Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

24 januari 2009

Het gaat bij kweekvis en de koks gewoon om de centen

Op de site Misset Horeca wordt ingegaan op:

Zeven vooroordelen over kweekvis

Bij het reageren op deze vooroordelen wordt geen sterke argumentatie gevoerd. We sommen de vooroordelen op en laten die gedeelten in de reactie staan die duidelijk de onverschilligheid van de auteur Bianca Roemaat laten zien over het welzijn van de kweekvis en haar gebrek aan betrokkenheid bij de ernst van de problematiek.

Op de site:


Kweekvis komt steeds vaker op het restaurantbord terecht. De achteruitgang van de natuurlijke visstand maakt kweekvis het op één na beste alternatief. Koks blijven hun vooroordelen. We laten er een zevental passeren.

1. 'Kweekvis zit vol medicijnen'
Zolang de kwekers open communiceren over wat ze met hun vissen doen, is enigszins te controleren of het veilig gebeurt

2. ‘Kweekvis is groter’
Wie een gekweekte kabeljauw naast een wilde legt, komt al gauw tot de slotsom dat de kweekvis groter is. ‘Ze hebben vast groeihormonen gekregen’, is één van de vooroordelen. Of dat de reden is, laten we hier buiten beschouwing, omdat daarover niet zomaar een uitspraak is te doen zonder wetenschappelijk onderzoek.

3. ‘Kweekvis eet vis’
‘In de brokjes die de vissen in bassins krijgen, zit vaak eiwit en soja. Maar ook restproducten van wild gevangen vis en schaaldieren. Dat riekt naar ‘kannibalisme’, maar dat is in de natuur gebruikelijk.

4. 'Kweekvis is minder lekker'
Het is een cliché, maar smaken verschillen.

5. ‘Kweekvissen hebben geen ruimte'
Wie een bassin ziet waarin het krioelt van de vissen, krijgt snel dat idee. Toch is de diepte vaak niet meteen waar te nemen, dus dat kan schelen.

6. ‘Visteelt is belastend voor het milieu'
Berichten over vervuild water haalden de pers. Inmiddels is heel wat werk verzet door de kwekers. Logisch, want ze zijn niet gebaat bij negatieve geluiden in de media.

7. ‘Biologisch kweken klinkt tegenstrijdig'
Hoe dan ook, biologisch gekweekte vis klinkt net iets positiever dan ‘gewoon’ geteelde. Dus waarschijnlijk heeft het potentie.

Tot zover de site Misset Horeca.


Ook hier is de conclusie duidelijk: het gaat in de intensieve veehouderij, intensieve visserij en in de horeca om de centen en echt verantwoordelijkheid nemen voor de gevolgen van dat denken ontbreekt.

23 januari 2009

Co-vergisting van mest brengt te weinig geld in het laatje

In het Agrarisch Dagblad valt te lezen (januari 2009):

Het aantal co-vergistingsinstallaties blijft ver achter bij de verwachting van het kabinet.
De reden hiervoor is dat veel initiatiefnemers die aanvankelijk belangstelling hadden, zich hebben teruggetrokken omdat zij het subsidiebedrag te laag vonden.

Met andere woorden co-vergisting brengt zo weinig energie en daarmee terugverdiengeld op dat er veel geld bij moet. De boeren willen de overheid en daarmee de belastingbetaler daarvoor laten opdraaien.

De hype van het vergisten van mest is vooral bedoeld om het publiek de indruk te geven dat het mestoverschot afdoende is aangepakt. De agrosector had daarom het plan opgevat om door de bouw van mestvergistingsinstallaties en het verbouwen van gewassen om te “co-vergisten” twee vliegen in één klap te slaan, mits de overheid bereid was te betalen om het een en ander economisch rendabel te maken.
Het scoort namelijk heel goed in de media om te roepen dat boeren met hun mest een deel van het dorp van elektriciteit kunnen voorzien. Dat de burgers hiermee een dure sigaar uit eigen doos krijgen, gaat de meesten toch boven de pet.

21 januari 2009

Klokkenluider openbaart misstanden bij Staatsbosbeheer bij jacht op damherten

Persbericht PvdD Den Haag, 21 januari 2009 - Gisteravond heeft een klokkenluider de pers geïnformeerd over een intern memo dat de rol van Staatsbosbeheer rond het afschot van damherten in Zeeland duidelijk maakt. De klokkenluider noemt zichzelf een “ingewijde bij Staatsbosbeheer, maar beducht voor represailles”.
De Partij voor de Dieren is actief betrokken bij het verzet tegen de verleende ontheffing voor de jacht op damherten in het natuurgebied Schouwen. Volgens de Fauna Beheer Eenheid (FBE) zouden tellingen wijzen op een enorme overbevolking van herten in het gebied. Medewerkers van Staatsbosbeheer wezen er echter al op dat deze tellingen als “overdreven hoog” zijn. Daarbij zijn ook nog eens de telformulieren “kwijtgeraakt”. Daarnaast werd de verkeersonveiligheid genoemd als argument om de herten af te mogen schieten. Ook dit argument bleek flinterdun: de provincie erkent dat nog lang niet alles is gedaan om verkeersonveilige situaties in het gebied te voorkomen.

De Partij voor de Dieren heeft daarom in december 2008 de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gevraagd hoe het is te verantwoorden ontheffing te verlenen voor het afschieten van de damherten, nota bene binnen een natuurgebied waarbij aan geen van de criteria voor ontheffing is voldaan. Het antwoord op deze, en andere vragen aan de minister, is nog niet binnen.

Uit de mail van de klokkenluider blijkt duidelijk welke bedenkelijke rol Staatsbosbeheer speelt. Zo erkent Staatsbosbeheer intern dat er sprake is van onjuiste en eenzijdige telgegevens van belanghebbende jagers, maar ook dat Staatsbosbeheer bewust verzwijgt dat de damherten nauwelijks schade veroorzaken en het natuurgebied een veel grotere populatie aan damherten probleemloos aan zou kunnen. Ook weet Staatsbosbeheer dat er welbewust damherten zijn losgelaten in het natuurgebied, de tamme dieren bewust niet zijn gevangen en teruggebracht en dat de jagers de populatie laten groeien via scheve geslachtsverhoudingen. De klokkenluider concludeert dat Staatsbosbeheer daarmee overtreding van de Flora- en faunawet in de hand werkt.

20 januari 2009

Openbare bespreking dierproeven

Het ministerie van LNV te Den Haag organiseert op gezette tijden openbare hoorzittingen over vergunningaanvragen voor dierproeven, waarbij genetische manipulatie betrokken is. Dit is de enige gelegenheid in Nederland om bijzonderheden te weten te komen over dierproeven, in een rechtstreekse discussie met onderzoekers en ambtenaren.
Vergunningaanvraag, deskundigenadvies en ontwerpbesluit van de minister staan die avond ter discussie.

Openbare besprekingen van dierproefaanvragen – het blijft iets bovennatuurlijks. Op zo’n avond bijvoorbeeld rijden treinen en bussen ineens op allemaal tijd en sluiten ze op elkaar aan. Er zijn ineens geen files. Dierenvrienden trotseren regen, wind en duisternis om er maar bij te zijn. Nou ja, geen honderden hoor, of tientallen. Het was meer zo dat iedere grote stad in de regio zijn dierenvriend(in) had gestuurd. Alleen die uit Utrecht was thuisgebleven. En dan waren er nog enkele naburige dorpen vertegenwoordigd. Het blijft een eigenaardig fenomeen dat je voor straatacties meer mensen op de been krijgt dan voor huiskameracties. Mensen schreeuwen blijkbaar liever. Is er misschien toch een soort angst voor de rechtstreekse confrontatie met echte onderzoekers? Die mensen zelf hebben daar geen last van, althans voor zover ze niet geïntimideerd of bedreigd worden. De wetenschappelijke wereld leeft nu eenmaal van kritiek en debat.

Haagse organisaties als Dierenbescherming en Proefdiervrij nemen de bescherming van (proef)dieren al jaren niet meer serieus. In 2002, ten tijde van de eerdere vergunningaanvraag (F06), waren ze er nog bij, en hadden ze ook nog schriftelijke bedenkingen (tegenwoordig: ’zienswijzen’) ingediend. Maar daarna hebben ze het opgegeven. (Wat hebben ze niet opgegeven?!) Proefdiervrij publiceert alleen nog de kennisgeving van het ministerie op haar website. Maar verder wil ze er niets mee te maken hebben.

Van de deelnemers aan die vorige bijeenkomst, op 16 juli 2002, waren vanavond alleen de heer Schroten, voorzitter-CBD, en ikzelf aanwezig.

Dit zijn avonden waarop je probeert de waarheid over dierproeven boven tafel te krijgen. Want de procedure mag dan openbaar zijn, - niemand gaat ervan uit dat de aanvraag echt gelezen wordt, en de adviescommissie-CBD wel het allerlaatst. Die interesseert het al net zo weinig als de Hagenaars van LNV. De aanvraag wordt niet eens op de website geplaatst; wèl het - positieve - CBD-advies, en het ontwerpbesluit tot vergunningverlening. Het begin van de manipulatie.

Gevolg is een pak papier dat meer verhult dan openbaart. Het wrange is dat een van de onderzoekers dat helemaal met me eens is. Ook hij vindt de gang van zaken een aanfluiting. Van een verantwoording naar de maatschappij is geen sprake.

Zo vindt ook hij dat bij vervolgaanvragen zoals de onderhavige, ’afgerekend‘ dient te worden. En wel zo precies mogelijk. Hoeveel (en welke) dieren heb je de afgelopen vijf jaar exact misbruikt en gedood? Wat zijn de resultaten van je proeven? Die dienen toch zodanig te zijn dat er een zeker perspectief in zit, een bepaalde vooruitgang, om een nieuwe vergunning aanvaardbaar te maken. Al die gegevens zijn beschikbaar maar er wordt niet naar gevraagd!

Noch door de adviescommissie-CBD noch door de pekinezen van LNV.

Daarom vraag ik er maar naar. Ik lees voor uit aanvraagformulier punt 14. De onderzoeker vraagt vergunning voor 120 muizen per jaar per lijn. De rest moet je zelf uitrekenen.

Dat is (bij 5 jaar en 20 lijnen): 120 x 5 x 20. Totaal: 12.000 muizen. Hierbij komen nog eens 3.600 muizen voor de genetische modificatie. Totaal: 15.600 muizen. In de aanvraag van 2002 stond vrijwel hetzelfde aantal. Dan zijn we dus al over de 30.000 muizen en dit onderzoek loopt maar liefst al sinds 1994. Vraag: wat krijgt de maatschappij daarvoor terug?

Consternatie bij de onderzoekers. Zo moet ik dat niet lezen. Hoe dan wel wordt mij niet echt duidelijk. Ben ik misschien verdwaald op een literaire bijeenkomst? Is dit de categorie ‘Lees maar, er staat niet wat er staat’ (Nijhoff)?

De onderzoeker wil vier experimenten per jaar doen met transiënte embryo’s. Ik vraag waarom vier. Dat weet ze niet. Ik help haar: bedoelt ze misschien veertien? Nee dat niet.

Bedoeling van deze experimenten is een besparing van 120 muizen. De adviescommissie neemt dit nadrukkelijk over. Niet vermeld wordt weer dat wanneer die besparing niet gerealiseerd wordt, dit 30 muizen extra het leven kost: per experiment, per jaar.

Er wordt gevraagd naar de persoonlijke motivatie van de onderzoeker tot het doen van deze proeven. Het antwoord komt zonder nadenken: ik doe het voor de lijdende mens. Een schoolvoorbeeld van een gotspe, want het onderzoek heeft niet het minste verband met ook maar enige toepassing.

Wat is het rendement van de afgelopen vijf jaar bijvoorbeeld?

Vijf tijdschriftartikelen
, bij de aanvraag genoemd. En dan nog alleen genoemd - niet eens beschreven. Zoiets wordt geaccepteerd door LNV/CBD. Intussen weer paniek bij de onderzoeker. Ze houdt nu een lijst met 30 artikelen omhoog. Is het misschien de bedoeling dat de burger die even gaat lezen?! Is er al eens iemand genezen door tijdschriftartikelen?

En zo kan ik doorgaan. De avond vliegt om. De voorzitter had de eindtijd netjes op negen uur bepaald. Maar het is nog te kort. Diverse andere kritische vragen heb ik niet kunnen stellen.

E.D.

Naast openheid prijzen ook openheid over herkomst en mondiale voetafdruk voedsel gewenst

Citaat uit de Telegraaf:

Verburg wil meer openheid over landbouwprijzen


De consumenten merken nog te weinig van de sterk gedaalde prijzen van groente, vlees en andere landbouwproducten. Supermarkten en andere handelaren rekenen de prijsdaling slechts traag door aan consumenten. Dat in tegenstelling tot de sterke prijsstijgingen vorig jaar, aldus de Europese Commissie maandag bij een EU-beraad van landbouwministers.

Oplossing is om de consument beter zicht te geven in de prijzen van producten en grondstoffen, vindt ook minister Gerda Verburg (Landbouw). „Zet de spotlamp op die prijzen: dat zal helpen. Als het graan goedkoper wordt, mag je toch verwachten dat het brood ook goedkoper wordt”, zei ze.

Het idee moet nog vorm krijgen in concrete voorstellen. Verburg verzet zich alvast tegen suggesties voor een hele bureaucratie om de prijzen te monitoren.

Tot zover de Telegraaf.

Met het idee van meer openheid over de totstandkoming van prijzen in de supermarkt zou tegelijk zichtbaar gemaakt kunnen worden of de productie en herkomst van voedsel wel zo efficiënt en energiezuinig is geweest. Nu kan de consument dat nauwelijks achterhalen en zeker niet op het moment dat hij in de winkel voor de keuze staat.
Veel grondstoffen en voedsel wordt nodeloos over de wereld gesleept onder de vlag van de vrije markt. Dit kost energie, gaat ten koste van het milieu en dierenwelzijn en ook het klimaat wordt onnodig opgewarmd.
Een goede maat voor de energiekosten is de mondiale voetafdruk. Iedere persoon en ieder product gebruikt een gedeelte van de ruimte op aarde. Hoeveel ruimte hangt af van iemands consumptie en voor producten van de herkomst en de wijze van produceren. Met behulp van de Mondiale Voetafdruk kan met een getal, uitgedrukt in hectares, aan worden gegeven hoeveel oppervlakte aarde per persoon en product dat is. Dat getal kan worden afgedrukt op het etiket of via een streepjescode en een lezer in de supermarkt zichtbaar worden gemaakt. De lezer in de supermarkt kan een scherm zijn waarop een klant desgewenst steeds uitgebreider worden voorzien van informatie over het product. Dat zou zelfs zo ver kunnen gaan dat het bedrijf wordt getoond waar bijvoorbeeld het varken of kip heeft geleefd.

Het vuile werk

Mensen eten vlees om voornamelijk twee redenen. Ten eerste omdat vlees "lekker" is en ten tweede omdat men denkt dat in vlees voedingsstoffen zitten die onmisbaar zijn voor de gezondheid. Beide argumenten zijn in feite juist. Als ex-vleeseter kan ik bevestigen dat vlees "lekker" is. En na alles wat ik erover gelezen heb weet ik ook dat vlees bestanddelen bevat die essentieel zijn voor het menselijk lichaam. Vitaminen, eiwitten, ijzer, het zijn inderdaad onmisbare elementen van onze voeding. Ik weet echter dat die noodzakelijke voedingsstoffen ook uit andere producten dan vlees kunnen worden verkregen. Producten die niet moeilijker verkrijgbaar zijn dan vlees en evenmin veel duurder hoeven te zijn. Graanproducten, groente, fruit, noten, peulvruchten, soja, eieren. Een dieet waarvan deze voedingsmiddelen voorkomen volstaat voor gezond, goed en lekker eten.
Blijft dus eigenlijk als enig argument dat vlees "lekker" is. Nu is er op zich niets op tegen dat mensen dingen eten die ze lekker vinden. Maar wanneer daarvoor, dus voor het stillen van de lekkere trek, een wereld in het leven is geroepen waarin dieren bij honderden miljoenen op een beschamende wijze worden gehuisvest, behandeld en gedood, is het dier in feite niet meer dan een simpele productiefactor geworden. Daarbij wordt geen enkele rekening gehouden met de belangen en het welzijn van het dier, zeker wanneer dat een drukkende invloed zou uitoefenen op het economisch voordeel dat het dier moet opleveren. Er zijn weliswaar een aantal wettelijke voorwaarden waaraan een ondernemer moet voldoen om "zijn" dieren nog een minimum aan comfort te geven, maar de praktijk is dat dieren, met name in de bio-industrie, een verschrikkelijk en kort leven hebben alvorens op ons bord terecht te komen. Niemand kan zich zo langzamerhand meer verschuilen achter een soort van “we wisten niet dat………..”-excuus. Iedereen weet, kan weten of moet weten wat de dieren in die sector moeten doormaken. Toch blijft de grote meerderheid van de consument nog steeds de "kiloknaller" in huis halen en laat zich nog steeds wijs maken dat "kip het meest veelzijdige stukje vlees is". Wanneer beelden op de t.v. vertoond worden van kippenslachterijen, het onverdoofd castreren van biggetjes, het dwangvoederen van ganzen en eenden voor de "foie gras" en meer van die ellende zapt de gemiddelde kijker gauw even door naar een ander kanaal. Want "dat hoef ik echt niet te zien, toch?". Veel mensen, vooral vrouwen is mijn ervaring, willen geen vlees eten waarvan "je nog kunt zien wat het geweest is"............... dat betekent dat velen eigenlijk niet geconfronteerd willen worden met datgene wat aan hun gehaktballetje, karbonaadje of kipfiletje vooraf gaat. Dat betekent dan weer dat diezelfde mensen het dus eigenlijk "zielig" vinden dat het dier in kwestie is doodgemaakt, met of zonder rot leven daaraan voorafgaand. Het is dus pure schijnheiligheid, want als je het inderdaad zo zielig vindt en je weet dat je het product niet nodig hebt zou je het gewoon niet moeten eten! Het geweten wordt twee maal buiten spel gezet: je wendt je af van de realiteit waaronder het product tot stand komt, hoewel je die realiteit eigenlijk afwijst en bij het opeten onderdruk je bewust(?) de herinnering aan het levende wezen dat de leverancier is van wat op je bord ligt.

Hoe zou het nu gaan wanneer we het "vuile werk" eens niet aan de specialist zouden (kunnen) overlaten maar zelf mes of schietmasker of wat voor gruwelwerktuig dan ook zouden moeten hanteren teneinde onze dis toch te sieren met een stuk, lap of moot vlees? Een paar jaar geleden heb ik een paar kippen aangeschaft. Voor de aardigheid en tevens was het mooi meegenomen dat er elke dag drie à vier eieren voor ons klaar liggen. Ik ontdekte wat een aanhankelijke, lieve en intelligente diertjes kippen eigenlijk zijn en ik besloot toen al, hoewel nog niet overgegaan tot het vegetarisme, in ieder geval nooit meer kip te eten. Ook hypocriet natuurlijk, want waarom dan nog wel varkens, koeien, kalveren, lammetjes? Ook dieren waarmee je een band kunt hebben! Ik werd me langzamerhand van die ongerijmdheid bewust en uiteindelijk heb ik de enig juiste beslissing genomen: geen vlees en vis meer! Klaar!

Ik heb eens aan een verstokte "sport"visser gevraagd of hij zich kon voorstellen dat hij zou blijven vissen als hij, bij het ophalen en onthaken van de vis, het dier kon horen gillen van de pijn en doodsangst. Het bleef even stil, hij keek me aan en verklaarde toen, enigszins verlegen met de situatie, dat hij dacht dat hij "het best moeilijk zou vinden", een tamelijk eerlijk antwoord.

En zouden de madammekes die zich nog steeds behaagziek in allerlei bont hullen dat blijven doen wanneer zij aanwezig zouden zijn bij het massaal vergassen van de nertsen, vossen of andere bontleveranciers?

Kortom, we gebruiken producten en doen dingen met dieren die niet van essentieel belang zijn voor ons leven en gezondheid. Dat we die producten blijven gebruiken betekent een lijdensweg en een veel te vroege dood voor andere levende wezens. Dat doen we zonder ons af te vragen welk recht we daartoe hebben. Welk legitimatie hebben we (onszelf toebedeeld) wezens die op dezelfde wijze als wij pijn ervaren op een onethische wijze voor de slacht te fokken en vervolgens van het leven te beroven? We kijken massaal de andere kant op wanneer de wijze waarop de dieren voor ons genot worden gemaltraiteerd en gedood ietwat té zichtbaar dan wel hoorbaar wordt.

We hebben na lang gedelibereer “Misdrijven tegen de menselijkheid” geformuleerd. Wordt het niet eens tijd te denken aan zoiets als “Rechten van Lijdende Wezens”?
Er is geen redelijk argument aan te voeren om te discrimineren tussen mens en dier als het aankomt op het recht om te leven. De Australische hoogleraar Peter Singer heeft deze opvattingen al weergegeven in zijn in 1975 uitgegeven boek “Animal Liberation”.

Vegetarisme is geen aanstellerij van verdwaasde, wereldvreemde hemelbestormers of dierknuffelaars. Vele groten der aarde hadden een vleesloze voedings- en leefwijze. Ik noem een paar van hen: Pythagoras, Plato, Da Vinci, Voltaire, Rousseau, Rubens, Lincoln, Vincent van Gogh, Albert Einstein en Albert Schweitzer. Thans zijn er in de hele wereld ook veel bekende figuren die weigeren nog langer dode dieren te eten, zoals daar zijn: Barbara Streisand, Dustin Hoffman, Kate Bush, Carlos Santana, Paul Mc Cartney, Annie Lennox, Brad Pitt, Shirley Bassey en vele anderen. Vele wereldreligies dragen een boodschap uit van geweldloosheid en mededogen en die begrippen behoren zich niet alleen uit te strekken tot de eigen soort!

Ook uit biologisch en medisch oogpunt is het eten van vlees door mensen niet als voor de hand liggend en natuurlijk gedrag aan te merken. De mens bezit veel fysiologische kenmerken die elders in de natuur bij herbivoren voorkomen en mist juist veel eigenschappen die de carnivoor wel heeft. Het eten van vlees is in het algemeen niet bevorderlijk voor een gezonde leefwijze. Vanuit biologisch en medisch oogpunt verdient een vegetarische voedingswijze de voorkeur!

Het zou de overheid sieren nu eindelijk eens de nadelen van de vleesproductie en
–consumptie te erkennen en een beleid te gaan voeren waarbij in plaats vlees eten te stimuleren dit wordt ontmoedigd. En dat niet alleen ter bestrijding van het gruwelijke dierenleed maar ook ten behoeve de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, de bestrijding van de honger in de wereld en, niet in de laatste plaats, ter bevordering van een gezonde(re) leef- en voedingswijze van kinderen en volwassenen.

19 januari 2009

Het stoppen van de export van vlees en zuivel draagt bij aan het oplossen van de krediet- en klimaatcrisis

Nederland heeft veel belang bij het exporteren van vlees en zuivel omdat onze veestapel zo groot is dat tweederde van de producten in het buitenland moet worden afgezet. Maar de grote veestapel houdt ook verband met de opwarming van de aarde. De mondiale vleesconsumptie en –productie is de belangrijkste factor in de opwarming van de aarde. Ons land zou een belangrijke bijdrage kunnen doen aan de oplossing van dat probleem en daarmee samenhangende problemen als ontbossing in de derde wereld en verspilling van energie door zonder noodzaak vlees en zuivelproducten heen en weer te slepen over de wereld.
Een ander gevolg van de economische crisis is dat landen gaan zoeken naar wegen om de eigen economie en werkgelegenheid te beschermen. Op het gebied van de veehouderij zou het een goede zaak zijn als landen die in staat zijn om hun eigen boontjes te doppen op het gebied van de voedselvoorziening ook dat voedsel op de eigen markt zouden in- en verkopen.
Ons land zou er om uiteenlopende redenen goed aan doen om de veestapel terug te brengen tot een derde van het huidige aantal en aan de landbouwers de eis te stellen dat deze zo duurzaam, dier- en milieuvriendelijk mogelijk produceren. Bulkproductie is alleen goed voor de portemonnee van de grootverdiener en van de grootafnemer. Deze bestaan omdat het mogelijk is te exporteren. Dat offer te brengen door deze export op te geven is veel gevraagd, maar redelijk, terwijl het politiek toch heel gevoelig ligt.
Het wordt tijd dat het grote publiek begint in te zien dat de ontwikkelingen in de landbouw de grens van de redelijkheid is overschreden. Die grensoverschrijding houdt in dat de veehouderij niet meer bestaat voor de oorspronkelijke reden “voedselvoorziening”, maar verworden is tot een productiefaciliteit. Het is een zeer klein deel van de economische handelsbalans en kan gemist worden zonder dat het ons welvaart en welzijn kost.
Een terugkeer naar een landbouwbeleid naar de ware reden van vee houden, namelijk het voeden van de eigen bevolking (op een natuurlijke wijze) is een pad dat meerdere voordelen heeft. Er komt dan ook ruimte om te praten over de meest optimale manier om de landbouwgrond te gebruiken voor behoeften die de samenleving echt nodig heeft. Die levensbehoefte omvat meer dan voedselzekerheid, het omvat ook ruimte om te ontspannen en om natuur en rust te produceren. Dat zijn slechts een paar voorbeelden van elementen, die bijdragen aan ons welzijn en die we in onze samenleving in meerdere opzichten zijn kwijt geraakt.
Het wordt tijd om deze realiteit eerlijk onder ogen te zien en te stoppen met het verspreiden van leugens omwille van het spekken van de portemonnee van enkelen.

18 januari 2009

ChristenUnie stinkt erin: mest is geen bruin goud

De Energieraad schreef op haar site het volgende.

Minister Verburg (LNV) ziet zoveel mogelijkheden voor biogas, dat ze mest betitelde als het 'bruine goud'. Dat hoorde althans de ChristenUnie haar zeggen op de Grüne Woche in Berlijn.
In de officiële tekst van de toespraak van minister Verburg is er niets over te vinden, maar dat minister Verburg voor de toekomstige energievoorziening veel verwacht van mestvergisting is bekend.
Dat geldt ook voor de ChristenUnie. Kamerlid Ernst Cramer op de website van de ChristenUnie: 'Als we gebruik maken van alternatieven zoals mestvergisting, kunnen we ons land bijna onafhankelijk maken van fossiele brandstoffen. Waarom de discussie hierover dan toch nog zo moeizaam verloopt is me een groot raadsel'.

Tot zover de site van de Energieraad.

Wel, dat raadsel is niet zo groot als de ChristenUnie wil doen geloven. Mest is dierlijk afval waaruit de dieren al de energie hebben gehaald voor hun eigen functioneren. Wil je die mest vergisten dan moet er energie aan worden toegevoegd. Dat is vaak een gewas. Dat hele proces levert niet energie op en het levert ook nog (meer) afval op. Dat afval (digestaat) kan worden uitgereden over het land, maar dat kan met mest ook. Waarom dan biomassavergisting? Niet alle biomassavergisting is omstreden, er is ook vergisting van biomassa dat wel energie oplevert. Dat is bijvoorbeeld de afval uit de voedselindustrie die nu nog aan de varkens wordt gevoerd. Dat zou veel beter rechtstreeks in stroom of biogas kunnen worden omgezet.
Maar door de mest in deze stroom te mengen kan de suggestie worden gewekt dat het mestprobleem wordt opgelost en de omvang van de veestapel geen probleem is. Quod non.

LTO-melkveevoorman Siem-Jan Schenk noemde biovergisters als innovatie de grootste mislukking, die met overheidsgeld tóch wordt gerealiseerd. Volgens Schenk is daarbij het belangrijkste dat de mineralen uit dierlijke mest kunnen worden verwerkt tot kunstmestvervanger.
Laat dat nu net de natuurlijke manier zijn waarmee gemengde bedrijven zorgen voor voldoende mest, althans "natuurlijk" wanneer koeien 's zomers in de wei lopen en 's winters de mest wordt opgevangen om in het voorjaar uit te rijden over het akkerland.

Koeien in de wei, die niet worden bijgevoerd met eiwitrijk voedsel stoten minder broeigassen uit. Dat is een diervriendelijk manier om de klimaatdoelen te halen die de agrosector heeft afgesproken in het Schoon & Zuinig akkoord.

Klik hier om meer te lezen over mestvergisting.

14 januari 2009

Hypocriete jagers roepen op tot rust in jachtgebied

In de Gelderlander van 13 januari pleiten jagers ervoor om wandelpaden over boerenland te sluiten voor wandelaars. Met name de wandelaars die hun honden ongelijnd uitlaten zouden voor veel onrust onder het wild zorgen.

Citaat:
Volgens jager Van Vliet bevinden de meeste boerenlandpaden zich op terrein dat geldt als ganzenrustgebied. "Wij hebben afgesproken dat we daar na twaalf uur 's middags niet meer komen", volgens Van Vliet. "Dan kunnen de vogels tot rust komen. Slechts één keer per jaar vragen we ontheffing aan om toch na de middag het land op te gaan en dat wordt dan ook gecontroleerd. Als wij daar zo voorzichtig mee omgaan, dan is het toch vreemd dat iedere hondenbezitter er om vier uur zo maar zijn hond kan laten rondhuppelen. Ik heb gezien dat loslopende honden reeën lieten schrikken. Op open stukken langs de weteringen, waar de vogels meestal rusten, zorgen de wandelaars en hun honden ook regelmatig voor onrust."

Tot zover.

De jagers schieten ’s ochtends op ganzen en laten ze ’s middags met rust. Wat een grote dierenvrienden. Wat zou een gans of ree liever hebben: opgeschrikt door een nieuwsgierige hond of neergeknald door een jager?

13 januari 2009

Vertel de mensen dat de voedselzekerheid in het geding is

Gert Jan Oplaat is politicus en pluimveehouder. Hij mag graag provoceren en is (vanwege zijn botheid?) soms mikpunt van dierenactivisten. Oplaat ziet de toekomst van de agrosector hoopvol in. Om de business een steun in de goede financiële richting te geven, sluit hij in een colum (let op de spelfout) op de site van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders aan bij de desinformatie die de sector gewend is in de media rond te strooien.

Oplaat:

Dus beste landbouworganisaties, regering en andere verantwoordelijken vertel de mensen dat de voedselzekerheid in het geding is als we niet snel meer ruimte gaan geven aan onze agrarische ondernemers.

In het Parool: de winkelprijzen van diverse levensmiddelen dalen. Goede oogsten, overproductie en de economische malaise zorgen voor verlichting in de portemonnee.

De winkelprijzen van onder andere melk, boter, yoghurt, ijs, aardappelen, olijfolie, fruit en vruchtensappen zijn in december gedaald.

Veel dieren sterven in papegaaienopvang in Veldhoven

Tros Radar deed een boekje open over het Nederlands Opvangcentrum voor Papegaaien

Op de site van Tros Radar, maandag 12 januari 2009:

Duizenden mensen brachten de afgelopen jaren hun papegaai naar het Nederlands Opvangcentrum voor Papegaaien. Ze dachten dat hun huisdier hier een beter leven te wachten stond. Radar toont in een onthullende reportage het ware gezicht van het opvangcentrum in Veldhoven.

De dieren op het park worden slecht verzorgd en de sterfte is dan ook zeer hoog. Hoe heeft het zover kunnen komen, wat is de rol van de overheid en wat is de verklaring van het opvangcentrum?

Tot zover Radar.

Twee jaar geleden schreven twee journalisten in het Dagblad van het Noorden over de gebrekkige opvang van beschermde dieren onder de titel "Beschermde dieren zijn in ons land hun leven niet zeker". In dat artikel werd ook de directeur van de NOP aangehaald:

Tonnie van Meegen, oprichter en directeur van de Stichting Nederlandse Opvang Papegaaien (NOP), vindt dat er heel weinig wordt onderschept, en weet ook waarom. "Dieren zijn nu eenmaal geen mensen, drugs of wapens, ze hebben gewoon niet de prioriteit. Jammer, want als je goed zoekt, vind je vreselijk veel. Vroeger werden er duizenden in beslag genomen." "De handel floreert, als ik hier 1000 vogels heb, ben ik die morgen allemaal kwijt. De prijzen zijn goed, er is veel vraag. Een Japanse nachtegaal kostte wat jaren terug 15 gulden en nu 125 euro. Kolibries gaan voor 3000 tot 4500 euro." Van Meegen is voorstander van een DNA-test op ouders en jongen. "Alleen zo krijg je de troep er uit. Ik zou zeggen, begin met de aller-zeldzaamste dieren, maar het gebeurt niet, want je zult een enorme beerput open trekken."

Tot zover het DvhN.

Tonny van Meegen zei maandag in het Eindhovens Dagblad dat hij veel vijanden heeft gemaakt, vooral onder handelaren en dierenartsen. Hij vermoedt dat de aanval op zijn park uit die hoek komt. ,,Wat hier komt, is voor de handel verloren. Ik verkoop niets." Hij vreest voor het ineenstorten van zijn levenswerk.

12 januari 2009

Gruwelijke beelden van bedwelming slachtvarkens

Bep de Boer van de stichting Rechten Voor Al Wat Leeft schrijft (in iets andere volgorde) in het contactblad van januari:

Afgelopen zomer is dr R. Hoenderken, expert op het gebied van bedwelming van slachtdieren, er in geslaagd video-beeldmateriaal van de Zwitserse Universiteit van Zürich in handen te krijgen van proeven uit 1976 en uit 1994 met varkens die met CO2 werden bedwelmd, en waarover destijds in Zwitserland veel commotie is ontstaan.
Toevoeging van zuurstof (O2) aan de CO2 zou de excitatie en de stress van de varkens in hun laatste ogenblikken grotendeels opheffen. Dat was in 1963 al bekend! En in 1993 werd dit nog eens door nieuw onderzoek bevestigd. Desondanks vindt men het nog steeds niet nodig om de wet- en regelgeving te veranderen en de bedwelmingsapparatuur aan te passen. Uitgaande van de gedachte "Wat niet weet wat niet deert" houdt men liever járenlang het gruwelijke schouwspel verborgen dan een verbetering voor de dieren aan te brengen.
Ook al wisten we ongeveer wat ons te wachten stond, toch waren de videobeelden ronduit schokkend. Wat Dr. Hoenderken altijd al had gezegd, bleek duidelijk uit deze beelden en uit de begeleidende dissertaties van de Zwitserse onderzoekers J. Cantieni (1976) en M. Kull (1994). CO2-bedwelming gaat inderdaad gepaard met een heftige excitatiefase (= doodsangst en stress) door slijmvliesirritatie en ademnood.
De eerste opname uit 1976 liet het volgende zien: Varkens krijgen meerdere dagen het lekkerste eten geserveerd in een plexiglazen afgesloten ruimte met schuine klapdeur, totdat de ruimte door de varkens geassocieerd wordt met eten. De dieren rennen elke keer enthousiast de ruimte in waarna de klapdeur dichtvalt. Vervolgens wordt de ruimte, die enkele dagen functioneerde als eetkamer, gevuld met meer dan 70% CO2. Zoals gewoonlijk rennen de varkens naar binnen, maar raken vrijwel direct in een toestand van extreme stress: ze deinzen terug, kijken angstig om zich heen en proberen te vluchten. Ze hijgen, springen, vallen om of zakken door de poten, komen weer op, krijsen en slaan zichzelf tegen de wanden aan. Ook lijken de dieren in het begin bewust hun adem in te houden, alsof ze met de kop onder water worden gehouden.
Er worden momenteel plannen uitgewerkt om publiek en overheid te confronteren met de realiteit van de CO2-bedwelming. Zo zal er om te beginnen circa begin januari een t.v.-uitzending komen waar de beelden zullen worden vertoond, mét deskundige toelichting. Houdt u de actualiteitenrubrieken vanaf Nieuwjaar in de gaten (Eén Vandaag, Nova, etc.) Maar er staan nog meer activiteiten op het programma. In het volgende contactblad hopen we u meer te kunnen melden.

04 januari 2009

Hazen schieten voor de lol is een teken van een zieke mentaliteit

Vanwege overvloedige regenval hebben veel hazen in de veenweidegebieden leverbot en coccidiose opgelopen.

Het Friesch Dagblad citeert (3-1-2009):
Klaas Elzinga van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging (KNJV), consulent voor de drie noordelijke provincies. Hij riep dit najaar jagers op om toch vooral ‘met beleid te oogsten’. ,,Ik heb de indruk dat ze dat ook hebben gedaan”, reageert Elzinga nu. ,,Ze moeten ook wel zuinig aan doen, want anders hebben ze volgend jaar niks meer om te schieten.”
Einde citaat.

In Fryslân worden gemiddeld 6,4 hazen per 100 hectare geschoten. In Zuid-Holland worden 17,9 hazen per 100 hectare geschoten. Jaarlijks wordt circa 30 procent van de hazen geschoten. Gemiddeld zitten er twintig hazen per 100 hectare. Volgens schattingen van de KNJV zijn er in ons land 600.000 hazen.

Het taalgebruik van de jagers is kenmerkend voor de zieke mentaliteit van de jager. Hij oogst hazen en doet dat met plezier. Weliswaar is de jacht zo oud als de mensheid maar het fenomeen dat mensen doden voor de lol is nog niet zo oud. Het is een teken van onvolwassenheid om “liefde” voor dieren om te zetten in dieronvriendelijk gedrag. Gelukkig dringt dit besef steeds meer door, maar het tempo is tergend laag. Echte liefde voor de natuur toont zich door gepaste afstand te houden tot dieren en de balans tussen roofdieren en prooidieren zo te reguleren dat door inrichting van het landschap de dieren elkaar op een gezonde manier kunnen vinden en ontlopen.

Een jager met liefde voor de natuur gebruikt een fototoestel in plaats van een geweer.

31 december 2008

Edelhert bejagen of laten migreren?

De PvdD meldt op haar website:

De vereniging tot behoud van het Veluws Hert, een door jagers gedomineerde belangenvereniging van ‘hertenliefhebbers’ pleitte vrijdag in EénVandaag voor herintroductie van de drijfjacht op edelherten, versluierd benoemd als ‘drukjacht’. De Partij voor de Dieren zal alles in het werk stellen om deze herintroductie tegen te houden.
Tot zover de PvdD.

Is een populatie van edelherten zonder bejaging te reguleren? Volgens sommigen wel.

Op Wikipedia wordt over het edelhert gemeld:

Edelherten en andere, in de Oostvaardersplassen levende grote zoogdieren worden niet bejaagd, waarmee de populaties zich aldaar op natuurlijke wijze zullen kunnen aanpassen aan het beschikbare voedsel. Dit mechanisme is overigens de basis van alle ecosystemen, om het even of er wel of geen grote predatoren als wolven voorkomen. Er wordt bovendien vaak ten onrechte gedacht dat dit proces aan schaal gebonden is. Het principe dat de primaire productie, het totaal van in het leefgebied groeiende voor de soort geschikte voedselplanten, bepalend is voor de draagkracht en dus het aantal voorkomende herbivoren, is in beginsel niet anders werkzaam in grote dan in kleinere gebieden.

Tot zover Wikipedia.



Het lijkt meer zekerheid en minder dierenleed op te leveren als Nederland haast maakt met de aanleg van de Ecologische HoofdStructuur (EHS). Het doel van de aanleg van de EHS is ook om deze structuur te laten aansluiten op ecologische verbindingszones in het buitenland. Een ecoduct bij Hattem is belangrijk voor de beweging van met name edelherten richting Duitsland.
Via diezelfde EHS kunnen predatoren optrekken ons land in.
Het is ook voor andere dieren die regelmatig onze grens overtrekken een goed idee als zij dit kunnen doen via een ononderbroken EHS. Dit zou zelfs moeten gelden voor dieren die nu nog bejaagd worden omdat zij graven in oeverkanten.
Bij de aanleg van een aansluiting van de EHS naar Duitsland zou tegelijk ervoor moeten worden gezorgd dat de Nederlandse waterwegen zo worden ingericht dat er geen graafschade meer optreedt. Dat is ook mogelijk door watergangen zo in te richten dat er gegraven kan worden zonder gevaar voor overstroming of anderszins. Dit betekent dat we een deel van de landbouwgrond langs deze waterwegen teruggeven aan de natuur. Dat is bovendien voor het toerisme en de recreant aantrekkelijk.

Het heeft dus prioriteit om bij de aanleg van de EHS allereerst aansluiting te zoeken met EHS in het buitenland.

29 december 2008

Aangifte bij politie van dierenmishandeling met vangklemmen

Persbericht van de Dierenbescherming afdeling Rivierenland

De Dierenbescherming afdeling Rivierenland heeft aangifte gedaan van dierenmishandeling met in het water geplaatste vangklemmen. Op 25 december 2008 is bij het vogelasiel in Eck en Wiel een gewonde eend binnengebracht welke is gevonden terwijl hij gevangen zat in een klem. De eend is helaas aan zijn verwondingen overleden.

Nader onderzoek van de Dierenbescherming heeft uitgewezen dat er in diverse watergangen (in de uiterwaarden, rondom boomgaarden, enz.) structureel dergelijke klemmen worden geplaatst.

Gezien de grote kans op het verwonden en doden van allerlei dieren heeft de Dierenbescherming bij de politie aangifte gedaan van dierenmishandeling. Naast eenden en allerlei andere watervogels worden ook reigers (die veelvuldig aan de waterkant staan) hiervan het slachtoffer. Maar ook honden die het water in gaan of alleen maar wat water willen drinken kunnen hiervan het slachtoffer worden. Doordat de klemmen niet elke dag worden gecontroleerd kunnen gewonde dieren die in de klemmen vast komen te zitten dagenlang nodeloos lijden. Het plaatsen en gebruikmaken van de klemmen op deze wijze is daarmee in strijd met artikel 36 lid 1 van de Gezondheids en Welzijns Wet voor Dieren (GWWD). Het is maar zeer de vraag of er een redelijke doel is wat met het plaatsen van deze klemmen kan worden bereikt, bijvoorbeeld het vangen en doden van muskusratten. Mocht dit doel er zijn, wat door de Dierenbescherming wordt betwijfeld, dan nog is het ontoelaatbaar dat hiervan andere dieren het slachtoffer worden en dat de klemmen niet ten minste dagelijks worden gecontroleerd. Daarmee is het gebruik van de klemmen overduidelijk in strijd met artikel 36 lid 1 van de GWWD en derhalve strafbaar.

De Dierenbescherming roept het publiek op om dergelijke klemmen onschadelijk te maken door ze dicht te laten klappen en (indien mogelijk) te verwijderen en af te geven op het politiebureau. De klemmen zijn te herkennen aan een stokje wat er bij de klem wordt gezet met daaraan een ketting welke aan de klem is bevestigd.

28 december 2008

Welzijnsproblemen bij kalveren in ons land

Wakker Dier en Compassion in World Farming voeren actie om de supermarkten te bewegen geen blank kalfsvlees meer te verkopen.

Wakker Dier meldt onder meer.

De grote welzijnsproblemen die aan blank kalfsvlees kleven zijn:
  • Om het vlees blank te kleuren krijgen de kalveren ijzerarm voer wat tot bloedarmoede leidt.
  • De kalveren worden gelijk na de geboorte bij de moederkoe weggehaald.
  • 600.000 kalfjes worden jaarlijks op jonge leeftijd op lange afstandstransport gezet naar Nederland; onder andere uit Polen en Litouwen.
  • Tot een leeftijd van 8 weken staan de kalfjes alleen in een box.
  • Daarna komen de kalfjes in krappe kale groepshokken zonder stro, staand in hun eigen stront.
  • Een blank kalf komt haar leven lang niet in de wei. Een hap gras zou haar vlees namelijk een gezond rood kleurtje geven.

De bloedarmoede staat centraal in de kalfsvleescampagne. De campagne zal moeten opboksen tegen de kalfsvleespromotie-campagne van de veesector die recent 3 miljoen subsidie van de EU kreeg.

Jaarlijks worden in Nederland anderhalf miljoen kalfjes vetgemest voor kalfsvlees. Driekwart daarvan heeft bloedarmoede. Omdat er onvoldoende kalfjes op Nederlandse melkveebedrijven worden geboren, worden jaarlijks 600.000 pasgeboren kalfjes geïmporteerd; de laatste jaren steeds vaker uit vergelegen landen als Polen en Litouwen. In Engeland zijn dierenbeschermers, supermarkten en boeren overeengekomen te stoppen met kalverexporten naar Nederland, vanwege het grote dierenleed in ons land.

Meer lezen? Ga naar Animal Freedom.

Klik hier om meer te lezen over kalveren of in de Internetversie bij de labels.

23 december 2008

Boeren bekritiseren moet

De LTO-voorman Albert Jan Maat reageert op de maandag bekend geworden inkomensramingen 2008 voor tuinders en boeren. Uit de cijfers van LEI Wageningen UR bleek dat sterk stijgende kosten voor kunstmest, veevoer en ook elektriciteit ervoor zorgen dat veel agrarische ondernemers weinig tot niets overhouden. Het gemiddelde inkomen van de boer daalt daardoor in 2008 met ruim 40 procent.
De totale productiewaarde van de sector ligt in dit magere jaar nog op 23,5 miljard euro. In 2007 was dat 23 miljard.

Tot zover Maat in Trouw.

Een boer is niet snel tevreden: “als een boer niet klaagt, dan is hij ziek”. De productiewaarde van de sector steeg met een half miljard en dit resultaat wordt toch mager genoemd. Het zal wel meer zitten in de inkomensdaling van 40% die inderdaad groot is. Eigenlijk is de agrosector ziek, maar taai.
Echter de factoren die bij het boereninkomen een rol spelen, zullen ook in de toekomst een rol blijven spelen. Weliswaar is de olieprijs sterk gedaald, maar de verwachting is toch dat deze weer zal stijgen. Dit betekent dat de toekomstige inkomensverwachtingen somber zullen zijn.
Het wordt tijd voor een duurzame omslag in de landbouw. In Nederland zijn domweg teveel agrarische producenten die niet alleen gemist kunnen worden, sterker nog als zij zouden stoppen of emigreren zou dat in ons land veel milieubelasting en dierenleed schelen.
Toch is het imago van de Nederlandse boer ijzersterk. Vermoedelijk is dit het gevolg van een aantal zaken die hem meezitten:
• Veel mensen hebben boeren in de familie of zijn afkomstig van boeren. Zij hebben romantische herinneringen aan het boerenleven
• De moderne stal is gesloten en pottenkijkers zijn niet welkom. Veel mensen zullen nog nooit binnen geweest zijn in een legbatterij, pluimvee- of kalvermesterij of een melkveehouderij met meer dan 100 koeien of een varkensbedrijf. Open dagen voor het publiek worden georganiseerd in schijnbaar diervriendelijke bedrijven.
• Veel consumenten zijn naïef, de boerenlobby (in het parlement en in Brussel) sterk en de reclamemakers niet principieel. Bovendien denkt de consument te profiteren van de overproductie. Hij of zij realiseert niet dat de nadelen van de intensieve veehouderij worden afgewenteld op de belastingbetaler.

AgriHolland meldt over de verwachtingen van de boeren voor 2009:
Van de ondernemers vreest 45% belemmeringen op het gebied regels op het terrein van ruimtelijke ordening en milieu en op het terrein van gewasbescherming. Daarnaast noemt 53% nieuwe regels in het mestbeleid als bedreiging voor het bedrijf. Eén op de drie boeren ziet vernieuwing in het dierenwelzijnbeleid als een grote dreiging voor de bedrijfsvoering.
Tot zover AgriHolland.

Met andere woorden: veel boeren doen nu te weinig voor dierenwelzijn en milieu.

Het is niet nodig om medelijden te hebben met de agrosector. Analoog aan de oproep van PvdA voorzitter Ploumen in het integratiedebat wordt het tijd voor “een confrontatie en een compromisloze verdediging van de belangen van het dier en het milieu”. Laat als burger het landschap niet langer volbouwen met megastallen die overbodig zijn en waarbinnen dierenleed heerst.
Boeren bekritiseren mag.
Veeboeren bekritiseren moet.

Er wordt binnen de EU nodeloos met vlees en zuivel heen en weer gesleept

Het CBS meldt 22 december:

Duitsland grootste leverancier

Naast Nederlands vlees, eet de Nederlander ook vlees dat in het buitenland wordt geproduceerd. Er werd in 2007 ruim 1,3 miljard kg vlees ingevoerd. Dit is een stijging van 90 procent vergeleken met de vleesinvoer in 2000. Van het geïmporteerde vlees is circa 85 procent afkomstig van landen binnen de EU. Duitsland is goed voor circa 30 procent van de invoer.

Tot zover het CBS.


De producten van twee van de drie dieren, gehouden in de Nederlandse intensieve veehouderij, wordt geëxporteerd. Naast deze "overkill" is er dus veel import.
Dat gesleep met vlees is volkomen onnodig en dieronvriendelijk. Waarom zou ons land meer vlees im- en exporteren dan de eigen behoefte is? Omdat er een vrije markt is?
Wat een onzin! Het zou een heleboel dierenleed schelen als EU-landen zouden stoppen met het heen en weer slepen met vlees en zuivelproducten en de eigen veehouders zouden verplichten om diervriendelijker te produceren.
Weliswaar wordt voornamelijk gesleept met (producten van) dode dieren, maar de reden dat het gesleep dier- en milieuonvriendelijk is, komt door het feit dat wil het economisch uit kunnen om te exporteren, er op het veebedrijf geknepen moet worden op de kostprijs. Dit knijpen houdt in de praktijk in dierenleed (door dieronvriendelijke huisvesting) en milieuvervuiling. Het opruimen daarvan wordt afgewenteld op de belastingbetaler.

Gezin met twee volwassen kinderen eet een halve koe en twee varkens

Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt 22 december:

In 2007 at een Nederlander gemiddeld circa 85 kg vlees en vleesproducten. Dat is bijna 2 procent minder dan in 2000. De afname is vrijwel geheel toe te schrijven aan een verminderde vraag naar varkensvlees.

Helft vleesconsumptie bestaat uit varkensvlees

Vrijwel de helft van de vleesconsumptie per Nederlander bestaat uit varkensvlees. Bijna een kwart is rund- en kalfsvlees. Ruim een kwart is vlees van kip en overige pluimvee. Het resterend deel is afkomstig van schapen, geiten en paarden. Een gezin met twee volwassen kinderen at in 2007 een halve koe en ongeveer twee varkens.

Politierechter doet halfslachtig onderzoek naar lijden varkens

Hoe erg een varken lijdt tijdens transport en hoe groot de risico’s zijn voor dieren die gewond op transport gaan, kun je niet afleiden aan foto’s of door te gaan kijken bij het in- en uitladen van de varkens.
Zou een politierechter echt willen weten wat een varken doormaakt, dan moet hij meegaan in de vrachtwagen.
Dat was natuurlijk teveel gevraagd, vandaar de volgende uitslag van een zitting.

Zutphen, 22 december 2008 – De economische politierechter spreekt twee varkenshouders en een varkenstransporteur vrij.

Het Openbaar Ministerie beschuldigde de Gelderse varkenshouders Van de K. uit Wilp, B. uit Beemte en varkenstransporteur P. uit Wilp ervan dat ze een varken hebben laten vervoeren op “een zodanige wijze dat zij dat varken daardoor waarschijnlijk letsel of onnodig lijden berokkende”.

Vrijspraak
De economische politierechter oordeelt dat de inhoud van de in deze zaak beschikbare bewijsmiddelen niet toereikend is om het hiervoor genoemde, wettig en overtuigend bewezen te verklaren. De verdachten zijn op die grond vrijgesproken.

Schouw
De economische politierechter oordeelde op de zitting van 21 juli 2008 dat hij zich een beter beeld wilde vormen. Daarom was er 22 september 2008 een schouw van een varkenstransport. Dat begon bij één van de varkenshouders met het inladen van de varkens en eindigde bij het uitladen van de dieren bij een slachterij.

De Stentor meldde 22 juli:

De varkenshouders, Van de K. uit Wilp en B. uit Beemte, worden ervan beticht varkens op transport te hebben gesteld, terwijl dat gezien hun conditie niet had gemogen. Het ging in beide gevallen om één varken in grotere koppels die werden vervoerd door transporteur P. uit Wilp. De vraag was of de varkens te ziek waren om vervoerd te (mogen) worden. Controleurs bij het slachthuis constateerden gebreken - mank lopen en verwondingen - waarop de AIVD proces-verbaal opmaakte. De beide boeren en de transporteur meenden dat de varkens nagenoeg niets mankeerden toen ze de laadklep op gingen. Zo weinig in ieder geval dat de chauffeur niets opmerkte, temeer omdat het donker was en de varkens in koppels liepen. Dat de varkens hinkten bij het uitladen had te maken met vermoeidheid door het urenlange transport, aldus de boeren.

De officier van justitie meende dat uit de verklaringen van de controleurs bleek dat de varkens niet vervoerd hadden mogen worden. Zij eiste 900 euro boete tegen beide boeren en 2700 euro tegen de transporteur. De eis sloeg in als een bom. ,,Dit gaat alle proporties te buiten'', zei de transporteur. Rechter P. Brouns kon uit de gemaakte foto's niet afleiden hoe erg de 'verwondingen' waren. Alvorens uitspraak te doen wil hij ervaren hoe lastig het is om de conditie te beoordelen van een varken dat op de grens zit van wel/niet vervoeren.

Tot zover de Stentor.
Opvallend is de laatste zin: de rechter wil ervaren hoe lastig is om de conditie te beoordelen. Er staat niet dat hij geïnteresseerd is of een varken lijdt tijdens het transport.

Meer lezen over dierenleed tijdens ellenlange transporten? Klik hier.

22 december 2008

Illegale praktijken in Europa's varkenshouderij wijd verbreid

PERSBERICHT
Nijmegen, 22 december 2008.

Undercover-onderzoek onthult:
illegale praktijken in Europa's varkenshouderij wijd verbreid.

Illegale praktijken, zoals routinematig staartknippen, komen in de Europese varkenshouderij vaak voor en veel dieren leven onder erbarmelijke omstandigheden. Dat blijkt uit een grootschalig undercover-onderzoek door Compassion in World Farming, dat werd uitgevoerd in 60 varkenshouderijen in 5 EU-landen. Tijdens het onderzoek werd vooral gekeken naar routinematig staartknippen en de beschikbaarheid van afleidingsmateriaal in de stallen. De bezochte Nederlandse bedrijven scoorden op beide punten slecht.

Tijdens het onderzoek filmden cameramensen van Compassion in World Farming in 60 varkenshouderijen in 5 landen: Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje en Hongarije. In nagenoeg alle stallen was het welzijn van de dieren slecht. De meeste zeugen (moedervarkens) werden gehouden in ligboxen: krappe kooien die zo smal zijn dat de dieren zich niet eens om kunnen draaien. De meeste mestvarkens werden gehouden in overvolle kale, vaak vuile hokken.

De onderzoekers zagen:
varkens waarvan de staart routinematig geknipt was. Dit is verboden in de EU. Op alle bezochte Nederlandse bedrijven kwam routinematig staartknippen voor. Van de bezochte landen scoort Nederland samen met Spanje op dit punt het slechtst.

Wijd verbreid gebrek aan afleidingsmateriaal. Aanwezigheid van afleidingsmateriaal is verplicht in de EU. Op 88% van de bezochte Nederlandse bedrijven was geen, of onvoldoende afleidingsmateriaal voor de varkens. Nederland scoort op dit punt -op Spanje na- het slechtst.

Wijd verbreid gebruik van ligboxen en kraamboxen voor zeugen. Deze systemen beperken de dieren ernstig in hun bewegingen en zijn (deels) nog toegestaan in de EU.
“De levensomstandigheden van de varkens in de verschillende landen verschilden niet veel”, aldus een van de onderzoekers. “De varkens zagen er onverzorgd uit, ze gedroegen zich agressief en ze hadden niets te doen. De vloeren waren kaal, er was weinig ruimte en de hokken waren vies. Het is vreselijk je voor te stellen dat het meeste vlees dat in supermarkten, slagerijen en restaurants verkocht wordt onder dergelijke omstandigheden wordt geproduceerd”.

Geert Laugs, campagnecoördinator van Compassion in World Farming Nederland zegt in een reactie: ”Het onderzoek laat zien wat industriële veehouderij doet met intelligente en zeer gevoelige dieren. De meeste varkens in de EU lijden onder de harde werkelijkheid van de bio-industrie”.

Het 6 maanden durende onderzoek is in omvang ongeëvenaard. Het doel ervan was een momentopname te maken van de varkenshouderij in Europa. Daartoe filmden de onderzoekers in willekeurige bedrijven in de belangrijkste varkensgebieden van Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje en Hongarije.

Compassion in World Farming roept de EU op de naleving van haar eigen regels af te dwingen. “We willen dat er niet alleen op papier maar ook in werkelijkheid een eind komt aan het op grote schaal routinematig knippen van biggenstaarten en dat alle dieren stro en afleidingsmateriaal krijgen, zoals de wet voorschrijft. Bovendien willen we dat de EU haar wetten aanscherpt en het gebruik van krappe kooien voor zeugen helemaal verbiedt”, zegt Geert Laugs.

In 2009 staat een herziening van de Europese richtlijn voor het welzijn van varkens op het programma.

Compassion in World Farming dringt bij de EU aan op de volgende besluiten.
  • Een volledig verbod van het gebruik van ligboxen voor zwangere zeugen vanaf 2013. Deze krappe kooien, waarin de dieren zich niet eens kunnen omdraaien, mogen nu nog de gehele zwangerschap gebruikt worden en vanaf 2013 alleen nog gedurende de eerste 4 weken. Deze uitzondering moet verdwijnen, vindt CIWF.
    • Een verbod van kraamboxen.

    • Een verbod van pijnlijke ingrepen, zoals castratie en staartknippen.

    • Handhaving van het verbod op routinematig staartknippen.

    • Handhaving en verbetering van de verplichting varkens afleidingsmateriaal te geven.

    • Stro of vergelijkbare bedding voor alle varkens en een verbod van roostervloeren.
    • Meer ruimte voor mestvarkens.

CIWF heeft videobeelden van het undercoveronderzoek in uitzendkwaliteit beschikbaar:



Verslag van een onderzoeker.



21 december 2008

Zijn dierenrechtenactivisten grenzeloos naïef?

In de Telegraaf een interview met minister Ter Horst die aankondigt dat de strijd tegen de steeds extremere acties van dierenactivisten wordt fors opgevoerd. Een speciaal team van politie, openbaar ministerie en de inlichtingendienst AIVD moet de radicale intimidatiepraktijken een halt toeroepen.

In Milieudefensie Magazine van december 2008 wordt Mark Becker, woordvoerder van SHAC Nederland, geïnterviewd over de grenzen van dierenrechtenactivisten.

Uit dit interview:
Becker zelf heeft meer dan honderd keer voor een bedrijf gestaan. "Op een gegeven moment wordt het verloop wel voorspelbaar, maar de kracht van onze campagne is dat we volharden in de opzet". Dat mensen ook voor de deur van privéwoningen protesteren, zoals in Amerika gebeurt, vindt Becker geen probleem. "SHAC Nederland doet dat overigens niet, het zal ook snel juridisch onmogelijk worden gemaakt". Over de nachtelijke actie in Hilversum, waarbij twee auto's in vlammen opgingen, houdt Becker zich op de vlakte. "Onderling voeren we wel degelijk discussies over dit soort actiemethodes, maar we voelen ons niet geroepen ons hiervan in het openbaar te distantiëren, of de actie goed te praten". Hij wil er nog wel over kwijt het "onbegrijpelijk" te vinden dat er zoveel aandacht aan werd besteed in de media, "terwijl het afschuwelijke dierenleed in HLS (Huntingdon Life Science) onbelicht blijft".

Tot zover Milieudefensie Magazine.


Waarschijnlijk begrijpt Becker het wel, maar wil hij het niet erkennen: elke (minimale) agressie van dieren(rechten)activisten wordt aangegrepen om de aandacht af te leiden van de misstanden in het gebruik van proefdieren en in de bio-industrie. Criminalisering van tegenstanders is een eeuwenoude truck om ongehinderd je eigen gang te kunnen gaan. Noem een tegenstander een terrorist en je kunt alles met hem doen.

Klik hier voor meer (in)effectiviteit in en rond het opkomen voor dieren(rechten) of voor het afglijden bij conflicten: de escalatieladder van Glasl.

Krista van Velzen in haar weblog op Trouw:
Is de bio-industrie een rechtvaardiging om mensen te bedreigen? Om brand te stichten? Om lijken op te graven om daarmee mensen die dieren slecht behandelen onder druk te zetten?

Nee! Dergelijke methodes zijn niet goed te praten. Daarnaast ben ik er van overtuigd dat dit soort acties het draagvlak onder de bevolking om dierwelzijn te verbeteren verkleint. En dat is wel het laatste wat deze dieren nodig hebben.

20 december 2008

Wanneer wordt de burger serieus genomen bij verzet tegen megastallen?

In het Agrarisch Dagblad het volgende bericht:

Limburg verwerpt burgerinitiatief megastallen

19 december 2008. Het Limburgs Parlement heeft vrijdag een burgerinitiatief verworpen van inwoners van Grubbenvorst tegen de vestiging van een megastal in het Noord-Limburgse dorp.

De Limburgse Staten besloten te wachten op antwoorden van de drie betrokken ministers Ab Klink (Volksgezondheid), Jacqueline Cramer (Milieu) en Gerda Verburg (Landbouw) op vragen over de gezondheidsrisico’s van megastallen.

Bovendien vroeg gedeputeerde Ger Driessen (CDA) zich af of de provincie wel gaat over de mogelijke vestiging van een megastal in Grubbenvorst. Hij ziet daarin allereerst een taak voor de gemeente Horst aan de Maas, waaronder Grubbenvorst valt. Wel zal de provincie er bij de gemeente Horst aan de Maas op aandringen een ”gezondheidseffectenstudie” uit te voeren. Veel inwoners verzetten zich tegen de bouw van een bedrijf met 1,2 miljoen kippen, 35.000 varkens, een slachterij en een mestvergistingsinstallatie in Grubbenvorst.

Tot zover het AGD.

Het is de taak van de provincie om gemeentes te controleren op het juist toepassen van het beleid bij het wel of niet toekennen van bouw- en milieuvergunningen door gemeentes. Bij het toekennen door de gemeentes kijken de betrokken ambtenaren of een aanvraag past binnen een bestemmingsplan. Het wel of niet toestaan van het bouwen van megastallen is een afweging van belangen van burgers en milieu aan de ene kant en de belangen van ondernemers aan de andere kant.
Provincies kunnen de beslissing van een gemeente overrulen als zij vinden dat een gemeentelijke beslissing niet past binnen een Provinciaal OntwikkelingsPlan (POP).
Ministers staan weer boven provincies en kunnen provincies weer terugfluiten.
Het mag inmiddels duidelijk zijn dat op landelijk niveau zoveel protest en weerzin is tegen de bio-industrie dat het tijd wordt dat politici hun verantwoordelijkheid nemen om de bouw van megastallen tegen te houden. Temeer omdat het gepland is in een woonomgeving en omdat burgers zich verzetten. Als dierenwelzijn niet serieus wordt genomen, mag dan de burger wel een keer serieus worden genomen?
Als overheid en vertegenwoordiger van de kiezer kun je niet tegen de wil van de kiezer ingaan en klagen over gebrek aan steun en belangstelling vanuit de burger.
Dat is hypocriet en negeren van jouw geweten.

Kersttijd........

Ach, wat hebben we het weer allemaal gezellig! Met vrienden, familie of gewoon met z’n tweetjes gaan we lekker de feestdagen in. Bij elkaar zijn, lekker eten en drinken, een beetje kletsen, ja, het is goed! Voor ons als mensen wel te verstaan………………….
Voor miljoenen dieren hangt de vlag er ietwat anders bij. Er wordt wat af geleden en gestorven om de lekkere trek van het mensdom te bevredigen. Werd de vis vroeger duur betaald, om van het vlees nog maar te zwijgen, thans is voor iedere portemonnee wel een lapje, boutje of mootje te bemachtigen. Kalkoen, kip, rund-, kalfs- en varkensvlees, het ligt in onvoorstelbare hoeveelheden in de schappen van de supermarkt en in de koelruimtes van de restaurants. Ook delicatessen als eenden- en ganzenlever vinden weer gretig aftrek. En dat terwijl iedereen weet, kán weten, of eigenlijk zou móeten weten welk een gruwelijk lijden aan dat product voorafgaat. Een lichtpuntje is dat steeds meer consumenten gaan inzien dat culinair genot nooit een legitimatie mag zijn voor het toebrengen van (onnodig) leed aan andere levende wezens. De weerstand tegen de ongebreidelde vraatzucht neemt hand over hand toe en een gevolg daarvan is dan ook dat steeds meer winkels en restaurants meer en meer aandacht gaan besteden aan alternatieven voor vlees en vleesproducten.

Het is natuurlijk niet zo dat alleen maar de eetbare dieren het benauwd hebben tijdens deze periode van het jaar. Zo lees ik in dezelfde krant drie voorbeelden van gelegenheden waarbij dieren zo nodig hun opwachting dienen te maken ter vermaak van mensen.
In het Kerstcircus in de Ahoy te Rotterdam treden wilde dieren op. Op een foto, die op zich vertederend lijkt, zie ik een klein meisje aan de slurf hangen van een uit de kluiten gewassen olifant……………… Bizar, dat zo’n prachtig majestueus dier wordt misbruikt om mensen, groot en klein, te vermaken met handelingen in volstrekte strijd zijn met zijn natuurlijke leefwijze. Dat kan niet anders tot stand zijn gekomen dan door dwang. Men kan tegenwerpen dat het dier niet beter weet, wat nog maar de vraag is! Wíj weten echter wél beter en zouden ons moeten schamen dit dier te kleineren en te ridiculiseren, alleen om ons gevoel van superioriteit t.o.v. het “stomme” dier te beklemtonen. Natuurlijk heeft de mens de mogelijkheid morele en ethische afwegingen te maken en dat zou hem een zekere suprematie boven de andere dieren kunnen verschaffen. Suprematie geeft macht en macht geeft ook verantwoordelijkheid. Macht betekent niet, of mag niet betekenen, dat men maar kan doen en laten met de ander, op wie die macht wordt uitgeoefend, wat in het belang, ter vermaak of genot van de machthebber is.
In Leeuwarden is circus Renz neergestreken, hetgeen voor de Leeuwarden Courant aanleiding is een kleurenfoto af te drukken van, alwéér, een klein meisje dat de snuit van kameel aait. Dat de beesten, ook uit dát circus van hot naar her worden gesleept, vaak in veel te kleine behuizingen, om overal hun stomme kunstjes te vertonen, die hun ook weer onder dwang zijn “aangeleerd”, wordt aan de kinderen kennelijk wijselijk onthouden. Uiterst merkwaardig dat een gemeente als Leeuwarden toestemming geeft voor zo’n dieronvriendelijk gebeuren, waartegen de maatschappelijke weerstand steeds meer toeneemt.
Een bladzijde verder in die krant een foto en artikeltje over de intocht van de Kerstman in Akkrum. Ook daarbij moeten weer zo nodig (ren)dieren acte de présence geven om het allemaal voor de mensen wat leuker en hilarischer te maken. De betrokken dieren waren afkomstig uit Appeltern en “eigendom” van een bedrijf dat meerdere dieren verhuurt! Dieren als speelgoed en decor voor menselijke vermakelijkheden!
Ook hier zie je weer veel mensen nog steeds denken dat dieren er per definitie voor de mens zijn en wel om op te eten, je er mee te vermaken, van te genieten, te knuffelen, geld mee te verdienen. Het inzicht dat dieren een eigen waarde en waardigheid hebben die gerespecteerd zou moeten worden begint slechts mondjesmaat, maar niettemin onmiskenbaar, door te breken.
Wat kunnen we doen om het onnodige lijden en ongerief in deze dagen te verminderen of op z’n minst onder de aandacht brengen? Wel, bezoek bv. geen “levende” kersttallen, waar dieren angstig en gestrest uitkomen. Ga niet naar het (wilde dieren)circus. Eet niet in restaurants waar blank kalfsvlees en foie gras (eenden- en/of ganzenlever) worden geserveerd. Probeer eens tijdens de feestdagen wat minder vlees te eten en eet zeker geen bio-industrievlees of wild. Er is genoeg keus aan biologisch en vegetarisch voedsel in de winkels en ook veel restaurants bieden steeds meer vegetarische producten aan. Gourmetten of fonduen kan ook heel goed zonder vlees en vis.
Dit gezegd hebbende wens ik iedereen die dit leest prettige/goede/gezegende (doorhalen wat men niet van toepassing vindt) feestdagen en een fijn, diervriendelijk 2009 toe!

19 december 2008

Boerenland aantrekkelijk maken voor flora, fauna en wandelaars

Boeren moeten hun land verplicht openstellen voor wandelaars. Een voorstel van PvdA-kamerlid Lutz Jacobi om dat als voorwaarde te stellen bij het verlenen van subsidies, is aangenomen door de Tweede Kamer.
Dit plan kan natuurlijk prima samengaan met akkerrandbeheer. Boeren zaaien hun akkerranden in met bloemrijke zadenmengsels. Door weg te blijven van de slootkanten met de machines is er ook minder overlast door graafschade van muskusratten. Door de slootkanten ook nog eens minder stijl te maken is er helemaal winst te halen voor flora, fauna en wandelaar. Er is in ons land veel te veel grond in gebruik voor landbouw. Een stuk teruggeven aan de natuur in ruil voor subsidie is een goede zaak.

18 december 2008

Zet de vos in om ganzenpopulaties in toom te houden

De vos moet worden ingezet om te voorkomen dat het aantal ganzen in delen van Nederland blijft toenemen (zie video). Met dat advies kwam SOVON Vogelonderzoek al in 2006 bij de presentatie van een rapport over de overzomerende ganzen. De hulp van de vos en marterachtigen is nodig omdat het rapen en schudden van ganzeneieren er niet toe leidt dat de ganzenpopulatie kleiner wordt.
Tijdens de zomer verblijven steeds meer ganzen in Nederland en de hongerige vogels veroorzaken steeds meer schade aan gewassen op het land. Om die schade echt te verminderen moeten de gebieden minder aantrekkelijk worden voor de vogels.
In 2004 schreef het SOVON reeds:
Binnen de meeste Nederlandse broedgebieden van de Grauwe Gans is de vos de enige predator die er toe doet.
Afschot van vossen zal er toe leiden dat er meer ganzen met succes kunnen broeden. Uit het onderzoek in de Ooijpolder en de Biesbosch komt duidelijk naar voren dat de vos, samen met het beheer van de opgroeigebieden voor jonge ganzen, de belangrijkste sturende factor is. Daar waar vossen verschijnen verschuift het zeer brede scala aan broedplekken naar een zeer beperkte keuze, namelijk alleen nog daar waar vossen niet kunnen komen. Naast het beperken van beschikbare broedplekken, zorgt ook de negatieve invloed op de overleving van de jongen ervoor dat de populaties door de vos in “bedwang” worden gehouden.
Tot zover het SOVON.

Zie ook "Drastische aanpak van ‘ganzenoverlast’ is wreed en vaak onnodig".

In de komende tien jaar moeten nog 28 ecoducten worden gebouwd

Ecoducten, oversteekplaatsen voor wild, bestaan 20 jaar, in totaal 10. In de komende jaren zijn er nog 28 gepland. De eerste ecoducten in Nederland waren, eind 1988, Terlet en de Woeste Hoeve. In 2018 moeten ze, in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), allemaal af zijn.

Een ecoduct, wildwissel, natuurbrug of wildviaduct is een viaduct waarbij (meestal) de bovenste laag gereserveerd is om dieren een weg te laten oversteken. Boombruggen zijn oversteekplaatsen voor bijvoorbeeld eekhoorns en boommarters. Ze bevinden zich doorgaans tussen bomen, hoog in de lucht. Ecoduikers zijn doorgangen voor kleine zoogdieren en amfibieën. Een voorbeeld zijn looprichels onder bruggen voor kleine dieren.
Bij een ecoduct is de maatregel tegelijkertijd een soort natuurgebied boven een snelweg. Ecoducten worden gebouwd als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur.

Daadkracht?

Het is te hopen dat politici de aanleg van de resterende ecoducten niet vertragen als gevolg van de economische crisis.
Ecoducten zijn ook belangrijk bij het behoud van biodiversiteit. Van de website van het VROM: Biodiversiteit is het leven in alle mogelijke soorten en vormen: dieren, planten en micro-organismen. Biodiversiteit staat voor de rijkdom aan leven om ons heen. Vaak praat men over 'groen' en 'natuur' terwijl men biodiversiteit bedoelt. Nederland probeert deze rijkdom zoveel mogelijk te beschermen.
Volgens het VROM “werkt biodiversiteit”. We helpen het VROM hopen. Het gaat slecht in de bouwsector. Via versnelde aanleg van faunapassages kan deze sector worden ondersteund.
Het zou ook mooi zijn als de opgesloten dieren in de Oostvaardersplassen in de Flevopolder via de aanleg van een extra natuurgebied Horsterwold aansluiting zouden krijgen bij hun soortgenoten op de Veluwe.

Dat de slagvaardigheid van de overheid in de aanleg van "landschapselementen als ecoducten" niet gegarandeerd is laat ook Planbureau voor de Leefomgeving weten in een recente publicatie:
Het landschapsbeleid van de overheid blijkt vooralsnog weinig effectief. Op de drie beleidsvelden die in de Nota Ruimte worden onderscheiden, namelijk basiskwaliteit voor het hele Nederlandse landschap, specifiek beleid voor Nationale Landschappen en de ontwikkeling van groene recreatiegebieden rond de grote steden (de rood-groen-balans), blijken de beleidsdoelen met het huidige beleid veelal buiten bereik te blijven.
De problemen bij het halen van doelen laten zien dat het niet lukt om alle positieve maatschappelijke en politieke aandacht voor het landschap om te zetten in een effectieve bescherming en een investeringsprogramma. De positie van het landschapsbeleid is blijkbaar niet erg sterk. Dit heeft diverse oorzaken:
  • het landschapsbeleid heeft een zwakke positie bij een hoge ruimtedruk;
  • de beleidsinstrumenten van landschapsbeleid zijn veel zachter dan die voor verstedelijkings of infrastructuurbeleid
  • het is vaak onduidelijk welke landschapskwaliteiten precies beschermd moeten worden;
  • de handhaving van bestemmingsplannen is vaak gebrekkig;
  • de financiering van landschapsbeheer en aanleg van nieuwe landschapselementen is onvoldoende.
Tot zover het PBL. Het PBL heeft het weliswaar niet over ecoducten, maar ook deze vallen onder "positieve maatschappelijke aandacht voor het landschap".

17 december 2008

Vlees noch vis

Sinds ruim een half jaar eet ik geen vlees en vis meer. Dat was een hele stap voor een fervent vleeseter als ik was en het ik verbaas me er zelf over dat me dat zo goed als geen moeite heeft gekost. Ontwenningsverschijnselen heb ik niet gehad en ik eet nog steeds lekker!
Nu ben ik een tamelijk conservatieve eter en in mijn “vleestijd” was ik verzot op de Hollandse pot. Aardappelen, groente en een stukje vlees met lekkere vette jus, verrukkelijk! Pastagerechten, bonen, allemaal prima maar wél met vlees!
Tja, dan word je vegetariër omdat je niet meer tegen al dat dierenleed kunt, de CO2-uitstoot ook niet langer aan je laars kunt lappen en het ook een onverdraaglijke gedachte vindt dat miljoenen mensen elke avond met honger naar bed gaan omdat het vee dat voor het vlees zorgt gevoed moet worden ten koste van voedsel voor mensen. Mij dunkt, reden genoeg om over te stappen op een voedingspatroon dat minder belastend is voor dier, mens, milieu en geweten. Wat nu? Want een mens wil toch lekker, genoeg en gezond eten, niet waar?
IJzer, B-vitaminen, eiwitten, het zit allemaal in vlees en het is onmisbaar om je lichaam in conditie te houden en te wapenen tegen allerlei enge kwalen. Je gaat er wat over lezen en komt tot de conclusie dat er tal van producten zijn waarin geen kruimeltje vlees is verwerkt en die je toch moeiteloos kunnen voorzien van de broodnodige bestanddelen. Groente, peulvruchten, eieren, vruchten, sojaproducten, het zijn allemaal goede en smakelijke alternatieven voor het varkenslapje, kipfiletje of biefstukje. Desnoods kun je nog eens een voedingssupplement tot je nemen als niet helemaal zeker bent van de volledigheid van je dieet. Er is dus geen enkel redelijk rationeel beletsel je van de consumptie van vlees af te wenden. Eerder is het zo dat veel ex-vleeseters zich lichamelijk beter voelen om van het geestelijke aspect nog maar te zwijgen. Een bijkomend voordeel kan ook nog zijn dat eventueel overgewicht dat vaak wordt veroorzaakt door (overmatige) vleesconsumptie, na de overgang naar plantaardig voedsel aanzienlijk afneemt – bij mij zo’n 5 à 6 kilo – zonder dat er kwantitatief en kwalitatief minder wordt gegeten.
Waar je ook een beetje aan moet wennen zijn de reacties uit je omgeving. Sommigen reageren begrijpend, respectvol of neutraal. Een enkeling verklaart je openlijk of achter je rug om voor gek en zelfs komt het voor dat je voorbeeld wordt gevolgd! Natuurlijk loop je tegen vooroordelen en gevestigde opvattingen over vegetariërs aan.
In dit verband herinner ik mij een voormalig burgemeester van Leeuwarden, Mr. A.A.M. van der Meulen – de man is lang dood, dus kan ik zijn naam rustig vermelden - in de jaren vijftig. Hij was overtuigd vegetariër en “tot overmaat van ramp” was hij eveneens geheelonthouder. In de volksmond werd hij daarom “Adriaan, de blauwe grasvreter” genoemd, hetgeen tamelijk scherp aangeeft hoe, zeker in die jaren, tegen vegetarisme (en geheelonthouding) werd aangekeken.
Nu hoor je vaak dat je “er wel om moet denken dat je niet zo’n bleek, spichtig, hologig mannetje moet gaan worden, want dat zijn de meeste vegetariërs toch écht wel, hoor!”. Of er wordt getwijfeld of je alles wel krijgt wat je moet hebben. Vaak uit bezorgdheid, dat wel! Toch is mijn ervaring dat de meeste mensen in mijn omgeving mijn beslissing respecteren, zij het dat aan het eind van mijn verhaal ik toch nog vaak hoor: “Ik vind het knap van je, hoor, daar niet van! Maar ik wil mijn stukje vlees toch niet missen!”. Waarop ik dan maar weer begripvol reageer met de opmerking dat ik dat ook niet verlang en dat wel of geen vlees eten een persoonlijke zaak is waar je zelf over gaat. Discussie gesloten!
Als kersverse vegetariër ben ik natuurlijk ook zeer geïnteresseerd in de maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van vegetarisch voedselaanbod in winkels en restaurants. En ook in gevallen waarin het dierenwelzijn in samenhang met de productie en consumptie van vlees en vis onderdeel van de berichtgeving is wordt mijn interesse aanzienlijk geprikkeld.

Ik lees dat er bv. In Nederland zo’n 700.000 tot 1.000.000 vegetariërs los rondlopen en dat er ook veel lieden zijn die als “vleesverlater” – een vreselijk woord, wie bedenkt daar wat anders voor? – kunnen worden aangemerkt.
Zeer recent las ik in mijn krant het bericht dat het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel besloten heeft voortaan geen “blank” kalfsvlees meer te verkopen. De blankheid van het vlees is kennelijk voor veel consumenten een voorwaarde om het te kopen en te eten en is een gevolg van een zeer ijzerarm dieet waarop de dieren worden gezet waardoor er bloedarmoede ontstaat! Dierenleed dat veroorzaakt wordt door volkomen irrationele eisen die mensen aan voedsel zijn gaan stellen. Dierenleed dat dus makkelijk kan worden voorkomen. Gelukkig schijnt daar nu, althans in Nederland een eind aan te komen. Eerder al besloot het CBL geen vlees meer van onverdoofd gecastreerde biggen te verkopen, meer aandacht aan diertransporten te besteden en zich in te spannen voor de duurzame visvangst. Natuurlijk zijn dat kleine stapjes en gaat het de rechtgeaarde activist lang niet snel en ver genoeg. Toch denk ik dat dit soort berichten aangeven dat de samenleving wel degelijk in beweging is op het gebied van de relatie dieren/voeding. Het welzijn en welbevinden van dieren begint steeds meer onderwerp van discussie te worden. En dat is niet in de laatste plaats de verdienste van organisaties als de Partij voor de Dieren, Wakker Dier, Varkens in Nood e.a. De politiek wordt gedwongen dankzij het kordate en ter zake kundige optreden van Marianne Thieme, Esther Ouwehand en Nico Koffeman het dierenwelzijn of het gebrek daaraan regelmatig op de agenda te zetten en de minster van LNV heeft zelfs twee ambtenaren vrij gemaakt voor de beantwoording van vragen die de Kamerfractie aan de regering worden gesteld over dierenaangelegenheden. Dat wekt bij sommigen irritaties op maar ik denk dat dit een juist een bewijs is van het feit dat in Nederland nog heel veel mis met de behandeling van dieren. Er is nog te veel en te vaak sprake van onverschilligheid, de wens tot economisch gewin en de hang naar vermaak en genot waar de belangen van dieren volledig aan ondergeschikt worden gemaakt.

15 december 2008

PvdD pleit voor opheffing inconsequent LNV

Persbericht PvdD. Den Haag, 15 december 2008- Marianne Thieme en Esther Ouwehand pleiten er morgen tijdens de behandeling van de landbouwbegroting voor het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) op te heffen. De voedselcrisis, klimaatcrisis, biodiversiteitscrisis en de enorme problemen op het gebied van dierenwelzijn vragen om een stevig overheidsingrijpen. In een uitgebreide aanklacht van bijna één uur maken Thieme en Ouwehand duidelijk dat de minister van LNV onvoldoende werk maakt van het duurzaamheidsbeleid dat nodig is om de huidige crises het hoofd te bieden. Zo negeert zij stelselmatig de wens van de Kamer, frustreert zij het milieu- en klimaatbeleid van andere bewindslieden, vertraagt zij de uitvoering van internationale verdragen en blokkeert zij de uitvoering van de wet. De motie die om opheffing vraagt zal donderdag in stemming worden gebracht.

Marianne Thieme vraagt aandacht voor alle moties die de minister het afgelopen jaar weigerde uit te voeren. Zoals een motie om de drukjacht op wilde zwijnen te verbieden en de motie om een einde te maken aan kooihuisvesting voor kippen. Ook geeft zij inzicht in de tegenstrijdigheden in het beleid van de minister. Zo worden miljoenen euro's subsidie besteed aan de opvang van ganzen in speciale foerageergebieden. Maar doordat jacht in deze gebieden gewoon is toegestaan worden ganzen voortdurend verjaagd. Verder wordt gewezen op het feit dat de minister de welbewuste spelbreker is in het kabinetsbeleid. Zo roepen milieuminister Cramer en de minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking al maanden op om minder vlees te eten om zo een bijdrage te leveren aan de aanpak van de klimaatcrisis en de voedselcrisis. Maar ondertussen vliegt de landbouwminister op en neer naar China om Nederlands varkensvlees aan de man te brengen. Marianne Thieme: “Voor elke stap die het kabinet vooruit wil zetten lijkt de landbouwminister drie stappen terug te willen zetten. Het is onbegrijpelijk dat zij zich opstelt als de marketingmanager van de vleesindustrie, terwijl de wereld vooral baat heeft bij het eten van minder vlees”.

De aanklacht van Esther Ouwehand was in eerste termijn gericht op het falende natuurbeleid van de landbouwminister. Terwijl natuurorganisaties voortdurend wijzen op de aanhoudende biodiversiteitscrisis, het uitsterven van talloze planten- en diersoorten en de gebrekkige kwaliteit van de Nederlandse natuur, weigert de minister wetgeving adequaat uit te voeren. Zo heeft de Raad van State de minister het afgelopen jaar verschillende keren op het matje geroepen omdat zij tegen de natuurwetgeving in mosselvissers, veehouders en bontfokkers ruimte heeft gegeven om hun desastreuze praktijken voort te zetten en zelfs uit te breiden. Esther Ouwehand: “De minister is verantwoordelijk voor twee vechtende kinderen die elkaar niet kunnen luchten of zien. Veehouderij en natuur. Ik hoef niet te vertellen welk dossier aan de lopende band het onderspit delft. Dit ministerie heeft geen bestaansrecht meer”.

Tot zover het persbericht.

De PvdD had best nog wat directer de vinger op de zere plek mogen leggen: het LNV is de aard van de Nederlander, koopman en dominee tegelijk zijn, ten voeten uit. Het gaat de Nederlander om geld te verdienen en het geweten functioneert daarbij niet om dat geld verdienen te beperken tot duurzame sectoren.
In haar grenzeloze begeerte tot veel geld verdienen zouden we de agrosector moeten begrenzen en beperken tot een veel kleinere ruimte, met tegelijk de opdracht deze duurzaam en diervriendelijk in te vullen.

13 december 2008

Pluimveesector saneren is de oplossing voor het doden van eendagshaantjes

Uit eieren van legkippen komen zowel vrouwelijke als mannelijke kuikens. De mannelijke kuikens, de haantjes, zijn economisch niet interessant en worden als eendagskuikens gesexed en vervolgens gedood.
Dat zijn er op jaarbasis zo’n 30 miljoen. Velen zijn hiermee niet gelukkig en er wordt gezocht naar alternatieven. Het ministerie van LNV liet onderzoek doen bij de Animal Science Groep, het Rathenau instituut en de Wageningse universiteit naar hoe het publiek aankijkt tegen de alternatieve mogelijkheden.
Uit dat onderzoek de alternatieven:

Denkbare alternatieven voor het doden van haantjes

In het onderzoek hebben we een aantal in principe mogelijke alternatieven beschreven. Alleen het alternatief ‘kijken in het ei, laat embryo’ is tot nu toe op laboratoriumschaal met succes uitgevoerd, maar nog niet op praktijkschaal. De overige opties verkeren in een experimenteel stadium. Kort samengevat zijn de alternatieven:

Kijken in het ei
  • Een monster bekijken van een vers gelegd ei en mannelijke eieren niet uitbroeden.
  • Een monster bekijken van een vroeg embryo en mannelijke embryo’s vervolgens doden.
  • Een monster bekijken van een laat embryo en mannelijke embryo’s vervolgens doden.

De kip veranderen
  • De kip beïnvloeden met omgevingsfactoren, waardoor minder mannelijke eieren worden gelegd.
  • De kip zo kruisen dat mannelijke embryo’s niet levensvatbaar zijn.

Genetische modificatie
  • De kip met genetische modificatie zo beïnvloeden dat eieren op geslacht te herkennen zijn (bijvoorbeeld met lichtgevend gen van een vuurvliegje) en deze eieren niet uitbroeden.
  • De kip met genetische modificatie zo beïnvloeden dat mannelijke embryo’s uitgroeien tot vrouwelijke kuikens.
  • De kip met genetische modificatie zo beïnvloeden dat de haantjes als embryo vroeg dood gaan.

In het onderzoek werden deze technologische alternatieven aangevuld met de opties:
  • Het doden van eendagskuikens accepteren zoals het nu gebeurt.
  • Kippen minder sterk specialiseren, zodat de haantjes voor vleesproductie gebruikt kunnen worden (‘combinatiekip’).

De technologische alternatieven hebben grote effecten in de kuikenbroederij, maar veranderen de productie van eieren en kippenvlees niet wezenlijk. De combinatiekip doet dat wel, doordat de hennen groter zijn dan de huidige leghennen en minder eieren produceren en de hanen meer tijd nodig hebben om het gewenste gewicht te bereiken dan de huidige vleeskuikens.

Tot zover het onderzoek.


Voor het begrijpen van de economische overwegingen is het belangrijk om te realiseren dat Nederland vooral de eieren exporteert. De oplossing die wordt gezocht mag dan ook de exportpositie niet aantasten. Dit betekent dat een ei of het vlees van de combinatiekip niet (veel) duurder mag zijn wat nu wel geval is.

De oplossing die in het onderzoek niet wordt genoemd is het saneren van de pluimveesector. Het probleem is vooral ontstaan vanwege de exportpositie. Zou ons land deze opgeven en de overblijvende sector een oplossing opleggen die diervriendelijk is, dan is er veel gewonnen. Maar ondernemers in ons land een strobreed in de weg leggen is niet populair. Waarom eigenlijk?
De aarde wordt bedreigd door ongebreidelde hebzucht. Moet dan de sector die onbegrensd geld wil verdienen aan het uitbuiten van de levende natuur niet als eerste beteugeld worden?

12 december 2008

Burger laat zich door de boer een oor aan naaien

De Nederlandse landbouw is er een meester in om haar ware gezicht te verhullen achter een sluier van hele leugens en halve waarheden. De rauwe werkelijkheid van de Nederlandse landbouw is dat er op nog nooit vertoonde schaal dieren worden mishandeld, het milieu wordt verpest, de biodiversiteit en de leefbaarheid op het platteland om zeep worden geholpen en dat aan het klimaat onomkeerbare schade wordt toegebracht.

Zoals bij de behandeling van de landbouwbegroting door fractievoorzitter Thieme van de Partij voor de Dieren werd opgemerkt: ‘Dierenleed en klimaatschade. Dat is het werkelijke exportproduct van de Nederlandse bio-industrie’.

Af en toe wordt een tipje opgelicht van de sluier die de Januskop van de Nederlandse landbouw doorgaans bedekt, maar dan nog is het voor de burger lastig om te zien wat er eigenlijk aan de hand is.

Wat te denken van de volgende krantenkop: ‘EU-rekenkamer: cross-compliance niet effectief’.

Niet bepaald een uitnodiging om er als lezer eens even goed voor te gaan zitten.
Dat is jammer, want de agro-geheimtaal achter deze krantenkop betekent dat de boeren directe inkomenssteun krijgen. In ruil daarvoor zouden ze een tegenprestatie leveren, maar dat doen ze niet.

Het gaat daarbij niet om klein bier. De Nederlandse boeren, akkerbouwers en melkveehouders, verdelen jaarlijks samen onderling zo’n €400 miljoen aan directe inkomenssteun. Die €400 miljoen is een jaarlijks terugkerend cadeautje, want ze doen er niets voor terug.

En de boerenvoormannen maar met een stalen gezicht volhouden dat de boeren geen subsidie meer krijgen.

Strikt genomen hebben ze daarin gelijk, maar ze vergeten er bij te zeggen dat de subsidies zijn vervangen door directe inkomenssteun. Doodgewone bijstand dus. Al wordt de vraag of men daarvoor in aanmerking komt voor boeren niet bepaald door een gemeente-ambtenaar, en een limiet aan de hoogte van de uitkering is er al helemaal niet.

Bovendien vinden boeren zichzelf geen steuntrekkers, maar agrarische ondernemers. En dus heet de bijstand voor de melkveehouders ‘melkpremie’ en heet de bijstand voor de akkerbouwers ‘hectare toeslag’.

Deze directe inkomenssteun is overigens binnen de kaders van internationale handelsverdragen verboden. Maar daar heeft de agrolobby de zogenoemde ‘cross-compliance’ voor uitgevonden.
Een deftige term die niet veel meer betekent dan 'voor wat, hoort wat'.

Omdat de boeren een tegenprestatie leveren is de inkomenssteun dus eigenlijk geen steun, maar een vergoeding voor geleverde diensten en dan mag het volgens de handelsverdragen weer wel. De Europese rekenkamer zegt nu echter dat er geen of een onduidelijke tegenprestatie wordt geleverd.

Er is in Brussel vastgelegd dat in ruil voor de inkomenssteun de boeren aan plattelandsbeheer moeten doen. Maar wat ze moeten doen is niet gedefinieerd, omdat de agrolobby dwars ligt over die definities.
En dus doen de boeren niets aan plattelandsbeheer, maar incasseren wel de steun.

Ook over de regels met betrekking tot dierenwelzijn, zorgt de agrolobby er voor dat het uiterst schimmig blijft wat onder die regels moet worden verstaan. En dus gaat de veehouderij onverminderd en ongehinderd door met grootschalige dierenmishandeling en incasseert wel de steun.

Er verandert dus in Europa op landbouwgebied helemaal niets. De geldkraan naar de boerenhoeven blijft, betaald door de burger, gewoon wagenwijd open staan. En de boeren hoeven er nog steeds geen fluit voor te doen.

Zo laat de Europese burger zich nog steeds door de boer een oor aan naaien.

10 december 2008

Alleen gezond verstand kan uitbreiding melkquotum tegenhouden

Agriholland kopt het volgende.
'Berekeningen CLM-rapport staan uitbreiding melkquotum niet in de weg'.

Citaat:
Het CLM (Centrum voor Landbouw en Milieu) concludeert weliswaar dat een uitbreiding van het melkquotum negatieve gevolgen voor natuur, klimaat en dierenwelzijn heeft, maar daarbij is het CLM in haar scenario’s uitgegaan van ongewijzigd beleid van overheidszijde. Daarvan is echter geen sprake. Dat schrijft minister Cramer van Milieu mede namens haar collega Verburg van LNV in een brief aan de Tweede Kamer.

Tijdens het Algemeen Overleg van 26 november bleek er in de Tweede Kamer onduidelijkheid te bestaan over de percentages verruiming in de melkquota tot 2015 in relatie tot de berekeningen in het CLM-rapport. Daarin stelde het CLM dat het verhogen van de melkproductie tot meer uitstoot van broeikasgassen en hogere emissies van ammoniakgassen leidt.

Zoals in de aanbiedingsbrief bij het CLM-rapport is aangegeven, streven Verburg en Cramer naar een in alle opzichten duurzame veehouderij met een breed draagvlak in de samenleving. Verburg maakt in het traject daar naar toe afspraken met de sector. Eén van de uitgangspunten daarbij blijft dat een duurzame melkveehouderij zal moeten voldoen aan de vastgestelde milieueisen en afgesproken milieudoelstellingen.
Tot zover Agriholland.

Voor de goede verstaander: de huidige ontwikkelingen naar schaalvergroting waarbij nog meer dieren op stal blijven en kleine boeren, die dieren nog wel buiten laten lopen, verdwijnen, maakt het mogelijk dat op een bepaalde manier strategisch geformuleerde milieudoelstellingen nog wel kunnen worden gehaald. Maar dat gaat ten koste van dierenwelzijn: koeien komen niet meer in de wei en blijven het jaarrond binnen. Ook het landschap wordt verziekt door de bouw van megastallen die in feite enorme fabrieksruimtes zijn.
Ook de wijze van opvang en verwerking van mest uit de stallen maakt het mogelijk om politiek te schuiven in de belasting van het milieu.

Klimaateffect is vooral te verwachten van broeikassen en vlees- en zuivelconsumptie. Een verhoogde melkproductie gaat samen met verhoogde productie van broeikasgassen als methaan. Niet elke scheet van een koe komt terecht in een vergassingsinstallatie, maar draagt wel bij aan de opwarming van de aarde.
Waarom zou ons land meer zuivel moeten produceren dan we zelf afnemen?
Waarom moeten de melkveehouders uit Nederland produceren voor een wereldmarkt met producten die een mens niet eens nodig heeft als basisvoeding?
Waar zit het gezonde verstand van de zittende politici? Vermoedelijk in hun portemonnee.

Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

Staakt het vuurwerk ook omwille van de dieren en het milieu

Ieder jaar heeft het afsteken van dit vuurwerk weer ernstige gevolgen voor de gezondheid van mens, dier en milieu.
De Stichting Staakt het vuren meldt:
Wist u dat bij de jaarwisseling 2007-2008 :
  • Meer dan 1.100 gewonden zijn geregistreerd?
  • Er ongeveer 1.500 arrestaties zijn verricht?
  • De brandweer alleen al in Den Haag 800 keer is uitgerukt?
  • In 22 scholen brand is gesticht en enkele scholen in vlammen zijn opgegaan?
  • De uurconcentratie van fijnstof in de lucht op de ochtend van 1 januari 20 keer de maximaal toegestane hoeveelheid bedroeg?
  • Naar schatting voor minimaal 500 miljoen euro aan schade is veroorzaakt?
  • Er grote problemen zijn met de veiligheid rondom opslag en verpakking van vuurwerk?

En wist u dat :
  • De laatste jaren 600 jongeren en kinderen een ernstig oogletsel hebben opgelopen als toeschouwers bij het afsteken van vuurwerk?
  • Er gemiddeld per jaar één à twee doden vallen door consumentenvuurwerk?
Tot zover de Stichting.
Meer over de gevolgen voor dieren van het afsteken van vuurwerk via deze link.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.