Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

04 juni 2009

Melkplas groeit

Wim Thus, afdelingsdirecteur landbouw van Rabobank Nederland, meldt in het Agrarisch Dagblad dat het niet ondenkbaar is dat het aantal melkveehouders de komende vijf jaar halveert van 20.000 tot 10.000. Thus constateert dat de slechte melkprijs ondernemers in moeilijkheden brengt, maar dat er toch flink wordt geïnvesteerd in stallen, dieren en melkquotum.

Merkwaardig zijn de volgende twee constateringen.
Een kleinere sector is volgens Thus niet per definitie slecht, aangezien een fors aantal nu nog hobbymatig dieren houdt. Daar komt bij dat schaalvergroting in landen als Brazilië de Nederlandse sector dwingt tot een antwoord.
Tot zover het AGD.

Bovenstaande redenering leidt tot de conclusie dat het Europese beleid tav de melkveehouderij niet effectief en duurzaam is: een groeiende melkplas leidt tot mest- en milieuproblemen en tot problemen in het dierenwelzijn. Daarnaast verdienen de boeren te weinig. Er is dus eigenlijk bijna niemand die belang heeft bij deze situatie of het moet de bouwsector zijn, die de stallen levert.
Zelfs als bovenstaande zaken je niet interesseren dan is er nog het volbouwen van het platteland met grote stallen, dat het landschap lelijker maakt.

Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

28 mei 2009

Thieme hekelt schijngroene opstelling politici tijdens verkiezingstijd

Iedereen is groen deze week!

De Grüne Woche van de Nederlandse politiek is weer begonnen. Politici buitelen over elkaar heen om het bewijs te leveren hoe groen en diervriendelijk ze zijn. Want groen is de kleur die betrokken kiezers aanspreekt, en andere kiezers worden nauwelijks verwacht bij de Europese stembus op 4 juni 2009. Omdat ze geen reden zien hun stem uit te brengen.
Het is verheugend te zien dat zoveel politici de groene thema’s ontdekt hebben sinds de Partij voor de Dieren haar electorale doorbraak beleefde als eerste politieke partij ter wereld die niet de mens centraal stelt. De Partij voor de Dieren heeft zich vanaf het begin van haar bestaan ten doel gesteld dierenwelzijn en milieu hoog op de politieke agenda te zetten en andere politieke partijen aan te sporen hetzelfde te doen. Tijdens de Europese verkiezingen van 2004 waren de eerste resultaten van deze inzet te zien: de Partij van de Arbeid, GroenLinks, SP en D66 zetten, geprikkeld door de opmars van de Partij voor de Dieren, op het laatste moment een groen slotoffensief in om te voorkomen dat groene kiezers zouden overstappen. Ze beloofden de dieren een hemel op aarde, waarbij het manifest dat Harm Evert Waalkens schreef in opdracht van Wouter Bos, het verst ging.
De PvdA stelde vlak voor de verkiezingen dat dieren gevrijwaard zouden moeten zijn van honger, dorst en ondervoeding, vrij van fysiek ongerief, vrij van pijn, verwonding en ziektes en gevrijwaard tegen angst en chronische stress. Bovendien zouden dieren de gelegenheid moeten hebben om hun normale gedrag te kunnen uitvoeren. Er zou een toetsingskader moeten komen van wat je wel en niet met dieren mag doen, er zou een houdverbod voor exotische dieren moeten komen, er zou een eind moeten komen aan het gesleep van dieren door Europa, er zou een castratieverbod komen voor biggen, een verbod op het couperen van schapenstaarten, kippen zouden niet langer in kooien gehouden mogen worden, ruiming van gezonde dieren bij dierziekten-uitbraken zou verboden moeten worden en mishandeling en verwaarlozing van dieren zou streng bestraft moeten worden.
Een hemel op aarde dus voor dieren in Europa, en ook D66 beloofde koeien met gouden horens. GroenLinks startte kort voor het referendum over de Europese grondwet zelfs een burgerinitiatief om de lengte van veetransporten in te perken tot maximaal 6 uur en beloofde 1 miljoen handtekeningen in te zullen zamelen om het onderwerp op de Europese kaart te zetten.
De weg naar een Groen Europa was geplaveid met goede voornemens, en de huidige campagne lijkt in dat opzicht een herhaling van zetten.
Maar kennelijk misten de Nederlandse Europarlementariërs de afgelopen 5 jaar een groene aanjager, want vrijwel alle prachtige groene verkiezingsbeloften vielen in het water. Of erger, van veel ervan werd niets meer vernomen.
De Partij van de Arbeid was bij monde van Thijs Berman “zeer tevreden” dat er voortaan nog maar 38 kilo (levende) kippen mag worden gehouden per m2 , we hebben het dan dus nog altijd over 19 kippen-op-een-kluitje waarvoor de vrijheden die de PvdA in haar verkiezingsmanifest bepleitte niet of nauwelijks gelden. Zijn fractiegenote Dorette Corbey pleitte zelfs voor het toestaan van het rapen van kievitseieren, een bedreigde soort nota bene, en stoorde zich aan procederende milieuorganisaties die wilden dat de Natura 2000 afspraken nagekomen zouden worden.

D66 pleitte 3 dagen voor de verkiezingen voor vergaande actie van politiek en supermarkten om dierenleed drastisch in te perken, maar kwam daar in het Europees Parlement niet of nauwelijks meer op terug. Er werd door D66 in het Europees Parlement vooral gepleit vóór genetische manipulatie en het niet uitsluiten van kernenergie.
En GroenLinks, de Partij zich erop voor laat staan de groenste agenda te hebben? Het Europese burgerinitiatief werd met stille trom stop gezet voor het beoogde resultaat ook maar in de verste verte in beeld was. Gewoon stekker eruit, een dode link voor wie wil kijken wat er met zijn handtekening gebeurd is. Staaltje goedkope propaganda die kennelijk niet gebaseerd was op oprechte zorgen over veetransporten.
In de afgelopen 5 jaar dat Joost Lagendijk en Kathalijne Buitenweg in het Europees Parlement zaten hebben ze nauwelijks aandacht gevraagd voor het welzijn van dieren. Buitenweg stelde slechts 10 vragen in 5 jaar tijd die betrekking hadden op dierenwelzijn, en van die vragen ging er slechts één over veetransport. Joost Lagendijk deed helemaal niets aan het agenderen van dierenwelzijn en beide GroenLinksers schitterden door afwezigheid als het ging om het indienen van ontwerp resoluties over dierenwelzijn of over het indienen van adviezen over dierenwelzijn of dierenrechten.
Beiden namen niet deel aan plenaire debatten over landbouw, duurzaamheid en dierenwelzijn, klimaat of vergelijkbare groene onderwerpen.

Groen zijn is meer dan de inzet van een Toyota Prius in verkiezingstijd of greenwashing tijdens referendumcampagnes. De Nederlandse politieke partijen die een groen verkiezingsprogramma hebben, hebben aangetoond Groen als niet meer te beschouwen dan een bijgerecht.
Dat is te weinig, de kiezer is nu aan de beurt dat te beoordelen. Zonder gangmaker, zal het Europees beleid in de komende jaar niet groener worden dan in de afgelopen 5 jaar het geval was. Het groene boeket dat nu gepresenteerd wordt verlept na een week, en dat doet geen recht aan alle mooie beloften die keer op keer gedaan worden.

Marianne Thieme, voorzitter Partij voor de Dieren
Bijlagen: Diervriendelijk Manifest PvdA en D66

Bijlagen:
Diervriendelijk manifest PvdA


PvdA wil vijf vrijheden voor dieren

08-06-2004
De PvdA wil aan de hand van de vijf dierenvrijheden en 10 actiepunten het dierenwelzijn structureel verhogen. 'Wij hebben dierenwelzijn hoog in het vaandel staan', aldus PvdA-lijsttrekker Max van den Berg en Tweede-Kamerlid Harm Evert Waalkens. In het Europees Parlement en in de Tweede Kamer hebben we ons sterk gemaakt voor een goede regeling voor dierenvervoer. Helaas kiezen CDA en VVD dan weer voor de vleesindustrie en niet voor de dieren. De PvdA roept het kabinet Balkenende op om tijdens het Europees voorzitterschap te komen tot een goede Europese regeling die een eind maakt aan het gesleep met dieren door Europa.

De PvdA vindt dat sprake is van grootschalige en onacceptabele verwaarlozing van het dierenwelzijn. De beschaving van de maatschappij kun je aflezen aan de omgang met dieren. Er is internationaal overeenstemming onder wetenschappelijke experts over de randvoorwaarden voor dierenwelzijn. De PvdA noemt dit de vijf dierenvrijheden:

1. Dieren zijn gevrijwaard van honger,dorst en ondervoeding
2. Dieren zijn gevrijwaard van fysiek en fysiologisch ongerief
3. Dieren zijn gevrijwaard van pijn, verwonding en ziektes
4. Dieren zijn vrij om het normale gedrag te kunnen uitvoeren
5. Dieren zijn gevrijwaard van angst en chronische stress

Met de volgende tien actiepunten wil de PvdA ervoor zorgen dat aan deze voorwaarden voldaan wordt:

  1. Er moet een ethisch toetsingskader komen voor het houden van dieren. Het houden van landbouwhuisdieren voor melk, vlees of wol is bijvoorbeeld wel heel iets anders dan het doden van dieren voor de pels of de huid. De PvdA wil nertsenfokkerijen verbieden.
  2. Het opstellen van een lijst van dieren die je mag houden, zowel voor landbouwhuisdieren als hobbydieren. Het is toch te gek voor woorden dan we hier allerlei exotische dieren naar toe halen die hier niet horen en dan ook nog onder erbarmelijke omstandigheden.
  3. Er moet een eind komen aan het gesleep met dieren kris kras door Europa. Minister Veerman moet tijdens het Nederlands voorzitterschap dit opnieuw agenderen na het debacle van een aantal weken terug waar de ministers van Landbouw niet tot overeenstemming kwamen en CDA en VVD in het Europees Parlement onverkort kozen voor de vleesindustrie.
  4. Het opstellen van een verbod op het castreren van biggen en het knippen van tanden.
  5. Het verbieden van het couperen van schapenstaarten. Hiermee wordt de intrinsieke waarde van dieren aangetast.
  6. Geen legbatterijen, dus stoppen met het houden van kippen in kooien.
  7. Stoppen met het doden van miljoenen gezonde dieren ingeval van een dierziekte-uitbraak en gebruik maken van inentingen met (marker) vaccins.
  8. Aanscherpen van de Gezondheid- en Welzijnswet voor dieren op het punt van strafbaarstelling van mishandeling, seks met dieren en systematische verwaarlozing van dieren.
  9. Stimuleren van biologische en duurzame landbouw en een einde maken aan de geldverslindende en concurrentievervalsende Europese landbouwsubsidies, die alleen maar zorgen voor overproductie.
  10. Aanpassen van de huisvesting aan de dieren en niet andersom.

De komende jaren zullen bepalend zijn of we erin slagen om de intensieve veehouderij om te vormen naar een diervriendelijke, biologische en duurzame landbouw. Dat moet, want dieren in de intensieve veehouderij zijn vergaand ondergeschikt gemaakt aan kostenefficiëntie. De gevolgen daarvan voor het dier en het dierenwelzijn zijn te groot. De PvdA kan en wil daarom dat het dierenwelzijn, net als sociale normen, het milieu en voedselveiligheid als een collectieve waarde wordt beschouwd en dus bescherming geniet.
D66

Dierenwelzijn vraagt actie politiek en supermarkten

Persbericht, 7 juni 2004
D66 wil actie van de regering én van supermarkten om het dierenwelzijn in Nederland te verbeteren. Vandaag spreekt de Tweede Kamer over de toekomst van de bio-industrie. Kamerlid Boris van der Ham zal namens D66 een actieplan lanceren om het dierenwelzijn te verbeteren. De Democraten willen onder meer een verbod op de genetisch gemodificeerde kip die zichzelf kreupel eet. Daarnaast wil D66 niet langer wachten op regelgeving uit Europa. Van der Ham: Minister Veerman heeft zelf gezegd dat onze afzetmarkt het gebied beslaat tussen de driehoek London-Parijs-Berlijn. Laten we dan ook met Noord-Europa een kopgroep vormen die aan de rest van Europa laat zien dat je ook concurrerend kunt zijn als je wel rekening houdt met de belangen van het dier .

De belangrijkste punten uit het D66-actieplan:

De Nederlandse regering moet:

- zo snel mogelijk verbieden van het fokken van genetisch gemodificeerde vleeskippen voor productie. Deze kippen worden geselecteerd op hun eetdrift en zakken door het vele eten door hun poten. Minister Veerman moet geld stoppen in het onderzoek naar het terugfokken van deze kippen, zodat ze trager groeien.

- geld steken in het onderzoek naar en de toepassing van alternatieve en veel ruimere vormen van huisvesting voor varkens, zoals al door Universiteit Wageningen al is gestart.

- illegale diertransporten en bijladingen (zoals onlangs bleek in België) hard aanpakken. De Nederlandse politie moet ook buiten de landsgrenzen Nederlandse transporten kunnen volgen en zo nodig bekeuren. Hierover moeten afspraken worden gemaakt met andere Europese landen. Nederlandse veetransporteurs moeten overal en onverkort voldoen aan de Nederlandse eisen, waar ook in Europa.

- ophouden met te wijzen naar de Europese Unie als het gaat over regelgeving. D66 wil een kopgroep in Europa van een aantal West-Europese landen die vooruit lopen op Europese regelgeving. Te beginnen met het verbieden van (onverdoofd) castreren van varkens en het verbieden van kooien voor kippen.

Regelgeving door de overheid lost echter niet alle problemen op. Net zoals supermarkten in andere landen, moeten Nederlandse supermarkten vlees uit hun schappen weren dat onder erbarmelijke omstandigheden voor tot stand is gekomen.

D66 vindt dat de Nederlandse supermarkten binnen twee jaar een convenant moeten sluiten waarin ze afspreken:
  • dat ze geen vlees verkopen waar op levende dieren is ingesneden. Dus geen vlees van biggen die onverdoofd zijn gecastreerd, geen staarten afhakken, geen snavels en tanden afknippen
  • dat er geen import van dierlijke producten plaatsvindt afkomstig uit landen waar géén of onvoldoende toezicht is op dierwelzijn
  • dat ze geen vlees verkopen dat voortkomt uit diertransporten langer dan 8 uur
  • dat ze geen vlees verkopen waar dieren honger voor hebben geleden, zoals bij ouderdieren en kalveren.

Veehouder vraagt feiten maar brengt fictie

De heer Waalkens (PvdA) pleit in het Dagblad van zaterdag 23 mei dat de discussie over de intensieve veehouderij (bio-industrie) over feiten moet gaan zonder ook maar een feit te noemen. Bij dhr Waalkens, zelf veehouder, zou je kunnen aanvoeren dat hij zijn betoog houdt uit eigen belang. Het beeld dat de intensieve veehouderij duurzaam kan zijn klopt niet. 13 miljoen! hectaren oerwoud per jaar wordt gekapt om plaats te maken voor de productie van soja en graan dat gebruikt wordt als voer voor vooral varkens en kippen. Meer dan 5 kilo veevoer is nodig voor het produceren van 1 kilo vlees. Door deze kap sterven nu 1000x sneller als ooit waargenomen diersoorten uit. Nederland is na China de grootste importeur van soja. De klimaatveranderingen kunnen we makkelijker de baas als we onze (vlees) consumptie beperken. Vele duizenden kilo’s antibiotica worden preventief gevoerd aan kippen en varkens in de bio-industrie. Effectievere maatregelen ter voorkoming van dierziekten is het vermijden van grote concentraties van dieren op een plek. Dat lukt alleen in kleine veehouderijen.

Laten we produceren voor onze eigen behoefte, niet voor onze hebzucht. Kies daarom ook voor een vleesvrije dag in week.

Johan de Leeuw

26 mei 2009

Europees verbod op de bonthandel

Persbericht PvdD: Partij voor de Dieren wil een Europees verbod op de bonthandel

Nederlands nertsenfokverbod eindelijk dichtbij

Den Haag, 26 mei 2009 - Vandaag debatteert de Partij voor de Dieren in de Tweede Kamer over het wetsvoorstel verbod nertsenfokkerij. Het lot van de nertsen lag in handen van de Christen Unie en Partij voor de Vrijheid. De PVV heeft vandaag laten weten voor het verbod te zullen stemmen. Daarmee is er een meerderheid in de Tweede Kamer. Maar de grote strijd moet nog geleverd worden in de Eerste Kamer waar onze senator Niko Koffeman ook de Haas in de Marathon zal zijn die de andere partijen warm laat lopen voor het nertsenfokverbod. De Partij voor de Dieren vindt dat het fokken van pelsdieren definitief zal moeten worden verboden, omdat bont een overbodig luxeproduct is dat geen enkele rechtvaardiging vormt voor dierenleed.
In Europees verband pleit de Partij voor de Dieren daarom voor een Europees fokverbod voor pelsdieren en een handelsverbod voor bont. Daarnaast is de Partij van mening dat een importverbod niet voldoende is, maar er ook een doorvoerverbod zou moeten komen om te voorkomen dat de sluikhandel doorgaat en de handel in bont met derde landen een profijtelijke Europese activiteit blijft.
Nu Europa inmiddels een verbod op de import van honden- katten- en zeehondenbont heeft ingevoerd, is het tijd om een totale afschaffing van bontfokkerij en bonthandel in Europees verband te bepleiten. De Partij voor de Dieren is nu nog de enige partij die pleit voor zo’n verbod, maar verwacht navolging te kunnen bewerkstelligen bij andere partijen.

13 mei 2009

Alterra: het koper- en zinkgehalte in veevoer leidt tot uitspoeling zware metalen

bron: Agrarisch Dagblad, 02/05/09. Het aanscherpen van het mestbeleid vermindert de uitspoeling van zware metalen zoals cadmium, koper en zink naar het oppervlaktewater niet. Dat blijkt uit een modelstudie van Alterra van Wageningen UR. Er moet zelfs rekening worden gehouden met een verdere toename van de uitspoeling en die is het grootst bij koper. In de meeste gebieden in Nederland is de toevoer van metalen naar de bodem veel groter dan de uitspoeling. Hierdoor neemt de voorraad zware metalen in de bodem toe en zal de uitspoeling op termijn verder toenemen.

Alterra dringt aan op maatregelen om de toename van de uitspoeling van zware metalen tot stilstand te brengen. Het koper- en zinkgehalte in veevoer zou gehalveerd moeten worden en de onderzoekers pleiten voor een verbod op het gebruik van koper in klauwontsmettingsbaden. Ook het gehalte aan cadmium in fosfaatkunstmest kan met 50% terug. Om tot verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit te komen zijn daarnaast ook buiten de landbouw maatregelen nodig.

Rapport toont risico's voor volksgezondheid door intensieve varkenshouderij

'Mexicaanse' griep: Rapport toont risico's voor volksgezondheid door intensieve varkenshouderij

Persbericht Nijmegen, 13 mei 2009. De bio-industrie is te vergelijken met een snelkookpan, waarin virussen en andere ziekmakers zich snel kunnen vermengen en verspreiden. Dat is de conclusie van een nieuw rapport van Compassion in World Farming dat deze week verscheen naar aanleiding van de uitbraak van de nieuwe 'Mexicaanse' griep.

Het rapport, dat gebaseerd is op zeer recente wetenschappelijke inzichten, laat zien dat het Mexicaanse virus afkomstig is van varkens en grote gelijkenissen vertoont met virussen die eerder de kop opstaken in Noord-Amerikaanse varkenshouderijen. Bovendien legt het rapport uit dat alleen al het grote aantal dieren in de industriële veehouderij bijdraagt aan de makkelijke verspreiding van dierziekten. Dat geldt bijvoorbeeld óók voor: de hoge bezettingsgraad in de stallen, het vele directe contact tussen de dieren, de veelvuldige diertransporten, de afvoer van mest en het stof in de stallen.

Al eerder wezen onafhankelijke onderzoekcentra op de risico's voor de menselijke gezondheid die ontstaan door de intensieve veehouderij. Nog in 2007 waarschuwde de FAO (de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties) voor de mogelijke ontwikkeling en verspreiding van zoönoses (ziekten die overgaan van dieren op mensen) in industriële varkens- en pluimveehouderijen. Hoe serieus die waarschuwing genomen moet worden blijkt uit de recente griepuitbraak. 'Grootschalige, industriële veehouderij bedreigt niet alleen het welzijn van de dieren maar brengt ook grote risico's met zich mee voor de gezondheid van mens en dier', aldus Geert Laugs, campagnecoördinator van Compassion in World Farming Nederland.

09 mei 2009

Nederland heeft baat bij vaagheid herkomst landbouwproducten

Veel Europese landen zijn voor een verplichting op voedsel in de supermarkt met etiketten die aangeven waar het is geproduceerd. Nederland als exporterend land ziet deze ontwikkeling als een bedreiging. Nederland zou liever de aanduiding zien “geproduceerd in de EU”.
Kennelijk zouden veel buitenlandse consumenten geen producten uit Nederland kopen als zij hetzelfde product uit het eigen land kunnen kopen. In het geval van dierlijke producten hebben die buitenlanders daar groot gelijk in. Waarom dierlijke producten over de hele wereld slepen terwijl een veehouder uit de eigen regio het net zo diervriendelijk kan? Daar komt nog bij dat ons land veel veevoeder moet importeren om het half miljard dieren jaarlijks te kunnen voeden. En dat gaat (ook) ten koste van natuur en milieu in het buitenland.
Dier- en milieuvriendelijkheid worden in Nederland minimaal ingevuld omdat men anders in kostprijs niet kan concurreren met het buitenland.
Dit is een reden des te meer om de vaderlandse veehouderij voor te houden dat haar omvang ongewenst is. Om krimp tot een gezond niveau te bevorderen moet de overheid (nationaal en Europees) stoppen met het subsidiëren van veehouderij. Weliswaar houden grootschalige bedrijven de concurrentieslag het langst vol, maar zij drukken wel de grootste negatieve stempel op het aanzien van het platteland.

08 mei 2009

Stop de dierziektes, stop de megastallen

Varkensgriep is zoveelste voorbeeld van risico's dierziekten voor de mens
Milieudefensie: 'Stop de dierziektes, stop de megastallen'

Persbericht Amsterdam, 8 mei 2009 – Megastallen vergroten het risico van het ontstaan van voor de mens schadelijke dierziekten. De overheid dient dan ook een bouwstop in te stellen voor deze veefabrieken. Milieudefensie start daarom vandaag op internet de petitie 'Stop de dierziektes, stop de megastallen' waarin regering en parlement worden opgeroepen om te kiezen voor een veehouderij die volksgezondheid, dierenwelzijn en milieukwaliteit wél respecteert. De dreiging van de onlangs in Mexico opgedoken varkensgriep vormt de aanleiding voor de oproep.

Campagneleider Wouter van Eck van Milieudefensie: “Laten we elkaar niet voor de gek houden door de andere naam die nu op het varkensgriepvirus wordt geplakt. Zeker is dat dit virus wel degelijk is ontstaan bij varkens en vervolgens op mensen is overgegaan. Ook bij de vogelgriep gaat het virus over van het vee op de mens. De veehouderij van de toekomst zal deze risico’s moeten verkleinen, in plaats van vergroten.”

Nederland is wereldwijd het land met de meeste varkens en kippen per vierkante kilometer. Miljoenen dieren leven er op elkaar gepakt. Ze zijn eenzijdig doorgefokt, waarbij grote hoeveelheden antibiotica worden toegediend. Naarmate meer dieren op deze wijze massaal bij elkaar worden gehouden nemen de gezondheidsrisico’s toe. Zogenoemde megastallen, waarin zelfs duizenden varkens of honderdduizenden kippen op elkaar gepropt worden, zijn de meest extreme vorm van deze intensieve veehouderij. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft vorig jaar al geconcludeerd dat door dergelijke megastallen de kans op het ontstaan van voor de mens gevaarlijke ziekten verder kan toenemen.

82 Veefabrieken gepland
Momenteel zijn bij Milieudefensie plannen bekend voor maar liefst 82 te bouwen megastallen, verspreid over Nederland. Het grootste bouwplan is voorzien in Grubbenvorst (Limburg), waar een bedrijf met 35.000 varkens en 1,2 miljoen kippen moet komen. Minister Verburg (Landbouw) steunt de komst van dit soort veefabrieken. Zij weigert dan ook een gedegen onderzoek te laten verrichten naar de risico’s voor de volksgezondheid. Zij weigert bovendien om de eveneens risicovolle clustering van veebedrijven in zogenoemde Landbouw Ontwikkelings Gebieden (LOG's) ongedaan te maken.

Wouter van Eck: “Het is bizar dat onze overheid de risicovolle megastallen blijft steunen. Zeker nu er, met de huidige uitbraak van de varkensgriep, opnieuw een duidelijk signaal wordt afgegeven dat het zowel voor dieren als voor mensen ongezond is om op deze wijze vee te houden. Voor de geplande veefabriek in Grubbenvorst worden zelfs miljoenen euro’s subsidie beschikbaar gesteld. Wordt dit de kraamkamer voor nog meer nieuwe dierziekten?”

27 april 2009

PvdD vraagt ministers naar relatie bio-industrie en varkensgriep

Partij voor de Dieren stelt Kamervragen over varkensgriep

Persbericht Den Haag, 27 april 2009 - De Partij voor de Dieren maakt zich ernstig zorgen over de uitbraak van varkensgriep in Mexico en de verspreiding van het virus naar andere delen van de wereld. Marianne Thieme heeft daarom Kamervragen gesteld aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

In heel Mexico zijn inmiddels ruim 1300 mensen besmet met het virus. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zijn mogelijk 60 mensen overleden aan de varkensgriep terwijl het einde van de golf nog lang niet in zicht lijkt te zijn. Inmiddels heeft het virus ook de Verenigde Staten, Canada en Spanje bereikt. Deze specifieke variant, subtype van het Influenza A-virus H1N1, is in tegenstelling tot de meeste varkensgriepsoorten overdraagbaar van mens tot mens. De Mexicaanse autoriteiten zijn inmiddels een grootschalige vaccinatiecampagne gestart tegen het virus.

Tot nu toe is er weinig aandacht voor de oorzaak van de besmetting, maar de kans is groot dat intensieve varkenshouderijen de veroorzaker zijn van dit gemuteerde griepvirus. In de intensieve en grootschalige varkensfabrieken worden dieren dicht op elkaar gehouden en hebben zij geen ruimte om hun natuurlijke gedrag te uiten. Daardoor ontstaat stress en verzwakt het immuunsysteem. Virussen als de varkensgriep krijgen hierdoor vrij spel. De Partij voor de Dieren wil van de ministers weten of zij erkennen dat het ontstaan van dit virus direct te maken heeft met de intensieve veehouderij en wat zij van plan zijn te doen tegen de verspreiding ervan.

Tot zover het persbericht van de PvdD.
Zie ook "Intensieve varkenshouderij is een gevaar voor de volksgezondheid".

24 april 2009

Als de boeren een klein stapje terugdoen is dat de redding van veel vogels

De Vogelbescherming roept de boeren op om een klein stapje terug te doen:

Soorten als veldleeuwerik, patrijs en grauwe gors zijn met meer dan 90% afgenomen sinds de jaren zestig. Gele kwikstaart, kneu en graspieper zijn sinds die tijd gehalveerd. Agrarisch natuurbeheer kan uitkomst bieden, maar daar moeten dan wel voldoende financiële middelen tegenover staan.

Oorzaken van de sterke achteruitgang van akkervogels komen door een steeds verdere intensivering van de landbouw. Schaalvergroting en het verdwijnen van natuurlijke landschapselementen leiden tot vermindering van broedgebied. Door intensief gebruik van pesticiden en kunstmest ontstaat er minder voedselaanbod. Efficiëntere oogstmethoden hebben tot gevolg dat er ook ’s winters minder voedsel aanwezig is, waardoor er dan meer vogels sterven.

Onderzoek toont aan dat agrarisch natuurbeheer uitkomst kan bieden. De aanleg van brede akkerranden zal leiden tot hogere dichtdeden van onder meer veldleeuwerik en grauwe kiekendief. Het laten overstaan van granen resulteert in hoge aantallen grauwe gors, kneu, geelgors en veldleeuwerik in de wintermaanden. Bijkomend voordeel van deze maatregelen is dat ze goed inpasbaar zijn in de gangbare bedrijfsvoering van akkerbouwers.

Natuurlijke plaagbestrijding

De akkerranden zorgen voor beschutting van weidevogels om te broeden en voldoende voedsel, zoals insecten. Ook zorgen de insecten voor natuurlijke plaagbestrijding, zoals het verminderen van luis in de gewassen.

Meer lezen over akkerranden beheer? Klik hier.


 

Nederlandse boeren drukken elkaar uit de markt

Over tien jaar zijn er van elke drie land- en tuinbouwbedrijven in Nederland nog maar twee over. De helft van de melkveebedrijven is dan verdwenen. Het aantal koeien blijft wel ongeveer gelijk, maar de varkensstapel zal krimpen. Dat voorspellen deskundigen van het LEI.

De tendens tot het maken van een supersprong in de grootte van het aantal koeien dat permanent in een megastal wordt gehouden gaat niet alleen ten koste van dierenwelzijn, maar drukt ook boeren uit de markt. Er is domweg niet voldoende ruimte in ons land om alle boeren te laten uitbreiden. De Nederlandse boer produceert voornamelijk voor het buitenland.

Het gevolg van deze ontwikkeling is dat het Nederlandse platteland voor lange tijd een stuk lelijker wordt.

23 april 2009

CDA kamerlid schoffeert vleesverminderaars

Europese Lijsttrekker van de Partij voor de Dieren, Natasja Oerlemans, schrijft webstrijd uit.

Beste vegetarische recept om Henk Jan Ormel en Europese Christendemocraten op andere gedachten te brengen

Persbericht PvdD: Den Haag, 23 april 2009 –Natasja Oerlemans heeft een webstrijd uitgeschreven om het vleesgeworden cynisme van het CDA te doorbreken met lekkere hapjes. Dierenarts en CDA kamerlid Henk Jan Ormel is gek op het proeven van dieren. Zozeer dat hij op radio 1 en in een kamerdebat pleitte voor een verbod op het vegetarisch kookboekje van het Voedingscentrum, ‘een dag zonder vlees’.

En het geld dat zou ‘vrijkomen’ door het vegetarisch kookboek te schrappen, zou wat Ormel betreft besteedt moeten worden aan een publiekscampagne om de ‘zegeningen’ van de dierproeven aan een groot publiek bekend te maken.

Provocatie zit een beetje in het bloed van veel CDA-ers, eerder pleitte fractiegenoot Koopmans al voor een rehabilitatiecampagne voor foie gras, pleitte CDA landbouwminister Gerda Verburg ervoor scholieren het bos in te sturen om zelf illegaal hazen te gaan vangen en sprak Annie Schreijer-Pierik de gedenkwaardige woorden “een haas hoort in de pan, geschoten door mijn Jan”.

En de Christendemocraten in het Europees Parlement eisten met succes dat vleesvermindering zou worden geschrapt uit een lijst van 200 klimaatbesparende maatregelen.

Daarmee schoffeert het CDA de 800.000 vegetariërs en 3,5 miljoen vleesverlaters die overtuigd zijn van het nut van vleesvermindering. CDA fractievoorzitter Pieter van Geel noemde vlees (in de tijd dat hij staatssecretaris van VROM was) nog ‘het meest milieuonvriendelijke deel van ons voedselpakket’, maar fractielid Ormel lijkt een duidelijk ander signaal af te willen geven.

Pleitte Wilders eerder voor een verbod op de Koran, nu zouden vegetarische kookboekjes of milieubesparingstips verboden moeten worden volgens het CDA.

Daarom roept Natasja Oerlemans iedereen die een maaltijd zonder vlees kan waarderen, op om zijn of haar favoriete vegetarische recept te mailen naar Henk Jan Ormel en de Europese Christendemocraten.

Inzenden kan via www.partijvoordedieren.nl en de 5 meest originele inzendingen worden beloond met het meest omvangrijke vegetarische kookboek ooit: De Dikke Vegetariër van New York Times foodcolumnist Mark Bittman. Het boek telt meer dan 1000 pagina’s en 2000 vegetarische recepten en is nog steeds niet verboden!

18 april 2009

Hoe moffel je een megastal weg?

De ene groep boeren dringt de andere groep uit de markt. Alleen degenen die groot denken zullen nog een tijdje overleven. Daarmee komt het einde van de bio-industrie een stap dichterbij. Maar eerst moet de Nederlandse burger nog de horizonvervuiling verdragen van de megastallen die gebouwd worden voor koeien, varkens en kippen.
Grote veestapels bijeen in 1 stal maken bedrijfsvoering relatief goedkoop. Het vooruitzicht op een groeiende afzet in een globale markt, maakt dat de moderne boer haast heeft en dat alle zeilen worden bijgezet in een discutabel politiek maatwerk.
Het aantal grootschalige boeren is niet zo groot en de aanslag op het landschap des te meer. De provincie stuurt daarom de ambtenaren de boer op van de megalomanen onder de veehouders. In zogenaamde keukentafelgesprekken wordt ervoor gezorgd dat de boer zo snel mogelijk zijn zin krijgt en dat het resultaat zo min mogelijk uit de toon valt in het landschap.
Omdat er veel geld valt te verdienen zijn ook de architecten van de partij. Evenals de universiteit van Wageningen. Zij onderzoekt hoe het zou kunnen, desnoods voor het gehoor van het buitenland, dat vervolgens dankbaar de concurrentie met de Nederlandse boer aangaat en daarmee de sector versneld om zeep helpt. De Nederlandse boer neemt over wat hem geld oplevert en laat achterwege wat het dier welzijn zou opleveren.
Prijsvragen worden uitgeschreven, erfbeplanting begroot, iedereen werkt samen om de grootse dromen van de laatste veehouders te verwezenlijken. Brutalen bebouwen de halve wereld.
Bijna niemand die nog vraagt of het allemaal nog leidt tot verhoging van het dierenwelzijn. De dieren komen niet meer buiten, hoogstens gelucht op de binnenplaats of een uitzondering, breed uitgemeten in de pers, daargelaten. Binnen wordt met minimale middelen de arbeid wegbezuinigd en aan de koe of het varken met nog wat lapmiddelen wordt de suggestie van welzijn gegeven. Melkrobots, roterende borstels, waterbedden en computergestuurde voeding moeten het oog van de meester vervangen. Het oog van de meester maakte mogelijk vroeger varkens vet, maar in de moderne stal zijn de koeien mager, uitgemolken tot op het bot.
Kan de burger uit de stad die vanwege de economische crisis een extra vakantie op het platteland dit zien aan de buitenkant? Het is maar de vraag of hij een stal herkent, want er is alles aangedaan om niet op te vallen: geen verrommeling meer en dichte erfbeplanting onttrekken de grootschalige bedrijfsvoering zo veel mogelijk aan het oog.
Misschien ziet de naïeve toeristische fietser de mestvergister als een fata morgana van een oosterse kathedraal, in plaats van een fabriek waarin afval en mest tot energie wordt opgewerkt met 50% subsidie van zijn zuurverdiende belastingcenten. Zou hij zo naïef zijn om te denken dat de biologische boer minder megalomaan is?

Dit alles omdat de moderne boer een ondernemer is geworden, die zijn geld verdient op verre markten. Vroeger bracht de boer de opbrengst naar de lokale markt. Nu is hij slaaf geworden van de verwerkende agro-industrie, die haast heeft in de slag om de wereldmarkt.

11 april 2009

Het manifest van Brambell

Minister Ter Horst wil een soort manifest voorleggen aan organisaties die zich bezighouden met dierenwelzijn. In dit manifest zou moet staan dat men zich afkeert van acties die gepaard gaan met geweld. Er is in den Haag kennelijk een soort hysterie ontstaan wegens het feit dat een paar lieden in dit land menen voor dieren op te moeten komen door mensen te bedreigen, brand te stichten en andere dingen te doen die wettelijk en moreel niet door de beugel kunnen. Terecht is dit hersenspinsel van mevrouw Ter Horst afgebrand, op een enkele partijpolitieke uitzondering na. Het is natuurlijk ongerijmd mensen te laten verklaren dat zij zich aan de wet zullen houden en geen acties zullen ondernemen die in strijd daarmee zijn. Iedere burger in dit land is gehouden de wet te gehoorzamen en bij overtreding wordt die burger daar op passende wijze op aangesproken. Er is ook geen enkele reden aparte wetgeving te genereren om het gewelddadig dierenactivisme adequaat aan te pakken. De bestaande wetgeving voorziet daar namelijk uitstekend in! Ook de mededeling dat wanneer men weigerachtig zou zijn genoemd manifest te ondertekenen, dat extra aandacht van de overheid tot gevolg zou hebben is een regelrechte belediging van al die goedwillende, betrokken en gemotiveerde mensen en organisaties in dit land die zich terecht druk maken over wat er met dieren gebeurt. Organisaties als de Dierenbescherming, Wakker Dier, Varkens in Nood, Bont voor Dieren, Wilde dieren de tent uit en niet te vergeten de Partij voor de Dieren en vele andere zijn opgericht door en bemensd met betrokken, integere en loyale lieden die een respectvolle behandeling van dieren nastreven, iets wat in deze overconsumptiemaatschappij beslist geen vanzelfsprekendheid is.
Maar stel nu eens dat die verklaring er toch zou komen en stel nu eens dat al die brave dierenactivisten, al dan niet gedwongen, die verklaring zouden ondertekenen. Zou het dan ook niet eerlijk zijn dat er nog een verklaring komt en wel van de kant van hen tegen wie de acties van de activisten zich richten?
Wat zou er dan onredelijk zijn aan een verklaring dat men zich bij het houden van dieren verplicht “de vijf vrijheden van Brambell”* te respecteren en na te leven?
De minister van LNV, mevrouw Verburg, heeft namelijk zelf aangegeven wat zij onder het begrip dierenwelzijn verstaat:

Dierenwelzijn betreft de kwaliteit van het leven van het dier, waarbij de houder de ‘vijf vrijheden’ respecteert en daarmee de grenzen van het adaptatievermogen van het dier niet overschrijdt.

Die vijf vrijheden zijn:

Dieren zijn vrij:
1. van dorst, honger en onjuiste voeding;
2. van fysiek en fysiologisch ongerief;
3. van pijn, verwondingen en ziektes
4. van angst en chronische stress;
5. om hun natuurlijk (soorteigen) gedrag te vertonen.


Let wel, het gaat hier om dieren die “gehouden” worden, wat nog iets anders is dan dieren waarvan gehouden wordt! Want de tegenwerpingen voel ik al aankomen. “In de natuur wordt ook honger en dorst geleden, hebben dieren pijn, angst en stress en gaan ze soms ellendig dood”! Ja, lijden is inherent aan het leven. Dat geldt voor mensen en andere dieren. Lijden dat door de mens wordt toegebracht aan andere levende wezens zonder dat daar een noodzaak of acceptabele reden voor bestaat is iets wat in een zich beschaafd noemende samenleving voorkomen en bestreden moet worden.
Het moge duidelijk zijn dat strikte naleving van “de vijf vrijheden” het absolute einde van de bio-industrie zou betekenen. Want als ergens deze regels met voeten worden getreden is het wel in die sector. Maar ook activiteiten als in circussen “optredende” wilde dieren, exploitatie van dierentuinen, allerlei sporten die, soms letterlijk, over de ruggen van dieren worden bedreven, kortom alles wat de mens meent te kunnen en mogen uitvreten met dieren op grond van zijn vermeende superioriteit zou dan ernstig heroverwogen moeten worden. En die heroverweging zou wel eens kunnen resulteren in het feit dat velen een andere broodwinning of hobby moeten gaan zoeken.
Ik zal het goed met de Minister maken. Als zij en/of haar medebewindslieden er voor zorgen dat de ideeën van meneer Brambell worden nagekomen wil ik wel een handtekening zetten onder een verklaring dat ik geen stoute dingen zal doen.

*In 1965 kreeg de commissie Brambell opdracht van de Britse regering voorwaarden vast te stellen waaronder dieren gehouden zouden moeten worden.

09 april 2009

Varkens in Nood hekelt supermarkt

Supermarkten adverteren massaal met goedkoop industrievlees

Persbericht Supermarktmonitor Varkens in Nood: biologisch vlees en vleesvervangers worden in reclamefolders nauwelijks aangeprezen.
Supermarkten benadrukken graag dat ze dierenwelzijn hoog in het vaandel hebben. Hun reclamefolders zijn echter gevuld met aanbiedingen van dieronvriendelijk vlees. Biologisch vlees en vleesvervangers zijn in de folders niet of nauwelijks te vinden. ‘Vlees eten is slecht voor de dieren en slecht voor het milieu. Reclame maken voor goedkoop vlees is onethisch’, stelt Hans Baaij, directeur van Stichting Varkens in Nood.

Met het paasfeest voor de deur, dat van oudsher wordt gevierd met een veelheid aan dierlijke producten, is Varkens in Nood een onderzoek gestart naar de frequentie waarmee supermarkten industrievlees, biologisch vlees en vleesvervangers aanprijzen. In 92 procent van de aanbiedingen bleek het om industrievlees te gaan.

Albert Heijn gaat er prat op de grootste te zijn op het gebied van vleesvervangers. De supermarkt zegt de consument aan te moedigen om minder vlees te eten. Loze woorden, zo blijkt uit het onderzoek van Varkens in Nood. Albert Heijn maakte in de onderzochte periode 24 keer reclame voor gangbaar industrievlees. Biologisch vlees en vleesvervangers waren in folders van de supermarkt niet te vinden.

C1000 deed het in de zes weken die het onderzoek besloeg niet beter. De supermarkt heeft in de onderzochte periode 39 keer industrievlees onder de aandacht gebracht. Biologisch vlees en vleesvervangers bleven in de folders van de supermarkt achterwege. Ook Jumbo, Dekamarkt, Aldi en Lidl maakten louter reclame voor vlees van dieren die onder erbarmelijke omstandigheden zijn gehouden en geslacht.

Van de dertien supermarkten onderscheidde alleen Dirk van de Broek zich in positieve zin wat betreft het aanprijzen van biologisch vlees. De supermarkt maakte in haar folders 23 keer reclame voor biologisch vlees tegenover 52 reclames voor industrievlees. Varkens in Nood hoopt dat de supermarkt die voortrekkersrol ook in de toekomst blijft vervullen.

Biologisch vlees speelt een ondergeschikte rol in supermarktfolders, maar vleesvervangers lijken werkelijk producten waarvoor supermarkten zich schamen. Samen maakten de dertien supermarkten slechts tien keer reclame voor vleesvervangers, tegenover 609 reclames voor vlees.

Supermarkten kunnen veel betekenen als het gaat om het uitbannen van dierenleed in de vee-industrie. Ze hebben immers veel invloed op het koopgedrag van de consument. Varkens in Nood ziet graag dat supermarkten hun diervriendelijke producten promoten. De stichting zal daarom haar onderzoek voortzetten en elk kwartaal een supermarktmonitor publiceren.

Zie ook deze video over hoe supermarkt marketing werkt.

04 april 2009

Varkens lijden door verdoving en verveling

Journaliste Pauline Veen van Eenvandaag bekeek samen met oud-dierenarts en verdovingsexpert Reinder Hoenderken beelden van een verdoving van varkens met CO2.
In haar weblog schrijft zij:
Vijf keer zie ik een varken in totale paniek zijn kop heen en weer slaan tegen de wand van de bak. Zijn voorpoten zitten vastgebonden om ervoor te zorgen dat de elektroden op zijn hoofd, die de hersenactiviteit moeten meten, er niet afvliegen. Maar anders waren er echt ongelukken gebeurt, met zo’n beest van 120 kilo. Hij probeert echt alles om eruit te komen, tevergeefs. Als leek denk ik: dit is toch wel ‘onaanvaardbare pijn en opwinding’.
Dertig jaar oude beelden ja, maar: het gas is niet veranderd, de dieren zijn niet veranderd, de methode is niet veranderd. Alles gaat zoals het toen ging.
En dus kunnen we dankzij de boven water gehaalde filmbeelden ons na dertig jaar weer afvragen: lijden onze varkens?

Oordeelt u zelf: op Eenvdaag kunt u de uitzending bekijken die collega Simone Timmer en ik erover maakten.

Tot zover het weblog.

In de uitzending rekent Hoenderken voor dat bij een slachterij die jaarlijks 5 miljoen varkens slacht, die elk 20 seconden lijden ("ongerief") door bovengenoemde methode van verdoven, 100.000.000 seconden dierenleed oplevert.
Helaas is dit niet enige moment dat een varken lijdt in zijn leven. In de zes maanden die een varken in zijn korte leventje opgroeit in een saaie stal mag ook de verveling gerekend worden onder dierenleed.

31 maart 2009

Nederland kent te weinig visvriendelijke gemalen

Er zijn in Nederland veel barrières voor vissen: zij komen een polder niet in of onbeschadigd uit. Ook dat helpt niet om de paling te redden.
Onze watersystemen zijn enorm versnipperd:
• Tienduizenden stuwen
• > 4.500 gemalen
• 6 waterkrachtcentrales
• Duizenden sluizen, dammen, waterinlaatwerken, duikers etc.

Daar bovenop geldt:
• Veel waterinlaten worden weinig gebruikt
• Veel waterinlaten zijn voor vissen slecht toegankelijk
• Veel waterinlaten liggen voor de vissen verkeerd (ze zouden in of pal naast de gemalen moeten liggen)

Het is niet zo moeilijk om een gemaal visvriendelijk te maken. Een manier is om in het gebied waarnaar gespuid wordt een reservoir te creëren met een open verbinding naar het buitenwater, waarbij de vissen vrij kunnen inzwemmen bij het spuien. Na het spuien wordt het reservoir gesloten en wordt er een doorgang in of om het gemaal geopend naar binnen. Dat extra water later weer spuien zou een vissenleven waard moeten zijn en een oplossing waarbij wind- en zonne-energie zou worden ingezet is natuurlijk helemaal goed.
In 1996 is in de Benelux Beschikking Vrije Vismigratie afgesproken dat alle vismigratieknelpunten in de gehele Benelux per 1-1-2010 opgelost moeten zijn. Nederland heeft hier echter nog niets meegedaan.
Het inrichten van de watersystemen voor vismigratie zou gezien kunnen worden als een onderdeel van een ecologische hoofdstructuur. Werken daaraan zou werkgelegenheid kunnen opleveren en een grote stap vooruit zijn voor de biodiversiteit en het dierenwelzijn in het water. Uiteraard zou een inrichting van de Nederlandse waterwegen gericht op vrije migratie van dieren en plantenleven de meest duurzame, dier- en milieuvriendelijke aanpak zijn.
In Haren, bij het Friese Veen staat het eerste exemplaar van een visvriendelijk gemaal. Adviesbureau Tauw gaat het ontwerp verzorgen van twee visvriendelijke gemalen volgens het FishTrack principe. FishTrack is een door Tauw bedacht systeem dat vissen ongedeerd door gemalen loodst. Het Friese gemaal Offerhaus en Henswoude zijn de eerste gemalen waarin het visvriendelijk principe FishTrack wordt toegepast.

Meer lezen? Kijk op www.vismigratie.nl.

30 maart 2009

Vereniging Peace Consumer wil via bankrekening vrijheid kwetsbare groepen verdedigen

PEACE Consumer gaat 4 verenigingen van bankrekeninghouders oprichten

PEACE Consumer gaat voor de vier grootste Nederlandse banken onafhankelijke rekeninghouders-verenigingen oprichten. Het gaat om ABNAmro-Fortis, ING, Rabobank en de SNS-bank. Deze verenigingen willen als stakeholder namens de klanten van de banken medezeggenschap claimen over voor rekeninghouders belangrijke zaken en zo een einde maken aan de eenzijdige macht van de aandeelhouders bij drie van de vier banken. Bij de coöperatieve Rabobank zijn geen aandeelhouders. Ook daar gaat het om een vergroting van de invloed van de rekeninghouders via medezeggenschap.

Elders op de site is te lezen (citaat):

VREDE/PEACE wordt bevorderd door eerlijke produktie. Produktie met respect voor de vrijheden, rechten en waarden van
P eople/mensen
E arth/aarde
A nimals/dieren
C ulture/cultuur
E nvironment/milieu

People

Echte vrijheid is dat je in alle levenssituaties zowel vrij bent als je vrij voelt. Zowel in je huiselijke situatie, in je dagelijkse leefwereld als in de overkoepelende sociale, economische en maatschappelijke structuren, zowel nationaal als mondiaal. Het begrip vrijheid is vanzelfsprekend een abstractie, een utopie. Wat belangrijk is, is dat je je als mens vrij voelt. De subjectieve beleving dus van het begrip vrijheid. In elke levenssituatie (micro, meso en macro) kan er sprake zijn van vrijheid en onvrijheid. Het gaat er daarbij om dat je je als mens vrij voelt, zowel gevoelsmatig, emotioneel, cognitief als fysiek.
Vrijheid wordt hier opgevat als de afwezigheid van angst en de aanwezigheid van hoop, verwachting en toekomstperspectieven gebaseerd op reële mogelijkheden.

Animals

De waarden van dieren omvatten alle dierenrechten van dieren. Het gaat daarbij zowel om huisdieren, productiedieren, proefdieren, zwerfdieren, dieren in de vrije natuur en alle overige dieren. Uitgangspunt is de intrinsieke waarde van een dier. Tot op heden zijn de vrijheden voor dieren slecht geregeld. Uitgangspunt daarbij zijn de standpunten waarover in grote lijnen overeenstemming bestaat binnen de organisaties die zich bezig houden met de rechten en belangen van dieren en de bescherming van dieren. Voor zover deze standpunten in wetten en regels zijn vastgelegd moeten deze geëerbiedigd worden. De dierenrechten zullen verder uitgebreid en geregeld moeten worden.

Tot zover een paar citaten van de website.

Je kunt natuurlijk ook direct overgaan naar een bank die op bovenstaande aspecten verantwoordelijk(er) werkt. Welke banken dat zijn? Vergelijk ze via de Eerlijke Bankwijzer.

28 maart 2009

Ecomare meldt: Bruinvissen in scheepsschroeven ongeloofwaardig


Ecomare zet grote vraagtekens bij de voorlopige conclusies van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) naar verminkte bruinvissen die 26 maart naar buiten zijn gebracht. Het NFI heeft geconcludeerd dat de verwondingen van de dieren niet moedwillig door mensen zijn toegebracht maar veroorzaakt door contact met scheepsschroeven. De Korps landelijke politiediensten (KLPD) heeft hierop besloten het strafrechtelijk onderzoek af te sluiten. Het gaat om 60 versneden bruinvissen op een totaal van 167 aangespoelde bruinvissen sinds november 2008.

De resultaten leiden echter eerder tot meer vragen dan tot antwoorden. Hoe kan het dat het vooral om verwondingen aan de keel en onderzijde gaat? Hoe zijn de touwsporen om de staarten en de bloeddoorlopen ogen die wijzen op verdrinking te verklaren? Hoe verklaren we de kleine stukjes bruinvis op het strand? Bovendien gaat het alleen om vette, gezonde dieren. Zieke en verzwakte dieren spoelen ook aan, maar dan intact.

Bruinvissen zijn zeer schuw ten aanzien van schepen. Ze hebben een feilloos gehoor waarmee ze schepen met hun harde motorgeluid altijd zullen ontwijken. Waar zou de plotselinge gedragsverandering van bruinvissen om zich in de buurt van schepen op te houden vandaan komen? Hoe verklaar je het plotselinge lokale optreden bij Texel, langzaam naar het zuiden verdwijnend, gelijk met het verschuiven van de voedselbronnen? Hoe kan het dat de kenmerkende repeterende sneden van scheepsschroefverwondingen niet bij deze bruinvissen voorkomen?

Inmiddels is contact opgenomen met het NFI en de KLPD over het ongeloofwaardige karakter van deze uitkomsten. Ecomare dringt aan op voortzetting van het onderzoek om het raadsel van de verminkingen daadwerkelijk op te lossen en vervolgens maatregelen te treffen om herhaling te voorkomen.

Tot zover Ecomare.

Meer lezen over de dieronvriendelijke bijvangst van walvisachtigen en de onwil om mee te werken aan effectieve oplossingen als de ‘Pinger’, klik hier.

25 maart 2009

Kat en muisspel Verburg met de PvdD over import en fok van kleine huisdieren

Zoals wel vaker ontwijkt LNV minister Verburg een deel van de vragen die vertegenwoordigers uit de Tweede Kamer haar stellen. Ook is zij niet van plan in te grijpen om dierenleed te voorkomen tenzij er klachten binnenkomen bij de LID of AID.
“Een importverbod voor knaagdieren verhoudt zich niet met het EG-verdrag over het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten”.

Kamervragen van Ester Ouwehand van de PvdD over uitspraken met betrekking tot de registratie van de import en fok van kleine huisdieren.

1
Hebt u kennis genomen van de uitzending van de Keuringsdienst van Waarde over de handel in hamsters en de grootschalige import van hamsters uit Tsjechië?
Ja.

2, 3, 7 en 8
Kunt u aangeven op welke informatie u uw uitspraak heeft gebaseerd dat ‘de meeste hamsters die in Nederland te koop worden aangeboden afkomstig zijn uit Nederland’, wanneer registratie van fok en handel in knaagdieren ontbreekt?
Kunt u aangeven waarom u de jonge presentatrice in de uitzending heeft aangeraden niet alle ‘roddels’ te geloven, terwijl de redactie in haar zoektocht naar de herkomst van in Nederland verkochte hamsters juist is gestuit op hamsterfokkerijen in Tsjechië die aangeven te fokken voor de Nederlandse markt?
Kunt u bevestigen dat er per week 3.000 hamsters worden verkocht in de Nederlandse dierenwinkels?
Kunt u een overzicht geven van de herkomst van deze dieren? Zo nee, kunt u dan bevestigen dat u - in tegenstelling tot u stellige uitspraken in de uitzending- geen enkel zicht heeft op de herkomst van de hamsters die in Nederland worden verkocht en de omstandigheden waaronder deze dieren worden gefokt?

In de uitzending van het programma “De Kinderen van de Keuringsdienst van Waarde” wordt niet duidelijk welk deel van de in Nederlandse dierenspeciaalzaken verkochte hamsters, afkomstig is vanuit het buitenland.
Mijn antwoord heb ik gebaseerd op informatie dat deze dieren grotendeels afkomstig zullen zijn uit Nederland. Informatie van de brancheorganisaties bevestigt mijn uitspraak dat het merendeel van de hamsters in de Nederlandse dierenspeciaalzaak afkomstig is van Nederlandse fokkers.
Vertegenwoordigers van de brancheorganisaties voor dierenspeciaalzaken geven aan dat het aanbod van hamsters in de Nederlandse dierenspeciaalzaken voor ongeveer 2/3e deel afkomstig is van Nederlandse fokkers (beroepsmatige en hobbyfokkers). Ongeveer 1/3e deel van deze dieren is afkomstig uit het buitenland (vooral uit Polen en Tsjechië).
Er worden ongeveer 1000 hamsters per week verkocht in de Nederlandse dierenwinkels.

4 en 5
Waarom hebt u de Kamer onjuiste informatie verstrekt door in antwoord op eerdere Kamervragen te zeggen dat konijnen en knaagdieren ‘slechts incidenteel in het kader van fokprogramma’s worden geïmporteerd door fokkers’?
Kunt u aangeven waarop u uw uitspraak dat ‘het overgrote deel van de konijnen en knaagdieren dat aan dierenspeciaalzaken wordt geleverd, afkomstig [is] van particuliere fokkers’ in antwoord op Kamervragen heeft gebaseerd?

In mijn antwoord op uw Kamervragen van 27 mei 2008 over de opvang van konijnen en knaagdieren heb ik mij destijds gebaseerd op de informatie die daarover beschikbaar was.
Er is navraag gedaan bij zowel de brancheorganisaties als de LID.

6
Hoe beoordeelt u de scene waarin duidelijk wordt dat dierenspeciaalzaken niet weten waar de door hen ingekochte dieren vandaan komen en aangeven geen tijd te hebben om zich hiermee bezig te houden?
Ik kan en wens geen oordeel te geven naar aanleiding van deze enkele scene over de gang van zaken in een brancheorganisatie.

9
Deelt u de mening dat kopers en vooral verkopers van dieren dienen te weten waar de dieren die zij kopen dan wel te koop aanbieden zijn gefokt en dat het mogelijk zou moeten zijn hier toezicht op te houden? Zo nee, kunt u dit toelichten?
Op dit moment gelden - naast de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren – geen specifieke regels voor fokken, houden en verkopen van konijnen en knaagdieren in de commerciële gezelschapsdierensector.
De sector werkt momenteel aan een vrijwillige certificeringsregeling voor onder andere de dierenspeciaalzaken en de import- en groothandel. In dit stelsel wordt gedacht aan het opnemen van een registratie van diersoorten.

10
Vinden er AID-controles plaats bij de Nederlandse hamsterfokkers? Zo ja, wat zijn de aandachtspunten bij deze controles en met welke frequentie vinden deze plaats? Zo nee, waarom niet?
Controles vinden momenteel plaats op basis van meldingen. Indien er meldingen worden gedaan over het welzijn van hamsters dan worden deze in behandeling genomen door de LID of AID.

11
Kunt u toelichten wat u verstaat onder ‘illegale handel’ in hamsters vanuit Tsjechië?
Met “illegale handel” werd in dit kader gedoeld op de invoer of het vervoer van hamsters in strijd met de veterinaire handelsvoorschriften en welzijnsbepalingen die voor vervoer van dieren binnen de EU van kracht zijn.

12 en 13
Kunt u aangeven welke regelgeving Tsjechië hanteert voor het fokken en verhandelen van kleine huisdieren, zoals hamsters? Wordt het welzijn van deze dieren hierdoor voldoende gewaarborgd volgens u? Zo nee, welke consequenties verbindt u hieraan met betrekking tot de import van huisdieren uit Tsjechië?
Bent u bereid de import van knaagdieren uit landen als Tsjechië te verbieden en met voorstellen te komen voor de registratie en monitoring van de handel in kleine huisdieren?
Zo neen, waarom niet?

Tsjechië kent geen specifieke nationale regelgeving met betrekking tot het fokken en verhandelen van kleine huisdieren zoals hamsters. Navraag in Tsjechië heeft uitgewezen dat er geen welzijnsproblemen bekend zijn betreffende het fokken en verhandelen van deze dieren en ik zie dan ook geen reden consequenties te verbinden aan de import van huisdieren vanuit Tsjechië.
Een importverbod voor knaagdieren verhoudt zich niet met het EG-verdrag over het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten van de Europese Unie (EG-verdrag, artikel 28 en 29).

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

Minister verbiedt het doden van dieren door particulieren en broodfokkers voorlopig niet

Dit zijn een deel van de antwoorden die minister Verburg 23 maart gaf op Kamervragen van GroenLinks kamerlid Dibi over het doden van dieren onder de Wet dieren.

Is het waar dat het doden van dieren, zolang zij hier geen pijn door ondervinden, niet verboden is onder de nieuwe Wet dieren? Zo ja, waarom?
Waarom is er in het wetsvoorstel geen bepaling opgenomen waarin het doden van huisdieren strafbaar wordt gemaakt?
Waarom is het doden van dieren wel toegestaan, maar het mishandelen niet?
Bent u van plan om tegemoet te komen aan de brandbrief van de Dierenbescherming en in het wetsvoorstel bij het indienen in deze leemte te voorzien, zodat het doden van dieren strafbaar wordt? Zo neen, waarom niet?

Artikel 2.10 van het wetsvoorstel Wet dieren ziet op het doden van dieren. Ik spreek graag in het kader van de parlementaire behandeling van dat wetsvoorstel met Uw Kamer over deze bepaling. Ik ben niet voornemens om, vooruitlopend op de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel dieren, het doden van dieren door particulieren strafbaar te stellen.

Bent u van zins het doden van dieren door zogenaamde broodfokkers keihard aan te pakken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier?
Het doden van gezelschapsdieren is toegestaan onder de algemene voorwaarden van paragraaf 1 van het Besluit doden van dieren. Deze voorwaarden houden in dat dieren bij het doden vermijdbare opwinding, pijn of lijden moet worden bespaard, dat het doden van dieren moet worden uitgevoerd door personen die de nodige kennis en vaardigheden bezitten om de taken humaan en doeltreffend uit te voeren en dat de dodingsmethode na aanvang van de dodingshandeling onmiddellijk leidt tot de dood van het dier. Deze voorwaarden gelden ook voor het doden van dieren door zogenaamde broodfokkers.
Zolang aan deze voorwaarden is voldaan, zie ik geen aanleiding om met betrekking tot het doden van dieren door deze groep eigenaren maatregelen te nemen.

20 maart 2009

Rapport schetst onthutsend beeld over veetransporten

Compassion in World Farming Nederland publiceert vandaag een nieuw rapport over veetransporten in de Europese Unie. Het rapport is gebaseerd op de laatste cijfers en het nieuwste wetenschappelijk onderzoek. Het geeft een onthutsend beeld van het dierenleed dat veroorzaakt wordt door het vervoer van dieren over grote afstanden.

Het rapport, dat werd geschreven door Peter Stevenson, beschrijft de belangrijkste routes voor verre diertransporten in de EU. Nederland neemt daarbij een belangrijke plaats in. Zo importeerde ons land in 2007 bijvoorbeeld meer dan 300.000 jonge kalfjes uit verre landen als Polen, Litouwen en Ierland. In hetzelfde jaar exporteerde Nederland meer dan 1,4 miljoen levende varkens en biggen naar Spanje en Italië. Zowel varkens, als jonge kalfjes, kunnen slecht tegen de verre transporten en tegen de barre omstandigheden waaronder deze vaak plaats vinden.

De Europese regels voor diertransport staan toe dat dieren over grote afstanden worden vervoerd. Toch worden de voorgeschreven rijtijden vaak overtreden, zijn de veewagens vaak overvol en krijgen de dieren vaak onvoldoende rust, eten en drinken. Het aantal incidenten rond veetransporten is dan ook groot. Het rapport somt op:
2005: Nederlandse varkens dood op een reis naar Italië
2006: 263 biggen dood op een reis van Nederland naar Griekenland
2007: 190 biggen dood op een reis van Nederland naar Italië
2007: 13 Nederlandse biggen dood bij aankomst in Spanje
2007: In Duitsland sijpelt bloed van een Nederlandse vrachtwagen met varkens. De wagen blijkt te zwaar beladen en 127 varkens hebben ernstige bijtwonden.

Natuurlijk doet het rapport ook belangrijke aanbevelingen om een eind te maken aan het dierenleed dat veroorzaakt wordt door verre diertransporten. De belangrijkste is een verbod van alle transporten die langer dan acht uur duren. Daarnaast dringt Compassion in World Farming er bij de Europese Unie en haar lidstaten op aan veetransporten streng te controleren, bijvoorbeeld door meer en beter samen te werken en door effectief gebruik te maken van satellietnavigatie.

19 maart 2009

Bij mensen die geen vlees eten, komt kanker minder voor

Bij mensen die geen vlees eten, komt kanker minder voor. Dat concluderen Britse wetenschappers naar aanleiding van een onderzoek onder ruim 63.000 mannen en vrouwen tussen de 20 en 89 jaar.

Toch kopte Food Holland:
'Vegetariërs hebben meer kans op darmkanker'
Vegetariërs hebben meer kans op het krijgen van darmkanker. Dat blijkt uit een onderzoek van de European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition (EPIC), verbonden aan de Universiteit van Oxford.

Ook het Agrarisch Dagblad opende met:
'Meer darmkanker bij vegetarisch dieet'
Mensen die geen vlees eten hebben 30 procent meer kans op darmkanker dan mensen die wel vlees eten.

In de onderzoeksgroep als geheel kwam kanker minder voor dan in de populatie wordt vermoed. Een verhoogd voorkomen van darmkanker bij vegetariërs in de onderzoeksgroep is daarmee nog niet een indicatie dat een vegetarisch dieet een verhoogde kans op darmkanker oplevert.
Op zich zijn de koppen over darmkanker niet onjuist, maar het wekt ten onrechte de suggestie dat je door een vegetarisch dieet een verhoogde kans op kanker zou hebben en het tegendeel is juist het geval.

Het Vlaams Infocentrum land- en tuinbouw meldt:
De wereldwijd meest omvattende studie ooit rond de risico's verbonden aan het eten van rood vlees bevestigt dat overmatige consumptie van steaks, hamburgers en koteletten af te raden is. Grote porties runds-, varkens- en ander rood vlees verhogen het risico op kanker, aandoeningen aan het hart en bloedvaten, alsmede andere ziektes.

18 maart 2009

De melkveehouderij moet kiezen of delen: echte duurzaamheid of verdwijnen

In de Nederlandse melkveehouderij wordt buitensporig meer geproduceerd dan in eigen land wordt geconsumeerd. Het gevolg is dat de prijzen voor hun producten zo laag zijn dat zij onder of rond de kostprijs liggen. Riepen de vertegenwoordigers van de sector vroeger om meer mogelijkheden om te produceren met ruimere melkquota in het kader van de vrije markt (export), nu zij geconfronteerd worden met de nadelen van de vrije markt willen zij weer overheidssteun.
Omdat de ontwikkelingen in de melkveehouderij hebben geleid tot schaalvergroting, dat wil zeggen megastallen in het landschap en koeien het gehele jaar door binnen, is het zaak dat de overheid de hand op de knip houdt.
Wanneer de melkveehouderij krimpt, verdwijnt daarmee vanzelf een aantal problemen die zij nu veroorzaakt en waarvan zij de kosten wil afwentelen op de belastingbetaler.
Wanneer de overheid toch overweegt om een deel van de sector te steunen, zou dat gericht moeten zijn op het duurzame deel. En omdat duurzaam ook een uitgehold begrip is geworden, misbruikt om economisch gewin veilig te stellen, moet duidelijk zijn wat daaronder wordt verstaan. Alleen dat deel van de melkveehouderij dat koeien buiten laat lopen, dat geen veevoer importeert en geen antibiotica (onnodig) gebruikt, zou een toekomst moeten worden geboden.
Dat een dergelijke keuze een gigakrimp van de veestapel zou kunnen inhouden, zou geen probleem mogen zijn. Economisch heeft de Nederlandse samenleving de intensieve melkveehouderij niet nodig; de nadelen van milieu- en landschapsvervuiling kunnen gemist worden als kiespijn. De recreërende burger wil koeien in de wei zien en dat zal door een koude sanering van de opgesloten veestapel nauwelijks minder worden.

14 maart 2009

Spaan(s) benauwd!

Henk Spaan geeft in zijn column van 10 maart 2008 in de Weekkrant Fryslân een mening over het thema van de boekenweek 2009, Dieren! Hij heeft daar niks mee op want dieren horen volgens hem helemaal geen rol te spelen in de literatuur! Hij geeft daar een aantal spitsvondige, zij het discutabele, argumenten voor. Maar die laat ik maar voor wat het is, nl. elitair gezeur.
Wat mij naast dit gebabbel opviel was de stelling dat Spaan ook het nut en bestaansrecht van de Partij voor de Dieren ernstig in twijfel trekt! Zijn goede recht, natuurlijk. Maar dan zou ik het wel prettig vinden wanneer die mening toch op z'n minst enigszins wordt onderbouwd. Spaan's weerzin tegen deze politieke partij ligt hem, naar ik veronderstel, in het feit dat dieren "het exclusieve programmapunt van een politieke partij vormen". Hij zegt het hier wat deftiger maar hij bedoelt natuurlijk gewoon dat de PvdD een one-issuepartij is.
Mijn beste Henk, de PvdD is opgericht uit bezorgdheid, verontwaardiging en mededogen over wat dieren in dit land moeten ondergaan om de mens te voorzien van (overbodig) voedsel, economisch gewin, vermaak, plezier, ontspanning en genot. Aan al die menselijke "belangen" wordt het welzijn, identiteit en waardigheid van dieren volledig ondergeschikt gemaakt. De bio-industrie is daar wel het meest pregnante voorbeeld van maar er zijn veel meer terreinen waar de zorg met betrekking tot dieren naar uit dient te gaan.
In de politiek was tot de entree van de PvdD niet of nauwelijks aandacht voor het lot van de dieren. De PvdD heeft samen met andere maatschappelijke organisaties de samenleving geconfronteerd met b.v. het feit dat in Nederland jaarlijks zo'n slordige 500.000.000 (vijf honderd miljoen!!!) dieren in de bio-industrie na een kort en ellendig leven, vaak op gruwelijke wijze, worden omgebracht om de mens in staat te stellen de" lekkere trek" te bevredigen! Daarnaast heeft de PvdD de consument geïnformeerd over de kwalijke gevolgen van de veeteelt voor het milieu en voor het feit dat de veeteelt in zijn huidige vorm en omvang mede verantwoordelijk is voor het wereldvoedselprobleem. En dat wordt dan een "one-issuepartij" genoemd?
Er is nog nooit in de politiek en daardoor in de samenleving zo veel gesproken en gepubliceerd over dieren en hun (gebrek aan) welzijn als sinds de komst van Marianne Thieme en Esther Ouwehand in de Tweede kamer.
Ook ik hoop dat er een dag zal aanbreken dat de Partij voor de Dieren zichzelf zal opheffen omdat de idealen en doelen waar die partij voor staat door de andere partijen integraal zullen zijn overgenomen en actie voeren om dieren en beter leven te geven niet langer zal worden afgedaan als decadent geneuzel van een stel wereldvreemde katknuffelaars.
Dat, beste Henk, wilde ik je toch even vertellen. Tip: lees het essay van Marianne Thieme "Het gelijk van de dieren, het geluk van de mensen" en overweeg dan nog eens of het bestaan van een partij die dieren als exclusief uitgangspunt heeft, wel zo gek is!

12 maart 2009

Kip en karbonade van Albert Heijn veroorzaken ontbossing

Campagne tegen 'drama achter goedkoop vlees'

Persbericht Milieudefensie Amsterdam, 12 maart 2009 -
Milieudefensie start een campagne om Albert Heijn te bewegen oerwouden in Zuid-Amerika te redden. Voor het vlees dat de grootste supermarkt in ons land verkoopt wordt nu veel veevoersoja gebruikt. De teelt hiervan leidt aan de andere kant van de wereld tot grootschalige ontbossing. Milieudefensie roept klanten van Albert Heijn op om hun supermarkt om verbeteringen te vragen.

Milieudefensie voert campagne met het beeld van een brulaap, verpakt als kiloknaller in de supermarkt. Dit dier staat symbool voor alle zeldzame planten en dieren die door de ontbossing voor veevoersoja verdwijnen.

Met een tour langs een groot aantal filialen in heel het land worden de komende weken klanten van Albert Heijn geïnformeerd over het drama achter goedkoop vlees. Belangstellenden wordt daarbij gevraagd een oproep aan Albert Heijn te onderschrijven. Vrijdag doet deze tour een supermarkt in Amsterdam aan.

Nederland is als doorvoerhaven de tweede grootste importeur van soja ter wereld. Ruim 90 procent van de soja die in ons land blijft wordt gebruikt als goedkoop veevoer, vooral voor kippen en varkens in de intensieve veehouderij. De productie van kipfilet en speklapjes veroorzaakt zo tot grootschalige ontbossing. Als grootste supermarkt heeft Albert Heijn hierbij een belangrijke rol.
Milieudefensie heeft de supermarktketen al herhaaldelijk gevraagd te zorgen voor meer vleesvervangers, beter veevoer en verantwoord vlees.
Echte verbeteringen bleven tot nu toe uit. De publiekscampagne moet hier
verandering in brengen.

Campagneleider Wouter van Eck van Milieudefensie: "Veel mensen verwachten dat Albert Heijn hen kwaliteitsproducten biedt. Helaas klopt dit niet, er schuilt een drama achter goedkoop vlees. Albert Heijn moet nu snel stappen zetten om de ontbossing voor fout veevoer stoppen."

11 maart 2009

Kortzichtig pleiten voor bezuinigen op aanleg EHS

In tijden van economische crisis is het logisch om het uit productie nemen van landbouwgrond ten behoeve van natuur kritisch te bezien. Het is een gemakkelijke besparing: er hoeft geen grond te worden aangekocht en de grond kan verder worden geëxploiteerd met gewassen voor voedsel of als grondstof voor biobrandstoffen.
Er zijn zelfs mensen die natuur in een Ecologische HoofdStructuur lelijker vinden dan agrarisch cultuurlandschap.
Waar het omgaat is leefbaarheid in balans. Dat betekent dat we in ons land niet alleen oog moeten hebben voor economische belangen, maar dat we ons zouden moeten realiseren dat een ecologische balans samengaat met het belang van de natuur, diersoorten en bijvoorbeeld recreanten.
Het ontstaan van een economische crisis is aanleiding voor velen om onder de vlag van besparing in feite het eigen belang proberen veilig te stellen. Eind 2008 is een economisch zeepbel ingeklapt. Dat kost sommigen veel geld en levert veel discussie op hoe belastinggeld moet worden ingezet om enerzijds duurzaamheid te bevorderen en anderzijds onze welvaart op peil moet houden.
De reeds lang op stapel staande plannen om in ons land leefgebieden in de natuur beter en ruimer met elkaar te verbinden zijn gericht op leefbaarheid van plant, dier en mens. Een land dat om kortzichtige redenen de leefbaarheid van zijn leefomgeving ten koste laat gaan van gemakkelijke en kortzichtige economische doelen wordt op de lange duur steeds onleefbaarder. En de gevolgen daarvan stralen negatief uit naar de wijze waarop mensen met elkaar omgaan. Om nog maar te zwijgen over de gevolgen voor de menselijke gezondheid van een milieu waarin geen ecologische balans (meer) is.

Klik hier om meer te lezen over de Ecologische HoofdStructuur.

05 maart 2009

Borghouts wil les voor hengelaars

De Commissaris van de Koningin van Noord-Holland, Harry Borghouts, opende onlangs een academie voor de hengelaars. De Partij voor de Dieren vindt het niet gepast dat de Commissaris van de Koningin zich inlaat met deze academie, die de hengelsport zeker zal willen stimuleren. De hengelsport waarbij zonder redelijk doel bij dieren leed wordt veroorzaakt is een overtreding van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (art. 36). Het gaat dus om dierenmishandeling.
Het provinciebestuur blijkt niet te twijfelen aan het leed van de dieren als gevolg van de hengelsport. Het provinciebestuur geeft geen antwoord op de vraag van de Statenfractie van de PvdD wat het redelijk doel is waarmee het dierenleed gerechtvaardigd zou kunnen worden.

Klik hier om meer te lezen over de hengelsport of in de Internetversie bij de labels.

01 maart 2009

Vlees is geen geboorterecht

'Vlees is geen geboorterecht' over Michael Pollan die in Nederland was om een lezing te geven en een nieuw boek te promoten. In de NRC van 28 februari een verslag van een masterclass die Pollan gaf op 10 februari 2009 met als titel: “In defense of food”.

De masterclass was georganiseerd door Biologica en IUCN in het internationaal hoofdkantoor van Triodos Bank, Zeist.

Een citaat:
Ik reed over een Californische landweg, blauwe lucht, prachtig gouden landschap. Plotseling rook ik een verschrikkelijke lucht, zoals ik nog nooit had geroken. Ik keek rond. Alles zag er nog prachtig uit. Maar na 2 km was het landschap ineens zwart. Een zwart landschap met 75.000 koeien, die in hun eigen mest stonden. Het was een “feedlot”, een afmesterij. Een stad van vee. Overal lagen enorme piramides van mest en van maïs. En de koeien hadden de functie om de ene piramide om te zetten in de andere piramide. Ik had nog nooit zoiets gezien. Het was echt een visioen van de hel.

Je hebt werkpaarden, luxepaarden en manegepaarden

En daar is Niels Dorland weer.

We kennen de Hagenees nog van jaren terug, toen hij de hengelsport vergoelijkte.
Kan allemaal bij de Dierenbescherming.

Hij heeft ditmaal wat te vertellen over manegepaarden: daar gaat het niet goed mee.

En wat doet nu de Dierenbescherming om het welzijn van rijpaarden te verbeteren:
die roept voor haar campagne de hulp in van ………….

Anky van Grunsven


Dit heet: de duivel uitdrijven met Beëlzebub.

E.D.
PS.
De uitdrukking gaat terug tot het begin van de jaartelling: het Nieuwe Testament.
Beëlzebub betekent oorspronkelijk: Heer der Vliegen

28 februari 2009

Alleen de knor wordt niet gebruikt

Het nieuwe boek van Yvonne Kroonenberg is getiteld 'Alleen de knor wordt niet gebruikt' met daarin een verslag van haar ontdekkingsreis in de varkenssector.



Zij zag hoe sperma wordt geproduceerd bij varkens (het is handwerk). Boerin Ankie legde uit waarom zij in plaats van haar man de biggetjes castreert. De charmante Tijje vertelde haar alles over de slachterijen. Ze kroop bij een chauffeur op de truck van een veetransport, sprak politici die nooit zeggen wat ze werkelijk vinden, en raakte danig gefrustreerd tijdens een gesprek met de supermarktmanagers met hun stuntprijzen voor goedkoop vlees.

Kroonenberg heeft duizenden varkens gezien en aangeraakt, biggen op de arm gedragen en onafzienbare rijen één voor één zien sterven. Ze is alles te weten gekomen, de treurige en de hoopvolle zaken, de leugens, feiten en de goede wil. Ze heeft door de ogen van alle betrokkenen meegekeken en geluisterd naar hun beweegredenen.

Hans Baaij van Varkens in Nood:
"Het is zonder meer het beste boek over de vleessector dat ik ken. Het geeft meer inzicht dan de tientallen rapporten over de vleessector die jaarlijks gepubliceerd worden, meer dan alle antwoorden van landbouwminister in de Tweede Kamer en zelfs meer dan alle berichten van Varkens in Nood bij elkaar. Waar zitten de goeden en waar zitten de kwaaien? Wie zijn de opdrachtgevers van de grootschalige uitbuiting van miljoenen dieren en wie verlenen hier hun medewerking aan? Lees dit boek en dan weet je hoe het zit!"

Klik hier voor de promo van 'Alleen de knor wordt niet gebruikt'

Annechien ten Have van LTO Varkenshouderij was bij de presentatie. Ze ervaart de bijeenkomst als shockerend. 'Het was een ontmoeting van twee totaal verschillende denkwerelden over het houden van varkens en produceren van vlees. Er bestaat een diepe kloof tussen de belevingswereld van dit selecte groepje stadsmensen en van veehouders en mensen die werkzaam zijn in de vleessector. 'Een gemis is dat het boek geen hoofdstuk heeft over de vernieuwingen in de varkensvleesketen', aldus Ten Have.

Kievitseieren rapen schaadt de overlevingskansen van de soort

Eieren rapen dwingt kievit tot fatale broedstrategie

In het februarinummer van Vogelnieuws van de Vogelbescherming, wordt de stelling van Joop Jukema verdedigd dat het kievitseieren rapen het voortbestaan van de soort bedreigt. Uit deze tekst een aantal citaten.
Ervaren Friese rapers berekenden dat mogelijk 45.000 kievitseieren worden geraapt per broedseizoen, terwijl het formeel toegestane aantal is 6934. Maar het massale zoeken verstoort ook broedende vogels en leidt predators naar nesten.
Vanwege de opwarming van de aarde en het eerder beginnen van het voorjaar, hebben veel vogelsoorten hun eerste eileg vervroegd. Soms met wel drie weken.
Uit diverse onderzoeken blijkt dat ze daarmee succesvol zijn; latere legsels zijn minder kansrijk. De kievit wordt door de eieren rapers de kans ontnomen om in die trend mee te gaan, zegt Jukema. Hij taxeert die trend als een evolutionaire ontwikkeling en stelt vast dat de soort dus in Friesland wordt geblokkeerd in die noodzakelijke ontwikkeling.
De soort wordt juist met het rapen van eieren gemanipuleerd naar een broedschema dat volledig indruist tegen natuurlijke en biologische wetten.
Waar de Bond van Friese VogelWachters (BFVW) redeneert dat vroege legsels toch gedoemd zijn om te mislukken, daar voert Jukema aan dat het tegendeel waar is: de allervroegste legsels leveren de sterkste nazaten op. Onder normale voorjaarsomstandigheden wordt in Fryslân van de meeste kieviten op het gangbare
boerenland het eerste legsel geraapt. Zo wordt de soort de kans ontnomen om het beste legsel te bebroeden en tevens wordt de soort daarmee gedwongen zijn vervolglegsel ná 1 april te produceren.
De uitkomstdatum ligt dan in de eerste week van mei; de tijd dat in Fryslân de weilanden platgemaaid en kaalgeschoren worden. Dat leidt tot een onherroepelijke catastrofe onder onze weidevogels, zoals voor de grutto op basis van slaapplaatstellingen is aangetoond (Kleefstra 2005).
De na het maaien nog verspreid aanwezige groene grasstrookjes, die met zorg en inspanning door de nazorger zijn gemarkeerd als aanduiding en bescherming voor een legsel, blijken na enige dagen veelal verlaten of leeggeroofd te zijn. Na dit tweede broedsel doen kieviten vermoedelijk nog een verwoede poging een derde broedsel te produceren. Plaatstrouwe paren lopen een groot risico na vier à vijf weken met de tweede snee opnieuw te worden uitgemaaid. Alleen kieviten die de keuze maken te switchen naar een maïsperceel of een reservaatgebied maken nog een reële kans om succesvol te broeden met een uitkomstdatum rond 1 juni; biologisch gezien het meest ongunstige tijdstip.”

Er is een simpele oplossing voor bovenstaande probleem die tevens de eierraper zou kunnen bekoren: dat is dat de eierzoekers het zoeken staken op de dag nadat het eerste ei is gevonden.

24 februari 2009

Crisis; een nadeel dat zijn voordeel heb?

Hoe dom of gevoelloos kan een mens zijn die nu nog ontkent dat de bio-industrie zich alleen staande kan houden door het belang van dieren volledig ondergeschikt te maken aan de vraatzucht van de mens. Elk jaar worden er in Nederland 500.000.000 (vijfhonderd miljoen) dieren na een ellendig en veel te kort leven, op een meestal gruwelijke wijze, van het leven beroofd. En dat voor een product dat de mens niet eens nodig heeft! Ja, ik durf de stelling wel aan dat de mensen die in de (bio-)industrie hun geld verdienen de hele dag bezig zijn met het martelen van dieren. Dat die mensen dat niet uit wreedheid doen mag waar zijn. Maar als je weet wat het leed is dat de dieren moeten ondergaan alvorens tot een stuk anoniem vlees te worden getransformeerd en je blijft werkzaam in die sector en je blijft dat product ook vrolijk consumeren ben je mede schuldig aan gruwelijk en onnodig dierenleed. Ik heb daarom de consequentie genomen en ben volledig gestopt met het eten van vlees en vis, terwijl ik meer dan zestig jaar een fervent vleeseter ben geweest. Ik zal niemand opleggen mijn voorbeeld te volgen maar het kan echt geen kwaad je eigen consumptiegedrag eens onder de loep te nemen en je serieus te gaan afvragen of je wel met deze waanzin door moet/wilt gaan. Dankzij organisaties als Wakker Dier, de Partij voor de Dieren en andere wordt er steeds meer bekend over de walgelijke praktijken die met dieren worden uitgehaald om in zo kort mogelijke tijd zo veel mogelijk dieren op het bord van de consument te krijgen. En dat terwijl naast het onaanvaardbare dierenleed het milieu enorm wordt belast door de veeteelt en de honger in de wereld in stand wordt gehouden door de helft van alle landbouwgronden te gebruiken voor de verbouw van veevoer. Voor één kilo dierlijk eiwit (vlees) is vier tot vijf kilo plantaardig eiwit nodig. De grond zou dus beter gebruikt kunnen voor gewassen die voor de mens geschikt zijn. Op die manier hoeven er geen 40.000 kinderen per dag te sterven aan ondervoeding.
Ja, hoe dom kun je zijn door de feiten simpelweg te ontkennen, te bagatelliseren dan wel belachelijk te maken. Misschien dat de crisis waar we in dreigen te geraken de doorgeslagen consumptieslaven die we als mens zijn geworden weer enigszins tot rede weten te brengen. Het was echt niet zo'n gek advies om eens op de site van Wakker Dier te gaan kijken. Maar ja, wie het niet wíl weten zal die moeite niet nemen en rustig blijven doorgaan met de kiloknaller in het winkelkarretje te gooien.

Zie deze video over de nadelen van zuivel.

14 februari 2009

Valse emoties?

Rimmer Mulder haalt in zijn hoofdredactioneel commentaar in de Leeuwarder Courant van 11 februari behoorlijk uit naar alles en iedereen die zich druk maakt over het afschieten van de herten op Terschelling. “De Partij voor de Dieren ruikt haar kans en stookt het vuurtje op”, vindt Mulder. De mens wordt door Mulder opgevoerd als “kroon op Gods schepping of de uitkomst van een evolutie van vele miljoenen jaren”. Prachtig, het scheppingsverhaal én de darwinistische opvattingen samengebracht in één zin. Zo houd je iedereen te vriend! Ook zet hij het afschieten van de herten af tegen het grote dierenleed in de bio-industrie waarvan hij terecht stelt dat dat alleen al permanente publieke acties zou rechtvaardigen. Een ander punt waar hij gelijk in heeft is de selectieve verontwaardiging van lieden die zich druk maken om deze herten maar vervolgens vrolijk elke week de “kiloknaller” van C1000 in hun winkelwagentjes kieperen en daarmee de bio-industrie en dus onnodig dierenleed in stand houden.
De fout die Mulder maakt is dat hij blindelings gelooft dat de mens het recht heeft, uit hoofde van zijn positie (schepping of evolutie) op deze wereld, dieren die even niet het belang van de mens dienen of daarmee op gespannen voet staan, te “mogen” elimineren. Zo zijn we in de geschiedenis met dieren omgegaan en ik heb dat eens iemand de “holenmensmentaliteit” horen noemen. Het is jammer dat de mensheid in meerderheid dat stadium nog steeds niet ontgroeid lijkt te zijn. Prima dat de PvdD “het vuurtje opstookt” en daarmee aangeeft dat niet iedereen het (meer) vanzelfsprekend vindt dat belangen van dieren en natuur per definitie ondergeschikt worden gemaakt aan het op arrogantie en zelfoverschatting gebaseerde superioriteitsdenken van het dier dat mens heet!

11 februari 2009

Pijnpunten en kansen van de vleesveesector

Op de Belgische site landbouwleven valt onder de titel “Pijnpunten en kansen van de vleesveesector” te lezen:

Naar het voorbeeld van de dialoogdagen over de problematiek van jongeren in de landbouw, de paardenhouderij en de biologische landbouw, startte Vlaams minister-president Peeters maandag 9 februari jl. nu ook met de vleesveesector een viertal dialoogdagen op. Tijdens de eerste van deze vier dialoogdagen benadrukte de minister-president vooreerst het belang van de vleesveesector voor de Vlaamse landbouweconomie. Sinds de invoering van de melkquota en mede door het instellen van premies voor ondersteuning van de rundvleesproductie, is het houden van vleesvee uitgegroeid tot een volwaardige bedrijfstak in Vlaanderen. De laatste jaren bedroeg de bruto rundvleesproductie bijna 300.000 ton karkasgewicht. De productiewaarde maakt 12% van de totale Vlaamse eindproductiewaarde uit en rundvlees is - na varkensvlees en zuivel - het derde belangrijkste veeteeltproduct. Het komt op nummer vier in de rij van alle land- en tuinbouwproducten in Vlaanderen.
Bovendien is het een sector die een positieve handelsbalans van 350 miljoen euro vertoont. Hiermee behoort België tot de top 12 van de landen die rundvlees exporteren. Nederland (38%), Frankrijk, Duitsland en Italië zijn de belangrijkste afnemers van het Belgisch rund- en kalfsvlees.

Daarnaast mogen we, volgens de minister, ook de pijnpunten die samengaan met de ingevoerde producten, niet verzwijgen. “Vraagt de consument zich bijvoorbeeld wel voldoende af of het vlees dat geproduceerd is in andere continenten aan dezelfde hygiëne- en kwaliteitseisen moet voldoen?”, zo stelde de minister, waarbij hij expliciet verwees naar Brazilië, Argentinië en andere landen waar rundvleesproducenten aan minder strenge voorwaarden moeten voldoen dan de Vlaamse producenten.

Uit die eerste dialoogdag bleek alvast dat bij de meeste deelnemers het gevoel bestaat dat op gebied van export nog wel een tandje moet bij gestoken worden.
Een andere vaststelling tijdens de eerste dialoogdag was dat de productiekosten in de vleesveehouderij in Vlaanderen hoger liggen dan elders in de wereld, maar bovendien ook - en dat is zorgwekkender - hoger dan elders in de Europese Unie. Ook daar zal dus moeten aan gewerkt worden.

Tot zover citaten van de site landbouwleven.

Het is duidelijk dat de dialoog op een beperkte manier wordt gehouden. Net als in Nederland zou een betrekken van de nadelen van de intensieve veehouderij volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’ en een eerlijke berichtgeving over de nadelen van (onder andere financiële steun aan) de intensieve veehouderij een veel reëler afweging opleveren. Aan rundvleesproducten uit Brazilië en Argentinië zou prima de eis gesteld kunnen worden dat deze afkomstig zijn van dieren die in natuurlijke omstandigheden leven, dat wil zeggen in de grote grazige weiden die deze landen in veel ruimte mate hebben dan Vlaanderen en Nederland.

Pleidooi voor conserverende landbouw

Onder de titel ‘Er zijn andere landbouwmethodes nodig om de wereld te voeden’ doet Agriholland verslag van de bijdrage van directeur Shivaji Pandey van de landbouw en voedselorganisatie van de Verenigde Naties FAO vorige week op een internationaal landbouwcongres in New Delhi. Boeren moeten volgens hem kiezen voor een conserverende landbouw, waarbij er zo weinig mogelijk bodembewerkingen worden toegepast. Met conserverend wordt hierbij duurzaam voedsel verbouwen bedoeld. Overmatig ploegen, overbevissing, overmatige bemesting, irrigatie en bestrijdingsmiddelengebruik heeft het ecosysteem te veel belast, stelt Pandey.

Wat in het pleidooi van Pandey opvallend mist is een oproep tot minder vlees consumeren. Een dergelijke verandering in consumptiepatroon zet veel meer zoden aan de dijk in het voeden van meer mondiale monden en heeft ook nog eens effect op het tegengaan van de opwarming van de aarde. Conserverende landbouw zorgt bovendien voor extra vastlegging van CO2. Door het land niet te ploegen wordt er ook water bespaard.

10 februari 2009

Kredietcrises oplossen kost 3 triljoen, honger de wereld uit 20 miljard

Jan Pieter Ekker blogt over de film Food, Inc., die in première ging op de Berlinale, en die liefst een zelfde impact als Al Gore’s An Inconvenient Truth zou willen hebben.

Een citaat:

In het Friedrichstadt Palast, een glitterend revuetheater in hartje Berlijn, vond de Europese première plaats van de documentaire Food, inc. Berlinale-directeur Dieter Kosslick kwam hem persoonlijk inleiden. ‘Het schijnt dat er meer dan 3000 miljard nodig is om de kredietcrisis op te lossen. Met slechts 20 miljard euro kunnen we de honger de wereld uit helpen.’

In Food, inc. laten de Amerikaanse regisseur Robert Kenner en de onderzoeksjournalisten Eric Schlosser en Michael Pollan zien wat er in ons eten zit. Pollan is de auteur van The Omnivore’s Dilemma; Schlosser schreef de non-fictie bestseller Fast Food Nation, waarvan Richard Linklater in 2006 een waardeloze speelfilm maakte, die na de wereldpremière in Cannes bijna nergens te zien is geweest.

09 februari 2009

Duurzaamheid is het toverwoord om te bedelen voor subsidie

Nu in de landbouw door de kredietcrisis de buikriem wat dreigt te worden aangehaald probeert de Agrosector met oude wijn in nieuwe zakken weer eens een graai te doen in de subsidiepot. Het verzoek om steun van de overheid gaat onder het mom van duurzaamheid bevorderen.
Toen de vuilnisdienst een te lage status kreeg, werd de naam veranderd in milieudienst.
Toen het spuiten van landbouwgif door de consument met argusogen werd bekeken, hernoemde men het gif in gewasbeschermingsmiddelen.
Ordinair meer geld verdienen door te bezuinigen op dierenwelzijn en megastallen te bouwen heet nu rendementsverbetering.
Is mest een probleem? We voegen wat voedsel toe aan de mest en we wekken energie op via een biomassavergisting in een biogasinstallatie of we rijden meer uit op het grasland dan de EU verstandig vindt en noemen dat derogatie.
Wordt energie te duur? We vragen subsidie om maatregelen te nemen om energie te besparen en daarmee de concurrentiepositie te versterken en om nog meer buitenlandse boeren te kunnen beconcurreren.
Heeft het publiek problemen met het permanent houden van vee binnen de stallen? Geen probleem, we noemen het binnenshuis verzamelen van mest minder belastend voor het milieu.
Vindt het publiek de megastallen lelijk? We pleiten voor een betere inpassing van agrarische bedrijvigheid in het landschap.
Vindt het publiek dat varkens niet permanent tussen stangen moeten staan? We richten wat (zicht)stallen in met varkens in het stro en we laten het publiek binnen met de boodschap dat straks alle varkens zo gehuisvest zullen worden.

Kortom, de lijst met voorbeelden waarop de Agrosector de belastingbetaler in het ootje neemt is lang. Het gaat niet om de waarheid, maar om de geloofwaardigheid van het imago. En de sector weet dat het publiek zich graag in slaap laat sussen. Die heeft immers andere zorgen aan zijn hoofd dan het luisteren naar zijn geweten.

Het “verduurzamen” van de agrosector is allemaal uitstel van executie, want de Nederlandse veehouderij bevindt zich op een doodlopende weg. Dat de grote boeren, die het hardst doen aan schaalvergroting, het laatst zullen overblijven is geen argument om onder het mom van duurzaamheid belastinggeld over de agrarische hanenbalk te gooien.
Wat boeren hier in ons land doen, kunnen boeren in het buitenland op den duur veel goedkoper wanneer ze –gedwongen door valse concurrentie- de innovaties en het negeren van de belangen van mens, dier en milieu van ons overnemen.
Duurzaam beleid is de veestapel te verkleinen en over te laten aan die veehouders die minstens het eko-keurmerk of het Demeter-keurmerk voeren, maar liefst nog meer doen aan echt ecologisch verantwoorde maatregelen. Het kost de consument wel wat meer geld en levert gezondere voeding op, maar het bespaart de belastingbetaler bakken met geld.

06 februari 2009

Protectionisme kan dierenleed besparen

De Nederlandse economie is afhankelijk van de export. Protectionistische maatregelen van het buitenland zou onze ondernemers niet uitkomen. Er is een duidelijke uitzondering die veel dierenleed zou schelen: de export van Nederlands vlees en zuivel zou best heel wat minder kunnen. Om te concurreren op buitenlandse markten bezuinigen Nederlandse veehouders op dierenwelzijn. Als buitenlandse markten deze invoer zou tegenhouden en de Nederlandse overheid zou de eigen markt van biologisch of ecologisch verantwoord geproduceerde zuivel beschermen tegen de invoer van bio-industrie producten uit het buitenland dan zou dat zelfs wereldwijd veel dierenleed schelen. Wat is de zin van het heen en weer slepen van vlees, wanneer landen meer produceren dan de eigen behoefte is en het surplus verkopen in een ander land dat ook teveel produceert?
Wanneer we dan (eindelijk ook nog) het principe toepassen dat de vervuiler betaalt, dan kan de belastingbetaler opgelucht ademhalen en de vaderlandse bio-industrie bijplaatsen op de vuilnisbelt van de geschiedenis.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.