Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

27 juni 2006

Alle basisbehoeften van het varken bevredigd?



De landelijke Dierenbescherming (DB) wil iets voor het varken in de bio-industrie doen en voor de mensen die wel verantwoord vlees willen eten maar er niet te veel voor willen betalen. Zij investeert en onderzoekt daarom mee in de bouw en bedrijfsvoering van diervriendelijke (varkens)stallen met een klinkende naam als ComfortClass, Jumbo Bewust en Boerenkip.

De 10 basisbehoeften van het varken volgens de WUR en de DB:
  1. Het varken wil veel rusten in het gezelschap van andere dieren.
  2. Het varken wil ongestoord en onbeperkt kunnen eten en drinken in het gezelschap van andere varkens.
  3. Het varken wil samen met andere varkens op ontdekking kunnen gaan.
  4. Het varken wil niet alleen zijn.
  5. Het varken wil veilig kunnen mesten en urineren op een daarvoor bestemde plek.
  6. Het varken heeft behoefte aan veiligheid.
  7. Het varken wil het niet te warm en niet te koud hebben.
  8. Het varken wil zichzelf kunnen verzorgen.
  9. Het varken wil niet ziek zijn.
  10. Het varken heeft beweging nodig.

Wat in deze opsomming opvalt is dat de behoefte om een modderbad te nemen of te wroeten in de aarde in de wei of in het bos niet wordt genoemd. Het zijn allemaal behoeften die je in een stal zou kunnen vervullen, alsof het varken als het ware geboren wordt om zijn leven lang binnen te blijven.
Zou de opsomming van de basisbehoeften wel volledig zijn of worden er tactisch een paar verzwegen?

Een varken wordt niet oud. Zodra de groei eruit is, gaat een vleesvarken naar de slacht. Daar gaat het om, om geld verdienen. Dat gaat gemakkelijker met een goed imago. Met de hulp van de Dierenbescherming wordt het huidige slechte imago van de intensieve varkenshouderij opgepoetst terwijl de bulk van de sector gewoon op de oude voet (voor de export) door kan produceren. Wie daarbij kanttekeningen plaatst wordt domweg gewezen naar de mogelijkheid om varkensvlees uit de ComfortClasse te kopen.

Je zou dit vraagstuk of je varkens wel of niet binnen mag opsluiten en het meewerken aan een verwerpelijke industrie om haar juist te bestrijden een variant van het “prisoner-dilemma” kunnen noemen.

Voor een filosofische kijk op behoeften, lees ook eens het vegetarische protest als onderdeel van het filosofische betoog van Klaas Rozemond over de vraag of de varken gelukkig is dan de mens.

24 juni 2006

Luie jagers schieten vanuit de heup

Vossenjagers, stropers en bisonjagers hebben één ding gemeen; ze schieten het liefste zittend vanuit hun voertuig. Ze beargumenteren hun laffe daden ermee met dat er teveel dieren zouden zijn.

Jagers die vanuit de auto op vossen willen schieten, hebben volgens de wet geen toestemming om zich met een geladen geweer op de openbare weg te bevinden. Daarvoor willen ze nu officieel toestemming. Het is ze blijkbaar te veel moeite om de vos lopend op te zoeken en ze op een heterdaad te betrappen. Op basis van de Faunawet mogen jagers vossen doden als deze schade aanrichten. Anders dan bij mensen betekent dat wanneer onbekende vos A schade maakt, je dan een willekeurige vos B mag "straffen".

Stropers gebruiken de koplampen van hun auto en lichtbakken om wild in het licht te vangen en te schieten.
Twee eeuwen terug schoten Amerikaanse treinreizigers vanuit de rijdende trein op langstrekkende bisons.
Bisons werden als een bedreiging aangemerkt van de opkomende agrarische economie. Een echte bedreiging waren deze dieren natuurlijk niet, maar ook toen al had de nieuwkomers op dat continent minder oog dan de oorspronkelijke inwoners voor het inrichten van een samenleving waar ieder levend wezen recht had op een eigen plaats.

Grauwe ganzen, vossen of verhongerende grote grazers zijn nog steeds vogelvrij. Walvissen en zeehonden zijn als individu vogelvrij zolang hun soort maar niet op uitsterven staat. Blijkbaar heb je als dier minder rechten als je met velen bent.

De vooruitgang van de beschaving en emancipatie van het dier gaat helaas traag.

Verbind de Oostvaardersplassen via Horsterwold met de Veluwe


In de discussie over het lot van de grote grazers in de Oostvaardersplassen dringen veel deskundigen aan op het maken met een aansluiting van het gebied met andere gebieden. Het probleem van voedseltekort en hoge sterfte in de wintermaanden zou daarmee zijn verholpen.
In het oosten van Zuidelijk Flevoland tegen het Veluwemeer ligt het Horsterwold.
Wanneer er vanaf dat gebied een wildbrug zou komen naar het vaste land en over de A28 zouden deze dieren niet alleen niet meer van de honger hoeven om te komen, maar ook in contact kunnen komen met soortgenoten om inteelt en andere ellende te voorkomen.
De kans op gesleep met dierziektes is in deze tijd van intensieve veehouderij niet meer zo groot als vroeger.
Uiteraard zal een dergelijke verbinding (Ecologische HoofdStructuur) veel geld kosten. Een aanleg zou kunnen samengaan met een recreatieve functie. Deze functie zou per seizoen anders ingevuld kunnen worden. Recreanten en trekkend wild zou elkaar in de wisseling van de seizoenen kunnen afwisselen in het gebruik van de nog aan te leggen ruimte.

23 juni 2006

Respect voor het welzijn van dieren is ontwikkelingsvraagstuk


Een aantal grote dierenbelangenorganisaties ijveren voor een universele verklaring over het welzijn van dieren:

In principe, zal de Universele Verklaring een beroep doen op de Verenigde Naties om dieren als „voelende wezens“ te zien, die in staat zijn om pijn te ervaren en te lijden, en om te erkennen dat het welzijn van dieren een belangrijke kwestie is als onderdeel van de sociale ontwikkeling van naties over de hele wereld.

Miljarden dieren over de hele wereld worden beïnvloed door mensen, en zijn voor een behandeling met respect, afhankelijk van mensen. Maar er is weinig nationale en géén internationale bescherming voor dieren wanneer dat medeleven niet aanwezig is.

De bio-industrie is de grootste oorzaak van het lijden van dieren in de wereld, met ongeveer vier miljard zoogdieren en 55 miljard vogels, die worden gehouden om goedkoop vlees, melk en eieren te produceren. De grote meerderheid van deze dieren leeft onder slechte omstandigheden en er wordt niet voldaan aan hun welzijnsbehoefte.


Tot zover.

Wat die sociale ontwikkeling inhoudt wordt hierboven niet duidelijk uiteengezet. Waar het om gaat is dat mensen zich in alle werelddelen realiseren dat het rekening houden bij de eigen levensstijl en consumptiegewoonten met de gevolgen voor het welzijn van dieren een kwestie van beschaving is.
Het vastleggen van het inzicht dat dieren kunnen voelen en dat zij rechten hebben in de wet is nog niet voldoende om mensen te bewegen zelf ook rekening te houden met de gevolgen van hun gedrag voor dieren.
Het zou een goede zaak zijn als overal ter wereld op scholen en in educatieve campagnes het inzicht wordt verspreid dat het welzijn van dieren wordt betrokken in onze morele cirkel.

21 juni 2006

Stuur aspirant konijnenkopers door naar dierenasiel


In het nieuws wordt aangekondigd dat de dierenwinkels te weinig konijntjes hebben als gevolg van het koude voorjaar. Tegelijk luiden dierenasielen de noodklok omdat hun verblijven overvol zitten met katten.
Dat lijkt een oplosbaar probleem. Laat de dierenwinkels aspirant konijnenkopers doorverwijzen naar het asiel. Geef de winkelier eventueel een vergoeding voor het doorsturen. Het gaat hen tenslotte allemaal om de omzet, nietwaar?
Daarnaast: een kat is een geschikter huisdier dan een konijn.

Voor overzicht van de nadelen van het konijn als huisdier, klik hier.

20 juni 2006

Opwindend nieuws over dolfijnen

In mei 2006 werden de resultaten bekend van een onderzoek van o.a. Vincent Janik naar herkenningsgeluiden bij dolfijnen.
In de NRC van 9 mei 2006 stond o.a.: "Dolfijnen noemen elkaar bij de naam.
Dolfijnen roepen elkaar bij hun naam. Iedere tuimelaar (Tursiops truncatus) heeft zijn eigen kenmerkende fluitje. Groepsgenoten herkennen dat en gebruiken het om de ander te roepen.
Dat hebben biologen onder leiding van zeezoogdieronderzoeker Vincent Janik van de St. Andrews University in Schotland aangetoond. Hun onderzoek is vandaag gepubliceerd in het Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences.

Daarmee is de dolfijn het eerste dier naast de mens dat ‘namen’ gebruikt voor de aanduiding van soortgenoten, zo concluderen Janik en zijn collega’s. Door geluiden met de computer na te bootsen konden de onderzoekers laten zien dat de dieren elkaar niet herkennen aan het stemgeluid, maar aan de specifieke variaties in toonhoogte, duur en volume.
De ontdekking is een volgende mijlpaal in het onderzoek naar de intelligentie van het sociale zeezoogdier. Sinds de televisieserie Flipper hebben dolfijnen een bijzonder intelligent imago; harde gegevens ontbraken echter. In 2001 werd een eerste aanwijzing in die richting gevonden, toen werd vastgesteld dat dolfijnen kunnen begrijpen waarnaar een mens wijst. Als een dier dat begrijpt, betekent dat dat het inzicht heeft in de psyche van de wijzer."

Het lijkt er echt op dat dolfijnen zich psychisch in nog meer opzichten kunnen meten met mensen dan al werd aangenomen. Dit geeft natuurlijk ook weer aan dat er geen enkel excuus kan zijn om deze wezens 'per ongeluk' bij te vangen tijdens het vissen of ze ten koste van hun welzijn gevangen te houden.

Titus Rivas

Zie ook:
- Hebben dieren veel te vertellen?

19 juni 2006

Onderzoek als doekje voor het bloeden

Walvisjagers vangen walvissen om hun vlees te verkopen, maar doen dit onder de dekmantel van onderzoek.
Intensieve veehouders proberen maatregelen ter verhoging van het dierenwelzijn uit te stellen onder het mom dat er nog meer onderzoek moet worden gedaan. Zij doen dit om met minimale kosten nog zo lang mogelijk geld te verdienen aan het dierengebruik.
Nertsenhouders spannen de kroon door te stellen dat het welzijn van nertsen is te verbeteren door een platform in de kooi te maken en door cilinders in de kooien te leggen.
Ook menig wetenschappelijk onderzoeksrapport wordt afgesloten met de aanbeveling dat er vervolgonderzoek zou moeten worden gedaan. Iedereen weet dat onderzoekers ook graag continuïteit hebben in het aanboren van nieuwe onderzoeksgeld. De schoorsteen moet wel blijven roken.
Het dus een spel van pappen en nathouden. De overheid speelt dit spel graag mee want hiermee kan zij de dilemma’s omzeilen die het gevolg zijn van haar rol. De overheid wordt geacht boven de partijen te staan en op te komen voor de zwakkere. De overheid wil echter ook niet partijen tegen zich in het harnas jagen en ziet bovenstaande ethisch ontoelaatbare zaken door de vingers vanwege de commerciële belangen.
Wie betaalt, die bepaalt en het is het bedrijfsleven dat via belastinginkomsten de salarissen van ambtenaren mede opbrengt.
Veel rechtvaardigheid is er van de overheid niet te verwachten als commerciële belangen op het spel staan. Dit zelfs niet als al lang duidelijk is dat er voor bepaalde sectoren geen financieel duurzame toekomst meer te verwachten is.
Nederland is een exportland, maar ook een dik bevolkt land. Deze laatste omstandigheid heeft als gevolg dat grond om op te (ver)bouwen veel duurder is dan in het buitenland. Dit verzwakt de concurrentie van bijvoorbeeld de landbouw. Ook wordt er aan de landbouw getrokken omdat de gezondheid door het intensieve gebruik van mest, bestrijdingmiddelen, medicijnen en afvalstoffen in het geding is. Er is te weinig recreatieve ruimte.
Toch kent Nederland geen beleid gericht op het krimpen van het landbouwareaal van een toestand van overproductie tot het niveau van evenwicht tussen vraag en aanbod.
Een evenwicht zou prima kunnen samengaan met het weren van ongewenste import uit het buitenland. Het is een fluitje van een cent om de goedwillende en duurzaam producerende eigen producenten daarmee te beschermen.
Maar niets van dit logisch alles. Onder het mom van zogenaamde verplichtende WTO afspraken wordt alle ruimte gegeven aan het ethisch minst toelaatbare economische alternatief.
Ook worden organisaties gehekeld die de macht van Brussel beperkt willen houden, zolang een grotere invloed van het Europese parlement niet inhoudt dat de kwetsbare groepen in Europa door centralisering niet nog meer het slachtoffer worden van de geldhonger van economische grootmachten.
Onderzoek van de eigen motieven achter het kleinburgerlijk handelen en denken, dat zou echt zoden aan de dijk tegen de negatieve effecten van de globalisering zetten.

15 juni 2006

Horsificatie: het weidelandschap weerspiegelt niet meer de agrarische werkelijkheid

Doordat boeren hun koeien soms het hele jaar op stal houden, worden de weides logischerwijze saaier als deze alleen worden gebruikt voor het laten groeien van gras. Gras dat wordt gemaaid in precies de juiste hoeveelheid die de koeien op stal nodig hebben. Wanneer er op dat moment vogels in broeden dan is dat jammer, want weinig boeren nemen de tijd en hebben zin om de nesten te beschermen.
Daarnaast moeten veel boeren stoppen omdat hun bedrijf niet rendabel meer is en zij de concurrentie met de grotere intensieve veehouderijen niet meer aankunnen. Hun opstallen worden vaak opgekocht door mensen uit de stad die paarden en pony’s laten lopen in de wei.
De vele miljoenen varkens en kippen in de bio-industrieschuren kwamen al niet meer buiten. Een argeloos voorbijganger op het platteland zou kunnen opmerken dat er meer paarden in de wei komen en zou tevreden vaststellen dat er veel van de “edele” natuur valt te genieten op het platteland. Mogelijk dat er ondertussen ook wat andere soorten vogels leven in en rond de wei, maar zeker niet minder dan vroeger.
Maar dat alles koek en ei is, is maar schijn. Wat er in feite gebeurt, is dat het grootste deel van het vee aan het oog is onttrokken en hun miserabele korte leven doorbrengt in een gesloten systeem, als betrof het echt een productieonderdeel van een fabriek onder de naam “van zaadje tot karbonaadje”.
Het Nederlandse landschap wordt steeds meer een parklandschap van mega omvang. Dat zou op zich prima zijn, ware het niet dat er door de politici nauwelijks pogingen worden gedaan om het dierenleed achter de schermen te verminderen. In een Nederland waarin geen beleid wordt gevoerd op het stoppen van de achteruitgang in het aantal boeren, zou wel een beleid gevoerd moeten worden op het navenant doen krimpen van de veestapel. Nu vindt schaalvergroting in de veestapel plaats, terwijl de economische marges te klein zijn geworden om te investeren in dierenwelzijn. Voedsel voor het vee wordt geïmporteerd en de mest wordt onder de mat geveegd of industrieel tot energie verwerkt.
De enige beweging die er politiek is, is het afbrokkelen van laatste restjes voorsprong die ons land in de regelgeving had op het buitenland. Dat in werkelijkheid de (inter)nationale achteruitgang in dierenwelzijn is en werd aangejaagd door de schaalvergroting in de vaderlandse veehouderij, houdt men angstvallig verzwegen.
Het enige wat de kiezer aan deze ontwikkelingen kan doen is zijn stem bij de landelijke verkiezingen te geven aan een nieuwe generatie politici. Die nieuwe generatie zou gekenmerkt moeten worden door de moed om een echte dialoog aan te gaan met de belangengroepen in ons land. Die bereid is om vol te houden om de degeneratie in het agrarische bedrijfsleven van het ethisch handelen en het afbreken van de regelgeving voor welzijn te stoppen. Het denken in die sector is nu alleen nog maar gericht op winstmaximalisatie op korte termijn.
Dat deel van de veehouderij dat voedsel produceert achter gesloten deuren, vanwege imago of om ziektes buiten de deur te houden zou best uit ons land mogen verdwijnen. Er is in ons land geen sprake van dat de voedselvoorziening in gevaar komt, laat staan op Europese schaal.

Voor meer over pappen en nathouden door politici, klik hier.

07 juni 2006

Actie tegen laffe jacht in Oost-Duitsland

Jongeren uit Limburg (Nederland) voeren e-mail actie tegen jachtgruwel in Müritz Nationalpark, (voormalig) Oost-Duitsland.

Tijdens een natuurvakantie begin mei 2006 hebben wij, vier jonge Havo/ Vwo-studenten én natuuronderzoekers, kennis gemaakt met de brute jacht in het Müritz Nationalpark in Oost-Duitsland. Voor ons aanleiding tot het starten van een grote protestactie onder Nederlandse en Duitse jongeren via internet.

Het Müritz Nationalpark bestaat uit meren, moerassen, natte weilanden en bossen en heeft een oppervlakte van 322km².
Tijdens ons verblijf maakten wij kennis met de grootschalige jacht op edelherten, zwijnen, reeën én op dassen. Het prachtige natuurgebied staat bol van jachthutten die naar onze mening niet alleen het landschap ernstig aantasten maar waar ook Nederlanders, als jachttoeristen, gebruik van maken. Zo kwamen wij erachter dat ook veel Nederlanders gebrand zijn op het afschieten van mannelijke edelherten, tijdens de bronstperiode in september. Doelwit zijn de dieren van 10,11 en 12 jaar oud die in de bloei van hun leven zijn. Het formidabele gewei mogen zij als trofee meenemen naar Nederland. De jacht in het Müritzgebied heeft weinig te maken met natuurbeheer maar alles met jacht en geld. In tegenstelling tot eerdere bezoeken aan het Natuurpark hebben wij geen edelherten gezien. Volgens de plaatselijke bevolking zijn in september te veel dieren geschoten en heeft de strenge winter ook zijn tol geëist.

Tijdens onze natuurtochten werden wij geconfronteerd met een volwassen das die vanaf een hoogzit was doodgeschoten. Juist ook nog in de tijd dat deze das z’n jongen moest verzorgen. Wij ontdekten ook de burcht van deze das waar de jonge dieren wachtten op de terugkeer van hun ouder. Zij zullen een wrede hongerdood sterven.

Dassen zijn weliswaar in Duitsland nog niet beschermd maar in het Müritz Nationalpark is het niet toegestaan deze dieren te schieten. Helaas gebeurt het toch! Wij begrijpen niet dat dit mooie en nuttige dier in Duitsland niet wordt beschermd. De das is een nuttig en prachtig dier dat niemand schade of overlast bezorgt. Ook Nederlandse jagers maken zich schuldig aan het schieten van dassen in Duitsland en enkel om de sport.

Met name de confrontatie met de doodgeschoten das heeft ons ertoe aangezet een grootschalige internationale actie op te zetten. In samenwerking met jongeren uit Duitsland sturen wij een protestbrief, als kettingbrief, gericht aan het bestuur van het Müritz Nationaal Park. Wij vragen ook politiek en de media om zich voor ons doel in te zetten en op onze actie te reageren.
Op deze wijze willen wij een bijdrage leveren aan een natuurlijk en diervriendelijk beleid in het Natuurpark. Wij willen dat dassen niet meer mogen worden afgeschoten en het jachttoerisme stopt. Het beleid moet gericht zijn op natuurlijke processen waarbij jacht enkel een functie heeft als er sprake is van schade aan natuur en landbouw en nadat andere diervriendelijke middelen falen. Wij willen, en met ons vele anderen, kunnen blijven genieten van de pracht die deze geweldige natuur biedt.

Bedrijven vertellen niet de waarheid over castratie biggen

Vleesbedrijven liegen massaal over onverdoofde castratie

Uit onderzoek van de Stichting Wakker Dier blijkt dat bedrijven liegen tegen consumenten over de onverdoofde castratie die biggen in de Nederlandse vleesindustrie vlak na de geboorte standaard moeten ondergaan. Zo werd door bedrijven aangegeven dat de biggen met een elektroshock worden verdoofd, de castratie al jaren verboden is of dat de onverdoofde castratie amper pijn doet. 77 Bedrijven werden benaderd door consumenten over de productie van het varkensvlees dat zij verwerken in onder andere hamburgers, huisdierenvoer, babyvoeding, worsten en op pizza's. Aan de bedrijven werd gevraagd of zij ook gebruik maken van vlees van varkens die onverdoofd zijn gecastreerd. Van de bedrijven die antwoord gaven, loog meer dan de helft (27 v/d 47) dat de onverdoofde castratie niet plaatsvindt, al verboden is of pijnloos is. Slechts één op de zes bedrijven (13 v/d 77) gaf toe dat de biggen onverdoofd worden gecastreerd. Meer dan een derde van de bedrijven (30 v/d 77) nam niet eens de moeite de consumenten te antwoorden over deze heikele kwestie.
Tot zover Wakker Dier.

In ons land heerst een Babylonische spraakverwarring tussen boeren, consument en overheid. Het is naïef om te denken dat zij dat zelf erg vinden, want de slachtoffers (mensen uit de derde wereld, het milieu, de dieren en soms de boeren) hebben in Nederland weinig vertegenwoordigers die aan dat gesprek deelnemen. Alle partijen hebben bij de huidige situatie te veel baat om elkaar echt de waarheid te vertellen. Iedereen schuift de argumenten naar voren die in het eigen voordeel zijn en zelden spreekt iemand de ander tegen.

Voor een voorbeeld hoe het gesprek over de diverse aspecten rond intensieve veehouderij verloopt klik hier.

01 juni 2006

Zolang idealen leven, blijft er hoop dat ze gerealiseerd worden

Je hebt volgens mij twee soorten idealisten wat betreft de manier waarop mensen omgaan met morele of sociale verbeteringen. Let wel, ik bedoel met idealisten hier mensen die zich willen inzetten om een bepaald ideaal te realiseren; het gaat dus om de neutrale of positieve betekenis van het woord en natuurlijk niet om de negatieve betekenis van 'wereldvreemde dromers'.

Het ene soort is afhankelijk van concrete vooruitgang. Als die uitblijft, slechts langzaam op gang komt of relatief weinig behelst, raakt dit type idealist ontmoedigd. Dat geldt al helemaal als er in plaats van verbeteringen, juist sprake is van achteruitgang. De persoon in kwestie kan daarbij zelfs zo teleurgesteld raken, dat hij of zij gaat twijfelen aan het nagestreefde ideaal (bijvoorbeeld omdat het niet 'realistisch' genoeg zou zijn) en het in het uiterste geval zelfs binnen het persoonlijke leven de rug toekeert (bijvoorbeeld omdat een onrealistisch ideaal ook in dat eigen leven weinig zin zou hebben).
Het andere type idealist is blij met behaalde successen en treurt om eventuele achteruitgang, maar er is geen sprake van dat zijn of haar ideaal alleen gevoed wordt door positieve ontwikkelingen. Dit soort idealisten wordt met andere woorden in goede en slechte tijden geleid door het ideaal zelf, en niet door de mate waarin het hier en nu reeds gerealiseerd wordt.
Ze beseffen dat ze in een onvolmaakte wereld leven waarin georganiseerde tegenkrachten, maar ook onwetendheid of domme pech positieve ontwikkelingen kunnen vertragen of omkeren. Zolang de ideale situatie nog niet behaald is, zien ze daarin slechts een goede reden om door te strijden voor dat ideaal.
We kunnen dit model toepassen op de politieke situatie: veel mensen laten zich ontmoedigen door de macht van rechtse krachten, terwijl anderen uit de negatieve gevolgen van die macht juist concluderen dat ze vroeg of laat gebroken moet worden.
Maar het is ook toepasbaar op de positie van dieren in onze maatschappij. De laatste decennia is die positie systematisch verslechterd door de introductie van de intensieve veehouderij oftewel bio-industrie. Sommigen zullen daar een reden in zien om het bijltje erbij neer te gooien en in het uiterste geval zelfs hun eigen vegetarisme op te geven. Terwijl anderen des te meer gemotiveerd zullen zijn de misstanden te bestrijden.
Natuurlijk is mijn tweedeling 'ideaaltypisch'; idealisten kunnen in de praktijk tussen beide houdingen inzitten of in de loop van hun leven hun instelling meermalen wijzigen. Maar één ding is zeker; zolang er onverstoorbare idealisten zijn, is er in elk geval hoop op verandering ten goede.

Titus Rivas

31 mei 2006

Brabantse bio-industrie: oude wijn in duurzame zakken

In Brabant heeft de wal inmiddels het schip van de bio-industrie gekeerd. Blijkbaar gaat het economisch slecht en hebben te veel mensen overlast.
Maar om deze boodschap goed te kunnen verstaan is het wel belangrijk om de berichtgeving goed te duiden.

Op de site van Brabant.nl valt te lezen:

Volgens de partijen en overheden die bij de reconstructie en de vernieuwing van het landelijk gebied betrokken zijn, is er na de vaststelling van de reconstructieplannen een kans om een kwaliteitsimpuls te geven aan de ontwikkeling van de intensieve veehouderij in Brabant. Het doel is de intensieve veehouderij te ontwikkelen tot een sector die een sterke economische factor blijft die produceert binnen maatschappelijke en omgevingsrandvoorwaarden. De uitdaging is economische ontwikkeling te combineren met een afname van de milieudruk en een verbetering van de leefbaarheid.
Tot zover de site.

In gewoon Nederlands staat hier: de intensieve veehouderij heeft tot te veel overlast gezorgd en er wordt te weinig verdiend. Omdat men net als vroeger weer opnieuw veel geld in de sector wil verdienen moet hier wat bedrijven worden weggehaald en daar wat aan geurhinder worden gedaan.

Om meer te weten over de nadelen van een te grote omvang van de bio-industrie, klik hier.

Verwilderde damherten afschieten vanwege verkeersgevaar is onzin

Vier damherten die in het Westerkwartier een bedreiging voor de verkeersveiligheid vormen, zullen worden afgeschoten. Een jaar geleden ontsnapten acht damherten uit een dierenweide in Sebaldeburen. In eerste instantie werd gedacht dat het om vier herten ging. Drie werden er door een narcotiseur verdoofd en overgebracht naar een natuurgebied in Noord-Friesland. Eén dier is al afgeschoten, omdat deze in paniek raakte.

Nu blijken er nog vier damherten rond te lopen in het Westerkwartier. „De dieren zijn helemaal verwilderd waardoor de narcotiseur niet dicht genoeg bij de herten kan komen", aldus een woordvoerder van de provincie Groningen. „We zien daardoor geen andere mogelijkheid dan de dieren af te schieten." De Dierenbescherming probeert hier nog een stokje voor te steken.

Van de site van het Veluwshert:
Net als edelherten leven damherten in roedels, toch zijn het meer dagdieren. Hun vluchtafstand is iets korter en hun ogen zijn heel goed ontwikkeld. Hierdoor kijken zij bewust naar vreemde dingen, zij kunnen een stilstaand mens goed herkennen en staan ook bij het oversteken van wegen stil als zij een auto zien aankomen, hetgeen vaak fatale gevolgen heeft. Damhert zijn slim en nieuwsgierig. Damherten hebben een duidelijke staart en kunnen met vier poten tegelijk weghuppen.
Door zijn aanpassingsvermogen, goede weerstand tegen ziektes en de geringe schade die een damhert in de natuur veroorzaakt neemt de verspreiding door uitzetten toe. Bos met aangrenzende weide en velden zijn ideale leefgebieden voor het damhert. Veel ruimte hebben ze echter niet nodig. Ook kunnen zij zich goed aanpassen aan het gebied of aan veranderingen (damherten in een park. Zij zijn meer overdag te zien en kunnen beter ruiken en kijken dan edelherten.

Tot zover de site.

In de verkeersregels is degene die stil staat nooit verantwoordelijk voor ongelukken. Een automobilist die een stilstaand dier aanrijdt is verantwoordelijk. Dieren die onverwachts oversteken zijn een gevaar voor het verkeer.
Het afschieten van damherten om deze reden is dan ook onzin.

27 mei 2006

Problemen bij puppies van een malafide fokker opgesomd

De meest voorkomende problemen bij puppies gekocht van een malafide fokker zijn:

  • parasieten als oormijt en wormen;
  • luchtwegproblemen in de vorm van kennelhoest of bronchitis;
  • ernstige diarree en darmproblemen, het gevolg van een virusinfectie, zoals de ziekte parvo;
  • ernstige ondervoeding;
  • (op latere leeftijd) aandoeningen aan gewrichten, poten, botten en spieren.

Vaak zijn die afwijkingen rasgebonden. Gezondheidsverklaringen die met de honden worden meegeleverd, kloppen vaak niet.

Meer hierover in verslag van Politie, Dier en Milieu in "Handhaven in een hondenwereld".

Natuurlijk doden?

Sommige mensen hebben niets tegen het eten van vlees, maar alleen tegen de manier waarop dit in de bio-industrie geproduceerd wordt. Het liefst zouden ze alleen vlees eten van dieren die een zo natuurlijk mogelijk leven hebben geleid, bijvoorbeeld van dieren van een ekologisch boerenbedrijf, maar liever nog uit de vrije natuur.
Daarbij wordt nog wel eens een beeld opgeroepen van de 'noble savage', de natuurmens die respectvol en ekologisch verantwoord met prooidieren om zou gaan. Natuurlijk is dit beeld erg overtrokken, want mensen hebben dieren altijd overbejaagd en zeker met individuele dieren is vaak niet bepaald respectvol omgesprongen. Dat is heus geen uitvinding van blanke Europeanen.
Een andere associatie is die van het edele roofdier dat proportioneel met zijn jachtinstinct om zou springen. Dit slaat werkelijk nergens op, omdat het bekend is dat roofdieren kunnen 'spelen' met prooien zonder dat ze honger hebben en ook onderling kunnen ze elkaar naar het leven staan.

Het 'natuurlijke' doden van dieren voor hun vlees blijft nu eenmaal per definitie een bloederig, pijnlijk en angstig gebeuren. En voor de overleving van mensen is het eten van vlees volstrekt onnodig en dus immoreel. Als we ons in dit geval al door een 'natuurlijke' neiging moeten laten leiden, dan alleen door wat ons wordt ingegeven door ons natuurlijk vermogen tot mededogen.

Titus Rivas

Wildgroei leidt tot reptielenleed


De populariteit van het houden van reptielen is de laatste jaren erg toegenomen. Sommige mensen schaffen een dier aan om stoer te zijn, sommige uit oprechte interesse. Veel mensen gruwen echter van reptielen. Hierdoor wordt er, begrijpelijk, niet door veel mensen toegeven deze dieren in huis te hebben. Juist doordat het houden van deze dieren uit het zicht wordt gehouden is er een ‘wildgroei’ aan de gang.
Daarnaast is er nog relatief weinig bekend over het houden en verzorgen van deze dieren. Het ondoordacht aanschaffen van een reptiel (de zogenaamde impulsaankoop), het verkrijgen van foutieve informatie (vooral door dierenwinkels en internetfora) of onvoldoende zoeken naar informatie over het gekochte dier heeft tot resultaat dat veel dieren momenteel slecht verzorgd worden.

Wie wil weten tot wat voor mistanden dit heeft geleid en wat er aan gedaan zou kunnen worden, klik hier.

23 mei 2006

"Ze behandelen de dieren nog beter"

Er bestaat een hardnekkige mythe over de wijze waarop westerlingen met dieren omgaan. Die zou vergeleken met de gebruiken in andere streken echt voorbeeldig zijn. Soms zou de manier waarop dieren behandeld worden zelfs nog beter zijn dan hoe men migranten, vluchtelingen of westerse 'losers' bejegent.
Natuurlijk zit er een nobele gedachte achter dit verwijt, namelijk dat het zeker in tijden van verrechtsing slecht gesteld is met de rechten van veel mensen in westerse landen en dat dit zo spoedig mogelijk moet veranderen. Op die manier werd het thema enige tijd geleden nog gebruikt door de cabaretier Najib Amhali.

Toch zijn er weinig mythes die zo bezijden de waarheid zijn als juist de notie dat westerlingen goed zijn voor dieren. Zelfs als je kijkt naar huisdieren, blijkt die gedachte helaas nog steeds helemaal niet op te gaan, gezien de vele afgedankte en mishandelde katten, honden, paarden, etc. Maar als we stilstaan bij landbouwhuisdieren zien we direct dat het idee werkelijk nergens op slaat. Er zijn waarschijnlijk geen gebieden waarin dieren op zo'n grote schaal systematisch worden mishandeld als in de westerse landen. Tenzij niet-westerse samenlevingen de bio-industrie natuurlijk zelf weer afkijken van het Westen, wat helaas een trend lijkt te zijn.
Wel wordt er door het doorprikken van deze mythe een belangrijk verband duidelijk tussen de onderdrukking en uitbuiting van mensen en de onderdrukking en uitbuiting van dieren. Die gaan hand in hand, omdat ze allebei te maken hebben met een gebrek aan mededogen. Hoe meer mensen klagen dat dieren beter worden behandeld dan zij, hoe waarschijnlijker het is dat dit juist niet waar is. Dit inzicht zou kunnen leiden tot een gevoel van solidariteit tegenover dieren.

Titus Rivas

21 mei 2006

GWWD: zij hieven een glas en deden een plas

Minister Veerman van LNV reageert op brief van 19 april 2006 van de Coalitie 'Red de Dierenwelzijnswet (GWWD)' in een eigen brief aan de Tweede Kamer met als titel “Dierenwelzijn in voorstel voor een Wet dieren en dierlijke producten”.

In deze brief schrijft hij:
Ik wil benadrukken dat de welzijnsregelgeving niet wordt afgeschaft. Ook in het voorstel voor een Wet dieren en dierlijke producten zal de intrinsieke waarde van het dier als uitgangspunt dienen. Dit beginsel is een breed in de samenleving gedragen waarde, die in deze tijd minstens even sterk leeft als ten tijde van de totstandkoming van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Er is voor mij geen enkele reden of aanleiding om daar aan te tornen.

Bij het opstellen van het nieuwe wetsvoorstel staat het huidige niveau van bescherming van dierenwelzijn niet ter discussie.
Tot zover Veerman.

Dat het begrip intrinsieke waarde van het dier een breed gedragen begrip in de samenleving is, is lariekoek. Er zijn weinig mensen te vinden die kunnen uitleggen wat het begrip betekent. Het begrip heeft geen enkel impact op de manier waarop dieren in ons samenleving en in de intensieve veehouderij worden gehouden.
Omdat het dus ook niet de economisch gang van zaken belemmert wordt het begrip domweg gehandhaafd.
Er verandert dus door de afschaffing van de GWWD niets ten nadele en niet ten goede voor de dieren.
"Zij hieven een glas en deden een plas en alles bleef bij het oude".

19 mei 2006

Jachtopzichter in Twente verdacht van vergiftiging roofvogels

Persbericht KNJV:

Reactie KNJV op de vergiftigde roofvogels nabij Oldenzaal

Met afschuw heeft de KNJV kennisgenomen van de vergiftiging van 29 roofvogels en een steenmarter in het landgoed Boerskotten in de Lutte. Hoewel dit verder niet wordt onderbouwd, wordt in de berichtgeving de indruk gewekt dat de dader zich zou bevinden in jagerskringen.

De KNJV is een vereniging die de belangen behartigt van jagers als uitvoerders van de wet en in dienst van de grondgebruiker. Alle activiteiten die jagers ontplooien om hun dienstverlenende werk uit te voeren, worden ondersteund door de KNJV. Maar de acties die hier niet onder vallen worden ten stelligste door ons afgekeurd en betreurd. Dat geldt nadrukkelijk ook voor het vergiftigingsgeval op het landgoed van Natuurmonumenten.

De KNJV heeft de lokale jagers, die zijn verenigd in de wildbeheereenheden, opgeroepen om in overleg met de politie en Natuurmonumenten te helpen om de daders op te sporen.

Mocht het zo zijn dat de dader inderdaad jager is en lid van onze vereniging, dan zullen wij deze persoon vanzelfsprekend royeren.

Tot zover het persbericht.



Quote: "Alle activiteiten die jagers ontplooien om hun dienstverlenende werk uit te voeren, worden ondersteund door de KNJV. Maar de acties die hier niet onder vallen worden ten stelligste door ons afgekeurd en betreurd."

Het zou mooi zijn wanneer de KNJV zich ook distantieerde van alle jagers die voor hun plezier dieren doden.

13 mei 2006

Sla ook uw goudvissenkom stuk

De Stichting Vissenbescherming heeft met een bos bloemen de eigenaren van Faunaland aan de Maasstraat 83 te Amsterdam, Sander Ju en Lioni Valentien, bedankt voor hun initiatief om te stoppen met de verkoop van goudviskommen. Onlangs sloegen Sander Ju en Lioni Valentien de laatste goudvissenkom voor hun winkel kapot, omdat die een dieronvriendelijke behuizing is voor een goudvis.

Goudviskommen zijn door de ronde vorm niet geschikt voor goudvissen, er zijn grotere temperatuursverschillen dan in een gewoon aquarium, de dieren kunnen zich niet oriënteren, ze zijn te klein, er is te weinig zwemruimte, te weinig zuurstof, geen plaats voor plantjes, zand en/of steentjes.
Vissen zijn dieren met gevoel en bewustzijn, zij nemen veel meer waar, dan men vroeger ooit vermoed heeft. Zij communiceren met elkaar via bewegingen, geluiden, kleur- en lichtsignalen, terwijl zij met hun extra zintuig, de zijlijn, die aan weerskanten van het lichaam loopt, minieme bewegingen in het water kunnen waarnemen. In Duitsland is de goudviskom al verboden, in Nederland nog niet.

Mede in verband met De week voor het Huisdier roept de Vissenbescherming de dierenwinkels op om het voorbeeld van Sander Ju en Lioni Valentien te volgen.
De Stichting Vissenbescherming is in 2000 opgericht om de belangen te behartigen van vissen en andere in het water levende dieren (www.vissenbescherming.nl).

09 mei 2006

Kalvertransport vanuit Engeland weer hervat

Vanuit Engeland mocht vanwege de BSE-crisis gedurende 10 jaar geen kalveren geëxporteerd worden om in Nederland opgefokt te worden voor de vleesconsumptie.
Britse dierenbeschermers maakten ook voor dit verbod al jarenlang bezwaar tegen deze transporten. Er is zelfs wel eens een demonstrant onder de wielen van een vrachtwagen omgekomen.
Kalveren komen voornamelijk ter wereld om de melkgifte van de melkkoe op te wekken. Wanneer het dier niet bedoeld is om de moeder op te volgen, is het bestaan eigenlijk na de geboorte nutteloos geworden. Vandaar dat Britse boeren er geen been in zien om de pasgeboren dieren op transport te zetten naar het vasteland voor de vleesopfok.
Afgezien van de stressvolle reis is het niet bepaald diervriendelijk om moeder en kalf te scheiden. Daarnaast is het leven van het vleeskalf in ons land ook niet bepaald aangenaam. Weliswaar wordt het niet als kistkalf gehuisvest, maar de zogenaamde groepshuisvesting komt bijna op hetzelfde neer: veel dieren opgepakt in een kleine ruimte.



Voor mensen die compassie hebben met deze dieren en die nog wel kalfsvlees willen eten, is het zaak om goed op het etiket te letten. Geen enkel dier uit de intensieve veehouderij heeft een goed en lang leven gehad, maar de dieren die in Nederland zijn geboren, is in ieder geval de lange reis bespaard gebleven.

03 mei 2006

FAO-medewerkster Fresco dubieus geciteerd


Cursief commentaar op het bericht in Zibb met als titel “vlees belangrijkste groeisector”.

In Zibb:

Fresco neemt aan het eind van deze maand afscheid van de FAO. In het dagblad Trouw zegt ze dat ontmoedigen van de vleesconsumptie geen oplossing van het hongerprobleem is.

Algemeen wordt erkend dat het hongerprobleem vooraleerst een distributieprobleem is. In sommige gebieden kunnen hulpverleners hongerenden niet bereiken door bijvoorbeeld oorlogsomstandigheden.

”Het zou een heleboel mensen in hun bestaan aantasten. Vlees is de belangrijkste groeisector binnen de landbouw en het stimuleert ook de soja– en graanproductie. Er is op zich niks tegen vlees. Alleen niet van een slechte kwaliteit, niet op een respectloze manier jegens de dieren, niet op een manier die het milieu aantast, en niet te veel.”

Deze uitspraak van hoogleraar Fresco kan velen op het verkeerde been zetten. Een groot deel van de soja- en graanproductie is bestemd als veevoer.

Toch zou de Nederlander zijn vleesconsumptie kunnen matigen. Een of twee keer in de week een omeletdag, een visdag of een vegetarische dag zou beter zijn. ”Maar in zijn algemeenheid zie ik niets in taboes en nieuwe verboden”, aldus Fresco in Trouw.

Deze uitspraak is niet hemelschokkend. Westerse mensen en veel hongerenden zullen niets zien in taboes en nieuwe verboden.

Tot zover (commentaar op) Zibb.

Een beetje geeft Louise Fresco wel aanleiding tot het verkeerd interpreteren van haar visie, want zij spaart graag de kool en de geit. Waarschijnlijk een "beroepsdeformatie" van het FAO-werk.

Klik hier, voor wie geïnteresseerd is in haar oratie.

Klik hier, voor wie weten wat de gevolgen zijn van de westerse vleesconsumptie op de omstandigheden in de Derde Wereld.

02 mei 2006

Brandt Corstius: eetgeenvlees

De echte vegetariër is niet een idealist die anderen met woord of daad wil overhalen om ook vegetariër te worden. Hij is iemand die geen vlees eet en het niet nodig vindt omdat te verdedigen, te propageren of er trots op te zijn. Geen dier of mens hoeft hem dankbaar te zijn. Hij eet geen vlees omdat hij niet wil dat er een dier vermoord wordt.

Hugo Brandt Corstius heeft bij Querido een boekje uitgebracht onder de titel Eetgeenvlees.
Hier een fragment.

28 april 2006

Debat over het veelzijdige stukje vlees

POLITIEK DEBAT ONDER LEIDING VAN JAN TERLOUW
"HET VEELZIJDIGE STUKJE VLEES"

Milieudefensie, de Nederlandse Vegetariërsbond en Stichting Varkens in Nood
organiseren samen een politiek debat over de noodzaak
tot verandering van vleesproductie en consumptie.

►► A C H T E R G R O N D

De productie van vlees heeft allerlei negatieve gevolgen voor dierenwelzijn, voor de honger in de wereld en voor het milieu. Denk aan de sloop van enorme oerwouden voor de teelt van soja voor varkensvoer, dieren die hun hele leven in stalen kooien vastgezet worden en graan dat in plaats van aan hongerige mensen aan kippen wordt gegeven. Nederland neemt in de wereld van het vlees een vooraanstaande positie in wat betreft het aantal dieren en de consumptie van dierlijke producten. En Nederland loopt voorop bij de ontwikkeling van nog efficiëntere, nog dieronvriendelijkere manieren om de productie te verhogen.

► Vraagstelling aan de politiek:

De negatieve gevolgen van de productie van vlees zijn welbekend, maar wat denken de politici er aan te zullen doen? Of moet de verantwoordelijkheid voor de productiedieren aan de markt (lees: de consument) aan de EU of aan de supermarkten overgelaten worden?

Is het misschien wel zo dat de problematiek van vlees eten door milieu- en dierenbeschermings-organisaties (bewust) wordt overdreven? Of is de politiek van mening dat de Nederland minder vlees moet eten en dat hiervoor een extra belasting op vlees geheven moet worden?

Op deze en andere vragen zullen de politici

Boris van der Ham (D66 Tweede Kamer)
Ger Koopmans (CDA Tweede Kamer)
Krista van Velzen (SP Tweede Kamer)
Harm Evert Waalkens (PvdA Tweede Kamer)
Jan Mulder (VVD Europees Parlement)

antwoord moeten geven. Het debat staat onder leiding van Jan Terlouw.


►► P R O G R A M M A

Paradiso Weteringschans 6-8, Amsterdam

Zondagochtend 28 mei 2006
Zaal open: 10.30 uur
Aanvang: 11.00 uur

De entree bedraagt € 4,50 en voor studenten is dit € 2,00

►► R E S E R V E R E N

Reserveringen voor kaarten via www.varkensinnood.nl

►► M E E R I N F O

Voor overige vragen:
STICHTING VARKENS IN NOOD Postbus 14584 - 1001 LB Amsterdam
Hans Baaij 020 617 77 57 – 06 26 67 68 68 hans@varkensinnood.nl en www.varkensinnood.nl

Verkoopt de Dierenbescherming haar ziel aan de bio-industrie?

Met deze titel boven dit weblog wordt express de suggestie gewekt dat het initiatief van de Dierenbescherming om te investeren in meer diervriendelijke varkenshouderij ook bedenkelijke aspecten heeft.
De varkenshouderij heeft een negatief imago. De sector zal de samenwerking aangrijpen om bij het publiek de indruk te wekken dat het welzijn van het varken haar aan het hart gaat.
De termen “ComfortClass” en “diervriendelijke proefstal”, “sky-high” bezoek, "verbindt zich aan vlees", enz. duiden er op dat de proef met veel tam tam gepaard zal blijven gaan. Wat stelt de diervriendelijkheid in wezen voor? Is de mogelijkheid van spelen met wat ballen aan een ketting in een kleine betonnen bak diervriendelijk?
Alles is beter dan niets, maar een echt diervriendelijke oplossing ligt in bedrijven waarbij dieren naar buiten kunnen en in echte grond kunnen wroeten.
Daar is hier geen sprake van. De varkens kunnen meer bewegen over een grotere ruimte. Dat is vergeleken met de huidige inrichting van varkensstallen al een hele verbetering.
Het verschil is een beetje te vergelijken met de manier waarop vroeger koeien in de winterperiode aan de ketting naast elkaar in de grupstal moesten verblijven. Tegenwoordig kunnen zij zich vrij bewegen in de loopstal. Inderdaad een wereld van verschil.
De bemoeienis van de minister van LNV is pas echt oprecht wanneer de minister zich zou vastleggen op het verbieden van stalsystemen met minder bewegingsruimte als zal blijken dat dit stalsysteem economisch aantrekkelijk is. Een ander gezond beleid zou zijn als de EU de mogelijkheid zou creëren om de import van vlees uit de dieronvriendelijkste stalsystemen te mogen verbieden.
Zonder een dergelijk beleidsvoornemen is de hele proef een doekje voor het bloeden en een schaamlap oftewel een mediatruc voor het afleiden van de aandacht van de echte misstanden in de varkenshouderij.
Voor de consument die deze twijfels deelt en hart voor dieren, blijft het adagium: "verbind je aan" gevarieerd en lekker vegetarisch koken.

22 april 2006

Maken huisdieren kinderen gelukkig?

Al meer dan acht jaar volgt onderzoekster van de Utrechtse universiteit Nienke Endenburg een groep van 600 kinderen met huisdieren.
Hoewel haar onderzoek nog niet af is, laat zij al jaren in de pers weten dat kinderen gelukkiger worden van huisdieren.
De wens kon wel eens de vader zijn van de gedachte.
Iedere ouder zal van tijd tot tijd bij het passeren van dieren in de etalage een dierenwinkel of van een glazen bak met dieren in een tuincentrum door de kroost worden aangesproken met de wens om een huisdier. Ieder kind is gecharmeerd van een nest jonge poesjes of jonge honden bij een kennis, op tv of in het voorjaar bij andere dieren.
Het is in de aard van een jong dier dat het de zorgbehoefte van jong en oud oproept.
Als een ouder toegeeft aan de wens van het kind om een huisdier te bezitten, dan is het kind uiteraard de eerste tijd verguld met de nieuwe huisgenoot. Maar wie draait voor de verzorging op als het nieuwtje er af is of de "vriendschap" tegen valt?
Endeburg constateert dat veel kinderen bij spanningen in hun leven en in het gezin troost vinden bij hun huisdier.
Dat haalt je de koekoek. Oud en jong kunnen zichzelf zijn bij dieren. Mensen schamen zich niet voor dieren. Wanneer er emoties zijn, durven mensen die vaak beter te uiten bij dieren. Dat is niet de verdienste van dieren, dat duidt op een gebrek aan sociale veiligheid in de directe menselijke omgeving van kinderen.
Het is een vorm van emotionele verwaarlozing als ouders en andere volwassen die veiligheid niet zelf bieden. Voor deze rol kan een huisdier geen compensatie zijn.
Ouders zouden hun verantwoordelijkheid ten opzichte van kind en dier moeten nemen en beide niet met elkaar confronteren als het kind niet in staat is de juiste afstand te nemen en het gedrag te vertonen waarmee het welzijn van een huisdier gediend is. Dit is het wezen van respect voor dieren.
Mensen die onzeker zijn of zij kunnen waken over het welzijn van kind en huisdier zouden moet afzien van beiden.

Meer lezen over de aanschaf van huisdieren? Klik hier
.

21 april 2006

Zuivelproductie zonder dierenleed?

Veganisten krijgen waarschijnlijk nog vaker dan lacto-ovo vegetariers de vraag voorgelegd waarom ze afzien van de consumptie van dierlijke producten. Aan producten als vlees en vis kleeft ook in de ogen van de gemiddelde carnivoor onvermijdelijk enig dierenleed. Maar het is veel minder evident waarom dit ook voor zuivelproducten zou moeten gelden. Waarom kun je moreel gezien niet gewoon volstaan met vegetarisme en wat zuivel betreft kiezen voor biologische producten? Is veganisme eigenlijk wel meer dan een overdreven of extreme levenswijze die het imago van voorstanders van dierenrechten alleen maar kan schaden? Helaas berusten deze vragen op de misvatting dat zuivel in principe commercieel geproduceerd zou kunnen worden zonder dat dit ten koste gaat van dieren. Kippen, koeien, geiten etc. zouden een heel plezierig leven op en om de boerderij kunnen hebben zonder dat er bloed of ellende zou kleven aan wat zij voortbrengen. Veganisme zou zo alleen nodig zijn wanneer er geen biologische producten voorhanden zijn. In werkelijkheid gaat de commerciele productie van boter, melk, eieren, (vegetarische) kaas, etc. in het westen altijd gepaard met het direct (d.m.v. destructie) of heel snel (in de vorm van slacht) afdanken van 'overtollige' mannetjesdieren. Dus ook in de ekologische en bio-dynamische veeteelt. Uit-geproduceerde dieren worden in de commerciele veeteelt ook naar het slachthuis afgevoerd.
Veganisme is om deze reden zeker geen 'overdreven' variant van het vegetarisme, maar de logische morele consequentie van de realiteit rond zuivelproductie.

Zie o.a.: Diervriendelijke zuivelconsumptie, Waardeloze haantjes en Mensen en andere dieren: Op weg naar grote veranderingen.

Titus Rivas

LNV maakt dierenwelzijn afhankelijk van commercie

Persbericht Wakker Dier

VEERMAN WIL ZWAAR BEVOCHTEN GWWD AFSCHAFFEN
Amsterdam, 20 april 2006 - Zestien dierenbeschermingsorganisaties met circa 600.000 leden en donateurs hebben zich verenigd in de Coalitie ‘Red de dierenwelzijnswet (Gwwd)’ om de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwwd) te redden. Deze Coalitie keert zich tegen de plannen van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) om de Gwwd af te schaffen en te laten opgaan in de nieuwe Wet dieren en dierlijke producten. De Coalitie heeft minister Veerman per brandbrief dringend verzocht af te zien van zijn plannen en zijn energie in plaats daarvan te richten op de verdere invulling van de Gwwd conform de in deze wet vastgelegde principes.
De Gwwd werd in 1992 na 20 jaar strijd van kracht en is de centrale wet voor de bescherming van dieren in Nederland. Het ministerie van LNV wil de Gwwd nog in deze kabinetsperiode - dus al binnen enkele maanden - opheffen. De dierenbeschermingsorganisaties vrezen dat centrale waarden van de Gwwd zoals de intrinsieke waarde van dieren en het ‘nee, tenzij’-principe zullen verdwijnen. De thans al minimale bescherming die de Gwwd aan dieren biedt, zal hierdoor verder verminderen. Grote misstanden zullen daardoor niet meer aangepakt of voorkomen kunnen worden.

De redenen die LNV voor de afschaffing van de Gwwd aanvoert, zijn volstrekt ongefundeerd en ingegeven door commerciële overwegingen. Ze verraden een fundamenteel gebrek aan aandacht voor de bescherming van het welzijn van dieren. Daar komt nog bij dat er geen evaluatie van de Gwwd heeft plaatsgevonden, die een samenvoegen met op productie gerichte wetten zou rechtvaardigen.

De afschaffing van de Gwwd is bovendien in strijd met de recente EU-initiatieven om het dierenwelzijn in de periode 2006-2010 aanzienlijk te verbeteren. Hier staat het dierenwelzijn centraal met aandacht voor sociaal-economische factoren. De EU wil zo tegemoetkomen aan de algemene wens van de burgers van de EU om het welzijn van de dieren beter te waarborgen. Europees Commissaris van Consumentenzaken Kyprianou heeft in het Europees Parlement aangegeven dat dierenwelzijn een onderwerp van zeer groot belang is en dat het voor hem als aandachtsgebied prioriteit heeft.

Daarnaast sluiten de plannen van minister Veerman niet aan bij de situatie in de ons omringende landen. Deze hebben vrijwel allemaal een zelfstandige dierenbeschermingswet, vaak met expliciet omschreven verboden van dierenmishandeling en met basisvoorschriften voor een diervriendelijke behandeling van de dieren. Onlangs nog, in 2005, is in Oostenrijk een zelfstandige, uitgebreide en exclusief op het dierenwelzijn gerichte dierenwelzijnswet van kracht geworden. In Duitsland is in 2002 dierenwelzijn in de grondwet als te beschermen waarde opgenomen.

Tot zover het persbericht.

De GWWD heeft in haar 20-jarig bestaan geen indrukwekkende invloed gehad op de ontwikkelingen in de intensieve veehouderij. Deels komt dat door onhoudbare uitgangspunten, zoals intrinsieke waarde, een term uit de geitenwollensokkentijd, deels ook door de grote belangen die de veehouderij heeft in goedkoop produceren omdat men haar exportpositie niet wil verliezen.

Het is te hopen dat het publiek zich door de ontwikkelingen nog beter realiseert dat het in de bio-industrie alleen maar om het geld gaat en dat wie zich dierenwelzijn echt aantrekt, weinig anders te doen staat dan zelf zijn levenstijl te veranderen en geen producten meer af te nemen uit de intensieve veehouderij.

Zie ook ex-hoogleraar dierenrecht Dirk Boon in gesprek met schrijver Koos van Zomeren.

18 april 2006

Gekweekte menselijke weefsels vervangen dierproeven

Citaat uit Research Magazine

Bart De Wever werkt al vele jaren aan het kweken van humane huidculturen. Niet voor transplantatie, maar als middel om de effecten van cosmetische producten te testen.
De Wever legt uit: ‘Er moeten alternatieven komen. Op de eerste plaats is er natuurlijk het leed dat vele proefkonijnen wordt aangedaan. Maar er is ook een ander probleem. De huid en het hoornvlies van het konijn verschillen behoorlijk van die van de mens en geven daarom niet altijd een voorspelling van reacties bij de mens. Hoog tijd dus voor een alternatief.’

De Wever ontwikkelde een methode waarmee hij huid, hoornvlies en mondslijmvlies kan kweken. ‘Het in vitro gekweekte weefsel is een heel goed alternatief. Je kunt er uitstekend de toxiciteit en werkzaamheid van producten mee testen.’
Hoe gaat De Wever te werk? ‘We nemen cellen van menselijk weefsel, bijvoorbeeld van huid die is weggenomen tijdens een chirurgische ingreep. Daarvan isoleren we individuele cellen, die we vervolgens plaatsen in kleine plastic bekertjes waarvan de bodem bestaat uit een doorlatend vlies. De cellen worden door dit vlies gevoed en beginnen te groeien. Na ongeveer twee weken heeft zich een weefsel, in dit geval huid, gevormd. Wij stellen de kweekjes bloot aan de lucht. Onder deze natuurlijke omstandigheden vindt uitrijping plaats en ontstaat een stevige verhoornde huid of een sterk hoornvlies.’
Betekent dit nu dat we binnen een paar jaar geen proefkonijnen meer nodig hebben?
De Wever legt uit: ’We zijn nog maar in de fase van de prevalidatie, waarin we hebben aangetoond dat de resultaten van onze modellen vergelijkbaar zijn met die van het diermodel.’ Daartoe koos De Wever twintig op konijnen geteste stoffen. Op basis van deze konijnentests waren tien van de stoffen gekwalificeerd als niet irriterend en tien andere als mild of sterk irriterend. ’We brachten deze stoffen aan op de gekweekte hoornvliesweefsels en bestudeerden de reactie. In de traditionele Draize-test wordt de roodheid van het konijnenoog gemeten en wordt gekeken hoelang het duurt voordat deze roodheid verdwijnt. De stoffen die in normale huid of hoornvlies roodheid veroorzaken heten cytokines. In de gekweekte weefsels worden ook cytokines geproduceerd en die kunnen we meten. Verder zullen er cellen afsterven, waarbij weinig celdood betekent dat een stof weinig irriterend is en veel celdood het omgekeerde.’

Maar De Wever was nog niet tevreden. Meer lezen ga naar het Research Magazine of klik hier voor meer over de bezwaren tegen dierproeven.

12 april 2006

Heeft de overheid de vrijheid om mens en dier te gijzelen tbv economie?


De Stichting Bescherming Hobbydierhouder Nederland schrijft in een persbericht over een aanstaand hoger beroep van 20 juli:

In 2003 hebben vijf hobbydierhouders zich persoonlijk opgeworpen om hun gezonde hobbydieren te beschermen tegen ruimingen. Ruimingen die onnodig en onjuist waren en rücksichtslos werden uitgevoerd door de AID. Tijdens deze crisis stond al vast dat geen enkele hobbykip besmet was met het H7N7 virus.

De stichting vond de werkwijze van het ministerie niet passen in deze tijd en vond tegelijkertijd dat er een daad gesteld moest worden. Namelijk, volledige ondersteuning geven aan de gedupeerde hobbydierhouder en de overheid wijzen op het feit dat gezonde dieren niet gedood mogen worden.

Tot zover het citaat.

Of het ruimen van hobbydieren wel of niet past in deze tijd is natuurlijk een kwestie van visie. Vroeger werd het niet gedaan en tegenwoordig vindt de overheid dat het bevolking, mens en dier, mag gijzelen wanneer dat het in het belang van de intensieve veehouderij is. Helaas is deze abjecte werkwijze tegenwoordig politiek geaccepteerd.
Ook de opvatting dat gezonde dieren niet gedood mogen worden dient nuancering. Juist in de intensieve veehouderij worden gezonde, jonge dieren massaal gedood ten behoeve van de consumptie.
Willen we als maatschappij dat niet meer toelaten dan blijft er weinig anders over dan zich af te keren van de consumptie van dieren. Op de politieke partijen kunnen we niet rekenen.
Het is de grondhouding ten opzichte van dieren die moet veranderen en dat kan alleen als de voorgangers daarin een aantrekkelijk voorbeeld zijn voor de onverschillige anderen. Vrijheid door het niet meer gebruiken van dieren in de brede zin van het woord is het adagium.

Zie ook de vrees van Thieme en Werner dat de overheid straks nog meer huisdieren laat ruimen.

11 april 2006

Vossenwelpen worden niet doodgeknuppeld maar afgeschoten of verhongeren

De Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNVJ) ontkent dat pasgeboren vossenwelpen door jagers worden doodgeknuppeld. Volgens de vereniging wordt alleen in uiterste noodzaak op zogende vossen gejaagd. ‘Vossenwelpen die daardoor hun moeder kwijtraken, worden niet doodgeknuppeld maar afgemaakt met een geweerschot’, aldus de zegsman van de jagersvereniging.

Wil je een moederloos vossenjong uit medeleven voor zijn eenzame en uitzichtloze leven doodmaken, dan kun je 2 dingen doen: wachten tot het jong van ellende uit het hol komt kruipen of je graaft het uit. De kans is klein dat een jager daar energie en geduld voor op kan brengen.

Een jager wacht liever op een hoogzit met een borrel of in een andere hinderlaag tot de oudervos of ander slachtoffer langskomt om het te schieten dan de schop ter hand te nemen om een vossenhol op te graven. Veel vossen worden ook 's nachts in het licht van koplampen gedood. "Nazorg" voor eventuele jongen wordt uiteraard niet verleend.
De faunabescherming roept op om foto’s te maken van deze laffe exercitie. Het zou allemaal nog mooier zijn om de jager op te roepen om zelf foto’s te schieten. Dan doet hij niemand kwaad en draagt hij bij tot een natuurlijker evenwicht. Meer over de vos en de bezwaren van de Faunabescherming tegen de vossenjacht, klik hier.




De intensieve veehouderij die op deze wijze mest uitrijdt is een veel grotere bedreiging van de nesten van de weidevogels dan de predatoren.

Afwijzing van een methode, niet van wetenschap in het algemeen

Opponenten van dierproeven krijgen nog wel eens te horen dat ze in wezen 'tegen de wetenschap' zouden zijn. Daarbij negeren voorstanders dan wel alle voorstellen voor (wetenschappelijke) alternatieven, d.w.z. onderzoeken die de vraagstelling net zo bevredigend zouden kunnen beantwoorden, maar dan zonder dat er dieren worden gebruikt.
Je hoeft dus helemaal niet wars van wetenschappelijke vooruitgang te zijn om toch tegen dierexperimenten te kunnen zijn waarvoor dieren moeten lijden of worden opgeofferd. De afwijzing van vivisectie (in de ruime zin) impliceert op zich dus niet dat je het stellen van wetenschappelijke vragen beschouwt als een uiting van menselijke hoogmoed of van een gebrek aan intuïtie en spiritueel levensgevoel.
Een voorbeeld: Stel dat je wilt vaststellen wat de gevolgen zijn van emotionele verwaarlozing voor de ontwikkeling van jonge kinderen. Dan kun je o.a. kijken naar klinische en forensische gegevens waaruit je een bepaalde correlatie kunt afleiden tussen verwaarlozing en psychologische scheefgroei. Je neemt de vraagstelling dan volledig serieus en erkent waarschijnlijk ook het maatschappelijke belang ervan.
Maar je zult het niet in je hoofd halen om zelf bepaalde kinderen experimenteel te verwaarlozen om hen met uitsluiting van alle andere factoren te kunnen vergelijken met kinderen die je niet verwaarloost. Helaas hebben onderzoekers, waaronder Harry Harlow, dit wel gedaan met apen. Bij proeven met zogeheten maternal deprivation werden baby-aapjes gescheiden van hun moeder in de hoop het effect ervan zo zeker mogelijk te kunnen vaststellen. Harlow maakte o.a. gebruik van middelen als kunstmoeders en isolatie. Dergelijke gruwelijke experimenten afwijzen hoeft helemaal niet te impliceren dat je beweert dat de vraagstelling "Wat gebeurt er met kinderen die geen ouderlijke liefde krijgen?" onzinnig is, bijvoorbeeld omdat we bij voorbaat al precies (in plaats van globaal) zouden weten wat het antwoord is. Ook hoeft het niet te betekenen dat je vindt dieren altijd teveel verschillen om hun gedrag als parallel te mogen beschouwen van menselijk gedrag.
Afwijzen van vivisectie betekent als zodanig slechts dat je gruwelijke dierproeven immoreel vindt, ongeacht of ze waardevolle kennis zouden kunnen opleveren.
Het gaat om de afwijzing van een specifieke methode om ethische redenen en niet van de hele wetenschap om levensbeschouwelijke redenen.
Er zijn zo ook grenzen aan het soort onderzoek dat je met mensen kunt doen. Iemand die de experimenten van een Josef Mengele afwijst zal bijvoorbeeld niet gauw worden verdacht van anti-wetenschappelijke tendensen.

Titus Rivas

06 april 2006

Verlies bio-industrie niet afwentelen op de belastingbetaler

Wakker Dier is woedend dat een sector die door het overgrootte deel van de bevolking niet wordt gewaardeerd en zich niets aantrekt van kritiek uit de maatschappij op het dierwelzijn, wel haar verliezen afwentelt op de belastingbetaler.
Het Nederlandse kabinet en de Europese commissie zijn plannen aan het maken voor extra subsidies aan de pluimvee-industrie nadat deze al tijdenlang verlies maakt vanwege de vogelpest. De subsidie zal waarschijnlijk bestaan uit extra exportsubsidies, kipreclames en betaalde opkoop of doding van kuikens, moederdieren of eieren.

01 april 2006

Is de overheid onpartijdig in zake de vogelgriep?

Stichting Wakker Dier daagt het (wetenschappelijk bureau van het) CDA uit om net als zij geld te steken in onderzoek naar de relatie tussen de consumptie van kip en het verspreiden van vogelgriep. Dit onderzoek zou moeten worden gedaan door de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). In 2002 werden de Keuringsdienst van Waren (KvW) en de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) ondergebracht in de nieuwe VWA. Deze twee organisaties hebben tot 2006 als werkmaatschappijen gewerkt binnen de VWA. Sinds 1 januari 2006 zijn KvW en RVV gefuseerd tot één agentschap: de Voedsel en Waren Autoriteit. De Voedsel en Waren Autoriteit is de overheidsorganisatie die de veiligheid van voedsel en consumentenproducten onderzoekt en bewaakt. Zij houdt toezicht op de veiligheid van voedsel en consumentenproducten en het welzijn van dieren. De VWA werkt binnen de hele productieketen: van grondstof en hulpstof tot eindproduct of consumptie. De ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zijn de opdrachtgevers van de VWA.

Omdat Nederland grote belangen meent te hebben bij de export van pluimveeproducten is het maar de vraag of deze overheidsdienst een waarlijk onafhankelijk en wetenschappelijk betrouwbaar onderzoek zou doen. De situatie in Nederland op de onderzoeksinstituten begint steeds meer te lijken op de Amerikaanse situatie. Over het vermengen van economische belangen met onderzoeksresultaten zijn meerdere boeken verschenen.
Waar iedereen het ondertussen wel over eens is, is dat een deel van de trekvogels vogelgriep heeft. Waar discussie over is, is of deze vogels het slachtoffer zijn van het feit dat mensen deze ziekte hebben verspreid of dat de vogels de verspreider van de ziekte zijn.
Bewijs is nog niet geleverd, maar het patroon is dat er in alle gevallen sprake is geweest van transporten van pluimvee of pluimvee producten tussen oude en nieuwe besmette gebieden; zoals de handel in kippen tussen China en Turkije.
Volgens Wetlands International is er nu alle aanleiding om veel meer naar de legale en illegale transporten van pluimvee te kijken.

Een andere vraag is “wat is precies de lijn van redeneren die moet worden onderzocht?”. “Als je kip eet, vergroot je de kans op het verspreiden van de vogelgriep”. Of is de redenering “als je kip eet uit de bio-industrie steun je een sector die exporteert en die export verhoogt de kans op vogelgriep?”

De kans is groot dat de drie betrokken partijen PvdD, CDA en VWA nooit overeenstemming zullen hebben over de juiste onderzoeksopzet.

Zachte heelmeesters maken stinkende wonden

Biologisch is maar een klein beetje beter

Veel mensen die tegen bio-industrie zijn kiezen voor biologisch vlees. Zij realiseren zich niet of willen er zich niet in verdiepen dat de omstandigheden van dieren uit de biologische veehouderij nauwelijks beter zijn dan in de intensieve veehouderij. De reden daarvoor is dat ook in de biologische veehouderij veel dieren op een beperkte ruimte worden gehouden. Door de ophokplicht zitten nu niet alleen de scharrelkippen maar ook de kippen uit de vrije-uitloop binnen. Dit leidt tot de constatering dat deze dieren er nauwelijks in welzijn op achteruit gaan. Logisch als je je bedenkt dat dat welzijn door de onnatuurlijke groepsgrootte al minimaal was en zij agressief zijn.
Omdat de dieren soms mogen buiten lopen op een beperkt stukje grond is de belasting met mest van deze ruimte veel groter dan in een natuurlijk situatie. Het gevolg is dat de dieren weer snel met ziektekiemen in aanraking komen.
Een ander voorbeeld is groepshuisvesting van jonge koeien. Kistkalveren mag niet meer, maar veel kalveren in een kleine ruimte houden en dit groepshuisvesting noemen mag wel. Per saldo is het dier er nauwelijks op vooruit gegaan.
Ook de reden voor de geboorte van een kalf is weinig natuurlijk. Een kalf wordt kunstmatig in het leven geroepen om de melkgift van de moederkoe op te wekken en na de geboorte gaat het erom dat dit dier geen kostenpost meer is. Dat kan door het dier zo snel mogelijk te laten slachten of het met zo weinig mogelijk kosten slachtrijp te maken.



Het opzetten van oogkleppen voorkomt schrikreacties, maar het sussen van je geweten met halfslachtige veranderingen in je consumptiepatroon zet weinig zoden aan de dijk.

Wil je echt iets doen waarmee dierenleed wordt voorkomen dan kun je beter afzien van de consumptie van dierlijke producten.
Kun je de verleiding niet weerstaan, verdiep je dan in de omstandigheden achter een bepaald keurmerk of label. “Biologisch” heeft meer te maken met de omstandigheid dat de dieren biologisch veevoer te eten krijgen dan dat de leefomstandigheden echt natuurlijk genoemd kunnen worden.

30 maart 2006

Met hun mond vol tanden

Wat mij meer dan eens is opgevallen in gesprekken over dierethiek en dierenrechten, is dat tegenstanders weigeren om echt in te gaan op argumenten. Een bekende tactiek van de tegenpartij is het op de man of vrouw spelen: je negeert de argumentatie voor dierenrechten gewoon en zoekt naar een wapen om de opponent monddood te maken. Dat kan door te verwijzen naar allerlei misdaden die men zou hebben gepleegd, bijvoorbeeld in het geval van activitisten die zich schuldig hebben gemaakt aan vernieling of intimidatie. Alsof de daden van zulke activitisten ook maar iets te maken hebben met de kracht van hun argumenten. Zoiets als "de oncoloog beweert dat roken ongezond is, maar hij rookt zelf ook, dus kun je zijn bewering niet meer serieus nemen."

Van de bekende ethicus Peter Singer wordt bijvoorbeeld vaak vermeld dat hij een voorstander is van het doden van gehandicapte baby's. 'Daarom' zou hij direct al gediskwalificeerd moeten worden als zijn argumenten ten gunste van dieren ter sprake komen.

Maar minstens zo vaak zoekt men naar een (oneigenlijke) reden waarom iemand opkomt voor dierenrechten. Er zal psychologisch wel iets mis zijn met hem of haar. Hij zal wel te weinig aansluiting vinden bij medemensen en zich daarom richten op dieren, zij lijdt vast aan rare complexen, etc. Ook dit is natuurlijk een drogreden, die argumentatief geen enkel gewicht in de schaal legt, maar helaas maakt hij af en toe wel indruk op derden.

Het komt er volgens mij op neer dat tegenstanders van dierenrechten vaak gewoon met hun mond vol tanden staan als het om de eigenlijke argumentatie gaat.

Titus Rivas

28 maart 2006

Voldoende omega-3 vetzuren zonder vis te eten

In het magazine Leven van maart/april 2005 van de Nederlandse Vegetariërsbond (NVB) een artikel over een alternatieve manier om voldoende omega-3 vetzuren te komen zonder vis te eten.

Als principieel niet-viseter kan je zo langzamerhand een licht gevoel van paniek besluipen, zeker als ook de serieuze wetenschap en het Voedingscentrum erop hameren dat je twee keer per week vette vis moet eten. Het wordt tijd de zaken op een rijtje te zetten. De voedingskundige van de NVB laat zien datje met een aantal simpele regels goed aan je omega-3-vetzuren komt zonder daarvoor vis te hoeven eten of naar supplementen te hoeven grijpen.

Uit onderzoek blijkt dat vegetariërs er wat betreft hart- en vaatziekten, de aandoeningen waarvoor de visvetzuren worden aangeraden, gunstig uitspringen, zou je je als vegetariër wellicht zorgen kunnen gaan maken. Die aanbeveling van het Voedingscentrum om twee keer per week vette vis te eten is er tenslotte niet voor niets. Gelukkig zijn er ook andere manieren dan vis eten of capsules met visolie slikken om aan de benodigde `visvetzuren' te komen. Als je niet zwanger bent, is het voldoende om dagelijks normale hoeveelheden plantaardige voedingsmiddelen met een hoog gehalte aan linoleenzuur te gebruiken. Voorbeelden hiervan zijn lijnzaad- en koolzaadolie en walnoten. Een supplement is dan niet nodig, want je maakt uit deze oliën en noten zelf voldoende visvetzuren aan. Met lijnzaadolie moet je echter wel oppassen. Deze olie is instabiel en dus kort houdbaar. Daarom is hij niet geschikt om in te bakken en te braden, maar je kunt hem wel in de sla doen en door je muesli roeren.

Meer over een gezond weekmenu? Klik hier.

26 maart 2006

Slachting onder zeehonden begonnen

De Canadese zeehondenjacht is begonnen. Honderdduizenden dieren zullen dit jaar weer worden afgeslacht voor hun mooie vacht. Er hebben terecht al veel protesten geklonken tegen deze vorm van jacht, zowel van de kant van dierenbeschermingsorganisaties als van celebrities zoals de voormalige Beatle-zanger Paul McCartney en zijn vrouw Heather Mills McCartney.
Toch zullen sommigen zich afvragen waarom de slachting onder zeehonden zoveel meer emoties oproept dan bijvoorbeeld het lot van miljoenen dieren in de bio-industrie.
Maar is al die ophef wel terecht? Het zou numeriek absurd zijn als men de honderdduizenden zeehonden die nu gedood zullen worden belangrijker of schokkender zou vinden dan wat mensen landbouwhuisdieren dagelijks en het hele jaar door aandoen. Maar dat neemt niet weg dat we ons ook bij de 'oogst' van zeehondenbaby's en aanverwante dieren geconfronteerd zien met een grote misdaad die ingaat tegen elementaire menselijke gevoelens. Het gaat om intelligente zeezoogdieren die relatief gezien nauw verwant zijn aan de mens en die van nature extra gemakkelijk gevoelens van sympathie en mededogen bij ons oproepen. Bovendien gaat het om bont, een product dat volstrekt overbodig is, een luxe-product dus. Dieren voor zoiets laten sterven is zelfs voor veel vleeseters nog overduidelijk immoreel.
Overigens is het natuurbeschermingsargument tegen de jacht gericht op het behoud van de soort niet krachtig genoeg, want zolang de soort genoeg op peil blijft, is deze vorm van natuurbescherming waarschijnlijk goed verenigbaar met het afschieten of doodknuppelen van individuele dieren.
Anderzijds is het economische argument van voorstanders een regelrechte gotspe. Alsof alleen het vermoorden van weerloze dieren voor voldoende geld in het laatje zou kunnen zorgen! Het is de plicht van de Canadese regering om voor minder dieronvriendelijk werk te zorgen.

Titus Rivas

20 maart 2006

Te zwaar? Eet minder vlees!

Schijf van 4 zonder vlees
Uit de Volkskrant van 16 maart:
Wie kampt met gewichtsproblemen, kan het beste overstappen op een vegetarisch dieet. Dat blijkt uit Brits onderzoek, deze week gepubliceerd in de International Journal of Obesity.

In het onderzoek werd de gewichtstoename vergeleken van 22 duizend vleeseters, viseters, vegetariërs en veganisten. De groep werd vijf jaar lang gevolgd. Gemiddeld kwamen de deelnemers in die periode twee kilo aan. De veganisten bleven het best op gewicht, de vleeseters het slechtst. Mensen die gaandeweg overschakelden op een dieet dat minder dierlijke producten bevatte, waren nog het minst aangekomen.
Ook lichamelijke oefening bleek een doorslaggevende factor. Deelnemers die gedurende de onderzoeksperiode fysiek actiever werden, bleven beter op gewicht dan de anderen.

Voor soortgelijke onderzoeksresultaten, klik hier.
Voor een suggestie voor een gezond weekmenu, klik hier.

16 maart 2006

Natuur, dat is poep en pis en stank en kwijl

In een interview door Max Arian in de Groene Amsterdammer in 2001 zei bioloog Midas Dekkers:
Varkenspest, gekkekoeienziekte, mond- en klauwzeer. Afschuwelijke en rare veeziektes overlappen elkaar. Honderdduizenden varkens, schapen, en koeien belanden op enorme brandstapels. Midas Dekkers ziet het als een nieuwe heksenjacht op het dier, als verpersoonlijking van het Kwaad.
en:
Weemoed, verlangen naar vroeger, dat is een heel mooi gevoel, ik ben er dol op. Maar vanuit een oogpunt van de voedselvoorziening zou het toch veel verstandiger zijn om nieuwe manieren van voedselbereiding aan te boren, waarvoor je geen koeien, varkens en schapen nodig hebt. Wij noemen ons een industriële natie, zelfs een informatiemaatschappij, maar deze superdesupermoderne en vertechnologiseerde maatschappij kan kennelijk niet bestaan zonder in Nederland elk jaar vierhonderd miljoen beesten de keel door te snijden. Het is toch achterlijk dat wij zestig procent van ons grondoppervlak nodig hebben voor het maken van voedsel! Dat is toch een absurde manier om iets te produceren?

15 maart 2006

Tips voor pijnloze productiereductie pluimveesector

Zibb: EU commissie wil pluimveeproductie verminderen

Dat is mooi. Nog mooier als zij het op een bepaalde manier aanpakken waarmee het pluimvee ook gebaat is. Daarom 3 pijnloze suggesties voor de Nederlandse beleidsmakers in Brussel.
  1. Minder dieren per vierkante meter of in businesstaal: “minder kilo’s per m²”.
  2. Schrap wederzijdse export. Dus geen kippen uitvoeren naar Duitsland en van Duitsland naar Nederland. Kost niets, spaart alleen maar “voedselkilometers”.
  3. Maak een importbeperking op onverantwoord geproduceerde kippenproducten.
Geef geen financiële steun voor de sector voor eventueel omzetverlies. Dat zet kwaad bloed bij de belastingbetaler en houdt een ten dode opgeschreven sector nog langer aan het lijntje.

08 maart 2006

Intensieve veehouderij masseert het publiek voor acceptatie bio-industrie

Het optreden van de vogelgriep en de varkenspest wordt door de intensieve veehouderij aangegrepen om het volledig afsluiten van de dieren in de veehouderij bij het publiek geaccepteerd te krijgen. Had de Europese politiek in het verleden akkoord gegeven voor het afbouwen van de kooisystemen, nu roepen de (Duitse) pluimveehouders weer om afstel van het kooiverbod. Graaft het daarmee haar eigen graf of weet het hiermee haar ellendige bestaan nog wat te rekken?
Terwijl de marges steeds kleiner worden en de bedrijven steeds grootschaliger, wordt het belang van de sector om dierziektes buiten te houden ook steeds groter. Er is immers afgesproken dat de sector zelf moet opdraaien voor de kosten van de bestrijding van en de schade van massale dierziektes.

Voor de organisaties die zich inzetten voor dierenwelzijn zijn deze ontwikkelingen een beetje dubbel. De aantasting van dierenwelzijn bij veehouders die hun dieren buiten laten lopen is geringer, dan bij dieren die hun hele korte leven binnen blijven. Wanneer een vogelgriep, MKZ of varkenspest uitbreekt dan zijn de hobbydieren het haasje, maar de steun voor hobbydierenhouders is niet sterk. De meeste dierenbelangenorganisaties vinden dat je eigenlijk geen dieren in kooien moet houden.
Ook voor de jagers is situatie een beetje dubbel. Het liefst knallen zij er op los om schadelijk wild in omvang te beperken, anderzijds is er minder schade door roofdieren wanneer er geen hobbypluimvee meer gehouden wordt. Vossen vangen dan geen loslopende kippen meer.
Inmiddels heeft de sector goed door dat het grote publiek vrij laks is in het nemen van haar verantwoordelijkheid ten opzichte van haar consumptiepatroon voor de dieren in de veehouderij, het milieu en de vrije natuur. De bio-industrie wordt daarom steeds minder schuchter om de zaak volkomen om te draaien en zaken als “gezond” te labelen die een tiental jaren onomstreden als “ziek” zouden worden gezien. Ongeboren biggetjes worden met de keizersnede gehaald en virusvrij opgekweekt. Zalmen vegetarisch houden in kweekbakken wordt “duurzaam” genoemd. Dieren schieten voor de lol wordt “natuurbeheer” genoemd. De zee leegvissen heet “oogst van de zee”.

Het publiek zal door de ontwikkelingen steeds minder dieren (in de wei) op het platteland aantreffen en de band met de veehouderij zal verminderen. Het is voor een deel aan de media om het koopgedrag van het publiek te beïnvloeden. Zal de consument zich afwenden van de producten van de intensieve veehouderij vanwege de onnatuurlijkheid van de leefomstandigheden? Zal het grote publiek het discutabele financiële en gezondheidsvoordeel van de consumptie van industrieel geproduceerd vlees en zuivel gaan beseffen? Krijgen we met de ruk naar politiek links ook een revival van een natuurlijke levensstijl?

Vogelgriep? It is the economy, stupid!

Veevoeder- en visvoedingsfabrikant Nutreco wil zalm omtoveren tot vegetariër. Dat is gemakkelijker dan de mens te bewegen om zelf vegetariër te worden. Visvoedingsfabrikant Nutreco ziet dat als de enige mogelijkheid om ook op lange termijn de groeiende wereldbevolking aan zalm te helpen. Uiteraard, maar er zijn een aantal goede redenen om dit voornemen te wantrouwen.
Nutreco verwerkt veel vismeel en visolie in zijn voer. Maar deze grondstoffen worden steeds duurder, vooral nu in Amerika pillenfabrikanten profiteren van de nieuwste gezondheidshype, de Omega-3 vetzuren.
Nutreco is grootaandeelhouder van 's werelds grootste zalmkweker, Marine Harvest. Marine Harvest haalde vorig jaar een belangrijk deel van de nettowinst voor Nutreco binnen (46 miljoen). Nutreco brengt Marine Harvest naar de beurs in Oslo voor acquisities in de groeiende diervoermarkten van Centraal- en Oost-Europa, Azië en Latijns-Amerika en voor investeringen in visvoer. Verder kan Nutreco met de opbrengst een actievere rol spelen bij de consolidatie van de vleessector in de Benelux en Spanje.

Maar er verschijnen niet alleen beren op de weg, maar ook aan de rivier. Josef Reichholf, een Duitse professor in de dierkunde aan de universiteit van München is van mening dat de wereldwijde verspreiding van de vogelgriep waarschijnlijk veroorzaakt is door het binnendringen van besmette fecaliën van pluimvee in de voedselketen, via vis.
Nutreco heeft belangen in de allerlei schakels in de voedselketen: het veevoer, de visvoedingsindustrie en de vleessector. Door de intensieve vis- en veehouderij te ondersteunen is Nutreco mogelijk ongewild betrokken bij het vergroten van de kans op het uitbreken van een pandemie door de vogelgriep.

Zou het niet veiliger voor de volksgezondheid en meer duurzaam zijn als de mens ipv de zalm vegetariër zou worden? Voor het hachje van de Amerikaans pillenfabrikanten hoeft de consument overigens niet bang te zijn, want zij zullen ook profiteren van het uitbreken van de vogelgriep. Immers, zoals ex-president Clinton al zei: it is the economy, stupid!

Onnatuurlijke kringlopen vergroten de kans op besmettelijke dierziektes

Toen in de negentiger jaren koeien op grote schaal diermeel kregen te eten ontstond de ziekte BSE.
Nu pluimvee en varkens gevoerd worden met vismeel is er een nieuw gevaar ontstaan. Pluimveemest wordt (vaak met daarin verwerkt dode kuikens) uitgereden over het land. Trekvogels eten van het gras, maar krijgen virussen en bacteriën uit de bio-industrie mee naar binnen. Trekvogels poepen in het water, regen spoelt overvloedig aanwezig mest naar open zee. Vissen krijgen de virussen en bacteriën mee naar binnen. Vissen worden massaal gevangen en verwerkt tot diervoeder voor de intensieve veehouderij en voor de zalmkwekerijen.
Voor een wetenschappelijke onderbouwing zie de publicaties van Josef H. Reichholf, een professor dierkunde aan de universiteit van München.
Hiermee is de cirkel rond en kan de natuur de levensvatbaarheid van allerlei levensbedreigende mutaties uitproberen. Daarvan zijn vaak niet alleen de dragers de dupe maar ook de mens wanneer deze dierlijke producten eet of te intensief omgaat met de dieren.
Deze vicieuze cirkel kan op vele manieren worden doorbroken, maar de beste is persoonlijk afstand te nemen van de uitbuiting van dieren.
Het instandhouden van deze kringlopen is in het belang van de grote industrieën (veevoederindustrie, vlees en zuivelverwerkende industrie en de farmaceutische industrie). Slachtoffer zijn consumenten, dieren, natuur en milieu.

06 maart 2006

Marijke Vos is niet voor grootschalige veehouderij

Het Agrarisch Dagblad heeft GroenLinks politica Marijke Vos geïnterviewd en haar ondermeer de vraag voorgelegd hoe zij of GroenLinks denkt over grootschalige veehouderij.
Natuurlijk geeft Marijke Vos een antwoord waarbij zij het grootschalig zijn van een bedrijf niet principieel afvalt. Je kunt beter 500 koeien of varkens bij elkaar plaatsen in een stal waarbij zij zich in groepsverband natuurlijk kunnen gedragen en een uitloop naar buiten geven, dan 100 kleine biologische bedrijven waar 5 varkens permanent aangebonden staan tussen stangen.
Het is natuurlijk wel een beetje flauw om vervolgens breeduit in de kop van het artikel te melden dat GroenLinks niet tegen grootschalige veehouderij is.
In de rest van de tekst maakt Marijke Vos voldoende duidelijk dat zij tegen bio-industrie is, en terecht. Grootschaligheid heeft nu eenmaal meer te maken met op grote schaal te kort doen van dierenrechten en dierenwelzijn dan dat beide zaken op grote schaal in de intensieve veehouderij ondersteund worden.
Wat mogelijk nog wel een voordeel is van grootschaligheid is de lagere emotionele betrokkenheid van het management bij het voort laten bestaan van een verliesgevende onderneming. Grote bedrijven stoppen eerder als het niet langer uitkan. Grote bedrijven kunnen vaak ook beter aanpassingen financieren die wettelijk verplicht zijn in verband met eisen aan minimale dierenwelzijn.

05 maart 2006

Diervriendelijker communiceren gewenst ivm vogelgriep

Persbericht
GAIA kreeg de laatste dagen tientallen oproepen van mensen die paniekerig reageren met ernstige gevolgen voor de dieren.
De meeste oproepen komen uit de Kempen en Oost -en West-Vlaanderen. Ook aan de Kust blijkt men weinig info te hebben over de maatregelen tegen vogelgriep.
Vaak gaat het om kleine onduidelijkheden, maar ook meer zorgwekkende situaties worden aan GAIA meegedeeld.
Zo kreeg de dierenrechtenorganisatie een telefoontje van een man uit Zwalm die beweerde dat de politie zijn wilde ganzen komt neerschieten indien hij ze niet afschermt.

Ook weten mensen nog steeds niet goed wat er met hun dieren moet gebeuren. Vooral landbouwers willen hun dieren afmaken of dumpen, o.a. bij GAIA zelf. Sommigen willen zelfs overvliegende vogels neerschieten.Ook niet iedereen begrijpt het verschil tussen "ophokken" en "afschermen". Ze vragen wat het nut is van afschermen en of het allemaal wel diervriendelijk is.
Door de term 'ophokken' te benadrukken, terwijl het eigenlijk om een afschermplicht gaat, maakt men de mensen nodeloos bang.

GAIA reageert ook op de beelden die gisteren, 2 maart, in het Journaal op Eén van 19u te zien waren. Daar werd getoond hoe een kippeneigenaar zijn dieren liet afmaken door enkele jagers.
De dieren waren niet meteen dood, één zwaargewonde kip spartelde nog. De eigenaar zei de kippen niet te kunnen vangen met een net en beweerde geen andere oplossing te zien dan ze te doden.
Dergelijke praktijken zijn illegaal en barbaars. "Dieren zomaar afknallen is een inbreuk op de wet van het dierenwelzijn. Het FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen) heeft zelf gezegd dat, indien alle andere oplossingen uitgeput zijn om de dieren af te schermen, men een beroep mag doen op een dierenarts om ze te laten inslapen. Het heeft niet gesproken over het inhuren van jagers om de dieren af te knallen.

GAIA maakt zich ook zorgen over de "massahysterie" bij de bevolking. Mensen beginnen paniekerig en hysterisch te doen, terwijl er zelfs nog geen sprake is van een uitbraak van vogelgriep.
Mensen hebben de mond vol van dierenliefde, tot op het moment dat er een probleem is. Massahysterie en onduidelijkheid zorgen voor de grootste problemen. Meldingen uit La Louvière en Luik maken gewag van katten die vergiftigd zouden worden uit bezorgdheid voor besmetting met het vogelgriepvirus.

Volgens GAIA is het de taak van de overheid, en dan meer specifiek van het FAVV, om gerichter en duidelijker te communiceren over de diervriendelijkste oplossingen.
Het FAVV moet de mensen duidelijk maken dat wrede praktijken zoals het neerknallen van dieren illegaal is. Het FAVV moet zich daartegen sterk afzetten en duidelijk stellen wat mag en niet mag.
Tot nu toe is de manier waarop gecommuniceerd wordt blijkbaar onvoldoende". GAIA pleit ook voor vaccinatie van hobbydieren als bijkomende bescherming bovenop het afschermen van de dieren.

03 maart 2006

Varkenshouderij probeert fijn stof in de ogen te strooien

De intensieve veehouderij produceert net als het verkeer fijn stof. Dat is niet fijn en kan schadelijk zijn voor de gezondheid. De overheid probeert daarom de sector te bewegen om luchtwassers aan te schaffen. Daar heeft de sector weinig behoefte aan en probeert het probleem te bagataliseren.

Dit is de verklaring van de overheid:
VROM en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) starten dit jaar een programma om de toepassing van gecombineerde luchtwassers voor intensieve veehouderijen te stimuleren. Dit schrijft staatssecretaris Van Geel in een brief die hij op 1 februari 2006 aan de Kamer heeft gestuurd.

Een gecombineerde luchtwasser vermindert de uitstoot van fijn stof en ammoniak en de stank van mechanisch geventileerde stallen aanzienlijk. De intensieve veehouderij veroorzaakt ongeveer 20% van de uitstoot van fijn stof in Nederland.
VROM en LNV hebben het programma Luchtwassers opgezet om nieuwe technieken die de uitstoot van luchtvervuiling tegen gaan, waaronder de luchtwassers, versneld in te voeren. Beide ministeries stellen alles in het werk om nog dit jaar een emissiefactor voor dit type luchtwasser op te nemen in de Regeling ammoniak en veehouderij, waardoor vergunningverlening voor deze techniek mogelijk wordt. De Kamer heeft voor 2006-2009 10 miljoen euro gereserveerd voor onderzoek naar het versneld beschikbaar en toepasbaar maken van gecombineerde luchtwassers. Het programma richt zich ook op technische innovatie, vooral gericht op het milieu zoals bijvoorbeeld zuiniger energiegebruik.
VROM en LNV willen veehouders met een investeringsregeling prikkelen om luchtwassers aan te schaffen. De subsidieregeling zal nog in 2006 worden opengesteld, mits de Europese Commissie er mee instemt. Aan de Tweede Kamer is toegezegd dat het kabinet voor de investeringsregeling maximaal 15 miljoen euro beschikbaar stelt. Het definitief beschikbare budget zal nog worden bekendgemaakt. VROM en LNV onderzoeken daartoe nu wat de investeringsbehoefte in de veehouderij is.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.