De beelden die Steve Irwin vertoonde waren meestal niet naarder dan wat men in een gemiddelde 'Killer' documentaire over roofdieren te zien krijgt, hoewel je wel kon zien dat de manier waarop hij dieren bejegende niet altijd even prettig voor hen was. Maar anders dan in een show voor enthousiaste hengelaars bleven de gefilmde dieren leven en ging de presentator zelf dood door toedoen van een vis.
Enkele dagen na zijn dood kwam (het door mij over het algemeen zeer gewaardeerde) PETA met kritiek op de Crocodile Hunter. Daarbij stelde men dat Irwin een slap aftreksel was van serieuze documentairemakers als Cousteau. Het was volgens PETA niet verwonderlijk dat hij op deze manier om het leven kwam, aangezien de kern van zijn werk bestond uit het sollen met levensgevaarlijke dieren.
Nu was ik zelf bijvoorbeeld geen liefhebber van het feit dat Irwin kippenlijken voerde aan krokodillen (een keer zelfs terwijl hij zijn zoontje Bob op zijn arm droeg) of duidelijk onwillige dieren 'overhaalde' om toch te schitteren voor de camera, maar het lijkt mij niet bijster verstandig om hem na zijn dood te gaan bekritiseren en dan ook nog terwijl miljoenen fans om hun held rouwen. Dat is zoiets als Lady Di er postuum van betichten dat ze toch maar mooi had meegedaan met het koninklijke circus van haar ex-schoonfamilie.
Laten we ons concentreren op structurele misstanden en ons niet onnodig impopulair maken. De Crocodile Hunter was misschien niet direct de grootste dierenvriend op aarde, maar hij was (in ieder geval op TV) ook geen meedogenloze dierenbeul van het type dat zo vaak te zien is in hengelprogramma's. Proportioneel is het toverwoord.
Auteur Titus Rivas.
