Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label dierenleed. Alle posts tonen
Posts tonen met het label dierenleed. Alle posts tonen

08 oktober 2010

De dierenpolitie heeft meer dan genoeg te doen

Jagers schieten zo'n "verwilderde" huiskatten, dierenleed is regelmatig in het nieuws<. Toch reageerde de Dierenbescherming lauw op de introductie van 500 extra dierenpolitie-agenten, de zogenaamde animal cops. Maar er is ook steun. Dierenbeschermer Bernd Timmerman schreef oktober 2010 in de Volkskrant:
Je hoeft geen glazen bol te hebben om te constateren dat de LID slechts het topje van de ijsberg aan dierenmishandeling en verwaarlozing ziet. En de stijging van inbeslagname en dumpingen is zo omvangrijk dat we alleen maar kunnen concluderen dat er nog geen sprake is van een goede organisatie in Nederland die de veiligheid van dieren in huis en op straat kan garanderen.
Dit dierenleed is onzichtbaar. Nauwelijks is bekend dat ruim 50 procent van de vrouwen die wegens mishandeling in een vrouwenopvang verblijft en een huisdier hebben, meldt dat ook hun huisdier is mishandeld. Dieren krijgen klappen, zijn object van martelingen en ernstige mishandelingen. Tienduizenden dieren `verdwijnen' in afvalcontainers en op schroothopen nadat de baas zich heeft uitgeleefd op het weerloze dier. In schuren en huizen vinden martelingen plaats.
Vijfhonderd man dierenpolitie die met de kennis en de kunde van de LID en de Dierenbescherming worden gevoed kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de strijd tegen dierenbeulen. Er is wel meer nodig. Flinke geldstraffen en celstraffen voor beesten die dieren mishandelen, martelen en doden. En een `strike out' regel voor mensen die het niet waard zijn dieren te houden. Na ernstige verwaarlozing van dieren een houdverbod. Dat past in de geest van het zero tolerance beleid van VVD en PVV.
Ook het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht moeten van de ernst van de delicten doordrongen raken. Nu worden delicten waarvan dieren het slachtoffer zijn heel makkelijk geseponeerd, of volgen er belachelijke milde werkstraffen.

Meer lezen? Klik hier.

09 september 2010

Slager en jagers willen geen mager wild

Vervolg van het interview met Frans Vera uit Trouw.

Het succes van de Oostvaardersplassen is óók bedreigend voor de jacht, zegt Vera. Vandaar dat juist jagers zich in zijn ogen zogenaamd bezorgd tonen over het hongeren van vee in de winter. De jacht beroept zich op de noodzaak van regulatie omdat er geen grote wilde roofdieren zijn, legt hij uit. „Hoewel roofdieren altijd zwakke exemplaren uitschakelen, schieten jagers juist de dieren in de kracht van hun leven, want er moet ook nog een leuk boutje aan zitten. Je moet de jacht zien als een oogst. Vanwege de lage dichtheden (op de Veluwe één edelhert op 50 hectare) en het bijvoeren van de dieren door bemeste voerakkers, blijven die in zeer goede conditie, waardoor álle hindes jaarlijks een kalf krijgen”.

„De dieren in de Oostvaardersplassen zijn met veel meer (één edelhert op 2 hectare), hebben in de winter honger en zijn mager. Als je er een moet afschieten, is er geen slager die hem wil hebben. Stel nu dat dit model wordt toegepast op de Veluwe, dan betekent dit het einde van de plezierjacht".

Het begrip natuur devalueert per generatie

In dagblad Trouw van 8-9-10 wordt ecoloog Frans Vera aangehaald. Vera werkt bij Staatsbosbeheer en is bedenker van het concept achter de natuur in de Oostvaardersplassen. Hij vindt dat Nederland uit 20 procent ’echte’ natuur moet bestaan. Daarin is voor boeren geen plaats.

„Wij hechten waarde aan de zaken waarmee wij zijn grootgebracht. Natuur is wat wij in onze jeugd als natuur hebben leren kennen. Maar de zogenaamde natuur uit onze herinnering is altijd een cultuurlandschap”. De kikker in de sloot, de koe in de wei, de grutto op een paaltje. Het begrip natuur devalueert, volgens Vera, per generatie. „Wij kunnen zeggen dat de natuur tijdens ons leven achteruit is gegaan. Maar voor onze kinderen is die kwaliteit het beginpunt”.

Vera noemt dit ’het syndroom van de verschuivende ijkpunten’, alsof het om een enge ziekte gaat. Elke keer verschuift ons beeld van natuur en we nemen met steeds minder genoegen. Want er verdwijnt steeds meer. „Er komt ook wel eens wat bij, maar de planten en diersoorten die zich niet konden verenigen met landbouw zijn we dus al kwijt. En we missen ze niet eens. Elke keer komt er weer een generatie die zegt: dít is de natuur. De norm is zo steeds verder naar beneden gegaan”.

Omdat Nederlanders zijn opgevoed met de dieren van de boerderij, weten ze zich geen raad met ’wilde’ runderen en paarden. Kalfjes in de vrije natuur drinken bij hun moeder, paarden blijken opeens kuddedieren. En ja, in de winter vermageren de dieren, na een herfst waarin ze zich hebben volgevreten. Toch zullen de zwakken de winter niet overleven. En daar kan niet iedereen tegen, blijkt uit de emoties in de afgelopen winter.

31 augustus 2010

Hulde voor verkoopstop knaagdieren door 2 dierenwinkels

Twee dierenwinkels uit Rijswijk en Scheveningen hebben besloten om de verkoop van konijnen en knaagdieren per direct te stoppen. De winkeliers zien liever dat klanten hun dieren uit één van de overvolle konijnen- en knaagdieropvangcentra halen. Esther Ouwehand, Tweede Kamerlid voor de Partij voor de Dieren, zal beide winkels bezoeken om ze te feliciteren met deze stap.
‘Een geweldige beslissing’, zo noemt Ouwehand de actie van de dierenwinkels. ‘Ik hoop en verwacht dat het een voorbeeld zal zijn voor andere dierenwinkels. Opvangcentra puilen uit van de gedumpte dieren, dan is het niet te verantwoorden dat het aanbod van konijnen en knaagdieren via dierenwinkels, internet en tuincentra nog groter wordt gemaakt’.
Konijnen en knaagdieren zoals cavia’s, ratten en hamsters worden vaak in een opwelling gekocht, met alle gevolgen van dien. Zo blijkt uit onderzoek dat meer dan de helft van de konijnen die in Nederland als huisdier wordt gehouden, ondeugdelijk te zijn gehuisvest en verzorgd. Dat veroorzaakt wervelproblemen en chronische stress. Daarbij is het aantal konijnen en knaagdieren dat jaarlijks wordt afgestaan of gedumpt niet te tellen. Opvangcentra, veelal opgericht door particulieren en volledig afhankelijk van vrijwilligers, eigen geld en donaties, hebben hun handen meer dan vol aan deze problemen, die ieder jaar groter worden.

12 augustus 2010

Verklein de behoefte aan dieren

Wanneer mensen dieren houden (vee en huisdieren) en ze zorgen er niet goed voor dan zou je net als bij verwaarloosde kinderen deze dieren uit huis moeten plaatsen. Maar dan moet er wel voldoende plaatsen zijn en moet er op die plaatsen wel goed voor de dieren gezorgd worden.
De Stichting Zinloos Geweld tegen Dieren onderzocht of dit wel het geval is en concludeerde dat soms dieren er erger aan toe zijn in hun opvangplaats dan de plaats waar ze waren weggenomen. Opvallende conclusie was ook dat er nogal wat geld verdiend wordt aan het opvangen van dieren.
De Partij voor de Dieren heeft de minister van LNV de volgende vragen gesteld over de opvang van in beslag genomen dieren.
  1. Heeft u kennis genomen van het Zwartboek Inbeslagname Dieren Stichting Zinloos Geweld tegen Dieren? Hoe beoordeelt u de conclusies die hierin getrokken worden?
  2. Kunt u uiteenzetten op welke wijze dieren geregistreerd worden door de Dienst Regelingen? Hoe beoordeelt u de conclusie uit het rapport dat de registratie niet voldoet?
  3. Zijn het afgelopen jaar opslaghouders en opslaglocaties door de Algemene Inspectiedienst en Dienst Regelingen gecontroleerd die niet voldeden aan de vereisten? Zo ja, kunt u uiteenzetten om hoeveel gevallen dit ging en aan welke vereisten men niet voldeed?
  4. Heeft u in het kader van de uitvoeringsregels van de Wet Dieren al meer informatie aangaande het opnemen van algemene verzorgings- en huisvestingsregels voor gehouden dieren en of er situaties kunnen worden aangewezen waarin er sprake is van het benadelen van het welzijn of de gezondheid van een dier? Zo ja, kunt u deze toelichten? Zo neen, waarom niet?
Tot zover de PvdD.
In ons land worden jaarlijks een half miljard dieren gehouden. De meeste daarvan zijn vleeskippen. Het is niet te verwachten dat wanneer een boer slecht zorgt voor 10.000 vleeskippen dat er dan door de overheid een opvangplaats gezocht gaat worden voor die dieren. Ook de stallen met varkens zijn daarvoor doorgaans te groot. In deze gevallen zou de overheid veel vaker moeten controleren of ze goed worden gehouden. Maar de kans dat een veehouder bezoek krijgt van inspectie is klein.
Daarvoor is de menskracht van de controlerende instanties gewoon te gering.
Maar een opvang voor de dieren van een malafide fokker of een melkveehouder die zijn dieren verwaarloost zou toch te organiseren zijn.
Meer controleren en meer opvang regelen kost geld. Meer geld betekent hogere vleesprijzen en de meeste mensen zijn niet bereid hun kiloknallers te missen. Volgens de reclamecode commissie mag Wakker Dier klanten van C-1000, waar de prijs van de kiloknallers onder de prijs van het kattenvoer ligt, blijven doorverwijzen naar haar concurrenten. C-1000 is hoogstens bereid om meer aandacht te besteden aan de promotie van haar biologische producten. En dat is winst, maar wel mager.

De meesten mensen laten zich aanpraten dat de manier waarop boeren hun vee houden een zaak is van consument en supermarkt.

Die zouden de markt zijn waarop het beleid bepaald wordt hoeveel moeite boeren steken in de zorg voor welzijn van hun dieren. En zo wijst iedere partij die belangen heeft in het laten voortduren van de huidige manier van dieren houden naar een andere partij die meer verantwoordelijkheid zou dragen.

De enige manier om deze impasse te doorbreken is een verandering in de behoefte van de mens om vlees en zuivel te consumeren. Dat is een lange weg, maar iedere poging om dat pad in te slaan is een vruchtbare, zolang het maar smakelijke en gezonde alternatieven oplevert voor voedsel van dierlijke herkomst.
Klik hier om meer te lezen over verantwoordelijkheid in de omgang met dieren.

07 augustus 2010

Dieren zijn er voor de mens…………….

Weekje - nou ja wéékje, eigenlijk maar vijf dagen – weg geweest en geen krant gelezen.
Thuisgekomen toch even de kranten doorgelopen. Mijn betrokkenheid bij wel en – vooral – wee van dieren maakt dat alles wat aan ‘dierlijk’ nieuws is gepubliceerd onmiddellijk mijn aandacht trekt. Kijk aan:
Vee- en paardenkeuringen in respectievelijk Wâlterswâld en Oldeholtpade. Deskundige mensen geven een oordeel over lichaamsbouw en andere eigenschappen van dieren dat uiteindelijk moet leiden naar een wezen dat de mens tot nut dient te zijn. Is het niet voor voedingsdoeleinden dan wel voor sport, vermaak, ontspanning of status van de eigenaar/houder van het dier. Geen woord over het welbevinden – of het ontbreken daarvan – van het dier zelf. Het dier is er immers voor de mens.
Een kaatsende varkensboer in Buitenpost die het normaal vindt 3.500 varkens in een half jaar van 20 naar 131 kilo te mesten waarna ze vervolgens genadeloos het slachthuis worden ingedreven. Zo’n man durft dan ook nog met droge ogen te verklaren dat “ de varkens het beter hebben dan veel mensen in andere landen”!! Die het ook heel acceptabel vindt dat de dieren zo weinig mogelijk beweging krijgen om de broodnodige kilo’s in de gestelde tijd eraan te krijgen. In vleesvarkens ‘zit geen tijd’ omdat praktisch alles is geautomatiseerd. Zeugen van zo’n 250 kilo liggen ingeklemd tussen ijzeren hekken om te voorkomen dat ze hun ‘kroost’ verpletteren. Want ja, “Dat wil je toch niet”! Geen woord van twijfel over de wijze waarop deze gevoelige, intelligente dieren worden gemaltraiteerd teneinde de lekkere trek van het doorgeslagen consumentisme te bevredigen. Het dier is er immers voor de mens.
In dezelfde krant een verhaal over de prijs van eieren, die aan de lage kant zou zijn. Er wordt gesproken over bedrijven met 40.000 leghennen alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Goede leghennen kosten al gauw € 4,-- per stuk………… Enfin, het gaat maar door over de voor- en nadelen voor de kippenhouders in tijden waarin heel summier maatregelen worden genomen om de huisvesting van de kippen enigszins(!) te normaliseren. Geen woord over de ellende waarin de dieren, op elkaar gepakt, hun korte leven moeten doorbrengen. Het dier is er immers voor de mens.
In de krant van 5 augustus een klaagzang van ‘sport’vissers die vinden dat het water ‘te schoon’ wordt waardoor de vissen eerder in de gaten hebben dat ze door de wakkere hengelaars worden bedreigd. Die krijgen daardoor ook meer ‘concurrentie’ van roofvissen en – niet te vergeten - de aalscholver en dat vinden ze niet eerlijk! Geen woord over het leed dat aan vissen wordt toegebracht door rust en ontspanning zoeken lieden. Het dier is er immers voor de mens.
Weer een dag later een foto van een of andere vishandelaar die vol trots een kreeft omhoog houdt met samengebonden scharen. Dit om te voorkomen dat de dieren in de beperkte ruimte die ze voor hun dood tot hun beschikking hebben elkaar te lijf gaan. Geen woord over gruwelijk wijze waarop deze dieren veelal worden gedood door ze levend in kokend water te dompelen waar ze gillend aan hun eind komen. Het dier is er immer voor de mens.
De krant van 7 augustus bevat ook weer een portie dierenellende. De dierenasiels kunnen de ‘topdrukte’ in de vakantie organisatorisch en financieel niet of nauwelijks aan. Ondoordacht aangeschafte kittens en puppy's blijken toch niet alleen maar lief en aandoenlijke te zijn maar ook de nodige zorg en aandacht met zich mee te brengen. En dat kunnen we nu met de vakantie voor de deur net niet hebben. Dus weg er mee. Ja, jammer, maar het is niet anders. Want ja, het dier is er voor de mens (en niet andersom)!
En zowaar op pagina 5 van de zaterdagkrant alarmerende berichten over Turkse dolfinaria. Dierenactivisten en toeristen luiden de noodklok over dolfijnen die ter vermaak van het toeristenvolk in veel te kleine baden worden gehouden waar ze langzaam gek worden. Godzijdank blijkt er in Turkije een heuse dierenrechtenorganisatie te bestaan (Haytap) die het voor die stumpers opneemt. De Turkse overheid maakt echter nog weinig aanstalten om de afschuwelijke misstanden aan te pakken. Ook hun instelling zal wel zijn dat het dier voor de mens is.
Zie hier de oogst aan berichtgeving met betrekking tot dierenleed in slechts vijf dagen. Ongetwijfeld een zwakke afspiegeling van de totaliteit aan ellende die dieren door menselijk toedoen of nalaten dagelijks moeten ondergaan.
We hebben van deze planeet een ‘mensenwereld’ gemaakt. Dieren worden getolereerd voor zover we er nut van hebben door ze te kunnen opeten, er geld mee te verdienen, ons er mee te vermaken en te ontspannen dan wel er status door te verkrijgen. Op het moment dat ze ‘ons’ evenwel in de weg gaan zitten of een gevaar (dreigen te ) vormen, ons op kosten dreigen te jagen of voor enig ongemak gaan zorgen weten we niks beters te bedenken dan ze genadeloos te vervolgen, af te danken of ‘gewoon’ aan hun lot over te laten.
Want het dier is er voor de mens…… Niet dan? Ja, toch? Nou dan !!

02 juni 2010

Woedeuitbarsting op olifant bij circus Renz

In circus Renz treden dieren op die -op zijn zachtst gezegd- niet altijd de waardering krijgen die zij verdienen; verslag van een ooggetuige (zie video):
Lama's, leeuwen, alpaca, een bok, Shetland ponies, zebra's, Watoesi's, 1 kameel en 1 Indische olifant die vrij klein van stuk is. De olifant staat buiten op het gras met wat hooi, zo te zien in een kraal van schrikdraad met in een cirkel om haar heen wat andere dieren.

In het programmaboek staat een act van Adriana Folco met een olifant die "Baby" heet. Zij is een dochter van de Folco's die in 1992 met Circus Sarassani de Jubileumtournee deden in Nederland. Ook in het programmaboek Amedeo Folco die een act heeft met zwarte Shetlanders. Hij is haar zoon en nog een kind, en ik zie hem die middag "ins freie Gehege" heel speels en ongedwongen oefenen om de grote bok en een bruine Shetlander een nummer te leren.

Mijn grootste aandacht gaat uit naar de wat kleine olifant. Olifanten zijn kuddedieren, en deze is alleen. Ze staat bijna voortdurend wat dierenactivisten noemen "stereotype gedrag" te vertonen: het wiegen, constant, incl. slurfbewegingen. Steeds dezelfde stapjes, maar af en toe onderbroken door een hapje hooi nemen. Mijn projectie is dat ik het wel erg eenzaam vind, maar anderzijds zegt een half uurtje kijken natuurlijk niets over de resterende 23½ uur van haar etmaal.
Dan is er ruim na de pauze een nummer dat ik me niet eens herinner omdat het eindigt met een totaal verduisterd chapiteau om dan amper 3 tellen later DE OLIFANT in een spotlight midden in de piste te tonen, met dompteuse Folco vlak voor haar. Het dier staat dan al met de voorpoten op zo'n ronde verhoging, lijkt natgespoten te zijn maar m.i. is dat de glitterspray waar ik 's middags vóór de voorstelling ook nog resten van op haar kop en poten gezien had. Het draait lustig rondjes door met de achterpoten om de ton heen te lopen en op de tonen van het circusorkest. Het staat er als één brok leven.
Maar dan begint het fout te gaan. Folco vraagt bewegingen van het dier, maar het reageert niet. Het blijft doen wat het deed. Na zeker 10 commando's en fysieke aanwijzingen, doet het wat zij wil. Ik heb haar geen moment LIEF zien zijn voor het dier en/of het belonen. Dan wil ze dat het gaat zitten op zo'n ton, maar ook dat duurt vele, vele keren van vragen, op poten tikken met een soort zweepje, weer commando's, het dier blijft staan en blijft haar aankijken. Als het z'n slurf een paar maal beweegt, duwt ze die weg of slaat 'm weg. Opeens gaat de olifant toch zitten, voorpoten omhoog, het publiek applaudisseert.

Dan wil de Italiaanse dat het dier op z'n linkerzij gaat liggen in de piste. "Down, down!". Na 10 of 20 keer commando's gevolgd door aan z'n linkeroor trekken, slurf wegslaan, met de hand op z'n achterrug wat slaan, dringt tot mij door dat Folco zelf al die tijd pal links naast het dier staat dat ze naar links wil laten omvallen. Als zij dan ook nog met zo te zien een stok van ± 60 cm lengte op z'n hoofd midden tussen de ogen gaat slaan ("tikken") totdat die stok breekt... moet ik me inhouden om niet de piste in te stappen en die heks eruit te schoppen. Ze heeft al die tijd geen seconde iets van aardigheid, iets liefs of bemoedigends naar het grote dier getoond. Wat het goed deed, wordt het niet voor geprezen. Ze is haar commando's steeds harder gaan roepen maar zonder resultaat en om zo'n vrouw kwaad te zien worden op Godbetere een olifant en die d.m.v. duwen op z'n rug in beweging te proberen te krijgen terwijl het dier haar al die tijd goed aankijkt...

Tussendoor moest "Baby" nog 1 of 2 maal rondjes draaien, en dat deed ie vol energie en overtuiging. Mijn indruk was dat het dier de andere commando's domweg (nog) niet goed begreep, maar ook op geen enkele manier in vriendelijkheid en begrip, bemoediging door z'n dompteuse daar bij geholpen werd. Baby ging niet liggen, waarop de act werd afgebroken door het dier een roze lap in de slurf te geven waarmee het al zwaaiend achterwaarts de piste verliet. Want dat laatste deel van de act, kende het blijkbaar nog wel.

Opmerking
Ik hield er rekening mee dat het nummer misschien nog maar kort bestond, en nog niet voldoende ingestudeerd was. Dan kun je zulke resultaten krijgen. Later zoekend op internet, bleek al snel hoe fout m'n indruk was. Adriana Folco en "Baby" trekken al heel veel jaren samen op.

Ontdaan door de hele gang van zaken in de piste en het feit dat Folco de situatie duidelijk niet de baas was, heb ik meteen toen Baby naar achteren ging de voorstelling verlaten om achter het chapiteau te kijken wat er verder met de olifant gebeurde. Folco was immers kwaad en had een deel van haar zelfbeheersing al in de piste verloren. Baby bleek direct afgevoerd naar z'n staltent, waar Folco nog zeker 10 à 15 minuten in het Italiaans luid tegen het dier heeft lopen schreeuwen en schelden. Een dierverzorger hielp haar om de witte banden (schrikdraad) weer om het dier heen te zetten, het ging allemaal chaotisch, haar zoontje kwam ook helpen, de bruine Shetland en de bok die -in een stalen omheining- de olifant in haar staltent gezelschap bleken te houden voor de nacht, hielden zich koest.
Na ongeveer een kwartier liep Folco nog steeds scheldend weg naar de Sattelgang toe (achterkant ingang chapiteau) waar diverse circusmedewerkers stonden te kijken richting Baby. Keerde even later weer terug en sloot toen de deuren van de wagen (trailer) die met vers stro en hooi was klaargemaakt voor de nacht. De olifant bleef buiten, in haar tent op het gras. Geen hooi meer gezien (maar weet niet of olifanten qua maagactiviteit 's nachts moeten kunnen fourageren). Toen liep ze weer weg, ik denk naar haar eigen wagen toe. Een andere circusmedewerker liep naar zijn collega in de olifantentent toe, en kreeg daar een handen-en-voeten verhaal over hoe het dier in de voorstelling herhaaldelijk haar commando's geweigerd had. Samen brachten ze vervolgens de zijwand (tentdoek) aan aan de kant die nog steeds open was geweest en waardoor ik alles had kunnen zien.

Toen ben ik weggegaan. Er was licht in de staltent en door haar schaduw kon je zien dat "Baby" daar intussen weer non-stop stond heen en weer te wiegen. Met al die vieze glitter nog op haar kop en lijf, want ze was niet afgespoten.

Tot zover de ooggetuige.
Wilt u meer lezen over welzijnsproblemen van circusdieren en de redenen waarom sommigen actievoeren tegen het gebruik van dieren in het circus, klik dan hier.

09 april 2010

Deel varkens en koeien levend aan de slachthaak

Het Agrarisch Dagblad meldt 7-04-2010:
Een slordige half miljoen varkens per jaar worden bij de verwerking in Duitse slachterijen onvoldoende verdoofd of komen nog meer of minder levend aan de haak omdat ze onvoldoende leeggebloed zijn.

Dat zegt de veterinairenorganisatie Bundestierärztekammer. Volgens de dierenartsen is daarmee sprake van een buitengewoon verontrustende situatie en doet de overheid daartegen te weinig.

Het genoemde aantal van een half miljoen komt neer op 1 procent van het totale aantal geslachte varkens. In de rundveeslachterijsector is het cijfer foutieve dan wel gebrekkige verdovingen nog aanzienlijk hoger, namelijk 4 tot 7 procent, aldus de Bundesärztekammer in een aan de kwestie gewijde uitzending van het ZDF-televisieprogramma Frontal21.

De oorzaak van de misstanden is volgens de artsen van puur economische aard.

01 april 2010

De schreeuw van de vis

Een zorgelijk bericht de afgelopen week in de Leeuwarder Courant: sportvissen is de snelst groeiende sport in Friesland. Er zouden thans zo’n 52.000 mensen in Friesland zich met deze merkwaardige hobby bezig houden. Landelijk gezien overschrijdt het aantal sportvissers de twee miljoen! Alarmerend is ook het gegeven dat daarbij meer een half miljoen(!) kinderen zijn. Tegelijkertijd bestaan in brede kring binnen de samenleving grote bezwaren tegen deze vorm van vrijetijdsbesteding.
Natuurlijk is vissen natuurlijk helemaal geen sport. Immers de visser is in alle opzichten – behalve wellicht moreel – superieur aan zijn tegenstander, de vis. De vis is het weerloze slachtoffer van de hang van de mens naar plezier, ontspanning, natuurbeleving, recreatie of hoe je de aard van deze bezigheid ook wilt omschrijven.
Vissen zijn hoogontwikkelde, intelligente, gewervelde dieren. Ze ervaren pijn, angst en stress. Dat is al in 1986 aangetoond door de wetenschappers Verheijen en Buwalda van de Rijksuniversiteit Utrecht. En al deze ervaringen doen zich voor bij een vis die aan een haak uit zijn element wordt gescheurd. Een vis kan geen geluid maken om zijn angst en pijn uit te schreeuwen. Als dat wel het geval was zou het aantal ‘sport’vissers waarschijnlijk aanzienlijk minder zijn dan nu. In plaats daarvan vertonen ze gedrag als zwenken, spuwen en heftig schudden met de kop, allemaal tekenen dat ze ernstig lijden. Onderzoek door de Universiteit van Edinburgh en het Roslininstituut heeft aangetoond dat zich pijnreceptoren rond de bek en op de kop bevinden. Bij een regenboogforel b.v. zijn dat er achtenvijftig. De zenuwbanen die pijn veroorzaken zijn er dus wel degelijk!
In artikel 36, lid 1 van Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren staat: “Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen.”
Het in dit artikel genoemde verbod wordt dus niet toegepast op het ‘sport’vissen. Kennelijk wordt hier het vermaak van de visser als ‘een redelijk doel’ aangemerkt waarvoor dus het “veroorzaken van pijn, letsel en benadeling van de gezondheid of het welzijn van het dier” toelaatbaar wordt geacht…………….
Velen, waaronder de Partij voor de Dieren wijzen het ‘sport’vissen ondubbelzinnig af. Zeker ook waar het gaat om kinderen moet het vissen worden ontmoedigd. Kinderen moet worden aangeleerd dat dieren met mededogen en respect moeten worden behandeld en het vissen staat daar haaks op.
Gezien het grote aantal mensen dat zich als sportvisser manifesteert is enigszins voor te stellen wat er aan onnodig dierenleed wordt veroorzaakt door mensen die zich op deze wijze menen te mogen ontspannen.
Niet alleen het vangen en onthaken is een uiterst onaangename ervaring voor vissen. Ook de manier van doden – of dood laten gaan(!) - is zodanig dat dat ten aanzien van andere diersoorten op grote maatschappelijke weerstand zou stuiten.
Het wordt hoog tijd dat ook het lot van vissen meer aandacht krijgt. “De vis wordt duur betaald.” Maar het is hier de vis zelf die de rekening krijgt gepresenteerd in de vorm van leed dat voorkomen had kunnen worden.
Niemand is er – uiteraard – op uit om mensen hun hobby af te nemen of hun het genieten van de natuur onmogelijk te maken. Maar hobby’s, vermaak en recreatie mogen nooit ten koste gaan van andere levende wezens en mogen geen excuus zijn voor het toebrengen van leed.

17 maart 2010

Het belang van een goede visie op dierenrechten bij de Oostvaardersplassen

De dieren in de Oostvaardersplassen lijden (in de winter en het vroege voorjaar) honger en je zou kunnen betogen dat zij in hun rechten worden aangetast.
Het CDA ziet zijn kans schoon om de Partij voor de Dieren in de discussie over bijvoeren naar de kroon te steken. Immers de dieren in de intensieve veehouderij zullen nooit voer tekort komen, want dan is de opbrengst kleiner. Voor de Partij voor de Dieren is het wat lastiger om een aansprekend standpunt in te nemen. Zij pleit ervoor om de dieren met rust te laten en het gebied van de Oostvaardersplassen zo snel mogelijk aan te sluiten op de Ecologische HoofdStructuur. Bijvoeren daar zien zij alleen maar nadelen in. Wanneer je niet de suggestie wilt doen om aan geboortebeperking te doen, dan zit je klem.
Het kost wat moeite, maar de dieren voor 1 keer bijvoeren en vervolgens een deel te steriliseren of te castreren zolang de aansluiting met de Ecologische Hoofdstructuur er nog niet is, is een maatregel die zowel recht doet aan het dierenwelzijn als aan haar rechten. Het voorkomt een overpopulatie die sterft aan ondervoeding.
Wanneer je uitgaat van het principe dat ook dieren vrijheid als grondrecht hebben, dan is deze ingreep de manier om vrijheid te behouden.
Het is opvallend dat in de discussie vrijwel niemand het begrip “intrinsieke waarde” van stal haalt. Terecht want dat begrip slaat als een tang op een varken. Hopelijk levert de discussie in het bewustzijn van het grote publiek wat meer duidelijkheid op wat natuur echt inhoudt: vrijheid om te zoeken naar voedsel en het ook daadwerkelijk te vinden.

Wie de Partij voor Dieren om uitleg vraagt krijgt het volgende, uitgebreide antwoord:
De Partij voor de Dieren begrijpt uw zorgen over de situatie in de Oostvaardersplassen en de beelden hiervan in Eenvandaag. Als er één partij is die niet wil dat dieren onnodig lijden, dan is het de Partij voor de Dieren. Wij volgen de situatie in de Oostvaardersplassen nauwlettend en vrijdag 12 maart hebben onze Kamerleden Marianne Thieme en Esther Ouwehand samen met onze fractiebioloog een werkbezoek gebracht aan dit gebied.
De Partij voor de Dieren is in principe geen voorstander van het uitzetten van dieren, zeker waar dat in omheinde gebieden plaatsvindt. Het zou niet onze keuze zijn geweest om grote grazers, runderen, paarden en edelherten uit te zetten in het gebied, maar het experiment is een gepasseerd station en dateert van voor de oprichting van de Partij voor de Dieren. Achteruitkijken is dus zinloos, het gaat erom in de huidige situatie de beste oplossing voor de dieren te vinden.
Hoewel de wens om bij te voeren begrijpelijk is, worden de dieren er niet mee geholpen. Integendeel: het bijvoeren creëert onrust in de kudde en dieren die eraan gewend raken, worden minder zelfredzaam. Het belangrijkste probleem van bijvoeren is dat het voedsel niet bij de zwakke dieren terechtkomt. Wilde grazers leven in kuddes met een sterke hiërarchie en de sterke dieren zullen het voedsel opeisen ten koste van de zwakkeren. Door de grote verstoring van het bijvoeren verspillen de dieren wel extra energie, waardoor de zwakste dieren nog kwetsbaarder worden. Het aanbieden van voer op meerdere plekken in het terrein, zoals wel eens gesuggereerd wordt, is geen oplossing voor dit probleem. De dieren leven zeer verspreid over het gebied en als ze aan het voer gewend raken, worden ze minder actief.
Door het bijvoeren komen er meer jongen dan het gebied aankan, waardoor het probleem nog groter wordt. De dieren die nu zogenaamd geholpen worden, vallen dan volgend jaar ten prooi aan de jagerslobby die onder het mom van ‘populatiebeheer’ voor de lol talloze dieren wil doodschieten. Dit actieve afschot vindt dan plaats buiten de wintermaanden. Hierdoor kan er geen verschil worden gemaakt tussen zwakkere dieren die de winter niet zouden overleven, of dieren die gezond zijn en/of belangrijke functies hebben, zoals de kuddeleiders of de moederdieren.
Ten slotte is van een ‘langzame hongerdood’ en een ‘pijnlijk proces’, waar de heer Ormel (CDA) over spreekt, geen sprake. Er is nog steeds voldoende ruwvoer aanwezig in het gebied. Boswachters en dierenartsen houden de dieren extra goed in de gaten. Dieren worden door bevoegd personeel geëuthanaseerd als het duidelijk is dat zij het einde van de winter niet gaan halen, om een lange lijdensweg te voorkomen. Staatsbosbeheer streeft ernaar in alle sterftegevallen te euthanaseren, maar dit is niet altijd mogelijk. Het komt voor dat dieren opeens dood neervallen, door met name plotselinge winterse weersomstandigheden. Hetzelfde gebeurt ook in natuurgebieden in Schotland die niet afgerasterd zijn. Omdat het om een plotselinge dood gaat, is er geen sprake van een lange lijdensweg en is vroegtijdig ingrijpen niet mogelijk.
De Partij voor de Dieren vindt het van groot belang continu te evalueren of er genoeg mankracht aanwezig is om de dieren te inspecteren en waar nodig te euthanaseren. Bij veranderende (weers)omstandigheden moet nagegaan worden of het beleid hierop aangepast moet worden. Ook het beslisschema voor euthanasie, waarmee inspecteurs inschatten wanneer een dier in aanmerking komt voor euthanasie, moet steeds kritisch worden bekeken om te kunnen garanderen dat de maatregelen telkens het gewenste resultaat opleveren. Eventuele herijking van dit beslisschema moet door deskundigen worden uitgevoerd.
De Partij voor de Dieren vindt dat in het wild levende dieren zoveel mogelijk met rust moeten worden gelaten zodat natuurlijke processen hun beloop kunnen hebben. Alleen zo worden de meest diervriendelijke omstandigheden gecreëerd voor de dieren in natuurgebieden. Wij zijn van mening dat populatiebeheer door jagers zoals op de Veluwe plaatsvindt geen acceptabele oplossing kan bieden. 80% van alle zwijnen wordt daar gedood waarbij de populatiedynamiek letterlijk aan flarden wordt geschoten. Op de Veluwe werden het afgelopen jaar 925 van de ruim 2000 edelherten doodgeschoten. Ter vergelijking, in de Oostvaardersplassen zijn er dit jaar 450 van de 2172 doodgegaan.
We pleiten ook nadrukkelijk voor het verbinden van de natuurgebieden in Nederland zodat de dieren meer migratiemogelijkheden en een groter leefgebied krijgen. Eventueel menselijk ingrijpen zal altijd zorgvuldig moeten worden beoordeeld op het daadwerkelijke effect ervan op de dieren. Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn is bijvoeren onder de huidige omstandigheden zeer ongewenst en leidt tot het actief afschieten van voornamelijk gezonde dieren. Partijen als CDA, VVD en PVV gaan hier helaas aan voorbij.
Ik hoop dat u van me aan wilt nemen dat we alles hebben gedaan om tot een gewetensvolle en verantwoorde afweging te komen, waarbij de belangen van de dieren voor ons centraal staan.

23 november 2009

Schapenkop als communicatiemiddel?

Rituele slacht
Annemarie van Gelder, PvdD voorzitster afdeling Friesland, kreeg vrijdag 20 november een schapenkop gespietst in haar voortuin. Op het briefje dat onder de kop geprikt zat, stond geschreven: ‘Je maakt je druk om paling, maar laat ons ritueel slachten’.
Een week daarvoor was Annemarie te horen op de Friese omroep in een tafelgesprek over het verbod dat de minister van LNV wilde doen op de palingvisserij. De paling dreigt uit te sterven.

Vrijdag 27 november is ook het offerfeest waarop moslims ritueel een schaap laten slachten. De Partij voor de Dieren is tegen het ritueel slachten, vanwege het dierenleed en omdat zij van mening is dat het slachten van schapen niet de meest optimale manier is om armen te laten delen in de rijkdom van de beter gefortuneerden.
In de Koran staat het verhaal dat Allah vroeg aan Ibrahiem (Abraham) om zijn zoon Ismaël te offeren om te laten zien dat hij trouw en gelovig was. Toen Ibrahiem zijn zoon met een mes wilde doodsteken, kwam er een engel die zei dat een schaap de plaats van Ismaël mocht innemen.

Het geheel roept vele vragen op. Wat is de zin van het communiceren via schapenkoppen? Het lijkt de Middeleeuwen wel. Zou een God of Allah echt willen dat je jouw rijkdom deelt via het ritueel slachten van schapen of het eten van vlees?
De Partij voor de Dieren verzet zich tegen elk dierenleed. De leden van de diverse PvdD werkgroepen in het land proberen een gesprek aan te gaan met mensen die dieren op een oneigenlijke manier gebruiken voor ontspanning of om hun welvaart te etaleren. Er zijn sympathiekere manieren om met elkaar in debat te gaan.

26 juni 2009

Hoezo is het tegengaan van dierenleed decadent?

Ik, een van de vrouwen in de column van Drayer - die met het verstandige schoeisel, de verstandige fiets en de verbeten blik- die het struikgewas indook om de rattendozen weg te halen heb in een deuk gelegen om de column van Drayer. Zij heeft ons oprecht plezier bezorgd. Alleen wel jammer dat zij onze actie als decadente gekte bestempelt.

Wat is er decadent aan om dierenleed tegen te gaan en er voor te zorgen dat er niet nog meer gif in het milieu geloosd wordt?

Weet mevrouw Drayer wel hoe rattengif werkt? Dat je daar langzaam inwendig door doodbloedt. Dat niet alleen de ratten hier op een gruwelijke manier slachtoffer van worden, maar ook andere dieren die de ratten opeten. Een bruine rat is een normale inwoner van de stad. Het klopt dat een rat ziekten kan overbrengen, maar de kans dat een rat dat op een mens zal doen is vele malen kleiner dan de kans dat mevrouw Drayer een eigen soortgenoot aansteekt met een door haar meegedragen ziekte.

Drayer vindt de GGD handig om de ratten te bestrijden en vraagt zich af op welke slinkse wijze de GGD hier volgens ons geld mee verdient. Dat wil ik haar graag uitleggen: de GGD is al jaren op de hoogte van het feit dat het vangen, vergiftigen en doden van dieren bij overlast niets helpt omdat de open plekken die hierdoor ontstaan snel weer worden ingevuld door nieuwe dieren. Toch gaat de GGD hier mee door omdat deze opdrachten haar geld opleveren.

In een interview in de Telegraaf van 30 januari verkondigde de GGD dat zij ratten die langs de waterkanten leven met rust zou laten. En tijdens het gesprek wat wij vorige week met de GGD hadden werd ronduit toegegeven dat lokdozen juist dieren aantrekken en dat andere dieren waaronder beschermde diersoorten schade hiervan ondervinden.

Nee, tien jaar geleden had inderdaad niemand geloofd dat de GGD onnodig dieren doodt!

Sandra van de Werd,
Comité Dierennoodhulp, en mede namens
Stichting De Faunabescherming,
Stichting rechten voor al wat leeft en
Werkgroep Park en Fauna

16 juni 2009

Levende dieren tussen kadavers is geen incident

Persbericht Varkens In Nood

Destructiedienst Rendac, die bij boerderijen door heel Nederland kadavers ophaalt, treft regelmatig nog levende dieren aan in kadavertonnen langs de weg. Dat bevestigt een anonieme bron binnen Rendac aan Stichting Varkens in Nood. “Het gaat dan voornamelijk om biggen of kippen.”

Varkens in Nood bracht vorige week videobeelden naar buiten van nog levende biggen die waren aangetroffen in een kadaverton in Brabant. Die tragische vondst werd door velen afgedaan als een incident. “In met name de varkens- en pluimveesector gebeurt dit meerdere keren per jaar”, aldus de insider. “Er worden zowel kleine als grote dieren aangetroffen. Zo lag een keer een halfdode zeug onder een kadaverkap.”
Als medewerkers van Rendac nog levende dieren aantreffen, wordt daarvan melding gemaakt bij de Algemene Inspectiedienst (AID). “De AID heeft maar een beperkt aantal uren om te besteden aan de controle op het naleven van de destructiewetten”, stelt de bron. “Daar zit het probleem. We weten dat er wantoestanden zijn in de veehouderij, maar men heeft nauwelijks de juridische mogelijkheden om een bedrijf dicht te gooien.”

In de stallen van de Nederlandse vee-industrie sterven per jaar 3,3 miljoen biggen, 60 duizend zeugen en 500 duizend vleesvarkens, veelal zonder dat er een veearts aan te pas komt. Niet al die dieren zijn dood op het moment dat ze ter destructie worden aangeboden, zo bleek vorige week. “Er wordt altijd geroepen dat overtredingen incidenten zijn. Heel vaak blijkt echter dat wij slechts het topje van de ijsberg hebben blootgelegd”, stelt Hans Baaij, directeur van Varkens in Nood.

04 april 2009

Varkens lijden door verdoving en verveling

Journaliste Pauline Veen van Eenvandaag bekeek samen met oud-dierenarts en verdovingsexpert Reinder Hoenderken beelden van een verdoving van varkens met CO2.
In haar weblog schrijft zij:
Vijf keer zie ik een varken in totale paniek zijn kop heen en weer slaan tegen de wand van de bak. Zijn voorpoten zitten vastgebonden om ervoor te zorgen dat de elektroden op zijn hoofd, die de hersenactiviteit moeten meten, er niet afvliegen. Maar anders waren er echt ongelukken gebeurt, met zo’n beest van 120 kilo. Hij probeert echt alles om eruit te komen, tevergeefs. Als leek denk ik: dit is toch wel ‘onaanvaardbare pijn en opwinding’.
Dertig jaar oude beelden ja, maar: het gas is niet veranderd, de dieren zijn niet veranderd, de methode is niet veranderd. Alles gaat zoals het toen ging.
En dus kunnen we dankzij de boven water gehaalde filmbeelden ons na dertig jaar weer afvragen: lijden onze varkens?

Oordeelt u zelf: op Eenvdaag kunt u de uitzending bekijken die collega Simone Timmer en ik erover maakten.

Tot zover het weblog.

In de uitzending rekent Hoenderken voor dat bij een slachterij die jaarlijks 5 miljoen varkens slacht, die elk 20 seconden lijden ("ongerief") door bovengenoemde methode van verdoven, 100.000.000 seconden dierenleed oplevert.
Helaas is dit niet enige moment dat een varken lijdt in zijn leven. In de zes maanden die een varken in zijn korte leventje opgroeit in een saaie stal mag ook de verveling gerekend worden onder dierenleed.

25 maart 2009

Kat en muisspel Verburg met de PvdD over import en fok van kleine huisdieren

Zoals wel vaker ontwijkt LNV minister Verburg een deel van de vragen die vertegenwoordigers uit de Tweede Kamer haar stellen. Ook is zij niet van plan in te grijpen om dierenleed te voorkomen tenzij er klachten binnenkomen bij de LID of AID.
“Een importverbod voor knaagdieren verhoudt zich niet met het EG-verdrag over het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten”.

Kamervragen van Ester Ouwehand van de PvdD over uitspraken met betrekking tot de registratie van de import en fok van kleine huisdieren.

1
Hebt u kennis genomen van de uitzending van de Keuringsdienst van Waarde over de handel in hamsters en de grootschalige import van hamsters uit Tsjechië?
Ja.

2, 3, 7 en 8
Kunt u aangeven op welke informatie u uw uitspraak heeft gebaseerd dat ‘de meeste hamsters die in Nederland te koop worden aangeboden afkomstig zijn uit Nederland’, wanneer registratie van fok en handel in knaagdieren ontbreekt?
Kunt u aangeven waarom u de jonge presentatrice in de uitzending heeft aangeraden niet alle ‘roddels’ te geloven, terwijl de redactie in haar zoektocht naar de herkomst van in Nederland verkochte hamsters juist is gestuit op hamsterfokkerijen in Tsjechië die aangeven te fokken voor de Nederlandse markt?
Kunt u bevestigen dat er per week 3.000 hamsters worden verkocht in de Nederlandse dierenwinkels?
Kunt u een overzicht geven van de herkomst van deze dieren? Zo nee, kunt u dan bevestigen dat u - in tegenstelling tot u stellige uitspraken in de uitzending- geen enkel zicht heeft op de herkomst van de hamsters die in Nederland worden verkocht en de omstandigheden waaronder deze dieren worden gefokt?

In de uitzending van het programma “De Kinderen van de Keuringsdienst van Waarde” wordt niet duidelijk welk deel van de in Nederlandse dierenspeciaalzaken verkochte hamsters, afkomstig is vanuit het buitenland.
Mijn antwoord heb ik gebaseerd op informatie dat deze dieren grotendeels afkomstig zullen zijn uit Nederland. Informatie van de brancheorganisaties bevestigt mijn uitspraak dat het merendeel van de hamsters in de Nederlandse dierenspeciaalzaak afkomstig is van Nederlandse fokkers.
Vertegenwoordigers van de brancheorganisaties voor dierenspeciaalzaken geven aan dat het aanbod van hamsters in de Nederlandse dierenspeciaalzaken voor ongeveer 2/3e deel afkomstig is van Nederlandse fokkers (beroepsmatige en hobbyfokkers). Ongeveer 1/3e deel van deze dieren is afkomstig uit het buitenland (vooral uit Polen en Tsjechië).
Er worden ongeveer 1000 hamsters per week verkocht in de Nederlandse dierenwinkels.

4 en 5
Waarom hebt u de Kamer onjuiste informatie verstrekt door in antwoord op eerdere Kamervragen te zeggen dat konijnen en knaagdieren ‘slechts incidenteel in het kader van fokprogramma’s worden geïmporteerd door fokkers’?
Kunt u aangeven waarop u uw uitspraak dat ‘het overgrote deel van de konijnen en knaagdieren dat aan dierenspeciaalzaken wordt geleverd, afkomstig [is] van particuliere fokkers’ in antwoord op Kamervragen heeft gebaseerd?

In mijn antwoord op uw Kamervragen van 27 mei 2008 over de opvang van konijnen en knaagdieren heb ik mij destijds gebaseerd op de informatie die daarover beschikbaar was.
Er is navraag gedaan bij zowel de brancheorganisaties als de LID.

6
Hoe beoordeelt u de scene waarin duidelijk wordt dat dierenspeciaalzaken niet weten waar de door hen ingekochte dieren vandaan komen en aangeven geen tijd te hebben om zich hiermee bezig te houden?
Ik kan en wens geen oordeel te geven naar aanleiding van deze enkele scene over de gang van zaken in een brancheorganisatie.

9
Deelt u de mening dat kopers en vooral verkopers van dieren dienen te weten waar de dieren die zij kopen dan wel te koop aanbieden zijn gefokt en dat het mogelijk zou moeten zijn hier toezicht op te houden? Zo nee, kunt u dit toelichten?
Op dit moment gelden - naast de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren – geen specifieke regels voor fokken, houden en verkopen van konijnen en knaagdieren in de commerciële gezelschapsdierensector.
De sector werkt momenteel aan een vrijwillige certificeringsregeling voor onder andere de dierenspeciaalzaken en de import- en groothandel. In dit stelsel wordt gedacht aan het opnemen van een registratie van diersoorten.

10
Vinden er AID-controles plaats bij de Nederlandse hamsterfokkers? Zo ja, wat zijn de aandachtspunten bij deze controles en met welke frequentie vinden deze plaats? Zo nee, waarom niet?
Controles vinden momenteel plaats op basis van meldingen. Indien er meldingen worden gedaan over het welzijn van hamsters dan worden deze in behandeling genomen door de LID of AID.

11
Kunt u toelichten wat u verstaat onder ‘illegale handel’ in hamsters vanuit Tsjechië?
Met “illegale handel” werd in dit kader gedoeld op de invoer of het vervoer van hamsters in strijd met de veterinaire handelsvoorschriften en welzijnsbepalingen die voor vervoer van dieren binnen de EU van kracht zijn.

12 en 13
Kunt u aangeven welke regelgeving Tsjechië hanteert voor het fokken en verhandelen van kleine huisdieren, zoals hamsters? Wordt het welzijn van deze dieren hierdoor voldoende gewaarborgd volgens u? Zo nee, welke consequenties verbindt u hieraan met betrekking tot de import van huisdieren uit Tsjechië?
Bent u bereid de import van knaagdieren uit landen als Tsjechië te verbieden en met voorstellen te komen voor de registratie en monitoring van de handel in kleine huisdieren?
Zo neen, waarom niet?

Tsjechië kent geen specifieke nationale regelgeving met betrekking tot het fokken en verhandelen van kleine huisdieren zoals hamsters. Navraag in Tsjechië heeft uitgewezen dat er geen welzijnsproblemen bekend zijn betreffende het fokken en verhandelen van deze dieren en ik zie dan ook geen reden consequenties te verbinden aan de import van huisdieren vanuit Tsjechië.
Een importverbod voor knaagdieren verhoudt zich niet met het EG-verdrag over het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten van de Europese Unie (EG-verdrag, artikel 28 en 29).

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

20 maart 2009

Rapport schetst onthutsend beeld over veetransporten

Compassion in World Farming Nederland publiceert vandaag een nieuw rapport over veetransporten in de Europese Unie. Het rapport is gebaseerd op de laatste cijfers en het nieuwste wetenschappelijk onderzoek. Het geeft een onthutsend beeld van het dierenleed dat veroorzaakt wordt door het vervoer van dieren over grote afstanden.

Het rapport, dat werd geschreven door Peter Stevenson, beschrijft de belangrijkste routes voor verre diertransporten in de EU. Nederland neemt daarbij een belangrijke plaats in. Zo importeerde ons land in 2007 bijvoorbeeld meer dan 300.000 jonge kalfjes uit verre landen als Polen, Litouwen en Ierland. In hetzelfde jaar exporteerde Nederland meer dan 1,4 miljoen levende varkens en biggen naar Spanje en Italië. Zowel varkens, als jonge kalfjes, kunnen slecht tegen de verre transporten en tegen de barre omstandigheden waaronder deze vaak plaats vinden.

De Europese regels voor diertransport staan toe dat dieren over grote afstanden worden vervoerd. Toch worden de voorgeschreven rijtijden vaak overtreden, zijn de veewagens vaak overvol en krijgen de dieren vaak onvoldoende rust, eten en drinken. Het aantal incidenten rond veetransporten is dan ook groot. Het rapport somt op:
2005: Nederlandse varkens dood op een reis naar Italië
2006: 263 biggen dood op een reis van Nederland naar Griekenland
2007: 190 biggen dood op een reis van Nederland naar Italië
2007: 13 Nederlandse biggen dood bij aankomst in Spanje
2007: In Duitsland sijpelt bloed van een Nederlandse vrachtwagen met varkens. De wagen blijkt te zwaar beladen en 127 varkens hebben ernstige bijtwonden.

Natuurlijk doet het rapport ook belangrijke aanbevelingen om een eind te maken aan het dierenleed dat veroorzaakt wordt door verre diertransporten. De belangrijkste is een verbod van alle transporten die langer dan acht uur duren. Daarnaast dringt Compassion in World Farming er bij de Europese Unie en haar lidstaten op aan veetransporten streng te controleren, bijvoorbeeld door meer en beter samen te werken en door effectief gebruik te maken van satellietnavigatie.

05 maart 2009

Borghouts wil les voor hengelaars

De Commissaris van de Koningin van Noord-Holland, Harry Borghouts, opende onlangs een academie voor de hengelaars. De Partij voor de Dieren vindt het niet gepast dat de Commissaris van de Koningin zich inlaat met deze academie, die de hengelsport zeker zal willen stimuleren. De hengelsport waarbij zonder redelijk doel bij dieren leed wordt veroorzaakt is een overtreding van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (art. 36). Het gaat dus om dierenmishandeling.
Het provinciebestuur blijkt niet te twijfelen aan het leed van de dieren als gevolg van de hengelsport. Het provinciebestuur geeft geen antwoord op de vraag van de Statenfractie van de PvdD wat het redelijk doel is waarmee het dierenleed gerechtvaardigd zou kunnen worden.

Klik hier om meer te lezen over de hengelsport of in de Internetversie bij de labels.

24 februari 2009

Crisis; een nadeel dat zijn voordeel heb?

Hoe dom of gevoelloos kan een mens zijn die nu nog ontkent dat de bio-industrie zich alleen staande kan houden door het belang van dieren volledig ondergeschikt te maken aan de vraatzucht van de mens. Elk jaar worden er in Nederland 500.000.000 (vijfhonderd miljoen) dieren na een ellendig en veel te kort leven, op een meestal gruwelijke wijze, van het leven beroofd. En dat voor een product dat de mens niet eens nodig heeft! Ja, ik durf de stelling wel aan dat de mensen die in de (bio-)industrie hun geld verdienen de hele dag bezig zijn met het martelen van dieren. Dat die mensen dat niet uit wreedheid doen mag waar zijn. Maar als je weet wat het leed is dat de dieren moeten ondergaan alvorens tot een stuk anoniem vlees te worden getransformeerd en je blijft werkzaam in die sector en je blijft dat product ook vrolijk consumeren ben je mede schuldig aan gruwelijk en onnodig dierenleed. Ik heb daarom de consequentie genomen en ben volledig gestopt met het eten van vlees en vis, terwijl ik meer dan zestig jaar een fervent vleeseter ben geweest. Ik zal niemand opleggen mijn voorbeeld te volgen maar het kan echt geen kwaad je eigen consumptiegedrag eens onder de loep te nemen en je serieus te gaan afvragen of je wel met deze waanzin door moet/wilt gaan. Dankzij organisaties als Wakker Dier, de Partij voor de Dieren en andere wordt er steeds meer bekend over de walgelijke praktijken die met dieren worden uitgehaald om in zo kort mogelijke tijd zo veel mogelijk dieren op het bord van de consument te krijgen. En dat terwijl naast het onaanvaardbare dierenleed het milieu enorm wordt belast door de veeteelt en de honger in de wereld in stand wordt gehouden door de helft van alle landbouwgronden te gebruiken voor de verbouw van veevoer. Voor één kilo dierlijk eiwit (vlees) is vier tot vijf kilo plantaardig eiwit nodig. De grond zou dus beter gebruikt kunnen voor gewassen die voor de mens geschikt zijn. Op die manier hoeven er geen 40.000 kinderen per dag te sterven aan ondervoeding.
Ja, hoe dom kun je zijn door de feiten simpelweg te ontkennen, te bagatelliseren dan wel belachelijk te maken. Misschien dat de crisis waar we in dreigen te geraken de doorgeslagen consumptieslaven die we als mens zijn geworden weer enigszins tot rede weten te brengen. Het was echt niet zo'n gek advies om eens op de site van Wakker Dier te gaan kijken. Maar ja, wie het niet wíl weten zal die moeite niet nemen en rustig blijven doorgaan met de kiloknaller in het winkelkarretje te gooien.

Zie deze video over de nadelen van zuivel.

06 februari 2009

Protectionisme kan dierenleed besparen

De Nederlandse economie is afhankelijk van de export. Protectionistische maatregelen van het buitenland zou onze ondernemers niet uitkomen. Er is een duidelijke uitzondering die veel dierenleed zou schelen: de export van Nederlands vlees en zuivel zou best heel wat minder kunnen. Om te concurreren op buitenlandse markten bezuinigen Nederlandse veehouders op dierenwelzijn. Als buitenlandse markten deze invoer zou tegenhouden en de Nederlandse overheid zou de eigen markt van biologisch of ecologisch verantwoord geproduceerde zuivel beschermen tegen de invoer van bio-industrie producten uit het buitenland dan zou dat zelfs wereldwijd veel dierenleed schelen. Wat is de zin van het heen en weer slepen van vlees, wanneer landen meer produceren dan de eigen behoefte is en het surplus verkopen in een ander land dat ook teveel produceert?
Wanneer we dan (eindelijk ook nog) het principe toepassen dat de vervuiler betaalt, dan kan de belastingbetaler opgelucht ademhalen en de vaderlandse bio-industrie bijplaatsen op de vuilnisbelt van de geschiedenis.

02 februari 2009

Varkens slachten: it is all about the money

Verscheidene organisaties hebben zich opgewonden over het vergassen van varkens met CO2. Op dit blog een video van een item van Arjen Lubach.

In een uitzending van Eenvandaag reageert een vertegenwoordiger van slachterij VION:

‘Het is geen vrolijk aanblik’, geeft prof. Bert Urlings, directeur kwaliteitszaken van VION, toe. ‘Het lijkt alsof het dier stikt, maar dat is niet zo.’ Volgens Urlings gaat het hier om een natuurlijke fysiologische reactie. ‘Bij verhoging van het CO2 gehalte denkt het lichaam direct dat er minder zuurstof in het bloed zit, waardoor de ademhaling dieper wordt.’
Een alternatief voor het verdoven met CO2 is de stroomstoot. Een deel van de varkens uit de bio-industrie worden op deze manier verdoofd. Maar dat betekent wél dat er minder varkens per uur kunnen worden gedood, omdat verdoving met een stroomstoot individueel moet gebeuren. Bij vergassing kunnen varkens in een groep worden bedwelmd –wat natuurlijk veel rendabeler is voor een varkensslachterij.
Met C02 bedwelming worden alle regels grof overtreden. Terwijl dezelfde expert, dr Hoenderken, al in 1978 (!) met een proef aantoonde dat de methode niet door de beugel kon. De voorloper van de Voedsel- en Warenautoriteit - de Rijksdienst voor Vee en Vlees- liet na dit experiment C02 bedwelming van varkens dan ook verbieden.
Twintig jaar later werd dit verbod weer opgeheven toen EU-regelgeving van kracht werd.

Tot zover de weblog van Pauline Veen op de website van Eenvandaag.

Je moet maar lef hebben om het vergassen goed te praten met de opmerking dat het dier niet stikt en dat “het lichaam denkt” en de suggestie te wekken dat er geen pijn en paniek optreedt maar slechts een diepere ademhaling.

Het gaat allemaal om het geld en elke cent die kan worden bespaard is een uitstel van executie van de ten dode opgeschreven sector van de intensieve veehouderij.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.