Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

17 januari 2023

Podcast over het eten van dieren

(onderstaande tekst komt van de website van Studio Plantaardig).
Studio Plantaardig brengt op eigen initiatief en volledig onafhankelijk een podcast over de omslag naar een meer plantaardige voeding.
Past het dier nog op ons bord? een treffende vraag die je zowel vanuit duurzaamheids-, als vanuit ethisch oogpunt kunt beschouwen. Dat is precies wat Imke de Boer, Hoogleraar Dieren & Duurzame Voedselsystemen aan de Wageningen Universiteit, doet.
Ze is een van de grondleggers van de kringloopvisie op de landbouw van de vorige minister Carola Schouten. En ze schreef de voedselvisie voor Nederland in 2050, “van meer naar beter”, waar ze de prestigieuze Rockefeller Food System Vision Prize mee won.
In haar recente, heel persoonlijke boek: Past het dier nog op ons bord? (bol.com) stelt ze zich de vraag: mogen wij dieren wel doden en bezitten? En geeft daarop het volgende antwoord.

"Eigenlijk vind ik gewoon dat het antwoord nee is. Ik vind eigenlijk niet dat voor mijn voedsel dieren moeten worden gehouden en wij hun belangen bepalen, en wij bepalen hoe ze zich voortplanten, wanneer ze eten, wanneer ze naar buiten kunnen en eigenlijk hun leven bepalen en ze vervolgens doden (...) Zelf vind ik eigenlijk dat dat niet meer kan, omdat er een alternatief is. Als je dat dus doordenkt dat moet je veganist worden". 

In deze aflevering van Studio Plantaardig.

  • Waarom Imke zich ongemakkelijk voelde bij de studie Dierwetenschappen.
  • Hoe ziet, in de voedselvisie 2050, de rol van het dier in het voedselsysteem eruit?
  • Hoeveel dierlijke producten zouden we, vanuit duurzaamheidsoogpunt, nog moeten eten?
  • De mythe van het belang van dierlijke mest.
  • Mogen we dieren nog wel doden en bezitten? – Imkes persoonlijke antwoord hierop.
  • Is de Universiteit Wageningen verantwoordelijk voor het vormgeven van de huidige intensieve veehouderij.

Tot zover Studio Plantaardig.

In de podcastserie De Tussenruimte, aflevering 6. De Natuur, denkt Godelieve Spaas - Lector Nieuwe Economie aan de Avans Hogeschool en Artist in Residence bij de Rabobank, over de economie als een puur menselijk fenomeen. Maar die aanname klopt niet … alles wat leeft heeft een eigen economie. Dat wil ze beter begrijpen. Stel dat planten, dieren of grondstoffen ons konden vertellen hoe ze willen leven en met wie ze het liefste samenwerken? Blijven we dan de baas over de economie? Met Jaap Korteweg (Vegetarische Slager) en kunstenaar Elise Marcus.

(Meer) onderwerpen beluisteren? Ga naar de website.
Ze gaat in gesprek met vijftien pioniers die zich in de ruimte tussen kunst en ondernemen bevinden. Door te denken vanuit die plek komen ze met voorstellen over een economie die krimpt, waar geld kan verdwijnen, waarin alle winst wordt weggegeven of waar planten en dieren een stem hebben.
In aflevering 7 een samenvatting van de gesprekken en haar conclusies.

14 januari 2023

De capabiliteitsbenadering om dierenrechten af te dwingen

Rechtvaardigheid voor dieren

'Een werkelijk mondiale rechtvaardigheid vereist niet alleen dat we over de hele wereld op zoek gaan naar andere leden van onze soort die recht hebben op een fatsoenlijk leven. Maar werkelijk mondiale rechtvaardigheid vereist ook dat we onze aandacht richten op andere levende wezens die over bewustzijn beschikken en met wier levens onze eigen levens onlosmakelijk en op ingewikkelde wijze verstrengeld zijn.' - uit Een waardig bestaan, over dierenrechten door Martha Nussbaum (1947).

Wij zijn geneigd te denken dat dieren over geen enkele vorm van zelfbewustzijn beschikken, en derhalve slechts middelen zijn ter bevrediging van de behoeften van de mens. De vooraanstaande Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum betwist deze stelling. Dieren zijn een doel op zich en verdienen respect in de integriteit van hun bestaan. Ze kunnen pijn, angst en genot ervaren en hebben er recht op om niet op een wrede manier behandeld te worden.
Op basis van een filosofische analyse van de morele status van dieren komt Nussbaum tot een pleidooi tegen dierenmishandeling, tegen het gebruik van legbatterijen, tegen het doden van dieren voor de productie van luxegoederen, tegen jacht en sportvissen, en voor het recht van werkende dieren op respectvolle arbeidsomstandigheden.

Buitenstaanders hebben geen procesbevoegdheid om dieren te verdedigen

Hoezeer wij als mens ons kunnen inleven in het miserabele leven van een dier, opgesloten in een stal, het zal in de rechtszaal niet snel een argument zijn om een rechter te overtuigen om een veehouder te verplichten tot het vrijlaten van een dier of te verplichten om het buiten te laten komen. We hebben als bij dieren betrokken en letterlijke buitenstaanders volgens Nussbaum geen procesbevoegdheid. Het is het recht om naar de rechter te stappen als eiser in een rechtszaak. Gewoonlijk wordt procesbevoegdheid alleen toegekend aan iemand die een bepaalde schade heeft geleden. Medelijden valt daar niet onder. Een voor de hand liggende oplossing is zaakwaarnemers het recht toe te kennen om hen in de gelegenheid te stellen om voor dieren eiser te zijn in een rechtszaak. Deze structureel aan te stellen zaakwaarnemers kunnen en mogen niet vrijblijvend handelen; Nussbaum pleit voor een zorgplicht en een loyaliteitsplicht om belangenverstrengeling te voorkomen.
Helemaal in de lijn van haar capabiliteitstheorie zouden er zaakwaarnemers voor ieder type dier moeten komen.

Ook zouden betrokken mensen recht op informatie over de behandeling van dieren kunnen worden toegekend. Maar de veehouderij houdt dit tegen zodat het publiek niet eerlijke informatie krijgt over hoe het toegaat achter de staldeuren. Actievoerders die geheime opnames maken of in een stal inbreken mogen hun materiaal niet in een rechtszaak gebruiken omdat het bewijsmateriaal "illegaal" zou zijn verworven.

Geleden schade moet rechtstreeks zijn en het bezwaar mag niet gefundeerd zijn op ethiek of medelijden. En daarmee wordt de meest logische oplossing ontoegankelijk: geef ook dieren recht op vrijheid, zoals wij als mensen voor onszelf als eerste opeisen en evenwaardig toekennen aan welk lid van ons "ras" dan ook. Helaas wil Nussbaum dit recht niet toekennen aan levensvormen waarvan normaal gesproken gezegd wordt dat zij geen bewustzijn hebben.

Hoewel we in een democratie leven kunnen we de politiek niet bewegen en overtuigen om de bio-industrie af te schaffen, terwijl er toch in de bevolking een meerderheid is die er tegen is. Er worden wel wetten aangenomen om dierenwelzijn te waarborgen, maar deze wetten worden niet gehandhaafd. In de economie draai alles om geld en heeft ethiek geen waarde. Wat misschien nog wel een kans maakt, is om subsidies aan veehouders af te schaffen en oneigenlijke financiële steun (vrije marktverstoring) te verbieden met publieke gelden. Misschien komt het nog eens tot een rechtszaak wanneer er zoveel vleesvervangers zijn ontwikkeld dat de markt van vleesproducten op basis van planten de concurrentie aangaat met vleesproducten op basis van dieren. Misschien dat dan het argument, dat dieren in de veehouderij tekort wordt gedaan om geld te verdienen, als oneerlijke concurrentie wordt gezien voor ethisch verantwoord voedsel op basis van planten.

We hebben al te lang onze plicht verzaakt

De positie van dieren vraagt dringend om een wereldwijd ethisch reveil, om een bewustzijnsverandering van internationale proporties, aldus Nussbaum in haar boek Gerechtigheid voor dieren.
De mensheid heeft al eeuwen de collectieve plicht dierenleed te onderkennen en op te lossen. De huidige, globale problemen met vervuiling en klimaatopwarming vraagt onmiddellijke actie om ook dieren te erkennen als individuen met recht op vrijheid en een dierwaardig leven in overeenstemming met hun vermogens. Welzijn of gebrek aan welzijn heeft volgens de capabiliteitsbenadering in belangrijke mate te maken met de vrijheid die dieren hebben om hun leven naar eigen goeddunken in te richten. Het recht voor dieren om daarin vrij te zijn en het behoud en herstel van een natuurlijke omgeving voor dieren om in te leven, zouden we in wetten moeten vastleggen. Mensen die de overheid daaraan zouden willen houden zouden de procesbevoegdheid moeten krijgen om dat af te kunnen dwingen. Er is geen doorslaggevend argument om dierenrechten te negeren.
In 1998 schreef zij al: "ethische reflectie moet in dienst staan van onze alledaagse pogingen 'goed te leven'. Ethische reflectie kan daarom niet volstaan met het formuleren van algemene, abstracte morele principes. Nog belangrijker is dat we leren wat die algemene principes in concrete situaties betekenen. In dit subtiele proces van morele perceptie en oordeelsvorming spelen naast de ratio de emoties een rijke rol". 

Concrete actie

Wanneer we de capabiliteitstheorie vertalen naar dieren dan is het volgende de boodschap.
Elk dier wordt net als de mens geboren als een kwetsbaar wezen vol mogelijkheden en talenten die ieder zelf tot ontwikkeling moet kunnen brengen om zo het dier te worden die hij of zij in aanleg is. Anderen zijn daarbij onmisbaar, want zonder hun zorg, hulp, betrokkenheid, bescherming, ondersteuning, vriendschap en liefde kan geen dier en natuur tot leven komen en in leven blijven. Door de manier waarop anderen meeleven, beïnvloeden zij het al dan niet lukken van de ontwikkeling. Ieder dier blijft zelf verantwoordelijk voor dit proces. Een goede samenleving is een samenleving waarin elk levend wezen in de gelegenheid wordt gesteld om zijn capaciteiten te ontplooien en die daarvoor ook, in en rond de natuur en concreet in de leefruimte van dieren, de materiële, juridische, politieke en culturele voorwaarden schept, minstens tot een drempelniveau van kwaliteit en tot een maximum van bedreiging, zoals in de vorm van bejaging, verstoring en vervuiling. 

Gamechanger

Wat daadwerkelijk de zaak voor dieren in de bio-industrie zal doen verbeteren is in de ogen van Nussbaum de ontwikkeling van plantaardig imitatievlees en het vooruitzicht van synthetisch vlees.

Boeken van Martha Nussbaum

Wat liefde weet, emoties en moreel oordelen (1998, bol.com).
Grensgebieden van het recht, over sociale rechtvaardigheid (2006, bol.com).
Een Waardig Bestaan, over dierenrechten (2007, bol.com).
Gerechtigheid voor dieren. Onze collectieve verantwoordelijkheid (2023, bol.com).

Lees ook het interview met jurist en hoogleraar Kees Bastmeijer over hoe Nederland al jarenlang een potje maakt bij de uitvoering van het natuurbeschermingsrecht.

29 december 2022

In de toekomst eten mensen geen dieren meer

Nu, eind 2022, leven er wereldwijd zeven keer zoveel dieren (van > 2 kg) in stallen dan in de vrije natuur. Dit is het resultaat van gemak, techniek, onverschilligheid en winstbejag. Ondertussen loopt de omvang van de veestapel in Nederland al jaren tot (over) zijn stikstofgrenzen. De agrosector weet als en via hindermacht echter nog noodzakelijke krimp tegen te houden, vooral met desinformatie.
Gewoon rationeel overleg helpt weinig, want veel veehouders hebben er geen enkel belang bij om in overleg te gaan. Ze willen met rust worden gelaten en hun gang kunnen gaan. Net als vroeger zitten ze nog steeds hoog in het zadel in een vrijwel onaantastbare positie. Ze presenteren zichzelf als slachtoffer en vinden een gewillig oor bij een deel van de bevolking die een gemeenschappelijke vijand denkt te zien in een onbetrouwbare overheid. Dat de overheid de agrosector in wezen een hand boven het hoofd houdt zien ze niet en willen ze niet zien, waarschijnlijk kunnen ze het niet zien. Die relatie wordt dan ook goed versluierd.
De inspanningen van dierenbeschermers om mensen over te halen om minder vlees te eten en zo het dierenleed indirect proberen te verminderen zijn weinig effectief. Een politiek strateeg as Niko Koffeman die de SP en de PvdD aan zetels in het parlement wist te helpen doet zelf geen moeite om mensen te overtuigen om hun gedrag te veranderen. Hij grijpt de techniek van voedsel maken op plantaardige basis aan om vleeseters bijna ongemerkt tot vegetariër te maken door vlees en melk na te maken. Eerst als Vegetarische Slager en nu opnieuw met Jaap Korteweg als Those Vegan Cowboys.
Koffeman heeft gelijk: wanneer de smaak en prijs ongeveer hetzelfde zullen zijn zal vanwege de overige voordelen de stap naar wereldwijde uitrol snel en gemakkelijk gemaakt kunnen worden. Dan hoeft er ook niet langer getrokken worden aan het spreekwoordelijke dode paard dat staat voor de onwillige en conservatieve consument.
Er zit ook een gunstige kant aan de onverschilligheid van de voedselverwerkende industrie: zij ruilen dieren als grondstof net zo gemakkelijk in voor planten als grondstof wanneer het meer voordelen dan nadelen heeft. Zaak dus om die balans te doen kantelen in het voordeel van dieren.
Hoe lang het nog gaat duren voordat de voedseltransitie van voedsel op basis van dieren naar planten als basis de omslag gaat maken is niet goed te voorspellen. Lees ook in dit kader het review van de boeken van Martha Nussbaum over de capabiliteitsbenadering om dierenrechten te bepleiten. De aanstaande verkiezingen in 2023 voor de Provinciale Staten en in 2024 voor de Tweede Kamer zullen iets duidelijkheid geven voor de ontwikkelingen in Nederland. Of er door de opkomst van BBB nog sterker op de rem wordt gestaan of dat de steun voor de hindermacht (BBB) afneemt. Er zullen veel teleurgestelde kiezers migreren van het CDA en FVD naar BBB.
Ondertussen: doe als individu gewoon je best om voor een brede kring lekker te koken zonder dierlijke ingrediënten. Erger je niet aan onverzettelijke vleeseters, maar zet ze een maaltijd voor.
Een beter voornemen kun je voor 2023 niet maken.

19 juli 2022

Drogredenen bij het steunen van boeren

Geen boer, geen voer. Wat zou daarmee worden bedoeld? Geen boer, geen veevoer? Zonder boeren, hebben we niets te eten? 80 procent van de agrarische productie wordt geëxporteerd en 70% van ons voedsel wordt geïmporteerd.
Zouden we in ons land honger lijden wanneer om een of ander wonderlijke reden er een tijd lang in ons land geen voedsel wordt geproduceerd?
Antwoord: nee, zolang de distributiecentra niet worden geblokkeerd.
Of wordt er bedoeld dat wanneer er plotseling nergens meer op de wereld boeren zouden zijn dat er dan honger in ons land komt?
Antwoord: ja, duh!

Gezien de grote steun voor de protesten van de boeren bij de burgers en het grote aantal zetels dat nu gepeild wordt voor de BoerBurgerBeweging onder de leiding van Caroline van der Plas en de lage kwaliteit van de argumentatie moet er iets aan de hand zijn wat toch aanslaat bij velen.
Die verklaring kan liggen in een algehele onrust en onzekerheid onder de bevolking over de toekomst en onvrede over het kabinetsbeleid. Dan is het aantrekkelijk om je steun te geven aan een groep die zo machtig lijkt dat ze niet worden tegengehouden door de politie en naar wie de politiek onder de druk lijkt te willen luisteren. Misschien kunnen de boeren voor een andere regering zorgen.
Het kan ook zijn omdat door de BBB en door de boeren overvloedig gebruik gemaakt wordt door drogredeneringen. Drogredeneringen zijn oneigenlijke argumenten die door degene die ze aanhoort niet worden doorzien als ongeldig. Leugens vermomd als waarheid.
Veel burgers uit de stad hebben geen benul van de veranderingen die op het platteland hebben plaats gevonden in de praktijk van dieren houden. Zij hebben romantische herinneringen aan een manier van werken met dieren die nog nauwelijks meer bestaat.
Die burgers zijn door hun onwetendheid en onzichtbaarheid van wat er in de stallen gebeurt gemakkelijk te manipuleren met drogredenen.

Er zijn nogal wat drogredenen die in de strijd worden geworpen.
De cirkelredenering:
Het heeft geen zin om iets te doen aan de grote vleesconsumptie, want bijna niemand doet mee
Het heeft geen zin om de veestapel te krimpen, want het aantal vleeseters groeit

Het beroep op macht:
Ik hoop voor je dat je zelf nooit in die omstandigheden terecht komt dat je boeren nodig hebt
Ik hoop voor je dat er straks nog boeren over zijn, want anders moet je gras eten

Het beroep op de gevolgen:
Als jouw actie om minder vlees te produceren succes heeft, dan betalen we allemaal voor de gevolgen

Het beroep op oneigenlijke argumenten:
Het is onzin om je hier druk te maken over dierenwelzijn, want ergens anders is het nog slechter
Wanneer we stoppen met vlees eten dan moeten er miljoenen dieren naar de slacht

Het beroep op onbekende argumenten:
Natuurlijk mag wat mensen met dieren doen, want mensen zijn intelligenter
Natuurlijk eten mensen vlees, want hun gebit is er geschikt voor

De drogreden van deel en geheel:
Ik kan voorbeelden noemen die weliswaar dieren het leven hebben gekost, maar vele mensenlevens hebben gespaard

Het argument op de man:
Je zegt dat je voor dieren bent, maar je profiteert zelf ook
Je wilt geen dieren eten, maar je draagt wel leren schoenen

Het beroep op autoriteit:
Ik studeer medische biologie en kan weten waarom dierproeven noodzakelijk zijn
Ik woon tussen boeren en weet dat zij heel veel van dieren houden

Het beroep op onwetendheid:
Dieren vinden het niet erg om gebruikt te worden, want je kunt niet bewijzen dat ze het wel erg vinden

Het beroep op vermeend verband:
We hebben altijd al dieren gebruikt en dat heeft veel opgeleverd

Het beroep op het volksgevoel:
De meeste mensen vinden het gebruik van dieren heel gewoon

Het beroep op medelijden:
Als dieren niet meer gebruikt mogen worden, raken veel mensen werkloos

Het ontduiken van de bewijslast:
Ieder weldenkend mens weet dat het niet erg is om dieren te gebruiken

Stroman. Vertekenen en in de grond boren:
A 'We moeten heel voorzichtig zijn met het toepassen van kunstmest, bestrijdingsmiddelen en antibiotica'.
B 'Dus jij zegt dat we die middelen niet moeten toestaan?'

Het vertekenen van de standpunten:
Dieren rechten toekennen betekent dat dieren hetzelfde behandeld moeten worden als mensen.

Het argument "geen boer, geen voer" is een drogredenering die geschaard kan worden onder het beroep op macht of het beroep op de gevolgen. Eigenlijk is het ook een vertekenen van standpunten want het regeringsbeleid is niet gericht tegen boeren. Dat de overheid aanbiedt om boeren uit te kopen die te dicht bij een kwetsbaar natuurgebied wonen is geen reden om te stellen dat de voedselvoorziening in gevaar komt of nog sterker dat de overheid er op uit is om alle boeren van hun land te verdrijven.

09 juli 2022

Een sociaal contract nu ook met de natuur

Tussen burgers en de staat bestaat een virtueel sociaal contract. Het is niet letterlijk getekend maar we worden wel geacht ons daaraan te houden zodat we in vrede en constructief kunnen samenleven.
We spraken af dat het in ieders belang is om een centrale gezagsinstantie in te voeren die toeziet op de openbare orde. Het sociaal contract riep dus de staat in het leven en maakt losse individuen tot burgers met een gezamenlijk belang. Zij komen overeen dat ze allemaal iets van hun vrijheid inleveren. Ze moeten zich houden aan regels en wetten. In ruil daarvoor krijgen ze bescherming van de staat. Die moet vooral zorgen voor vrede en veiligheid’.

Het leger en de politie kregen de monopolie op het gebruik van geweld om de orde te handhaven. In ruil daarvoor worden zij streng gecontroleerd bij het toepassen daarvan. Uiteraard is dit mensenwerk en kan er wantrouwen ontstaan bij het controleren en toezicht houden daarvan.
Bij de globale protesten is een nieuw machtsmiddel geïntroduceerd: het grote voertuig in de vorm van trucks en tractoren. De overheid kan dit machtsmiddel verbieden of met nog grotere machtsmiddelen in bedwang houden, maar vreest escalatie. De publieke opinie werkt naast blokkades met de voertuigen daarbij verlammend. Wanneer het publiek zich dreigt af te keren van het sociale contract, dat de staat mag bepalen hoe de orde wordt gehandhaafd en de politiek bang is om kiezers te verliezen, is ook de overheid vleugellam.

Welke machten en krachten spelen er? Alle partijen in ons land zullen zich moeten afvragen wat hun rol is in de beïnvloeding van de publieke opinie. De redacties van tv-programma over het nieuws (NOS, Eenvandaag, OP1, RTL-nieuws, etc.) hebben in hun keuze van items, manier van verslaggeving en uitnodiging van gasten grote invloed op de vorming van opinie. Beleidsmakers als politici en ambtenaren hebben ook de taak om hun beleid te onderbouwen en uit te leggen.
De opsomming van de taken en verantwoordelijkheid van alle partijen die invloed hebben op de dynamiek in de samenleving kan nog veel langer doorgaan. Uiteindelijk is het van belang om te beseffen dat de dynamiek niet echt valt vast te leggen en dat deze onmacht meer een goede zaak is dan iets om te willen domineren. Grote bedrijven beseffen dit al eeuwen en gebruiken hun geld (steekpenningen) om pulsgewijs bij te sturen via marketing en steun aan verzetsgroepen en lobbygroepen. De werking van het kapitalistische marktsysteem lijkt daarmee slechts in handen te liggen van de grote bedrijven. Money rules.

Al een aantal jaren lijken veel burgers de hakken in het zand te hebben gezet en zich te hebben voorgenomen om zich niet meer van de wijs te laten brengen. Dat leidt tot ergernis over en weer bij het uitwisselen van informatie over standpunten. Geen enkel argument lijkt meer indruk te maken; er wordt slechts gezocht naar onderbouwing van het eigen gelijk. Simpelweg is daarmee het dilemma ontstaan dat iedereen zich weliswaar bewust is geworden van de principiële oncontroleerbaarheid van het leven en van de samenleving maar ook wenst om star vast te houden aan de eigen mening. Er wordt gezocht naar individuen die snode plannen lijken te hebben om de wereldbevolking weer in het gareel te krijgen. Vooral de uitlatingen en het gedrag van rijk geworden ondernemers worden daarbij met extreem veel wantrouwen bekeken. Immers zij hebben bewezen het spel te kunnen spelen en hebben er belang bij om hun positie te handhaven.

Hoe ontstond er extra en contraproductieve beweging in de publieke opinie? In een samenleving waarin iedereen gelijk heeft kan niemand dat gelijk van iedereen krijgen. Gelijk hebben en gelijk krijgen is dus niet meer genoeg. Er zal opnieuw aandacht besteed moeten worden aan de redenen waarom we het impliciete sociale contract dat we ooit zijn aangegaan. We hebben een samenleving opgebouwd waarin de deelnemers gelijke rechten hebben gekregen en de uitwerking daarvan is gebaseerd op de principes van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Je kunt liefde in persoonlijke relaties niet afdwingen, laat staan tussen mensen die elkaar niet kennen, daarom is broederschap min of meer open gelaten. Solidariteit wordt tegenwoordig minder gevoeld omdat macht direct en indirect te vaak wordt misbruikt en vaak in de media aan de kaak is gesteld. Inflatie bijvoorbeeld loopt op en geen overheid of instantie op welk niveau dan ook kan dit fenomeen met simpele ingrepen onder de duim krijgen. Gevolg is onzekerheid en gevoelens van basale onveiligheid.

Wanneer we ons beperken tot Europa dan moeten we constateren dat we de wetgeving en de uitvoering en handhaving daarvan hebben overgedragen aan samenwerkingsverbanden als de EU en de NAVO. De invloed van het individu op ontwikkelingen in eigen land is daarmee nog kleiner geworden, terwijl er door de technologie (Internet en sociale media) bubbels zijn ontstaan om voldoende medestanders te vinden die het ongenoegen over onzekerheden lijken te delen. De dynamiek van de samenleving heeft het individuele niveau nog meer ontstegen. In plaats van ons daarbij neer te leggen en ons constructief in te zetten, verlangen en zoeken we naar tekenen van verzet door groepen en individuen die effectief lijken te blijven strijden voor hun vrijheid. Grote groepen burgers verklaren zich solidair met die strijders zonder zich af te vragen of zij daarmee niet juist de kwaal verergeren en of de strijders wel helden zijn die strijden voor een goede zaak. Worden de problemen opgelost of verergerd?
Zoals gesteld is broederschap tussen volkeren altijd open gelaten. Er is wel gewerkt naar overdracht van macht naar landen overstijgende verbanden. Krijgen we als burgers weer vertrouwen in de integriteit van die verbanden en in grote bedrijven? Het antwoord is hetzelfde als hiervoor bij het vertrouwen in het sociale contract binnen het eigen land: nee, niet sluitend, open.

Een sociaal contract tussen wereldburgers is in principe geen ander contract dan met burgers uit eigen land. Het vraagt een bewust zijn van evenwaardigheid. Evenwaardigheid niet alleen tussen alle mensen levend op aarde, maar ook met de natuur die uiteindelijk bepaalt of de levensomstandigheden overleven toelaat. Moeten we daarvoor de natuur domineren of betrekken in ons sociaal contract? Wanneer we de principes van de Franse revolutie toepassen op onze omgang met de natuur weten we wat ons te doen staat: alle levende wezens zouden moeten kunnen leven in vrijheid. Ons mensen rest ons slechts om voorbij te kijken aan onze directe belangen. De uitvoering daarvan hoeven we elkaar niet op te leggen, we hoeven elkaar en onszelf bij het vormen van opinie slechts te herinneren aan het principe: iets is goed wanneer het meer vrijheid oplevert dan er is ingeleverd.
Op alle niveaus: globaal, via landen en individuen tot aan elk levend wezen in de natuur.

22 juni 2022

Slechte onderbouwing protest in Stroe tegen stikstofplannen

Boeren hebben 22 juni 20222 massaal geprotesteerd in Stroe tegen de stikstofplannen van het kabinet. Directe aanleiding zijn de gebiedsgerichte doelen die minister Van der Wal op 10 juni presenteerde, maar het ongenoegen is veel groter. De redactie van Agrio zette de tien belangrijkste redenen op een rij.


Argumenten Sjouke Jakobsen en Robert Ellenkamp Waarom het slechte argumenten zijn

Onteigening van boeren

Boeren dicht bij stikstofgevoelige natuurgebieden zullen volgens het voorgestelde stikstofbeleid weg moeten. Het gaat meestal om bedrijven die al generaties in de familie zijn met veel kennis van het gebied. Als het niet vrijwillig is dan gaat de overheid bedrijven dwingen, terwijl onzeker is of de natuur hiervan profiteert.
De natuur profiteert wanneer de veestapel krimpt. Wanneer een bedrijf dicht bij een natuurgebied ligt, ligt het voor de hand om die bedrijven te sluiten.




Samenleving platteland vernietigd

Het verdwijnen van veel boerenbedrijven in gebieden met een forse doelstelling betekent een kaalslag voor de plaatselijke economie. Naast boeren verdwijnt er ook een groot deel van het midden- en kleinbedrijf (MKB). Zonder economische dragers wordt de leefbaarheid van het platteland fors aangetast en verdwijnen scholen en andere voorzieningen. Dat raakt de volle breedte van de plattelandsbevolking en werkt ontwrichtend.
Wie kan onderbouwen dat boeren substantieel bijdragen aan een locale economie?  Zou het aantrekken van nieuwe bevolking niet veel gemakkelijker gaan met minder boerenbedijven in de directe nabijheid?




Toekomstperspectief ontbreekt

Ondanks de belofte ontbreekt het vanuit Den Haag aan een toekomstperspectief voor boeren. En extensiveren betekent meer kosten of minder inkomen. Dat zorgt voor een concurrentienadeel ten opzichte van andere Europese boeren die in dezelfde markt opereren.
Een verslechterde positie om te concurreren met het buitenland is een argument om te stoppen met bulkproduceren gericht op het buitenland.




Belastingbetaler betaalt 3 keer

Nederlandse burgers gaan drie keer betalen voor de stikstofplannen van het kabinet. Het kabinet wil 25 miljard euro gaan uitgeven aan voornamelijk opkoop van landbouwbedrijven, terwijl innovatie veel goedkoper is. Een kleinere landbouwsector betekent minder belastinginkomsten die elders vandaan moeten komen. Natuur moet onderhouden worden, dus gaan de beheerkosten voor de overheid omhoog.
Boerenland omzetten in natuur hoeft geen blijvende beheerskosten op te leveren. Boeren betalen liefst zo min mogelijk belasting maar zetten hun winsten liever om in investeringen gericht op schaalvergroting.  Boeren in ons land worden door de belastingbetaler in de benen gehouden. Stoppen van een deel zou belastingverlichting opleveren.




KDW normen onhaalbaar

De Kritische Depositie Waarde (KDW) is in de praktijk ongeschikt als instrument om de natuur in Nederland mee te beschermen. Zelfs al zouden alle boeren verdwijnen, dan wordt de KDW in een aantal gebieden niet gehaald. Nederland heeft zelf de KDW in een wet vastgelegd. Dit is geen Europese verplichting.
Niemand wil dat boeren verdwijnen. Krimpen van de veestapel is het middel om kwaliteit van de natuur te verbeteren omdat daarmee de depositie kleiner wordt.




Meten is weten

Aerius, het stikstofmodel waarmee de stikstofdepositie wordt berekend, is onbetrouwbaar en daarmee ongeschikt voor beleid op lokaal niveau. Dit stelde de Commissie Hordijk. Het ontbreekt in Nederland aan depositiemetingen op de grond naar herkomst en bodemmetingen, waardoor onduidelijk is waar de stikstof in de natuurgebeiden vandaan komt en of de bodem daardoor verandert.
Waar depositie van bronnen precies neerkomt is niet belangrijk om te weten wanneer het logisch dat de omvang van de uitstoot te hoog is en als eerste moet worden aangepakt.




Geen ruimte voor alternatieven

Vanuit de landbouwsector zijn er veel voorstellen gedaan om tot stikstofreductie te komen, ook op korte termijn, maar deze zijn door de overheid niet overgenomen. Er is weinig ruimte voor technische innovaties, terwijl dat bij de industrie, luchtvaart en verkeer wel mag. Boeren voelen zich daardoor niet serieus genomen en ongelijk behandeld.
Voorstellen vanuit de sector zelf zijn vooral gericht om het uitvoeren van het beleid te vertragen.




Top-downbenadering

De gebiedsgerichte aanpak klinkt als een bottum-up-proces, maar door de hoge reductiedoelstellingen is het een top-downbenadering met de onteigeningsstok. Boeren hebben daardoor nauwelijks inspraak laat staan invloed op de plannen.
Boeren hebben te lang de aanpak van het probleem getraineerd




Meer milieuimpact

Door voedselproductie in Nederland af te bouwen, zal er elders meer geproduceerd moeten worden. Doordat de Nederlandse landbouw high-tech en zeer efficient is, zal dat voor meer output zorgen op andere plaatsen.
Er is geen enkele reden om te vrezen dat buiten ons land de productie van vlees en zuivel moet worden vergroot. Overal ter wereld is verkleining van de productie en de consumptie daarvan verstandig.




Natuurbeheer faalt

Overheden en natuurorganisaties hebben de afgelopen tientallen jaren veel nieuwe natuurgebieden aangelegd, waarvan de kwaliteit te wensen over laat. Veel natuurgebieden worden ook niet beheerd op de manier zoals ze zijn ontstaan. Bovendien zijn de natuurdoelen in beton gegoten, terwijl bijvoorbeeld klimaatverandering invloed heeft op de natuurkwaliteit. Het ontbreekt ook nog eens aan openheid over natuurdata, waardoor boeren zich geslachtofferd voelen voor falend natuurbeheer.
Warrig taalgebruik. Door langdurige overbemesting in het verleden laat de natuurkwaliteit overal te wensen over. Dat boeren zich geslachtofferd voelen voor falend natuurbeheer is een loos statement.

Op hun beurt hebben de regeringspartijen hun stikstofaanpak ook slecht onderbouwd en aangepakt. Lees hierover het artikel van Jelmer Mommers op de Correspondent.

24 mei 2022

Is het toekennen van rechten aan dieren bedenkelijk?

Denker des Vaderlands Paul van Tongeren acht het toekennen van rechten aan dieren een bedenkelijke ontwikkeling. Uit een interview in Trouw (24 mei 2022).

Waarom?
“Ten eerste is het niet nodig. Als je door het bos loopt en je zoontje maait met een stok planten om, dan zeg je: ‘Waarom doe je dat? Je maakt alles kapot. Het was toch mooi?’ Als ouder doe ik geen beroep op de rechten van planten of dieren, maar op de waarde van zorgvuldigheid die je voelbaar maakt. Ik vind het ten tweede riskant om rechten erbij te halen. Je suggereert dan dat je alleen iets doet omdat het móet. Je kunt beter een beroep doen op het mooier maken van het leven dan het doden van plant of dier voor te stellen als een inbreuk op rechten. Voor morele vorming is dat laatste kwalijk.
“Ten slotte, verboden doen wat apostel Paulus over de zonde leerde: ze lokken de overtreding uit. Dat is contraproductief. Het is veel effectiever om positief uit te nodigen tot zorgvuldig en respectvol omgaan met dieren en planten. Veel beter ook dan, zoals sommigen doen, met wetenschappelijk onderzoek te argumenteren dat die rechten hebben. Dat hebben we niet nodig. Je hoeft alleen maar naar een dier te kijken om te zien dat je er respectvol mee moet omgaan en het niet moet instrumentaliseren.
Tot zover het interview.

Paul van Tongeren zegt in het interview geen zaken die niet kloppen.  Het inderdaad belangrijk dat we respectvol met dieren omgaan en hen niet als ding moeten behandelen door ze te instrumentaliseren.
Het wezen van respect is tegelijk betrokken zijn en vrij te laten. Dierenrechten zouden in de grondwet moeten worden vastgelegd omdat dierenbescherming in de praktijk te veel gericht is op het minimaliseren van pijn en ongemak en omdat het wezen van het hebben van rechten vrijwel altijd over het hoofd wordt gezien. Ook voor dieren zou het een grondrecht moeten zijn om vrij te leven in een natuurlijke omgeving. Die omgeving wordt door het de groei van de mensheid en de groeiende globale problemen zoals klimaatopwarming steeds kleiner. We kunnen voor alle dieren ter wereld, of zij nu gegeten worden of niet, het bewustzijn kunnen ontwikkelen dat ze op één punt wel allemaal gelijk zijn aan mensen en elkaar, namelijk in het recht op vrijheid.


Verder lezen over de reden dat dieren wel rechten hebben?
https://animalfreedom.org/paginas/opinie/dierrechtnodig.html
 

18 mei 2022

Waarom hebben dieren nog geen rechten?

Dierenrechten zijn nog steeds niet goed geregeld in de wet. Dieren worden wettelijk beschouwd als waren het dingen. Hoe kan dat?
Er zijn veel dierenactivisten die actie voeren om dierenleed te bestrijden. Zij doen dat vooral vanuit emotie: ze vinden het verkeerd dat dieren lijden. Dat is sympathiek, maar het draagt nauwelijks bij aan het aanpassen van de wet. Hoogstens zijn beleidsmakers bereid te verwoorden dat niemand een dier onnodig leed mag aandoen. Daar is gemakkelijk consensus in te bereiken.
Mensen zijn onderling verschillend, maar er is overeenstemming over hoe ze wettelijk moeten worden behandeld. In de wet voor mensenrechten is een belangrijk principe verwerkt, namelijk dat mensen voor de wet gelijk zijn en dat vrijheden zo min mogelijk mogen worden aangetast. Maar zeer weinig mensen zijn bereid te kijken of dit ook voor dieren zou kunnen gelden.
Voor dieren en mensen is het denkbaar dat zij in de grondwet gelijke rechten hebben. Maar dan moet wel correct verwoord worden op welke basis die gelijke rechten kunnen worden toegekend. Die gelijke basis is het recht op vrijheid. Ook voor dieren is wettelijk vast te leggen dat alle dieren recht hebben op een leven in natuurlijke vrijheid. Willen we dat principe vastleggen in de wet dan moeten we daarvoor de compassie over dierenleed verschuiven van het zichtbare leed dat dieren kan worden aangedaan naar de wens van elk levend wezen om vrij te leven in zijn/haar natuurlijke habitat. Die habitat beschermen en verbinden dat zou ons streven moeten zijn in de inrichting van de samenleving en het landschap. Op het recht om vrij te leven kunnen we iedereen aanspreken. Dan kan ook de intensieve veehouderij eindelijk worden beëindigd, want de veehouder kan nu nog het opsluiten van dieren verdedigen met het argument dat hij leed probeert te voorkomen. Daar komt hij ten onrechte mee weg.

Door de ontwikkeling van vleesvervangers op plantaardige basis zal het stap voor stap gemakkelijker voor de consument worden om de noodzaak om dieren te houden voor voedsel los te laten. En daarmee zal ook de bereidheid groeien om niet alleen dierenleed te voorkomen, maar zelfs de levens van dieren te sparen.

21 december 2021

Het helen van psychologische onrust ontstaan in de oudheid

Jeremy Griffith is een bioloog die een psychologische verklaring heeft voor een huidige staat van onrust. Griffith ziet zijn theorie als redding voor de mensheid. 

Jeremy Griffith betoogt dat we ooit in de kindertijd van de mensheid leefden in een matriarchale periode. Liefde stond centraal evenals empathie, saamhorigheid en verbondenheid. Dit was nodig om te overleven. De mens is in diepste wezen goed maar dit zijn we kwijtgeraakt toen onze bewuste geest zich meer ging ontwikkelen en via nadenken onze onbewuste geest ging programmeren. Zo ontstond afscheiding, ongelijkheid, verdedigen van eigendommen en eigenbelang. De man werd sterker dan de vrouw en er ontstonden gevechten en oorlogen. De patriarchale periode volgde die al eeuwen onderbouwd worden door religies en vooroordelen (condities).

Griffith hoopt dat het inzicht, dat de zin van het bestaan niet is dat we gedwongen zijn om onze genen voort te planten, bevrijdend zal werken. Zijn verklaring zou aan kracht winnen wanneer hij onze manier van voeden had betrokken in zijn analyse. Het zou bevrijdend werken voor alle levende wezens op aarde, temeer wanneer we evenwaardigheid betrekken in zijn aanbeveling.

Het voorgaande ietwat herschreven en aangevuld geeft een completer beeld.

In de kindertijd van de mensheid leefden we in een matriarchale periode en in een jagers- en verzamelaars samenleving. Liefde stond centraal evenals empathie, saamhorigheid en verbondenheid. Voedsel werd gedeeld, niet verkocht. Dit was nodig om te overleven. De mens is in diepste wezen goed maar dit zijn we kwijtgeraakt toen onze bewuste geest zich meer ging ontwikkelen en via nadenken onze onbewuste geest ging programmeren. We kwamen op het idee om de natuur naar onze hand te zetten en dieren als huisdier en vee te houden. Door de verschuiving van jagen naar veehouderij en van verzamelen naar landbouw ontstond afscheiding, ongelijkheid, verdedigen van eigendommen en eigenbelang. Er ontstond handel. De man werd sterker dan de vrouw en er ontstonden gevechten en oorlogen. De mens beschouwde zichzelf als top van een voedselpiramide en de man als hoofd van het gezin. De patriarchale periode volgde die al eeuwen onderbouwd worden door religies en vooroordelen (condities).

Tot zover een samenvatting van een lang betoog door Griffith, dat gratis te lezen is in een pdf te downloaden van het Internet. Wat nu volgt is niet zijn theorie, maar een uitstapje naar dierenrechten.

Wat de kern is van beide analyses en teksten is de kijk op ongelijkheid tussen mensen onderling en tussen mens en dier als verklaring voor speciësisme. Het opheffen van ons vooroordeel, dat we meer zijn dan een ander en daarmee onze verbinding met het geheel zijn verloren, zal moeten gaan via het inzicht dat we allemaal (mens en dier) intrinsiek evenwaardig zijn in ons recht op vrijheid. Dit inzicht heeft gevolgen voor wat we eten en hoe we de aarde inrichten als plaats waar iedereen kan leven naar zijn eigen aard. Het vraagt om een voortdurend zoeken naar ecologische, economische en psychologische balans en een individuele en collectieve motivatie om niet meer gericht te zijn op het verdienen van geld alleen, maar onze inspanning en energie te richten op het gemeenschappelijke belang om samen te werken.

Jeremy Griffith betrekt in zijn zeer omvangrijke uitleg van wat hem tot zijn conclusies heeft geleid ook religieuze argumenten. Voor een onderbouwing van bovengenoemde aanvulling op de samenvatting lees ook Evolutie van het geloof in God


19 oktober 2020

Zee wordt nog sneller leeggevist door aanlandplicht

In de Groene Amsterdammer nr 3 een verslag van een onderzoek naar illegale visvangst waar Nederlandse trawlers hard aan meedoen. ‘Het is als met intensieve veehouderij: te veel vissen op een kleine oppervlakte, zonder rekening te houden met ziekteprocessen. Een fout die we keer op keer maken. Zelfs nu met corona gaan we ermee door’. Om het overboord gooien van vis tegen te gaan, voerde de EU tussen 2015 en 2018 de aanlandplicht in. Voorheen mocht onverkoopbare vis terug de zee in, mits netjes geregistreerd, zodat wetenschappers er rekening mee konden houden bij het bepalen van maximale vangsten. Maar met de aanlandplicht moet álle vangst aan wal worden gebracht. Dat zou vissers een belang geven om selectiever te werk te gaan: minder bijvangst en duurzamer visserij, zo promootte Brussel de maatregel. In de praktijk pakt deze aanlandplicht desastreus uit, zegt wetenschapper Lisa Borges. ‘Dit legt een bom onder het hele Europese visserijbeleid’. Want wat gebeurt er? De maximale vangsten die de EU vaststelt, zijn gebaseerd op wetenschappelijk advies. In die adviezen hielden biologen altijd rekening met de registraties van overboord gezette vangst: ongeveer een derde van alle vis. Maar sinds de aanlandplicht moet de wetenschap er wel van uitgaan dat geen enkele vis meer overboord gaat, dat is immers verboden. Controle is er evenwel niet. En dus gaat het overboord gooien van te kleine vis – om opslagruimte te besparen – onverminderd door, zegt Borges. ‘Er is geen enkele handhaving. Het gevolg: vissers mogen nu tot veertig procent meer vangen dan voor de aanlandplicht’. Zie ook het Facebookbericht.

18 oktober 2020

Kalfjes langer bij moeder ontwikkelt soorteigen gedrag

In onderzoeksrapport Kalveren bij de koe. De natuur werkt! doet het Louis Bolk Instituut verslag van een onderzoek naar een systeem waarbij pasgeboren kalfjes langer bij de moederkoe blijven.
Uiteraard vraagt dat aanpassing in aan de huisvesting van beiden en dat kost geld.

Agriholland meldt: een kalf wordt bijna altijd direct na de geboorte van de moederkoe vandaan gehaald. De vroege scheiding van koe en kalf is een geijkte manier om veel melk te produceren. Na de geboorte wordt de koe tweemaal per dag gemolken en de kalveren krijgen dagelijks een afgepaste hoeveelheid. Dit systeem is goedkoop, praktisch en overzichtelijk. Ook hygiëne speelt een rol. Het compleet gescheiden grootbrengen van kalveren biedt echter geen ruimte voor het ontstaan van een band tussen koe en kalf. Dit heeft nadelige gevolgen voor de sociale ontwikkeling van kalveren en voor het ontwikkelen van natuurlijk, soorteigen gedrag.

Zie voor meer informatie de publicatie kalveren bij de koe op de site van het Louis Bolk Instituut.

13 oktober 2020

Probleemloos voedsel produceren in de toekomst

Twee derde van ons vaste land is in gebruik door boeren. In het buitenland is dat gemiddeld zo’n 30%. Daar is meestal meer natuur. Het overgrote deel van de gewassen op ons land wordt aan het vee gevoerd. Ruim de helft van het land gebruiken we voor de koeien. Nederlandse akkerbouwers en veehouders exporteren (via de verwerkende industrie) zo’n 80 procent van wat ze produceren. Voor die 80% Nederlandse export is heel veel import van veevoer vanuit het buitenland nodig, zo ongeveer 2x de oppervlakte van Nederland.

De Nederlandse boer werkt dus nauwelijks voor de Nederlandse consument, maar volgens de borden langs de weg vindt hij wel dat wij hem dankbaar zouden moeten zijn. Zijn bijdrage aan de economie is echter veel en veel lager dat hij ons wil doen geloven. Er is een disbalans in economie en ecologisch evenwicht.

Boer en ondernemer Jaap Korteweg vindt deze omweg om voedsel voor mensen te produceren niet efficiënt. Samen met PvdD senator Niko Koffeman heeft hij de Vegetarische Slager opgericht om vleesvervangers te maken die lijken en smaken als vlees. Dat doen zij omdat zij denken dat veel mensen uit zichzelf nauwelijks bereid zijn om vlees te laten staan, maar er uiteindelijk weinig bezwaar tegen zullen hebben wanneer hun vlees direct van planten is gemaakt. Voorwaarde is dan wel dat het ongeveer hetzelfde smaakt. Veel vegetariërs vinden het niet nodig om plantaardige producten te kopen die naar vlees smaken. Dat is ook niet de primaire doelgroep die zij willen bereiken, maar die wel zijdelings kan profiteren van de ontwikkelingen in plantaardige ingrediënten voor voedsel. Ze hoeven dan in recepten alleen het vlees te vervangen door de (bijna identiek smakende) vleesvervanger en ze kunnen dit probleemloos aan vleesetende gasten voorzetten. 

Koffeman en Korteweg zijn er van overtuigd dat wat met vlees kan ook met kaas en zuivel kan. Ze hebben een bedrijf opgericht dat melk zonder tussenkomst van koeien produceert: Those Vegan Cowboys. De boer van de toekomst is dan de leverancier van gras als grondstof voor plantaardige melk. Korteweg vindt ook dat het land niet meer hoeft te worden bemest met mest afkomstig van vee. Dat probeert hij direct met stikstofhoudende planten als bemesting te realiseren. Naast het gebruik van landbouwgrond voor gras, ziet hij toepassing van robots die het land bewerken, onkruidvrij houden en oogsten. En wanneer de technologie van deze robots en van drones verder ontwikkelt kunnen die zelfs voedselbossen onderhouden en oogsten. Voedselbossen bestaan uit gewassen en vruchtdragende struiken en bomen die jaren blijven staan. Er is dan geen jaarlijkse kaalslag. Dat bevordert de biodiversiteit en levenskansen van bijvoorbeeld insecten.

Zo kunnen voedselbossen een ecologische eenheid vormen waarin meer diersoorten in harmonie kunnen leven zonder de productie te verlagen. En daarmee de balans tussen natuur en economie herstellen. Deze manier van voedsel produceren, gericht op het niet meer gebruiken en consumeren van dieren, lost de meeste bedreigingen van het leven op aarde op.

Wie dit verhaal wil terughoren en terugkijken zij verwezen naar de VPRO uitzending De Boer van de Toekomst.

06 april 2020

Belangen van mens en dier evenwaardig wegen

Dit artikel is geschreven om de oproep om te stoppen met diergebruik inclusiever te onderbouwen. Er zijn in de loop van decennia genoeg redenen aangevoerd om meer rekening te houden met dieren, maar telkens leek een nieuwe crisis de vorige argumenten te overschaduwen.

Redelijk nieuw is het inzicht dat het produceren en eten van vlees door de CO2 uitstoot bijdraagt aan de opwarming van de aarde en daarmee aan verslechtering van de leefbaarheid van de aarde.
Recenter is de stikstofcrisis die activiteiten in de economie dreigde stil te leggen. Huizenbouw of handhaving van de veestapel? Veel verkeersbeweging op de weg en in de lucht levert naast de industrie NO2 die samen met de uitstoot van ammoniak NH3 uit de intensieve veehouderij neerslaat als fijnstof en bemesting van natuurgebieden, die daardoor van aard en samenstelling veranderen.
Fijnstof maakt ons ook vatbaarder voor infectieziekten omdat deze vervuiler het functioneren van onze longen aantast. 
De overproductie van de Nederlandse veehouderij, gericht op de export, wordt al decennia gehekeld door de milieubeweging omdat dat naast dierenleed samengaat met overbemesting en daarmee een last is voor de naaste omgeving en de draagkracht van de natuur. Deze inzichten hebben geleid tot strenge regelgeving, die nog weleens wordt aangescherpt zodat veehouders nooit zeker konden zijn van welke bedrijfsvoering een gezond verdienmodel zouden oproepen. Het leidde tot een samenspel van stoppende bedrijven in combinatie met groei in veestapel bij collega's.

De opkomst van vleesvangers gaat samen met het inzicht dat de mens beter minder vlees kan eten dan elke dag en liefst helemaal niet meer. Het is immers door de globalisering van de supermarkten kipsimpel om een diverse en gezonde maaltijd samen te stellen van internationale voedingsmiddelen die niet van dieren afkomstig zijn.

De ethische overweging of dieren eten wel mag is eigenlijk van alle tijden. Steeds meer komt deze overweging te staan in het licht van evenwaardigheid. Niet alleen mensen willen vrij zijn, ook dieren willen dat. Wat of wie zijn wij mensen (meer) dat wij vinden dat we dieren mogen gebruiken om op te eten? Is dat gebaseerd op religieuze gronden dat het dier door God aan de mens is gegeven om er over te heersen? Het hoeft geen nadere betoog dat we zo langzamerhand voldoende autonoom geacht worden om dat zelf te kunnen bepalen. Het is (wederom en tegelijkertijd altijd) tijd om al onze overtuigingen kritisch te bezien. Waar komen onze (belemmerende) overtuigingen vandaan en zijn ze wel geldig?
Het is ook niet nodig om dierziektes te mystificeren als wraak van de natuur en zo proberen het gedrag van mensen te beïnvloeden. We hoeven alleen dezelfde principes waarvan we willen dat andere mensen zich aan houden  toe te passen op onze omgang met dieren: "respecteer elkaars grenzen en vrijheid". Dat is wederkerig en evenwaardig.

Yin en yang mens en dier

Een vorm van evenwaardigheid is ook een eerlijke verdeling van het aardoppervlak in delen waar de natuur met rust gelaten wordt, waar we gaan wonen en welk deel we gebruiken voor voedsel te verbouwen. Wat eerlijk is, is ook een vraag naar balans en gezond delen. Ecoducten kunnen open voor alle dieren; levenskrachtig grote en verbonden natuurgebieden voor planten en dieren met een deel voor recreatie voor de mens.

Ook de juiste afstand houden met anderen zouden we door moeten trekken naar dieren. Dieren kunnen dan hun autonomie bewaren en gezonder soorteigen gedrag vertonen. Ook dieren vinden minstens anderhalve meter afstand prettig en zo voorkomt het ook besmetting van mens naar dier.

20 maart 2020

Boeren zouden eigen omgeving moeten voeden

In de supermarkten wordt 60% van het voedsel uit het buitenland gehaald en van wat de Nederlandse boeren produceren gaat 80% naar het buitenland. Dat is de manier waarop we de uitspraak van de boeren -dat zij de wereld voeden- moeten begrijpen.

Nu door de coronacrisis de bewegingen op de wereld voor een deel stilvallen komt de vraag op “kunnen de Nederlandse boeren niet beter produceren wat er binnen een straal van 500 kilometer wordt gevraagd”? Indien een boer geneigd is te antwoorden met “ja”, dan kan hij op dit moment nog ander zaaigoed inkopen of de inhoud van de kassen veranderen. Maïs inzaaien en tulpen en rozen per vliegtuig naar het buitenland brengen is niet bepaald een duurzame manier van produceren.

Een gezonde levensstijl vraagt om diversiteit in eten en bewegen. De boer (kweker) kan daarbij aansluiten door die diversiteit op het gebied van voeding op een ecologisch verantwoorde manier te produceren. Dat betekent minder overproduceren, minder spuiten, minder (kunst)mest. Meer balans, meer dierenwelzijn, meer diversiteit, meer lokale afzet, meer hart voor de natuur etc….

28 februari 2020

Boeren gebruikten de winterrust voor oorlogvoering

Als rivierdelta kent Nederland veel vruchtbare grond. Die grond is voor 70% in gebruik door akkerbouwers en veehouders en de overheid wil een deel overnemen voor andere doeleinden, zoals huizenbouw en natuur. Er is behoefte aan woningen en in de EU is afgesproken dat ieder land minstens 17% van het grondgebied tot natuur zou bestemmen en op dit moment is 13% van Nederland natuur.
Op de natuurgebieden die er zijn komt ammoniak neer afkomstig uit de landbouw. Dat zorgt voor overbemesting waardoor er andere planten en dieren zijn dan de bedoeling is. Natuurbeheerders hebben belang bij minder uitstoot door nabijgelegen veehouderijen.

Boeren moeten dus inleveren en een deel zou zich graag laten uitkopen om met het geld te gaan rentenieren of een andere onderneming op te zetten, ter plekke of elders in het (buiten)land.
Hoe dat inleveren tot stand moet komen is onderdeel van het politieke debat. Tjeerd de Groot van D’66 gooide aan het eind van de zomer van 2019 de knuppel in het hoenderhok door op te roepen om de veestapel met de helft te doen krimpen. Die krimp zal zeker een aantal problemen oplossen, maar heeft ook veel verzet bij boeren opgeroepen die vinden dat ze niet voldoende financieel gecompenseerd worden en die (net als onder meer de veevoederbedrijven en exporteurs) hun verdienmodel gedwarsboomd zien.
Investering in huisvesting voor dieren moeten terugverdiend worden in de loop van tientallen jaren. Ook financierders denken mee over de haalbaarheid daarvan. En de geluiden dat we over een tiental jaren geen vlees meer eten afkomstig van dieren, gehouden in stallen, komen bij de banken beter aan dan bij de veehouders.

Boeren zijn al 50 jaar gewend dat de politiek wel een oplossing vond die hen ruimte om te groeien opleveren zou. Die oplossingen variëren van directe inkomenssteun, wegkijken en door de vingers zien van fraude bij regelgeving, warme sanering, afwentelen van schade op de belastingbetaler, oncontroleerbare rekenmodellen die schade van uitstoot bagatelliseren, etc..
Sommige van die steun van de overheid is niet goed uitgepakt. Het stimuleren van het jaarrond binnenhouden van koeien op stal met roostervloeren in het kader van schaalvergroting heeft een probleem met ammoniakuitstoot opgeleverd. Koeienpoep en -pies komen in de ondergrondse mestkelders samen en vormen ammoniak. Die ammoniak ontsnapt dag en nacht door de roosters in de stalvloer of wordt later uitgereden op de landerijen. Nu de stallen er staan kost het veel geld om de vloeren aan te passen of andere technologie te ontwikkelen. Oplossingen worden dan ook gezocht in minder eiwitrijk voer dat leidt tot minder problematische mest, het ontwikkelen van koeientoiletten om de urine op te vangen, weer meer in te zetten op weidegang. Maar dat zijn slechts druppels op een gloeiende plaat, heet gehouden door ontvlambare gassen.

Ondertussen protesteren de boeren met hun buitenproportioneel grote tractoren als tanks op de openbare wegen en slaan oorlogszuchtige taal uit tegen de overheid en beschermers van milieu en dierenwelzijn. Het sluit de rijen intern, maar roept extern weerstand op.
Het voornaamste effect is dat het publiek wakker wordt en geattendeerd wordt op de gang van zaken in de agrosector. De media vormen hierbij een informerende en opiniërende rol op een manier die boeren niet goed uitkomt, want meestal ondersteunen de conclusies van hun artikelen de waarschuwingen van activisten die al meerdere decennia eerder werden afgegeven.

Positief effect van de protesterende boeren is dat ook andere uitstoters van schadelijke stoffen nu de noodzaak voelen om hun uitstoot te verlagen en de bedrijfsprocessen zo aan te passen dat ze minder schadelijk voor het milieu zijn en minder of niet meer bijdragen aan klimaatopwarming.

Voor concrete oplossingen voor het stikstofprobleem, luister naar Prof. Jan Willem Erisman, hoogleraar in 'de stikstof' en directeur van het Louis Bolk Instituut, in het interview met Dick Veerman van Foodlog.

16 februari 2020

Weer een extra argument tegen het gebruik van dieren

Het aantal argumenten dat pleit voor het stoppen van diergebruik blijft maar toenemen. Waren er al de gezondheidsproblemen van overmatig vlees eten, de landschapspijn van groene woestijnen door Engels raaigras en het binnenhouden van vee, milieuproblemen door overbemesting, klimaatopwarming door CO2 uitstoot door veevoervervoersbewegingen en vleesproductie, natuurschade door ammoniakdepositie, het kappen van regenwouden voor de productie van veevoer en de export daarvan en zo nog wat meer nadelen van diergebruik. Door overmatig gebruik van antibiotica binnen de intensieve veehouderij raken virussen resistent waardoor zij niet meer zijn te bestrijden bij een menselijke uitbraak.

Culturen die het wat minder nauw nemen met hygiëne en dierenwelzijn zijn vaak ook de plaatsen waar grote ondernemingen hun industrie naartoe hebben verhuisd in verband met goedkope arbeidskrachten. Wanneer er in die productieplaatsen een dodelijke en zeer besmettelijke virusepidemie uitbreekt heeft dat globale gevolgen voor de economie. Dit effect hebben we nog niet eerder op deze schaal meegemaakt en ook dit pleit voor minder diergebruik.
Het is duidelijk dat de groep die financieel profiteert van diergebruik kleiner wordt en de groep die opdraait voor de gevolgen groter. Tijd voor een verandering in ons denken en ons gedrag.

Steeds meer lijkt het verstandig om als mensheid een andere weg te bewandelen voor onze voedselproductie. Een snellere transitie van het gebruik van dierlijk eiwit naar plantaardig eiwit is de oplossing voor vele problemen waar we als mensheid mee geconfronteerd worden. Ook het belang van dieren om een vrij leven te kunnen leiden in een natuurlijke omgeving zouden we daarmee kunnen dienen. Wanneer we bij de inrichting van niet bewoond land, waar ook ter wereld, een betere balans zouden aanhouden bij de belangen van de natuur en de kwaliteit van het leefklimaat wordt het in de wereld een leukere, gezondere en veiligere plaats om te wonen en te overleven.

Die bewustwording vraagt van ieder individu op aarde een simpele overweging: wat kan ik er beter van worden wanneer ik in mijn gedrag bijdraag aan de vrijheid van alles wat leeft? Wat kan ik doen en wat kan ik laten?

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.