Dat zijn er op jaarbasis zo’n 30 miljoen. Velen zijn hiermee niet gelukkig en er wordt gezocht naar alternatieven. Het ministerie van LNV liet onderzoek doen bij de Animal Science Groep, het Rathenau instituut en de Wageningse universiteit naar hoe het publiek aankijkt tegen de alternatieve mogelijkheden.
Uit dat onderzoek de alternatieven:
Denkbare alternatieven voor het doden van haantjes
In het onderzoek hebben we een aantal in principe mogelijke alternatieven beschreven. Alleen het alternatief ‘kijken in het ei, laat embryo’ is tot nu toe op laboratoriumschaal met succes uitgevoerd, maar nog niet op praktijkschaal. De overige opties verkeren in een experimenteel stadium. Kort samengevat zijn de alternatieven:
Kijken in het ei
- Een monster bekijken van een vers gelegd ei en mannelijke eieren niet uitbroeden.
- Een monster bekijken van een vroeg embryo en mannelijke embryo’s vervolgens doden.
- Een monster bekijken van een laat embryo en mannelijke embryo’s vervolgens doden.
De kip veranderen
- De kip beïnvloeden met omgevingsfactoren, waardoor minder mannelijke eieren worden gelegd.
- De kip zo kruisen dat mannelijke embryo’s niet levensvatbaar zijn.
Genetische modificatie
- De kip met genetische modificatie zo beïnvloeden dat eieren op geslacht te herkennen zijn (bijvoorbeeld met lichtgevend gen van een vuurvliegje) en deze eieren niet uitbroeden.
- De kip met genetische modificatie zo beïnvloeden dat mannelijke embryo’s uitgroeien tot vrouwelijke kuikens.
- De kip met genetische modificatie zo beïnvloeden dat de haantjes als embryo vroeg dood gaan.
In het onderzoek werden deze technologische alternatieven aangevuld met de opties:
- Het doden van eendagskuikens accepteren zoals het nu gebeurt.
- Kippen minder sterk specialiseren, zodat de haantjes voor vleesproductie gebruikt kunnen worden (‘combinatiekip’).
De technologische alternatieven hebben grote effecten in de kuikenbroederij, maar veranderen de productie van eieren en kippenvlees niet wezenlijk. De combinatiekip doet dat wel, doordat de hennen groter zijn dan de huidige leghennen en minder eieren produceren en de hanen meer tijd nodig hebben om het gewenste gewicht te bereiken dan de huidige vleeskuikens.
Tot zover het onderzoek.
Voor het begrijpen van de economische overwegingen is het belangrijk om te realiseren dat Nederland vooral de eieren exporteert. De oplossing die wordt gezocht mag dan ook de exportpositie niet aantasten. Dit betekent dat een ei of het vlees van de combinatiekip niet (veel) duurder mag zijn wat nu wel geval is.
De oplossing die in het onderzoek niet wordt genoemd is het saneren van de pluimveesector. Het probleem is vooral ontstaan vanwege de exportpositie. Zou ons land deze opgeven en de overblijvende sector een oplossing opleggen die diervriendelijk is, dan is er veel gewonnen. Maar ondernemers in ons land een strobreed in de weg leggen is niet populair. Waarom eigenlijk?
De aarde wordt bedreigd door ongebreidelde hebzucht. Moet dan de sector die onbegrensd geld wil verdienen aan het uitbuiten van de levende natuur niet als eerste beteugeld worden?