Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

22 oktober 2010

Dieren en wij. Hun welzijn, onze ethiek.

Monique Janssens studeerde communicatie en ethiek, en werkt als zelfstandig journalist en communicatieadviseur. Zij schreef “Dieren en wij. Hun welzijn, onze ethiek”.

Op haar vaste wandeling, beschreven in het boek, komt Monique Janssens nogal wat dieren tegen: vrije en aangelijnde, levende en dode, echte en nagemaakte. Die confronteren haar met vragen over dier en mens, lijden en welzijn, dood en leven. De relatie tussen dier en mens diept ze uit door te denken en te redeneren, door te onderzoeken wat filosofen en biologen erover te melden hebben, door erover te praten met anderen die ze ontmoet op haar tocht: een buurman met hond, een ecologische tuinman, twee veganisten. Steeds staat de vraag centraal: hoe kunnen we beter omgaan met de dieren om ons heen? De auteur schrikt er niet voor terug om nu en dan pas op de plaats te maken met een 'moraal van dit verhaal'.

Een voorbeeld van zo’n moraal is:
We moeten het goede maximaliseren en het niet-goede minimaliseren. Het goede is autonoom en authentiek welzijn of welbevinden. In de praktijk herkennen we het vrij gemakkelijk, maar het is niet altijd gemakkelijk te berekenen, vooral doordat we gevolgen in de toekomst daarbij moeten inschatten. Maar we zijn moreel verplicht dit in redelijke mate te blijven proberen. Een vraag die daarbij kan helpen is: zou je dit je eigen hond aandoen? Plezier of genot dat wordt ontleend aan het leed van anderen moeten we afwijzen. We moeten dat doen op grond van het feit dat het positief waarderen van dat soort plezier een maatschappij zou opleveren waarin leed gewaardeerd wordt, een maatschappij met meer leed. Wij moeten onze intuïtie en ons gevoel gebruiken om dierenwelzijnsproblemen te signaleren, en ons verstand om ze vast te stellen, af te wegen en op te lossen. Vertel ze door, de verhalen die mensen bewegen tot het goede.

Tot zover Monique Janssens.
In haar boek komen alle vraagstukken voor die spelen rondom het serieus nemen van dierenwelzijn. In die zin is het een compleet boek.
Jammer is dat zij het begrip “vrijheid” alleen beluisterd heeft bij een bezoek van de twee veganisten. Had ze daarvoor een vegetarische filosoof geïnterviewd, dan zou zij mogelijk in het afsluitende stukje moraal hebben gekozen voor “vrijheid” in plaats van “het goede”. Dan zou zij misschien hebben geschreven “we moeten vrijheid voor mens en dier maximaliseren”. Het verschil tussen vrijheid bij een veganist en een vegetariër is vaak het verschil tussen negatieve en positieve vrijheid. Het verschil tussen vrijheid van .... en vrijheid tot ....

20 oktober 2010

Dieren zijn geen object van verloting

Pony verloten via waardebon verboden

Persbericht PvdD. Assendelft, 19 oktober 2010 - Het verloten van dieren via een tegoedbonconstructie is verboden, zegt de Staatssecretaris van Landbouw. De werkgroep Noord-Holland Noord van de Partij voor de Dieren trok aan de bel nadat er berichten naar buiten kwamen dat een Assendelftse manege een pony verloot had via een waardebon. De Tweede Kamerfractie van de Partij voor de Dieren stelde in navolging hierop Kamervragen met als resultaat dat het nu duidelijk is dat het verloten van dieren verboden is, ook via een waardebon.

De Partij voor de Dieren Noord-Holland Noord maakt zich met name zorgen, omdat veel kinderen deelnemen aan de loterij. Het is de grootste droom van menig paardenmeisje om een eigen pony te hebben en het zal daarom voor de ouders moeilijk uit te leggen zijn dat ze de pony niet mogen hebben. Maar al te vaak komen paardeneigenaren pas na de aanschaf erachter dat de verzorging van een paard of pony jaarlijks duizenden euro’s kost aan stalling, voeding, veearts en hoefsmid. Paarden en pony’s hebben daarnaast veel aandacht en verzorging nodig; zoals elke dag rijden, stal schoonhouden en vacht en hoeven onderhouden. Dit houdt in dat een paardeneigenaar elke dag een paar uur met zijn/haar paard in de weer is en daar moet voor de aanschaf goed over nagedacht worden. In een opwelling wordt een paard aangeschaft en als men erachter komt wat er allemaal bij komt kijken, moet het maar weer weg of komt het in handen van malafide handelaren.

Met de waardebonconstructie probeerde de manege het verbod op het verloten van dieren te omzeilen. Op 5 september jl. organiseerde de manege in Assendelft een loterij met als hoofdprijs een cheque van 500 euro die kon worden ingewisseld voor een pony. Artikel 57 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren bevat echter een verbod om dieren als prijs, beloning of gift uit te loven of uit te reiken bij wedstrijden, verlo­tingen, weddenschappen of andere dergelijke evenementen. Artikel 2.13 van het wetsvoorstel inzake de Wet dieren bevat eenzelfde verbod. De achterliggende gedachte achter dit verbod is dat een dergelijke wijze van verkrijging van een dier niet strookt met de huidige opvattingen over de vereiste mate van zorgvuldigheid waarmee de aanschaf van dieren gepaard hoort te gaan.

Staatssecretaris Bleker van Landbouw liet in antwoord op de vragen van de Partij voor de Dieren weten dat het houden van dieren een bewuste keuze vereist. Het is dan ook niet wenselijk dat door omstandigheden, zoals door het winnen van een prijs, wordt bepaald bij welke persoon de zorg voor een dier komt te liggen. Dit is in lijn met de voor­ge­stelde zorgplicht zoals thans neergelegd in artikel 1.4 van het wetsvoorstel inzake de Wet dieren. Het feit dat de prijs in de vorm van een waardebon is gegoten, die desgewenst kan worden ingewisseld voor een pony, doet naar zijn mening niets af aan het verbod.

13 oktober 2010

Geen vergunning voor een waterkrachtcentrale die vissen vermaalt

Visvermalingscentrale Borgharen: Rode stroom kan niet groen zijn!
Partij voor Dieren dient motie in de Tweede Kamer in

Persbericht PvdD. Den Haag, 13 oktober 2010 -
De Partij voor de Dieren wil dat er geen vergunning wordt afgegeven voor de waterkrachtcentrale in Borgharen, zolang er geen goede oplossing is gevonden voor de langs trekkende vissen in het gebied. Esther Ouwehand heeft hiervoor vandaag een motie ingediend in de Tweede Kamer.

Met de huidige voorstellen voor de aanleg van de waterkrachtcentrale lopen vissen grote kans om in de turbines van de centrale terecht te komen, waarna ze tot pulp vermalen worden. De centrale bij Borgharen wordt de derde energiecentrale in de Maas, waardoor de rivier een onneembare barrière wordt voor vissen. Onder deze vissen bevinden zich ook beschermde soorten, zoals als de zalm en de paling, waardoor het voortbestaan van deze soorten verder onder druk komt te staan. Saillant detail is dat de geplande waterkrachtcentrale in de plaats komt van een goed werkende vistrap, die onlangs door Rijkswaterstaat nog voor 3,1 miljoen euro is aangelegd.

Testen hebben inmiddels aangetoond dat het nu voorgestelde systeem waarmee de vissen langs de turbines worden geleid, onvoldoende bescherming zal bieden. De minister van Verkeer en Waterstaat erkent dit, maar zegt dat daar rekening mee wordt gehouden bij de vergunningverlening. Wanneer blijkt dat teveel vissen worden vermalen, moet de exploitant aanvullende maatregelen nemen om de vissterfte tegen te gaan. Als deze maatregelen tot onvoldoende resultaat leiden, dan zullen de turbines van de waterkrachtcentrale zelfs stilgelegd moeten worden. De Partij voor de Dieren vindt deze maatregelen mosterd na de maaltijd, want de grootschalige vissterfte heeft dan al plaatsgevonden en kan juist voorkomen worden door vanaf het begin met goede vispassages te werken. Daarnaast vreest de partij dat, als het zover komt, het economische belang op korte termijn van een werkende turbine zwaarder zal wegen dan het belang van een gezonde visstand op lange termijn. Opmerkelijk is dat partijen als CDA, VVD en SGP in debatten de gemalen als voornaamste oorzaak aanmerken voor de kritieke situatie onder bedreigde vissoorten, zoals de paling. Deze partijen steunden de motie van de Partij voor de Dieren echter niet.

Esther Ouwehand: De Partij voor de Dieren is een groot voorstander van groene stroom, maar de biodiversiteit moet wel voldoende beschermd worden. Het vermalen van vissen kleurt groene stroom bloedrood. Dat kan toch niet de bedoeling zijn van duurzame energie’.

08 oktober 2010

De dierenpolitie heeft meer dan genoeg te doen

Jagers schieten zo'n "verwilderde" huiskatten, dierenleed is regelmatig in het nieuws<. Toch reageerde de Dierenbescherming lauw op de introductie van 500 extra dierenpolitie-agenten, de zogenaamde animal cops. Maar er is ook steun. Dierenbeschermer Bernd Timmerman schreef oktober 2010 in de Volkskrant:
Je hoeft geen glazen bol te hebben om te constateren dat de LID slechts het topje van de ijsberg aan dierenmishandeling en verwaarlozing ziet. En de stijging van inbeslagname en dumpingen is zo omvangrijk dat we alleen maar kunnen concluderen dat er nog geen sprake is van een goede organisatie in Nederland die de veiligheid van dieren in huis en op straat kan garanderen.
Dit dierenleed is onzichtbaar. Nauwelijks is bekend dat ruim 50 procent van de vrouwen die wegens mishandeling in een vrouwenopvang verblijft en een huisdier hebben, meldt dat ook hun huisdier is mishandeld. Dieren krijgen klappen, zijn object van martelingen en ernstige mishandelingen. Tienduizenden dieren `verdwijnen' in afvalcontainers en op schroothopen nadat de baas zich heeft uitgeleefd op het weerloze dier. In schuren en huizen vinden martelingen plaats.
Vijfhonderd man dierenpolitie die met de kennis en de kunde van de LID en de Dierenbescherming worden gevoed kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de strijd tegen dierenbeulen. Er is wel meer nodig. Flinke geldstraffen en celstraffen voor beesten die dieren mishandelen, martelen en doden. En een `strike out' regel voor mensen die het niet waard zijn dieren te houden. Na ernstige verwaarlozing van dieren een houdverbod. Dat past in de geest van het zero tolerance beleid van VVD en PVV.
Ook het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht moeten van de ernst van de delicten doordrongen raken. Nu worden delicten waarvan dieren het slachtoffer zijn heel makkelijk geseponeerd, of volgen er belachelijke milde werkstraffen.

Meer lezen? Klik hier.

Maatregelen voor het vreedzaam naast elkaar leven van mensen en ganzen

In het magazine Dier van herfst 2010 een artikel over de vermeende overlast van ganzen.
Aan het woord komen twee vertegenwoordigers van de Partij voor de Dieren. Peter van Poelgeest is lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland voor de PvdD en Diederik van Liere is lid van het landelijke bestuur van de vereniging van de PvdD.

Uit Dier het volgende citaat over hun kijk op de overlast van ganzen.

Boeren klagen nogal eens over ganzen, die bijvoorbeeld het gras zouden eten dat voor de koeien is bestemd. De vermeende overlast wordt veelal bestreden met het geweer; jaarlijks worden tienduizenden ganzen door jagers afgeschoten. Maar Van Poelgeest nuanceert de klacht van de boeren. "Veel boeren beweren dat koeien het gras niet meer eten als er ganzen in een weiland zitten: teveel ganzenpoep. Die bewering is aangetoond onjuist", zegt hij. "In bepaalde perioden van het jaar is het zelfs goed dat de ganzen grasland begrazen en bemesten, omdat het gras zich dan sneller ontwikkelt. Ook onderhouden de vogels vaarwegen en sloten door rietscheuten te eten. Een probleem voor boeren is wel dat ganzen in grotere groepen dan voorheen bij elkaar zitten; honderden vogels eten meer gras dan een tiental. Waarom ze samenscholen? Waarschijnlijk omdat ze worden bejaagd. Ganzen beschermen zichzelf en hun soort tegen jagers door op een kluitje te gaan zitten".
Consultant Diederik van Liere van adviesbureau CABWIM, dat diervriendelijke oplossingen aandraagt voor overlast of schade door dieren, ziet veel mogelijkheden om ganzen probleemloos in te passen in het Nederlandse landschap. "Ganzen hebben een groot leervermogen", zegt hij. "Met behulp van de juiste landinrichting in combinatie met rustverstoring kan het gedrag van ganzen worden gestuurd. Verstoring maakt dat ze zich niet meer veilig voelen en een gebied verlaten. Boeren zeggen: `Niets helpt, de ganzen blijven komen…'.
Vaak wordt echter gekozen voor verkeerde maatregelen, zoals het gebruik van linten. Het gewapper zou de ganzen verjagen, maar het resultaat is omgekeerd: de ganzen komen er juist op af".
Een maatregel die volgens Van Liere wél werkt is teeltaanpassing: gewassen inzaaien die onaantrekkelijk zijn voor ganzen. Deze oplossing is ontwikkeld voor het gebied rond Schiphol, waar ganzen een gevaar vormen omdat zij in botsing kunnen komen met de motoren van vliegtuigen. Van Liere: "Helaas ontbreekt het vooralsnog aan financiële ondersteuning vanuit de overheid voor boeren die willen meewerken". Andere diervriendelijke verjagingsmethoden zijn bordercollies, kanonnen. CABWIM is bezig met de ontwikkeling van een ganzenafweerrobot die dertig hectare of meer gansvrij kan houden.
Volgens Van Liere is er nóg een oplossing. "Ganzen prefereren witte klaver boven bemest of kort gemaaid gras. Dus waar witte klaver wordt gezaaid, zullen ganzen komen. Aan geschikte locaties geen gebrek: dijken waarvan de grond niet wordt gebruikt, langs nauwelijks begane wegen, braakliggende akkers en velden die door een natuurorganisatie zijn opgekocht - overal kan klaver staan". Witte klaver trekt een grote diversiteit aan vogels en creëert dynamiek in de grond (insecten, wormen, et cetera). Het ondergrondse paradijs onder een veldje witte klaver trekt ook mollen aan, waarmee naast de gans een tweede doorn uit het oog van de boeren zou worden verwijderd.
"De Oostvaardersplassen zijn nu de grootste ruiplaats voor grauwe ganzen in Europa", zegt Frans Vera van Staatsbosbeheer. "Ook komen tienduizenden ganzen langs op doortrek in het voorjaar en het najaar. En er zijn de overwinterende kolganzen. De ganzen voelen zich blijkbaar thuis in ons land". De Dierenbescherming verzamelt en verspreidt kennis over de ganzen, en met name over diervriendelijke maatregelen om huidig gedrag te sturen. Gewapend met deze kennis trekt de Dierenbescherming het land in om de dialoog aan te gaan met boeren, luchtvaartexperts en landschapsbeheerders. Het doel: zorgen dat mens en gans vreedzaam, zonder elkaar nodeloos te verstoren, naast elkaar kunnen leven.

01 oktober 2010

Minder schieten op meerkoeten

“Grootschalige jacht op meerkoet moet stoppen”
Schade door meerkoeten niet de moeite waard

Persbericht PvdD Utrecht, 1 oktober 2010 Meerkoeten mogen t/m 1 maart 2014 in de hele provincie Utrecht afgeschoten worden. Dat zijn ongeveer 900 meerkoeten per jaar, terwijl jaarlijks slechts door gemiddeld 14 eigenaren kleinschalige schade wordt gemeld. De statenfractie van de Partij voor de Dieren vraagt de provincie om de jachtvergunning in te trekken. Ook wijst zij de provincie op diervriendelijke methoden om de watervogels te weren.

SOVON Vogelonderzoek Nederland heeft onderzoek gedaan naar de schade door meerkoeten in de provincie Utrecht. Hieruit blijkt dat er nauwelijks een relatie bestaat tussen het aantal meerkoeten en de getaxeerde schade. In gebieden met veel schade leven niet per definitie grotere groepen meerkoeten.

Uit het onderzoek komt ook naar voren dat nooit is aangetoond dat verjaging van meerkoeten door afschot effectiever is dan andere verjagingsmethoden. Te denken valt aan afschrikken op open water, afrasteren van percelen en het bevorderen van oeverbegroeiing. Gezien het feit dat jaarlijks slechts door enkele perceeleigenaren schade wordt gemeld, lijkt een van deze methoden efficiënter en diervriendelijker.

“Vaak melden eigenaren schade die door zowel meerkoeten als andere vogels is aangebracht. Blijkbaar is de schade door meerkoeten alleen niet omvangrijk genoeg. Wij hopen dat de provincie de verleende ontheffing zal intrekken en openstaat voor diervriendelijke en efficiëntere oplossingen. Deze grootschalige jacht op meerkoeten moet stoppen”, aldus Wanda Bodewitz, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren Utrecht.

Ruimte voor varkens (op TV althans)

Persbericht Uitzending van Holland Doc van zaterdag 2 tot en met vrijdag 8 oktober 2010,

In Nederland leven meer varkens dan mensen, zo’n 20 miljoen per jaar. Maar wat weten we eigenlijk over ze? In tegenstelling tot het clichébeeld van lui en vies, zijn varkens intelligent, sociaal en nieuwsgierig, zo blijkt uit de verschillende documentaires die Holland Doc 24 deze week vertoont. Aanleiding voor deze themaweek is de Holland Doc uitzending Goddelijk Varken op Dierendag, 4 oktober aanstaande om 23.00 uur op NED 2. In deze documentaire komt de complexe relatie naar voren die slager Gerard heeft met zijn varken Dorus. [Bekijk de video hier]

Gerard verkeert in de stellige overtuiging dat het vlees van een gelukkig varken beter smaakt dan dat van een treurig varken. En dus voedt hij zijn eigen varkens op, in zijn achtertuin. Van biggetje tot worstje; Gerard neemt zijn vak serieus. Slachten, malen, en het zoveel mogelijk vlees uit één varken halen. Maar hij heeft ook een zwak voor zijn knorrende vrienden. De documentaire Goddelijk Varken (Hans Dortmans, NPS) toont Gerards gemengde gevoelens jegens Dorus.

In Knor - 110 kilo in 25 weken (HUMAN) portretteert Machteld Detmers een vleesvarken met de officiële naam 26.571. Geboren op een varkensvermeerderingsbedrijf in Drenthe staat zijn leven in het kader van een zo snel mogelijke groei in een zo kort mogelijke tijd. Vanuit zijn eigen beleving vertelt 26.571 over de dagelijkse gang van zaken op het bedrijf.

Waar vroeger de schillenboer langs kwam om etensresten in te zamelen voor zijn varkens, is met de verregaande industrialisering en schaalvergroting in de varkenshouderij de overstap gemaakt naar soja als veevoer. Nederland koopt zijn soja in landen als Brazilië en Argentinië, waar het goedkoop is, maar waar de sojateelt ten koste gaat van miljoenen hectares oerwoud. In de serie over de varkens Ot & Sien van de Keuringsdienst van Waarde (RVU) ziet Roland Duong met eigen ogen wat voor verwoesting de teelt van soja voor varkens aanricht. Tegelijkertijd laat Wouter Klootwijk met het groot brengen van de twee eigen varkens Ot en Sien oude tijden herleven.

De afstand tussen de mens en de oorsprong van haar voedsel is erg groot geworden. Wat is ons voedsel eigenlijk, hoe wordt het gemaakt en waar komt het vandaan? Beeldend kunstenaars Elles Kiers en Sjef Meijman verbleven gedurende zes weken met vier Bunte Bentheimer varkens in de P.A.I.R. (Portable Artist In Residence) op het industriegebied Europark in Coevorden, op de grens van Nederland en Duitsland. Zij deden daar onderzoek naar de herkomst van dit varkensras en de manier waarop ze werden gehouden. Filmmaker Dinanda Luttikhedde maakte de film Beest n.a.v. de 24 uur als hulpagrariër in de P.A.I.R. De film gaat over de sociale en paradoxale relatie tussen de mens en het varken.

Steeds vaker slaan ziekenhuizen alarm over de moeilijk te bestrijden en zeer besmettelijke MRSA bacterie, die levensbedreigend is voor mensen omdat bestaande antibiotica er niet meer tegen helpen. Varkensstallen zitten er vol mee zitten en een groot deel van de boeren is besmet met MRSA. Artsen vrezen dat deze varkenshouders de bacterie verspreiden onder de bevolking. In de nog altijd actuele Zembla aflevering Ziekenhuisbacterie in de varkensstal (VARA, Hetty Nietsch) aandacht voor dit groeiende probleem.

Programmamakers Teun van de Keuken en Roland Duong willen graag weten wat ze eten. In de aflevering Zelfslachtende slagers (VPRO) uit de serie De Slag om Brussel gaan ze op zoek naar slagers die hun biggetjes eigenhandig de nek omdraaien. Duong maakt in Amsterdam illegale worst en Van de Keuken is in Portugal getuige van een strijd om leven en dood tussen een varken van 200 kilo en vier mannen met een mes. Niet voor kijkers met een gevoelige maag.

Holland Doc 24 – Bekijk de wereld met andere ogen


Kijk voor de uitzendtijden op: www.hollanddoc.nl

25 september 2010

Zembla: wilde paling met dioxine wordt gewoon verkocht

In Nederland wordt al jaren paling verkocht die niet aan de Europese voedselveiligheidsnormen voldoet. Het is verboden om paling met teveel dioxine op de markt te brengen. De Voedsel- en Warenautoriteit heeft daarom sinds 2007 meerdere keren aangedrongen op een vangstverbod voor vervuilde paling. Het ministerie van LNV erkent dat de norm voor het dioxinegehalte in de paling wordt overschreden en weet ook dat verontreinigde paling gewoon te koop wordt aangeboden. Maar minister Verburg (LNV) grijpt niet in. Daarom kunnen de visserijbedrijven hun paling gewoon verkopen, zo blijkt in de ZEMBLA-uitzending ‘De dioxinepaling’.

16 september 2010

Sommige kalveren worden te licht bevonden om door te leven

Kalfjes worden verwerkt en geboren om de melkgift van de moeder op te wekken. Als een koe geen kalf krijgt, geeft zij geen melk en kan de melkveehouder niet verdienen. De meeste van de kalfjes hebben met geboren te worden hun taak verricht en eindigen hun carrière als mestkalf. Een mestkalf is een kalf dat vet gemest wordt en zodra het niet meer in gewicht toeneemt naar de slacht wordt gebracht. So far business as usual. Maar tegenwoordig wordt aan een mestkalf ook de eis gesteld dat het dier een voldoende groot startgewicht heeft om in te investeren. De Partij voor de Dieren heeft hierover vragen gesteld aan de minister.
Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het in laten slapen van jonge kalveren omdat zij niet geschikt zouden zijn om af te mesten.
Kent u het bericht ‘Kalveren laten inslapen? [1]’?
Kunt u bevestigen dat de huidige praktijk is, of dat het voorkomt, dat wanneer een kalf niet binnen 30 dagen na zijn geboorte het gewicht van minimaal 36 kilo heeft bereikt, deze dieren niet meer gewild zijn voor het afmesten en dat de hierdoor dieren gedood worden door de veehouder zelf, of zelfs op de verzamelplaats van de tussenhandelaar? Hoe beoordeelt u dit?
Kunt u inzicht geven in wie deze regel bedacht heeft, hoelang deze regel al geldt, en of u en de inspecteurs van de VWA daarvan op de hoogte waren?
Kunt u inzicht geven in het aantal kalfjes dat gedood is omdat ze het vereiste gewicht niet hadden bereikt binnen deze 30 dagen?
Deelt u de mening dat deze praktijk strijdig is met artikel 12 van het Besluit doden van dieren, waarin zelfs expliciet wordt gesteld dat het “buiten het slachthuis doden van rundvee […] categorisch verboden [is], omdat dit vanuit welzijnsoogpunt onaanvaardbare risico’s meebrengt”[2]? Kunt u toelichten hoe het dan kan dat praktijk kennelijk voorkomt, en waarom het Besluit dus niet gehandhaafd wordt?
Deelt u de mening dat deze praktijk uit ethisch oogpunt gestopt moet worden? Zo neen, waarom niet?
Bent u bereid maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat deze praktijk zo snel mogelijk wordt gestopt? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke wijze en termijn?

[1] Boerderij 95- nr 50, 14 september 2010, p 3.
[2] Besluit van 16 mei 1997, houdende regelen ter zake van het doden van dieren (Besluit doden van dieren), Nota van Toelichting.

Klik hier om meer te lezen over kalveren of in de Internetversie bij de labels.

15 september 2010

Het schemergebied voor vleeseters die zich comfortabel dom houden

In de Volkskrant bijlage het Vervolg van 28 augustus 2010 filosofeert Roos Vonk over de vraag waarom de consument maar niets wil doen aan het voortbestaan van de dubieuze vee-industrie.
Zij schrijft:
In onze ‘beschaafde’ samenleving zijn de dieren volledig aan het oog ontrokken, en onze relatie tot de andere gedupeerden – de mensen in de derde wereld en de generaties na ons – is diffuus.
Dit betekent dat je niet noodzakelijk asociaal en immoreel hoeft te zijn om vlees te eten. Mensen kunnen immers ook gewoon onwetend of onintelligent zijn, waardoor ze de gevolgen van hun keuzes niet ten volle beseffen - zeker zolang de voorlichting over de gevolgen van vleesconsumptie op het huidige armzalige niveau blijft. Maar er is een groot schemergebied tussen dom zijn en jezelf dom houden door niet even stil te staan bij ongemakkelijke waarheden.
….
De vleeseters zeggen tegen zichzelf: ‘Wat kan ik eraan doen? De boeren en de politiek bepalen hoe ons eten wordt geproduceerd. Als het echt zo erg was, zou de overheid wel ingrijpen’ Op hun beurt denken de boeren en leveranciers dat de consument het zo wil, omdat dier- en milieuonvriendelijk vlees en zuivel goed verkopen. De overheid grijpt evenmin in omdat kiezers hun koopkrachtplaatjes veel belangrijker lijken te vinden dan dieren, milieu en derde wereld. Dat is wat hun koop- en stemgedrag laat zien.
Zo leven we met z'n allen in een staat van pluralistic ignorante (meervoudige onwetendheid): we hebben allemaal het idee dat als het echt zo erg was, iemand anders er wel iets aan deed. Als iedereen het accepteert, dan zal het toch wel meevallen?
….
In het geval van de vee-industrie komt daar nog het gevoel bij dat je als individu machteloos staat tegenover iets dat zo alomtegenwoordig is. Veel mensen plaatsen wel sluimerende vraagtekens bij hun vleesconsumptie, maar hebben niet het idee dat hun eigen gedrag iets uitmaakt: het druppel-op-gloeiende-plaatgevoel. Om gevoelens van machteloosheid te vermijden proberen ook welwillende, betrokken mensen er maar liever niet aan denken.
Zo zetten de diverse miskleunen van de mensheid zich onbelemmerd voort, want `er is maar één ding nodig om het kwade te laten zegevieren: goedwillende mensen die niets doen' (Edmund Burke). Ik denk niet dat de meeste miskleuners zo ongelooflijk dom of asociaal zijn. Ik denk dat veel mensen die sluimerende vraagtekens op de achtergrond wel kennen. Maar meestal wandelen we daaroverheen, gemakshalve meedeinend in de vaart der volkeren. Dat is buitengewoon jammer, want mensen zijn diep in hun hart vaak niet zo stom en hufterig als ze zich gedragen. Ook vleeseters niet.
Tot zover Roos Vonk.
De conclusie lijkt haar gerechtvaardigd dat al deze mensen hun persoonlijk comfort belangrijker vinden dan de hoge en onomkeerbare kosten die hun keuzes voor anderen teweegbrengen.

Meer lezen over het heen en weer schuiven van de verantwoordelijkheid voor dierenleed?

13 september 2010

Varkens zoelen om af te koelen

Geen modder, geen welzijn! (Persbericht Wakker Dier 7 september 2010)

Modderbaden zijn een basisbehoefte voor varkens, zoals grazen voor koeien en scharrelen voor kippen. Dit staat in een rapport dat vandaag is gepubliceerd door Wageningen Livestock Research, in opdracht van stichting Wakker Dier. Dit komt ondermeer door de genetische verwantschap van varkens met nijlpaarden, wilde zwijnen en olifanten: deze dieren hebben modder nodig om af te koelen omdat zij niet kunnen zweten. De drang om te modderbaden is voor varkens in de kale stallen van de vee-industrie zo groot, dat het zindelijke varken uit wanhoop gaat badderen in de eigen poep. Het ontbreken van het modderbad in politieke en wetenschappelijke discussies over het welzijn van varkens is een blinde vlek, zo staat in het onderzoek.

Het rapport bespreekt de verschillende functies van ‘zoelen’, ofwel modderbadderen. De belangrijkste functie is thermo-regulatie (afkoelen), maar ook bescherming van de huid tegen parasieten, ontstekingen en zonnebrand is van groot belang (p13). Zoelen heeft ook een functie in sexueel gedrag en geurmarkering. Het rapport stelt dat zoelen een aangeboren natuurlijk gedrag is, dat op zich zelf al belangrijk is omdat de varkens er zeer de behoefte aan hebben en van genieten (p18). Van nature gebruiken varkens modderpoelen bij zeer hoge én zeer lage temperaturen, zelfs soms rond het vriespunt. Rond de 22 graden wordt als ‘kritische temperatuur’ opgegeven: daarboven wordt een modderbad aanbevolen om oververhitting te voorkomen. In de Nederlandse stallen ligt de temperatuur meestal hoger (p16). Vleesvarkens, zwangere zeugen, en in nog ergere mate de lacterende zeugen, worden bij hogere temperaturen gehouden. Op hete dagen zijn sterftecijfers hoger en zoeken varkens hun afkoeling in de eigen mest. Dit gedrag wordt abnormaal genoemd en zelfs vergeleken met staartbijten (p15).

De Nederlandse overheid baseert haar beleid ‘duurzame veehouderij’ op de vijf vrijheden (lees: basisbehoeftes) van Brambell. Het rapport merkt op dat zoelen drie van de vijf basisbehoeftes ondersteunt (p2), en daarom deel zou moeten zijn van het Nederlands beleid. In welzijnsonderzoek wordt echter met geen woord over modderpoelen gerept. Het rapport spreekt van een ‘blinde vlek’ (p22). De EU besloot eerder dat de legbatterij verboden moet worden, omdat kippen in de kleine kooien hun natuurlijke gedrag niet kunnen uitvoeren zoals een stofbad nemen, een legnest maken en scharrelen. Wakker Dier wil met dit rapport hetzelfde doel bereiken voor de varkens. “Geen modder, geen welzijn”, is in één zin de samenvatting van het rapport. Modderbaden dienen onderdeel te worden van het duurzaamheidbeleid. Op korte termijn moeten er twee dingen gebeuren om het tekort aan welzijn te verzachten: stro om te wroeten, en varkensdouches om af te koelen. In Denemarken zijn boeren verplicht om hun varkens verkoeling aan te bieden en zijn douches standaard praktijk (p22).
Met haar acties tegen goedkoop vlees voert Wakker Dier campagne om meer varkens naar buiten te krijgen. De goedkope prijzen hebben ertoe geleid dat de modderpoel compleet is verdwenen uit praktijk, regelgeving en wetenschap. Voor de komst van de vee-industrie was een poel standaard onderdeel van de varkenshouderij en werd het belang ervan ook beaamd door wetenschappers, aldus het rapport. Sinds de intensivering is de modderpoel verdwenen. Deze paste niet in de neerwaartse spiraal om steeds goedkoper en daardoor steeds massaler te produceren. Wakker Dier wil deze spiraal doorbreken: geen kwantiteit, maar kwaliteit; een eerlijke prijs voor de boer en een goed leven voor het dier.

Ook blijft Wakker Dier het publiek voorlichten en overtuigen om te kiezen voor biologisch. De Wakkere Winkelaar, een wekelijkse nieuwsbrief met diervriendelijke aanbiedingen van de 10 grootste supermarkten, helpt de consument om te kiezen voor diervriendelijk.

Nog geen 10.000 van de twaalf miljoen varkens in Nederland hebben toegang tot een modderpoel. Hoofdstuk 5 van het rapport beschrijft de ‘ideale poel’: hoe moet een poel eruit zien om varkens optimaal te kunnen laten zoelen. Zoelen bestaat meestal uit een aaneenschakeling van gedragingen (hoofdstuk 3 en 5): het varkens wandelt naar de poel, wroet in de aarde, bedekt de huid met een laag modder, ligt of baddert in het water, en schurkt de dikke laag modder eraf. De poel moet dan ook groot genoeg zijn en makkelijk toegankelijk voor alle varkens. De ideale poel ziet eruit als vijver met een brede modderrand, heeft diverse dieptes en goede schurkmogelijkheden vlakbij. Deze criteria zullen worden overhandigd aan de biologische varkenssector, zodat de bijna honderd biologische varkenshouders in Nederland hun poel voor optimaal varkensgenot kunnen inrichten.

10 september 2010

Positief effect van natuur op je gezondheid

In het magazine "Mens & Natuur" nummer 3, herfst 2010 het volgende citaat.

Waar gaat het nu echt om?
Nicole van Gans: 'We weten dat mensen met liefde voor de natuur op jonge leeftijd vaak `topervaringen', 'magic moments' in de natuur hebben meegemaakt. Dit zijn onvergetelijke, positieve en vormende ervaringen. Ook 'flow'ervaringen, waarbij je zo ondergedompeld bent in de natuur dat je de wereld om je heen helemaal vergeet, hebben dat effect. Het gaat erom dat we kinderen dit soort ervaringen meegeven. Dat zijn vooral momenten van intense natuurbeleving. Juist tijdens die momenten heeft de natuur ook die positieve effecten op je gezondheid'.

Het is voor mij een herkenbare ervaring. Meer lezen over "spiritualiteit en je inzetten voor dieren"?

09 september 2010

Slager en jagers willen geen mager wild

Vervolg van het interview met Frans Vera uit Trouw.

Het succes van de Oostvaardersplassen is óók bedreigend voor de jacht, zegt Vera. Vandaar dat juist jagers zich in zijn ogen zogenaamd bezorgd tonen over het hongeren van vee in de winter. De jacht beroept zich op de noodzaak van regulatie omdat er geen grote wilde roofdieren zijn, legt hij uit. „Hoewel roofdieren altijd zwakke exemplaren uitschakelen, schieten jagers juist de dieren in de kracht van hun leven, want er moet ook nog een leuk boutje aan zitten. Je moet de jacht zien als een oogst. Vanwege de lage dichtheden (op de Veluwe één edelhert op 50 hectare) en het bijvoeren van de dieren door bemeste voerakkers, blijven die in zeer goede conditie, waardoor álle hindes jaarlijks een kalf krijgen”.

„De dieren in de Oostvaardersplassen zijn met veel meer (één edelhert op 2 hectare), hebben in de winter honger en zijn mager. Als je er een moet afschieten, is er geen slager die hem wil hebben. Stel nu dat dit model wordt toegepast op de Veluwe, dan betekent dit het einde van de plezierjacht".

Het begrip natuur devalueert per generatie

In dagblad Trouw van 8-9-10 wordt ecoloog Frans Vera aangehaald. Vera werkt bij Staatsbosbeheer en is bedenker van het concept achter de natuur in de Oostvaardersplassen. Hij vindt dat Nederland uit 20 procent ’echte’ natuur moet bestaan. Daarin is voor boeren geen plaats.

„Wij hechten waarde aan de zaken waarmee wij zijn grootgebracht. Natuur is wat wij in onze jeugd als natuur hebben leren kennen. Maar de zogenaamde natuur uit onze herinnering is altijd een cultuurlandschap”. De kikker in de sloot, de koe in de wei, de grutto op een paaltje. Het begrip natuur devalueert, volgens Vera, per generatie. „Wij kunnen zeggen dat de natuur tijdens ons leven achteruit is gegaan. Maar voor onze kinderen is die kwaliteit het beginpunt”.

Vera noemt dit ’het syndroom van de verschuivende ijkpunten’, alsof het om een enge ziekte gaat. Elke keer verschuift ons beeld van natuur en we nemen met steeds minder genoegen. Want er verdwijnt steeds meer. „Er komt ook wel eens wat bij, maar de planten en diersoorten die zich niet konden verenigen met landbouw zijn we dus al kwijt. En we missen ze niet eens. Elke keer komt er weer een generatie die zegt: dít is de natuur. De norm is zo steeds verder naar beneden gegaan”.

Omdat Nederlanders zijn opgevoed met de dieren van de boerderij, weten ze zich geen raad met ’wilde’ runderen en paarden. Kalfjes in de vrije natuur drinken bij hun moeder, paarden blijken opeens kuddedieren. En ja, in de winter vermageren de dieren, na een herfst waarin ze zich hebben volgevreten. Toch zullen de zwakken de winter niet overleven. En daar kan niet iedereen tegen, blijkt uit de emoties in de afgelopen winter.

Dit jaar wordt stier banaantje gedood

CAS International demonstreert tegen stierenfeest 'Toro de la Vega'
Zesde protest tegen doodmartelen van stieren in Tordesillas, Spanje

Persbericht Valladolid, 9 september 2010 - Op 14 september 2010 vindt het festival 'El Toro de la Vega' plaats in de Spaanse gemeente Tordesillas (Valladolid, Castilla y León). Tijdens dit festival wordt een stier door honderden mannen te paard en te voet doodgestoken met lansen. Dit jaar organiseren dierenbeschermingsorganisaties CAS International en PACMA, met steun van AnimaNaturalis, voor de zesde keer een demonstratie tegen dit 'stierenfeest'. Het protest vindt plaats op 12 september in Tordesillas en Valladolid.

Tijdens Toro de la Vega wordt een stier losgelaten net buiten de gemeente Tordesillas, waar het dier wordt opgejaagd door honderden mannen te paard en te voet. Deze mannen zijn bewapend met lansen, waarmee ze de stier keer op keer steken, totdat het dier door zijn poten zakt. Dit ritueel kan uren duren. Als de stier stervend op de grond ligt, snijdt men zijn staart en testikels af als trofee voor de persoon die de stier de doodsteek toediende. Daarna wordt de stier gedood door met een dolk zijn ruggenmerg door te snijden.

Dit jaar wordt de stier Platanito ('banaantje') gedood. Het dier zal niet ouder worden dan vier jaar.

PACMA, CAS International, AnimaNaturalis en andere dierenbeschermingsorganisaties organiseren op zondag 12 september een demonstratie in Tordesillas. Zij protesteren daarna in Valladolid, waar de regionale overheid is gevestigd ('Junta de Castilla y León'), om hun aandacht te vragen voor de wreedheden die worden begaan jegens stieren en paarden in Tordesillas.

Spaanse organisaties willen nu meer dan ooit aantonen dat dit soort "primitieve vieringen" niet representatief zijn voor Spanje, vooral omdat deelstaat Catalonië het stierenvechten onlangs verbood. PACMA en CAS International: "We begrijpen werkelijk niet waarom liefhebbers het martelen en doden van weerloze dieren 'kunst' durven te noemen. Toro de la Vega is een anachronistische en gewelddadige traditie die in contrast staat met de huidige maatschappij, waarin mensen eisen dat dieren op respectvolle wijze worden behandeld".

Activisten uit heel Spanje nemen deel aan het protest, evenals activisten uit andere landen, waaronder 12 Nederlandse en Belgische vrijwilligers die CAS International vertegenwoordigen.

08 september 2010

Roofvogels horen niet als huisdier gehouden te worden

Naar aanleiding van een artikel uit Trouw stelt Esther Ouwehand van de PvdD vragen aan de minister over het toegenomen aantal roofvogels die als huisdier worden gehouden. Deze ontwikkeling is zeer ongewenst omdat roofvogels zonder hun vrijheid verpieteren.
Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het houden van roofvogels en uilen als huisdieren:
  1. Heeft u kennisgenomen van het onderzoek van Vogelbescherming Nederland waaruit blijkt dat roofvogels en uilen steeds vaker als huisdier worden gehouden?
  2. Kunt u zich voorstellen dat de Vogelbescherming zich grote zorgen maakt over het gemak waarmee deze vogels door iedereen kunnen worden aangeschaft? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, waarom niet?
  3. Vindt u roofvogels en uilen, waar sinds Harry Potter veel vraag naar is, geschikt als huisdier? Zo ja, waar baseert u dat op en hoe verhoudt uw mening zich tot uw ambitie dat alle gehouden dieren hun natuurlijk gedrag moeten kunnen vertonen (zoals, in dit geval, vliegen) en hoe gaat u er zorg voor dragen dat deze ambitie ook wordt gerealiseerd?
  4. Kunt u bevestigen dat sinds de Europese wetgeving om roofvogels en uilen te verhandelen eind jaren negentig is versoepeld, het aantal in Nederland verstrekte certificaten dat nodig is om de vogels aan te schaffen meer dan vertienvoudigd is?
  5. Kunt u uiteenzetten hoeveel roofvogels er jaarlijks in Nederland worden verkocht, om welke soorten het gaat en welke ontwikkelingen zich voordoen in de handel in roofvogels? Zo neen, waarom houdt uw ministerie hier geen gegevens van bij?
  6. Kunt u uiteenzetten in hoeverre de in Nederland verhandelde roofvogels afkomstig zijn van Nederlandse kweek en op welke wijze deze handel wordt gecontroleerd? Kunt u garanderen dat geen enkele uil of roofvogel die in Nederland gehouden wordt, afkomstig is uit wildvang? Zo neen, hoe zit dat?
  7. Kunt u uiteenzetten welke regelgeving geldt voor het kweken, tentoonstellen en verhandelen van roofvogels? Acht u deze regelgeving voldoende met het oog op dierenwelzijn, volksgezondheid en biodiversiteit? Kunt u dit toelichten?
  8. Hebt u zicht op de aard van het consumentengedrag dat betrekking heeft op de aankoop van roofvogels? Deelt u de indruk dat er sprake is van impulsaankopen waardoor mensen onvoldoende op de hoogte zijn van de behoeftes van deze dieren? Zo ja, welke ambitie heeft u voor het terugdringen van het aantal impulsaankopen en hoe gaat u deze ambitie realiseren? Zo neen, waar baseert u dat op?
  9. Wat is de stand van zaken met betrekking tot een positieflijst van te houden diersoorten?
  10. Bent u bereid een einde te maken aan de mogelijkheid roofvogels en uilen te houden als huisdier en het organiseren van roofvogelshows aan strengere voor waarden te verbinden? Zo neen, waarom niet?

Tot zover de PvdD. Meer lezen over misstanden rondom roofvogels, klik hieronder op het label "roofvogels".

Terzijde over roofvogels:
Al meer dan veertig jaar klimt Rob Bijlsma in boomtoppen om roofvogels te bestuderen. Hij begon daarmee in de late jaren zestig, tijdens het diepste dieptepunt voor roofvogels in een grondig vergiftigde wereld. Nu zijn ze alomtegenwoordig, zelfs tot in hartje stad. Hoe valt dat te rijmen met de afname van belangrijke prooisoorten en met landschappelijke veranderingen van ongekende omvang?

31 augustus 2010

Hulde voor verkoopstop knaagdieren door 2 dierenwinkels

Twee dierenwinkels uit Rijswijk en Scheveningen hebben besloten om de verkoop van konijnen en knaagdieren per direct te stoppen. De winkeliers zien liever dat klanten hun dieren uit één van de overvolle konijnen- en knaagdieropvangcentra halen. Esther Ouwehand, Tweede Kamerlid voor de Partij voor de Dieren, zal beide winkels bezoeken om ze te feliciteren met deze stap.
‘Een geweldige beslissing’, zo noemt Ouwehand de actie van de dierenwinkels. ‘Ik hoop en verwacht dat het een voorbeeld zal zijn voor andere dierenwinkels. Opvangcentra puilen uit van de gedumpte dieren, dan is het niet te verantwoorden dat het aanbod van konijnen en knaagdieren via dierenwinkels, internet en tuincentra nog groter wordt gemaakt’.
Konijnen en knaagdieren zoals cavia’s, ratten en hamsters worden vaak in een opwelling gekocht, met alle gevolgen van dien. Zo blijkt uit onderzoek dat meer dan de helft van de konijnen die in Nederland als huisdier wordt gehouden, ondeugdelijk te zijn gehuisvest en verzorgd. Dat veroorzaakt wervelproblemen en chronische stress. Daarbij is het aantal konijnen en knaagdieren dat jaarlijks wordt afgestaan of gedumpt niet te tellen. Opvangcentra, veelal opgericht door particulieren en volledig afhankelijk van vrijwilligers, eigen geld en donaties, hebben hun handen meer dan vol aan deze problemen, die ieder jaar groter worden.

Reetjes slachtoffer van onoplettende maaier

Tegen een maaibedrijf uit Uddel is 30-aug-10 een boete van 750 euro geëist. Tijdens maaiwerkzaamheden in de Kroondomeinen zouden meerdere reetjes zijn gedood. Omdat justitie van mening is dat het bedrijf de reetjes had moeten zien en veel voorzichtiger had moeten zijn, werd de firma gedagvaard wegens overtreding van de flora- en faunawet. In totaal zou het gaan om vijf overreden reekalfjes.
Medio juni vorig jaar vond een getuige enkele dode en zwaargewonde reetjes. Die waren tijdens de maaiwerkzaamheden overreden door de machine. De eigenaar beweerde dat de liggende reekalfjes niet te zien waren in het hoge gras. Hij vertelde dat zijn machines nu wildverdrijvers hebben en hij er zelfs over denkt om infrarood te gebruiken om de liggende hertjes in de toekomst te kunnen zien, voordat er wordt gemaaid.

Ja, ja, erover denken kost niets. Mogelijk is het verplichten van het gebruiken van infrarood zinniger dan het geven van een boete. Maar wie gaat controleren dat de maaiers wel willen opletten? Misschien nog zinniger is de vraag: kan er wat minder en op andere tijdstippen in het jaar gemaaid worden?

12 augustus 2010

Verklein de behoefte aan dieren

Wanneer mensen dieren houden (vee en huisdieren) en ze zorgen er niet goed voor dan zou je net als bij verwaarloosde kinderen deze dieren uit huis moeten plaatsen. Maar dan moet er wel voldoende plaatsen zijn en moet er op die plaatsen wel goed voor de dieren gezorgd worden.
De Stichting Zinloos Geweld tegen Dieren onderzocht of dit wel het geval is en concludeerde dat soms dieren er erger aan toe zijn in hun opvangplaats dan de plaats waar ze waren weggenomen. Opvallende conclusie was ook dat er nogal wat geld verdiend wordt aan het opvangen van dieren.
De Partij voor de Dieren heeft de minister van LNV de volgende vragen gesteld over de opvang van in beslag genomen dieren.
  1. Heeft u kennis genomen van het Zwartboek Inbeslagname Dieren Stichting Zinloos Geweld tegen Dieren? Hoe beoordeelt u de conclusies die hierin getrokken worden?
  2. Kunt u uiteenzetten op welke wijze dieren geregistreerd worden door de Dienst Regelingen? Hoe beoordeelt u de conclusie uit het rapport dat de registratie niet voldoet?
  3. Zijn het afgelopen jaar opslaghouders en opslaglocaties door de Algemene Inspectiedienst en Dienst Regelingen gecontroleerd die niet voldeden aan de vereisten? Zo ja, kunt u uiteenzetten om hoeveel gevallen dit ging en aan welke vereisten men niet voldeed?
  4. Heeft u in het kader van de uitvoeringsregels van de Wet Dieren al meer informatie aangaande het opnemen van algemene verzorgings- en huisvestingsregels voor gehouden dieren en of er situaties kunnen worden aangewezen waarin er sprake is van het benadelen van het welzijn of de gezondheid van een dier? Zo ja, kunt u deze toelichten? Zo neen, waarom niet?
Tot zover de PvdD.
In ons land worden jaarlijks een half miljard dieren gehouden. De meeste daarvan zijn vleeskippen. Het is niet te verwachten dat wanneer een boer slecht zorgt voor 10.000 vleeskippen dat er dan door de overheid een opvangplaats gezocht gaat worden voor die dieren. Ook de stallen met varkens zijn daarvoor doorgaans te groot. In deze gevallen zou de overheid veel vaker moeten controleren of ze goed worden gehouden. Maar de kans dat een veehouder bezoek krijgt van inspectie is klein.
Daarvoor is de menskracht van de controlerende instanties gewoon te gering.
Maar een opvang voor de dieren van een malafide fokker of een melkveehouder die zijn dieren verwaarloost zou toch te organiseren zijn.
Meer controleren en meer opvang regelen kost geld. Meer geld betekent hogere vleesprijzen en de meeste mensen zijn niet bereid hun kiloknallers te missen. Volgens de reclamecode commissie mag Wakker Dier klanten van C-1000, waar de prijs van de kiloknallers onder de prijs van het kattenvoer ligt, blijven doorverwijzen naar haar concurrenten. C-1000 is hoogstens bereid om meer aandacht te besteden aan de promotie van haar biologische producten. En dat is winst, maar wel mager.

De meesten mensen laten zich aanpraten dat de manier waarop boeren hun vee houden een zaak is van consument en supermarkt.

Die zouden de markt zijn waarop het beleid bepaald wordt hoeveel moeite boeren steken in de zorg voor welzijn van hun dieren. En zo wijst iedere partij die belangen heeft in het laten voortduren van de huidige manier van dieren houden naar een andere partij die meer verantwoordelijkheid zou dragen.

De enige manier om deze impasse te doorbreken is een verandering in de behoefte van de mens om vlees en zuivel te consumeren. Dat is een lange weg, maar iedere poging om dat pad in te slaan is een vruchtbare, zolang het maar smakelijke en gezonde alternatieven oplevert voor voedsel van dierlijke herkomst.
Klik hier om meer te lezen over verantwoordelijkheid in de omgang met dieren.

07 augustus 2010

Dieren zijn er voor de mens…………….

Weekje - nou ja wéékje, eigenlijk maar vijf dagen – weg geweest en geen krant gelezen.
Thuisgekomen toch even de kranten doorgelopen. Mijn betrokkenheid bij wel en – vooral – wee van dieren maakt dat alles wat aan ‘dierlijk’ nieuws is gepubliceerd onmiddellijk mijn aandacht trekt. Kijk aan:
Vee- en paardenkeuringen in respectievelijk Wâlterswâld en Oldeholtpade. Deskundige mensen geven een oordeel over lichaamsbouw en andere eigenschappen van dieren dat uiteindelijk moet leiden naar een wezen dat de mens tot nut dient te zijn. Is het niet voor voedingsdoeleinden dan wel voor sport, vermaak, ontspanning of status van de eigenaar/houder van het dier. Geen woord over het welbevinden – of het ontbreken daarvan – van het dier zelf. Het dier is er immers voor de mens.
Een kaatsende varkensboer in Buitenpost die het normaal vindt 3.500 varkens in een half jaar van 20 naar 131 kilo te mesten waarna ze vervolgens genadeloos het slachthuis worden ingedreven. Zo’n man durft dan ook nog met droge ogen te verklaren dat “ de varkens het beter hebben dan veel mensen in andere landen”!! Die het ook heel acceptabel vindt dat de dieren zo weinig mogelijk beweging krijgen om de broodnodige kilo’s in de gestelde tijd eraan te krijgen. In vleesvarkens ‘zit geen tijd’ omdat praktisch alles is geautomatiseerd. Zeugen van zo’n 250 kilo liggen ingeklemd tussen ijzeren hekken om te voorkomen dat ze hun ‘kroost’ verpletteren. Want ja, “Dat wil je toch niet”! Geen woord van twijfel over de wijze waarop deze gevoelige, intelligente dieren worden gemaltraiteerd teneinde de lekkere trek van het doorgeslagen consumentisme te bevredigen. Het dier is er immers voor de mens.
In dezelfde krant een verhaal over de prijs van eieren, die aan de lage kant zou zijn. Er wordt gesproken over bedrijven met 40.000 leghennen alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Goede leghennen kosten al gauw € 4,-- per stuk………… Enfin, het gaat maar door over de voor- en nadelen voor de kippenhouders in tijden waarin heel summier maatregelen worden genomen om de huisvesting van de kippen enigszins(!) te normaliseren. Geen woord over de ellende waarin de dieren, op elkaar gepakt, hun korte leven moeten doorbrengen. Het dier is er immers voor de mens.
In de krant van 5 augustus een klaagzang van ‘sport’vissers die vinden dat het water ‘te schoon’ wordt waardoor de vissen eerder in de gaten hebben dat ze door de wakkere hengelaars worden bedreigd. Die krijgen daardoor ook meer ‘concurrentie’ van roofvissen en – niet te vergeten - de aalscholver en dat vinden ze niet eerlijk! Geen woord over het leed dat aan vissen wordt toegebracht door rust en ontspanning zoeken lieden. Het dier is er immers voor de mens.
Weer een dag later een foto van een of andere vishandelaar die vol trots een kreeft omhoog houdt met samengebonden scharen. Dit om te voorkomen dat de dieren in de beperkte ruimte die ze voor hun dood tot hun beschikking hebben elkaar te lijf gaan. Geen woord over gruwelijk wijze waarop deze dieren veelal worden gedood door ze levend in kokend water te dompelen waar ze gillend aan hun eind komen. Het dier is er immer voor de mens.
De krant van 7 augustus bevat ook weer een portie dierenellende. De dierenasiels kunnen de ‘topdrukte’ in de vakantie organisatorisch en financieel niet of nauwelijks aan. Ondoordacht aangeschafte kittens en puppy's blijken toch niet alleen maar lief en aandoenlijke te zijn maar ook de nodige zorg en aandacht met zich mee te brengen. En dat kunnen we nu met de vakantie voor de deur net niet hebben. Dus weg er mee. Ja, jammer, maar het is niet anders. Want ja, het dier is er voor de mens (en niet andersom)!
En zowaar op pagina 5 van de zaterdagkrant alarmerende berichten over Turkse dolfinaria. Dierenactivisten en toeristen luiden de noodklok over dolfijnen die ter vermaak van het toeristenvolk in veel te kleine baden worden gehouden waar ze langzaam gek worden. Godzijdank blijkt er in Turkije een heuse dierenrechtenorganisatie te bestaan (Haytap) die het voor die stumpers opneemt. De Turkse overheid maakt echter nog weinig aanstalten om de afschuwelijke misstanden aan te pakken. Ook hun instelling zal wel zijn dat het dier voor de mens is.
Zie hier de oogst aan berichtgeving met betrekking tot dierenleed in slechts vijf dagen. Ongetwijfeld een zwakke afspiegeling van de totaliteit aan ellende die dieren door menselijk toedoen of nalaten dagelijks moeten ondergaan.
We hebben van deze planeet een ‘mensenwereld’ gemaakt. Dieren worden getolereerd voor zover we er nut van hebben door ze te kunnen opeten, er geld mee te verdienen, ons er mee te vermaken en te ontspannen dan wel er status door te verkrijgen. Op het moment dat ze ‘ons’ evenwel in de weg gaan zitten of een gevaar (dreigen te ) vormen, ons op kosten dreigen te jagen of voor enig ongemak gaan zorgen weten we niks beters te bedenken dan ze genadeloos te vervolgen, af te danken of ‘gewoon’ aan hun lot over te laten.
Want het dier is er voor de mens…… Niet dan? Ja, toch? Nou dan !!

04 augustus 2010

Vrijheid van honger en dorst is een grondrecht

Dieren die worden gehouden voor de slacht worden gefokt op snelle groei. Daarvoor moet het dier de neiging hebben om veel te eten. Wanneer het volwassen slachtgewicht bereikt is, wordt het dier geslacht. Dat gaat zeker in het geval van vleeskuikens extreem snel: zo’n zes tot acht weken. Langer laten leven kost alleen maar voedsel en gaat af van de winst voor de boer.
Er zijn echter ook dieren nodig die keer op keer weer jongen krijgen. Dat worden vleeskuikenmoederdieren genoemd. Maar om veel en gezonde jongen te krijgen mogen die moederdieren zelf niet al te vet zijn. Overgewicht remt de reproductie. Dat is bij mensen net zo.
Een goede haan is niet vet, zeiden de mensen vroeger al. Moederdieren krijgen dus voor hun "bestwil" minder te eten dan zij zouden willen.
Volgens Varkens In Nood lijden deze dieren honger. Het zou het mooiste zijn wanneer de ouder dieren veel afleiding zouden krijgen zodat zij niet alleen maar permanent hevige trek zouden hebben, maar ook op zoek zouden kunnen gaan naar voedsel. De dieren worden veelal in monotone betonnen stallen gehouden waarin geen afleiding is. Een uitloop naar een weide in combinatie met een stal met veel stro waarin zij nesten zouden kunnen maken zou de dieren die benodigde afleiding kunnen leveren. Wanneer de dieren ook nog eens minder op snel groeien zouden worden gefokt zou het welzijn van de moederdieren en de slachtdieren aanmerkelijk omhoog gaan. Mits zij natuurlijk in een natuurlijke omgeving zouden worden gehouden.
De huidige omstandigheden in de intensieve veeindustrie zijn in strijd met het grondrecht van dieren. Naast de vrijheid om zich natuurlijk te kunnen gedragen zouden de dieren vrijheid van honger en dorst moet hebben. Een op snel groeien doorgefokt dier wordt geschaad in haar grondrechten.

30 juli 2010

Biggen worden over veel te grote afstand getransporteerd


De Nederlandse varkenssector produceert 6,5 miljoen biggen om in andere landen (vaak in eigen stallen) vet te mesten. Op deze wijze omzeilen Nederlandse varkenshouders de Nederlandse mestwetgeving. Het is dus goedkoper om dieren tussentijds naar elders te vervoeren dan in eigen land op te laten groeien. De reden daarvoor is niet een te strenge wetgeving, integendeel, maar dat ons land al overvol met landbouwdieren zit.

Wakker Dier becijferde(28 juli 2010):
Uit de nieuwste exportcijfers over de eerste helft van 2010 blijkt dat het aantal grensoverschrijdende veetransporten met Nederlandse biggen schrikbarend toeneemt. Wakker Dier heeft berekend dat de exportbiggen een gezamenlijke afstand afleggen van 4.5 miljard kilometer per jaar, in kilometers vergelijkbaar met meer dan 12 duizend biggen naar de maan! Veel dierenleed is het gevolg. Het gaat om een toename van het aantal biggen van 2,9 in 2000 naar 6,5 miljoen biggen dit jaar. Deze toename zit onder meer in lange-afstands-transporten naar nieuwe exportlanden als Roemenië, Hongarije en Polen.

Wakker Dier stelt verder:
Nederland is naast ‘slager van Europa’ nu ook ‘kraamkamer van Europa’ geworden. De Nederlandse varkenssector produceert 6.5 miljoen biggen om in andere landen vet te mesten. Dit leidt tot veel dierenleed vanwege de stressvolle transporten. Daarnaast leidt het tot extra risico’s voor insleep van dierziektes. Het grootste risico op een nieuwe uitbraak van varkenspest ligt in de vele Nederlandse veewagens die kris kras door Europa rijden, zo blijkt uit onderzoek. En bij een nieuwe dierziekte-uitbraak leidt dit weer tot massaal dierenleed: dieren worden ziek en vanwege het vervoersverbod puilen de stallen snel uit waarna de politiek haar toevlucht neemt tot de cynisch genoemde ‘welzijnsruimingen’.

De toenemende transporten zijn in strijd met overheidsbeleid. Al jaren pleit het kabinet voor een maximale reistijd bij veetransporten van 8 uur. De commissie Wijffels stelde hier in 2001 al over: ‘Jonge dieren worden daar vandaan gehaald waar ze het goedkoopste zijn en slachtrijpe dieren daar heen gebracht waar de slachterij het meest betaald. Een onverantwoord gesleep met dieren is het gevolg. Onverantwoord, zowel in termen van dierenwelzijn als qua risico voor insleep van besmettingen over grote afstand’. De langere veetransporten naar de nieuwe EU-landen als Roemenië, Hongarije en Polen nemen echter fors toe. Een kwart van de grensoverschrijdende biggentransporten hebben ondertussen een afstand van meer dan 1.500 kilometer.

29 juli 2010

Fluwelen drama

Ze zijn er weer! Bijna overal verkrijgbaar, beeldschoon, fluwelig zacht, koddig en in diverse kleuren. Rood, gevlekt, gestreept, grijs, zwart met wit of effen. Wie er een of twee of misschien wel drie wil hebben, moet wel snel zijn. Er zijn er zat, maar de houdbaarheid is beperkt. Mocht je deze al te oud vinden, wacht dan gewoon op een nieuwe lading. Ze zijn toch vaak gratis.
Kittens. In winkels, op internet en via kranten worden ze weer aangeboden, schattige pluizige bolletjes fluweel, met aandoenlijke koppies, hun grote onschuldige ogen kijken je smekend aan. Ben ik niet lief? Een veelgehoorde opmerking over jonge katjes is: ‘Oh, bleven ze maar altijd zo.’ En dat is nu precies de kern van het drama dat zich ieder jaar voltrekt en volgens deskundigen zelfs alleen maar steeds groter wordt. Medewerkers van de Dierenbescherming en asielen worden er wanhopig van. Want voor veel landgenoten gaat verantwoordelijkheid niet verder dan de eigen drempel. Ze hebben wat katten rondlopen en vinden het wel mooi als er nestjes komen. ‘Leuk voor de kinderen’. ‘We raken ze altijd wel kwijt’ is ook zo’n veelgehoorde rechtvaardiging. Dat ‘kwijtraken’ is vaak letterlijker dan mensen wellicht bedoelen. Want kittens zijn heus beperkt houdbaar. Na hun poezelige weken ontwikkelen ze zich snel tot zelfstandige wezentjes die overal inklimmen, planten ruïneren, bankstellen aan flarden trekken en soms ook nog in huis plassen en poepen. Met andere woorden, het leuke is er dan snel af. En raak ze dan maar eens op een goede manier kwijt.
In de praktijk leidt het namelijk tot drama’s. Kittens die men niet kan slijten, worden in het beste geval bij dierenopvangtehuizen afgeleverd, die op hun beurt wanhopig trachten de dieren onder te brengen. Honderden, duizenden weeskatten. Of ze worden op straat gezet. Er zijn zelfs mensen die menen er goed aan te doen hun kittens op zondag tijdens een autoritje met de kinderen in verschillende dorpen ‘uit te zetten’, onder het motto dat de diertjes zo vast wel een baasje vinden. Ook een manier van opvoeden: ‘laat anderen het maar oplossen’. Maar wanneer iemand zich het lot van al die ontheemde katten zodanig aantrekt dat ze haar eigen huis verandert in een permanente opvang, dan klagen diezelfde mensen vaak steen en been ‘omdat ze geen dierenasiel in hun buurt willen hebben.’ Vanwege de stankoverlast of zo. En intussen lopen hun eigen poezen of katers dag en nacht buiten, ongecastreerd, want ach, één zo’n nestje kan toch geen kwaad?
Het is een vicieuze cirkel van ellende, waarbij mensen graag de logica toepassen die hen het beste uitkomt en dan vooral als het maar geen geld kost. “Inenten tegen kattenziekte? Dacht het niet.” “Castreren? Nee, da’s veel te duur.” “Laten chippen?” “Nee hoor, als ie wegloopt, moet ie het zelf maar weten.” En dan nemen ze wel weer een andere. Of deze: “Katten kunnen prima overleven in de natuur. Ze vangen wel wat muisjes en vogeltjes.” (Een van de grootste oorzaken van de achteruitgang van veel vogelsoorten is te wijten aan verwilderde en gewone huiskatten!!)
Wat het voor de katten zelf betekent, daar wordt niet over nagedacht. Huiskatten zijn geen wilde katten en ‘de natuur’ in Nederland bestaat voornamelijk uit snelwegen, auto’s en jachtgebied. En wat te denken van de ellende voor de mensen die trachten wél oplossingen te zoeken voor al die katten die vaak zonder enig uitzicht op een nieuw thuis is asielen zitten?
Veel mensen realiseren zich niet dat een kat wel twintig jaar kan worden en dat de poezelige fase maar heel kort duurt. Iets anders wat mensen zich kennelijk ook niet realiseren is dat katten zich heel erg aan hun baasjes kunnen hechten en echt lijden als ze in de steek gelaten worden. Katten voelen en beseffen meer dan u denkt.

Daarom – nog maar een keer - deze dringende oproep:

Laat uw kater of poes inenten tegen kattenziekte, castreren en chippen!

Doe kittens nooit gratis weg en controleer altijd de nieuwe adressen

Houd uw kat in elk geval ’s nachts binnen om vogelmoorden te beperken.

Neem uw verantwoordelijkheid ook buiten eigen huis en erf

Behandel dieren met respect en leer dit uw kinderen.

Dieren zijn levende wezens en mogen nooit speelgoed zijn!



Annemarie van Gelder

Partij voor de Dieren Friesland

Het begint bij het kind

Ik kom uit Amsterdam, ben geboren in 1955 en tijdens mijn jeugd zijn een paar momenten zo helder in mijn geheugen gegrift, dat het is alsof ze gisteren plaatsvonden: ten eerste de vondst van een kartonnen doos met piepkleine verdronken zwartwitte kittens in een slootje in het Amsterdamse Bos toen ik daar met een paar klasgenootjes speelde. Ik voel de verbijstering nog, maar hoe het verder is gegaan, weet ik niet. Een andere herinnering betreft het Waterlooplein, waar ik vaak kwam met mijn grote broer: een marktkoopman die vogeltjes verkocht, propte aan het eind van de dag een paar verzwakte kanaries in een zak en sloeg ze dood tegen een boom. Verbijsterd was ik, maar ik was jong en het gedrag van grote mensen was wel vaker onbegrijpelijk. Op vakantie in Spanje zag ik de kettinghonden, de uitgeputte pakezels en de kleurrijke aankondigingen van stierengevechten. Op bezoek op een of ander boerenbedrijf zag ik kalveren in kleine donkere kisten, om mooi wit vlees te krijgen. Op een pluimveebeurs waar ik met kennissen van mijn ouders was (geen idee meer wie en waarom) zag ik bakken met honderden vrolijk geverfde kuikentjes, als publiekstrekkers. Ik kreeg er een die zieltogend was in mijn handen gedrukt. Die mocht ik wel hebben. Door de verf zouden ze allemaal tenslotte stikken, maar dat gaf niet, want het waren maar haantjes. De kennis van mijn ouders brak voortvarend het nekje van mijn stervende kuiken op de rand van een bak, maar toen hij merkte hoe ik daar van schrok, kreeg ik vijf gezonde – en niet geverfde- haantjes mee naar huis, driehoog in Amsterdam …!
Mijn ouders zeiden wel eens dat ik ‘alles zielig’ vond, maar ‘zo waren dingen nu eenmaal’. Dus ik zweeg. Ik wist niet beter. Als kind stap je in de wereld van volwassenen en zij bepalen hoe die wereld is.

Onze omgang met dieren wordt ons –ook- aangeleerd. Iemand die dus haar drachtige hond of kittens verdrinkt, of bij wijze van hobby gaat vissen, kopieert gedrag uit de opvoeding.(of is in zeldzame gevallen aangeboren wreed.) Er zijn mensen die de normen uit hun jeugd niet langer omarmen als ze ouder worden. Die zelfs beschaamd zeggen: ja, ik heb die voorbeelden ook gehad, maar ik maak nu andere keuzes. Is het bijvoorbeeld niet opmerkelijk dat veel jonge kinderen geen vlees willen eten als ze eenmaal beseffen waar dat vandaan komt? We voeden ze –desnoods onder dwang- op tot ‘gezonde vleeseters’ en melkdrinkers, kortom tot ‘gebruikers van dieren’, omdat veel mensen nog altijd vinden dat de wereld en daarin ook de dieren er voornamelijk zijn voor gebruik en plezier van ons mensen. Dan krijg je volwassenen die een hond aanschaffen en die na twee jaar naar het asiel brengen omdat ze ‘er geen tijd (lees ‘zin’) meer voor hebben’. Of hun zwangere hond verdrinken omdat ze dat zien als de oplossing om niet weer een nestje te krijgen. Of mensen die hun poes jaar na jaar jonkies laten krijgen omdat dat ‘de natuur’ is en ‘omdat die beestjes zich wel redden..’ Of mensen die menen dat ze voor Onze-Lieve-Heer moeten spelen en jagen voor ‘wildbeheer’. Als hobby!
Mensen die in feite van generatie op generatie overgebrachte normen van een paar eeuwen geleden blijven hanteren, toen we nog niet beter wisten en eigenlijk ook geen andere oplossingen kenden.

De opvoeding van onze kinderen en de beschaving van onze samenleving lopen ernstig achter bij onze kennis. Uit onderzoek blijkt dat dieren, net als mensen, gevoelens van angst, eenzaamheid en stress ervaren. Anders dan wij omdat ze het niet kunnen verwoorden, maar niet minder. Een jong kind dat verwaarloosd wordt door zijn ouders, draagt daar een leven lang trauma’s van mee. Een jong dier dat mishandeld wordt door mensen, zal zijn leven lang angstig blijven. Ook vissen, van wie veel mensen beweren dat ze koudbloedig zijn en ‘dus’ geen pijn hebben, blijken heftig te lijden onder de handelingen die vissers verrichten bij wat zij als ontspannen tijdverdrijf zien. Kan dat lijden ooit in verhouding staan tot dat ene moment van lol van de hengelaar? Zoiets doe je je ergste vijand nog niet aan! Onze hamburgers, barbecueschotels en kippenboutjes en andere kiloknallers hebben de meest afschuwwekkende ervaringen moeten doorstaan voordat ze op ons bordje belanden. De dieren die we bekijken in circussen en dierentuinen zitten daar altijd, een leven lang. Als wij naar huis gaan, ergens een hapje eten, een bioscoopje pakken of een vakantie plannen, zitten zij nog steeds achter hun tralies. Dag in, dag uit. Levenslange gevangenen, zonder ooit een misdaad begaan te hebben en alleen maar voor onze lol. Is dat ons amusement waard?

En kinderen die ooit verbijsterd waren, veranderen snel in volwassenen die liever ook maar niet nadenken en klakkeloos nadoen wat hen nu eenmaal geleerd is. De Indiase geestelijke en politieke leider van India, Mahatma Gandhi (1869 - 1948) zei dat ‘de beschaving van een volk af te meten is aan de mate van respect waarmee ze met hun dieren omgaan.’
Dus hoe beschaafd zijn wij, met jaarlijks ruim 500 miljoen dieren die we over de kling jagen?
Met het verdrinken van huisdieren wanneer die ons in de weg zitten? Met dierenwetten die in feite nog altijd alleen het belang van mensen behartigen?
Met kinderen die leren dat dieren er puur voor de lol en het economische gewin van mensen zijn?Laten we alsjeblieft beginnen met weer te kijken naar de ontzetting van jonge kinderen die ons volwassenen bezig zien en laten we toegeven dat we middeleeuws bezig zijn. Verander dat gedrag vandaag nog! Doe dieren niet aan wat je kinderen ook niet aan wilt doen en geef hen beiden de wereld die ze verdienen.

Annemarie van Gelder

28 juli 2010

Meeste vleeskuikens hebben pijn

Persbericht Nijmegen, 28 juli 2010. Wetenschappelijk EU-rapport: meeste vleeskuikens hebben pijn.
Twee nieuwe, vandaag gepubliceerde wetenschappelijke rapporten van de Europese autoriteit voor de voedselveiligheid EFSA concluderen dat er ernstige welzijnsproblemen zijn in de vleeskuikenhouderij.

De kip die je in de supermarkt koopt is helemaal geen kip, maar een kuiken dat in nog geen zes weken wordt vetgemest tot een gewicht van meer dan twee kilo. Kuikens groeien tegenwoordig twee maal zo snel als 50 jaar geleden. Dit is mogelijk door genetische selectie: de dieren zijn speciaal gefokt om snel te groeien. Ernstige welzijnsproblemen zijn het gevolg hiervan, aldus de wetenschappers van EFSA. Zij spreken van pootgebreken, ascites (vocht in de buikholte), een hoge sterfte en het plotseling doodvallen van de dieren. Ze maken zich ernstige zorgen over afwijkingen in de botten van vleeskuikens die leiden tot kreupelheid, die waarschijnlijk voor de meeste dieren pijnlijk is.

Naast deze welzijnsproblemen voor vleeskuikens presenteert EFSA vandaag ook een rapport over vleeskuikenouderdieren. Dit zijn kippen die niet geslacht en opgegeten worden, maar die gehouden worden om de vleeskuikens ter wereld te brengen. Ook zij zijn geselecteerd om snel te groeien. Die eigenschap moet immers overgebracht worden op hun kuikens, die gemest worden voor hun vlees. Omdat de snelle groei zou leiden tot ernstige gezondheidsklachten en hoge uitval wordt de ouderdieren chronisch voedsel onthouden. Zij hebben altijd honger. Als gevolg daarvan concurreren de dieren om voedsel en dat leidt vaak tot verwondingen.

In haar rapport meldt EFSA nog meer, schokkende welzijnsproblemen bij de ouderdieren:
* Pijnlijke verminkingen van tenen of kammen, zonder bewijs dat dit noodzakelijk is of goed voor het welzijn van het dier
* kale leefomgeving en een hoge bezettingsgraad van de stallen
* wanneer de dieren uiteindelijk geslacht worden gebeurt dat vaak in slachtlijnen die ongeschikt zijn voor de zware ouderdieren, hetgeen leidt tot extra stress en verwondingen bij de slacht.

Compassion in World Farming zet zich al jaren in voor een verbetering van het welzijn van vleeskuikens. Dit heeft onder meer geleid tot de eerste specifieke Europese welzijnsregels voor de vleeskuikenhouderij. In die regels, die met ingang van dit jaar van kracht zijn, wordt tot op zekere hoogte paal en perk gesteld aan de zeer hoge bezettingsgraad in kuikenstallen, maar de problemen die het gevolg zijn van genetische selectie worden onvoldoende aangepakt. De wetenschappelijke rapporten die EFSA nu presenteert tonen aan dat dit snel moet gebeuren en uiteraard zal Compassion in World Farming zich daar met kracht voor inzetten!

27 juli 2010

Einde aan stierengevechten in Catalonië

Spoedig een einde aan stierengevechten in Catalonië!
CAS International aanwezig bij historische stemming

Persbericht CAS. Utrecht/Barcelona Het Catalaanse parlement besliste op 28 juli 2010 dat zij het stierenvechten in de Spaanse deelstaat Catalonië gaat verbieden. De stemming komt voort uit een burgerinitiatief van de Spaanse dierenbeschermingsorganisatie PROU (Genoeg!), ondersteund door meer dan 180.000 Catalanen. De in Nederland gevestigde organisatie CAS International (Comité Anti Stierenvechten) voert samen met PROU en WSPA campagne om te komen tot een verbod op het stierenvechten in Catalonië.

In april 2004 sprak de gemeenteraad van Barcelona zich in een officiële stemming uit tegen het stierenvechten, dankzij een campagne van de Spaanse organisatie ADDA in samenwerking met CAS International en WSPA (World Society for the Protection of Animals). Barcelona kan het stierenvechten officieel niet verbieden, maar het Catalaanse parlement wél. Dierenbeschermers bleven daarom campagne voeren om te komen tot een officieel verbod.

Op 28 juli a.s. is het zover: het Catalaanse parlement beslist dat er definitief een einde komt aan de stierengevechten in de Noord-Spaanse deelstaat. CAS International was bij deze historische stemming aanwezig zijn om de Spanjaarden te steunen.

Om wederom te benadrukken hoeveel weerstand er wereldwijd tegen het stierenvechten is, overhandigt WSPA op 26 juli 140.000 handtekeningen aan de president van het Catalaanse parlement, verzameld in 120 landen. Dit komt bovenop de vele handtekeningen die al eerder door dierenbeschermingsorganisaties werden verzameld. 18.000 van de 140.000 handtekeningen komen van donateurs en sympathisanten van CAS International.

Onderzoek van bureau Gallup wijst uit dat 70% van de Spanjaarden niet van het stierenvechten houdt. Dit gebruik is al afgeschaft op de Canarische eilanden. Marius Kolff, directeur CAS International: "Wij hopen ervoor te zorgen dat Catalonië de tweede Spaanse regio wordt die het stierenvechten officieel verbiedt. Dit dierenleed vindt alleen nog maar plaats in de arena van Barcelona. Deze arena is tijdens stierengevechten maar voor een heel klein deel gevuld met toeschouwers, meestal buitenlandse toeristen. Als Catalonië het stierenvechten afschaft, zullen andere regio's snel volgen. En gezien de reacties op de stemming in Catalonië zal een verbod op het stierenvechten wereldwijd een schok teweegbrengen".

06 juli 2010

Friezen doden opzettelijk roofvogels

Een veel gehoorde uitspraak is dat het erg goed gaat met de roofvogels in Nederland. Niets is echter minder waar. Alleen de meest algemene roofvogel in Nederland, de buizerd, doet het met 10.000 broedparen goed; deze soort is de laatste 10 jaar min of meer stabiel. Vrijwel alle andere soorten weten zich te handhaven of gaan achteruit.
Volgens de Friese Milieu Federatie (FMF) zijn in het eerste halfjaar van 2010 in Friesland zeker 104 roofvogels gedood. "Vooral de buizerd, de bruine kiekendief en de havik moeten het ontgelden met respectievelijk 75, 14 en 12 sterfgevallen”, zegt het FMF. De aantallen zijn acht keer hoger dan in de rest van Nederland.
Deels is de Friese overkill te wijten aan "weidevogelbeschermers".

Meer lezen over roofvogelvervolging? Klik hier. Zie ook dit bericht over een oude Friese recidivist.

Partij voor de Dieren bepleit verbod op veetransport bij tropische hitte

Persbericht Den Haag, 6 juli 2010 – De Partij voor de Dieren wil een verbod op veetransporten op dagen dat het kwik boven de 28 graden uitkomt. De Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) behoort controles uit te voeren bij diertransporten om erop toe te zien dat voorschriften worden nageleefd, maar dit is volgens de Partij voor de Dieren onvoldoende om in periodes van tropische hitte het dierenwelzijn te kunnen garanderen. Recent gemaakte videobeelden van veetransporten illustreren dit. De partij pleit voor snelle actie van de kant van minister Verburg van LNV, met het oog op de komende zomermaanden.

Volgens fractievoorzitter Marianne Thieme zijn de video-beelden die dierenwelzijnsorganisatie Eyes on Animals onlangs maakte illustratief voor het probleem. De organisatie wist de temperatuur op te meten van een aantal veetransporten tijdens één van de recente tropische dagen. Uit de beelden blijkt dat de temperatuur in de betreffende veewagens boven de 35 graden lag en in sommige gevallen zelfs 42 graden bereikte. Hiermee worden de Europese regels overschreden, die bepalen dat de temperatuur in de wagen niet meer dan 30 graden Celsius mag bedragen, met een tolerantie van ongeveer 5 graden.

Thieme maakt zich zorgen over het dierenwelzijn tijdens de transporten in de zomerse hitte en roept de minister van LNV met behulp van Kamervragen op tot actie. ‘Deze temperaturen zijn ondraaglijk voor de dieren in de veewagens, en de transporten kunnen uren duren’, aldus Thieme. De steekproefsgewijze controles van de VWA vormen volgens haar bij hoge temperaturen niet voldoende waarborg voor het dierenwelzijn. ‘Dit zijn risicodagen, waarbij een paar controles niet volstaan. Het is veel beter om bij tropische temperaturen het transporteren van dieren niet toe te staan, en de VWA op het naleven van het verbod te laten controleren.’

01 juli 2010

Giftigheid van gevangen vis wordt gemaskeerd

De Partij voor de Dieren vermoedt dat gifwaarden in vis sterk kunnen schommelen afhankelijk van de locatie van vangst. Door deze waarden over verschillende locaties te middelen wordt het giftige karakter van vis gemaskeerd.
Dit blijkt uit vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over gifgehalten in vis (1 juli 2010).

  1. Heeft u kennisgenomen van een nieuwe viswijzer die informatie verstrekt over gifgehaltes in vis en ecologische en gezondheidsinformatie combineert? Hoe beoordeelt u dit initiatief?
  2. Hoe beoordeelt u de kritiek van de makers van deze nieuwe viswijzer dat de gezondheidsaanbevelingen voor de consumptie van vis gebaseerd zijn op gemiddeld aangetroffen gifwaarden, terwijl de hoeveelheid gif in een bepaalde vis gemakkelijk veel groter kan zijn wanneer de vis in vervuild gebied is gevangen?
  3. Op basis van welke wetenschappelijke informatie wordt door het Voedingscentrum gesteld dat het risico voor je gezondheid door eventuele giftige stoffen verwaarloosbaar is ten opzichte van de voordelen van regelmatig vis eten? Op welke wijze is de grote variatie meegenomen in de gifgehaltes van verschillende vissen van dezelfde soort?
  4. Deelt u de mening dat het van belang is de herkomst van de vis te weten om een reële inschatting te kunnen maken van de hoeveelheid toxische stoffen? Zo ja, hoe kan de overheid zonder deze nuance blijven communiceren dat het verstandig is om twee keer per week vis te eten? Zo neen, waarom niet?
  5. Deelt u de mening dat ten behoeve van de gezondheid van de consument vis duidelijk traceerbaar zou moeten zijn? Zo ja, op welke wijze bent u van plan dit te doen? Zo neen, waarom niet?
  6. Kunt u toelichten wat precies bedoeld wordt met de stelling van het Voedingscentrum dat het eten van vis (2 maal per week, waarvan 1 keer vette vis) de kans op hart- en vaatziekten verkleint? Ten opzichte van welk voedingspatroon zou de kans op hart- en vaatziekten precies worden verkleind?

30 juni 2010

PBL vraagt de overheid om aandacht voor de kwaliteit van de leefomgeving

Maatregelen om het welzijn van dieren te verbeteren kunnen negatieve gevolgen hebben voor het milieu, stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) 9 juni 2010 in een rapport over tien jaar veehouderij in ons land.
De uitstoot van fijnstof is sinds 2004 weer gestegen, doordat pluimveehouders overschakelden op scharrelkippen, aldus het rapport. Bovendien produceren diervriendelijke houderijsystemen niet alleen meer fijnstof, maar vaak ook meer ammoniak. Ook het voerverbruik is hoger, waardoor meer landbouwgrond nodig is om het voer te produceren. Dat kan ten koste gaan van milieu en natuur elders.
Het PBL vindt dat de overheid deze strijdigheid aan de orde moet stellen en zo nodig een keuze moet maken. Dat geldt ook voor de vraag in hoeverre export ten koste mag gaan van de kwaliteit van de leefomgeving hier.
Tot zover het PBL.
De uitstoot van fijnstof en ammoniak van diervriendelijke houderijsystemen is alleen een probleem wanneer er grote hoeveelheden dieren worden gehouden. In dat kader is het terecht dat het PBL de overheid oproept om een keuze te maken ten aanzien van de export in relatie tot de kwaliteit van de leefomgeving in Nederland. Het is helder dat de overheid het beste kan streven naar een kleinere omvang dier(on)vriendelijke houderijen. Nu worden er in ons land 3x zo veel dieren gehouden als in eigen land worden geconsumeerd. Die overkill gaat ten koste van de kwaliteit van de leefomgeving.

23 juni 2010

Walvisjacht legaliseren? Nooit niet!

De Internationale Walvisvaartcommissie (IWC) stelt voor om de jacht te legaliseren met quota van 400 walvissen per jaar. Nu wordt voor Japan, Noorwegen en IJsland de vangst van een paar duizend walvissen toegestaan onder het mom van wetenschappelijk onderzoek. Het walvisvlees komt echter gewoon in de supermarkt.
Wat mankeert er aan het gewoon verbieden van de walvisvangst? Het legaliseren van het vangen van ook maar een klein aantal walvissen maakt niet duidelijk dat het doden van walvissen een onethische kwestie is. Het verbieden van de vangst maakt ook onomstotelijk duidelijk wanneer een land of walvisjager in de fout gaat: altijd. Elke geringe schending of overtreding maakt dan een economische boycot tegen de landen effectief. Wanneer het doden van walvissen deze landen minder oplevert dan een boycot kost is het snel afgelopen met de illegale jacht.

16 juni 2010

Esther Ouwehand groenste politicus van het jaar 2010

PvdD persbericht, den Haag, 16 juni 2010 - Tweede Kamerlid Esther Ouwehand is vandaag door Stichting Natuurmonumenten uitgeroepen tot groenste politicus 2009-2010. Ouwehand ontving de prijs vanwege haar gedrevenheid en vastberadenheid in debatten, haar expertise op het dossier en het aantal moties en amendementen die door haar zijn ingediend en aangenomen voor natuurbehoud.
Ouwehand is blij met de erkenning en prees de organisatie voor hun inzet. ‘Het is belangrijk dat maatschappelijke organisaties laten zien welke partijen zich inzetten voor natuurbehoud. De Partij voor de Dieren heeft natuur en milieu hoog op de politieke agenda staan en dankzij het behoud van onze twee zetels kunnen wij de natuur ook in de komende regeerperiode blijven beschermen’, aldus Ouwehand.

Een andere leuke omstandigheid voor Esther Ouwehand was het aantal stemmen dat zij kreeg bij de Tweede Kamer verkiezingen. De meeste kiezers stemmen de eerste op de lijst. Het aantal stemmen op Esther bedroeg 1/8 van het aantal stemmen dat de nummer 1 op de lijst kreeg. Daarmee was zij verreweg de meest favoriete nummer twee vergeleken met de overige nummers 2 van de andere partijen. Dat is opmerkelijk omdat zij oorspronkelijk door de kiescommissie van de PvdD niet eens was geplaatst op de lijst voor de verkiezingen.

02 juni 2010

Woedeuitbarsting op olifant bij circus Renz

In circus Renz treden dieren op die -op zijn zachtst gezegd- niet altijd de waardering krijgen die zij verdienen; verslag van een ooggetuige (zie video):
Lama's, leeuwen, alpaca, een bok, Shetland ponies, zebra's, Watoesi's, 1 kameel en 1 Indische olifant die vrij klein van stuk is. De olifant staat buiten op het gras met wat hooi, zo te zien in een kraal van schrikdraad met in een cirkel om haar heen wat andere dieren.

In het programmaboek staat een act van Adriana Folco met een olifant die "Baby" heet. Zij is een dochter van de Folco's die in 1992 met Circus Sarassani de Jubileumtournee deden in Nederland. Ook in het programmaboek Amedeo Folco die een act heeft met zwarte Shetlanders. Hij is haar zoon en nog een kind, en ik zie hem die middag "ins freie Gehege" heel speels en ongedwongen oefenen om de grote bok en een bruine Shetlander een nummer te leren.

Mijn grootste aandacht gaat uit naar de wat kleine olifant. Olifanten zijn kuddedieren, en deze is alleen. Ze staat bijna voortdurend wat dierenactivisten noemen "stereotype gedrag" te vertonen: het wiegen, constant, incl. slurfbewegingen. Steeds dezelfde stapjes, maar af en toe onderbroken door een hapje hooi nemen. Mijn projectie is dat ik het wel erg eenzaam vind, maar anderzijds zegt een half uurtje kijken natuurlijk niets over de resterende 23½ uur van haar etmaal.
Dan is er ruim na de pauze een nummer dat ik me niet eens herinner omdat het eindigt met een totaal verduisterd chapiteau om dan amper 3 tellen later DE OLIFANT in een spotlight midden in de piste te tonen, met dompteuse Folco vlak voor haar. Het dier staat dan al met de voorpoten op zo'n ronde verhoging, lijkt natgespoten te zijn maar m.i. is dat de glitterspray waar ik 's middags vóór de voorstelling ook nog resten van op haar kop en poten gezien had. Het draait lustig rondjes door met de achterpoten om de ton heen te lopen en op de tonen van het circusorkest. Het staat er als één brok leven.
Maar dan begint het fout te gaan. Folco vraagt bewegingen van het dier, maar het reageert niet. Het blijft doen wat het deed. Na zeker 10 commando's en fysieke aanwijzingen, doet het wat zij wil. Ik heb haar geen moment LIEF zien zijn voor het dier en/of het belonen. Dan wil ze dat het gaat zitten op zo'n ton, maar ook dat duurt vele, vele keren van vragen, op poten tikken met een soort zweepje, weer commando's, het dier blijft staan en blijft haar aankijken. Als het z'n slurf een paar maal beweegt, duwt ze die weg of slaat 'm weg. Opeens gaat de olifant toch zitten, voorpoten omhoog, het publiek applaudisseert.

Dan wil de Italiaanse dat het dier op z'n linkerzij gaat liggen in de piste. "Down, down!". Na 10 of 20 keer commando's gevolgd door aan z'n linkeroor trekken, slurf wegslaan, met de hand op z'n achterrug wat slaan, dringt tot mij door dat Folco zelf al die tijd pal links naast het dier staat dat ze naar links wil laten omvallen. Als zij dan ook nog met zo te zien een stok van ± 60 cm lengte op z'n hoofd midden tussen de ogen gaat slaan ("tikken") totdat die stok breekt... moet ik me inhouden om niet de piste in te stappen en die heks eruit te schoppen. Ze heeft al die tijd geen seconde iets van aardigheid, iets liefs of bemoedigends naar het grote dier getoond. Wat het goed deed, wordt het niet voor geprezen. Ze is haar commando's steeds harder gaan roepen maar zonder resultaat en om zo'n vrouw kwaad te zien worden op Godbetere een olifant en die d.m.v. duwen op z'n rug in beweging te proberen te krijgen terwijl het dier haar al die tijd goed aankijkt...

Tussendoor moest "Baby" nog 1 of 2 maal rondjes draaien, en dat deed ie vol energie en overtuiging. Mijn indruk was dat het dier de andere commando's domweg (nog) niet goed begreep, maar ook op geen enkele manier in vriendelijkheid en begrip, bemoediging door z'n dompteuse daar bij geholpen werd. Baby ging niet liggen, waarop de act werd afgebroken door het dier een roze lap in de slurf te geven waarmee het al zwaaiend achterwaarts de piste verliet. Want dat laatste deel van de act, kende het blijkbaar nog wel.

Opmerking
Ik hield er rekening mee dat het nummer misschien nog maar kort bestond, en nog niet voldoende ingestudeerd was. Dan kun je zulke resultaten krijgen. Later zoekend op internet, bleek al snel hoe fout m'n indruk was. Adriana Folco en "Baby" trekken al heel veel jaren samen op.

Ontdaan door de hele gang van zaken in de piste en het feit dat Folco de situatie duidelijk niet de baas was, heb ik meteen toen Baby naar achteren ging de voorstelling verlaten om achter het chapiteau te kijken wat er verder met de olifant gebeurde. Folco was immers kwaad en had een deel van haar zelfbeheersing al in de piste verloren. Baby bleek direct afgevoerd naar z'n staltent, waar Folco nog zeker 10 à 15 minuten in het Italiaans luid tegen het dier heeft lopen schreeuwen en schelden. Een dierverzorger hielp haar om de witte banden (schrikdraad) weer om het dier heen te zetten, het ging allemaal chaotisch, haar zoontje kwam ook helpen, de bruine Shetland en de bok die -in een stalen omheining- de olifant in haar staltent gezelschap bleken te houden voor de nacht, hielden zich koest.
Na ongeveer een kwartier liep Folco nog steeds scheldend weg naar de Sattelgang toe (achterkant ingang chapiteau) waar diverse circusmedewerkers stonden te kijken richting Baby. Keerde even later weer terug en sloot toen de deuren van de wagen (trailer) die met vers stro en hooi was klaargemaakt voor de nacht. De olifant bleef buiten, in haar tent op het gras. Geen hooi meer gezien (maar weet niet of olifanten qua maagactiviteit 's nachts moeten kunnen fourageren). Toen liep ze weer weg, ik denk naar haar eigen wagen toe. Een andere circusmedewerker liep naar zijn collega in de olifantentent toe, en kreeg daar een handen-en-voeten verhaal over hoe het dier in de voorstelling herhaaldelijk haar commando's geweigerd had. Samen brachten ze vervolgens de zijwand (tentdoek) aan aan de kant die nog steeds open was geweest en waardoor ik alles had kunnen zien.

Toen ben ik weggegaan. Er was licht in de staltent en door haar schaduw kon je zien dat "Baby" daar intussen weer non-stop stond heen en weer te wiegen. Met al die vieze glitter nog op haar kop en lijf, want ze was niet afgespoten.

Tot zover de ooggetuige.
Wilt u meer lezen over welzijnsproblemen van circusdieren en de redenen waarom sommigen actievoeren tegen het gebruik van dieren in het circus, klik dan hier.

28 april 2010

Wetenschappers vertellen waarom u minder vlees moet eten

Op 27 april 2010 werd de site www.duurzameveeteelt.nl geopend. Op de site pleiten Nederlandse hoogleraren voor het volgende:

Wij, wetenschappers uit uiteenlopende disciplines, verbonden aan Nederlandse universiteiten als (emeritus) hoogleraar, zijn van mening dat de intensieve veehouderij moet worden gesaneerd en omgevormd tot een dier-, mens- en milieuvriendelijk systeem dat tegemoetkomt aan de natuur en behoeftes van alle levende wezens. Wij denken dat daartoe om te beginnen de plannen gerealiseerd moeten worden die tien jaar geleden al werden geformuleerd door o.a. Wijffels en Brinkhorst. Wij pleiten daarom voor een kritische evaluatie van wat er in concreto gedaan is met de aanbevelingen van de commissie-Wijffels, en vooral wat niet gedaan is.

Daarnaast formuleren we de volgende algemene uitgangspunten die in onze visie richtinggevend moeten zijn bij de hervorming van de sector:
  1. De overheid en niet de markt moet verandering sturen. Bij het hervormen van de veeindustrie moet de overheid uitdrukkelijk een sturende rol spelen. Via regelgeving moet de overheid afdwingen dat de productie van vlees en zuivel duurzaam is.
  2. De consumptie van dierlijke eiwitten moet worden verlaagd met minstens 33 % in 2020. Dit moet een doelstelling worden van het kabinetsbeleid. De overheid kan deze doelstelling, die een gedragsverandering van de consument vraagt, deels bereiken middels voorlichting met onafhankelijke informatie over dierenwelzijn, milieu, ecologische voetafdruk en gezondheid.
  3. Alle maatschappelijke kosten van de productie van vlees en zuivel moeten worden verdisconteerd in de prijs, volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’. Sleuteltermen voor de consumptie van vlees en zuivel moeten worden: minder en beter. Boeren die verbeteringen in kwaliteit, duurzaamheid en dierenwelzijn verwezenlijken, zullen een hoger inkomen genereren doordat de maatschappelijke kosten van hun product lager zijn.
  4. Nederland moet voortrekker van Europa worden. Maatregelen moeten waar mogelijk in Europees verband genomen worden, maar Nederland moet, gezien de omvang van de sector in Nederland, het voortouw nemen.
  5. Welzijn van dieren moet een centrale plaats krijgen in de veehouderij. De overheid moet dierenwelzijn waarborgen door welzijnsonvriendelijke methoden te verbieden.
  6. Het gebruik van antibiotica en hormonen in de veeteelt moet verboden worden. Het mag alleen in specifieke, duidelijk omschreven gevallen worden toegestaan voor individuele dieren die ziek zijn.
  7. Grondgebonden landbouw en gesloten kringlopen in de productie van dierlijke eiwitten moeten het uitgangspunt vormen. Het fokken, vetmesten en het slachten van landbouwhuisdieren alsmede de productie van grondstoffen van veevoer moet bij voorkeur binnen één regio gebeuren.
  8. De vestiging en uitbreiding van grootschalige veeindustrieën moet aan banden gelegd worden, om verdere aantasting van het landelijk gebied tegen te gaan. Er moet een grens worden gesteld aan het aantal te houden dieren per hectare, per provincie of in heel Nederland.
  9. Boeren moeten de kans krijgen het hoofd boven water te houden. Bij de door ons voorgestelde gedwongen herstructurering is duidelijk dat de sector problemen zal krijgen in de transitiefase. Er is dus flankerend beleid nodig, waarbij de overheid degenen die in de problemen komen zal moeten helpen zich aan te passen. Gezien de hoge maatschappelijke kosten van de huidige wijze van bedrijfsvoering, zal deze investering zich op termijn terugbetalen.
  10. De ontwikkeling van verantwoorde en smakelijke plantaardige voeding moet worden bevorderd. De overheid moet investeren in meer onderzoek naar efficiënte productie van plantaardige producten die voor de consument een volwaardige vervanger zijn van dierlijke producten. Een aantrekkelijk alternatief leidt vanzelf tot een lagere vlees- en zuivelconsumptie, en zal aldus alle genoemde problemen tegelijkertijd aanpakken, terwijl tevens de gezondheid van de consument erbij gebaat is.

Minder vlees, mevrouw. U weet nu waarom.

Werken luchtwassers eigenlijk wel?

Citaten uit de evaluatie Project luchtwassers 2009

Dit project is door de Servicepunten Handhaving opgezet naar aanleiding van signalen van diverse handhavingspartners over het slechte naleefgedrag bij chemische luchtwassers van agrarische bedrijven. Bij controles van de luchtwassers bleek dat vaak de installatie in afwijking van de vergunning was gebouwd. De toezichthouder kan hierdoor niet beoordelen of de installatie het benodigde rendement behaalt. Regelmatig werd geconstateerd dat de installatie niet werkte. De controle rondom de dimensionering en werking is complex.

Tijdens het project zijn zes typen enkelvoudige luchtwassers gecontroleerd aan de hand van een vooraf opgestelde checklist. De controles zijn uitgevoerd door diverse instanties (toezichthouders).
Door te werken met een checklist is getracht het toezicht en de verkregen informatie voor het project te uniformeren. Bij de checklisten is een toelichting gemaakt om toezichthouders te helpen bij het uitvoeren van een controle. Verder is toezichthouders de mogelijkheid geboden met een andere (ervaren) toezichthouder mee te gaan tijdens het uitvoeren van een controle.

Conclusies:
  • 74% van de inwerking zijnde luchtwassers voldoet niet aan alle wet- en regelgeving.
  • Bij 23% van de inrichtingen is de emissie te hoog.
  • Bij een aantal inrichtingen is niet bekend of de emissie te hoog is of niet. Bij deze inrichtingen waren de luchtwassers wel in werking maar niet geheel overeenkomstig de vergunning uitgevoerd.
  • In een aantal gevallen moet door handhaving van de vergunningvoorschriften de wassers in overeenstemming met de vergunning gebracht worden. In een aantal andere gevallen wordt tijdens een te volgen vergunningprocedure bepaald of de vereiste emissiereductie gehaald wordt.

21 april 2010

Varkenssector veroorzaakt voor meer dan 1,5 miljard euro maatschappelijke kosten per jaar

Persbericht Amsterdam, 21 april 2010 - Het instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit heeft in opdracht van de Nicolaas. G. Pierson Foundation onderzoek gedaan naar de hoogte van werkelijke prijs van varkensvlees indien alle maatschappelijke kosten zouden worden meegerekend. In de studie zijn de milieueffecten van varkensvlees gekwantificeerd in de categorieën klimaatverandering, dierenwelzijn, biodiversiteit en dierziektes. Omdat niet alle effecten zijn meegenomen in de berekening kan de geschatte prijs nog steeds worden beschouwd als een onderschatting.

De totale maatschappelijke kosten voor conventioneel varkensvlees worden geraamd op minimaal €2,32 per kilo op een gemiddelde consumentenprijs van €6,69, ofwel 35%. Hierbij is dierenwelzijn de belangrijkste factor, gevolgd door biodiversiteit, klimaatverandering en dierziektes. Subsidies lijken een verwaarloosbaar kleine rol te spelen.

Voor biologisch varkensvlees zijn de maatschappelijke kosten naar schatting minimaal €1,26. Omdat de gemiddelde consumentenprijs van biologisch vlees minstens een kwart hoger ligt dan die van conventioneel vlees, zou de prijs dus €8,36 zijn. Dit betekent dat ook de maatschappelijke kosten van biologisch vlees dus minimaal 15% van de consumentenprijs bedragen. Klimaatverandering, biodiversiteit en dierziektes zijn hierbij de belangrijkste factoren.

Hoewel ook de ondergrens van de berekende maatschappelijke kosten onzekerheden bevat, betreft het totaal een conservatieve schatting. De totale jaarlijkse maatschappelijke kosten van in Nederland geslachte varkens bedroegen in 2008 minimaal €1,5 miljard per jaar, ofwel bijna €100 per Nederlander.

Dit onderzoekt toont wederom aan dat consumentenprijzen zelden een goed beeld geven van de werkelijke kosten die gemaakt worden om het product in de schappen te krijgen. Prijzen dekken vaak wel de directe kosten van productie maar negeren over het algemeen de maatschappelijke kosten van het product omdat deze meestal ongemerkt worden afgewenteld op het milieu. Zouden dit soort kosten wel worden meegenomen in de prijs, dan zou de consument aanzienlijk meer moeten betalen voor hun boodschappen en zodoende minder schadelijke producten kopen.

Een gebruikelijke manier om maatschappelijke kosten in prijzen op te nemen is het heffen van belastingen. Zo’n belasting zou het falen van de markt door het bestaan van maatschappelijke kosten kunnen corrigeren. In het geval van conventioneel varkensvlees zou het tarief van de belasting gemiddeld minimaal €2,32 moeten bedragen, dat is 35% van de consumentenprijs. Een verhoging van het BTW-tarief van 6% naar 19% – voorgesteld door VROM-topambtenaar Bernard ten Haar voor de Studiecommissie Belastingstelsel – is in ieder geval onvoldoende om alle maatschappelijke kosten te internaliseren.

Het volledige rapport is te downloaden op www.ngpf.nl en op www.partijvoordedieren.nl

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.