Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

02 mei 2006

Brandt Corstius: eetgeenvlees

De echte vegetariër is niet een idealist die anderen met woord of daad wil overhalen om ook vegetariër te worden. Hij is iemand die geen vlees eet en het niet nodig vindt omdat te verdedigen, te propageren of er trots op te zijn. Geen dier of mens hoeft hem dankbaar te zijn. Hij eet geen vlees omdat hij niet wil dat er een dier vermoord wordt.

Hugo Brandt Corstius heeft bij Querido een boekje uitgebracht onder de titel Eetgeenvlees.
Hier een fragment.

28 april 2006

Debat over het veelzijdige stukje vlees

POLITIEK DEBAT ONDER LEIDING VAN JAN TERLOUW
"HET VEELZIJDIGE STUKJE VLEES"

Milieudefensie, de Nederlandse Vegetariërsbond en Stichting Varkens in Nood
organiseren samen een politiek debat over de noodzaak
tot verandering van vleesproductie en consumptie.

►► A C H T E R G R O N D

De productie van vlees heeft allerlei negatieve gevolgen voor dierenwelzijn, voor de honger in de wereld en voor het milieu. Denk aan de sloop van enorme oerwouden voor de teelt van soja voor varkensvoer, dieren die hun hele leven in stalen kooien vastgezet worden en graan dat in plaats van aan hongerige mensen aan kippen wordt gegeven. Nederland neemt in de wereld van het vlees een vooraanstaande positie in wat betreft het aantal dieren en de consumptie van dierlijke producten. En Nederland loopt voorop bij de ontwikkeling van nog efficiëntere, nog dieronvriendelijkere manieren om de productie te verhogen.

► Vraagstelling aan de politiek:

De negatieve gevolgen van de productie van vlees zijn welbekend, maar wat denken de politici er aan te zullen doen? Of moet de verantwoordelijkheid voor de productiedieren aan de markt (lees: de consument) aan de EU of aan de supermarkten overgelaten worden?

Is het misschien wel zo dat de problematiek van vlees eten door milieu- en dierenbeschermings-organisaties (bewust) wordt overdreven? Of is de politiek van mening dat de Nederland minder vlees moet eten en dat hiervoor een extra belasting op vlees geheven moet worden?

Op deze en andere vragen zullen de politici

Boris van der Ham (D66 Tweede Kamer)
Ger Koopmans (CDA Tweede Kamer)
Krista van Velzen (SP Tweede Kamer)
Harm Evert Waalkens (PvdA Tweede Kamer)
Jan Mulder (VVD Europees Parlement)

antwoord moeten geven. Het debat staat onder leiding van Jan Terlouw.


►► P R O G R A M M A

Paradiso Weteringschans 6-8, Amsterdam

Zondagochtend 28 mei 2006
Zaal open: 10.30 uur
Aanvang: 11.00 uur

De entree bedraagt € 4,50 en voor studenten is dit € 2,00

►► R E S E R V E R E N

Reserveringen voor kaarten via www.varkensinnood.nl

►► M E E R I N F O

Voor overige vragen:
STICHTING VARKENS IN NOOD Postbus 14584 - 1001 LB Amsterdam
Hans Baaij 020 617 77 57 – 06 26 67 68 68 hans@varkensinnood.nl en www.varkensinnood.nl

Verkoopt de Dierenbescherming haar ziel aan de bio-industrie?

Met deze titel boven dit weblog wordt express de suggestie gewekt dat het initiatief van de Dierenbescherming om te investeren in meer diervriendelijke varkenshouderij ook bedenkelijke aspecten heeft.
De varkenshouderij heeft een negatief imago. De sector zal de samenwerking aangrijpen om bij het publiek de indruk te wekken dat het welzijn van het varken haar aan het hart gaat.
De termen “ComfortClass” en “diervriendelijke proefstal”, “sky-high” bezoek, "verbindt zich aan vlees", enz. duiden er op dat de proef met veel tam tam gepaard zal blijven gaan. Wat stelt de diervriendelijkheid in wezen voor? Is de mogelijkheid van spelen met wat ballen aan een ketting in een kleine betonnen bak diervriendelijk?
Alles is beter dan niets, maar een echt diervriendelijke oplossing ligt in bedrijven waarbij dieren naar buiten kunnen en in echte grond kunnen wroeten.
Daar is hier geen sprake van. De varkens kunnen meer bewegen over een grotere ruimte. Dat is vergeleken met de huidige inrichting van varkensstallen al een hele verbetering.
Het verschil is een beetje te vergelijken met de manier waarop vroeger koeien in de winterperiode aan de ketting naast elkaar in de grupstal moesten verblijven. Tegenwoordig kunnen zij zich vrij bewegen in de loopstal. Inderdaad een wereld van verschil.
De bemoeienis van de minister van LNV is pas echt oprecht wanneer de minister zich zou vastleggen op het verbieden van stalsystemen met minder bewegingsruimte als zal blijken dat dit stalsysteem economisch aantrekkelijk is. Een ander gezond beleid zou zijn als de EU de mogelijkheid zou creëren om de import van vlees uit de dieronvriendelijkste stalsystemen te mogen verbieden.
Zonder een dergelijk beleidsvoornemen is de hele proef een doekje voor het bloeden en een schaamlap oftewel een mediatruc voor het afleiden van de aandacht van de echte misstanden in de varkenshouderij.
Voor de consument die deze twijfels deelt en hart voor dieren, blijft het adagium: "verbind je aan" gevarieerd en lekker vegetarisch koken.

22 april 2006

Maken huisdieren kinderen gelukkig?

Al meer dan acht jaar volgt onderzoekster van de Utrechtse universiteit Nienke Endenburg een groep van 600 kinderen met huisdieren.
Hoewel haar onderzoek nog niet af is, laat zij al jaren in de pers weten dat kinderen gelukkiger worden van huisdieren.
De wens kon wel eens de vader zijn van de gedachte.
Iedere ouder zal van tijd tot tijd bij het passeren van dieren in de etalage een dierenwinkel of van een glazen bak met dieren in een tuincentrum door de kroost worden aangesproken met de wens om een huisdier. Ieder kind is gecharmeerd van een nest jonge poesjes of jonge honden bij een kennis, op tv of in het voorjaar bij andere dieren.
Het is in de aard van een jong dier dat het de zorgbehoefte van jong en oud oproept.
Als een ouder toegeeft aan de wens van het kind om een huisdier te bezitten, dan is het kind uiteraard de eerste tijd verguld met de nieuwe huisgenoot. Maar wie draait voor de verzorging op als het nieuwtje er af is of de "vriendschap" tegen valt?
Endeburg constateert dat veel kinderen bij spanningen in hun leven en in het gezin troost vinden bij hun huisdier.
Dat haalt je de koekoek. Oud en jong kunnen zichzelf zijn bij dieren. Mensen schamen zich niet voor dieren. Wanneer er emoties zijn, durven mensen die vaak beter te uiten bij dieren. Dat is niet de verdienste van dieren, dat duidt op een gebrek aan sociale veiligheid in de directe menselijke omgeving van kinderen.
Het is een vorm van emotionele verwaarlozing als ouders en andere volwassen die veiligheid niet zelf bieden. Voor deze rol kan een huisdier geen compensatie zijn.
Ouders zouden hun verantwoordelijkheid ten opzichte van kind en dier moeten nemen en beide niet met elkaar confronteren als het kind niet in staat is de juiste afstand te nemen en het gedrag te vertonen waarmee het welzijn van een huisdier gediend is. Dit is het wezen van respect voor dieren.
Mensen die onzeker zijn of zij kunnen waken over het welzijn van kind en huisdier zouden moet afzien van beiden.

Meer lezen over de aanschaf van huisdieren? Klik hier
.

21 april 2006

Zuivelproductie zonder dierenleed?

Veganisten krijgen waarschijnlijk nog vaker dan lacto-ovo vegetariers de vraag voorgelegd waarom ze afzien van de consumptie van dierlijke producten. Aan producten als vlees en vis kleeft ook in de ogen van de gemiddelde carnivoor onvermijdelijk enig dierenleed. Maar het is veel minder evident waarom dit ook voor zuivelproducten zou moeten gelden. Waarom kun je moreel gezien niet gewoon volstaan met vegetarisme en wat zuivel betreft kiezen voor biologische producten? Is veganisme eigenlijk wel meer dan een overdreven of extreme levenswijze die het imago van voorstanders van dierenrechten alleen maar kan schaden? Helaas berusten deze vragen op de misvatting dat zuivel in principe commercieel geproduceerd zou kunnen worden zonder dat dit ten koste gaat van dieren. Kippen, koeien, geiten etc. zouden een heel plezierig leven op en om de boerderij kunnen hebben zonder dat er bloed of ellende zou kleven aan wat zij voortbrengen. Veganisme zou zo alleen nodig zijn wanneer er geen biologische producten voorhanden zijn. In werkelijkheid gaat de commerciele productie van boter, melk, eieren, (vegetarische) kaas, etc. in het westen altijd gepaard met het direct (d.m.v. destructie) of heel snel (in de vorm van slacht) afdanken van 'overtollige' mannetjesdieren. Dus ook in de ekologische en bio-dynamische veeteelt. Uit-geproduceerde dieren worden in de commerciele veeteelt ook naar het slachthuis afgevoerd.
Veganisme is om deze reden zeker geen 'overdreven' variant van het vegetarisme, maar de logische morele consequentie van de realiteit rond zuivelproductie.

Zie o.a.: Diervriendelijke zuivelconsumptie, Waardeloze haantjes en Mensen en andere dieren: Op weg naar grote veranderingen.

Titus Rivas

LNV maakt dierenwelzijn afhankelijk van commercie

Persbericht Wakker Dier

VEERMAN WIL ZWAAR BEVOCHTEN GWWD AFSCHAFFEN
Amsterdam, 20 april 2006 - Zestien dierenbeschermingsorganisaties met circa 600.000 leden en donateurs hebben zich verenigd in de Coalitie ‘Red de dierenwelzijnswet (Gwwd)’ om de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwwd) te redden. Deze Coalitie keert zich tegen de plannen van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) om de Gwwd af te schaffen en te laten opgaan in de nieuwe Wet dieren en dierlijke producten. De Coalitie heeft minister Veerman per brandbrief dringend verzocht af te zien van zijn plannen en zijn energie in plaats daarvan te richten op de verdere invulling van de Gwwd conform de in deze wet vastgelegde principes.
De Gwwd werd in 1992 na 20 jaar strijd van kracht en is de centrale wet voor de bescherming van dieren in Nederland. Het ministerie van LNV wil de Gwwd nog in deze kabinetsperiode - dus al binnen enkele maanden - opheffen. De dierenbeschermingsorganisaties vrezen dat centrale waarden van de Gwwd zoals de intrinsieke waarde van dieren en het ‘nee, tenzij’-principe zullen verdwijnen. De thans al minimale bescherming die de Gwwd aan dieren biedt, zal hierdoor verder verminderen. Grote misstanden zullen daardoor niet meer aangepakt of voorkomen kunnen worden.

De redenen die LNV voor de afschaffing van de Gwwd aanvoert, zijn volstrekt ongefundeerd en ingegeven door commerciële overwegingen. Ze verraden een fundamenteel gebrek aan aandacht voor de bescherming van het welzijn van dieren. Daar komt nog bij dat er geen evaluatie van de Gwwd heeft plaatsgevonden, die een samenvoegen met op productie gerichte wetten zou rechtvaardigen.

De afschaffing van de Gwwd is bovendien in strijd met de recente EU-initiatieven om het dierenwelzijn in de periode 2006-2010 aanzienlijk te verbeteren. Hier staat het dierenwelzijn centraal met aandacht voor sociaal-economische factoren. De EU wil zo tegemoetkomen aan de algemene wens van de burgers van de EU om het welzijn van de dieren beter te waarborgen. Europees Commissaris van Consumentenzaken Kyprianou heeft in het Europees Parlement aangegeven dat dierenwelzijn een onderwerp van zeer groot belang is en dat het voor hem als aandachtsgebied prioriteit heeft.

Daarnaast sluiten de plannen van minister Veerman niet aan bij de situatie in de ons omringende landen. Deze hebben vrijwel allemaal een zelfstandige dierenbeschermingswet, vaak met expliciet omschreven verboden van dierenmishandeling en met basisvoorschriften voor een diervriendelijke behandeling van de dieren. Onlangs nog, in 2005, is in Oostenrijk een zelfstandige, uitgebreide en exclusief op het dierenwelzijn gerichte dierenwelzijnswet van kracht geworden. In Duitsland is in 2002 dierenwelzijn in de grondwet als te beschermen waarde opgenomen.

Tot zover het persbericht.

De GWWD heeft in haar 20-jarig bestaan geen indrukwekkende invloed gehad op de ontwikkelingen in de intensieve veehouderij. Deels komt dat door onhoudbare uitgangspunten, zoals intrinsieke waarde, een term uit de geitenwollensokkentijd, deels ook door de grote belangen die de veehouderij heeft in goedkoop produceren omdat men haar exportpositie niet wil verliezen.

Het is te hopen dat het publiek zich door de ontwikkelingen nog beter realiseert dat het in de bio-industrie alleen maar om het geld gaat en dat wie zich dierenwelzijn echt aantrekt, weinig anders te doen staat dan zelf zijn levenstijl te veranderen en geen producten meer af te nemen uit de intensieve veehouderij.

Zie ook ex-hoogleraar dierenrecht Dirk Boon in gesprek met schrijver Koos van Zomeren.

18 april 2006

Gekweekte menselijke weefsels vervangen dierproeven

Citaat uit Research Magazine

Bart De Wever werkt al vele jaren aan het kweken van humane huidculturen. Niet voor transplantatie, maar als middel om de effecten van cosmetische producten te testen.
De Wever legt uit: ‘Er moeten alternatieven komen. Op de eerste plaats is er natuurlijk het leed dat vele proefkonijnen wordt aangedaan. Maar er is ook een ander probleem. De huid en het hoornvlies van het konijn verschillen behoorlijk van die van de mens en geven daarom niet altijd een voorspelling van reacties bij de mens. Hoog tijd dus voor een alternatief.’

De Wever ontwikkelde een methode waarmee hij huid, hoornvlies en mondslijmvlies kan kweken. ‘Het in vitro gekweekte weefsel is een heel goed alternatief. Je kunt er uitstekend de toxiciteit en werkzaamheid van producten mee testen.’
Hoe gaat De Wever te werk? ‘We nemen cellen van menselijk weefsel, bijvoorbeeld van huid die is weggenomen tijdens een chirurgische ingreep. Daarvan isoleren we individuele cellen, die we vervolgens plaatsen in kleine plastic bekertjes waarvan de bodem bestaat uit een doorlatend vlies. De cellen worden door dit vlies gevoed en beginnen te groeien. Na ongeveer twee weken heeft zich een weefsel, in dit geval huid, gevormd. Wij stellen de kweekjes bloot aan de lucht. Onder deze natuurlijke omstandigheden vindt uitrijping plaats en ontstaat een stevige verhoornde huid of een sterk hoornvlies.’
Betekent dit nu dat we binnen een paar jaar geen proefkonijnen meer nodig hebben?
De Wever legt uit: ’We zijn nog maar in de fase van de prevalidatie, waarin we hebben aangetoond dat de resultaten van onze modellen vergelijkbaar zijn met die van het diermodel.’ Daartoe koos De Wever twintig op konijnen geteste stoffen. Op basis van deze konijnentests waren tien van de stoffen gekwalificeerd als niet irriterend en tien andere als mild of sterk irriterend. ’We brachten deze stoffen aan op de gekweekte hoornvliesweefsels en bestudeerden de reactie. In de traditionele Draize-test wordt de roodheid van het konijnenoog gemeten en wordt gekeken hoelang het duurt voordat deze roodheid verdwijnt. De stoffen die in normale huid of hoornvlies roodheid veroorzaken heten cytokines. In de gekweekte weefsels worden ook cytokines geproduceerd en die kunnen we meten. Verder zullen er cellen afsterven, waarbij weinig celdood betekent dat een stof weinig irriterend is en veel celdood het omgekeerde.’

Maar De Wever was nog niet tevreden. Meer lezen ga naar het Research Magazine of klik hier voor meer over de bezwaren tegen dierproeven.

12 april 2006

Heeft de overheid de vrijheid om mens en dier te gijzelen tbv economie?


De Stichting Bescherming Hobbydierhouder Nederland schrijft in een persbericht over een aanstaand hoger beroep van 20 juli:

In 2003 hebben vijf hobbydierhouders zich persoonlijk opgeworpen om hun gezonde hobbydieren te beschermen tegen ruimingen. Ruimingen die onnodig en onjuist waren en rücksichtslos werden uitgevoerd door de AID. Tijdens deze crisis stond al vast dat geen enkele hobbykip besmet was met het H7N7 virus.

De stichting vond de werkwijze van het ministerie niet passen in deze tijd en vond tegelijkertijd dat er een daad gesteld moest worden. Namelijk, volledige ondersteuning geven aan de gedupeerde hobbydierhouder en de overheid wijzen op het feit dat gezonde dieren niet gedood mogen worden.

Tot zover het citaat.

Of het ruimen van hobbydieren wel of niet past in deze tijd is natuurlijk een kwestie van visie. Vroeger werd het niet gedaan en tegenwoordig vindt de overheid dat het bevolking, mens en dier, mag gijzelen wanneer dat het in het belang van de intensieve veehouderij is. Helaas is deze abjecte werkwijze tegenwoordig politiek geaccepteerd.
Ook de opvatting dat gezonde dieren niet gedood mogen worden dient nuancering. Juist in de intensieve veehouderij worden gezonde, jonge dieren massaal gedood ten behoeve van de consumptie.
Willen we als maatschappij dat niet meer toelaten dan blijft er weinig anders over dan zich af te keren van de consumptie van dieren. Op de politieke partijen kunnen we niet rekenen.
Het is de grondhouding ten opzichte van dieren die moet veranderen en dat kan alleen als de voorgangers daarin een aantrekkelijk voorbeeld zijn voor de onverschillige anderen. Vrijheid door het niet meer gebruiken van dieren in de brede zin van het woord is het adagium.

Zie ook de vrees van Thieme en Werner dat de overheid straks nog meer huisdieren laat ruimen.

11 april 2006

Vossenwelpen worden niet doodgeknuppeld maar afgeschoten of verhongeren

De Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNVJ) ontkent dat pasgeboren vossenwelpen door jagers worden doodgeknuppeld. Volgens de vereniging wordt alleen in uiterste noodzaak op zogende vossen gejaagd. ‘Vossenwelpen die daardoor hun moeder kwijtraken, worden niet doodgeknuppeld maar afgemaakt met een geweerschot’, aldus de zegsman van de jagersvereniging.

Wil je een moederloos vossenjong uit medeleven voor zijn eenzame en uitzichtloze leven doodmaken, dan kun je 2 dingen doen: wachten tot het jong van ellende uit het hol komt kruipen of je graaft het uit. De kans is klein dat een jager daar energie en geduld voor op kan brengen.

Een jager wacht liever op een hoogzit met een borrel of in een andere hinderlaag tot de oudervos of ander slachtoffer langskomt om het te schieten dan de schop ter hand te nemen om een vossenhol op te graven. Veel vossen worden ook 's nachts in het licht van koplampen gedood. "Nazorg" voor eventuele jongen wordt uiteraard niet verleend.
De faunabescherming roept op om foto’s te maken van deze laffe exercitie. Het zou allemaal nog mooier zijn om de jager op te roepen om zelf foto’s te schieten. Dan doet hij niemand kwaad en draagt hij bij tot een natuurlijker evenwicht. Meer over de vos en de bezwaren van de Faunabescherming tegen de vossenjacht, klik hier.




De intensieve veehouderij die op deze wijze mest uitrijdt is een veel grotere bedreiging van de nesten van de weidevogels dan de predatoren.

Afwijzing van een methode, niet van wetenschap in het algemeen

Opponenten van dierproeven krijgen nog wel eens te horen dat ze in wezen 'tegen de wetenschap' zouden zijn. Daarbij negeren voorstanders dan wel alle voorstellen voor (wetenschappelijke) alternatieven, d.w.z. onderzoeken die de vraagstelling net zo bevredigend zouden kunnen beantwoorden, maar dan zonder dat er dieren worden gebruikt.
Je hoeft dus helemaal niet wars van wetenschappelijke vooruitgang te zijn om toch tegen dierexperimenten te kunnen zijn waarvoor dieren moeten lijden of worden opgeofferd. De afwijzing van vivisectie (in de ruime zin) impliceert op zich dus niet dat je het stellen van wetenschappelijke vragen beschouwt als een uiting van menselijke hoogmoed of van een gebrek aan intuïtie en spiritueel levensgevoel.
Een voorbeeld: Stel dat je wilt vaststellen wat de gevolgen zijn van emotionele verwaarlozing voor de ontwikkeling van jonge kinderen. Dan kun je o.a. kijken naar klinische en forensische gegevens waaruit je een bepaalde correlatie kunt afleiden tussen verwaarlozing en psychologische scheefgroei. Je neemt de vraagstelling dan volledig serieus en erkent waarschijnlijk ook het maatschappelijke belang ervan.
Maar je zult het niet in je hoofd halen om zelf bepaalde kinderen experimenteel te verwaarlozen om hen met uitsluiting van alle andere factoren te kunnen vergelijken met kinderen die je niet verwaarloost. Helaas hebben onderzoekers, waaronder Harry Harlow, dit wel gedaan met apen. Bij proeven met zogeheten maternal deprivation werden baby-aapjes gescheiden van hun moeder in de hoop het effect ervan zo zeker mogelijk te kunnen vaststellen. Harlow maakte o.a. gebruik van middelen als kunstmoeders en isolatie. Dergelijke gruwelijke experimenten afwijzen hoeft helemaal niet te impliceren dat je beweert dat de vraagstelling "Wat gebeurt er met kinderen die geen ouderlijke liefde krijgen?" onzinnig is, bijvoorbeeld omdat we bij voorbaat al precies (in plaats van globaal) zouden weten wat het antwoord is. Ook hoeft het niet te betekenen dat je vindt dieren altijd teveel verschillen om hun gedrag als parallel te mogen beschouwen van menselijk gedrag.
Afwijzen van vivisectie betekent als zodanig slechts dat je gruwelijke dierproeven immoreel vindt, ongeacht of ze waardevolle kennis zouden kunnen opleveren.
Het gaat om de afwijzing van een specifieke methode om ethische redenen en niet van de hele wetenschap om levensbeschouwelijke redenen.
Er zijn zo ook grenzen aan het soort onderzoek dat je met mensen kunt doen. Iemand die de experimenten van een Josef Mengele afwijst zal bijvoorbeeld niet gauw worden verdacht van anti-wetenschappelijke tendensen.

Titus Rivas

06 april 2006

Verlies bio-industrie niet afwentelen op de belastingbetaler

Wakker Dier is woedend dat een sector die door het overgrootte deel van de bevolking niet wordt gewaardeerd en zich niets aantrekt van kritiek uit de maatschappij op het dierwelzijn, wel haar verliezen afwentelt op de belastingbetaler.
Het Nederlandse kabinet en de Europese commissie zijn plannen aan het maken voor extra subsidies aan de pluimvee-industrie nadat deze al tijdenlang verlies maakt vanwege de vogelpest. De subsidie zal waarschijnlijk bestaan uit extra exportsubsidies, kipreclames en betaalde opkoop of doding van kuikens, moederdieren of eieren.

01 april 2006

Is de overheid onpartijdig in zake de vogelgriep?

Stichting Wakker Dier daagt het (wetenschappelijk bureau van het) CDA uit om net als zij geld te steken in onderzoek naar de relatie tussen de consumptie van kip en het verspreiden van vogelgriep. Dit onderzoek zou moeten worden gedaan door de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). In 2002 werden de Keuringsdienst van Waren (KvW) en de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) ondergebracht in de nieuwe VWA. Deze twee organisaties hebben tot 2006 als werkmaatschappijen gewerkt binnen de VWA. Sinds 1 januari 2006 zijn KvW en RVV gefuseerd tot één agentschap: de Voedsel en Waren Autoriteit. De Voedsel en Waren Autoriteit is de overheidsorganisatie die de veiligheid van voedsel en consumentenproducten onderzoekt en bewaakt. Zij houdt toezicht op de veiligheid van voedsel en consumentenproducten en het welzijn van dieren. De VWA werkt binnen de hele productieketen: van grondstof en hulpstof tot eindproduct of consumptie. De ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zijn de opdrachtgevers van de VWA.

Omdat Nederland grote belangen meent te hebben bij de export van pluimveeproducten is het maar de vraag of deze overheidsdienst een waarlijk onafhankelijk en wetenschappelijk betrouwbaar onderzoek zou doen. De situatie in Nederland op de onderzoeksinstituten begint steeds meer te lijken op de Amerikaanse situatie. Over het vermengen van economische belangen met onderzoeksresultaten zijn meerdere boeken verschenen.
Waar iedereen het ondertussen wel over eens is, is dat een deel van de trekvogels vogelgriep heeft. Waar discussie over is, is of deze vogels het slachtoffer zijn van het feit dat mensen deze ziekte hebben verspreid of dat de vogels de verspreider van de ziekte zijn.
Bewijs is nog niet geleverd, maar het patroon is dat er in alle gevallen sprake is geweest van transporten van pluimvee of pluimvee producten tussen oude en nieuwe besmette gebieden; zoals de handel in kippen tussen China en Turkije.
Volgens Wetlands International is er nu alle aanleiding om veel meer naar de legale en illegale transporten van pluimvee te kijken.

Een andere vraag is “wat is precies de lijn van redeneren die moet worden onderzocht?”. “Als je kip eet, vergroot je de kans op het verspreiden van de vogelgriep”. Of is de redenering “als je kip eet uit de bio-industrie steun je een sector die exporteert en die export verhoogt de kans op vogelgriep?”

De kans is groot dat de drie betrokken partijen PvdD, CDA en VWA nooit overeenstemming zullen hebben over de juiste onderzoeksopzet.

Zachte heelmeesters maken stinkende wonden

Biologisch is maar een klein beetje beter

Veel mensen die tegen bio-industrie zijn kiezen voor biologisch vlees. Zij realiseren zich niet of willen er zich niet in verdiepen dat de omstandigheden van dieren uit de biologische veehouderij nauwelijks beter zijn dan in de intensieve veehouderij. De reden daarvoor is dat ook in de biologische veehouderij veel dieren op een beperkte ruimte worden gehouden. Door de ophokplicht zitten nu niet alleen de scharrelkippen maar ook de kippen uit de vrije-uitloop binnen. Dit leidt tot de constatering dat deze dieren er nauwelijks in welzijn op achteruit gaan. Logisch als je je bedenkt dat dat welzijn door de onnatuurlijke groepsgrootte al minimaal was en zij agressief zijn.
Omdat de dieren soms mogen buiten lopen op een beperkt stukje grond is de belasting met mest van deze ruimte veel groter dan in een natuurlijk situatie. Het gevolg is dat de dieren weer snel met ziektekiemen in aanraking komen.
Een ander voorbeeld is groepshuisvesting van jonge koeien. Kistkalveren mag niet meer, maar veel kalveren in een kleine ruimte houden en dit groepshuisvesting noemen mag wel. Per saldo is het dier er nauwelijks op vooruit gegaan.
Ook de reden voor de geboorte van een kalf is weinig natuurlijk. Een kalf wordt kunstmatig in het leven geroepen om de melkgift van de moederkoe op te wekken en na de geboorte gaat het erom dat dit dier geen kostenpost meer is. Dat kan door het dier zo snel mogelijk te laten slachten of het met zo weinig mogelijk kosten slachtrijp te maken.



Het opzetten van oogkleppen voorkomt schrikreacties, maar het sussen van je geweten met halfslachtige veranderingen in je consumptiepatroon zet weinig zoden aan de dijk.

Wil je echt iets doen waarmee dierenleed wordt voorkomen dan kun je beter afzien van de consumptie van dierlijke producten.
Kun je de verleiding niet weerstaan, verdiep je dan in de omstandigheden achter een bepaald keurmerk of label. “Biologisch” heeft meer te maken met de omstandigheid dat de dieren biologisch veevoer te eten krijgen dan dat de leefomstandigheden echt natuurlijk genoemd kunnen worden.

30 maart 2006

Met hun mond vol tanden

Wat mij meer dan eens is opgevallen in gesprekken over dierethiek en dierenrechten, is dat tegenstanders weigeren om echt in te gaan op argumenten. Een bekende tactiek van de tegenpartij is het op de man of vrouw spelen: je negeert de argumentatie voor dierenrechten gewoon en zoekt naar een wapen om de opponent monddood te maken. Dat kan door te verwijzen naar allerlei misdaden die men zou hebben gepleegd, bijvoorbeeld in het geval van activitisten die zich schuldig hebben gemaakt aan vernieling of intimidatie. Alsof de daden van zulke activitisten ook maar iets te maken hebben met de kracht van hun argumenten. Zoiets als "de oncoloog beweert dat roken ongezond is, maar hij rookt zelf ook, dus kun je zijn bewering niet meer serieus nemen."

Van de bekende ethicus Peter Singer wordt bijvoorbeeld vaak vermeld dat hij een voorstander is van het doden van gehandicapte baby's. 'Daarom' zou hij direct al gediskwalificeerd moeten worden als zijn argumenten ten gunste van dieren ter sprake komen.

Maar minstens zo vaak zoekt men naar een (oneigenlijke) reden waarom iemand opkomt voor dierenrechten. Er zal psychologisch wel iets mis zijn met hem of haar. Hij zal wel te weinig aansluiting vinden bij medemensen en zich daarom richten op dieren, zij lijdt vast aan rare complexen, etc. Ook dit is natuurlijk een drogreden, die argumentatief geen enkel gewicht in de schaal legt, maar helaas maakt hij af en toe wel indruk op derden.

Het komt er volgens mij op neer dat tegenstanders van dierenrechten vaak gewoon met hun mond vol tanden staan als het om de eigenlijke argumentatie gaat.

Titus Rivas

28 maart 2006

Voldoende omega-3 vetzuren zonder vis te eten

In het magazine Leven van maart/april 2005 van de Nederlandse Vegetariërsbond (NVB) een artikel over een alternatieve manier om voldoende omega-3 vetzuren te komen zonder vis te eten.

Als principieel niet-viseter kan je zo langzamerhand een licht gevoel van paniek besluipen, zeker als ook de serieuze wetenschap en het Voedingscentrum erop hameren dat je twee keer per week vette vis moet eten. Het wordt tijd de zaken op een rijtje te zetten. De voedingskundige van de NVB laat zien datje met een aantal simpele regels goed aan je omega-3-vetzuren komt zonder daarvoor vis te hoeven eten of naar supplementen te hoeven grijpen.

Uit onderzoek blijkt dat vegetariërs er wat betreft hart- en vaatziekten, de aandoeningen waarvoor de visvetzuren worden aangeraden, gunstig uitspringen, zou je je als vegetariër wellicht zorgen kunnen gaan maken. Die aanbeveling van het Voedingscentrum om twee keer per week vette vis te eten is er tenslotte niet voor niets. Gelukkig zijn er ook andere manieren dan vis eten of capsules met visolie slikken om aan de benodigde `visvetzuren' te komen. Als je niet zwanger bent, is het voldoende om dagelijks normale hoeveelheden plantaardige voedingsmiddelen met een hoog gehalte aan linoleenzuur te gebruiken. Voorbeelden hiervan zijn lijnzaad- en koolzaadolie en walnoten. Een supplement is dan niet nodig, want je maakt uit deze oliën en noten zelf voldoende visvetzuren aan. Met lijnzaadolie moet je echter wel oppassen. Deze olie is instabiel en dus kort houdbaar. Daarom is hij niet geschikt om in te bakken en te braden, maar je kunt hem wel in de sla doen en door je muesli roeren.

Meer over een gezond weekmenu? Klik hier.

26 maart 2006

Slachting onder zeehonden begonnen

De Canadese zeehondenjacht is begonnen. Honderdduizenden dieren zullen dit jaar weer worden afgeslacht voor hun mooie vacht. Er hebben terecht al veel protesten geklonken tegen deze vorm van jacht, zowel van de kant van dierenbeschermingsorganisaties als van celebrities zoals de voormalige Beatle-zanger Paul McCartney en zijn vrouw Heather Mills McCartney.
Toch zullen sommigen zich afvragen waarom de slachting onder zeehonden zoveel meer emoties oproept dan bijvoorbeeld het lot van miljoenen dieren in de bio-industrie.
Maar is al die ophef wel terecht? Het zou numeriek absurd zijn als men de honderdduizenden zeehonden die nu gedood zullen worden belangrijker of schokkender zou vinden dan wat mensen landbouwhuisdieren dagelijks en het hele jaar door aandoen. Maar dat neemt niet weg dat we ons ook bij de 'oogst' van zeehondenbaby's en aanverwante dieren geconfronteerd zien met een grote misdaad die ingaat tegen elementaire menselijke gevoelens. Het gaat om intelligente zeezoogdieren die relatief gezien nauw verwant zijn aan de mens en die van nature extra gemakkelijk gevoelens van sympathie en mededogen bij ons oproepen. Bovendien gaat het om bont, een product dat volstrekt overbodig is, een luxe-product dus. Dieren voor zoiets laten sterven is zelfs voor veel vleeseters nog overduidelijk immoreel.
Overigens is het natuurbeschermingsargument tegen de jacht gericht op het behoud van de soort niet krachtig genoeg, want zolang de soort genoeg op peil blijft, is deze vorm van natuurbescherming waarschijnlijk goed verenigbaar met het afschieten of doodknuppelen van individuele dieren.
Anderzijds is het economische argument van voorstanders een regelrechte gotspe. Alsof alleen het vermoorden van weerloze dieren voor voldoende geld in het laatje zou kunnen zorgen! Het is de plicht van de Canadese regering om voor minder dieronvriendelijk werk te zorgen.

Titus Rivas

20 maart 2006

Te zwaar? Eet minder vlees!

Schijf van 4 zonder vlees
Uit de Volkskrant van 16 maart:
Wie kampt met gewichtsproblemen, kan het beste overstappen op een vegetarisch dieet. Dat blijkt uit Brits onderzoek, deze week gepubliceerd in de International Journal of Obesity.

In het onderzoek werd de gewichtstoename vergeleken van 22 duizend vleeseters, viseters, vegetariërs en veganisten. De groep werd vijf jaar lang gevolgd. Gemiddeld kwamen de deelnemers in die periode twee kilo aan. De veganisten bleven het best op gewicht, de vleeseters het slechtst. Mensen die gaandeweg overschakelden op een dieet dat minder dierlijke producten bevatte, waren nog het minst aangekomen.
Ook lichamelijke oefening bleek een doorslaggevende factor. Deelnemers die gedurende de onderzoeksperiode fysiek actiever werden, bleven beter op gewicht dan de anderen.

Voor soortgelijke onderzoeksresultaten, klik hier.
Voor een suggestie voor een gezond weekmenu, klik hier.

16 maart 2006

Natuur, dat is poep en pis en stank en kwijl

In een interview door Max Arian in de Groene Amsterdammer in 2001 zei bioloog Midas Dekkers:
Varkenspest, gekkekoeienziekte, mond- en klauwzeer. Afschuwelijke en rare veeziektes overlappen elkaar. Honderdduizenden varkens, schapen, en koeien belanden op enorme brandstapels. Midas Dekkers ziet het als een nieuwe heksenjacht op het dier, als verpersoonlijking van het Kwaad.
en:
Weemoed, verlangen naar vroeger, dat is een heel mooi gevoel, ik ben er dol op. Maar vanuit een oogpunt van de voedselvoorziening zou het toch veel verstandiger zijn om nieuwe manieren van voedselbereiding aan te boren, waarvoor je geen koeien, varkens en schapen nodig hebt. Wij noemen ons een industriële natie, zelfs een informatiemaatschappij, maar deze superdesupermoderne en vertechnologiseerde maatschappij kan kennelijk niet bestaan zonder in Nederland elk jaar vierhonderd miljoen beesten de keel door te snijden. Het is toch achterlijk dat wij zestig procent van ons grondoppervlak nodig hebben voor het maken van voedsel! Dat is toch een absurde manier om iets te produceren?

15 maart 2006

Tips voor pijnloze productiereductie pluimveesector

Zibb: EU commissie wil pluimveeproductie verminderen

Dat is mooi. Nog mooier als zij het op een bepaalde manier aanpakken waarmee het pluimvee ook gebaat is. Daarom 3 pijnloze suggesties voor de Nederlandse beleidsmakers in Brussel.
  1. Minder dieren per vierkante meter of in businesstaal: “minder kilo’s per m²”.
  2. Schrap wederzijdse export. Dus geen kippen uitvoeren naar Duitsland en van Duitsland naar Nederland. Kost niets, spaart alleen maar “voedselkilometers”.
  3. Maak een importbeperking op onverantwoord geproduceerde kippenproducten.
Geef geen financiële steun voor de sector voor eventueel omzetverlies. Dat zet kwaad bloed bij de belastingbetaler en houdt een ten dode opgeschreven sector nog langer aan het lijntje.

08 maart 2006

Intensieve veehouderij masseert het publiek voor acceptatie bio-industrie

Het optreden van de vogelgriep en de varkenspest wordt door de intensieve veehouderij aangegrepen om het volledig afsluiten van de dieren in de veehouderij bij het publiek geaccepteerd te krijgen. Had de Europese politiek in het verleden akkoord gegeven voor het afbouwen van de kooisystemen, nu roepen de (Duitse) pluimveehouders weer om afstel van het kooiverbod. Graaft het daarmee haar eigen graf of weet het hiermee haar ellendige bestaan nog wat te rekken?
Terwijl de marges steeds kleiner worden en de bedrijven steeds grootschaliger, wordt het belang van de sector om dierziektes buiten te houden ook steeds groter. Er is immers afgesproken dat de sector zelf moet opdraaien voor de kosten van de bestrijding van en de schade van massale dierziektes.

Voor de organisaties die zich inzetten voor dierenwelzijn zijn deze ontwikkelingen een beetje dubbel. De aantasting van dierenwelzijn bij veehouders die hun dieren buiten laten lopen is geringer, dan bij dieren die hun hele korte leven binnen blijven. Wanneer een vogelgriep, MKZ of varkenspest uitbreekt dan zijn de hobbydieren het haasje, maar de steun voor hobbydierenhouders is niet sterk. De meeste dierenbelangenorganisaties vinden dat je eigenlijk geen dieren in kooien moet houden.
Ook voor de jagers is situatie een beetje dubbel. Het liefst knallen zij er op los om schadelijk wild in omvang te beperken, anderzijds is er minder schade door roofdieren wanneer er geen hobbypluimvee meer gehouden wordt. Vossen vangen dan geen loslopende kippen meer.
Inmiddels heeft de sector goed door dat het grote publiek vrij laks is in het nemen van haar verantwoordelijkheid ten opzichte van haar consumptiepatroon voor de dieren in de veehouderij, het milieu en de vrije natuur. De bio-industrie wordt daarom steeds minder schuchter om de zaak volkomen om te draaien en zaken als “gezond” te labelen die een tiental jaren onomstreden als “ziek” zouden worden gezien. Ongeboren biggetjes worden met de keizersnede gehaald en virusvrij opgekweekt. Zalmen vegetarisch houden in kweekbakken wordt “duurzaam” genoemd. Dieren schieten voor de lol wordt “natuurbeheer” genoemd. De zee leegvissen heet “oogst van de zee”.

Het publiek zal door de ontwikkelingen steeds minder dieren (in de wei) op het platteland aantreffen en de band met de veehouderij zal verminderen. Het is voor een deel aan de media om het koopgedrag van het publiek te beïnvloeden. Zal de consument zich afwenden van de producten van de intensieve veehouderij vanwege de onnatuurlijkheid van de leefomstandigheden? Zal het grote publiek het discutabele financiële en gezondheidsvoordeel van de consumptie van industrieel geproduceerd vlees en zuivel gaan beseffen? Krijgen we met de ruk naar politiek links ook een revival van een natuurlijke levensstijl?

Vogelgriep? It is the economy, stupid!

Veevoeder- en visvoedingsfabrikant Nutreco wil zalm omtoveren tot vegetariër. Dat is gemakkelijker dan de mens te bewegen om zelf vegetariër te worden. Visvoedingsfabrikant Nutreco ziet dat als de enige mogelijkheid om ook op lange termijn de groeiende wereldbevolking aan zalm te helpen. Uiteraard, maar er zijn een aantal goede redenen om dit voornemen te wantrouwen.
Nutreco verwerkt veel vismeel en visolie in zijn voer. Maar deze grondstoffen worden steeds duurder, vooral nu in Amerika pillenfabrikanten profiteren van de nieuwste gezondheidshype, de Omega-3 vetzuren.
Nutreco is grootaandeelhouder van 's werelds grootste zalmkweker, Marine Harvest. Marine Harvest haalde vorig jaar een belangrijk deel van de nettowinst voor Nutreco binnen (46 miljoen). Nutreco brengt Marine Harvest naar de beurs in Oslo voor acquisities in de groeiende diervoermarkten van Centraal- en Oost-Europa, Azië en Latijns-Amerika en voor investeringen in visvoer. Verder kan Nutreco met de opbrengst een actievere rol spelen bij de consolidatie van de vleessector in de Benelux en Spanje.

Maar er verschijnen niet alleen beren op de weg, maar ook aan de rivier. Josef Reichholf, een Duitse professor in de dierkunde aan de universiteit van München is van mening dat de wereldwijde verspreiding van de vogelgriep waarschijnlijk veroorzaakt is door het binnendringen van besmette fecaliën van pluimvee in de voedselketen, via vis.
Nutreco heeft belangen in de allerlei schakels in de voedselketen: het veevoer, de visvoedingsindustrie en de vleessector. Door de intensieve vis- en veehouderij te ondersteunen is Nutreco mogelijk ongewild betrokken bij het vergroten van de kans op het uitbreken van een pandemie door de vogelgriep.

Zou het niet veiliger voor de volksgezondheid en meer duurzaam zijn als de mens ipv de zalm vegetariër zou worden? Voor het hachje van de Amerikaans pillenfabrikanten hoeft de consument overigens niet bang te zijn, want zij zullen ook profiteren van het uitbreken van de vogelgriep. Immers, zoals ex-president Clinton al zei: it is the economy, stupid!

Onnatuurlijke kringlopen vergroten de kans op besmettelijke dierziektes

Toen in de negentiger jaren koeien op grote schaal diermeel kregen te eten ontstond de ziekte BSE.
Nu pluimvee en varkens gevoerd worden met vismeel is er een nieuw gevaar ontstaan. Pluimveemest wordt (vaak met daarin verwerkt dode kuikens) uitgereden over het land. Trekvogels eten van het gras, maar krijgen virussen en bacteriën uit de bio-industrie mee naar binnen. Trekvogels poepen in het water, regen spoelt overvloedig aanwezig mest naar open zee. Vissen krijgen de virussen en bacteriën mee naar binnen. Vissen worden massaal gevangen en verwerkt tot diervoeder voor de intensieve veehouderij en voor de zalmkwekerijen.
Voor een wetenschappelijke onderbouwing zie de publicaties van Josef H. Reichholf, een professor dierkunde aan de universiteit van München.
Hiermee is de cirkel rond en kan de natuur de levensvatbaarheid van allerlei levensbedreigende mutaties uitproberen. Daarvan zijn vaak niet alleen de dragers de dupe maar ook de mens wanneer deze dierlijke producten eet of te intensief omgaat met de dieren.
Deze vicieuze cirkel kan op vele manieren worden doorbroken, maar de beste is persoonlijk afstand te nemen van de uitbuiting van dieren.
Het instandhouden van deze kringlopen is in het belang van de grote industrieën (veevoederindustrie, vlees en zuivelverwerkende industrie en de farmaceutische industrie). Slachtoffer zijn consumenten, dieren, natuur en milieu.

06 maart 2006

Marijke Vos is niet voor grootschalige veehouderij

Het Agrarisch Dagblad heeft GroenLinks politica Marijke Vos geïnterviewd en haar ondermeer de vraag voorgelegd hoe zij of GroenLinks denkt over grootschalige veehouderij.
Natuurlijk geeft Marijke Vos een antwoord waarbij zij het grootschalig zijn van een bedrijf niet principieel afvalt. Je kunt beter 500 koeien of varkens bij elkaar plaatsen in een stal waarbij zij zich in groepsverband natuurlijk kunnen gedragen en een uitloop naar buiten geven, dan 100 kleine biologische bedrijven waar 5 varkens permanent aangebonden staan tussen stangen.
Het is natuurlijk wel een beetje flauw om vervolgens breeduit in de kop van het artikel te melden dat GroenLinks niet tegen grootschalige veehouderij is.
In de rest van de tekst maakt Marijke Vos voldoende duidelijk dat zij tegen bio-industrie is, en terecht. Grootschaligheid heeft nu eenmaal meer te maken met op grote schaal te kort doen van dierenrechten en dierenwelzijn dan dat beide zaken op grote schaal in de intensieve veehouderij ondersteund worden.
Wat mogelijk nog wel een voordeel is van grootschaligheid is de lagere emotionele betrokkenheid van het management bij het voort laten bestaan van een verliesgevende onderneming. Grote bedrijven stoppen eerder als het niet langer uitkan. Grote bedrijven kunnen vaak ook beter aanpassingen financieren die wettelijk verplicht zijn in verband met eisen aan minimale dierenwelzijn.

05 maart 2006

Diervriendelijker communiceren gewenst ivm vogelgriep

Persbericht
GAIA kreeg de laatste dagen tientallen oproepen van mensen die paniekerig reageren met ernstige gevolgen voor de dieren.
De meeste oproepen komen uit de Kempen en Oost -en West-Vlaanderen. Ook aan de Kust blijkt men weinig info te hebben over de maatregelen tegen vogelgriep.
Vaak gaat het om kleine onduidelijkheden, maar ook meer zorgwekkende situaties worden aan GAIA meegedeeld.
Zo kreeg de dierenrechtenorganisatie een telefoontje van een man uit Zwalm die beweerde dat de politie zijn wilde ganzen komt neerschieten indien hij ze niet afschermt.

Ook weten mensen nog steeds niet goed wat er met hun dieren moet gebeuren. Vooral landbouwers willen hun dieren afmaken of dumpen, o.a. bij GAIA zelf. Sommigen willen zelfs overvliegende vogels neerschieten.Ook niet iedereen begrijpt het verschil tussen "ophokken" en "afschermen". Ze vragen wat het nut is van afschermen en of het allemaal wel diervriendelijk is.
Door de term 'ophokken' te benadrukken, terwijl het eigenlijk om een afschermplicht gaat, maakt men de mensen nodeloos bang.

GAIA reageert ook op de beelden die gisteren, 2 maart, in het Journaal op Eén van 19u te zien waren. Daar werd getoond hoe een kippeneigenaar zijn dieren liet afmaken door enkele jagers.
De dieren waren niet meteen dood, één zwaargewonde kip spartelde nog. De eigenaar zei de kippen niet te kunnen vangen met een net en beweerde geen andere oplossing te zien dan ze te doden.
Dergelijke praktijken zijn illegaal en barbaars. "Dieren zomaar afknallen is een inbreuk op de wet van het dierenwelzijn. Het FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen) heeft zelf gezegd dat, indien alle andere oplossingen uitgeput zijn om de dieren af te schermen, men een beroep mag doen op een dierenarts om ze te laten inslapen. Het heeft niet gesproken over het inhuren van jagers om de dieren af te knallen.

GAIA maakt zich ook zorgen over de "massahysterie" bij de bevolking. Mensen beginnen paniekerig en hysterisch te doen, terwijl er zelfs nog geen sprake is van een uitbraak van vogelgriep.
Mensen hebben de mond vol van dierenliefde, tot op het moment dat er een probleem is. Massahysterie en onduidelijkheid zorgen voor de grootste problemen. Meldingen uit La Louvière en Luik maken gewag van katten die vergiftigd zouden worden uit bezorgdheid voor besmetting met het vogelgriepvirus.

Volgens GAIA is het de taak van de overheid, en dan meer specifiek van het FAVV, om gerichter en duidelijker te communiceren over de diervriendelijkste oplossingen.
Het FAVV moet de mensen duidelijk maken dat wrede praktijken zoals het neerknallen van dieren illegaal is. Het FAVV moet zich daartegen sterk afzetten en duidelijk stellen wat mag en niet mag.
Tot nu toe is de manier waarop gecommuniceerd wordt blijkbaar onvoldoende". GAIA pleit ook voor vaccinatie van hobbydieren als bijkomende bescherming bovenop het afschermen van de dieren.

03 maart 2006

Varkenshouderij probeert fijn stof in de ogen te strooien

De intensieve veehouderij produceert net als het verkeer fijn stof. Dat is niet fijn en kan schadelijk zijn voor de gezondheid. De overheid probeert daarom de sector te bewegen om luchtwassers aan te schaffen. Daar heeft de sector weinig behoefte aan en probeert het probleem te bagataliseren.

Dit is de verklaring van de overheid:
VROM en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) starten dit jaar een programma om de toepassing van gecombineerde luchtwassers voor intensieve veehouderijen te stimuleren. Dit schrijft staatssecretaris Van Geel in een brief die hij op 1 februari 2006 aan de Kamer heeft gestuurd.

Een gecombineerde luchtwasser vermindert de uitstoot van fijn stof en ammoniak en de stank van mechanisch geventileerde stallen aanzienlijk. De intensieve veehouderij veroorzaakt ongeveer 20% van de uitstoot van fijn stof in Nederland.
VROM en LNV hebben het programma Luchtwassers opgezet om nieuwe technieken die de uitstoot van luchtvervuiling tegen gaan, waaronder de luchtwassers, versneld in te voeren. Beide ministeries stellen alles in het werk om nog dit jaar een emissiefactor voor dit type luchtwasser op te nemen in de Regeling ammoniak en veehouderij, waardoor vergunningverlening voor deze techniek mogelijk wordt. De Kamer heeft voor 2006-2009 10 miljoen euro gereserveerd voor onderzoek naar het versneld beschikbaar en toepasbaar maken van gecombineerde luchtwassers. Het programma richt zich ook op technische innovatie, vooral gericht op het milieu zoals bijvoorbeeld zuiniger energiegebruik.
VROM en LNV willen veehouders met een investeringsregeling prikkelen om luchtwassers aan te schaffen. De subsidieregeling zal nog in 2006 worden opengesteld, mits de Europese Commissie er mee instemt. Aan de Tweede Kamer is toegezegd dat het kabinet voor de investeringsregeling maximaal 15 miljoen euro beschikbaar stelt. Het definitief beschikbare budget zal nog worden bekendgemaakt. VROM en LNV onderzoeken daartoe nu wat de investeringsbehoefte in de veehouderij is.

Rem het virus, neem geen kat

Met deze prikkelende stelling probeert Trouw-columnist Sylvain Ephimenco de oproep van Wakker Dier om minder kippenvlees te eten belachelijk te maken. Hij legt in zijn column de relatie tussen vegetarisme en houden van dieren en de Duitse angst voor het krijgen van een dodelijke griep door hun kat.
In Duitsland heeft een kat vogelgriep gekregen doordat deze een vogel had gevangen die deze dodelijke ziekte had. Op zich is de angst van de Duitsers voor een zoönose (om ziek te worden van een dier) goed te begrijpen, maar om nu om die reden je kat aan de dijk te zetten gaat te ver. Wanneer je een huisdier in huis haalt, moet je er ook voor zorgen: “in goede en in slechte tijden tot de dood hen beiden scheidt”.
Maar voor wie nog geen huisdier in huis heeft gehaald is het ook zonder de dreiging van een zoönose een goede zaak om nog eens goed na te denken waarom je dat eigenlijk zou doen. Dat je van dieren houdt is nog geen steekhoudend argument om vervolgens een dier te willen bezitten. Wie van mensen houdt, staat voor dezelfde vraag en wie het wezen daarvan wil doorgronden, kan het beste uitgaan van de ander. Hoe kan ik weten dat een ander van mij houdt?
Het antwoord, dat ons mensen het meest zal aanstaan, zal ongeveer luiden: “als deze mij onvoorwaardelijk mijn gang laat gaan”. Met andere woorden: het bewijs van houden van ligt in het vrij laten van de ander. Jonge mensen willen nog wel eens de fout maken te denken dat het een romantisch verzuchting is om tegen jouw geliefde te zeggen “ik kan niet zonder jou”. Mensen die wat meer ervaring in de liefde hebben, weten dat dit een slecht voorteken kan zijn.
Terug naar het huisdier. Niet ieder dier is geschikt als huisdier. Wanneer het in een kooi moet worden gehouden, zou je eigenlijk eerder mogen spreken van het gijzelen van een dier. Een huisdier als kat en hond maakt deel uit van het gezin en zou naar buiten moeten kunnen als zij dat willen. Een huisdier moet dus passen in jouw opvatting over vrijheid, maar mag zelf ook verwachten enige vrijheid te krijgen. Kun je dat niet garanderen, dan moet je geen huisdier nemen.

Respect

Wanneer je zelf panisch bent voor een pandemie, moet je geen dieren aanraken. Dat is geen doodzonde, de meeste dieren zouden niet anders willen. Dieren willen net als mensen vrij zijn en zelf bepalen wie ze aanraken en door wie ze geaaid worden. Roofdieren moeten leven van de dieren die ze kunnen vangen. Zieke, zwakke en oude dieren zijn gemakkelijker te vangen. Dat je vervolgens vogelgriep kunt oplopen is het beroepsrisico van roofdieren en gieren. Mensen hebben een keuze en zij houden vooraleerst van hun eigen vrijheid. Maar te weten waar andermans vrijheid ligt is een levenskunst.

01 maart 2006

Met pluimvee geen droog brood te verdienen


In de intensieve pluimveesector moet gewoekerd worden met de ruimte. Zoals een fruitteler twee keer langs zijn bomen loopt om te plukken en de appels die blijven hangen de gelegenheid te geven om te groeien, zo kent de pluimveesector het systeem van uitladen. Een aantal dagen voordat de eerste lichting pluimvee normaalgesproken naar de slacht gaat en de stalvloer bedekt is met lijdzaam wachtende kuikens, wordt een deel naar de slacht gebracht zodat de rest nog wat ruimte krijgt om te groeien. Dit systeem heet uitladen. Het woord lijkt een samenvoeging met uitbuiten en inladen.

In een rapport van een jaar geleden gemaakt door het LEI over de economische gevolgen van de verlaging van de bezettingsgraad in de intensieve veehouderij valt het volgende te lezen.
De opbrengstprijzen zijn al enige jaren relatief laag. Bij hogere opbrengstprijzen zal het inkomen van de vleeskuikenhouder weliswaar hoger worden, maar het economisch nadeel van een lagere bezetting zal verder toenemen;
- bij het bedrijfssysteem niet uitladen is het arbeidsinkomen lager dan bij het bedrijfssysteem uitladen. De reden dat bedrijven toch dit systeem toepassen ligt op het terrein van staluitrusting, management niveau, maar vooral door wensen van de afnemende slachterij. Bij verlaging van de bezettingsdichtheid kan verwacht worden dat meer bedrijven zullen overschakelen naar het systeem met uitladen. De aansluiting bij de wensen vanuit de markt kan hierdoor verstoord worden. Daarbij komt dat veterinairen aangeven dat het systeem van uitladen duidelijke nadelen heeft op het terrein van hygiëne en diergezondheid;
- een andere mogelijkheid voor vleeskuikenhouders om de vermindering in het inkomen bij verlaging van de beginbezetting op te vangen kan zijn om de stalcapaciteit te vergroten. Verlenging van stallen zal daarbij geen optie zijn omdat de bouwkosten van de extra vierkante meters relatief duur zijn en het technisch vaak onmogelijk is de bijbehorende inrichting te verlengen. De grotere bedrijven kunnen eventueel een extra stal bijbouwen. In de huidige Nederlandse situatie heeft de veehouder te maken met stringente regelgeving op het terrein van milieu en ruimtelijke ordening (Den Hartog, 2003). Waarschijnlijk zullen slechts enkele bedrijven een vergunning zullen krijgen voor een dergelijke uitbreiding;
- de inkomens in pluimveevleessector in Nederland waren de laatste drie jaar negatief. Dit wordt vooral veroorzaakt door de grote concurrentie op de markt met pluimveevlees uit derde landen, zoals Brazilië en Thailand. Een eventuele EU-norm voor de bezettingsdichtheid zal de concurrentiepositie verder verslechteren. Bij negatieve inkomen gedurende meerdere jaren zullen bedrijven en slachterijen hun activiteiten staken wat ten koste zal gaan van de werkgelegenheid.
Tot zover het LEI.

Een relatief goedkope uitbreidingsmogelijkheid voor staluitbreiding is een luik te maken naar buiten, een deel van de buitenruimte te overkappen en aldus de leefruimte kwantitatief en kwalitatief te vergroten. Maar dat heeft weer het nadeel dat de kans op vogelgriep toeneemt en daarmee is de vicieuze cirkel weer gesloten.
Er is maar één uitweg: stoppen en iets totaal anders doen. Daarmee doet de pluimveehouder zichzelf, het dier en de samenleving een plezier.

Je kunt dierenwelzijnszorg niet aan particulieren overlaten

Kun je de verantwoordelijkheid voor drugsgebruik aan de jeugd overlaten?
Kun je in ons land je deur ’s nachts van het slot houden?
Kun je je tas onbeheerd achterlaten in een openbare ruimte?
Kun je de invulling van de ruimte langs de snelwegen overlaten aan de gemeente?
Zit de inspectiedienst van de Landelijke Dierenbescherming zonder werk?


En zo kan de lijst nog oneindig lang doorgaan. De veehouder en de particulier die als hobby dieren houdt, zullen aanvoeren dat de gezondheid van het dier in ieders belang is. Dat moge zo zijn, maar welzijn en gezondheid zijn wel gerelateerd maar niet onderling uitwisselbaar. Het dier in de intensieve veehouderij sterft jong. In zijn korte leventje wordt het met behulp van vaccinaties zo snel mogelijk tot maximale omvang gebracht en vervolgens naar de slacht.
Je mag het wel aan de veehouder overlaten dat deze groeiperiode met zo min mogelijk groeiremmende ziektes gepaard gaat, maar dat zegt nog niets over het geestelijk welzijn van het dier. Stress is een fysiek ongemak die blijvende schade oplevert als deze te lang duurt. Je kunt stellen dat de dieren in de veehouderij daarvoor te kort leven, maar dat laat onverlet dat de dieren lijden onder het gebrek aan mogelijkheden om zich natuurlijk te gedragen.
De hedendaagse mens wil graag serieus genomen worden en zelf bepalen of hij of zij een ethische grens overschrijdt. De overheid beperkt haar rol steeds meer tot voorlichting. Maar de overheid is ook weer niet zo gek dat zij bijvoorbeeld ooit verkeersgedrag zonder boetes zal regelen. Iedereen weet dat je niet door rood of te hard mag rijden, maar je houdt je aan die regel uit fatsoen en uit angst voor een boete. Het is itt vee houden, openbaar gedrag.
Zo is het ook met de zorg voor dieren. Dat kan je niet volledig aan een particulier overlaten. De overheid en de politiek zijn gevoelig voor het argument dat er veel geld omgaat in een bepaalde sector en dat er veel mensen in werken. In het geval van de intensieve pluimveehouderij wordt al jaren weinig tot niets verdiend en dat zal door de eis voor een lagere stalbezetting ook niet beter worden. Wel wordt er veel omgezet en is er een zekere hoeveelheid mensen in werkzaam, maar dat is ook het geval in de criminele sector en niemand zal criminaliteit om die reden willen handhaven.
Het huidige toekomstperspectief is ongunstig voor de intensieve veehouderij en dat moet dan ook de reden zijn om ons land, de dieren en het milieu niet langer in mogelijke gijzeling te houden om economische redenen.
Het is helaas weer tijd geworden om de regelgeving ten aanzien van het houden van dieren weer aan te scherpen. Het meest optimaal zou dat zijn wanneer dat zou gebeuren vanuit een duurzame en ethisch verantwoorde visie. Deze visie zou kunnen zijn het grondrecht van dieren om de vrijheid te hebben om natuurlijk gedrag te vertonen.
Wie wil weten wat voor voordelen dat allemaal mee zich meebrengt, leze hier verder.

28 februari 2006

Proefdiergebruik vorig jaar toegenomen

Het aantal proeven met apen in 2004 is gestegen naar 701, een stijging van 83 procent.
In 2004 deden universiteiten, onderzoekinstituten en bedrijven samen 633.155 dierproeven; in 2003 waren dat er nog 620.875.
Muizen (289.488), ratten (139.910) en kippen (114.208) worden het meest gebruikt voor de proeven.

Daarmee is de praktijk strijdig met de voornemens van het rijksbeleid voor proefdieren dat gericht is op verlaging van het proefdiergebruik.

Een woordvoerdster van de Voedsel en Waren Autoriteit brengt tegen deze constatering in dat wanneer je het gemiddelde van afgelopen jaar vergelijkt met meerdere jaren daarvoor dan dan wel sprake is van een daling. Maar deze logica is niet gebruikelijk op dit niveau.

Minder voedingsstoffen in zuivel

Van de site van de Stichting Varkens In Nood:
Melk en vlees bevatten minder gezonde voedingsstoffen mineralen dan vroeger

6 februari - Melk en vlees bevatten veel minder mineralen in vergelijking met 1940. Een biefstuk bevat de helft minder ijzer en een glas melk een vijfde minder magnesium. Dat blijkt uit een analyse van de Engelse Food Commission.

Een vergelijking van mineraalgehaltes uit 1940 met de waardes uit 2002 laat zien dat een steak 55 procent minder ijzer en 7 procent minder magnesium bevat. Voor melk is dit 60 procent minder ijzer. Al eerder werd gevonden dat biologische melk een veelvoud aan gezonde voedingsstoffen bevat t.o.v. fabrieksmelk. Een verklaring hiervoor is dat biologische en ouderwetse dieren langzaam groeiend gras aten, met veel meer klaver en andere kruiden. Tegenwoordig eten koeien doorgefokte grassoorten die wel kwantiteit maar weinig kwaliteit leveren.
Tot zover VIN.

Je kunt natuurlijk nog lekkerder, verantwoorder en effectiever vegetarisch en gevarieerd bio-dynamisch gaan eten.

25 februari 2006

Stop het gesleep met vogels

De vogelgriep-crisis zou de aanleiding kunnen zijn om een aantal problemen in één keer op te lossen.
Deze problemen zijn:
1. het internationaal of globaal heen en weer slepen van pluimvee(producten)
2. de invoer van exotische vogels
3. het houden van wilde vogels en de handel daarin

Als toelichting op het heen en weer slepen: er worden in ons land evenveel pluimveeproducten ingevoerd als geconsumeerd en er wordt nog eens een veelvoud daarvan geëxporteerd. Dat is waanzin. Waarom hier kippen houden en op de buitenlandse markt verkopen, terwijl we gelijktijdig kippen uit het buitenland halen om hier te verkopen? Dat dit krankzinnige “vrije” markmechanisme alleen kan werken door de dieren te korten op hun natuurlijke behoeften, is niet een grote aanslag op het voorstellingsvermogen van iedere EU-burger.
Een stal met vleeskuikens wordt een aantal keren per jaar gevuld met kuikens en na 6-7 weken leeg gevangen omdat de dieren slachtrijp zijn. Wat is er verder op tegen dat een stal vervolgens een paar weken leeg blijft omdat er minder vraag naar kippenvlees is? Al dan niet als gevolg van de angst of weerzin van de consument?
Wanneer de Europese ambtenaren eens de mouwen zouden opstropen en een regeling zouden ontwerpen waarmee ze deze heilloze uitruil domweg zouden stoppen, opheffen of onaantrekkelijk maken, dan is het gevaar van de verspreiding van vogelgriep al grotendeels verminderd. Het scheelt vele voedselkilometers waarvan de kostenbesparing mooi de te verwachte prijsverhoging van kippenvlees kan compenseren.

Dan het probleem van dierenleed door het opsluiten van vogels. Vogels willen vrij zijn en kunnen vliegen. Doordat de wetgever niet goed heeft opgelet, kunnen kwaadwillende hobbyisten nu wilde vogels van zogenaamde “gesloten ringen” voorzien. Soms doen ze dat al in het nest, terwijl de oudervogels nog met de verzorging bezig zijn. Vlak voor het uitvliegen worden deze onfortuinlijke dieren voor de rest van hun leven opgesloten in een kooi. Een walgelijke praktijk die door de wet wordt gedekt.
Het kan toch niet zo moeilijk zijn om hiervoor een wet op te stellen. Welk belang van mensen is ermee gediend om vogels in een kooi op te mogen sluiten?
Vogels hebben het recht om echt vogelvrij te blijven en niet overhoop te worden geschoten voor het plezier van de jager of te worden opgesloten omdat iemand het leuk vind om er naar te kijken. Je kunt ook vogels kijken in de vrije natuur. Je moet er alleen je huis voor verlaten. Als je daarvoor te beroerd bent, kun je via Internet en “Green Planet” of “Discovery channel” hele dagen kijken naar vogeldocumentaires.

24 februari 2006

Vogelgriep, wie kan het wat schelen?

Terwijl er in de media veel aandacht is voor de naderende vogelgriep, is er in het dagelijkse leven weinig van te merken. Het zal de meeste burgers worst wezen.

De recreant zal er ook weinig van merken, want het is nog winter. Als je in de stad woont, gaat het leven op het platteland vaak volkomen aan je voorbij. Als consument merk je in de winkel nu en straks bij een eventuele uitbraak weinig in je portemonnee want door de vrije wereldmarkt zijn de supermarkten al jaren gewend om vlees en zuivel afwisselend van het eigen of het buitenland te betrekken.

Sommige natuurliefhebbers maken zich een beetje zorgen of de trekvogels de schuld krijgen en of zij moeten boeten voor het feit dat ze er zijn.

Wie op het platteland als hobby het houden van vogels heeft (duiven, sierkippen of eenden) wordt vriendelijk doch dringend verzocht deze binnen te houden. Gevederde vrienden zijn over het algemeen leuk om naar te kijken, de meeste mensen hebben er weinig band mee. Als makke schapen leveren de hobbydierhouders hun gezonde dieren in om vernietigd te worden, maar hebben ze een alternatief? Is een stom beest een revolutie waard?

De sensatie van het geheel lijkt meer interessant voor de media dan voor het publiek. Misschien worden er straks weer op grote schaal pluimveestallen geruimd en zullen deze ruimers mogelijk ziek worden. Mogelijk zullen een aantal pluimveehouders failliet gaan. Allemaal bedrijfsrisico? Blijkbaar wel.

In Azië zijn mensen dood gegaan aan de vogelgriep, maar dat waren vaak kinderen of mensen die in direct contact stonden met zieke en dode vogels. Wie speelt er in Nederland nu met dode vogels? Ja, een paar jaar geleden, toen waren er wat ruimers die voetbalden met vergast pluimvee.

Kortom, de consument loopt weinig risico voor zijn gezondheid. Zou die dat wel lopen, dan zou er in ons land meer opwinding zijn. Allemaal eigen belang, maar deze grondhouding straalt ook van de agrarische sector af. Waarom zou het publiek solidair zijn met mensen die in grote getale dieren houden puur en alleen voor het financiële gewin of onder het mom van een hobby?

Het is jammer dat veel mensen zich de publieke ruimte laten afpakken. Er is schroom om elkaar aan te spreken op het gedrag. De overheid speelt ook nog eens een actieve rol in het afraden van de burger om zich te bemoeien met de uitbreiding van de intensieve veehouderij op het platteland. Op deze wijze gaat er nog meer verloren van een authentiek landschap en een authentieke invulling van het beroep van boer. Het is te hopen dat mensen zich dit realiseren wanneer er weer verkiezingen zijn.

We leven steeds meer in een virtuele wereld. Wil je een paar keer jaar ontsnappen aan de grote stad, dan ga je niet meer naar het platteland, maar pak je een vliegtuig naar een deel van de wereld waar het allemaal nog authentiek lijkt. Heeft de massa het daar verpest, dan ga je naar een andere uithoek van de wereld. Er zijn nog zoveel keuzes.

De globalisering van de agrarische sector gaat gelijk op met de globalisering van het toerisme en van de solidariteit. Een individu in de huidige maatschappij heeft via het digitale venster vele mogelijkheden om aansluiting te vinden bij dat deel van de wereld waarop hij zijn blik wil richten. Voor die paar agrarische ondernemers die hun ramen en deuren hebben gesloten voor de buitenwereld en die hun dieren virusvrij en hermetisch willen afschermen is steeds minder solidariteit. Uit het oog, uit het hart.

Wat is het wezen van (dieren)liefde en compassie? We hebben het wel over "houden van", maar in wezen komt van iets of iemand houden neer op deze "los te kunnen laten". Soms houd je schone handen door ze leeg te houden. Beter 10 vrije vogels in de lucht dan een zieke in de hand.

Het beeld van dalend aantal varkens klopt niet

In het Agriholland nieuws verscheen dit bericht:

Onder druk van kostprijsstijging en daling van de opbrengstprijs is schaalvergroting één van de belangrijkste structuurontwikkelingen in de varkenshouderij. Het aantal varkens in Nederland daalde de afgelopen jaren van ruwweg 15 miljoen naar 11 miljoen. Daarnaast is het aantal bedrijven met varkens sterk verminderd. LEI-onderzoeker Robert Hoste verwacht dat deze laatste trend zich verder zal doorzetten. Wanneer dat het geval is zal het aantal bedrijven met varkens in Nederland in 2015 zijn gehalveerd. Tot zover.

De tekst wekt de suggestie dat er een dalende lijn zit in het aantal varkens in ons land. Dat is niet het geval. Minder bedrijven zullen in de komende 10 jaar meer varkens gaan bevatten, waardoor het gemiddelde aantal varkens in ons land min of meer gelijk zal blijven. Deze ontwikkeling zal alleen anders uitpakken, wanneer er een ziekte uitbreekt onder de varkens of wanneer er een regering komt die actief ingrijpt. In het huidige beleid wordt de schaalvergroting doorgezet, zoals dat al 40 jaar geleden is ingezet. Het publiek zal dit alleen van buitenaf kunnen constateren: er komen meer grote bedrijfsgebouwen, zonder dat zichtbaar is dat er binnen dieren worden gehouden en af en toe zal er in het nieuws aandacht worden besteed aan de uitbraak van een dierziekte. In de prijs van het vlees en zuivel in de supermarkten zal de consument daar weinig van merken, want door de vrije wereldmarkt is het van overal afkomstig.

Het is een open vraag hoe lang de steeds kleiner worden groep die in Nederland bezig is met agrarische producten het politieke en overheidsbeleid nog in zijn adembenemende klem kan houden. Door de vervreemding van de agrariër van zijn omgeving zal ook de binding met het publiek losser worden, tenzij de PR-machine er in slaagt om in de beeldvorming de hobbyboeren voor de agrarische ondernemers te verwisselen.

Kinderboerderijen spelen hierbij een discutabele rol omdat zij de jonge generatie een misplaatst geromantiseerd beeld voorschotelen dat al lang geen realiteit meer is.

23 februari 2006

De veehouderij is een doodlopende weg ingeslagen


De samenleving staat op een kruispunt. De intensieve veehouderij is ons al voorgegaan en is al rechts afgeslagen. Zij hebben de doodlopende weg via schaalvergroting en "potdichte" stallen naar faillissement genomen. Voor iedereen die meekijkt lijkt het of er in de verte een pot met goud staat, maar het zijn de bedrieglijk fonkelende brokstukken van uiteenspattende boerendromen.
De samenleving kan nog kiezen. (De) Veerman houdt de burger een worst voor in de richting van de Styx, een stroom die leidt naar de onderwereld, maar een weg is die geplaveid lijkt te zijn met gouden voornemens. Hij vertelt de twijfelende luisteraar die "de Charybdis (verlies van vrijheid) wil vermijden en niet door de Skylla (verlies van veiligheid) wil worden gegrepen" dat er werkgelegenheid en welvaart op het spel staat en dat de kiezer dit kan veiligstellen door vast te klampen aan zijn beleidsvoorstel.
Wat (de) Veerman er niet bij vertelt is dat het gaat om zijn eigen werkgelegenheid en van de wereldse zijnen en niet om die van de zwakken en kwetsbaren. Het gaat hem niet om over te zetten, maar om af te zetten.
Hoe ver het faillissement op het pad van de intensieve veehouder ligt, hangt er vanaf of de samenleving akkoord gaat met het volledig virusdicht opsluiten van het vee. Op deze wijze denkt men het einde nog wat te kunnen uitstellen. Er is dan weinig gevaar meer te duchten van insleep van griep door bezoekers en overvliegende trekvogels. Een bijkomend voordeel is dat niemand meer zicht heeft op de werkelijkheid van het saaie leven van het dier in de stallen. De hobbyhouder mag zijn sierpluimvee inenten en tentoonstellen aan eenieder die zijn mooie dieren wil zien. “Boer, wat heb je mooie kippen!” Iedereen met schellen op zijn ogen kan net doen of alles weer koek en ei is en dat alle zichtbare dieren een paradijselijk leven hebben.
Voor wie in dit jachtige leven wel even de tijd neemt om zich voor te stellen wat de werkelijkheid is van de intensieve veehouderij en die zich realiseert waar het in het echte leven omgaat: vrijheid en liefde, weet dat het anders moet. Hij weet ook dat respect voor dieren een spanningsveld is tussen afstand houden en betrokken zijn, tussen diezelfde vrijheid en liefde. Deze concepten kunnen alleen gedijen in een samenleving waarin de leden zichzelf kennen en kunnen beheersen en daarmee wat levensruimte voor anderen overlaten. Alleen wanneer het individu uit eigen beweging de duurzamere afslag neemt en niet meer lonkt naar verleidelijk ogende Sireense worstjes dan is hij of zij op de goede weg.

FD: de intensieve pluimvee-industrie moet stoppen

is redacteur van Het Financieele Dagblad en roept vandaag onder de titel “Bio-industrie magneet voor virus” op tot het maken van een einde aan de intensieve pluimveehouderij.
Tevens hekelt hij de slaafse houding van de burger die niet alleen zonder te mokken zijn gezonde dieren inlevert ter vernietiging maar ook nog eens loyaal zijn portemonnee trekt om deze uitzichtloze operatie financieel te steunen via de belasting.
Abrahamse heeft gelijk, het kost meer om de sector van de intensieve veehouderij te laten bestaan dan dat het oplevert. Tenminste als de kiezer bereid is in te zien dat het niet alleen om gaat om voedsel te produceren, maar ook de kosten te betalen als dat ten koste van iets waardevols gaat. We hebben het hier over schoon water, schone lucht, een mooi landschap en een vrij en natuurlijk leven voor onszelf en voor gezonde dieren.
De vervuiler betaalt, maar in ons land is dat niet vanzelfsprekend. Het zou ons kabinet en met name minister Veerman sieren als zij hun morele verantwoordelijkheid zouden nemen.

21 februari 2006

Kievitseieren rapen niet toegestaan.

Met de naderende terugkeer van de kievit in Friesland nog maar weer even de laatste stand van zaken over het verbieden van Kievitseieren zoeken in herinnering. Ook de Friese vogelliefhebber wordt gevraagd om gepaste afstand te bewaren tot de weidevogel. Nesten beschermen: ja, eieren rapen en predatoren schieten: nee.

Vogelbescherming roept op tot samenwerking

Vogelbescherming Nederland is tevreden met de uitspraak van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze besloot 7 december 2005 om de door de Rechtbank Leeuwarden uitgesproken schorsing van de eerder door de Provincie Friesland verleende ontheffing voor het rapen van kievitseieren, te bekrachtigen. Tegen deze ontheffing, die niet voldeed aan de Europese Vogelrichtlijn, maakte Vogelbescherming met succes bezwaar. Vogelbescherming maakt zich overigens grote zorgen over de drastische achteruitgang van de akker- en weidevogels in ons land. Zij roept dan ook een ieder op om in goede samenwerking door te gaan met de beschermingsactiviteiten, waarbij de rol van boeren en vrijwilligers essentieel is.
Het nieuwe project `Boerenland-Vogelland', gaat zich naast weidevogels ook richten op vogels van akkers en kleinschalig cultuurlandschap. Van deze coalitie maken deel uit: Landschapsbeheer Nederland, Natuurlijk Platteland Nederland, De Landschappen en Vogelbescherming Nederland.
Het gaat met onze akker- en weidevogels in Nederland dermate slecht dat alle zeilen moeten worden bijgezet om de neerwaartse spiraal te stoppen.
Tot zover het (verkorte) persbericht.

De oorzaken van de achteruitgang van veel weidevogels zijn divers. De meeste hebben te maken met de afname van oppervlakte en kwaliteit van geschikt broedgebied. De Vogelbescherming noemt de volgende oorzaken voor de teruggang van de grutto.

1. Door verstedelijking en aanleg van wegen en recreatiebosjes is het geschikte broedgebied van weidevogels de afgelopen tijd kleiner geworden. De voortdurende claim op landbouwgronden voor bedrijfsactiviteiten en woningbouw bedreigt de voor weidevogels noodszakelijke rust en openheid verder;
2. Intensieve landbouw is een van de hoofdoorzaken van de achteruitgang. De boeren bewerken de weilanden steeds intensiever. Meer bemesting zorgt voor snellere grasgroei. Het gras kan daardoor al vroeg gemaaid worden hetgeen met steeds snellere en grotere maaimachines gebeurd. Te vroeg en te snel en te grootschalig voor weidevogels. Veel nesten worden vernield en jongen gedood. Onvoldoende jonge grutto's groeien op om de populatie op peil te houden.
3. Het waterpeil is in veel gebieden gedaald. Grutto's hebben met hun lange snavels behoefte aan een vochtige grond met een relatief hoog waterpeil. Verlaging van het peil zorgt er voor dat grutto's niet voldoende bij het voedsel, wurmen, kunnen komen.
4. Predatie is een natuurlijk gegeven met tot op zekere hoogte een negatieve invloed op behoud en herstel van de populatie weidevogels. Er is veel door emotie gevoede discussie over predatie door vossen, katten en kraaien.

Weliswaar gaat dit over grutto's en niet over kievitten, maar duidelijk is dat de eieren zoeker hierbij niet genoemd wordt. Het rapen van eieren verlaagt de overlevingskans van de vroege broedsels. In koudere tijden werd dit argument nogal eens gebruikt om het kievitseieren rapen te verdedigen. Nestmarkeren is beter, maar dan moet het nest niet een gemakkelijke prooi zijn voor de slimmere predatoren.
Het zou een goede zaak zijn wanneer de Friese vrijwilligers de boeren zouden helpen bij het ontzien van alle nesten in het weiland en akkerland. Liever nesten markeren dan predatoren schieten.

Zie ook het contactblad Relatie Mens en Dier van Rechten Voor Al Wat Leeft

Wat kunnen we verwachten rond de komende ruimingen?

De vogelgriep staat ook in Nederland weer voor de deur. Opnieuw is er niet gevaccineerd en in Duitsland zijn zelfs al weer hobbydieren geruimd. Kortom, Europa heeft niets geleerd van vorige rampen in de bio-industrie. Nog steeds is geld verdienen de enige maatstaf, ten koste van alle belangen van individuele dieren.
Overigens zei een gast bij NOVA gisteren dat zelfs ingeente dieren nog geruimd zullen worden als zij zich binnen een bepaalde straal rondom een besmet bedrijf bevinden. Vaccinatie beschermt dieren volgens de uitzending feitelijk nauwelijks als zij niet algemeen wordt doorgevoerd, althans zo heb ik het begrepen.
Nu hopen sommigen dat de bio-industrie sneller zal verdwijnen als er weer veel dieren geruimd worden, bij wijze van een geluk bij een ernstig ongeluk. Ironisch genoeg zal volgens hen ook de ruiming van hobbydieren, scharreldieren en eko-dieren bijdragen tot het ontmantelen van de bio-industrie.
Maar is dat wel waar, is het niet te optimistisch? Waarom is er ondanks de maatschappelijke verontrusting rond de vorige landbouwcrises dan feitelijk niets meer bedacht dan "alle vogels ophokken"? Waarom gaat Nederland nog steeds in zee met een Europa dat zo met haar landbouwhuisdieren wenst te blijven omgaan?
Ik vrees zelf dat het allemaal nog wel een tijd door zal gaan. De bio-industrie bestaat al tientallen jaren en heeft tot nu toe allerlei gruwelijke crises overleefd. De consument is weliswaar iets kritischer geworden, maar dat heeft dingen niet kunnen voorkomen. Het verwachte algemene ethische réveil is nog steeds uitgebleven.
Misschien is er dus iets anders nodig om de bio-industrie de nek om te draaien, zoals een nog basalere bewustwording van hoe zij ook buiten de ruimings-drama's om in elkaar steekt, naast nog meer besef van het kwaad dat speciesisme heet.
Tot die tijd lijkt het mij moreel volkomen te verantwoorden om niet mee te werken aan massale ruimingen. Ik hoop dat in elk geval hobby-boeren en anderen die dieren niet houden voor de commercie zich dit keer nog feller verzetten. Laat het speciesistische establishment in elk geval weten dat niet iedereen in Nederland dit soort maatregelen ziet zitten! Mensen zal men toch ook niet ruimen om het besmettingsgevaar in te perken, dus het is alleen logisch om dat wel bij dieren te doen, indien die dieren zuiver beschouwd worden als dingen die iets op moeten brengen en waarvoor dus geen geld bij gelegd mag worden als ze dat niet doen, ook al zijn ze nog zo gezond. Het is puur speciesisme om dieren als dank voor hun goede diensten preventief te ruimen en mensen niet. Bij mensen aanvaarden we de risico's en om dat bij dieren niet te doen is alleen vanzelfsprekend wanneer dieren in wezen rechteloos zijn.
Hopelijk schudt extra veel verzet op den duur toch een meerderheid van de consumenten, producenten en beleidsmakers wakker, of het nu deze keer 'al' is of toch pas na een x aantal andere toekomstige crises. Een bio-industrie die in elk geval al niet meer preventief mag ruimen van onze samenleving wordt er bovendien niet sterker op.
Gruwelen moeten hoe dan ook steeds bij de naam genoemd worden, ook al worden ze voorgeschreven door de Heilige Economie.

Titus Rivas

20 februari 2006

Wat als vogelgriep uitbreekt in kinderboerderijen?

Zoals minister Veerman al zei “het is niet de vraag of er vogelgriep in ons land zal uitbreken, maar wanneer?”.
Stel dat de mensen of de trekvogels de vogelgriep overbrengen naar de parken en de kinderboerderijen, moeten deze dan worden gesloten omdat er gevaar is voor de volksgezondheid?

In afwachting van het antwoord van de overheid op deze vraag zou de Nederlandse burger (al dan niet met kinderen) eens na kunnen gaan denken of het aanraken van dieren een uiting van ware dierenliefde is of meer van projectie is van ingebeelde behoefte.
Vogels in het wild, maar ook in gevangenschap zijn meestal niet gediend van aanraking. Het liefst leven zij vrij en bepalen zij zelf met wie zij in letterlijk in contact komen. De huidige crisis door het uitbreken van vogelgriep en de draconische maatregelen, die de ophokplicht in de praktijk betekenen, zijn voor dieren dramatisch. Dieren hebben met name in het voorjaar alle ruimte nodig hebben in het kader van hun voortplantingsbehoefte. Misschien is de crisis een goede aanleiding voor iedereen of onze diergebruik in kinderboerderijen, door de sierpluimveehouders en andere huishouders om eens te bedenken of hun wens om dieren te houden (lees te bezitten) wel in het belang van het dier is.

Wie meer wil lezen over misstanden in kinderboerderijen, wordt aangeraden om het zwartboek te lezen en wie twijfelt over de pedagogische voordelen van het huisdierbezit kan hier meer lezen.

Kippenboutjes over: invriezen of dumpen?

In het nieuws wordt ietwat versluierend gemeld dat de kippenstapel weer is gegroeid naar minstens 92 miljoen. Het gaat hier om de permanent aanwezige populatie pluimvee, dus niet het aantal kippen (kalkoenen en eenden) dat op jaarbasis in ons land wordt geproduceerd. Dat ligt veel hoger door de lage gemiddelde leeftijd die een kip (lees vleeskuiken) in ons land haalt.
Door de verminderde belangstelling van de consument in binnen- en buitenland voor kippenvlees als gevolg van de vogelgriep ontstaat er een overschot aan kippenvlees. De sector zit nu met de vraag hoe dit overschot moet worden kwijtgeraakt. Is invriezen slim, zodat het later op de markt kan worden gebracht of zou het overtollige vlees tegen dumpprijzen afgezet moeten worden op bijvoorbeeld de Afrikaanse markt. Omdat de Afrikanen wel wat proteïnen kunnen gebruiken en Nigeria bijvoorbeeld te kampen heeft met vogelgriep zou dit mogelijk vraag opleveren. Twee problemen duiken op: door het dumpen van vlees worden de locale producenten brodeloos gemaakt en de Nigerianen dumpen zelf hun eigen kippenvlees op de markt uit angst dat het anders wordt vernietigd zonder voldoende financiële compensatie.

Een logische oplossing zou zijn om het vlees in te vriezen en pas op de markt te brengen wanneer er weer vraag naar is en ondertussen de stallen leeg te laten. Maar zo simpel werkt het helaas niet, want dan valt er minder te verdienen. De sector vult het liefst de stallen zo snel mogelijk en brengt de kuikens het liefst zo snel mogelijk (na 6 a 7 weken) naar de slacht onder het motto “kippenkoppen moet rollen zodat het geld blijft rollen”.
Aan de Nederlandse politiek het verzoek om de poot stijf te houden en de sector niet financieel te steunen. De sector produceert voornamelijk voor de buitenlandse markt en enige afslanking zou heel veel druk afhalen van de hoeveelheid dierenleed in eigen land, de hoeveelheid mest die wordt geproduceerd en de uitbreiding van lelijke en stinkende megastallen in het landschap.

16 februari 2006

Dierenbescherming: vaccineren moet!

Uit Dierenmail van de Landelijke Dierenbescherming:
Vogelpest 2006

In 2003 werd Nederland opnieuw geconfronteerd met een alles verwoestende dierziekte: de vogelpest. Miljoenen dieren werden over de kling gejaagd. Opnieuw werd pijnlijk zichtbaar dat de intensieve veehouderij niet meer van deze tijd is: te intensief, te grootschalig en te geconcentreerd, waarbij het risico van verwoestende epidemieën veel te groot blijft. Het moet anders en dierenwelzijn moet een belangrijke rol spelen. Deze conclusie trekt niet alleen de Dierenbescherming, maar ook vele andere partijen.

Nu, bijna drie jaar later, staan we weer voor dezelfde dreiging. In die drie jaar is er weinig of niets gebeurd om de sector diervriendelijker en duurzamer te maken. Weer laten we ons overvallen door een dierziekte terwijl we het van verre zien aankomen. De vogelpest verspreidt zich in rap tempo over de wereld en ditmaal zijn niet alleen dieren de dupe - ook mensen zijn niet geheel veilig voor deze variant.

Vaccineren moet!
Wat de Dierenbescherming betreft mag en kan de sector de handelsbelangen niet langer als excuus gebruiken om niet te vaccineren. Hun hele (korte) leven al worden kippen gevaccineerd om ze aan het intensieve systeem aan te passen. We zijn nu het punt voorbij dat handelsbelangen als enige en belangrijkste uitgangspunt tellen: het is nu een maatschappelijk probleem geworden!

Dierenbescherming daagt minister voor rechter over Oostvaardersplassen

Dierenmail 14-02-2006

De Dierenbescherming spant een kort geding aan tegen minister Veerman (LNV) en Staatsbosbeheer. De zaak dient op vrijdag 3 maart voor de Rechtbank ’s-Gravenhage. Inzet is het beheer van de grote grazers in de Oostvaardersplassen gedurende deze winter.

De Dierenbescherming eist van Staatsbosbeheer dat de edelherten, runderen en paarden worden bijgevoerd tijdens extreme weersomstandigheden om onacceptabel lijden te voorkomen. Vorig jaar stierven honderden dieren de hongerdood als gevolg van zware sneeuwval en koude in maart. Minister Veerman is eindverantwoordelijk voor het door Staatsbosbeheer gevoerde beleid.

De Dierenbescherming ziet de dieren in de Oostvaardersplassen als gehouden dieren. De grote grazers zijn door de mens in het afgerasterde gebied geplaatst en kunnen het niet verlaten om bijvoorbeeld voedselrijkere gebieden te zoeken. “Voor onze organisatie staat vast dat Staatsbosbeheer daarom een wettelijk voorgeschreven zorgplicht heeft”, aldus Thomas Posthumus Meyjes, directeur Dierenbescherming. Pogingen om Staatsbosbeheer van dit standpunt te overtuigen, zijn helaas mislukt. De organisatie grijpt pas in als 60 procent van de dieren door honger en uitputting is omgekomen. Dat is voor ons onacceptabel.

De kritieke periode voor de dieren in de Oostvaardersplassen is eind februari en maart. Dan zijn de grazers door hun reserves heen.

15 februari 2006

Wilde vogels de dupe van maas in de Faunawet

Oud-controleur Vogelwet 1936 en controleur Flora en Fauna van de AID Jan Meijerink uit Twente komt nog regelmatig in het veld. Hij treft daar hem bekende volièrehouders aan die de gedragingen van Goudvinken, Geelgorzen e.d. volgen en struiken op nesten doorzoeken. Ook heeft hij bij nestkastkontroles in de nesten van Bonte Vliegenvangers kleine nestjongen met gesloten voetringen aangetroffen.
Wanneer een vogel die normaal in het wild voorkomt dit soort voetringen draagt dan mag degene die deze vogel gevang houdt dit sinds de Flora en Faunawet is gewijzigd volkomen legaal doen. Het gevolg is een levendige handel in de dieren die beschermd zouden moeten worden.

Lees hier verder wat Meijerink over deze “idiote” maas in de wet schrijft.

Naschrift Jan Meijerink:

Het is eigenlijk geen maas in de wet. Doelbewust heeft de wetgever voor deze regeling gekozen om het de vogelhouders mogelijk te maken alle gewenste handelingen met in het wild voorkomende vogelsoorten te verrichten, mits ze van een gesloten voetring zijn voorzien. Daarbij moet men wel heel naïef geweest zijn te denken dat men daarmee het vangen van vogels en het uithalen van nesten kon voorkomen. Het was dus de bedoeling om alleen met gekweekte vogels te handelen. Maar deze moeten dus vroeger, toen het nog verboden was, in de volières zijn terecht gekomen. Volgens de oude Vogelwet 1936 mochten alleen een klein aantal soorten als Merel, Vink, Sijs, Kneu, Putter etc. in gevangenschap worden gehouden. Handel daarin, en het vangen daarvan was evenmin toegestaan. De controle daarop was dus vrij eenvoudig.

Later kwam er een regeling waarbij de handel en het vervoer van deze z.g. kooivogels ook mogelijk werd mits ze van een gesloten voetring waren voorzien. De controle was toen al nauwelijks meer mogelijk omdat er toen ook al nesten met eieren of kleine jongen werden uitgehaald.

De Flora- en Faunawet gaat nog verder omdat de regeling nu voor alle in het wild voorkomende vogelsoorten geldt.

Als vogelbeschermers de zin zouden krijgen, dan werden alle handelingen met wilde vogels verboden. Het probleem is dan echter dat de volières thans vol zitten met wilde vogelsoorten die van een voetring zijn voorzien. Deze zogenaamd gekweekte vogels kan met niet vrijlaten omdat ze zich volgens de vogelhouders niet in het wild kunnen redden en jammerlijk van honger zouden omkomen. Deze verhalen hebben we in het verleden erg vaak gehoord en ondeskundige rechters stonden dan toe dat men de vogels behield.

Deze wet is onder politieke druk tot stand gekomen, en door ondeskundige ambtenaren voorbereid. Onze volksvertegenwoordiging is huiverig de bestaande zaken te wijzigen omdat het wel eens veel stemmen zou kunnen kosten. Toch is een wijziging alleen mogelijk indien daarvoor voldoende draagkracht is bij de volksvertegenwoordiging. Ik denk dat daarbij de publieke opinie van doorslaggevend belang is. Evenals thans bijvoorbeeld het dragen van bont een schande is, zou men ook het gevangen houden van wilde vogels als een schaamtevolle bezigheid moeten beschouwen.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.