren is dat het voedsel niet bij de zwakke dieren terechtkomt. Wilde grazers leven in kuddes met een sterke hiërarchie en de sterke dieren zullen het voedsel opeisen ten koste van de zwakkeren. Door de grote verstoring van het bijvoeren verspillen de dieren wel extra energie, waardoor de zwakste dieren nog kwetsbaarder worden. Het aanbieden van voer op meerdere plekken in het terrein, zoals wel eens gesuggereerd wordt, is geen oplossing voor dit probleem. De dieren leven zeer verspreid over het gebied en als ze aan het voer gewend raken, worden ze minder actief.
Door het bijvoeren komen er meer jongen dan het gebied aankan, waardoor het probleem nog groter wordt. De dieren die nu zogenaamd geholpen worden, vallen dan volgend jaar ten prooi aan de jagerslobby die onder het mom van ‘populatiebeheer’ voor de lol talloze dieren wil doodschieten. Dit actieve afschot vindt dan plaats buiten de wintermaanden. Hierdoor kan er geen verschil worden gemaakt tussen zwakkere dieren die de winter niet zouden overleven, of dieren die gezond zijn en/of belangrijke functies hebben, zoals de kuddeleiders of de moederdieren.
Ten slotte is van een ‘langzame hongerdood’ en een ‘pijnlijk proces’, waar de heer Ormel (CDA) over spreekt, geen sprake. Er is nog steeds voldoende ruwvoer aanwezig in het gebied. Boswachters en dierenartsen houden de dieren extra goed in de gaten. Dieren worden door bevoegd personeel geëuthanaseerd als het duidelijk is dat zij het einde van de winter niet gaan halen, om een lange lijdensweg te voorkomen. Staatsbosbeheer streeft ernaar in alle sterftegevallen te euthanaseren, maar dit is niet altijd mogelijk. Het komt voor dat dieren opeens dood neervallen, door met name plotselinge winterse weersomstandigheden. Hetzelfde gebeurt ook in natuurgebieden in Schotland die niet afgerasterd zijn. Omdat het om een plotselinge dood gaat, is er geen sprake van een lange lijdensweg en is vroegtijdig ingrijpen niet mogelijk.
De Partij voor de Dieren vindt het van groot belang continu te evalueren of er genoeg mankracht aanwezig is om de dieren te inspecteren en waar nodig te euthanaseren. Bij veranderende (weers)omstandigheden moet nagegaan worden of het beleid hierop aangepast moet worden. Ook het beslisschema voor euthanasie, waarmee inspecteurs inschatten wanneer een dier in aanmerking komt voor euthanasie, moet steeds kritisch worden bekeken om te kunnen garanderen dat de maatregelen telkens het gewenste resultaat opleveren. Eventuele herijking van dit beslisschema moet door deskundigen worden uitgevoerd.
De Partij voor de Dieren vindt dat in het wild levende dieren zoveel mogelijk met rust moeten worden gelaten zodat natuurlijke processen hun beloop kunnen hebben. Alleen zo worden de meest diervriendelijke omstandigheden gecreëerd voor de dieren in natuurgebieden. Wij zijn van mening dat populatiebeheer door jagers zoals op de Veluwe plaatsvindt geen acceptabele oplossing kan bieden. 80% van alle zwijnen wordt daar gedood waarbij de populatiedynamiek letterlijk aan flarden wordt geschoten. Op de Veluwe werden het afgelopen jaar 925 van de ruim 2000 edelherten doodgeschoten. Ter vergelijking, in de Oostvaardersplassen zijn er dit jaar 450 van de 2172 doodgegaan.
We pleiten ook nadrukkelijk voor het verbinden van de natuurgebieden in Nederland zodat de dieren meer migratiemogelijkheden en een groter leefgebied krijgen. Eventueel menselijk ingrijpen zal altijd zorgvuldig moeten worden beoordeeld op het daadwerkelijke effect ervan op de dieren. Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn is bijvoeren onder de huidige omstandigheden zeer ongewenst en leidt tot het actief afschieten van voornamelijk gezonde dieren. Partijen als CDA, VVD en PVV gaan hier helaas aan voorbij.
Ik hoop dat u van me aan wilt nemen dat we alles hebben gedaan om tot een gewetensvolle en verantwoorde afweging te komen, waarbij de belangen van de dieren voor ons centraal staan.

11 maart 2010

Raad voor Dieraangelegenheden: dierenwelzijn moet in grondwet

Raad voor Dieraangelegenheden:
Overheid moet eindverantwoordelijkheid dierenwelzijn erkennen en in grondwet vastleggen

Persbericht PvdD Den Haag, 11 maart 2010 - De Raad voor Dieraangelegenheden adviseert het kabinet in een vandaag verschenen rapport om vergaande maatregelen te nemen teneinde het welzijn van dieren beter te waarborgen. Volgens de deskundigen in de RDA heeft de overheid de taak zwakke partijen en kwetsbare waarden in onze samenleving te beschermen. De Raad adviseert de overheid om haar eindverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het leven van dieren expliciet vast te leggen, bijvoorbeeld in de grondwet.
De Partij voor de Dieren is zeer verheugd over het advies van de RDA en ziet daarin een duidelijke doorbraak in het denken over het welzijn van dieren. Marianne Thieme: “Wanneer deze aanbevelingen worden overgenomen zal dat het definitieve einde inluiden van de intensieve veehouderij in haar huidige vorm. Die is onverenigbaar met de aanbeveling. Wij zullen ervoor zorgen dat van dit uitstel geen afstel zal komen en zullen de aanbevelingen van de RDA mede inzet maken van de komende verkiezingen.”

De Raad is van mening dat de mens dieren mag houden. De Raad stelt echter in haar aanbeveling aan de minister dat “dit recht niet ongelimiteerd en niet onvoorwaardelijk kan zijn. De dierhouder heeft een verregaande invloed op het leven en de leefomstandigheden van zijn dier. Hij is eerstverantwoordelijk voor het welzijn en de gezondheid van zijn dier. In de relatie tussen dier en dierhouder is het dier de zwakkere partij. De dierhouder moet bereid zijn verantwoording af te leggen over de wijze waarop hij zijn dier houdt.”

De Raad geeft aan dat de overheid ten aanzien van het welzijn, inclusief de gezondheid, van dieren een ordenende, beschermende en bevorderende rol heeft en verantwoordelijk is voor: Het bepalen van de minimumnormen en het streefniveau van dierenwelzijn en diergezondheid voor de verschillende diersoorten, en het vastleggen van de minimumnormen in wet- en regelgeving.

Verder is de overheid verantwoordelijk voor bescherming: Het handhaven van de minimumnormen voor dierenwelzijn en diergezondheid, inclusief het vervullen van een vangnetfunctie wanneer de houder zijn verantwoordelijkheid niet kan of wil nakomen.

Bovendien zou de overheid zich meer bezig moeten houden met ontwikkelingen in het denken over dierenwelzijn en diergezondheid in de maatschappij. Dit op een zodanige manier dat dierenonwelzijn in de toekomst in Nederland niet meer kan voorkomen en het welbevinden van dieren het uitgangspunt vormt in het door de overheid gehanteerde streefniveau van dierenwelzijn.

09 maart 2010

Verburg negeert risico op resistentie voor laatste redmiddel

Verburg verzuimt actie tegen verlies van ‘laatste redmiddel’ antibiotica

Persbericht PvdD Den Haag, 9 maart 2010 – Minister Verburg van LNV weigert stappen te ondernemen tegen het gebruik van de antibiotica cefalosporinen in de veehouderij. Hiermee riskeert zij volgens de Partij voor de Dieren dat mensen in de toekomst geen baat meer hebben bij het middel, dat gezien wordt als laatste redmiddel bij ernstige bacteriële infecties.

Vanwege het risico op resistentie bij mensen riepen de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) en veterinair deskundigen dierenartsen al eerder op de antibiotica niet meer voor te schrijven bij pluimvee. Daarnaast blijkt het gebruik van het middel in kwestie niet alleen ongewenst, maar ook verboden te zijn voor pluimvee in de EU. Alleen al om die reden is het volgens de partij onbegrijpelijk dat de minister weigert op te treden tegen het verboden gebruik in de veehouderij van een middel waarmee de volksgezondheid in gevaar gebracht wordt. De Partij voor de Dieren zal hier morgen een spoeddebat over aanvragen.

Minister Verburg gaf tijdens het vragenuurtje aan zelf geen maatregelen te willen nemen, maar het over te willen laten aan de sector. De Partij voor de Dieren vindt dit onbegrijpelijk. ‘De overheid staat erbij en kijkt ernaar en verwacht vanuit de sector een verandering. Wanneer leren we nu van het verleden? De sector stelt niet de volksgezondheid voorop, maar primair de economische belangen: kijk naar de Q-koortscrisis en de MRSA-crisis dankzij de vee-industrie’, aldus Thieme.

De Partij voor de Dieren vindt dat het antibioticagebruik in de veehouderij drastisch teruggedrongen moet worden. Het veterinaire gebruik van antibiotica is de afgelopen tien jaar met meer dan 80% gestegen, waarmee Nederland in Europa grootverbruiker is. Onderzoeksbureau Berenschot geeft aan dat er een sterke prikkel voor veehouders is om antibiotica toe te dienen, omdat daarmee geproduceerd kan worden tegen de laagste kosten en dat dierenartsen eveneens een economisch belang hebben bij het leveren van de antibiotica. Het overmatige veterinaire gebruik kan consequenties hebben voor de humane resistentie voor antibiotica. Deze is nu nog laag, maar kan door het overmatig gebruik van (verboden) middelen als cefalosporinen onder druk komen te staan. Dit betekent een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid die vraagt om adequaat ingrijpen, aldus de Partij voor de Dieren.

06 maart 2010

Hoe gezond is de zuivelconsumptie van Joris Driepinter?


De Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) laat Joris Driepinter weer campagne voeren voor melk. De boodschap is dat zuivelproducten rijk zijn aan voedingsstoffen.

Daar zijn de meningen over verdeeld.


In Nederland krijgen we bijna nooit iets te horen over de kanttekeningen die geplaatst worden bij het drinken van koemelk.


Nederlandse melkveehouders beschouwen zichzelf als de beste boeren van de wereld. En de statistieken lijken hen gelijk te geven. Er is immers geen land ter wereld waar met zo weinig vierkante meter gras per koe zoveel melk wordt geproduceerd. Dat is precies het probleem. Het dieet van een Nederlandse koe bestaat een groot deel van het jaar vooral uit tweedehands gras, aangevuld met de meest merkwaardige soorten afval. Alles wat niet expliciet verboden is, wordt in veevoer verwerkt. Zo is Nederlandse melk een voor een groot deel op afval gebaseerd product geworden.

EU-subsidies afschaffen en ecologisch verantwoord stimuleren

Uit een studie van Brusselse ambtenaren blijkt dat wanneer alle subsidies en handelsverstorende maatregelen worden afgeschaft dit een inkomensval voor boereninkomens in Europa betekent van gemiddeld 22 procent.
Wanneer de markt voor dierlijke producten geliberaliseerd blijft, verschuift de productie van rundvlees naar buiten Europa.
Dit is een onwenselijke situatie. De oplossing is niet om de subsidies te laten bestaan. Deze afschaffen is sowieso beter voor de belastingbetaler, maar het handhaven van de importtarieven van import buiten Europa zou het wisselgeld moeten zijn voor het inperken van de gerichtheid van de Europese Agrosector om de markt buiten Europa te willen bedienen.
Het resultaat zou moeten zijn dat ecologisch en diervriendelijk verantwoord producerende boeren een betere concurrentiepositie krijgen.

De dubbelhartigheid van de zorgen van de boeren over hun schuld en over de spelers in de markt blijkt verder uit een artikel uit het Friesch Dagblad:
De markt krijgt in de landbouw door het beleid van banken niet de kans om zijn werk te doen en zorgt voor een zeepbel in grondprijzen en te hoge kosten voor de boeren. Dat is de stelling van een ingezonden brief van melkveehouder Van Weperen, eerder deze week in het Agrarisch Dagblad. "Wanneer de liberalisering haar werk zou doen, zouden boeren omvallen; dat zou de onroerendgoedprijs (land) onderuit laten gaan en dat zou, hoe erg ook, een beter beeld van de werkelijkheid geven", schreef Van Weperen. Boeren hebben belang bij een lage kostprijs, zo is de stelling van Van Weperen, en die kunnen ze niet behalen doordat ze duurbetaalde grond moeten laten financieren. Of, in het geval van melkveehouders, duur melkquotum.
Van Weperen maakt zich zorgen over hoe de alom verwachte schaalvergroting kan plaatsvinden als de grond en quotum zo duur blijven. "Onder normale financieringscondities betaal ik voor een hectare die ik voor 40.000 euro koop, 2000 euro aan rente en aflossing per jaar. Als ik zou pachten, betaal ik hooguit 1200 euro. Sterker nog: voor elke hectare grasland die ik er bij zou willen hebben kan ik beter besluiten het voer dat er vanaf zou komen te kopen en de mest die ik erover uit zou rijden te laten afvoeren. Dat is goedkoper.”

Boeren spreken liever over eigenschaligheid dan over megastallen

In het kader van het opkrikken van hun imago giet de boerenbond ZLTO oude wijn over in nieuwe zakken. Het Agrarisch Dagblad meldt:

Onder eigenschaligheid verstaat ZLTO een omvang die past bij het vakmanschap van de ondernemer, zijn omgeving, de eisen van de samenleving en de kansen van de afzetmarkt. De organisatie begrenst hiermee de groei van intensieve veehouderijbedrijven.
ZLTO en de leden zijn hierbij aangespoord door kritische geluiden uit de samenleving. "Duurzame productie en duurzame veehouderij is de enige weg. Ik geloof daar in", zegt Huijbers. "Niemand van ons heeft namelijk het recht om de ander overlast te bezorgen. Dat betekent ook dat er robuuste groensingels om de stallen heen moeten, die een verrijking zijn voor het landschap en fijnstof afvangen en zo mogelijk bacteriën en virussen tegengaan. Het erf moet er gewoon mooi uit zien."

Kortom: de burger moet niets kunnen zien van wat er in de stallen gebeurt en mag uit het groene uiterlijk en het schone erf hopelijk afleiden dat er achter de staldeuren fatsoenlijke dingen gebeuren.
Quod non.
Fijnstof, bacteriën en virussen worden nauwelijks door een singel tegengehouden, maar worden door de wind kilometers ver meegenomen. Veel effectiever is uitstoot te voorkomen door de omvang van de agrosector zodanig te verkleinen dat het maximaal aan de nationale behoefte voldoet.

05 maart 2010

PvdD over bijenvolksterfte door onduurzame maisteelt

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over bijenvolksterfte door onduurzame maisteelt

1. Kent u het bericht ‘Duurzame maisteelt raakt steeds verder uit zicht[1]’?

2. Deelt u de mening van Dr. Van der Sluijs dat het inzetten van deflectoren op maiszaaimachines een end-of-pipe maatregel is en dat deze maatregel het probleem niet oplost? Zo neen, waarom niet?

3. Deelt u de analyse van Dr. Van der Sluijs dat een deflector de hoeveelheid gif die in het milieu komt niet verandert en dat gelet op de lange verblijftijd (tot 2 jaar) van imidacloprid in het milieu het gif uiteindelijk toch in bijenvolken terecht komt en dat dat gecombineerd met het feit dat imidacloprid een CT-gif is waarvoor de Regel van Haber geldt[2] vastgesteld moet worden dat het enige te verwachten effect van een deflector is dat de bijenvolken dan later aan chronische vergiftiging sterven in plaats van vlak na het zaaien aan acute vergiftiging (‘de wet van behoud van ellende’ zoals dit ook wel aangeduid wordt)?

4. Deelt u de analyse dat neonicotinoïden een systeemverandering hebben veroorzaakt in de wijze waarop mais verbouwd wordt, en dat hierdoor weliswaar minder kilo gif per hectare wordt gebruikt maar dat de feitelijke giftigheid per hectare voor honingbijen juist is toegenomen[3]? Zo neen, waarom niet?

5. Deelt u de mening dat in plaats van te investeren in end-of-pipe maatregelen waardoor de effecten slechts in tijd en ruimte worden verplaatst, men beter kan investeren in een bijvriendelijke maisteelt en ontwikkeling van alternatieven voor neonicotinoiden? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u hier uitvoering aan geven? Zo neen, waarom niet?

6. Deelt u de mening dat de suggesties van Dr. Van der Sluijs voor bijvriendelijke maisteeltmethoden, zoals rotatieteelt waarbij wordt afgewisseld met andere gewassen of zelfs met meerjarige gewassen, waardevolle suggesties zijn om te komen tot een duurzame landbouw? Zo ja, bent u bereid deze mogelijkheden te onderzoeken? Zo neen, waarom niet?

7. Is uw ministerie, wellicht samen met universiteiten, bezig om duurzame systeeminnovatie voor de landbouw, waaronder de maisteelt te onderzoeken? Zo ja, welke onderzoeken lopen er en wanneer verwacht u de resultaten hiervan? Zo neen, waarom niet en bent u bereid dit op de agenda te zetten?

8. Welke voortgang is er geboekt in de onderzoeken die uw ministerie heeft uitgezet naar de oorzaken van bijenvolksterfte?

9. Kunt u de Kamer gegevens aanleveren over hoeveel imidacloprid-residue er terug te vinden is in stuifmeel en nectar dat door bijenvolken wordt verzameld in gebieden in Nederland waar het middel wordt toegepast? Zo neen, waarom heeft u dit nooit laten meten en bent u bereid dit op korte termijn wel te doen?

10. Kunt u de Kamer gegevens aanleveren over de hoeveelheid imidacloprid die in Nederland jaarlijks is gebruikt en het aantal hectare waarop het is toegepast in de jaren 2005, 2006, 2007, 2008 en 2009? Zo neen, waarom niet?

11. Deelt u de mening dat naast de varroamijt en het afnemende stuifmeelaanbod door monoculturen ook het gebruik van middelen op basis van neonicotinoiden een van de belangrijkste oorzaken is voor de voortgaande bijenvolksterfte?

12. Heeft u recente gegevens beschikbaar over de voortgaande bijenvolksterfte? Zo ja, hoeveel % van de bijenvolken is recent verdwenen? Zo neen, waarom niet en wanneer verwacht u nieuwe gegevens aan de Kamer te kunnen sturen?

13. Bent u bereid om in navolging van ondermeer Italië[4] een moratorium af te kondigen op het gebruik van neonicotinoiden? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo neen, waarom niet?

02 maart 2010

PvdD hekelt inconsequent beleid reconstructieplannen

Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de vernietiging van de Raad van State van reconstructieplannen in Brabant

Heeft u kennis genomen van de uitspraak van de Raad van State waarin de Raad een streep haalt door een groot deel van de reconstructieplannen van het buitengebied in Brabant, en kent u de berichtgeving hierover?
Is het waar dat u het Brabantse plan, dat de Raad van State nu heeft vernietigd, heeft goedgekeurd op 12 augustus 2008? Zo ja, kunt u uiteenzetten hoe het mogelijk is dat u een ondeugdelijk besluit heeft goedgekeurd?
Deelt u de mening dat u onzorgvuldig bent geweest, en kunt u dit nader toelichten? Zo neen, waarom niet?
Zijn er nog meer besluiten die u in dit kader heeft goedgekeurd, en die momenteel aangevochten worden bij de rechter, of waar de rechter al negatief over heeft geoordeeld?
Kunt u uiteenzetten hoe het mogelijk is dat er meerdere landbouwontwikkelingsgebieden binnen de door de provincie zelf vastgesteld grens van 500 m van o.a. natuur, zijn aangewezen zonder een deugdelijke toelichting ? Welke conclusies verbindt u hieraan?
Kunt u uiteenzetten hoe het kan dat er zonder toelichting werd afgeweken van de 250 m grens rond kwetsbare natuurgebieden? Wat concludeert u hieruit?
Kunt u toelichten het kan dat een landbouwontwikkelingsgebied overlapt met een grondwaterbeschermingsgebied?
Ziet u naar aanleiding van deze uitspraak de noodzaak om andere reconstructieplannen nog eens tegen het licht te houden? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke plannen zijn dat en op welke manier en wijze bent u bereid deze tegen het licht te houden?
Welke partij had de bescherming van flora en fauna in de reconstructieplannen moeten garanderen, waarom is dit in onvoldoende mate gedaan, en op welke wijze houdt u toezicht op deze processen?
Speelt de problematiek van het uitvoeren van het reconstructiebeleid ook in andere provincies waar de reconstructie uitgevoerd wordt?
Kunt u uiteenzetten hoever de reconstructie gevorderd is, hoeveel gelden er nog gereserveerd zijn voor de uitvoering hiervan, en welke knelpunten er spelen bij het uitvoeren van de reconstructie?
Deelt u de mening dat de uitspraak van de Raad van State een nieuwe bevestiging is van het failliet van het reconstructiebeleid en dat de grote hoeveelheden belastinggeld die hiermee gemoeid zijn, dus eigenlijk worden verspild? Zo ja, bent u bereid het reconstructiebeleid te herzien? Zo neen, waarom niet?
Bent u bereid de reconstructiegelden die nog beschikbaar zijn om te (laten) buigen naar een warme sanering van de veehouderij in deze gebieden, zodat de kosten voor natuurherstel, de vervuiling van bodem en grondwater en de effecten op het klimaat van de veehouderij niet nog verder oplopen en dat een daadwerkelijke start kan gemaakt worden met de aanpak van al deze problemen?
Is het waar dat de Provincie Noord-Brabant heeft aangegeven dat het landbouwbelang altijd zwaarder zal wegen dan het natuurbelang, en dat de Raad van State mede naar aanleiding hiervan heeft moeten concluderen dat het besluit ondeugdelijk genomen is? Zo ja, hoe beoordeelt u deze uitspraak en welke consequenties verbindt u hieraan? Zo neen, waarom niet?

Thieme en Verburg zijn het eens over weggeven huisdieren

PERSBERICHT PvdD: Minister Verburg: Tv-programma Z@PPlive moet afzien van weggeven huisdieren

Minister Verburg heeft in antwoord op Kamervragen van Marianne Thieme laten weten dat het op tv weggeven van huisdieren wettelijk verboden is. Ze heeft de makers van het televisieprogramma Z@PPlive hierop gewezen en ze gevraagd te stoppen met het betreffende programmaonderdeel, dat in strijd is met artikel 57 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren.

Minister Verburg: "De gedachte achter dit artikel is dat een dergelijke wijze van verkrijging van een dier niet strookt met de vereiste mate van zorgvuldigheid die met de aanschaf van huisdieren gepaard hoort te gaan. Als minister van LNV heb ik de desbetreffende omroep hierop aangesproken en gevraagd passende maatregelen te nemen zodat de bepaling in de wet niet meer wordt overtreden.” Het televisieprogramma is inmiddels gestopt, om in september weer van start te gaan. De programmamaker heeft toegezegd na te denken over een andere invulling van het programmaonderdeel. “Ik reken erop dat de omroep op dit punt zijn verantwoordelijkheid neemt”, aldus Verburg.

Minister Verburg deelt de mening van fractievoorzitter Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren dat het belangrijk is dat dieren weloverwogen worden aangeschaft. Een impulsaanschaf kan ertoe leiden dat dieren weer worden weggedaan of de juiste zorg wordt onthouden. Verburg: "Dit is zeer onwenselijk en in strijd met mijn beleid voor gezelschapsdieren, dat uitgaat van een verstandige aanschaf en respectvolle omgang met dieren."

Marianne Thieme is blij met het antwoord van de minister. Thieme: "Een klein lichtpuntje in het denken over de aanschaf van huisdieren. Een huisdier is niet voor even, maar voor z'n hele leven."

01 maart 2010

PvdD wil halt aan Crisiswet en door met Natura 2000

Partij voor de Dieren wil halt aan Crisiswet en door met Natura 2000

Den Haag, 1 maart 2010 – De Partij voor de Dieren wil dat de Crisis- en Herstelwet van tafel gaat zolang er een demissionair kabinet regeert. De wet bleek tijdens de behandeling in de Tweede Kamer al buitengewoon controversieel. Ook mogen de plannen voor onder andere de Zeebrievenwet, de AOW, de JSF van de partij in de ijskast. Het traject van Natura 2000 daarentegen moet doorgezet worden om gemaakte afspraken voor een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden, eindelijk na te komen.

Veel kritiek Crisiswet
De Crisis- en Herstelwet, die de aanleg van wegen en nieuwe bouwprojecten zou moeten bespoedigen, werd al tijdens de behandeling in de Tweede Kamer zeer fors bekritiseerd. De wet zet maar liefst veertien andere wetten, vooral op het gebied van natuur en milieu, buiten spel. Onverantwoord, vindt de Partij voor de Dieren. ‘Het is onbestaanbaar natuur- en milieuregels te schrappen ten tijde van de twee belangrijkste crises van onze generatie: de opwarming van de aarde en het verlies van biodiversiteit’, aldus Tweede Kamerlid Esther Ouwehand. De partij weet zich gesteund door de Raad van State en hoogleraren natuurbeschermingsrecht, die met name de ingrijpende wijzigingen in de Natuurbeschermingswet en de versoepeling van de onteigeningswet ontraadden. Juristen voorspelden vorige week in een hoorzitting in de Eerste Kamer een hausse aan rechtszaken als de Crisiswet zou worden aangenomen: precies het tegenovergestelde van het kabinet zegt te willen bereiken met de wet.

Bovendien gaat het kabinetsargument voor het invoeren van de Crisiswet volgens de Partij voor de Dieren niet op, aangezien de doelstelling op het gebied van het creëren van banen niet gehaald zal worden. De partij wijst erop dat zowel de Raad van State als economen en arbeidsmarktspecialisten stellen dat de effecten van de wet op de arbeidsmarkt pas merkbaar zullen zijn als de economische crisis al lang weer voorbij is.

Ook Zeebrievenwet controversieel
Naast de Crisiswet verklaart de partij het voorstel tot wijziging van de Zeebrievenwet controversieel. Aanleiding voor deze wijziging zijn de acties van de Sea Shepherd Conservation Society, die in de wateren rond Antarctica actie voert tegen de Japanse walvisjacht. De voorgestelde wetswijziging stuit op forse kritiek, omdat de gronden waarop het kabinet in de toekomst een zeebrief zou kunnen intrekken zeer ruim zijn geformuleerd. Ouwehand: “Het kabinet is er met de wijziging van de Zeebrievenwet duidelijk op uit om schepen van ‘lastige’ actiegroepen, zoals de Sea Shepherd Conservation Society, de Nederlandse vlag te ontnemen. Tegenstanders van de walvisjacht worden zo buitenproportioneel hard aangepakt, terwijl de illegale Japanse walvisvloot vrijuit gaat.”

AOW, SF, A4 van tafel
Ook de behandelingen van de verhoging van de AOW-leeftijd, de aanschaf van de Joint Strike Fighter en het aanleggen van de A4 Midden-Delfland gaan wat de partij betreft van tafel. Aangaande de missie in Uruzgan is geen verdere discussie nodig, aangezien er reeds een kabinetsbesluit is uit 2007 waarin besloten is dat de missie op 1 augustus 2010 zou worden beëindigd.

Doorgaan met Natura 2000
De voortgang van Natura 2000 mag echter niet worden gestaakt volgens de Partij voor de Dieren, die daarmee afstand neemt van de uitlatingen van de VVD die de bescherming van natuur juist wil vertragen. “Nederland heeft al eerder getreuzeld bij het waarmaken van de afspraken over Natura 2000. Als we dat nog een keer laten gebeuren, staan we internationaal pas echt goed in ons hemd”, stelt Ouwehand. Nederland heeft zich in het kader van Natura 2000 binnen Europa verplicht om een netwerk van natuurgebieden te beschermen. Dit jaar moeten de gebieden en natuurdoelen definitief worden vastgesteld en daar kan Nederland niet mee wachten, vindt de Partij voor de Dieren.

Kabinet pas op de plaats
De Partij voor de Dieren verwacht ten slotte dat CDA-lijsttrekker Balkenende zich in zijn rol als demissionair premier zal onthouden van openlijke verkiezingsretoriek. Afgelopen week riep Balkenende de Eerste Kamer snel voor de Crisis- en Herstelwet te stemmen. Ongehoord, vindt de Partij voor de Dieren. Fractievoorzitter Marianne Thieme: “Een demissionair kabinet past terughoudendheid, geen reclamepraatjes voor omstreden wetgeving. De Kamers beslissen welke onderwerpen controversieel worden verklaard, niet het gevallen kabinet.”

24 februari 2010

Wakker Dier klaagt Super leugens aan


Wakker Dier klaagt supermarktketen Super de Boer aan. In haar blad ‘Lekker leven’ prijst Super de Boer uitgebreid haar varkensvlees aan, met plaatjes van 'blije' biggen in het stro en in de wei.

Wakker Dier bezocht deze bedrijven en was verbijsterd: de biggen leven in krappe betonnen hokken zonder stro. Van een sappige groene weide kunnen deze varkens slechts dromen. Het klantenblad is doorspekt met leugens, afgewisseld met goedkope varkensvleesaanbiedingen.

In actie tegen grove leugens
Wakker Dier acht het bewezen dat Super de Boer haar klanten voorliegt. De eis: het blad moet uit de winkels en er moet openbaar gerectificeerd worden. 26 februari dient het kort geding.

23 februari 2010

Competitiedrang drukt het gezonde verstand naar de achtergrond

In het verenigingsblad Dier van de Dierenbescherming een interview met dierenarts Paul Mandigers over hondenshows.

Wat is de rol van hondenshows?
`De competitiedrang drukt het gezonde verstand naar de achtergrond. Zo moest een pekinees in Engeland zijn eerste prijs zittend op ijs in ontvangst nemen, om niet oververhit te raken door zijn te dikke vacht en zijn te kleine bekje. Het is absurd dat een hond met een erfelijke ziekte kampioen wordt, en dat juist daarmee verder gefokt wordt. Een hond die niet in orde is, die bijvoorbeeld niet kan lopen of niet benaderbaar is vanwege zijn karakter, hoort niet op een tentoonstelling. Het couperen van oren en staarten is inmiddels verboden, maar zo'n hond fokken is eigenlijk veel erger.

U kunt in uw gemeente tegen veefabrieken stemmen

Brabander kan op 3 maart ook tegen veefabriek stemmen

Persbericht Amsterdam, 23 februari 2010 –
Milieudefensie vraagt alle Brabanders die vorig jaar het provinciale Burgerinitiatief 'Megastallen Nee' hebben ondertekend, om ook tijdens de gemeenteraadsverkiezingen te laten zien dat ze geen veefabrieken willen. Meer dan 33 duizend Brabanders riepen de Brabantse Provinciale Staten op een einde te maken aan veefabrieken in hun gemeente. Op 19 maart zullen de Provinciale Staten dit burgerinitiatief behandelen. De gemeenteraadsverkiezingen zijn daarbij een belangrijke graadmeter voor de provinciale bestuurders. Door op 3 maart te stemmen op een partij die kiest voor duurzame en kleinschalige boerenbedrijven, kunnen Brabanders aan hun lokale en provinciale politici laten zien dat ze geen veefabrieken in hun gemeente willen.

Gemeentelijke politici kunnen plannen voor megastallen tegenhouden. Uiteindelijk bepalen zij of een geplande veefabriek zich op het platteland of op een bedrijventerrein mag vestigen. De gemeente kan, via aanpassing van het een bestemmingsplan, de komst of uitbreiding van een veefabriek uitsluiten. Vooral in Brabant is dat nodig: in die provincie zijn de meeste bouwplannen voor megastallen. Bij Milieudefensie zijn nu bijna dertig plannen bekend. In Brabant leven in verhouding de meeste landbouwhuisdieren ter wereld: 2,4 miljoen burgers wonen tussen 31 miljoen varkens, geiten en kippen.

Q-koorts
Steeds meer burgers maken zich terecht zorgen over de komst van varkensflats, kippenfabrieken en grootschalige geitenstallen. De megastallen ontsieren het landschap, zorgen voor een fikse milieulast en onnoemelijk veel dierenleed. De komst van megastallen vormt óók een risico voor onze gezondheid. De explosieve groei van bedrijven met duizenden geiten in Brabant en de daarop volgende uitbraak van de Q-koorts is hiervan een aangrijpend voorbeeld. In Noord-Brabant zijn inmiddels de meeste besmette geitenbedrijven geruimd en worden bijna dagelijks nog nieuwe bedrijven besmet verklaard.

Natasja Oerlemans, woordvoerder Landbouw en Voedsel bij Milieudefensie: ‘Er is een omslag nodig in het denken van bestuurders. De veefabrieken zijn een ramp voor dieren, schaden het milieu en zijn een risico voor de gezondheid van omwonenden. Kiezers in Brabant kunnen op 3 maart aangeven dat het zogenaamde economisch gewin van de vee-industrie niet langer voorrang mag krijgen op de leefbaarheid in hun omgeving. We vragen hen te stemmen op een partij die kiest voor een veehouderij die past binnen het landschap, waarbij het dierenwelzijn is gewaarborgd, de boer voor zijn gezin een eerlijke boterham kan verdienen én de risico’s voor de volksgezondheid zoveel mogelijk worden uitgesloten.’

Milieudefensie en duurzame veehouderij
Milieudefensie maakt zich al jaren sterk voor een duurzame veehouderij. En met succes! De problemen die veefabrieken veroorzaken, staan dankzij ons zowel landelijk als provinciaal op de politieke agenda. In de provincies Zuid-Holland, Groningen en Drenthe is hierdoor de komst van megastallen uitgesloten. De Provinciale Staten van Noord-Holland deden hetzelfde, na een burgerinitiatief van Milieudefensie en de Dierenbescherming. In de provincie Utrecht zijn inmiddels meer dan tienduizend steunbetuigingen voor een burgerinitiatief tegen veefabrieken verzameld. Milieudefensie hoopt alle provincies tot een verbod op megastallen te kunnen bewegen.

21 februari 2010

CDA en dieren

Op 4 februari jl. vond in de Tweede Kamer een debat plaats over het aanscherpen van straffen voor dierenmishandeling. Tijdens dat debat ontspon zich een dialoog tussen Marianne Thieme van de PvdD en Madeleine van Toorenburg, CDA-woordvoerster. Marianne Thieme vroeg aan Van Toorenburg of zij het onverdoofd castreren van honden en katten als dierenmishandeling zou aanmerken. Het antwoord van mevrouw Van Toorenburg was zowel onthutsend als onthullend. Onthullend wat betreft hoe ambivalent er dus kennelijk binnen het CDA over (het omgaan met) dieren wordt gedacht. En onthutsend wat betreft de hardnekkigheid waarmee de vee-industrie door deze partij nog steeds wordt verdedigd. Ik heb aan mevrouw Van Toorenburg een brief gemaild die ik hier, enigszins ingekort, weergeef.

Geachte mevrouw Van Toorenburg,

Ik schrijf u deze brief naar aanleiding van een tweegesprek tussen u en mevrouw Thieme van de PvdD tijdens het plenaire Kamerdebat over zwaardere straffen bij dierenmishandeling op 4 februari jl. Bij die gelegenheid vroeg mevrouw Thieme u of u het onverdoofd castreren van een hond of kat als dierenmishandeling zou kwalificeren. Kennelijk werd u door die vraag nogal in verwarring gebracht. Uw antwoord, voor zover daar sprake van was, vestigde die indruk althans in hoge mate. U had natuurlijk kunnen (moeten?) antwoorden dat u inderdaad een dergelijke ingreep, op die wijze uitgevoerd, als ordinaire dierenmishandeling aanmerkt. Ik weet bijna zeker dat u dat in uw hart ook echt vindt. Ik heb de handelingen van het betreffende debat, althans wat dat deel betreft, er nog eens op nageslagen. Ik moet zeggen dat het weinig overtuigend was wat u hierover te berde wist te brengen. Een simpel ‘ja’ of ‘nee’ werd het zeer zeker niet. Kort samengevat kwam het er op neer dat u de vraag ontweek door zich te verschuilen achter wazige opmerkingen als ‘dat het maar net was hoe je naar dierenmishandeling kijkt’ en ‘er kan ook anders naar gekeken worden’ dan wel ‘het zijn uw woorden’ en meer van dat soort warrigheden. Een eerlijk “ja” van uw kant zou een enorme klap betekend hebben voor een vorm van dierenmishandeling waar uw partij, het CDA, in hoge mate mede verantwoordelijk voor is, de vee-industrie. Daar wordt namelijk naar hartenlust gecastreerd, gecoupeerd, gevijld, onthoornd, snavels afgeslepen zonder enige vorm van verdoving en noodzaak. Het CDA is al sinds jaar en dag een warm pleitbezorger van deze mens- en dieronterende vorm van veehouderij. Het economische (boeren)belang wordt hierbij zodanig op de voorgrond geplaatst dat belangen van dierenwelzijn, milieu, volksgezondheid, wereldvoedselprobleem etc. daaraan volledig ondergeschikt zijn gemaakt. Wanneer we met honden en katten zouden doen wat in de vee-industrie dagelijkse praktijk is, zou het land – terecht – te klein zijn. Het leed wat varkens, kippen, kalveren, koeien, vissen en andere dieren wordt aangedaan als offer voor het stillen van de lekkere trek van de consument wordt evenwel door samenleving en politiek nog steeds met allerlei drogredenen als acceptabel beschouwd. Ik vind het onbegrijpelijk dat juist een partij als het CDA, zich baserend op een leer waarin respect voor het leven, rentmeesterschap en zorg voor de zwakke en kwetsbare de kern vormt, zich zo onbeschaamd heeft laten meeslepen door economische beweegredenen. Daaruit is een systeem voortgekomen dat nietsontziend andere levende wezens tot objecten heeft gereduceerd, wier enige bestaansrecht ligt in het feit dat ze de mens in zijn kortstondige behoeftebevrediging van dienst kunnen zijn. Waar deze dubbelhartige houding naar dieren toe kan leiden is pijnlijk duidelijk gemaakt door uw optreden tijdens dit debat.
Respect voor en mededogen met schepselen die in alles afhankelijk zijn van de mens zijn zaken die onontbeerlijk zijn in een samenleving die zichzelf het etiket ‘beschaafd’ heeft opgeplakt. Daarmee kan en mag niet geschipperd worden.
Ik wens u veel wijsheid toe.
Hoogachtend,

Herman Gallé

11 februari 2010

Meld landbouwmythen bij de site van Natuur en Milieu

Een groot deel van Nederland wil een duurzamer en diervriendelijker landbouw, die gezond en duurzaam voedsel produceert. Om dit te bereiken zal de landbouwsector de komende jaren flink aan de slag moeten. Politieke leiders en landbouwvoormannen verschuilen zich echter achter hardnekkige mythen om verduurzaming tegen te gaan. Op deze wijze wordt de sector een hand boven het hoofd gehouden.

Natuur en Milieu wil dat de discussie over landbouw en voedselproductie gevoerd wordt op basis van feiten en wil deze mythen doorprikken. We houden de komende tijd het landbouwdebat nauwlettend in de gaten en signaleren mythen die de feiten vertroebelen.

We roepen iedereen op om voorbeelden te sturen waarbij feiten worden verdraaid ten gunste van de huidige landbouwpraktijk. Daarnaast is de brochure Wat de boer niet kent uitgekomen, dat vijf mythen weerlegt. Ons toekomstbeeld omschrijven we in de brochure Schoon, eerlijk en waardevol.

Een aantal voorbeelden van mythen zijn:
1. Economische positie landbouw
2. Landbouw voedt de wereld
3. Landbouw is goed voor landschap (en milieu)
4. Klimaat
5. De Nederlandse landbouw is groener dan elders
6. Rol van de consument
7. Andere opmerkingen

Tot zover Natuur en Milieu.

Verdraaiing van de waarheid of het geven van de halve waarheid is de agrosector niet vreemd. Klik hier of op onderstaand label "demagogie" voor vele voorbeelden.

10 februari 2010

Schade aan platteland moet ten laste gaan van de agrosector

Toerist mijdt Brabant

In de Volkskrant van 10 februari 2010 het volgende bericht:
Van de ondervraagde accommodaties signaleert 87 procent stagnatie of afname van het aantal boekingen. De sector verwachtte juist een stijging, zoals altijd in economisch mindere tijden als meer mensen kiezen voor een binnenlandse vakantie. Van de ondernemers heeft 10 procent te maken met annuleringen in direct verband met de Q-koorts.

Tot zover de Volkskrant, in de media:

Henk Jan Ormel, Tweede Kamerlid voor het CDA vindt het onjuist dat andere Haagse fracties de Q-koorts als wapen gebruiken in hun strijd tegen de intensieve veehouderij.
"Maar waar we zo snel mogelijk vanaf moeten is dat anderen - met name de linkse partijen - aan de haal gaan met de discussie over de intensieve veehouderij. Het gaat niet aan om tijdens de ruimingen in verband met de Q-koorts de legitimiteit van de hele veehouderij ter discussie te stellen."

Tot zover.

De toeristensector wil vergoed worden voor de schade die zij ondervinden. Het zou een rechtvaardige zaak zijn wanneer zij de zaak verhalen op de agrosector. Het is die sector die (recreëren op) het platteland onaantrekkelijk maakt. Dit is geen zaak voor de Nederlandse belastingbetaler.

Vlaming Verhulst vertegenwoordiger Varkens in Nood

Vanaf 9 februari 2010 zal de Belgische schrijver Dimitri Verhulst zich als ambassadeur van Stichting Varkens in Nood inzetten. Met de benoeming van Verhulst wil Varkens in Nood de campagne tegen de castratie van biggen uitbreiden naar België. In België worden vrijwel alle beerbiggen nog steeds (onverdoofd) gecastreerd. Varkens in Nood hoopt dat Verhulst er in slaagt de discussie over castratie die al door de dierenbeschermingsorganisatie GAIA is aangezwengeld, verder aan te wakkeren.

04 februari 2010

Spreek bij seks met dieren duidelijke taal

In zijn weblog schrijft Frank Dales, directeur van de Dierenbescherming, over het verbod op sex met dieren. Hij schrijft: “Bij dezen doe ik een beroep op de moraal van de weifelende senatoren; seks met dieren is onethisch en moet op grond van de intrinsieke waarde van dieren verboden worden.” Laat er geen misverstand over bestaan: seks met dieren is niet fris maar wanneer je het vergelijkt met pedofilie, dan zeg je toch ook niet seks met kinderen is onethisch en moet op grond van de intrinsieke waarde van kinderen verboden worden.”
Een primaire reactie is “je moet met jouw poten van kinderen en dieren afblijven”. Iets meer doordacht verwoord: “kinderen en dieren moeten gevrijwaard worden van de seksuele behoeften van volwassen mensen”.
Waar het omgaat is het recht op vrijheid. Een kind kan vrij opgroeien wanneer het gevrijwaard blijft van de seksuele belangstelling van ouderen.
Tweede Kamerlid Harm Evert Waalkens is een van de politici die het wetsvoorstel heeft ingediend. Hij koos daarbij niet te spreken over seksuele handelingen met dieren, maar over ontuchtige handelingen. Wanneer hij over seksuele handelingen zou spreken, dan zou een groot deel van de intensieve veehouderij verboden moeten worden, omdat kunstmatige inseminatie een seksuele handeling met dieren is.
Dales en Waalkens vinden dat dieren uit de bio-industrie een intrinsieke waarde hebben. Dat kunnen zij vinden en zij worden daarin niet tegengesproken, want er is geen intensieve veehouder die daarmee in de praktijk grenzen kan worden opgelegd op basis van die opvattingen.
Omdat de Dierenbescherming en politici buiten de Partij voor de Dieren principes hanteren voor onze omgang met dieren slaan zij geen deuk in een pakje boter.
Het getuigt van lef om te erkennen dat dieren net als mensen recht hebben op vrijheid om zich natuurlijk te gedragen. Het zijn de mensen die zichzelf zouden moeten begrenzen in hun handelen met dieren. Mensen daartoe bewegen met de juiste taal, dat is de kunst, waarmee gewenste veranderingen in onze maatschappij op gang komen.

23 januari 2010

Schweinerei in Oostenrijk

Dat het in een relatief diervriendelijk land ook gierend uit de klauw kan lopen bewijst dit bericht uit Oostenrijk.

Een lawine-experiment met varkens in Ötztal (Tirol) zorgt momenteel in dierenbeschermingskringen aldaar voor veel commotie. Het plan was in een periode van 14 dagen 29 varkens in de sneeuw te laten stikken of bevriezen. De bedoeling was na te gaan welke gevolgen dat zou hebben voor het lichaamsweefsel van de dieren om meer kennis te vergaren over hoe menselijke lawineslachtoffers in de toekomst eerder gered zouden kunnen worden.
De Organisation gegen Tierversuche (organisatie tegen dierproeven) bekritiseert dat experiment met de woorden: “Mens en varken onderscheiden zich in fysiologie en lichaamsbouw zo sterk dat de dierexperimenten geen relevante resultaten voor mensen zouden opleveren. Het is onacceptabel dat dieren onder de dekmantel van de medische wetenschap zulke dodelijke kwellingen zouden moeten ondergaan”.
Nadat dierenbeschermers, toeristenorganisaties en politici massaal geprotesteerd hadden en negen varkens ten behoeve van de proeven reeds het leven hadden gelaten werden de experimenten voorlopig - en intussen waarschijnlijk voorgoed – gestaakt.
Naar verluidt werd een aantal van de varkens intussen op ‘Gnadenhofen’ ondergebracht.


Het is natuurlijk zeer de vraag of, ook al zouden gegevens van deze ‘proeven’ voor de mens wel van medisch-wetenschappelijke waarde zijn, dat een legitimatie zou kunnen vormen voor wat de dieren wordt aangedaan. (H.F.S.C.)

Artikel overgenomen en vertaald van de website van ‘Partei Mensch Umwelt Tierschutz’ (Dld.)

19 januari 2010

Pak overconsumptie vlees, zuivel en vis aan

Maatschappelijke organisaties vragen overconsumptie vlees, zuivel en vis aan te pakken

Een derde minder dierlijke eiwitten in tien jaar
Regelgeving voor verduurzaming voedselproductie

Persbericht Milieudefensie Amsterdam, 19 januari 2010 - Veertien maatschappelijke organisaties op het gebied van ontwikkeling, eerlijke handel, milieu, dierenwelzijn en natuurbehoud dringen aan op regelgeving die de overconsumptie van dierlijke eiwitten ontmoedigt en de veehouderij verduurzaamt. In een brief aan de Tweede Kamer stellen de organisaties dat een verlaging van de consumptie van vlees, vis, zuivel en eieren met minstens 33 procent in 2020, onderdeel moet worden van het kabinetsbeleid. Ook bepleiten zij de invoering van regelgeving en financiële prikkels om de consumptie en productie van dierlijke eiwitten te verduurzamen.

Op 20 januari vindt in de Tweede Kamer het debat plaats over de Nota Duurzaam Voedsel. Both ENDS, Compassion in World Farming, Cordaid, Nederlandse Dierenbescherming, Greenpeace Nederland, ICCO, IUCN NL, Milieudefensie, Natuur en Milieu, Oxfam Novib, Solidaridad, Varkens in Nood, Nederlandse Vegetariërsbond en Wakker Dier roepen de politiek op de ambities van dit kabinet om te zetten in meetbare resultaten. “Het kabinet erkent de noodzaak tot verduurzaming van onze dierlijke eiwitconsumptie, en zegt in de Nota Duurzaam Voedsel over 15 jaar koploper te willen zijn. Maar de voornemens blijven steken in mooie woorden zoals het ‘verleiden’ en ‘informeren’ van consumenten en in vrijblijvende overleggen met bedrijven. In de praktijk blijkt dit nauwelijks wat op te leveren.”

De maatschappelijke organisaties roepen op tot het invoeren van het ‘vervuiler betaalt’ principe, bijvoorbeeld via een BTW verhoging op vlees, zuivel, eieren en vis. Ook het stellen van verregaande duurzaamheidseisen aan de veehouderij, zoals een verbod op de import van veevoer uit recent ontboste gebieden en verduurzaming van de visserij via vlootreductie en het instellen van zeereservaten, dragen bij aan de aanpak van mondiale problemen.

Uit recent verschenen cijfers van het Productschap Vee, Vlees en Eieren blijkt dat Nederlanders opnieuw meer vlees eten. Een zorgwekkende ontwikkeling, omdat wij, net als de meeste Westerse landen, al meer vlees eten dan goed voor ons én de planeet is. We hebben te kampen met grootschalige ontbossing, het uitsterven van soorten, klimaatverandering, uitputting van de visbestanden, een ongelijke voedselverdeling en onnoemelijk dierenleed. De Wereldvoedselorganisatie, het Planbureau voor de Leefomgeving, het IPCC en talloze prominente opinieleiders waaronder Al Gore en Paul Mc Cartney, geven aan dat vermindering van de vleesconsumptie op de korte termijn bijdraagt aan het oplossen van deze wereldwijde crises. De maatschappelijke organisaties stellen dat een trendbreuk met ons westerse voedselpatroon onvermijdelijk is en zij willen dat de overheid hierin de regie gaat nemen.

12 januari 2010

Balkenende ter verantwoording geroepen over afzwakking beleid Natura 2000

Persbericht: Partij voor de Dieren roept Balkenende ter verantwoording voor geheime brief afzwakking natuurbeleid

Den Haag, 12 januari 2010 – De Partij voor de Dieren roept minister-president Balkenende naar de Kamer voor de briefwisseling die hij met EU-voorzitter Barroso heeft gevoerd over de Europese richtlijnen voor de bescherming van natuurgebieden. De premier heeft daarbij gevraagd de richtlijnen sterk af te zwakken, zonder daar de Kamer van op de hoogte te stellen. De Partij voor de Dieren wil dat de premier verantwoording aflegt over deze handelwijze en heeft een spoeddebat aangevraagd over de kwestie. Dit verzoek werd breed gesteund door de Kamer.

In de brief die minister-president Balkenende aan de voorzitter van de Europese Commissie heeft gestuurd, stelt hij dat Nederland de natuurregels wil herzien omdat deze economische ontwikkeling in de weg zouden staan. Ook stelt de premier dat het draagvlak voor natuurbescherming in Nederland zou zijn weggeëbd. Volgens de brief zou het officiële regeringsstandpunt zijn dat Nederland het voorzorgbeginsel zoals dat nu geldt, uit de richtlijnen wil schrappen. Over een dergelijk standpunt is de Kamer echter niet geïnformeerd en er heeft dus ook geen debat over plaatsgevonden.

Tweede Kamerlid Esther Ouwehand: “Premier Balkenende lijkt van het uithollen van natuurbescherming inmiddels zijn persoonlijke missie te hebben gemaakt. Eerst zijn persoonlijke bemoeienis met de Hedwigepolder en nu weer een poging om via Europa de natuurregels af te zwakken. Duidelijk is dat onder zijn leiding de groene beloften van dit kabinet niets voorstellen. In het regeerakkoord wordt gesproken over het voorkomen van verdere aantasting van ecosystemen en het verlagen van de druk op milieu. De lobbyactiviteit van de premier staat hier haaks op.”

Commissievoorzitter Barroso veegt in zijn beantwoording de vloer aan met de argumenten van de Nederlandse minister-president voor afzwakking van de natuurregels. De Europese Commissie wijst op de grote noodzaak de biodiversiteit te beschermen en het voorzorgprincipe te hanteren. Zij wijst voorts op de afspraken die daarvoor internationaal –ook met Nederland- zijn gemaakt. Ook de stelling dat de economie per definitie te lijden zou hebben van de bescherming van natuur wordt als onzin afgedaan.

11 januari 2010

Supermarktmonitor: Promotie fout vlees neemt toe

Gezamenlijk persbericht Varkens in Nood en Milieudefensie: Vomar als slechtste getest door Varkens in Nood en Milieudefensie
AH slechte score ondanks groen imago

Uit de Supermarktmonitor Vlees en Vleesvervangers, die ieder halfjaar door Varkens in Nood en Milieudefensie wordt gepubliceerd, blijkt dat in de folders van de supermarkten de aanbiedingen van goedkoop vlees uit de vee-industrie alleen maar toenemen. Bij de aanbiedingen voor Kerst 2009 waren 19 van de 20 vleesaanbiedingen milieu- en dieronvriendelijk. Ook Albert Heijn, dat in 2009 een nieuw assortiment duurzame producten lanceerde, laat verantwoord vlees links liggen. Varkens in Nood en Milieudefensie verwijten supermarkten onethisch gedrag.

19 van de 20 aanbiedingen zijn onverantwoord voor dier en milieu
Supermarkten benadrukken graag dat ze dierenwelzijn en milieu belangrijk vinden, maar hun reclamefolders laten een geheel ander beeld zien. In de tweede helft van 2009 betrof 94% van de vleesaanbiedingen in folders gangbaar vlees. In de vorige meting van juli 2009 was dit nog 89%. Slechts 6% van de reclame in supermarktfolders werd gewijd aan biologisch vlees en vleesvervangers.

Jumbo de beste, Vomar de slechtste
De tweede editie van de Supermarktmonitor laat zien dat Jumbo net als vorig jaar met kop en schouders boven de andere supermarkten uitsteekt, zowel wat betreft het aanbod en de prijs van biologisch vlees en vleesvervangers. Dirk van de Broek doet het deze keer veel beter dan de vorige keer en steeg van de 6e naar de 2e plaats. Zo nam het assortiment en de aanbiedingen voor biologisch vlees toe en werd het prijsverschil met industrievlees kleiner. Vomar zakte naar de laatste plaats vanwege een karig aanbod van vleesvervangers en vanwege duur biologisch vlees.

AH ondanks groen imago slechte score
Ook Albert Heijn stelt teleur. De grootste supermarktketen van Nederland daalt in de ranglijst naar de vijfde plaats. Ondanks het groene imago dat de supermarkt zich heeft aangemeten met het Puur en Eerlijk assortiment, blijft het biologische vleesassortiment achter bij dat van de concurrentie en blijven de prijzen hoog. Zo is biologische biefstuk bij de AH tot 30 procent duurder dan bij andere supermarkten.
Het promoten van gangbaar vlees gaat onverminderd door. De supermarktketen trapte vorige week de Hamsterweken af met een twee-voor-de-prijs-van-één actie, waarbij industrievlees gratis wordt weggegeven. Volgens Varkens in Nood en Milieudefensie illustratief voor het gebrek aan morele verantwoordelijkheid bij supermarkten.

Hans Baaij, directeur Varkens in Nood: "De concurrentie tussen supermarkten bepaalt voor de meeste supermarkten het beleid. Het resultaat is een ongeremde exploitatie van dieren, natuur en milieu. Door de lage inkoopprijzen worden ook de boeren tot op de laatste cent uitgeperst. Ethische waarden bestaan bij de meeste supermarkten kennelijk niet. Het enorme aanbod van dieren uit de vee-industrie voor Kerst 2009 en nu weer de nieuwste actie van de AH waarbij een tweede stuk vlees gratis is, bewijst deze sombere conclusie weer eens ten overvloede."

Hoe moet het verder met de veehouderij in Nederland?

Hoe moet het verder met de veehouderij in Nederland? Deze vraag stelde Eenvandaag op vrijdag 8 januari onder andere aan Compassion in World Farming, LTO Nederland en aan minister Verburg.

In 2001 bepleitte de commissie Wijffels een radicale omkeer in de veehouderij. Het massaal doden van gezonde dieren, om een veeziekte te bestrijden, zou nooit meer mogen gebeuren. Bovendien pleitte de commissie voor een veel diervriendelijkere veehouderij: Koeien horen in de wei, kippen moeten kunnen scharrelen en varkens moeten kunnen wroeten, aldus het rapport. Landbouwminister Brinkhorst was enthousiast: "Dit rapport wordt uitgevoerd. punt".

Nu, in 2010 worden er opnieuw gezonde dieren 'geruimd'. Minstens 40.000 drachtige geiten worden gedood om de Q-koorts in te dammen, en de vee-industrie is nog verre van diervriendelijk.

Het TV-programma Eenvandaag, maakte op vrijdag 8 januari de balans op. Geert Laugs verwoordde de visie van Compassion in World Farming op de toekomst van de veehouderij in ons land: Er is een deltaplan nodig om de dierhouderij duurzaam en diervriendelijk te maken. Dat is niet alleen nodig voor het welzijn en de gezondheid van de dieren, maar ook vanwege het beslag dat de veevoerproductie legt op landbouwgronden in een wereld waar 1 miljard mensen ondervoed zijn en vanwege de grote bijdrage die de vee-industrie levert aan de opwarming van de aarde.

sitestat

10 januari 2010

Grote grazers zouden uit natuurgebieden als de Oostvaardersplassen moeten kunnen wegtrekken

Uit het nieuws van zondag van 10 januari 2010: Een kudde van ongeveer honderd konikpaarden uit de Oostvaardersplassen is in de nacht van zaterdag op zondag het ijs overgestoken naar het Oostvaardersbos bij Almere. Onder het gewicht is een aantal wilde dieren door het ijs gezakt. Alle paarden kwamen op eigen kracht het water weer uit, maar één paard was zo verzwakt dat de boswachters hem moesten afschieten.
Tot zover het persbericht van Staatsbosbeheer.

In de week hiervoor laaide de discussie weer op of de dieren in het natuurgebied bijgevoerd zouden moeten worden. Door de lange tijd dat het gebied onder de sneeuw lag, dreigt er voedseltekort. Staatsbosbeheer wil de dieren aan hun lot overlaten, zodat het aantal dieren dat in de winter sterft kan oplopen tot 1200 paarden. Veel mensen maken zich over dit beleid kwaad omdat zij vinden dat dieren in nood geholpen moeten worden.
Deze kwestie maakt duidelijk dat natuurgebieden niet geïsoleerd zouden mogen zijn en via vrij toegankelijke stroken met elkaar verbonden zouden moeten zijn. Daarvoor moet akkerland wijken en ecoducten worden gebouwd over water en snelwegen. Boeren protesteren omdat zij het land goed kunnen gebruiken om mest op uit te rijden en biomassa op te verbouwen. Deze omstandigheid is ontstaan door de intensieve veehouderij en de oplopende benzineprijzen. Maar de boeren produceren hun vlees en zuivel voornamelijk voor verkoop in het buitenland en het buitenland is veel geschikter voor het produceren van biomassa. De wens van boeren om hun land te behouden kan niet anders worden gezien als het gevolg van het uit de hand gelopen landbouwbeleid na de Tweede Wereldoorlog die geleid heeft tot overproductie en schaamteloze grootheidswaanzin in de vorm van megastallen.
Het recht van een dier om uit de beperking Oostvaardersplassen te migreren naar voedselrijker gebied gaat boven het recht van een Flevoboer om te kunnen produceren. Staatsbosbeheer mag beweren dat de dieren het ijs niet zijn opgegaan door honger gedreven en dat bijvoeren van de dieren gevaarlijk is, omdat zij geen mensen gewend zijn. Mogelijk allemaal waar, maar het zou een grondrecht van dieren moeten zijn om in echte natuurlijke omstandigheden zich vrij te bewegen.
Daarboven hebben de paarden, edelherten en runderen in het Oostvaardersplassengebied geen natuurlijke vijanden (roofdieren als wolf of lynx). Waarmee Moeder Natuur de mogelijkheid ontnomen wordt om relatief snel een dier uit z'n lijden te laten verlossen….

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.