Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

13 maart 2011

Bijensterfte door pesticiden is bedreiging voor de voedselvoorziening

MOORD OP DE HONINGBIJ - Zembla 15 MAART 2011

Van alle Europese landen heeft Nederland de grootste bijensterfte. Natuurbeheerders maken zich grote zorgen over de gevolgen die dit heeft voor onze voedselketen. Wetenschappers en imkers uit de hele wereld zien landbouwgif als de belangrijkste oorzaak van de sterfte. De producenten van dit middel ontkennen ieder causaal verband. In Nederland ziet de belangrijkste adviseur van de overheid op dit gebied, Wageningen Universiteit en Research-centre (WUR), de pesticiden ook niet als grootste probleem van de bijensterfte. Vanwege de grote economische belangen is een verband tussen de dood van de bijen en het gebruik van het landbouwgif een gevoelig onderwerp op de Haagse politieke agenda.

Bedreiging voor de voedselvoorziening
De massale bijensterfte is een grote bedreiging voor onze voedselvoorziening. Zonder bijen geen groenten, geen noten, geen chocolade, geen koffie en geen fruit. Tachtig procent van alle planten op aarde zijn voor de voortplanting of evolutie afhankelijk van de bestuiving van de bij. De sterfte-explosie loopt gelijk met de invoering van een nieuw type insecticide, imidacloprid, dat in de jaren negentig op de markt kwam. Het middel werkt continu, omdat het preventief op de zaden is aangebracht waardoor de hele plant giftig wordt. Bijen die in aanraking komen met de pollen en het stuifmeel, nemen het gif mee naar de bijenkorf. De bijen worden dan ziek en gaan dood.
Tot zover Zembla.

2010 is het uitgeroepen tot het Internationaal Jaar van de Biodiversiteit. En dat is hard nodig ook. Men kwam tot de conclusie dat de mens oneindig veel schade heeft toegebracht aan de biodiversiteit.

10 maart 2011

PvdD: Bleker vertroebelt discussie over megastallen


Persbericht PvdD. Den Haag, 10 maart 2011 – De Partij voor de Dieren heeft tijdens het Schriftelijk Overleg Megastallen staatssecretaris Bleker van Landbouw opgeroepen volledige openheid te betrachten in de komende brede maatschappelijk dialoog over megastallen. Eén van de belangrijkste thema’s van de afgelopen Provinciale Statenverkiezingen lijkt door het kabinet onvoldoende serieus te worden genomen.

Nog voor de aangekondigde maatschappelijke dialoog over megastallen vorm krijgt, lijkt de staatssecretaris in een brief aan de Tweede Kamer al te gaan spelen met definities door de grens van wat onder een megastal wordt verstaan ver naar boven op te rekken. Hij wil de discussie voeren over megabedrijven groter dan 500 Nederlandse Grootte Eenheden (NGE) oftewel 12.500 vleesvarkens of 160.000 leghennen. Daarmee vertroebelt hij de discussie op voorhand door megastallen, waar vele tienduizenden tot honderdduizenden dieren in één stal worden gehouden te verwarren met megabedrijven, die uit meerdere stallen op verschillende locaties kunnen bestaan. De gangbare definitie van het Wageningse onderzoekscentrum Alterra definieert een megastal als huisvesting vanaf 300 NGE ofwel 7.500 vleesvarkens of 120.000 leghennen.

Onduidelijk is op welke wijze de staatssecretaris de maatschappelijke discussie over megastallen vorm wil geven. De Partij voor de Dieren wil in elk geval dat het door 268 hoogleraren ondertekende manifest ‘Duurzame veeteelt’ actief bij de discussie betrokken wordt. Daarnaast vraagt de Partij voor de Dieren de staatssecretaris om duidelijkheid te scheppen over de maatschappelijke consequenties van het verhogen van de veedichtheid in ons land, dat inmiddels al het meest veedichte land ter wereld is. Duidelijk moet worden bij wie de aansprakelijkheid ligt tijdens uitbraak van epidemieën door verdergaande schaalvergroting in de veehouderij. Tijdens de recente uitbraak van Q-koorts werden wél veehouders gecompenseerd, maar niet de duizenden ziek geworden burgers. Burgers en GGD werden bovendien in het ongewisse gelaten over de locatie besmettingshaarden, terwijl landen als Brazilië en de Verenigde Staten reizigers uit die landen expliciet aanraadden het Brabantse platteland te mijden.

Het is van groot belang een principiële en heldere afweging te maken tussen gezondheid van Nederlanders en economische belangen. ‘Een soort morele kwestie,’ noemde ook staatssecretaris Bleker de discussie over megastallen op 24 februari in debat met Marianne Thieme bij Pauw en Witteman: “Er is een morele vraag of we die megastallen willen hebben in ons land. En die vraag stellen zegt iets over het antwoord.” De Partij voor de Dieren wil exact weten wat de staatssecretaris met dergelijke uitspraken bedoelt.
Voor de staatssecretaris is een stal met 159.000 kippen geen megastal. “Een stal met meer kippen dan de gemeente Apeldoorn aan inwoners telt, noemt Bleker geen megastal. Dat vinden wij megaslecht begin van een maatschappelijke discussie die open gevoerd behoort te worden,” zegt Marianne Thieme daarover.

07 maart 2011

Desinformerende megaboeren: brutalen claimen de halve wereld

Hollandse veehouders laten zich er op voorstaan dat zij moeten voldoen aan de hoogste dierenwelzijnseisen. Een zinnig gesprek daarover is lastig omdat er altijd wel een land te vinden is waar het er slechter aan toegaat dan in ons land. In de praktijk is er weinig controle en de EU wordt te pas en te onpas erbij gehaald om het eigen gelijk te staven. Wat ook lastig is, is dat Nederlanders competitief zijn ingesteld, zo van “Onze bio-industrie is erg, maar als we op de wereldmarkt meer vlees kunnen verkopen, dan voorkomen we dat een ander land dieren produceert onder nog ergere omstandigheden.”
De burger profiteert van die internationale concurrentie want goedkoop geproduceerd vlees in eigen land is ook hier tegen lage prijzen beschikbaar. Zou het hele Nederlandse volk uit weerzin tegen de vee-industrie vegetariër worden, dan zou de vaderlandse productie toch doorgaan, want die is gericht op de export.
Nu het economisch wat tegenzit in Europa, zijn wat meer mensen gevoelig geworden voor het argument dat de agrosector bijdraagt aan de Nederlandse economie. Die bijdrage wordt dan ook opgeklopt tot het vier- tot zesvoudige, afhankelijk van wat je nog meerekent onder de sector.
Ook het politieke klimaat verandert. De liberale partijen winnen zienderogen terrein. Persoonlijke vrijheid wordt ook vertaald in het recht om ongestraft allerlei onzin te verkopen. Dat is de keerzijde van het recht op vrije meningsuiting en van de al jaren geldende praktijk dat het niet gaat om de waarheid maar om het imago. De markt produceert niet voor de behoeften van de consument, maar behoeften worden gecreëerd. Vlees en zuivel zijn niet nodig voor de gezondheid, maar wie durft te twijfelen als gezondheid in het geding is?
Dierenwelzijn was vroeger niet geborgd bij de kleinschaliger boeren en die situatie wordt niet per se slechter in de grootschalige megastallen. Maar deze negatieve situatie wordt omgebogen door te betogen dat dierenwelzijn beter geregeld kan worden in stallen waarbij in principe meer ruimte per dier zou kunnen zijn. Megastallen van melkveehouders zijn niet altijd gevuld in afwachting van het vrijlaten van het melkquotum. Naïeve consumenten denken dan de koeien kunnen scharrelen over de gehele ruimte. In werkelijkheid laat de boer een deel van zijn stal ongebruikt, want dan hoeft hij dat deel ook niet schoon te houden.
Ook de kiezer laat zich bedotten door het argument dat in megastallen de mestproductie veel beter valt op te vangen en zelfs is te benutten voor energieproductie. En dat alles zonder verlies aan dierenwelzijn. Uit onverschilligheid en onnadenkendheid gaat deze argumentatie erin als koek.
Vlees werd oorspronkelijk geproduceerd om de lokale bevolking te voeden en mest werd gebruikt om de grond vruchtbaar te houden en dieren werden zo veel mogelijk buiten gehouden uit efficiency gecombineerd met werkelijke compassie met dierenwelzijn. Wie zich dat realiseert en ook dat de huidige situatie van efficiënte overproductie puur en alleen nog maar gaat voor het spekken van de agro-industriële ondernemer zou zich ook kunnen realiseren dat de oplossing kan zitten in het weer beperken van de veestapel. Dan zijn alle door de agrobusiness veroorzaakte problemen opgelost en rest slechts het gemor van ondernemers die klagen dat zij veel meer hadden kunnen verdienen als hun geen strobreed in de wordt.
Van oudsher waren boeren als werkgevers gewend dat zij niet werden tegengesproken en ook bij het hanteren van drogredenen kregen zij door hun slecht opgeleide arbeiders weinig tegenspel. Het gevolg is dat zij gewend zijn geraakt aan het debiteren van allerlei onzin zonder daarvoor rekenschap te hoeven af te leggen. Varkenshouders liepen bij de laatste verkiezingen met T-shirts met de opdruk “Megastallen …. is dat de vraag? Wij kiezen voor vernieuwing!”. NAJK-jongeren pleitten voor het verbod op ministallen. Allemaal voorbeelden van flauwe pogingen om te laten zien dat zij zich door niets en niemand en zeker niet door rationele argumenten laten tegenhouden als er geld valt te verdienen. Dat brutalen de halve wereld hebben, is helaas nog steeds het geval.
Wie het daarmee niet eens is, rest ook maar één ding: verbeter de wereld en begin bij jezelf met verminderen van gebruik van dieren. Laat het oplossen van problemen niet alleen aan anderen over, maar vertrouw er wel op dat de eerste stap de belangrijkste stap is op weg naar een betere samenleving.

03 maart 2011

Belang landbouw voor economie door Agrolobby opgeklopt

De aanhang van het CDA is zo ongeveer gehalveerd. Het aantal boeren neemt in rap tempo af en is tot ruim onder de 100.000 gezakt. En toch zit het CDA, dat niets anders is dan de politieke tak van de boerenlobby, nog steeds in het centrum van de macht.
Na de jongste afstraffing bij de provinciale verkiezingen is dat niet veel anders. In de Colleges van Gedeputeerde Staten schuiven de CDA-ers straks met iets minder vertegenwoordigers, maar voor het overige weer net zo makkelijk aan alsof er niets is gebeurd. Schaamte is in christelijk kring een schaars goed geworden. De megastallen voor varkens, kippen en niet te vergeten de koeien, moeten er tenslotte nog even doorgedrukt worden.
De machtspositie waar het CDA zo schaamteloos misbruik van maakt, heeft de partij niet in de laatste plaats te danken aan een breed scala van hele leugens en halve waarheden waarmee het belang van de boerenstand voor de Nederlandse economie al decennia lang schromelijk wordt overdreven.
Zo wordt de burger wijs gemaakt door het ministerie, de LTO en staatssecretaris Bleker dat de bijdrage van de Nederlandse landbouw aan de economie 10% is. Maar de werkelijke bijdrage van boeren en tuinders aan onze economie is slechts 1,6% (Bron: Land- en tuinbouwcijfers 2010 LEI/CBS pag. 16). Bruto wel te verstaan, want de kosten van bijvoorbeeld de schade aan het milieu en de kapot gereden wegen op het platteland moeten hier nog van worden afgetrokken.
De exportwaarde van de Nederlandse landbouw is nog zo’n opgeblazen kikker. Vorig jaar was de export alweer gestegen van €60 naar €65 miljard, kraaide staatssecretaris Bleker (CDA) eerder dit jaar tijdens De Grune Woche in Berlijn.
Gedetailleerde cijfers over 2010 zijn nog niet beschikbaar, maar een analyse van de cijfers over 2009 leert dat Bleker zijn eigen waarheid liegt als hij het over de exportwaarde van de Nederlandse landbouw heeft.
In 2009 was de agrarische export €60 miljard. Maar Bleker zegt er niet bij dat hij voor bijna €20 miljard aan noten, specerijen, hout, margarine, drank, koffie en tabak meetelt (Bron: Land en tuinbouwcijfers 2010, pag. 186).
Van de €40 miljard die er na aftrek daarvan overblijft moet natuurlijk ook nog de agrarische import van bijna €22 miljard worden afgetrokken. Bron: Land en tuinbouwcijfers 2010, pag. 185).
Blijft over ongeveer €18 miljard.
Ook een mooi bedrag daar niet van, maar toch aanzienlijk minder dan €60 miljard waar de boerenlobby het steeds maar over heeft.
Deze export komt bovendien tot stand doordat het milieu door de boeren kan worden gebruikt als vuilnisvat. Nederland overschrijdt nog steeds de Europese fosfaat- en stikstofnormen met vele procenten. De controle hierop is zo goed als onmogelijk gemaakt. 'Gehaltes mineralen in slootwater niet in de wet', meldde de LTO vorig jaar met gepaste trots.
Verder gebruikt de veehouderij tegen spotprijzen twee keer de oppervlakte van Nederland in de derde wereld voor het verbouwen van goedkoop veevoer. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de schandalige en grootschalige mishandeling van dieren die nodig is om de kostprijs laag te houden.
Er valt dus nogal wat af te dingen op de jubel van staatssecretaris Bleker over de Nederlandse landbouw.

Zie ook De landbouwmythe en haar sprookjes.

28 februari 2011

PvdD hekelt schijnbelangstelling dierenwelzijn politieke partijen

Partij voor de Dieren roept partijleiders op voorafgaand aan slotdebat:
Passen jullie een avondje op de dieren?


Persbericht Amsterdam, 28 februari 2011 - De Partij voor de Dieren zal morgenavond, voorafgaand aan het NOS slotdebat waaraan slechts 8 van de 10 fractievoorzitters uit de Tweede Kamer mogen deelnemen van de NOS, haar ongenoegen kenbaar maken tegen haar uitsluiting. Leden van de Partij voor de Dieren zullen voorafgaand aan het NOS debat gemuilkorfd demonstreren bij de ingang van de Eerste Kamer.
Het Kort Geding van de Partij voor de Dieren tegen de NOS diende vandaag bij de rechtbank in Amsterdam, maar heeft tot teleurstelling van de Partij voor de Dieren niet geleid tot een uitspraak die de NOS verplicht alsnog ruimte te maken bij het slotdebat voor de uitgesloten partijen Partij voor de Dieren en SGP.
Marianne Thieme: “de NOS heeft zichzelf een brevet van onvermogen gegeven door te stellen dat ze niet in staat is een hanteerbaar en uitzendbaar debat te organiseren met 10 deelnemers. Mogelijk moet de NOS haar licht eens opsteken bij de voorzitter van de Tweede Kamer die voortdurend debatten met 10 deelnemers organiseert en nog nooit heeft gedacht aan uitsluiting van een deel van de partijen. Het vonnis van de rechter ontslaat de NOS geenszins van haar verplichting tot pluriforme aandacht voor alle politieke stromingen die gekozen zijn.”
Marianne Thieme vraagt alle lijsttrekkers die wel aan het debat deelnemen “een avondje op de dieren te passen”.”Wie weet bevalt het wel zozeer dat ze de smaak te pakken krijgen.”
Fractievoorzitter Marianne Thieme wijst erop dat partijen op dit moment over elkaar heen buitelen om diervriendelijke voorstellen te doen in de vorm van een megastallenverbod, vrije uitloopmogelijkheden voor dieren etc.
Thieme: “We zijn blij met elk diervriendelijk of natuurvriendelijk voorstel dat andere partijen doen, maar we zullen ze er wel blijvend aan herinneren dat voorstellen in verkiezingstijd niet vrijblijvend kunnen zijn. Zo noemde GroenLinks het voorstel om dierenrechten op te nemen in de grondwet in 2008 ‘rijp om behandeld te worden in de Tweede kamer’, maar is het daar nog steeds niet van gekomen. En zo pleitte de PvdA in 2004 kort voor de verkiezingen voor het wettelijk vastleggen van 5 vrijheden voor dieren, maar is dat nog steeds niet gebeurd.
Ook de plannen van het kabinet om een dierenpolitie in te voeren, lijken geen hoge prioriteit te hebben.
Over de uitspraak van de rechter zegt Thieme: “we moeten de overwegingen van de rechtbank nog zorgvuldig bestuderen, maar de discussie over het muilkorven van politieke partijen in het debat is hiermee zeker niet tot een einde gekomen.”

25 februari 2011

Natuur: eilandjes zonder verbinding

In Down to Earth het maandelijkse magazine van Milieudefensie in het decembernummer dat nu te lezen is op Internet een informatief artikel over de omslag die de regering maakt in het natuurbeleid. Die omslag is onder druk van de boerenlobby al jaren aan de gang. Ook verwatert de doelstelling steeds meer zodat nu geen garantie meer gegeven kan worden dat inheemse soorten het in ons land gaan overleven.

De Algemene Rekenkamer legde het EHS-beleid vorig jaar op de snijtafel en concludeerde dat 'de sturing en implementatie (…) is verbeterd, maar dat het tempo nog niet hoog genoeg is om de kwantitatieve en kwalitatieve doelen voor 2018 te bereiken'. Dure woorden om te zeggen dat de natuurontwikkeling te langzaam gaat en de natuur beneden peil is.

De jaarlijkse aanwas van nieuwe natuur, zo becijferde de Rekenkamer, was gezakt van 7 duizend hectare (1990-2004) naar 5 duizend hectare (2005-2007). Om toch nog de eindstreep te halen moet het gaspedaal ingedrukt: tot 2018 moet er jaarlijks 14 duizend hectare bij komen. Ondoenlijk, zo luidt de voor de hand liggende conclusie.

Klik hier om meer te lezen over de Ecologische HoofdStructuur.

24 februari 2011

Kwart Nederlanders weegt dierenwelzijn aanzienlijk mee in stem

Bio-industrie en aantasting leefgebieden voornaamste dierenwelzijnsproblemen in provincies

Opiniepeiling: Kwart Nederlanders weegt dierenwelzijn aanzienlijk mee in stem


Persbericht WSPA. Den Haag, 24 februari – Van alle Nederlanders laat een kwart (24%) dierenwelzijn aanzienlijk meewegen in zijn of haar stem op 2 maart aanstaande.

De bio-industrie of intensieve veehouderij (40%), de aantasting van leefgebieden van dieren (25%) en de bestrijding van muskusratten en andere plaagdieren (14%), vormen de belangrijkste dierenwelzijnsproblemen in de Nederlandse provincies volgens het Nederlandse publiek. Dat blijkt uit een peiling van Maurice de Hond in opdracht van dierenwelzijnsorganisatie WSPA (World Society for the Protection of Animals) Nederland onder 3250 respondenten. Een meerderheid van de ondervraagden vindt dat de partij waar zij vorig jaar op heeft gestemd meer zou moeten doen aan dierenwelzijn.

40% van alle Nederlanders beschouwt de bio-industrie of intensieve veehouderij als het belangrijkste dierenwelzijnsprobleem dat speelt in de Nederlandse provincies. De inwoners van Overijssel (49%), Noord-Brabant (44%) en Noord-Holland (44%) zijn daar bovengemiddeld bezorgd over. Inwoners van Friesland (32%), Flevoland (42%) en Zeeland (41%) beschouwen de aantasting van de leefgebieden van wilde dieren als het belangrijkste probleem van Nederlandse provincies.

Politieke partijen moeten meer doen

Een meerderheid van de Nederlanders vindt dat de partij waar zij vorig jaar op heeft gestemd veel meer (17%) of iets meer (34%) zou moeten doen aan dierenwelzijn. Bij de grote partijen vinden vooral stemmers van de Partij voor de Vrijheid (59%), SP (59%) en de Partij van de Arbeid (57%) dat hun partij meer zou moeten doen aan dierenwelzijn.

Kwart weegt dierenwelzijn zwaar mee in stem

Bijna een kwart (24%) van alle Nederlanders laat dierenwelzijn aanzienlijk meewegen in zijn of haar stem op 2 maart aanstaande. 2% laat dierenwelzijn uitsluitend meewegen in hun stem. Nog eens 45% weegt dierenwelzijn mee, zij het weinig. 26% van de Nederlanders weegt dierenwelzijn niet mee in hun stem. Ten opzichte van andere provincie-inwoners weegt het grootste aantal Limburgers (35%) dierenwelzijn niet mee in zijn stem.

Bestrijden dierenmishandeling

De hoogste prioriteit moet de politiek geven aan het bestrijden van dierenmishandeling, volgens de Nederlanders. Daarna volgt het lange afstandstransport van vee en de handel in wilde dieren voor commercieel of particulier gebruik. De industriële veehouderij staat op de vierde plaats.

Geen bezuinigingen ten koste van dierenwelzijn

De veelbesproken bezuinigingen mogen volgens een ruime meerderheid (67%) van de ondervraagden géén consequenties hebben voor het welzijn van dieren. De inwoners van Zeeland zijn hier het meest van overtuigd (76%).

Volgens WSPA tonen de resultaten aan dat dierenwelzijn een belangrijk verkiezingsissue is, maar ook dat zowel politieke partijen als burgers er nog meer rekening mee kunnen houden. Ruud Tombrock, directeur van WSPA Nederland: “Voor veel dieren is de uitslag van de verkiezingen op 2 maart vaak letterlijk van levensbelang. WSPA geeft geen stemadvies, maar wij roepen wel iedereen op om dierenwelzijn mee te wegen bij het stemmen.”

23 februari 2011

Waterkwaliteit in Brabant behoort tot de slechtste in Europa

Persbericht PvdD

PARTIJ VOOR DE DIEREN SLAAT ALARM OVER SLECHTE KWALITEIT OPPERVLAKTEWATER

De Partij voor de Dieren Noord Brabant maakt zich ernstige zorgen over de zeer slechte kwaliteit van het oppervlaktewater in Brabant. De 'Duurzaamheidsmonitor Brabant', die vorige week werd gepresenteerd door Telos, wijst uit dat de waterkwaliteit ver onder de maat is. Dit heeft gevolgen voor de drinkwatervoorziening, natuur, landbouw en recreatie. Een zware vervuiler van het oppervlaktewater is de intensieve bomenteelt. Er worden overschrijdingen van gifstoffen aangetroffen die duizend keer boven de toegestane norm liggen, en ook worden verboden middelen gebruikt. Vijf jaar geleden is een project gestart om het gebruik van bestrijdingsmiddelen terug te dringen. Aan het project, dat op basis van vrijwillige deelname was, deden echter maar weinig boomkwekers mee.

Donderdag 24 februari heeft statenlid Birgit Verstappen een afspraak met het waterschap Brabantse Delta. De Partij voor de Dieren verwijt het waterschap dat ze te weinig maatregelen genomen hebben en dat de handhaving faalt. Vrijdag 25 februari worden tijdens de vergadering van Provinciale Staten ook vragen aan Gedeputeerde Staten voorgelegd, en dient de Partij voor de Dieren een aantal moties in. De provincie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Zij zou extra geld moeten reserveren voor een verlenging van het project met verplichte deelname van alle boomtelers. Ook moet de handhaving verbeterd worden. De provincie moet bij het rijk aandringen op een verbod op bestrijdingsmiddelen die schade aanrichten aan dier en natuur.

De waterkwaliteit in Brabant behoort tot de slechtste in Europa. Drinkwaterwinning wordt steeds problematischer en duurder. Het vervuilde water stroomt door natuurgebieden, waaronder Natura 2000 gebieden en natte natuurparels. Het water komt uiteindelijk terecht in de Maas, waaruit drinkwater wordt gewonnen. Door het gebruik van bestrijdingsmiddelen sterven bijen en andere dieren uit. Bestuiving door bijen is een onmisbare schakel in de voedselketen, als de bij uitsterft brengt dat de voedselvoorziening in gevaar.

Verstappen: "De ernst van dit probleem wordt zwaar onderschat. Er worden onvoldoende strenge maatregelen genomen om onze waterkwaliteit te beschermen. De kosten van waterzuivering zijn voor rekening van de belastingbetaler, in plaats van dat de vervuiler betaalt. Bovendien is de Europese Kaderrichtlijn Water duidelijk: als de waterkwaliteit in 2015 niet is zoals is overeengekomen volgen er zware sancties."

De strijd om het Oostervaarderswold, levensader voor duizenden grazers

De aanleg van een nieuwe strook natuur tussen de Oostvaardersplassen en Horsterwold bij Zeewolde zorgt bij de Statenverkiezingen in maart 2011 voor hoogoplopende discussies in Flevoland. Boeren moesten onder voorgaande kabinetten hun vruchtbare land noodgedwongen verkopen voor de aanleg van dit onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur. Sinds het aantreden van het kabinet Rutte is er echter tot grote vreugde van de boeren een andere wind gaan waaien. Staatssecretaris Bleker wil dat de aanleg van het zogenaamde Oostvaarderswold stopt.
De provincie en enkele politieke partijen willen dat de natuurzone alsnog wordt aangelegd omdat er al bijna 200 miljoen euro in de aanleg is geïnvesteerd.

In een uitzending van Eenvandaag meldt staatssecretaris Henk Bleker dat de strook te duur is. Met het niet aanleggen van de verbindingsstrook en weer terug verkopen aan de boeren kan de overheid uiteraard geld besparen en terugkrijgen. Maar duur is de aanleg van de strook niet echt. De 37 boeren moeten worden uitgekocht. Omdat het goede landbouwgrond is en de boeren in de naaste toekomst door verwachtte voedselschaarste goede prijzen te krijgen voor hun opbrengsten, kiest de overheid nu voor akkerbouw. Maar dat deze grond nodig is voor de voedselbehoefte, is vooral demagogie. De meeste opbrengst van de landbouw wordt geëxporteerd. Er is op het platteland van Frankrijk meer dan genoeg braakliggende landbouwgrond beschikbaar om ruimschoots te compenseren voor grond waar natuur gepland is.
De nu gevangen zittende dieren in de Oostvaardersplassen kunnen de ecologische verbindingszone gebruiken om te overleven. Op deze smalle strook kan ook het publiek terecht, zodat zij daarmee een goede kans hebben om migrerend wild te observeren. Anders dan in de uitzending gemeld is deze migratie tweerichtingsverkeer.

19 februari 2011

Natuurbeheerder spreek heldere taal

Intrinsieke waarde, eigenwaarde, biodiversiteit, Ecologisch HoofdStructuur, het zijn geen termen die in het publiek herkenning opleveren. “Natuurorganisaties zijn teveel op Den Haag gericht” stelt Kris van Koppen, hoofddocent milieubeleid uit Wageningen in het magazine “Down to Earth” van Milieudefensie.
De terminologie is te abstract. Jongeren en andere recreanten kunnen op TV bij Animal Planet en in de dierentuin of op vakantie in het buitenland de meest exotische dieren van dichtbij bewonderen. Dieren in de vaderlandse natuur zijn of afwezig of houden zich (bang voor jagers) overdag schuil. Geen wonder dat de betrokkenheid op soortniveau van het publiek niet zo groot is. Zij heeft geen beeld bij natuurdoeltypen en verbindingszondes als nog minder dat betekent dat zij zelf niet welkom zijn.
Het is dan ook geen wonder dat mede in de slechte economische conjunctuur de steun van leden van natuurorganisaties terugloopt. Het helpt ook niet wanneer de stadse mens in de rustige groene vlakken op het platteland in eerste instantie geen kwaad ziet. Je moet weten hoe het vroeger was om je te realiseren wat je mist en wat er verloren is gegaan. Van Koppen pleit voor meer inbreng en verantwoordelijkheid in de projecten die je onderneemt en het betrekken bij concreet natuurbeheer.
Maar er is ook veel te winnen met helderder taalgebruik: wat is respect voor dieren en wat valt nu wel of niet onder dierenrechten of dierenwelzijn?

18 februari 2011

Plus vertroetelt vooral de eigen portemonnee

Op de virtuele tribune van de marketingsector wordt intensief nagedacht en gecommuniceerd over de meest effectieve manier om de klant te bereiken. Ook de mores krijgt daarbij aandacht.
“Inspelen op ‘Maslow 5’, echt contact maken, oprechte interesse en respect tonen, communiceren vanuit liefde. Bedrijven met bestaansrecht kunnen uitleggen in hoeverre jongeren beter worden van hun bestaan.”
Klinkt goed allemaal. Maar er zijn ook vragen:
'Met de Troetels-campagne wil Plus op kwalitatieve wijze aandacht aan het leven en welzijn van dieren schenken. Kinderen leren zo op speelse wijze over dieren en hun leefwijze,’ schrijft Plus in de eerste aankondiging van hun spaaractie. Klinkt goed, ware het niet dat op de site van de supermarktketen recht onder de Troetel-promotie de slavinken in de aanbieding zijn. Vijf stuks voor € 2,49. Doorklikken levert ook nog een kipkoopje op. Eh? Hoe rijmt zich dat met dierenwelzijn?

‘Dat staat helemaal los van elkaar’, meent Pluswoordvoerder Wenda Buining: ‘Vleesaanbiedingen horen nu eenmaal bij supermarkten, die trekken mensen naar de winkel.’ Lang of kort pratend, de merkwaarde duurzaam is volgens Buining gewoon houdbaar: ‘We vragen een reële vleesprijs en zorgen voor een ruim assortiment, ook van biologisch.’ En zo zijn we er weer.
Tot zover de site "marketingtribune".
Voor degenen die er nog niet uit zijn wie er echt verantwoordelijk zijn voor het bevorderen van dierenwelzijn en die er tegen kunnen dat het inderdaad complex ligt in de praktijk en veel geduld vergt, is hier nog een nuttige link.

Landelijk moratorium megastallen

Kamer neemt motie landelijk moratorium megastallen aan

Persbericht PvdD, Den Haag, 17 februari 2011 - De Tweede kamer heeft op de laatste dag voor het reces een motie aangenomen voor een landelijk moratorium op de bouw van megastallen. Een enorme doorbraak in de discussie om de megamorfose van het Nederlandse platteland te stoppen.

Marianne Thieme: “Met de breed levende wens van de Kamer om verdere uitbreiding van megastallen tijdelijk op te schorten is een volgende stap gezet naar het definitief uitbannen van megastallen. Op 2 maart kan de bevolking zich uitspreken. De Provinciale Staten verkiezingen zijn een referendum over de megastallen”.

Behalve de motie Thieme/Jacobi is er een stroom van diervriendelijke moties aangenomen van de Partij voor de Dieren. Zo moet het kabinet regels stellen voor de fok van rashonden en andere dieren en een plan van aanpak opstellen voor de opvang van gezelschapsdieren. Ook moeten huisvestingssystemen voor landbouwdieren voortaan vooraf worden getoetst op de effecten voor het dierenwelzijn, voordat er een nieuwe vorm van veehouderij mee mag worden gestart.

De Kamer stemde ook over de wijziging van de wet gewasbestrijdingsmiddelen (landbouwgif). Hoewel deze wet een enorme verslechtering betekent voor de bescherming van mens, dier en milieu, moeten toegelaten bestrijdingsmiddelen wel opnieuw getoetst worden op hun bijdrage aan bijensterfte. Ook moet Nederland ervoor gaan zorgen dat de stoffen waarmee ons water al ernstig vervuild is, mee gaan tellen in de Europese toelating van bestrijdingsmiddelen.

De Partij voor de Dieren is bijzonder verheugd over deze geweldige oogst en ziet in de aangenomen moties een signaal dat het beschermen van dieren, natuur en milieu ondanks het verwoestende kabinetsbeleid op dit terrein in opmars is. Eén zwaluw maakt weliswaar nog geen lente, maar het begin is er.

Tot zover de PvdD.

16 februari 2011

Wartaal over verzet tegen megastallen gebaseerd op wetenschappelijke aanspraken

Dick Veerman schrijft columns op foodlog. Nu zijn columns bedoeld om te prikkelen, maar je kunt ook de plank misslaan. In zijn column schrijft Veerman dat er sprake is van een volksopstand tegen de megastallen die zich spreidt van provincie tot provincie. Hij wekt met demagogische schijnverbanden de suggestie op dat dit volksopstand dom zou zijn en onwetenschappelijk. Verder roept hij de “angst” op dat een economische sector (de agrobusiness) zou worden afschaft, wanneer de veestapel zou worden ingekrompen tot een derde. Die inkrimping met een derde wordt door sommigen bepleit omdat die omvang gelijk is aan de Nederlandse consumptie van dierlijke producten en een dergelijke belasting van het milieu nog wel is te doen wanneer ook de dieren buiten zouden lopen. De Nederlandse veehouder is veelal gericht op de export. De voedselbehoefte zou met de groeiende wereldbevolking in de toekomst stijgen en daarmee de voedselprijzen.
Je kunt dus veilig stellen dat alle boeren met megastallen klaar zijn voor de toekomst. Volgens Veerman moeten we de keuzen die we maken op het terrein van voedselproductie benoemen bij hun wetenschappelijke en koelbloedige naam, zodat we het weten waar we het over hebben. Maar de wetenschap en de geschiedenis hebben allang duidelijk gemaakt dat een gezond platteland wordt gekenmerkt door kleinschaligheid en dieren in de wei. Grootschaligheid en dieren op stal zijn het gevolg van economische keuzen en die zij vooral politiek.
Weg met de demagogie en leve het gezonde verstand!

Voor een overzicht van drogredenen ingezet om dierenleed en bio-industrie te verdedigen, klik hier.

Het Nederlandse platteland wordt steeds minder aantrekkelijk voor recreatie

Tweederde van de met Q-koorts besmette veehouderijen is nog steeds niet vrij verklaard door de nieuwe Voedsel en Warenautoriteit (nVWA). Dit betekent dat het nog steeds gevaarlijk voor de gezondheid is om in de buurt van deze bedrijven te komen. Het Amerikaanse centrum voor volksgezondheid CDC blijft dan ook toeristen adviseren om in Nederland voorzichtig te zijn in verband met Q-koorts.
Het betreft hier vooral bedrijven met geiten en in een enkel geval met melkschapen. In de media verschijnen berichten over de (ontbrekende) relatie tussen grootschalige bedrijven en gezondheidsklachten. Dat in gebieden met intensieve veehouderij meer klachten en aandoeningen aan de luchtwegen worden gerapporteerd, zou niet bevestigd kunnen worden aan de hand van de verkregen ziektegegevens van de huisartsenpraktijken.

In Nederland zijn echter twee bewegingen aan de gang. Aan de ene kant stoppen steeds meer kleine boeren en blijft het aantal dieren, gehouden door boeren in grote of megastallen, ongeveer gelijk.
Het onmiskenbaar optreden van klachten heeft vooraleerst te maken met de grote hoeveelheid vee die in ons land in stallen wordt gehouden. Dat aantal is drie keer zo hoog als voor de eigen consumptie nodig is. Tweederde wordt geëxporteerd. De grotere stallen en het verdwijnen van de kleine boeren maakt het landschap op het platteland steeds minder aantrekkelijk voor recreatie. Dat is voor het voorkomen van zoönosen een geluk bij een ongeluk, maar het kan natuurlijk niet de bedoeling zijn dat de mensen uit de stad alleen maar in het buitenland veilig kunnen recreëren.

Dirkmaat spuugt terug tegen natuurbeleid

Jaap Dirkmaat heeft de stichting Das&Boom opnieuw leven ingeblazen omdat hij zich zorgen maakt over het natuurbeleid van staatssecretaris Bleker. In het verleden was hij gestopt met de stichting vanwege het relatieve succes voor het voortbestaan van de korenwolf en de das in Nederland, maar door de huidige regering is hij ongerust geworden.
In de Volkskrant van 16 februari 2011 citeert Caspar Janssen Dirkmaat.
'Het is nu zover dat ze gewoon op je staan te spugen. De minachting van dit kabinet voor de planeet die ons voedt, de rancuneuze drang om alles wat in twintig jaar is bereikt binnen vier jaar de nek om te draaien, ik vind het schokkend. En dat bestrijd je niet door te piepen en te jammeren. Nee, dat moet je zakelijk en keihard aanpakken. Gewoon met de regels in de hand'.
En.
Das&Boom wil nu, zegt Dirkmaat, verder onderzoeken welke kabinetsbesluiten in strijd zijn met internationale verdragen. Een aantal concrete onderwerpen heeft hij al paraat. Zoals het kabinetsvoornemen om het zogeheten Kierbesluit, dat regelde dat de Haringvlietsluizen in beperkte mate open zouden gaan voor de migratie van vissen zoals de zalm, terug te draaien. 'Een duidelijk geval,' meent Dirkmaat.
En:
Het nieuwe Das&Boom wil vooral strijd gaan voeren tegen het 'uitkleden' van de zogeheten ecologische hoofdstructuur (EHS). 'De EHS is door de rijksoverheid opgeschreven als de reddingsoperatie voor de natuur. Want soorten verdwijnen uit reservaten en natuurterreinen omdat die te klein zijn en de invloeden van buitenaf te sterk. Dus moeten je die gebieden gaan uitbreiden, gaan verbreden en gaan bufferen. En goed beheren. De bezuinigingen die nu zijn voorgesteld zullen ertoe leiden dat bijna de helft van de EHS niet wordt uitgevoerd en dat het beheer in gevaar komt. Bovendien gaan de verbindingszones niet door. Dat is een ramp, ook al omdat dieren en planten vanwege de klimaatverandering moeten kunnen migreren. Het betekent dat je soorten gaat verliezen, dat dieren en planten uitsterven'.
Tot zover de Volkskrant.

Volgens Dirkmaat is Bleker rancuneus en eigenlijk is dat vreemd omdat boeren zelf het onderspit zullen delven wanneer zij hun koers niet verleggen naar een meer diervriendelijke inrichting van het platteland. Ook is Bleker duidelijk dubbelhartig. Aan de ene kant wil hij een brede maatschappelijke discussie starten over de wenselijkheid van het bouwen van megastallen, maar verdedigt hij megastallen wanneer het familiebedrijven zijn.
Een dergelijk doorzichtig aan het lijntje houden van de kiezer kan niet onopgemerkt blijven. Nederland vergrijst en de oudere kiezer heeft behoefte aan recreatie op het platteland en heeft de demagogische trucs allang door. Het is niet voor niets dat het CDA zoveel aanhang verliest.

Dirkmaat: ‘door zulke mensen wil ik niet geleid worden. En dat kun je niet bestrijden met zeuren, maar alleen door er hard tegenin te gaan'.

Klik hier om meer te lezen over de Ecologische HoofdStructuur.

10 februari 2011

Ziet de burger dierenwelzijn verkeerd?

Koeien, varkens en kippen zijn beter af op stal dan buiten in de wei. Dartelende koeien in de wei, varkens die zich wentelen in de modder. Kippen die vrij kunnen fladderen, de burger ziet het graag. Maar de burger ziet het verkeerd, zeggen dr ir Bastiaan Meerburg en ir Marjolein Neuteboom van Wageningen Universiteit (WUR).
Want dieren die buiten lopen, stoten meer broeikasgas uit, verbruiken meer voer en zijn veel vatbaarder voor ziektes. Dieren zijn dus beter af op stal. Het betoog van Meerburg en Neuteboom maakt onderdeel uit van de essaybundel Over zorgvuldige veehouderij. Met de bundel, waaraan 62 wetenschappers hebben meegewerkt, wil 'Wageningen' een bijdrage leveren aan het debat over de toekomst van de veehouderij.

Het is het aloude liedje: een dier is beter af bij de boer die zorgt dat het dier onderdak, voer en drinken krijgt. Buiten kan het alleen maar ziek worden en wanneer de dieren massaal buiten lopen is het lastiger om de mest te verzamelen. Maar dat heeft toch allemaal weinig met dierenwelzijn van doen? Het is natuurlijk om af en toe ziek te zijn. Is de afwezigheid van ziekte door preventief antibiotica toe te dienen aan jonge dieren een teken van gezonde bedrijfsvoering?

Het offensief doet denken aan het initiatief van Roos Vonk die honderd hoogleraren vroeg om zich uit te spreken tegen de hedendaagse vee-industrie. De Wageningers proberen de burgers uit de stad belachelijk te maken door te stellen dat zij zich meer baseren op emoties dan op feiten. Een van hen, Hans Hopster, beweert dat sterk kan worden betwijfeld of stedelingen het bij het rechte eind hebben wanneer zij varkens, kippen en koeien vergelijkbare menselijke kwaliteiten als empathie en zelfbewustzijn toedichten. Ook het groeiend aantal vrouwen in “groene opleidingen” zou bijdragen aan meer inlevingsvermogen, alsof inlevingsvermogen in dieren een teken van gemankeerd denkvermogen zou zijn.
Meerburg en Neuteboom vrezen de toekomst, want straks leidt het idealisme van de burgers tot strenge wetgeving, waardoor we in Nederland niet meer efficiënt kunnen produceren.
En daarmee komt de aap uit de mouw: het gaat de Wageningers ordinair om de centen. Wanneer de weldenkende Nederlandse burgers kiezen voor natuur in plaats van overproductie op het platteland dan heeft de Wageningse universiteit en de export minder reden van bestaan.

07 februari 2011

Geen megastallen meer in Utrecht

PS Utrecht steunen burgerinitiatief tegen megastallen

Persbericht Milieudefensie Amsterdam, 7 februari 2011 – Provinciale Staten Utrecht hebben vandaag met algemene stemmen het burgerinitiatief ‘Stop veefabrieken in Utrecht' overgenomen. Hiermee wordt de vestiging van megastallen in de provincie Utrecht tegengehouden.

Alle Statenleden stemden voor het burgerinitiatief. Coalitiepartijen CDA, VVD en ChristenUnie hebben in hun stemverklaring wel opgeroepen om in het zogeheten Reconstructiegebied De Gelderse Vallei megastallen toe te staan. 'Ik tel mijn zegeningen', aldus woordvoerder Klaas Breunissen van Milieudefensie. 'Alle partijen hebben de principe-uitspraak gedaan geen stallen groter dan 1,5 ha te willen. Dat is gelukkig nu de norm in Utrecht.'

Tot op heden was er was er geen algemene norm voor de grootte van stallen in de provincie Utrecht. Als er geen halt wordt toegeroepen, zoals het burgerinitiatief doet, zet de schaalvergroting in de veehouderij zich onverminderd door in de provincie.

Milieudefensie heeft in september vorig jaar, samen met verontruste inwoners, meer dan 15.000 handtekeningen verzameld tegen de komst van megastallen in Utrecht. Het succesvolle burgerinitiatief in Utrecht is onderdeel van een landelijke campagne van Milieudefensie tegen de komst van megastallen in Nederland. Samen met lokale bewoners heeft Milieudefensie provinciale burgerinitiatieven tegen megastallen georganiseerd in Gelderland, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel en Limburg.

Vandaag voerde Milieudefensie, voorafgaand aan het politieke debat, actie bij het provinciehuis.

Megastallen zijn slecht voor het milieu, tasten het landschap aan en leiden tot veel dierenleed. Bovendien vergroten megastallen het risico op het ontstaan van voor de mens schadelijke dierziekten. Uit onderzoek van Milieudefensie bleek eerder dat het aantal megastallen in Nederland meer dan verdubbeld is in vijf jaar tijd. Op dit moment telt Nederland minstens 575 megastallen.

Kieswijzer

De intensieve veehouderij is een belangrijk thema bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten op 2 maart. Milieudefensie heeft een Kieswijzer ontwikkeld waarmee kiezers kunnen zien hoe de lokale partijen in Nederland tegenover megastallen staan. De kieswijzer is te vinden op: www.milieudefensie.nl/stemadvies

01 februari 2011

PvdD eist: stop bouwen megastallen

Einde aan megamorfose van platteland
Partij voor de Dieren wil moratorium op megastallen

Persbericht Den Haag, 1 februari 2011 - De Partij voor de Dieren zal tijdens het debat dierhouderij dat morgen wordt gehouden een motie indienen waarin een moratorium op de bouw van megastallen gevraagd wordt. Volgens onderzoek van Milieudefensie stijgt het aantal megastallen pijlsnel, vooruitlopend op de maatschappelijke discussie hierover. Waren er in 2005 nog geen honderd van deze zeer grote veehouderijen, nu zijn er 242 in heel Nederland. In Gelderland is het aantal geëxplodeerd, volgens Milieudefensie van 11 in 2005 naar 51 nu. Vooral in de laatste twee jaar is het aantal nieuwe bedrijven snel gestegen.
Gelderland is met Brabant de provincie met het meeste vee. In Brabant steeg volgens Milieudefensie het aantal megastallen van 50 naar 122. Omdat provinciale bestuurders van met name CDA, VVD en PvdA er alles aan doen om het aantal megastallen verder te faciliteren, pleit de Partij voor de Dieren nu voor een landelijk moratorium op de bouw van megastallen, zodat verdere uitbreiding wordt gestopt.
Marianne Thieme: “De megastallen zullen zonder enige twijfel de campagne voor de Provinciale Staten verkiezingen gaan beheersen, en we moeten koste wat het kost vermijden dat een aantal gedeputeerden nog even als afscheidscadeau aan de bio-industrie het aantal uitbreidingen in een stroomversnelling brengt. Dit moet echt landelijk beleid worden voor het te laat is en de megamorfose van het platteland een onomkeerbaar feit is.”
De Partij voor de Dieren verwacht in de Tweede Kamer een meerderheid te kunnen vinden voor het moratorium als de PVV woord houdt op basis van haar verkiezingsprogramma.

21 januari 2011

Het Droste-effect van paradoxale kunst door Tinkebell

In de Volkskrant van 21-jan-2011 een analyse van de kunst van Tinkebell. Deze dag spreekt een rechter zich erover uit of zij 95 hamsters heeft mishandeld.
In de Volkskrant spreken 3 specialisten zich uit over de vraag of Tinkebell shock art maakt of propaganda.
Kunstkenner Ann Demeester verwacht van kunst grotere complexiteit dan de uitputtende manier waarop Tinkebell haar hamsters liet optreden in rollende hamsterballen.
“Dierenactivist” Niels Dorland, woordvoerder van de Landelijke Dierenbescherming, vraagt zich af of door Tinkebell’s actie het welzijn van dieren wel is verbeterd.
Communicatiespecialist Daan Remarque heeft bewondering vanuit een marketingbril en vindt dat het doel van Tinkebell om de dubbele moraal van mensen in de omgang met dieren is aangetoond.

Hoe het ook zij, de meeste mensen die zich bekommeren om dierenwelzijn hadden Tinkebell het liefst doodgezwegen. Maar door de rechtszaak en de media aandacht als gevolg daarvan heeft Tinkebell zich als een virtuele baron van Münchhausen uit het ethische moeras omhoog getrokken. Was zij doodgezwegen dan werd er in de media niet gesproken over de dubbele moraal in de omgang met dieren. Maar ook Tinkebell kan niet bewijzen dat zij door haar acties echt een hoger doel heeft gediend of alleen maar haar aandachtsverslaafde ego. Door deze zaak aandacht op Twitter te geven, ontstaat een Droste-effect. In elke tweet zit zowel het hogere doel als een poging om haar ego te negeren. En de opdracht om iets te negeren is een paradox.

Hopelijk gaan we allemaal binnenkort (weer) over tot het bespreken van simpelere oplossingen voor dierenleed waar het dierenwelzijn wel onweerlegbaar mee is gediend.

19 januari 2011

Varkenscyclus of niet? Voerprijs en dioxine nekken de varkensboer

Het zijn voor varkensboeren verwarrende tijden. Zij werken in een vrije markt en die markt dreigt nu hun ondergang te worden. Volgens de boeren betalen de slachterijen te weinig en uit protest blokkeren ze de toevoer van varkens bij de slachterijen. Vervolgens moeten ze hun protesten staken vanwege het welzijn van de wachtende varkens. Weliswaar hebben die een paar maanden ervaring opgedaan met het leven in een benauwde ruimte, maar in de vrachtwagen krijgen ze toch te weinig te eten en te drinken. Dus wordt de blokkade opgeheven zodat zij kunnen worden geslacht en hun welzijn daarmee geborgd is. Snapt u het nog? Lees foodlog over de factoren die de financiële positie van de varkensboer bepalen.

13 januari 2011

Dood door schuld voor hen die dieren exploiteren zonder eer en geweten

Minister van Volksgezondheid Edith Schippers (VVD) huilde woensdag 13 januari tijdens het debat over de manier waarop de Q-koorts is aangepakt krokodillentranen. "De vorige bewindslieden hebben naar eer en geweten gehandeld”. Schippers werd aangepakt door Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren. Thieme noemde het begrijpelijk dat mensen de overheid dood door schuld verwijten. De Nederlandse vee-industrie produceert voor het eigen gewin, produceert meer dan voor de Nederlandse voedselbehoefte nodig is en verkoopt dit overschot op buitenlandse markten. Door de overproductie met vee in te kleine ruimtes wordt de kans op ziekten vergroot. Een oplossing die de politiek heeft voorgesteld is om het ministerie van Volksgezondheid de regie te geven over de veeteelt, wanneer de gezondheid van mensen in gevaar is.

Thieme kondigde een motie van treurnis aan omdat Schippers en haar collega Henk Bleker (Landbouw) niet vinden dat bij de aanpak van de Q-koorts de economische belangen boven het belang van de volksgezondheid zijn gesteld.

Tot nu toe zijn door de Q-koorts naar schatting achttien mensen overleden en honderden chronisch ziek. Dat aantal is te klein voor de ministeries om maatregelen te nemen om de overpopulatie en de omstandigheden in de vee-industrie aan te pakken. Wat het lastig maakt is dat de overpopulatie zo groot is dat niet geëist kan worden dat al het vee buiten kan lopen, want juist de combinatie tussen vee dat buiten loopt en een te grote veedichtheid is een risico voor de volksgezondheid. De eis dat vee buiten kan lopen kan alleen samengaan met een sterk gereduceerde veestapel. Maar een reductie van 70% levert nog genoeg voedsel op voor de Nederlandse bevolking en kan de gevaren van dierziekten effectief beperken. Een dergelijke maatregel heeft nog vele ander voordelen.

10 januari 2011

Geitenboer Frank vertelt vegetariër Berber onzin over broeikaseffecten

In de uitzending van Boer zoekt Vrouw van 9 januari 2011 heeft geitenhouder Frank 3 vrouwen op bezoek. Eén daarvan is de Groningse vegetariër Berber. Hij hoopt haar hart te winnen voor de bio-industrie, waar zijn geitenhouderij een voorbeeld van is. Hij zegt haar dat de biologische veehouderij meer CO2 uitstoot heeft dan de bio-industrie. Mogelijk dat Frank verliefd was en daarmee wat minder helder van geest. Maar het lijkt er meer op dat Frank geen verstand van de milieugevolgen van de intensieve veehouderij heeft.
De biologische veehouderij onderscheidt zich op een aantal punten van de intensieve veehouderij. Zo krijgen koeien en geiten geen voedsel dat verbouwd is met kunstmest en insecticiden. Daar zit de eerste milieuwinst. Verder laten veel biologische boeren hun dieren buiten lopen. Daarmee is het moeilijker om de mest te verzamelen. D e broeikasgassen die meekomen met de mest zijn het overvloedigst aanwezig bij dieren die op een speciaal eiwitrijk dieet worden gezet om zoveel mogelijk melk te geven. Biologische boeren melken hun dieren vaak wat minder uit, maar die grondhouding is niet wat het verschil is met de intensieve veehouderij. Het verschil zit ‘m soms in de hoeveelheid ruimte per dier, maar vooral in het voer. Het voer uit de intensieve veehouderij is vaak afkomstig van de soja die geproduceerd wordt in de tropische regenwouden. Het hierheen transporteren kost veel CO2.
Wat Frank bedoelde is dat het effect van de biologische veehouderij op zich niet gunstiger voor het voorkomen van de opwarming van de aarde is. Vleesproductie en -consumptie is de grootste veroorzaker daarvan. Overstappen op biologisch vlees is voor dat doel nauwelijks effectief. Daarvoor is de oplossing van Berber veel effectiever: zij is gestopt met vlees eten.

07 januari 2011

PvdD wil einde aan gifgebruik

Partij voor de Dieren: Bleker moet burger beschermen tegen landbouwgif

PvdD persbericht. Den Haag, 7 januari 2011 - De Partij voor de Dieren vindt dat staatssecretaris Bleker snel een einde moet maken aan het massale gifgebruik in de landbouw. Volgens toxicologen en andere experts is met name in de bollenteelt het gifgebruik zo enorm dat mensen die in de omgeving van bloembollenvelden wonen gezondheidsrisico's lopen zoals onvruchtbaarheid, snellere veroudering en Alzheimer, zo blijkt uit onderzoek van Zembla. Esther Ouwehand, Kamerlid voor de Partij voor de Dieren, wil een spoeddebat over de waarschuwing dat het gifgebruik in de bollenteelt de volksgezondheid in gevaar brengt.

De Partij voor de Dieren heeft sinds haar intrede in de Kamer voortdurend aangedrongen op strengere normen en regels voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw. Het gifgebruik zorgt voor vervuiling van het grondwater en een ernstige aantasting van de biodiversiteit. Zo is de zeer zorgwekkende bijensterfte mede een gevolg van het gebruik van zogenaamde neonicotinoïden in de landbouw, een gif dat het zenuwstelsel aantast en de bijen hun oriëntatievermogen ontneemt waardoor de dieren hun nest niet meer kunnen vinden. Ondanks de aantoonbaar schadelijke effecten van bestrijdingsmiddelen is het toelatingsbeleid in Nederland bijzonder ruim. Ook de naleving van de voorschriften wordt slecht gecontroleerd.

Esther Ouwehand: "Het ministerie van landbouw zet economische belangen steevast voorop door nauwelijks regels te stellen voor de boeren. Keer op keer blijken de volksgezondheid en het milieu de grote verliezers." Ouwehand wil dat er een nieuwe veiligheidsbeoordeling komt van de bestrijdingsmiddelen die tot nu toe zijn toegelaten op de Nederlandse markt. "Het toelatingsbeleid is compleet achterhaald en volledig gericht op de belangen van de sector. Een gifbeleid dat geen bescherming biedt voor volksgezondheid en milieu is bij voorbaat failliet. Daar moet nu direct een einde aan worden gemaakt."

Een zeehond is geen huisdier en vlees is niet wat u denkt

Bij de Venlose visboer Roy G. zijn twee zeehonden in beslag genomen die hij (tijdelijk?) hield in een koelcel.
De dieren werden door de Voedsel en Waren Autoriteit dinsdag 4 januari bevrijd en zijn overgebracht naar het Dolfinarium. De visboer vraagt zich af waar mensen zo moeilijk over doen. 'Een Deense dog op een balkon mag wel en dit niet? Nergens staat dat ik geen zeehondjes mag houden. Ik wil ze terug. Vis heb ik genoeg voor ze.' ‘Daarin was ruimte genoeg, ze kregen goed te eten en er is ze niets overkomen.'
Sinds wanneer kunnen mensen eigenaar zijn van dieren die in de vrije natuur horen? Ook de argumentatie van Roy is ronduit zwak.
Het enige punt dat visboer heeft is dat het in de wet niet goed genoeg beschreven staat dat mensen geen “wilde” dieren zouden mogen houden. Maar wat is wild?
Met Kerst willen mensen wild eten, terwijl het vlees van die dieren in de regel gewoon afkomstig is van gehouden dieren en slechts een klein deel afkomstig is van de plezierjacht.
Gelukkig is er Wouter Klootwijk van voorheen de Keuringsdienst van Waarde die donderdag 6 januari zijn kritische serie is gestart met de Wilde Keuken.
Klootwijk vraagt zich in de eerste aflevering af waar de koeien blijven die geen melk meer geven. Hij ontdekt dat het rundvlees in menig Nederlandse supermarkt niet van een koe en niet van een stier afkomstig is. Het vlees komt van runderen uit Ierland (waar ruimte zat is) en wel van ossen. En waar blijft het Nederlandse topvlees? Dat gaat naar Spanje, ontdekt Klootwijk, die met zijn reisverslag het kritische combineert met het aangename.

29 december 2010

Moet je voor je kind veganistisch koken?

Beatrijs Ritsema geeft adviezen in Trouw en schreef een modern etiquetteboek.
Zij behandelt daarin de vraag of ouders apart moeten koken voor kinderen die graag veganistisch willen eten.

Ritsema vindt dat ouders hun kind moeten laten gaan – zolang ze zich maar niet bekeren tot het veganisme. Dat mag pas na het eindexamen, om gezondheidsredenen. “Vroeger kreeg je dan autorijlessen, nu mag je veganist worden”.

De Nederlandse Vereniging voor Veganisme (NVV) is opgericht om veganisten en mensen met belangstelling te informeren. Er zijn nu ongeveer 2,4 miljoen parttime vegetariërs en vleesverlaters, 300.000 vegetariërs en 16.000 veganisten in Nederland.

Foie gras is not done geworden

Foie grasWakker Dier voert sinds enkele jaren campagne tegen foie gras. Met succes want vele winkel- en horecabedrijven in Nederland laten foie gras links liggen: Bijenkorf, Makro, het restaurant van de Tweede Kamer, Rabobank, PGGM, KLM, Carlton, Mövenpick, Bilderberg, NH Hoteles, Marriot Hotels en vele andere restaurants. Zelfs koningin Beatrix serveert geen foie gras meer bij staatsbezoeken.
De consumptie van foie gras in Nederland is tussen 2007 en 2010 meer dan gehalveerd. Dit blijkt uit onderzoek van Stichting Wakker Dier op basis van import- en exportcijfers van het CBS. Culinair specialist en biologisch kok Eric van Veluwen bevestigt de trend. “Je komt steeds minder foie gras tegen, zowel in de horeca als bij groothandels.Foie gras is not done geworden”.

Met de campagne wordt Wakker Dier gesteund door Jort Kelder met een radiospot.
De radiospot van Jort Kelder luidt als volgt. Landgenoten! Tot u spreekt Jort Kelder. Ik ben dol op rechtse hobby’s! Maar ééntje moet nu echt stoppen: foie gras eten. Ofwel, het onder dwang vetmesten van eenden en ganzen. Houd het een beetje netjes deze Kerst! Eet geen dierenleed… en zeker geen foie gras.

27 december 2010

Dierenbescherming en Partij voor de Dieren

Zo lang ik mij kan herinneren ben ik lid van de Dierenbescherming. Immers ‘dieren beschermen is mensen beschaven’! Een prachtig motto waarvan het mes aan twee kanten snijdt. Zowel dieren als mensen worden er beter van.
Ik heb mij wel eens afgevraagd waarom dan naast de DB ook nog zoiets als Partij voor de Dieren nodig is. En ook verbaasde het mij vaak dat tussen die twee organisaties er niet zo’n hartelijke verstandhouding lijkt te bestaan. Ja, er leek soms zelfs sprake van enige animositeit terwijl je toch zou mogen verwachten dat men de handen ineen slaat om de positie van dieren in onze samenleving aan de hoognodige verbetering te helpen.
Gaat de Dierenbescherming dus uit van de zedelijke menselijke plicht zwakke en kwetsbare wezen als dieren te behoeden voor onnodig leed, de Partij voor de Dieren beroept zich meer op het principe dat dieren in feite gelijkwaardig zijn aan mensen en uit dien hoofde ook rechten moeten krijgen die aansluiten bij hun belangen en behoeften.
De Partij voor de Dieren gaat duidelijk (veel) verder dan de Dierenbescherming. Zo heb ik de Dierenbescherming nooit ondubbelzinnig afstand horen nemen van de sportvisserij of de jacht. Zaken waarover bij de Partij voor de Dieren geen discussie meer bestaat. Ook de vee-industrie kan kennelijk in de ogen van de DB haar gang gaan, mits de meest kwalijke uitwassen er van bestreden worden. De PvdD wijst het bestaan van zoiets als de vee-industrie zonder meer af als zijnde in strijd met het recht van dieren een bestaan te leiden dat overeenkomt met hun natuurlijke behoeften en belangen. Ook in zaken als circusdieren, dierentuinen, dolfinaria, dieren die voor sport, recreatie of ontspanning worden gebruikt neemt de PvdD duidelijke – afwijzende – standpunten in terwijl de DB een en ander als een gegeven accepteert en ‘slechts’ op toeziet dat in die sectoren de dieren ‘fatsoenlijk’ worden behandeld.
Ik ben en blijf overtuigd lid van de Dierenbescherming zo als ik actief lid ben van de Partij voor de Dieren. Als ik zou moeten kiezen tussen het lidmaatschap van beide organisaties zou ik zonder een moment van twijfel kiezen voor de Partij voor de Dieren. Ik geloof in de gelijkwaardigheid van alle dieren, inclusief de mens. Dat houdt dat heel veel dingen die de mens zich tot nu gemeend heeft te kunnen en mogen veroorloven met dieren, zouden afvallen.
Dat de Dierenbescherming naar mijn mening te toegeeflijk is in een aantal dierenaangelegenheden wordt bevestigd in het laatste nummer van ‘Dier’. Onder meer een tweetal reportages deden mij wenkbrauwen de fronsstand aannemen.
In het ene artikel komen achtereenvolgens een varkens-, kippen- en kalverhouder aan het woord. Weliswaar menen de betrokken veehouders dat zij hun dieren een beter leven geven dan in de gangbare bedrijven het geval is en zal dat misschien ook wel gedeeltelijk waar zijn.
De dieren waar het om gaat zijn echter in mijn ogen nog steeds het slachtoffer van overtrokken menselijke belangen. De varkenshouder coupeert nog steeds staarten. Hij zegt daar mee op te houden zodra hij een nieuwe stal krijgt. Intussen gaat deze uiterst pijnlijke en de lichamelijke integriteit aantastende ingreep gewoon door. De kippenhoudster beheert 4700 vleeskuikens. Ze noemt de dieren ‘scharrelkippen’, die in een ruimte – afmetingen worden niet genoemd! - met een betonnen vloer hun korte leventje moeten slijten. De vleeskuikens worden biologisch gehouden, wat dat dan ook moge inhouden. In ieder geval worden ze volgens mevrouw drie of vier weken ouder dan kuikens in de gangbare houderij. Nou, dat schiet lekker op! Ze worden dus niet ouder dat 10 á 12 weken om vervolgens op weinig zachtzinnige wijze om zeep te worden geholpen. “Ach ja”, stelt de kippenhoudster, “kippen zijn er om op te eten, alleen geef ik ze hier iets(!!) meer tijd om op te groeien”!!!!! Wat een liefde, respect en mededogen spreekt uit deze uitspraak!
De kalverhouder haalt zelfs de Schepper er bij! Hij vindt het kennelijk normaal en acceptabel dat kalfjes vrijwel meteen na de geboorte bij de moeder worden weggehaald. Uit het artikel krijg ik althans niet de indruk dat dat bij hem niet gebeurt. Kortom, een aantal marginale verbeteringetjes die natuurlijk bij lange na niet voldoende zijn om de positie van het landbouwdier draaglijk te maken, zowel vanuit menselijk als dierlijk standpunt bezien. Maar de Dierenbescherming vindt het kennelijk van revolutionaire waarde en omvang! Natuurlijk kun je hier tegen inbrengen dat elke verbetering er één is en dus toegejuicht moet worden. Dat mag zo zijn! Maar mensen die het couperen van staarten nog steeds praktiseren, een mevrouw die kippen alleen ziet als producenten van vlees, een boer die kalfjes zonder gewetenswroeging van het moederdier scheidt om ze na een kort leventje in de braadpan te doen belanden, ach ik kan daar helemaal niets mee! De DB zou er veel beter aan doen de consument te bewegen (veel) minder vlees te eten om op die manier mens- en dierwaardiger omstandigheden te scheppen.
Verderop een artikel met Anky van Grunsven in de hoofdrol. U weet wel, onze paardendressuurkampioen! De Partij voor de Dieren neemt duidelijk afstand van dit stompzinnige gesol met dieren. In augustus van dit jaar heeft Esther Ouwehand van de PvdD zelfs nog een aantal pittige vragen gesteld aan de ministers van VWS en LNV over omstreden trainingsmethoden van Van Grunsven, waarbij de paarden op pijnlijke en gevaarlijke wijze tot een bepaalde lichaamshouding werden gedwongen. Van Grunsven en echtgenoot hebben een journaliste die e.e.a. aan de kaak stelde toen op tamelijk intimiderende wijze bejegend. Anky is tegen bont en dierproeven ten behoeve van cosmetica en ook eet zij zo veel mogelijk scharrelvlees. Prima! Anderzijds heeft Anky geen moeite met circusdieren en vindt ze sportvissen wel zielig, maar “waar trek je de grens’? Nou Anky, de grens trek je bij het moment dat je een dier onnodig laat lijden, zijn integriteit en waardigheid aantast en het dier gaat beschouwen als een stuk speelgoed of rariteit dat onnatuurlijke hupjes en stapjes moet maken op muziek die niet voor paarden maar voor mensen is gecomponeerd.
Ik ben en blijf lid van de Dierenbescherming. Daarvoor doen ze te veel prima werk en zijn ze onmisbaar in een samenleving waarin het dier nog te vaak voorwerp is van onverschilligheid, wreedheid, hang naar vermaak, geldelijk gewin of status. Maar een wat kritischer houding van de DB ten aanzien van zaken die de belangen van dieren direct of indirect raken lijkt mij zeer aan te bevelen.

16 december 2010

Doe toch maar een lekkere vleesvervanger

'Een vleesvervanger hoeft op zichzelf niet zo lekker te zijn, als het product maar goed in een complete maaltijd past. Producenten van vleesvervangers kunnen daarom het beste kant-en-klaarmaaltijden met nepvlees op de markt brengen'.
Dat zegt voedingsdeskundige Hanneke Elzerman van de Wageningen Universiteit, die begin december 2010 promoveerde op een onderzoek naar de mate waarin vleeseters producten als quorn en tofoe accepteren. Overigens vond de meerderheid van de proefpersonen de maaltijden die Elzerman hun liet proeven, sowieso niet zo lekker, zo blijkt uit de vragenlijsten die zij invulden, aldus de onderzoekster.

Bovenstaande bericht is een merkwaardig bericht. Vleesvervangers vervullen in het algemeen twee functies. Voor mensen die geen vlees willen eten, maar toch gezond, kan een vleesvervanger, het woord zegt het al, vlees vervangen. Vlees is duur, daarom wil een voedselproducent graag vlees vervangen door een vleesvervangers als de consument het verschil toch nauwelijks proeft. Het is ironisch om te bedenken dat de meest verstokte vleeseters al halve vegetariërs zijn zonder zich dat te beseffen.

Zou Hanneke Elzeman bedoelen dat het meeste vlees tegenwoordig toch niet zo lekker is dat een vleesvervanger niet lekker hoeft te zijn om de smaak van vlees te kunnen vervangen?

Wil een vleeseter omschakelen naar een vegetarisch levensstijl dan zal hij eerst kijken naar een vleesvanger die hem nog meest doet denken aan vlees. Maar om de omschakeling effectiever te maken dan is een andere manier van koken aantrekkelijker. En dan kan een lekkere vleesmaker motiverend werken. Maar ja, anders leren koken kost wel wat moeite. Maar wanneer je de vegetarische kookkunst eenmaal beheerst dan heb je er de rest van je leven plezier van.

11 december 2010

Geld geven voor de waardigheid van een dier

Dirk de Waard laat ongeveer tien miljoen euro na aan de zwerfkatten in Velsen. Met dat geld wordt een nieuwe vzw opgericht, genaamd Het Waardige Dier, die donaties zal doen aan initiatieven tegen dierenleed. Volgens Stichting Zwerfkatten Havengebied IJmuiden gaf Dirk niet alleen regelmatig geld aan dierenbeschermingsorganisaties, maar ook aan kerken, zodat zij voedselpakketten konden samenstellen voor behoeftige Velsenaren.
“Het Waardige dier” is niet alleen een herinnering aan de donateur De Waard, het is ook een mooie benaming voor wat een zwerfkat soms mist: waardigheid. Hopelijk zal de Stichting ook ondersteuning geven aan initiatieven voor dieren in andere omstandigheden waarin zij een dieronwaardig leven leiden. Goed voorbeeld doet volgen. Mensen motiveren met een initiatief dat waardigheid terugbrengt is effectiever dan mensen proberen rekening te houden met gevolgen voor dieren omdat dieren een intrinsieke waarde zouden hebben. Dieren wordt hun waardigheid afgenomen, bijvoorbeeld door huisdieren op straat te zetten of in de bio-industrie. Een zwerfkat heeft door zijn vrijheid de helft van zijn waardigheid weer terug, maar leeft in een omgeving waar hij niet thuishoort. Hij leeft ook afhankelijk en dat is onwaardig.
Door onszelf rekenschap te geven van de gevolgen van ons consumptiegedrag kunnen we voorkomen dat we ongewild bijdragen aan de ontwaardiging van dieren. Het woord “ontwaardiging” bestaat niet, wel “verontwaardiging”. En dat is vreemd: we zijn wel verontwaardigd over “ontwaarding”, maar laten na om de twee waarheden te zien die gelijktijdig gelden. We kunnen als individu weinig doen om het lot van dieren te verbeteren, maar als we als individu vervolgens helemaal niets doen, dan zal er nooit wat veranderen. We kunnen allemaal meewerken aan het steriliseren en castreren van huisdieren en zo voorkomen dat nakomelingen (van zwerfkatten) een dieronwaardig bestaan zullen leiden en we kunnen allemaal stoppen met vlees eten uit de bio-industrie. En of die consequentie geld kost is aan u. U hoeft geen huisdier te nemen en geen vlees te eten.
Daar is niets excentrieks en wereldvreemds aan.

09 december 2010

Voor echt diervriendelijk vlees bestaan niet genoeg sterren


In Amsterdam zijn op grote schaal reclameborden voor 'diervriendelijk vlees' van de Dierenbescherming beplakt door de actiegroep 'Diervriendelijk vlees bestaat niet'.
De Dierenbescherming promoot met 1 ster het vlees van dieren die net wat meer ruimte hebben gekregen dan dieren uit de bio-industrie. Mogen de dieren ook nog naar buiten dan krijgt het vlees wat meer sterren. Maar echt diervriendelijk wordt de huisvesting van deze dieren niet. Vandaar dat hier twee waarheden naast elkaar (be)staan: hoe meer sterren, hoe diervriendelijker, maar diervriendelijk vlees bestaat niet.

Er is alleen onderscheid mogelijk tussen meer en minder dierenonvriendelijk vlees.

08 december 2010

IJsland geen lid EU als walvisjacht niet stopt

PvdD persbericht. Den Haag, 8 december 2010 - De Partij voor de Dieren heeft zich in de Tweede Kamer hard gemaakt voor een einde aan de walvisjacht door IJsland.. Op dit moment zijn onderhandelingen bezig over toetreding van IJsland tot de Europese Unie. Op grond van internationale verdragen is het jagen op walvissen verboden. IJsland houdt zich echter niet aan deze afspraken. De Partij voor de Dieren vindt dat aan een eventuele toetreding van IJsland een harde voorwaarde moet worden gesteld: een onmiddellijke stop van de walvisjacht.

Andere Europese landen hebben zich in het kader van de toetredingsonderhandelingen al uitgesproken tegen de walvisjacht door IJsland. Het jagen op walvissen is niet alleen illegaal omdat de walvis een bedreigde diersoort is, de walvisjacht is daarnaast onnoemelijk wreed. Bovendien is er helemaal geen markt voor het walvisvlees.. Het meeste vlees wordt opgeslagen in vriezers, omdat IJsland het aan de straatstenen niet kwijt kan. De Partij voor de Dieren ziet dan ook niet in waarom IJsland nog langer doorgaat met de walvisjacht. Esther Ouwehand: “IJsland heeft de internationale verdragen lang genoeg geschonden. De boodschap moet helder zijn: landen die zich schuldig maken aan de walvisjacht, kunnen geen lid worden van de EU”.

De Partij voor de Dieren zal binnenkort een motie indienen over de onderhandelingen met IJsland. De partij wil dat Nederland zich op het standpunt stelt dat er over de bescherming van de walvis niet kan worden onderhandeld. Esther Ouwehand: “Nederland zal de walvisjacht af moeten blijven wijzen, en dat als harde voorwaarde stellen voor de eventuele toetreding van IJsland tot de EU. IJsland zal in de onderhandelingen proberen aan te sturen op een (tijdelijke) uitzonderingspositie, maar daar kan wat ons betreft geen sprake van zijn. Het wordt hoog tijd dat we de walvis eindelijk echt gaan beschermen”.

06 december 2010

Zie de mens............

Ruim vier jaar geleden werden bij het Friese Marrum enige tientallen paarden gered van de verdrinkingsdood door toedoen van dappere mensen. De dieren waren overvallen door het zeewater en konden, nadat er reeds een aantal was verdronken, zich ternauwernood in ‘veiligheid’ stellen op een droog gebleven stuk land. Dicht opeen gepakt stonden ze daar en konden geen kant uit. Pogingen om ze daar vandaan te krijgen waren al mislukt en menigeen werd wanhopig over de reddingskansen. Totdat een aantal dappere meiden, onder leiding van Micky Nijboer, op het idee kwam op hun eigen paarden naar het eilandje te rijden en te proberen de paarden, kuddedieren als ze zijn, op die manier weg te lokken. En het lukte! De t.v.-beelden gingen de hele wereld over en bij veel toeschouwers kwamen de waterlanders tevoorschijn. Een toonbeeld van wat respect voor en mededogen met andere levende wezens kan bewerkstelligen.
Harry Mulisch zag de beelden ook en raakte er, zo verklaarde zijn dochter tijdens de uitvaartplechtigheid van deze grote schrijver, zo ontroerd van dat ook bij hem de tranen over de wangen stroomden. Kort voor zijn overlijden zei hij tegen zijn vrouw: “Die paarden, dat was mooier dan Shakespeare”! De beelden werden tijdens de plechtigheid getoond, ditmaal begeleid door muziek uit Tristan und Isolde van Wagner en wederom hielden velen het niet droog.

Recent zag ik de film “The Cove’. Die handelt over de jaarlijkse dolfijnenslachting – de Japanners spreken van ‘culturele traditie’!! - bij het Japanse plaatsje Taiji. Duizenden dieren worden een baai in gedreven, waarna die wordt afgegrendeld en de slachting, die van een onvoorstelbare wreedheid is, begint.
De zee is fel rood gekleurd door het bloed van de gedode en stervende dolfijnen. Enkele dieren worden gespaard om te worden verkocht aan dolfinaria waar ze hun leven in verveling slijten door kunstjes te vertonen voor het publiek. De beelden en geluiden van de slachtpartij zijn zo indringend dat geen beschaafd mens dit zonder walging en woede kan aanzien. Een kleine genoegdoening putte ik uit het feit – ik besef terdege dat dit een nogal kwaadaardige aanvechting is! – dat de dolfijnen zo boordevol kwik zitten dat de consumenten van dat vlees er waarschijnlijk niet zonder schade aan eigen gezondheid mee weg komen.
Ook kon ik een spoor van begrip voor dierenactivisten die – die dit gruwelijk schouwspel gadegeslagen hebbende – besloten het pad der geweldloosheid te verlaten, niet geheel onderdrukken. Waarbij ik mij terdege realiseer dat geweld met geweld beantwoorden afgekeurd dient te worden.
Uit deze twee voorbeelden blijkt hoe ongerijmd de houding van de mens is ten opzichte van andere dieren in deze wereld. Ongeremde wreedheid en onverschilligheid versus mededogen en respect ten opzichte van andere levende wezens. Wie doorgrondt de mens?

24 november 2010

Muskusratten mogen er zijn

De verantwoordelijkheid voor de muskusrattenbestrijding wordt door een wetswijziging overgeheveld van de provincies naar de waterschappen. De Partij voor de Dieren greep deze gelegenheid aan om via een amendement het waterschap de zorg te geven voor het voorkomen van schade veroorzaakt door muskusratten (zie video) en moerasbevers in plaats van het bestrijden van deze dieren ter voorkoming van schade. Op deze wijze kunnen waterschappen zelf kiezen of bestrijding van muskusratten noodzakelijk is, of dat alternatieven voor bestrijding afdoende zijn. Immers per waterschap moet kunnen worden vastgesteld of de dieren al dan niet een gevaar voor de plaatselijke veiligheid vormen.

Ook drie moties van de Partij voor de Dieren werden aangenomen. Dankzij de eerste motie moeten voortaan bij aanleg, ontwerp en groot onderhoud aan waterkeringen preventieve maatregelen tegen muskusrattengraverij zoveel mogelijk worden mee genomen. Dankzij de tweede motie komt er een onderzoek naar de effectiviteit van muskusrattenbestrijding: welke gevolgen hebben deze voor eventuele schade en de omvang van de populatie. En dankzij de derde motie wordt onderzocht of wrede verdrinkvallen verboden kunnen worden en zal gezocht worden naar diervriendelijke alternatieven.

18 november 2010

PvdD lanceert e-mailactie stop verkoop vlees ritueel geslachte dieren

Stop verkoop vlees van onverdoofd geslachte dieren

Partij voor de dieren lanceert e-mailactie gericht aan supermarkten

Persbericht PvdD. Amsterdam, 18 november 2010 – De Partij voor de Dieren start vandaag een e-mailactie waarbij supermarkten worden opgeroepen te stoppen met de verkoop van vlees van dieren die onverdoofd ritueel geslacht zijn. De Partij voor de Dieren is de publieksactie gestart omdat de partij wil dat er een einde komt aan de verkoop van vlees waarvoor dieren onacceptabel hebben moeten lijden.

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het niet verdoven van dieren ernstige stress, pijn en angst veroorzaakt. Dierenartsenorganisaties in Nederland en Europa spreken zelfs van een onaanvaardbaar lijden. Met de e-mailactie wil de Partij voor de Dieren supermarkten laten zien dat veel consumenten deze manier van slachten afkeuren, met als doel dat het aanbod van vlees van onverdoofd ritueel geslachte dieren drastisch verkleind wordt in Nederland.

Volgens de huidige wet is het onverdoofd slachten van dieren verboden in Nederland, waarbij een uitzondering kan worden gemaakt voor Israëlitische en Islamitische slachtmethoden. De uitzondering betekent in de praktijk dat bij miljoenen dieren de keel zonder verdoving wordt doorgesneden. De Partij voor de Dieren wil dat de uitzondering in de wet die het toestaat om onverdoofd te slachten zo snel mogelijk wordt opgeheven. De partij heeft daartoe een initiatiefwet ingediend die naar verwachting nog dit jaar in de Tweede Kamer behandeld wordt. De partij wil supermarkten, vooruitlopend op een eventueel verbod, nu al oproepen om te stoppen met de verkoop van onverdoofd ritueel geslacht vlees.

Ter voorbereiding op de behandeling van het wetsvoorstel toonde de Tweede Kamerfractie van de Partij voor de Dieren undercover beelden van onverdoofde rituele slacht in Nederland aan de leden van de Tweede Kamer.

The Cove: de dolfijn als voer voor menselijke consumptie

Al sinds TV-held Flipper zijn dolfijnen populair en geliefd bij het grote publiek. Met als gevolg een steeds groter wordende trek in de dolfijnen als toeristische attractie, om zien kunstjes te doen of om mee te zwemmen, met als gevolg een multi-miljoenen-industrie en de bedreiging van de diersoort zelf. Het stadje Taijii in Japan herbergt de grootste toeleverancier van dolfijnen in de wereld, maar niemand weet of krijgt toegang tot wat er daar nu werkelijk gebeurt in die dolfijnenbaai. Gewapend met ultramoderne apparatuur en befaamd dolfijnentrainer Richard O'Barry probeert het docu-team dit ondoordringbare gebied binnen te dringen. Met als gevolg schokkende resultaten, te zien in The Cove.

The Cove laat de perverse relatie zien van dolfinaria en de bijbehorende dolfijnhandel, en het slachten van dolfijnen als bijvangst, voor consumptie.
Verplichte kost voor iedere Dolfinarium-bezoeker.

Erwin Vermeulen die weken in Japan gevangen werd gehouden als wraak voor de acties van Seashepherd in Pauw & Witteman in debat met de directeur van het dolfinarium in Harderwijk.

Levensbedreigende gevolgen van Q-koorts

De gevolgen van chronische Q-koorts zijn (niet) misselijk. In de aanloop van 2010 hebben ongeveer 4000 mensen een acute Q-koorts besmetting gehad en een deel daarvan zal een chronische aandoening er aan overhouden.
Het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch, dat midden in de infectiehaard van grootschalige geitenfokkers staat, verwacht dat enkele honderden Q-koortspatiënten de soms levensbedreigende chronische variant zullen ontwikkelen.
Voor wie een gedegen overzicht wil van de achtergronden van de Q-koorts, zij verwezen naar Wikipedia.
Helaas wordt er vanwege de gevestigde belangen in Nederland van de veehouderij te weinig aandacht besteed aan het voorkomen van meer ellende in de toekomst. Het beleid is nu om de geitenhouderij net als het overige vee hun leven lang op stal te houden, zodat uitbreiding van de ziekte beter onder controle te houden is. Meer voor de hand had gelegen om ten halve te keren, om te voorkomen dat de veehouderij ten hele zou dwalen. Het afbouwen van de intensieve veehouderij tot een niveau op ecologische balans is een gezonder beleid. Een agrarische onderneming die niet gezien mag worden, zou eigenlijk niet politiek ondersteund en ontwikkeld moeten worden.

17 november 2010

Nederland wordt aantrekkelijker met minder EU subsidie

De EU wil de subsidie aan de landbouw afbouwen. Nederlandse boeren vangen jaarlijks voor bijna 1 miljard subsidie. Er is veel verschil tussen de sectoren, maar de dieronvriendelijke kalvermesterij bijvoorbeeld is voor 80% afhankelijk van EU subsidies.
Boeren hebben grote invloed op het landschap en de natuur. Doordat er in ons land zoveel ingezet wordt op maximale productie, levert dat in de veehouderij problemen op met dierenwelzijn en overproductie van mest.
Boeren willen niet hun hand ophouden, maar om te kunnen blijven concurreren met hun buitenlandse collega’s op buitenlandse markten moet er volgens hun inkomenssteun blijven. Zij pleiten globaal voor dezelfde spelregels, want in ons land zijn er hoge dierenwelzijn- en milieueisen.
Dat is een omdraaiing van oorzaak en gevolg. In ons land zijn de regels zo streng omdat die juist in ons land het meeste nodig zijn. De productie van vlees en zuivel kan met wel 70% dalen zonder dat de Nederlander afhankelijk voor zijn voedsel wordt van het buitenland. Ons land is weinig geschikt en al te vol met dieren om de vleespotten van een groeiende wereldbevolking te vullen.
Met een productiedaling zouden ook de problemen kunnen verdwijnen als de overheid tenminste zijn strenge regelgeving zou handhaven.
Het zou ook wonderen doen voor de aantrekkelijkheid van ons landschap. Er is niets op tegen wanneer de overblijvende boeren zich zouden richten op economische activiteiten die samenhangen met de toeloop van toeristen. Maar veel boeren heffen liever hun hand op om mensen te weren van hun erf. Zij voelen zich beter bij het managen van een grootschalige veehouderij. En daar willen zij tegenwoordig geen pottenkijkers meer bij. En hiermee heeft de intensieve veehouderij een imagoprobleem dat zij heeft te danken aan haar hebzuchtige bedrijfsvoering.

Beton in stal bezorgt koeien klauwproblemen

Het Friesch Dagblad meldt 17-11-10 het volgende.
Weidegang is wel belangrijk, maar vergeet alsjeblieft niet om ook de stal mee te nemen wanneer je als boer met een nieuw stalconcept wilt werken”. Dit betoogde hoogleraar Dier en Samenleving Elsbeth Stassen op een discussieavond georganiseerd door de Melkveeacademie en de Leeuwarder Courant, met als titel: ‘boer & koe’.
Stassen wil het eenzijdige beeld van de verbetering van het welzijn door weidegang te nuanceren. Vooral maatschappelijke organisaties die ijveren voor een beter welzijn van de koe komen vaak met acties om de koeien vaker naar buiten te brengen. ,,Van veel groter belang is om naar de stal te kijken. Dieren lopen hier mede door het weer veel langer in de stal, op het beton. En dat leidt tot klauwproblemen. Een groot deel van de dieren heeft daar last van en lijdt ook pijn. Melkveehouders realiseren zich dat lang niet altijd. Dus weg met het beton en ijzer”.

Grenzen aan de vrijheid bij tradities in berokkenen dierenleed

Van de site van de Partij voor de Dieren:
Uit recent onderzoek van Wageningen UR blijkt andermaal dat dieren die onverdoofd geslacht worden ernstig pijn lijden bij deze vorm van slachten. Daarom heeft de Partij voor de Dieren het initiatief genomen een einde te maken aan alle vormen van onverdoofde rituele slacht in Nederland. De Partij voor de Dieren heeft hiervoor een initiatiefwetsvoorstel ingediend die spoedig in de Tweede Kamer zal worden behandeld. Marianne Thieme: “De vrijheid tot het uitvoeren van bepaalde riten en tradities houdt op waar mensen of dieren er leed door ondervinden”.

Let op, beelden in deze video zijn schokkend en niet geschikt voor kinderen.
De beelden van het onverdoofd ritueel slachten zijn met een verborgen camera opgenomen in verschillende slachthuizen in Nederland. Te zien is hoe schapen, runderen, geiten, kippen en konijnen zonder verdoving worden geslacht door middel van een halssnede. Daarna worden de dieren opgehangen om te “verbloeden”, waarbij ze nog lang naschokken en spartelen.

13 november 2010

Melk, de ontstoken motor


In de melkveehouderij geldt internationaal marktwerking. Dat betekent dat wanneer er meer melk geproduceerd wordt, dat dan de prijs omlaag gaat. Maar ook dat wie de kostprijs laag weet te houden en veel produceert best wel wat kan verdienen. Soms zijn de weersomstandigheden in het buitenland zo extreem dat tijdelijk de melkprijs stijgt. En dat smaakt naar meer.
In de politiek daaromheen probeert de ene partij de melkproductie te verlagen en de andere partij zoveel mogelijk vrijheid te verkrijgen om zoveel te produceren als hij wil. Al jaren geldt binnen de landen van de EU een melkquotum. Wil een boer meer melken, dan moet hij quota bij kopen. In Nederland stoppen dagelijks boeren dus er komt regelmatig quota vrij. Sommige boeren hebben zelf niet eens een bedrijf, maar leven van hun quota. Melkt een boer over zijn quota dan moet hij een boete betalen. Afgesproken in de EU is dat in 2015 de quota worden afgeschaft. Tot 2015 mogen boeren jaarlijks 2% boven het quotum produceren. Nederlandse boeren doen dat, Duitse en Franse boeren produceren juist minder om zo de prijs omhoog te drijven. In dit krachtenveld is onduidelijk wie wint: degene die zich inhoudt en een hogere prijs krijgt of degene die bulk produceert.
Wel is duidelijk dat de Nederlandse boeren de laatste jaren geïnvesteerd hebben in megastallen om deze te kunnen vullen als zij de melkprijs zien stijgen. Betekent dit dat niet elke megastal boordevol met koeien staat? Nee, sommige megastallen zijn halfvol. Veel koeien melken met een hoge kostprijs is economisch niet aantrekkelijk. En de kostprijs in Nederland is hoog. Een boer probeert daarom zoveel melk uit een koe te persen als deze maximaal kan geven. Het gevolg is een veestapel die kwetsbaar is voor ziekten als uierontsteking, 70% van de koeien is op de een of andere manier kreupel.
Er is in ons land te weinig voer om zoveel koeien te kunnen voeren. Dat komt door het koelere klimaat en het te geringe landoppervlak. Daarom importeren we soja uit de landen die het verbouwen in plaats van de regenwouden. Hebben we dan zoveel melk nodig? Nee, maar de Nederlandse agrosector wil graag haar producten exporteren. Is er dan zoveel vraag uit het buitenland? Slechts 15% van de wereldbevolking eet zuivelproducten, maar melk wordt ook gebruikt om grondstoffen te maken voor andere voedingsmiddelen of producten. Of de melk wordt gemengd met andere ingrediënten om een bepaald trendy smaakje te vormen of de suggestie te wekken dat het gezond is.
Is melk dan op zichzelf niet gezond? Niet echt. Koeien worden zo gepresst (zeg maar uitgemolken) tot ontstekingen aan toe. Die ontstekingen in de uiers komen in de melk, zeg maar de pus uit de interne wond. Die pus mag niet een bepaalde waarde overschrijden. Die waarde wordt het celgetal (kiemgetal) genoemd. Het is merkwaardig dat melk sowieso ontstekingsproducten mag bevatten. Melk met een hoog getal wordt niet uit de markt genomen maar er wordt bijvoorbeeld kaas van gemaakt.

Moraal van dit verhaal? De Nederlandse boer graaft met zijn hebzucht het graf van zijn sector en het landschap van het platteland is verziekt met enorme loodsen. Staatssecretaris Bleker wil een brede maatschappelijke discussie over deze kwestie. Maar de weg van de grootschaligheid loopt dood. Het is allemaal uitstel van executie en het is maar te hopen dat de Nederlandse politici zich niet laten verleiden tot het in de EU verboden geven van staatssteun om de doodstrijd van de sector te verlengen. Dat is allemaal weggegooid geld dat beter gestoken kan worden in de uitbreiding van de natuur.

Het is dus niet zo best gesteld met het imago van de melkveehouder. Sommigen lopen binnen en met dat gegeven proberen reclamemakers het imago op te krikken. Kijk eens met de kennis van hierboven naar dit reclamefilmpje.

10 november 2010

Dieren doodschieten in de Oostvaardersplassen

De dierenartsen, verenigd in de KNMvD, pleiten voor afschot van de grote grazers in de Oostvaardersplassen. Het gaat om Heck-runderen, Konikspaarden en edelherten. Deze dieren vinden in de winter te weinig voedsel om te overleven en kunnen niet uit het reservaat vanwege het ontbreken met een open verbinding naar graziger weiden. Staatsbosbeheer schiet dan de hongerende dieren af om langdurig dierenleed te voorkomen.
Stel, dat jaarlijks eenderde van de populatie wordt afgeschoten dan blijft er genoeg over om de kuddes in stand te houden. In drie jaar tijd wordt dan net zoveel doodgeschoten als de dierenartsen pleiten om in 1 jaar te doen. In het voorstel van de dierenartsen is in één seizoen een einde gemaakt aan het dierenleed, terwijl het huidige beleid het dierenleed jaarlijks doet terugkeren. Uit dit dilemma is maar 1 oplossing: "kiezen" of de Oostvaardersplassen aansluiten op de Ecologische HoofdStructuur. Dat laatste kost geld en dat wil de regering besparen. Maar is de aanleg van de EHS voor de langere termijn niet veel beter voor het welzijn van mens en dier en is er wel een tekort aan geld?

06 november 2010

Campagne tegen olifantenleed in toerisme-industrie

Persbericht Den Haag, 6 november 2010. Dierenwelzijnsorganisatie WSPA Nederland en reisorganisatie TUI Nederland, bekend van de merken Arke, Holland International en KRAS.NL, starten een gezamenlijke campagne tegen olifantenleed in de toerisme-industrie. De organisaties willen dat er een einde komt aan toeristische excursies en attracties waar olifanten zwaar onder lijden: olifantenritjes en olifantenshows. Via de campagne worden vakantiegangers bewust gemaakt van het olifantenleed en gewezen op olifantvriendelijke alternatieven waarbij olifanten zoveel mogelijk hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Om het aanbod van olifantonvriendelijke excursies in te perken biedt TUI Nederland per 1 november alleen nog olifantvriendelijke excursies aan. De beide organisaties hopen dat de reisbranche dit voorbeeld volgt.

Een duidelijk voorbeeld van de problematiek rond het gebruik van olifanten in de toerisme-industrie is Thailand, een populaire vakantiebestemming onder Nederlanders. Zo’n 2.500 tot 3.000 olifanten worden daar in gevangenschap gehouden, de overgrote meerderheid hiervan wordt ingezet bij toeristische attracties in de zogenaamde ‘olifantenkampen’. De campagne richt zich specifiek op de kampen waar toeristen olifantenritjes kunnen maken of olifantenshows kunnen bezoeken.

Olifantenleed.

Bij de olifantenshows wordt vaak gebruik gemaakt van extreme trainingsmethoden om opzienbarende nummers te maken waar toeristen op afkomen. Om olifanten zover te krijgen dat zij de kunstjes vertonen ondergaan zij vaak wrede trainingen met zware lichamelijke en geestelijke mishandeling. Tijdens zo’n training wordt de olifant bijvoorbeeld in een kooi geplaatst waarin hij zich niet kan bewegen. Het dier krijgt dan weinig te eten en te drinken en wordt pijn gedaan op gevoelige plekken, zoals bij de slurf of in oren. Bij de ritjes zitten er meestal meerdere mensen in een mand op de rug van de olifant. Het zadel en het gewicht van de passagiers veroorzaken verwondingen en vormen een te zware belasting voor de olifant, die wel 1000 kilo kan trekken maar niet kan dragen op zijn rug. Tussen de shows en ritten door worden de olifanten vaak aan een ketting vastgelegd en kunnen letterlijk geen kant op.

Alleen nog olifantvriendelijk.

In het kader van de campagne biedt marktleider TUI Nederland alleen nog olifantvriendelijke activiteiten aan waarbij olifanten zoveel mogelijk hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Elise Allart, manager duurzaam toerisme TUI Nederland: “Met ingang van 1 november hebben wij alleen nog olifantvriendelijke parken als het Elephant Nature Park nabij Chiang Mai in Thailand in ons aanbod. In dit soort parken zijn de olifanten te zien in een natuurlijke omgeving en krijgen vakantiegangers voorlichting over de olifanten. Als zij met de olifanten in contact komen, gebeurt dat op een diervriendelijke manier”. WSPA Nederland hoopt van harte dat andere touroperators het voorbeeld van TUI zullen volgen. Francien Winsemius, hoofd campagnes WSPA Nederland: “Deze stap van TUI is ronduit bewonderenswaardig en heeft een enorme betekenis voor de olifanten. We hopen van harte dat het andere reisorganisaties ook inspireert”.


Olifanten bedreigd.

In Thailand zijn olifantenparken ontstaan na het verbod op het kappen van oerwoud in 1989. De eigenaren van de olifanten die werden ingezet als trekdier bij de boskap, stapten over op de toerisme-industrie. Helaas is het aantal olifantenparken in de loop der jaren alleen maar uitgebreid. Veel olifanten die tegenwoordig worden gebruikt in de kampen, zijn afkomstig uit het wild. Een dramatische ontwikkeling, zeker gezien het feit dat de Aziatische olifant met uitsterven wordt bedreigd.

De wil van een olifant is sterk, die breek niet zomaar. Daar hebben ze een ritueel voor dat in het Thai Phajaan heet. ‘Verpletteren’ in het Nederlands. Hier een video hoe het eraan toegaat tijdens zo’n Phajaan.

27 oktober 2010

Natuur en landschap op waarde geschat

De regering kan per jaar 125 miljoen besparen door geen grond meer aan te kopen voor de Ecologische HoofdStructuur (EHS). EHS is natuurlijke ruimte waardoor planten en dieren als het ware kunnen reizen om te overleven.
Maar met het minder aanleggen van EHS lopen we ook veel voordelen mis die de extra natuur zou hebben opgeleverd.
De boeren zouden het jammer vinden als zij niet meer kunnen verdienen aan de grond die nu aan natuur wordt toegewezen. Zij willen graag daarin een boterham verdienen onder het motto: "we hebben onze natuur te danken aan de cultivering van de natuur in de vorige eeuwen". Zij willen -in overleg en met een nieuwe invulling- die rol wel blijven vervullen.
Meer natuur is niet alleen weidevogelbeheer, landschapsonderhoud of extra leefruimte voor de bijen die het al zo moeilijk hebben (zie ook bijensterfte). In de vrije natuur wordt 80% van de planten bestoven door honingbijen. De honingbij is daarom van essentieel belang voor de biodiversiteit.
De natuur heeft naast recreatie en toerisme nog veel meer voordelen.
Het voormalige ministerie van LNV had de voordelen al eens op een rijtje gezet voordat het eerste kabinet Rutte besloot dat er minder natuur zou moeten komen om geld te besparen.

Klik hier om meer te lezen over de Ecologische HoofdStructuur.


 

26 oktober 2010

PvdD pleit bij mishandeling voor speciale opvang huisdieren in veiligheidshuizen

Meldpunt dierenartsen helpt dieren én hun baasjes
Dierenmishandeling indicator van huiselijk geweld

Persbericht PvdD Utrecht, 26 oktober 2010 – Uit onderzoek van Stichting DierZijn en de Universiteit Utrecht blijkt dat dierenmishandeling en huiselijk geweld nauw met elkaar verbonden zijn. In huishoudens waar geweld tegen dieren plaatsvindt, zijn vaak ook de vrouw en/of kinderen niet veilig. Dieren worden tevens vaak gebruikt als chantagemiddel. Vrouwen durven niet te vluchten uit angst dat hun huisdier iets wordt aangedaan. De Partij voor de Dieren vraagt de provincie Utrecht om een meldpunt voor dierenartsen en voor veiligheidshuizen. Tevens pleit zij voor een speciale opvang voor de huisdieren.

In het project ‘Cirkel van geweld’ is onderzocht welke verbanden bestaan tussen huiselijk geweld en dierenmishandeling. Kinderen die slachtoffer of getuige zijn van huiselijk geweld, mishandelen aanzienlijk vaker dieren. Dierenmishandeling door jonge kinderen is een van de sterkste en vroegste indicatoren voor gedragsstoornissen. Daarnaast zijn volwassen dierenmishandelaars aanzienlijk vaker betrokken bij andere geweldsmisdrijven. Volgens het Centrum van Criminaliteitspreventie en Veiligheid dragen plegers van huiselijk geweld vaak een geschiedenis van dierenmishandeling met zich mee. Dierenmishandeling kan daardoor ook gezien worden als voorspeller van geweld tegen mensen.

Dierenartsen worden vaak als eerste geconfronteerd met mogelijke gevallen van dierenmishandeling. In sommige gevallen vermoeden zij dat er ook sprake is van huiselijk geweld. Dierenartsen geven echter aan niet te weten waar zij naartoe kunnen met deze informatie. De Partij voor de Dieren pleit daarom voor een meldpunt voor dierenartsen. Dit meldpunt zou tevens toegankelijk moeten zijn voor de Veiligheidshuizen Utrecht en Amersfoort, zodat er een breder platform ontstaat.

Uit het rapport volgt verder dat vrouwen minder snel vluchten wanneer zij hun huisdier achter moeten laten. Het dier wordt in veel gevallen, net als vrouw en kinderen, mishandeld. In veiligheidshuizen kunnen huisdieren nu niet terecht en daarom pleit de Partij voor de Dieren ook voor een veilige opvangmogelijkheid voor deze dieren. De partij hoopt dat de provincie Utrecht zich in wil spannen voor een meldpunt en een speciale huisdierenopvang, zodat meer mensen en dieren huiselijk geweldsituaties kunnen ontvluchten.

25 oktober 2010

Scharrel-ei is vooral een schuur-ei

De term ‘scharrelei’ is door consumenten verkozen tot ‘Grootste Liegebeest van 2010’ in de jaarlijkse verkiezing van Wakker Dier. De afgelopen weken kon men stemmen op de website van Wakker Dier op tien producten en reclames die zich diervriendelijker voordoen dan ze werkelijk zijn. De naam ‘scharrelei’ is door de overheid verplicht voor eieren van kippen die binnen leven in een schuur met 9 kippen per vierkante meter. In de meeste andere Europese landen heet het scharrelei, ‘schuurei’ of ‘grond-ei’. Door het predicaat ‘scharrelei’ voor deze eieren verplicht te stellen, zet de overheid consumenten massaal op het verkeerde been. Scharrelvlees van kippen, runderen en varkens komt immers van dieren die wél buiten hebben kunnen scharrelen. Wakker Dier wil dat de overheid met spoed de naam wijzigt in de veel duidelijkere term ‘schuurei’.

Bijdrage agrarische sector in BBP in 15 jaar gehalveerd

In 1995 was het aandeel van de land- en tuinbouw in het bruto binnenlands product (bbp) nog 3,2 procent, vijftien jaar later was dat meer dan gehalveerd tot 1,4 procent van het bbp. Een derde van de bedrijven stopte, de overige twee derde werd 50% groter qua landgebruik, maar de overblijvende boeren gingen minder verdienen, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De 27% lagere inkomens in de landbouw zijn onder meer het gevolg van lagere prijzen van landbouwproducten door de toename van het aanbod op de wereldmarkt.
70% van de Nederlandse dierlijke productie wordt geëxporteerd, terwijl 63 procent van de Nederlandse vleesconsumptie is geïmporteerd.
Meer lezen over de gevolgen van de overproductie voor dierenwelzijn? Klik hier.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.