Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

13 augustus 2006

Belachelijke slachtoffers

Op een gemiddeld schoolplein komt het ondanks alle campagnes nog steeds te vaak voor: een stel kinderen is vrolijk bezig met het pesten van een zwakker slachtoffertje. Naast fysiek geweld, gaat het daarbij vooral ook om veel verbaal geweld in de vorm van uitschelden en belachelijk maken. Pestkoppen hebben daar minstens zoveel plezier in als in het schoppen, vernielen van eigendommen of slaan, omdat het lijkt te bewijzen dat ze hun slachtoffers geestelijk de baas zijn.
Ik heb zelf in 1999 een artikel geschreven over een vergelijkbaar fenomeen, alleen gaat het daarbij om de superioriteitsgevoelens van mensen tegenover leden van andere diersoorten.

Het gaat niet zozeer om de vernedering als doel op zich, maar vooral om het versterken van het speciësisme als voorwaarde voor onbekommerd diergebruik.
Landbouwhuisdieren of hun ellendige situatie worden bijvoorbeeld als grappig voorgesteld in cartoons, boeken of reclameboodschappen.

Dit artikel over 'speciesistische humor' kan hier gelezen worden:
- Lachen om dieren (Animal Freedom)

Titus Rivas

11 augustus 2006

Veganisten en huisdieren

Een van de kwesties die veganisten onderling wel eens met elkaar kunnen aansnijden is de vraag of het houden van huisdieren verenigbaar is met een veganistische leefwijze. Er worden dan meestal verschillende bezwaren genoemd, die overigens niet op alle soorten huisdieren van toepassing zijn:
- 'Er bestaan al veel te veel huisdieren in Europa, en door een speciaal voor de verkoop gefokt dier aan te schaffen, draag je bij aan het instandhouden van het overschot met alle dieronvriendelijke consequenties van dien.' -> Dit geldt alleen voor gefokte dieren, niet voor asieldieren.
- 'Om huisdieren te voeden moet je andere dieren opofferen.' -> Dit geldt alleen voor individuele carnivore huisdieren die niet kunnen omschakelen op vegetarische voeding.
- 'Huisdieren lijden een onnatuurlijke leven vol beperkingen en met te weinig vrijheid.' -> Dit gaat alleen op voor huisdieren die niet al duizenden jaren bij de mens wonen, zoals wilde, exotische dieren, en natuurlijk voor de in ethologische zin verwaarloosde dieren.

Ik denk dat asieldieren gebaat zijn bij opvang door enthousiaste veganisten, mits die natuurlijk wel echt plezier hebben in hun gezelschap. Ethisch veganisten zijn zich namelijk meer dan gemiddeld bewust van belangen van dieren. Natuurlijk moet het aantal huisdieren hoe dan ook worden teruggebracht, door sterilisatie, castratie of andere vruchtbaarheidsbeperkende middelen.
Wat betreft hardnekkige vleeseters valt te melden dat er echt gewerkt wordt aan volwaardige plantaardige alternatieven. Verder kunnen veganisten in ieder geval trachten het leed dat aan de voeding van deze huisdieren kleeft beperkt te houden.

Vermoedelijk speelt bij veganisten die geen huisdieren willen ook mee, dat ze zelf geen affiniteit hebben met dierlijke huisgenoten, een voorwaarde om het samenleven met dieren een succes te laten worden.

Hoe moet het in de (veganistische) toekomst nu met huisdieren? Volgens mij is het geen ramp als er ook dan nog goed verzorgde, tevreden (aloude) huisdieren blijven bestaan, mits hun aantal beperkt blijft en ze veganistisch worden gevoed. Ze moeten dan wel gezien worden als gelijkwaardige wezens die we niet primair voor ons plezier houden maar die in vrijheid ons leven delen. Mits hun welzijn volledig gewaarborgd wordt, zou dit er ook voor kunnen zorgen dat de dierenwereld ons nabij blijft en we niet volledig vervreemd raken van andere dieren, maar er feeling mee houden.

Titus Rivas

06 augustus 2006

Dieren zonder belangen

Zowel aanhangers van de rechtenfilosofie van o.a. Tom Regan als aanhangers van het preferentie-utilisme van Peter Singer zijn het erover eens dat ethiek primair dient te draaien om wezens met een subjectieve beleving. Als een entiteit geen subjectieve ervaringen kan hebben, dan hoeven we ook geen rekening te houden met haar belangen, want die zijn er dan feitelijk niet, tenzij in de vorm van het belang dat subjectieve wezens eraan hechten. Zo wordt een steen doorgaans opgevat als een voorwerp zonder bewustzijn. Het kan mooi zijn en een rol spelen als bouwmateriaal e.d., maar het heeft zelf nergens belang bij omdat het geen subject is.
Mensen die dieren schaden voor hun economische doeleinden hebben zo dus ook baat bij het zoveel mogelijk ontkennen van het bestaan van hun bewustzijn. Schokkend genoeg is vooral de westerse traditie berucht op dit punt. Het begon bij de Fransman René Descartes die alle bewustzijn bij dieren ontkende, en deze ontkenning kende na het op hem gebaseerde cartesianisme, ook nog andere exponenten zoals het behaviorisme en hedendaagse onderzoekers, zoals de Nederlander Bob Bermond.

Dat men hier zomaar mee weg kan komen ligt aan een eenzijdige nadruk op de fysieke natuurwetenschappen. Bewustzijn oftewel subjectieve ervaringen is niet rechtstreeks fysiek bij anderen te onderzoeken, maar alleen indirect via hun gedragingen of uitspraken. We moeten onze toevlucht nemen tot een analogieredenering: er is een bepaalde wetmatige verhouding tussen mijn eigen bewustzijn en mijn brein en gedrag, en dus ligt het voor de hand (vanuit een principe van zuinigheid) om een vergelijkbare verhouding aan te nemen bij andere mensen en dieren. Dit is vooral problematisch voor lieden die alleen rechtstreekse observaties (onder experimentele condities) accepteren als bewijsmateriaal voor een fenomeen.
Hoe dan ook is er langzamerhand ook binnen de wetenschap een kentering gaande ten gunste van de realiteit van dierlijk bewustzijn. Hopelijk zal dit ook steeds meer het respect tegenover individuele dieren ten goede komen.

Titus Rivas

Zie:
- Hebben dieren een bewustzijn?
- Zinnig en onzinnig geklets over dierenleed

De "planten hebben ook gevoel"-drogreden

In bepaalde alternatieve kringen stelt men dat het moreel gezien niets uitmaakt of je vegetariër bent of niet. Als je het niet bent, maak je namelijk gebruik van meer plantaardig voedsel. Ook al leidt dit tot minder schendingen van het recht op leven van individuele dieren, je berokkent er minstens zoveel individuele planten schade mee.
Vegetariërs kunnen echter gemakkelijk aantonen dat dit argument niet steekhoudend is. Ten eerste is er geen goed, ondubbelzinnig bewijsmateriaal voor gevoelens bij planten. Ze kunnen weliswaar op bepaalde prikkels reageren, maar die reacties kun je (anders dan bij - in elk geval - gewervelde dieren of mensen) heel gemakkelijk verklaren door zuiver fysiologische processen. Onderzoekers zoals Cleve Backster probeerden (o.a. met een leugendetector) een soort telepathische gevoeligheid aan te tonen bij planten, maar hun positieve resultaten kun je parapsychologisch met evenveel recht zien als het gevolg van de psychokinetische inwerking van hun eigen verwachtingen op de plantaardige fysiologie. Er is dan ook niets waardoor we de aanname dat planten weliswaar leven maar verder wel onbezield zijn absurd moeten vinden. Er is geen parallel met de reductie van dieren tot onbezielde natuurlijke robots.
Bovendien vormt zelfs het bestaan van mogelijke plantaardige zielen nog geen reden om te stellen dat het niets uitmaakt of je vegetariër bent of niet. Als er plantenzielen bestaan, dan is het namelijk nog steeds uiterst onaannemelijk dat ze pijn of angst kunnen voelen. Die gevoelens hebben biologisch gezien alleen nut als een wezen er vandoor kan gaan of wanneer het op een doordachte wijze kan reageren op gevaren.
Zelfs als planten gevoel hebben, dan gaat het nog niet om gevoelens zoals dieren die kennen, en dus moeten we ook in dat hypothetische geval de voorkeur geven aan plantaardig boven dierlijk voedsel.
Ten tweede worden er ironisch genoeg meer planten gedood voor een niet-vegetarische voedingswijze (als veevoer) dan rechtstreeks voor een vegetarisch dieet. Dus zelfs als planten wel konden lijden, dan nog zouden we vegetariër moeten zijn om hun leed te beperken! Niet dat dit nu werkelijk zo'n belangrijk punt is, maar zelfs dit gedeelte van het 'planten hebben ook gevoel'-argument raakt kant noch wal.

Titus Rivas (met dank aan Marlies de Jonge).

30 juli 2006

Dierlijke geesten passen in diverse wereldbeelden

Voorstanders van dierenrechten zijn het erover eens dat de Franse filosoof en wiskundige René Descartes het westerse beeld van dieren op een uiterst negatieve manier bepaald heeft. Dieren waren volgens hem natuurlijke 'automaten' oftewel biorobots zonder subjectieve ervaringen, gevoelens of gedachten. De cartesiaanse ontkenning van de dierlijke geest heeft vaak een vrijbrief gevormd om dieren naar willekeur te gebruiken en daarbij geen rekening te houden met hun beleving (omdat die er namelijk helemaal niet zou zijn).
Nu leggen sommigen een verband tussen deze afschuwelijke karikatuur van dieren die Descartes voorstond en zijn bekende lichaam-geest dualisme. Descartes fundeerde zijn strikte onderscheid tussen bezielde mensen en onbezielde dieren namelijk in een al even strikt onderscheid tussen lichaam en ziel. Aangezien hij (o.a. vanuit de christelijke traditie) uitging van een menselijke ziel die onsterfelijk was, kon hij wat dieren betreft nog maar twee kanten op: of hij erkende dat ook zij een onsterfelijke ziel bezaten, of hij moest concluderen dat ze volledig onbezielde machientjes waren. Er bestaan namelijk alleen onsterfelijke zielen en fysieke lichamen. Binnen de westerse mainstream traditie werd de gedachte van een onsterfelijke dierlijke geest als absurd gezien en daarom lijkt zijn conclusie dat dieren dus helemaal geen ziel bezitten logisch, zodra men uitgaat van een dualistisch onderscheid in lichaam en ziel.
Om deze reden zijn sommige voorstanders van dierenrechten gebrand op het over de hele linie onderuit halen van het dualisme. Als men kan aantonen dat lichaam en geest onderdeel uitmaken van een en dezelfde holistische werkelijkheid, is het voor de erkenning van dierlijk bewustzijn niet meer nodig om in een onsterfelijke ziel te geloven. Met andere woorden: neem afscheid van het dualisme, en de hele fauna gonst van het bewustzijn!
Er is echter nog een andere mogelijkheid en het is typisch westers dat die grotendeels over het hoofd wordt gezien. We hebben het dan over de mogelijkheid dat niet alleen de mens maar ook dieren onsterfelijke zielen hebben (of zijn), een opvatting die bijvoorbeeld heel normaal is bij natuurgodsdiensten en in veel oosterse filosofische stromingen. Dit is geruststellend voor denkers die zoals ondergetekende niet veel affiniteit voelen met een holistisch mens- of dierbeeld en juist des te meer met een spirituele opvatting van dieren (inclusief mensen) als geesten in een lichamelijk jasje.
Om het nog wat ingewikkelder te maken: je hebt naast radicale dualisten ook nog zogeheten 'property dualists' die het onderscheid tussen lichaam en geest (bij mensen maar ook andere dieren) handhaven, maar daarbij wel stellen dat het bewustzijn volledig voortkomt uit de hersenactiviteit en daarom de dood van het brein ook niet zal overleven.
Men kan wijsgerig gezien dus diverse kanten uit om de stelling dat dieren subjectieve wezens zijn (zodat je hun rechten moet eerbiedigen) te grondvesten.

Zie ook Hebben dieren een bewustzijn?

29 juli 2006

Panta rhei: de veranderlijkheid van vrijheid

Een van de redenen waarom mensen het begrip vrijheid zo moeilijk kunnen hanteren is dat het niet vastligt. Per definitie. Wat vrijheid is, is afhankelijk van veel factoren. Vrijheid is daarmee een compromis. Wat wel vaststaat is dat wat vrijheid vergroot van zoveel mogelijk mensen goed is en dat je mensen mag dwingen om jouw vrijheid te respecteren. Wil je goed met vrijheid om kunnen gaan dan moet je kunnen spelen met de paradox die vrijheid is. Vrijheid wordt vergroot door bepaalde vrijheden op te geven.
Terug naar de titel: panta rhei: alles is veranderlijk. Vrijheid moet steeds opnieuw bepaald worden. Vrijheid kan niet zonder grenzen. Grenzeloze vrijheid is inhoudsloos. De personen die in onze maatschappij vrijheid mogen beteugelen, bijvoorbeeld politiemensen zijn tegelijk vrijgehouden van het mogen bepalen in welke vrijheden zij anderen mogen begrenzen. Dat is vastgelegd door politici in de wet. En die wet op haar beurt gaat uit van vrijheid als een grondrecht. Zo heeft iedere overheidsfunctionaris in deze tripartiete overeenkomst zijn eigen terrein en verantwoordelijkheden. Vast ligt het principe van vrijheid, de uitwerking is telkens anders. “Panta rhei” en “ne bis idem”. De mens mag niet twee keer voor hetzelfde worden veroordeeld en krijgt dus als het ware telkens opnieuw een kans. Dat is de vrijheid die we koesteren. Dat is ook de vrijheid die in de natuur geldt. Alles stroomt en wil het gezond blijven dan moet het kunnen blijven stromen.

In een gezonde samenleving is het ook belangrijk dat de jeugd, die ook op een paradoxale manier tegelijk vrij en niet vrij, telkens weer onderwezen wordt in het principe van vrijheid. Om te voorkomen dat de geschiedenis van de vrijheidsstrijd in herhaling valt in plaats van zich emancipeert en daarmee de vrijheid van nog meer wezens vergroot. Dat niet alleen mensen zichzelf bevrijden, maar ook de neiging weten te onderdrukken om de natuur te gijzelen. Minder gebruik van dieren en meer ecologische hoofdstructuur zijn een vorm van beschaving die de kwaliteit van het leven voor mens en dier vergroten.

28 juli 2006

GAIA: Gebrek aan degelijk huisdierenbeleid leidt tot dagelijks drama in dierenasielen

Persbericht GAIA 27 juli 2006.
Voor het tweede jaar op rij is het aantal honden en katten die in asielen terechtkomen gestegen. 39 176 honden en 35 995 katten werden vorig jaar in asielen gedumpt. In vergelijking met 2004 is dat een stijging met 590 honden en maar liefst 2028 katten. Dat blijkt uit cijfers van de Dienst Dierenwelzijn van de Federale Overheidsdienst. GAIA wijst vooral de voor Dierenwelzijn bevoegde Minister, Rudy Demotte, met de vinger. Door een totaal gebrek aan een degelijk huisdierenbeleid worden de dierenasielen nog altijd overspoeld met honden en katten. GAIA eist van Minister Demotte concrete maatregelen die daadwerkelijk een verschil maken: voor de dieren is het 5 nà 12!
  1. Dierenartstarieven voor castratie en sterilisatie moeten naar omlaag. Dat moet drempelverlagend werken en meer mensen over de streep trekken om hun katten onvruchtbaar te laten maken. De Minister dient daarover tot een akkoord te komen met de dierenartsen. Desnoods moet de overheid daarvoor zelf geld vrijmaken. Het doden van duizenden ongewenste katten of het diervriendelijk oplossen van een zwerfkattenprobleem (nakomelingen van gedumpte huiskatten die trouwens niet in de cijfers vervat zitten) kost de samenleving immers ook handen vol geld.
  2. Een nationale en grootschalige sensibiliseringscampagne voor het onvruchtbaar maken van huiskatten. De folder die de Minister in het najaar wil verspreiden is een begin maar absoluut onvoldoende.
  3. Een verbod op de verkoop van honden en katten in dierenwinkels en gelegenheidspanden. De verkoop van honden en katten dient beperkt te blijven tot deontologische fokkers, gespecialiseerd in 1 of maximum 2 rassen.
  4. Verplichte identificatie van katten zoals dat reeds het geval is voor honden. Er gaan duidelijk veel te weinig katten terug naar de eigenaar.
  5. Meer werkingsmiddelen voor asielen om adoptiekatten te steriliseren.
  6. Een verbod op de verkoop op krediet om impulsieve aankopen tegen te gaan. ‘Het moet gedaan zijn om dierenasielen als vuilnisbak van de samenleving te misbruiken.’ zegt Ann de Greef, directeur van GAIA.
Vele mensen nemen onbezonnen dieren in huis, hebben geen 50 of 100 euro over voor de castratie of sterilisatie van hun huiskat en laten de natuur haar gang gaan. Resultaat: 1+1= 6 en dat twee keer per jaar. Al snel geraakt men de nestjes katten niet meer kwijt en worden ze - in het beste geval - gedumpt in de reeds overvolle asielen. Daar moeten noodgedwongen duizenden jonge, gezonde katten gedood worden wegens plaatsgebrek en een tekort aan adoptanten. Een dagelijks drama. Wie niet bereid is om zijn of haar verantwoordelijkheid ten volle op te nemen, neemt best geen dier in huis.’ aldus GAIA.

27 juli 2006

Eet meer verantwoord vlees of minder onverantwoord vlees?

Een bekende Engelse uitdrukking luidt: "if you can’t beat them, join them". De landelijke Dierenbescherming, Milieudefensie en Wakker Dier voeren al jaren actie tegen de ongebreidelde vleesconsumptie van bio-industrievlees. Less is more, oftewel minder vlees is gezonder voor jezelf, het dierenwelzijn en het milieu.
Eigenlijk zouden ze willen pleiten om het vlees totaal te laten staan, maar ze vrezen dat dan de kans groter wordt dat niemand naar de boodschap wil luisteren. Dat levert een dilemma op. Wanneer opgeroepen wordt om minder vlees te eten dan luisteren misschien meer mensen maar dan wordt ook minder duidelijk dat er met vlees veel mis is. Vandaar dat deze organisaties tegenwoordig dichterbij de consument willen staan met hun aanbevelingen. De Dierenbescherming denkt mee met de varkenshouderij in het bouwen van diervriendelijke stallen.
Het proces van wereldverbetering gaat langzaam. Belangrijk zijn vrijheid en liefde. Beide concepten zijn zowel doel als middel en vormen samen "respect". Dat betekent dat mensen die onverantwoord leven respectvol tegemoet moeten worden gekomen om hen te bewegen tot een meer verantwoorde levensstijl.
De mens is nu eenmaal zo dat hij de kont tegen de krib gooit wanneer hem wordt verteld dat hij het fout doet. Door schade en schande wordt je wijzer, helaas wordt de schade door dier en milieu geleden en is er bij mensen van schaamte geen sprake voor de medeverantwoordelijkheid bij deze schande.
Dieren en het milieu hebben geen rechten. Mensen hebben rechten en een deel van deze rechten zouden zo ver moeten reiken dat mensen die onbegrensd leven juridisch begrensd kunnen worden. Het zou ook helpen om een prijskaartje te hangen aan onverantwoordelijk leven door energieprijzen zo hoog te maken dat landen niet meer onnodig voedsel over de wereld verslepen. Door verantwoordelijk geproduceerde voeding weer de prijs te geven die het verdient wordt ook voedselverspilling tegengegaan.
Dit is een zaak die in het Europese parlement kan en moet geregeld worden. Het zou daarom ook een goede zaak zijn als Nederlandse politici hun dubbele houding tegenover de EU laten varen. Men wil wel de Europese markten veroveren, maar zich niet houden aan effectieve regels ter bescherming van kwetsbare groepen in binnen- en buitenland.

Nederland is aanjager van problemen bij internationale veetransporten

Door vee te produceren op grote schaal kan Nederland exporteren omdat de kostprijs laag is. Ook levend vee wordt geëxporteerd tot ver in Europa. Dit vee moet worden vervoerd. Buitenlandse transporteurs zijn goedkoper dan Nederlandse. Handelaars en transporteurs werken om het geld, niet uit dierenliefde. Veel binnen- en buitenlandse chauffeurs hebben weinig op met het welzijn van hun vracht. Dieren te drinken en rust geven kost tijd. Chauffeurs staan onder tijdsdruk. Tijd is geld.
Om problemen met dierenwelzijn te voorkomen is het ’t beste om dieren op zo’n kort mogelijk afstand te transporteren. Dit belang staat recht tegenover de schaalvergroting waar de meeste Nederlandse veehouders op inzetten. Zij willen megastallen bouwen, waarbij geen koe meer buiten komt in de wei, het voer van buiten de EU wordt geïmporteerd en de producten levend of geslacht naar verre landen worden vervoerd.
Dit beleid is niet in belang van de consument, dier en het milieu. Goedkoop is duurkoop.
Het is aan de Europese politici om de veehouders in alle landen in Europa te beteugelen in hun “grensverleggende ambities”. Goedwillende boeren, die op ecologisch verantwoorde manier willen produceren, dat wil zeggen hun voer en afzet binnen een kleine kring betrekken in overeenstemming met milieu en welzijn, zouden beschermd moeten worden tegen onverantwoord geproduceerde import. Dierlijke producten zouden uitgezonderd moeten in de globale vrijhandelsovereenkomsten.

Voor een impressie van misstanden tijdens internationale diertransporten, klik hier. rel="noopener noreferrer" target="_blank"

26 juli 2006

Nederlanders dumpen steeds vaker dieren voor vakantie

Nederland begint meer en meer op Amerika te lijken in het behandelen van huisdieren als wegwerpartikelen. Nu de vakantie voor de deur staat (in Amerika het “Christmas pet dumping season”), raken weer de dierenasiels overvol. Zelfs zo vol dat mensen die dieren vinden en willen aanbrengen op een wachtlijst komen.
Het is duidelijk dat in ons land te gemakkelijk wordt gedacht over het houden van huisdieren. Een factor die vaak over het hoofd wordt gezien is de kosten.
Nog los van de training die circa € 80 kost, kost een hond gemiddeld zo'n € 1000 per jaar.

Net als bij de bio-industrie is de sector die huisdieren promoot opgebouwd uit een soort van keten, waarbij de ene schakel niet verantwoordelijk is voor de nadelen die de andere schakel van de omvang van het huisdierenbezit ondervindt.
Veel mensen verdienen aan de vermeende dierenliefde van consumenten. Bijna niemand heeft er baat bij dat er preventie wordt gedaan bij de aanschaf van huisdieren. Een dierenwinkel neemt een dier niet meer terug als de consument spijt krijgt.
Wat er moet gebeuren is een mentaliteitsverandering in het omgaan met dieren. Het mooi dat mensen belangstelling hebben voor dieren, maar die belangstelling zou van kinds af aan niet gekoppeld moeten worden aan het bezitten van dieren.
Net als bij mensen geldt voor dieren dat “vrijheid blijheid is”. Dat betekent niet dat je jouw huisdier dumpt in de vrije natuur als je er vanaf wilt, het betekent dat je jezelf afvraagt of jij ook minder gelukkig bent als je zou stoppen om dieren te gebruiken. Stoppen met gebruiken als voeding, huisgenoot, als sport, hobby, therapie enz.. Ook dat is een vorm van respect.

WTO niet bevorderlijk voor dierenwelzijn of bestrijding van armoede

De Nederlandse overheid is niet blij met het mislukken van de WTO (Doha) onderhandelingen.
In een persbericht beschrijft zij zelfs de situatie rondom WTO als “zeer zorgelijk”:

Door het opschorten van de WTO-onderhandelingen in Genève is een zeer zorgelijke situatie ontstaan. Dat zegt staatssecretaris Karien van Gennip van Economische Zaken naar aanleiding van de besprekingen over de Doha ontwikkelingsronde in de wereldhandelsorganisatie (WTO) in Genève. Daar is maandag besloten om de onderhandelingen voor een meer open wereldmarkt voor onbepaalde tijd op te schorten. “Het feit dat de VS wederom een onwrikbare opstelling heeft laten zien op het gebied van binnenlandse steun voor de landbouwsector is erg teleurstellend. Zeker gezien het feit dat de Europese Unie bereid was reële concessies te doen in de landbouwonderhandelingen”, aldus Van Gennip.

Een mislukking betekent dat de punten waarover nu al overeenstemming bestond niet kunnen worden verzilverd, dat Nederlandse en Europese ondernemers geen nieuwe toegang krijgen tot (landbouw)markten en dat het wereldhandelssysteem aan geloofwaardigheid inboet. Maar bovenal betekent het dat ontwikkelingslanden geen profijt zullen hebben van de voordelen die een betere integratie in het wereldhandelssysteem voor hen meebrengt.

Tot zover een citaat uit het EZ-persbericht (cursivering toegevoegd).

John Hilary is director of campaigns and policy at War on Want. Hij is juist van mening dat het onzin is dat de WTO armoede de wereld uithelpt.
Voor het negatieve effect van de WTO op dierenwelzijn is Compassion in World Farming duidelijk wanneer zij schrijft:

The WTO rules must be changed to halt their damaging impact on animal protection. WTO members must be allowed to introduce trade-related measures (such as import bans) which are genuinely aimed at securing improved animal welfare. When a country enacts high welfare standards in its own territory, it should be able to say it wants its imports to come from animals reared to similar standards.

Voor meer pleidooien voor het begrenzen van de export van dierlijke producten, klik hier.

23 juli 2006

Onoorbare praktijken

Je ziet het nog wel eens in een ouderwetse Western: runderen die massaal worden gebrandmerkt om te voorkomen dat er misverstanden ontstaan over herkomst, geschiedenis en eigendom van de dieren. Het pijnlijke brandmerken is (slechts) enkele jaren geleden echt verboden in Nederland, maar helaas wordt er tegenwoordig een methode toegepast die al evenmin erg diervriendelijk overkomt: het oormerken, waarbij men zonder verdoving een plastic oormerk met een tang door het vlezige deel van het oor drukt. Niet alleen vormt het een lelijk, dieronwaardig gezicht, maar de handeling doet natuurlijk ook zeer en kan lijden tot complicaties zoals infecties en het uitscheuren van het oor. Bovendien raakt een aanzienlijk aantal dieren in de loop van hun leven het oormerk kwijt, doordat het scheurt of breekt, wat er toe kan leiden dat ze worden afgemaakt omdat hun identiteit niet meer vastgesteld zou kunnen worden. Dit lot zou jaarlijks zo’n 300 dieren in Nederland treffen, hoewel Minister Veerman onlangs kenbaar maakte dat ook dieren zonder identiteitsbewijs geslacht moeten kunnen worden (eenmaal bij het slachthuis aanbeland, kan dit overigens moeilijk goed nieuws heten voor het dier zelf).
Oormerken dient de identificeerbaarheid van individuele dieren en heeft voornamelijk zin bij de handel en dan vooral in verband met besmettelijke ziektes. Van hobbydieren die niet gehouden worden voor hun producten, is het dus alleszins redelijk om te stellen dat het volledig aan de eigenaar zelf overgelaten moet worden of hij zijn dieren aan zo’n procedé wil onderwerpen.
De morele discussie rond oormerken gaat over de noodzaak van de specifieke methode, die niet alleen zeer dieronvriendelijk maar ook grof en gedateerd overkomt. Er is al jaren een humanere, efficiëntere en modernere methode bekend, namelijk het chippen van de dieren. Hierbij wordt idealiter een chip in een glascapsule onderhuids bij het oor van een dier ingebracht. Al sinds de jaren '90 verzetten mensen zich tegen de oormerken en zo'n 60 boeren met gewetensbezwaren worden in de praktijk 'gedoogd'.

Uitspraak
Dafne Westerhof van de Familie Bofkont biedt individuele landbouwhuisdieren een zo pijn- en stressloos mogelijk leven. Om die reden weigerde ze enkele jaren geleden om haar dieren te oormerken. Eind 2004 deed politierechter Josephus Jitta in Amsterdam in dit verband de belangrijke uitspraak dat het verbod op dierenmishandeling voorrang verdient boven de plicht bepaalde dieren van een oormerk te voorzien. Dit houdt verband met artikel 36 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren. De rechter stelde onder meer dat het chippen al gewoon is bij huisdieren en dat daarom "niet valt in te zien dat deze methode niet óók bij runderen, varkens en schapen kan worden toegepast. Anders gezegd: sinds enige tijd, is voor deze dieren het oormerken te beschouwen als overschrijding van wat ter bereiking van het doel ervan toelaatbaar is." Naar aanleiding van de rechtzaak rond oormerkweigeraar Dafne Westerhof heeft Kamerlid Van Velzen (SP) een aantal vragen gesteld aan minister Veerman van LNV. In antwoord daarop stelde Veerman weliswaar dat identificatie en registratie van dieren op een zo diervriendelijke wijze dient te gebeuren, maar dat op dit terrein nu eenmaal Europese regelgeving van toepassing is. Volgens Veerman is op grond van de betrokken Europese regelgeving is het gebruik van chips ter identificatie van de betreffende dieren niet toegestaan.
Stichting Wakker Dier vroeg minister Veerman rond dezelfde tijd om zo snel mogelijk te komen met regels die een diervriendelijke registratie van dieren toestaan en het oormerken expliciet verbieden. Wakker Dier pleit voor een bepaling dat identificatie en registratie met de meest diervriendelijke methode die op dat moment ter beschikking is, plaats moet vinden. Ook de Partij voor de Dieren is voor chippen in plaats van oormerken.

Tegenwerking

Sinds de positieve uitspraak van de politierechter zijn de oormerken nog steeds niet afgeschaft. In plaats daarvan zijn nu ook Nederlandse schapen- en geitenhouders verplicht om twee oormerken aan te brengen (dat wil zeggen dat ze voorheen mochten volstaan met een enkel oormerk). Door de grootte van de voorgeschreven oormerken blijven de dieren makkelijk achter gaas of takken hangen, en het is niet zo vreemd dat dit veel protesten en burgerlijke ongehoorzaamheid heeft opgeleverd. De motivatie van het nieuwe voorschrift luidt: "Als er eentje uitvalt, blijft er altijd nog het andere oormerk over."
Nog een verwerpelijk fenomeen is het zogeheten ‘koudmerken’ of vriesbranden als aanvulling op de oormerken. Hierbij krijgen runderen met behulp van een koude vloeistof een nummer op hun achterwerk, wat opnieuw gepaard gaat met onnodig dierenleed. Hoewel Veerman dit koudmerken al in september wilde verbieden, is het verbod twee jaar uitgesteld.

Welke soort chip?
Het oormerken lijkt langzamerhand toch op zijn retour, aangezien de Europese Commissie al vanaf 2002 wil dat alle 300 miljoen Europese koeien, schapen en geiten een chip krijgen, waarop al hun gegevens te lezen staan. Boer Thom de Groot, woordvoerder van de oormerkweigeraars, is echter niet onverdeeld positief over het voornemen van de Europese Commissie om de oormerken van runderen op den duur af te schaffen, "Wij vinden oormerken een vorm van dierenmishandeling. Daarom hebben wij twee jaar geleden met het ministerie van Landbouw afgesproken dat wij onze beesten mogen registreren op basis van DNA en foto’s." Volgens boer De Groot is dit laatste systeem veel diervriendelijker dan de door de Europese Commissie voorgestelde chip. "De chip is vaak een zogenoemde bolus van keramiek die in de magen van de dieren wordt geduwd. Kalveren verslikken zich er nog wel eens in en sterven dan de verstikkingsdood."
Kennelijk zijn er twee soorten chips in omloop: de onderhuidse chip die weinig bezwaren geeft en de inwendige chip in de maag. De keuze hoeft, zeker na alle terechte commotie, niet zo moeilijk te zijn.

Titus Rivas

22 juli 2006

Levend de pan in

Als kind heb ik wel eens gedateerde prentenboeken en strips gelezen over blanke Europeanen die door 'oeleboele'-zwarten levend de kookpot in werden gestopt. Terecht werd het levend koken afgeschilderd als een teken van een barbaars gebrek aan beschaving, ook al ging het hier om een etnocentrisch vooroordeel tegenover Afrikanen.
Helaas kent men in de omgang met dieren nog steeds een maar al te reële parallel en nog wel gewoon in het Westen ook! Kreeften worden namelijk meestal levend gekookt. Wikipedia vermeldt hierover onder meer: 'Het is niet precies bekend of een kreeft snel sterft of eerst verlamd raakt. Soms wordt de kreeft geëlektrocuteerd voor het koken, maar ook dan is het moeilijk vast te stellen of het dier dood is of slechts verlamd.' De achtergronden van deze methode zijn zowel culinair (de kreeft zou beter smaken) als hygiënisch (er zouden zich vrij snel na de dood van de kreeft giftige stoffen kunnen ontwikkelen, zodat het beter is om de kreeft zo laat mogelijk te doden).
De discussie rond de aanvaardbaarheid van het levend koken concentreert zich nog wel eens op de vraag of kreeften gillen terwijl ze worden gekookt. Dit wordt door voorstanders dan bijvoorbeeld tegengesproken of als ze toegeven dat het voorkomt, wordt het wegverklaard als een zuiver mechanisch verschijnsel. In werkelijkheid gaat het er natuurlijk niet om of kreeften pijn uiten, maar of ze het voelen. Zolang je niet absoluut zeker weet dat ze geen pijn kunnen voelen, is het barbaars om ze op deze manier te behandelen. Geen enkel culinair genot kan zoiets rechtvaardigen.
(Een Dier Een Vriend) verdient alle lof voor een actie tijdens de opening van het nieuwe kreeftseizoen 2006. Men ontrolde voor de aanvang van het feestgedruis een spandoek met daarop de tekst 'Wij koken van woede'. Voorzitter Geoffrey Deckers stelde o.a.: Veel mensen zijn al op de hoogte van de vreselijke manier waarop kreeften bereid worden en eten hen dus al niet meer. Geen dode dieren eten is de oplossing voor dierenleed.
Overigens wil dit niet zeggen dat andere methoden om kreeften te doden nu opeens zo verlicht zijn, want het eten van vlees en ook dus van kreeft is en blijft volstrekt onnodig voor de gezondheid en het is daarmee sowieso moreel verwerpelijk. Bovendien zijn de gebruikelijke 'alternatieven' voor levend koken dat je de kreeften door midden snijdt of doodsteekt, wat volgens EDEV leidt tot langdurig lijden. In elk geval maakt het van de keuken niet alleen een plaats waar onnodig gestorven dieren worden bereid, maar ook een abattoir. Het verband met het begrip 'feestmaal' ontgaat mij eerlijk gezegd, tenzij ik toch weer terugdenk aan de oeleboele-mentaliteit uit de kinderboeken.

Titus Rivas

21 juli 2006

Milieudefensie teleurgesteld over verbod blokkade vleesproducent Vion.

De rechter verbood vandaag een blokkade van Vion door Milieudefensie. Vion moet volgens Milieudefensie zijn invloed aanwenden om de schade die in het Amazonegebied wordt aangericht aan te pakken.’
Die schade is het gevolg van het verbouwen van soja als veevoeder voor ondermeer Nederlandse bedrijven. Ons land heeft zoveel overproductie van dierlijke producten dat het voer voor deze productiedieren moet importeren in de vorm Soja. Voor deze teelt worden grote delen van het oerwoud gekapt. Door de Nederlandse overproductie van dierlijke producten, gericht op de export, zijn de prijzen hiervan laag. Daarmee wordt de consumptie van vlees en eieren onnodig opgejaagd. Overconsumptie van dierlijke producten is schadelijk voor de menselijke gezondheid. Overproductie van dierlijke producten is schadelijk voor het welzijn van dieren. Beide situaties bedreigen de biodiversiteit en de natuur op de wereld. Daarmee bedreigt de mens op korte en lange termijn zijn eigen gezondheid.
De ketens uit de schakel van sojazaadje tot karbonaadje wijzen naar elkaar in de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van de keten als geheel voor de kap van het oerwoud.

Voor meer informatie over de immense rol (achter de schermen) van de veevoederindustrie op het welzijn van dieren en het milieu in eigen en buitenland, klik hier.

Roofvogelmoord door weidevogelbeschermers in Friesland

Waarom worden in Friesland roofvogels vermoord? En door wie? Over subsidies, eieren en de bedreigde Friese ziel. Het zomernummer van HP/de Tijd gaat over het doden van vossen en roofvogels als buizerds door mensen die zeggen daarmee de weidevogels te willen beschermen.
Het is natuurlijk de vraag of deze mensen deze verderfelijke acties echt daarmee denken te kunnen rechtvaardigen of dat zij een slappe poging doen om nog enige geloofwaardigheid op te roepen.
Het is jammer dat deze "vogelbeschermers" niet willen inzien dat het de mens zelf is die verantwoordelijk is voor de teruggang in weidevogels. Jammer, omdat misvattingen over de rol van roofvogels en roofdieren het streven naar een balans tussen cultuur en natuur verstoren.

Het is niet alleen in Friesland dat roofvogels worden vervolgd, een paar maanden geleden was een jachtopzichter in Twente in opspraak door vergiftiging.

Gewelddadig dierenactivisme gelukkig op zijn retour

Het aantal meldingen bij het in 2004 ingestelde Meldpunt Dierenactivisme bij de KLPD (Korps Landelijke Politiediensten) in Driebergen is sinds vorig jaar afgenomen.
In 2004 kreeg het Meldpunt 28 telefoontjes. In 2005 waren dat er met 27 nagenoeg evenveel. Dit jaar waren er, tot en met begin juli, tien meldingen.
Dat is een gelukkige ontwikkeling. Net als bij de partijen waartegen dierenactivisten strijden gaat het om imago. En het imago van dierenactivisten is na de moord op Fortuyn negatief.
Elke misstap gedaan door een activist die strijdt voor een zaak waarop 99% van de Nederlanders wel ergens boter op zijn hoofd heeft zal in de media breed worden uitgemeten.
Acties in het belang van dieren(rechten) kunnen dan ook beter gekenmerkt worden door humor, correcte feitenkennis en geweldloosheid. Dierenrechten en breed gewaarborgd dierenwelzijn is een zaak van lange adem en iedereen die dit niet heeft kan zich beter onthouden van discutabele actie. If you can’t stand the heat, stay out of the kitchen.
Er is een wezenlijk verschil tussen jezelf bevrijden van diergebruik met het bevrijden van dieren die door anderen gebruikt worden. De beste plaats om dierenrechten tot stand te brengen is achter het aanrecht.

Voor meer lezen over geweld en dierenactivisme, klik hier.
Voor de negatieve spiraal waartoe geweld over principiële zaken kan leiden, klik hier.

17 juli 2006

Weidevogels zijn het slachtoffer van moderne bedrijfsvoering

De veehouders die tegenwoordig overblijven in bedrijf, gaan –gericht op export naar buitenlandse markten- steeds grootschaliger werken en houden steeds vaker hun koeien ook ’s zomers op stal. De koeien elke dag weer ophalen uit de wei en terugbrengen na het melken kost hun veel tijd. De boer vindt het gemakkelijker om het gras voor de koeien zelf te maaien, rustig te laten groeien voor hooi en het lege weiland gemakkelijk op te rijden om de mest met injecteurs onder de grasmat te rijden.



Nog makkelijker vindt hij het om de mest (deels) te vergisten. Het voer laat hij (via de veevoederbedrijven) zelfs uit andere werelddelen halen, ten koste van het oerwoud en lokale veehouderij aldaar.

Het lot van de dieren tussen het gras laat zich gemakkelijk raden: daarvoor neemt de boer geen tijd. Hij raust er (gezeten in zijn “cockpit”, de geluidsarme cabine van zijn trekker) en zijn grote machines eenvoudigweg overheen. Wat niet weet, wat niet deert.

Het is niet voor niets dat de weilanden eruitzien als een clean groen-geel biljartlaken met roeken, meeuwen en kraaien als “uitvaart”volgers van het morbide slagveld. Zij doen zich (naast de insecten) te goed aan de aan stukken gereten dieren.

Boeren van biologische of biodynamische bedrijven willen nog wel rekening houden met het vogel- en dierenleven in hun weides. Ze zijn wat minder gericht op rücksichtslos geld verdienen en hebben plezier in een natuurlijke balans. Wil de politiek een gezond beleid voeren voor de vaderlandse veehouderij en natuur en milieu behouden, dan is een inkrimping van de veestapel tot het niveau van bediening van de nationale behoefte de enige oplossing. Het tegenhouden van import van onverantwoorde bio-industrieproducten uit het buitenland en stimulering van de biodynamische veehouderij in eigen land is het enige wat natuur, milieu en gezonde bedrijfsvoering in een gezonde balans kunnen houden, in eigen en buitenland.

14 juli 2006

Potentieel schadelijke vlamvertragers in dierlijke voeding

Wanneer de aanwezigheid van deze stoffen in vlees en vis zou toenemen dan vormt het een risico voor de gezondheid. Vlamvertragers met broom komen via het milieu in het voedsel. Vanuit dierlijke producten worden deze stoffen in het lichaam opgenomen.
Om vast te stellen of blootstelling aan vlamvertragers potentieel schadelijk is, zijn dierlijke voedingsmiddelen door het RIVM op hun aanwezigheid onderzocht. In een grote reeks Nederlandse vlees en vis konden twaalf vlamvertragers aangetoond worden. Hiervan bleken er elf ook in moedermelk voor te komen. Het moedermelkonderzoek liet verder zien dat de hoeveelheid vlamvertragers in het lichaam tussen 1998 en 2003 niet afgenomen is.

13 juli 2006

Campina laat doorzichtige duurzame proefballon op

De melk van Campina, het grootste zuivelmerk in Nederland, bevat vanaf volgend voorjaar minder verzadigde vetten, meer onverzadigde vetzuren en is verrijkt met omega-3-vetzuren. Bovendien gaat het bedrijf stimuleren dat koeien vaker in de wei staan en zal gebruik worden gemaakt van verantwoord geteelde sojabonen uit Zuid-Amerika.

Echter zo ver is het nog lang niet, want een kritische consument zou zich af kunnen vragen of een volwassene wel melk nodig heeft. Daarnaast zou hij zich af kunnen vragen waarom het veevoer uit buitenland moet worden aangevoerd. Er is in eigen land toch voldoende weide?
Tenslotte heeft Campina nog geen stappen ondernomen, maar alleen voornemens gemaakt. Het is een proefballon dat Campina oplaat om te kijken of het marktaandeel valt te vergroten. Gaat de consument niet om voor de melk, die overigens hetzelfde smaakt, dan gaat het feest niet door.

Eind vorig jaar bleek uit onderzoek in opdracht van Milieudefensie en ontwikkelingsorganisatie Cordaid dat Nederland op grote schaal Braziliaanse soja importeert uit gebieden waar sprake is van kap van tropische bossen, illegale landonteigening en zelfs slavernij. Negentig procent van de soja die Nederland importeert dient als veevoer. De ontbossing van het Amazonegebied is de laatste jaren sterk toegenomen. In 2004 is er ruim 26.000 vierkante kilometer bos gekapt. Dit betekent dat er elke dag een natuurgebied groter dan het Nationaal Park Hoge Veluwe tegen de vlakte gaat. Soja is daarmee de belangrijkste bedreiging van het Amazonegebied, op het grootste deel van de nieuwe landbouwgrond wordt dit gewas verbouwd.

12 juli 2006

Dierenwelzijn of dierenrechten?

Met het afscheid nemen van de Gezondheid- en Welzijnswet voor Dieren (GWwD) hebben de belangbehartigers van dieren ook afscheid genomen van het begrip dierenrechten. De GWwD was gebaseerd op het begrip intrinsieke waarde. Dit begrip werd (terecht door het publiek) niet begrepen en niet (door echte dierliefhebbers) gewaardeerd. Het lijkt erop dat de koers verlegd wordt naar het begrip dierenwelzijn. Het is de vraag of de situatie voor dieren daarmee verbetert.

Dierenwelzijn ligt voor elke diersoort anders, terwijl dierenrechten voor alle dieren gelijk kunnen worden geformuleerd.

Meer over deze twijfels op de site van Animal Freedom.

Niet meer zwemmen met dolfijnen

Door de overmaat aan toeristische boten met mensen die het leven van vrije en wilde dolfijnen verstoorden is het per 1 maart 2006 in Costa Rica niet meer toegestaan om met dolfijnen te zwemmen. In verscheidene andere landen worden dolfijnen speciaal gehouden in bassins om toeristen te lokken.
Dolfijnen zijn big business. De dieren doen als het ware hun naam eer aan: het is dol fijn om samen met zo’n groot dier in het water te zwemmen. De dieren zijn nieuwsgierig en niet agressief. Veel meer is er niet aan om met een dolfijn te zwemmen, maar mensen hebben veel geld over voor de sensatie.
Wanneer deze sensatiezucht leidt tot het gevangen nemen en houden van dolfijnen gaat de toeristische industrie een morele grens over. Het ware beter wanneer de toerist dan maar afziet van de sensatie, een beetje vergelijkbaar met het bezoeken van een stierengevecht onder het motto “ik wil met eigen ogen zien hoe abject die attractie is”. Om maar niet te spreken van drogredenen als “de dieren leiden een fijn leven in gevangenschap”. Dat is het projecteren van menselijke gevoelens op een situatie die voor mensen nog wel hanteerbaar is. Het verschil tussen gevangschap voor mens en dier is dat wij mensen weliswaar lange tijd in het gewone leven “gevangen zitten” in huis of op het werk, maar dat we onze verlangens kunnen uitstellen naar onze vrije tijd. Dat kan een dier niet.

01 juli 2006

Realistisch vegetarisme

Wij vegetariërs krijgen nogal eens te horen dat we luchtkastelen najagen.
Het zou onmogelijk zijn om mensen massaal zover te krijgen dat ze hun vlees en vis voortaan laten staan. Bovendien zou de natuurlijke orde uitwijzen dat eten en gegeten worden heel normaal en 'dus' ook moreel te verantwoorden is. De mens zou 'gewoon' een omnivoor dier zijn dat door zijn intelligentie en werktuigen bovenaan de voedselketen staat. Het getuigt volgens deze redenering van (desnoods vertederende) naïviteit en wereldvreemdheid als je tegen dergelijke natuurfeiten in wilt gaan. Af en toe is het goed om expliciet aandacht te besteden aan dergelijke misvattingen.
Ethisch vegetarisme (en veganisme) draait in de eerste plaats om het eigen, individuele eet- en leefpatroon. Het is in die zin dus helemaal niet afhankelijk van de keuzes van anderen.

Toch is het wel zo dat ethisch vegetariërs doorgaans voor een verbreiding van hun leefwijze zijn en daar in veel gevallen ook in zekere mate, in het klein of in het groot, voor ijveren. Dat hangt samen met onze opvatting dat vegetarisme een logisch gevolg is van het respecteren van basale dierenrechten, zoals het recht niet onnodig gedood te worden. Het eten van vleesproducten terwijl er meer dan voldoende alternatieven zijn, zien we als onnodig en daarmee ook als immoreel. Dit betekent echter helemaal niet dat we onrealistisch zijn in ons streven naar verbreiding van het vegetarisme. Zoiets vergt tijd en daar zijn de meesten van ons zich maar al te goed van bewust. Ons einddoel is wat dit betreft een vegetarische (of 'zelfs' veganistische) mensheid die dieren niet langer gebruikt zonder dat daar een strikte noodzaak toe bestaat. Maar we zijn doorgaans wereldwijs genoeg om te beseffen dat dit doel voorlopig nog niet gehaald zal worden. Des te meer reden om er naar te blijven streven.
Ook het gegeven dat de natuur over het algemeen nu niet direct het toonbeeld van compassie en fijnzinnigheid is, calculeren realistische vegetariërs voldoende in. We streven, voor zover ons ideaal verder reikt dan ons eigen leven, een moreel verantwoorde menselijke orde na. Mensen kunnen (net als een paar andere diersoorten) door hun zelfbewustzijn en morele besef keuzes maken die van een andere aard zijn dan de onwillekeurige instincten waardoor de meeste carnivoren worden aangezet tot jagen en doden.
Het nastreven van een grotere humaniteit kan wel enige beïnvloeding van de 'wilde' natuur impliceren, zoals het redden van individuele zieke zeehonden, ook als dat geen zin heeft vanuit een soortgericht natuurbehoud. Maar de natuur zelf dusdanig hervormen dat er geen 'doodslag' meer in voorkomt, staat - behoudens futuristische fantasieën over de aarde in het jaar 100.000.000 na Chr. en dergelijke - niet op onze agenda.
Vegetarisme in realistische zin komt niet neer op een naïef geloof in de mogelijkheid van een volmaakte aardse orde, maar het impliceert wel de preventie van zoveel mogelijk onnodig leed. Dat maakt het tot zo'n levensvatbare en voor velen gelukkig ook aantrekkelijke keuze.

Titus Rivas

Zie ook:
- Mensen en andere dieren: op weg naar grote veranderingen
- Veganisten als voorlopers

30 juni 2006

Het kabinet valt, mag de vos nu opstaan?

De vereniging SOVON Vogelonderzoek Nederland (kortweg SOVON) heeft in een persbericht de vos voorgedragen als extra hulp bij het in toom houden van de grazende hoeveelheid ganzen. Eerder had provincie Utrecht aangekondigd jaarlijks 2800 ganzen te willen afschieten die het gras voor de “voeten van de koeien wegaten”.

In het persbericht schrijft het SOVON:
Het rapen en schudden van ganzeneieren blijkt geen aantoonbaar effect te hebben op het overgrote deel van de in ons land broedende ganzen. Omdat de kans dat een ganzenei uitgroeit tot een volwassen vogel van nature al heel gering is, leidt het onklaar maken van grote aantallen eieren niet of nauwelijks tot een reductie van het aantal jonge ganzen. Een uitzondering hierop vormen kleine geïsoleerde populaties, waar intensief rapen in combinatie met afschot uiteindelijk wel tot minder ganzen leidde. Om schade door overzomerende ganzen daadwerkelijk te beperken is meer nodig dan populatiebeheer alleen. Duurzame methoden die voedselgebieden minder aantrekkelijk maken en het contact tussen ganzenpopulaties en aangrenzende landbouwgebieden verminderen bieden op de lange termijn meer soelaas. Ook lijkt een positieve rol voor de vos weggelegd, om de inmiddels bijna 40.000 paar zomerganzen in toom te houden. Dit zijn enkele van de opvallende conclusies die SOVON Vogelonderzoek Nederland presenteert in haar rapportage ‘Overzomerende ganzen in Nederland: grenzen aan de groei?’
Tot zover een citaat uit het persbericht.

Inmiddels is het kabinet van Balkenende II ten val gekomen. Dat loopt hopelijk uit op vervroegde verkiezingen, want de zittende politici zijn niet erg geneigd om op te komen voor de belangen van de vos.
De faunabescherming schrijft op haar site "stopdevossenjacht":

Waar gaat het om
Jagers mogen vanaf 1 april 2006 (om precies te zijn: vanaf het moment het besluit van de minister is gepubliceerd in de Staatscourant) weer zogende moedervossen 's nachts met lichtbakken verblinden en doodschieten. Ook drijfjacht en het gebruik van vangkooien en honden en het bejagen van dieren in rui-, zoog- en broedtijd wordt door minister Veerman (CDA) van LNV weer wettelijk toegestaan! De welpjes wachten tevergeefs op de terugkomst van hun moeder en sterven een afschuwelijke hongerdood of worden door jagers doodgeknuppeld. Dankzij de lobby van jachtminnende parlementariërs van CDA en VVD zijn onder andere vossen weer vogelvrij in heel Nederland.

Over jagende politici en hun haat jegens de vos

De 60.000 protestmails aan 22 kamerleden waren vooral aan dovemansoren gericht omdat er een kamermeerderheid was die de jagers blind volgt. Daarvan kwamen Annie Schreijer- Pierik (CDA), J. Snijder-Hazelhoff (VVD) en Wien van den Brink (LPF) het meest in het geweer om de vos de das om te doen.
Annie Schreijer-Pierik is de spreekbuis van de KNJV (Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging) en erelid van de Kamper Jagersvereniging, berucht vanwege de vele ganzenjagers. Annie wordt van niets zo opgewonden als van een man die met een vers geschoten haas thuiskomt.
Janneke Snijder-Hazelhoff is voorzitter van de Faunabeheereenheid Groningen, een jagersgezelschap dat de jachtbuit verdeelt onder de jagersverenigingen (WBE's) in de provincie Groningen.
Wien van den Brink is behalve varkensboer ook een fervent jager die zijn hobby schaamteloos verdedigt in de Tweede Kamer. Onlangs nog liet Wien weten dat ecologische verbindingszones moeten worden afgeschaft omdat ze maar varkenspest zouden kunnen verspreiden. Kievitsnesten rijdt hij plat met zijn trekker omdat die anders toch maar door vossen worden opgegeten.
Deze leden van de boerenpartij, die zich verstopt hebben in CDA, VVD en LPF, kunnen doen en laten wat ze willen in het parlement omdat de anderen in hun partij weinig interesse tonen in het onderwerp en de 'diervriendelijke oppositie' volstaat met wat verongelijkt gemompel.

Klik hier voor meer over de mythe van de vos in Nederland.

27 juni 2006

Alle basisbehoeften van het varken bevredigd?



De landelijke Dierenbescherming (DB) wil iets voor het varken in de bio-industrie doen en voor de mensen die wel verantwoord vlees willen eten maar er niet te veel voor willen betalen. Zij investeert en onderzoekt daarom mee in de bouw en bedrijfsvoering van diervriendelijke (varkens)stallen met een klinkende naam als ComfortClass, Jumbo Bewust en Boerenkip.

De 10 basisbehoeften van het varken volgens de WUR en de DB:
  1. Het varken wil veel rusten in het gezelschap van andere dieren.
  2. Het varken wil ongestoord en onbeperkt kunnen eten en drinken in het gezelschap van andere varkens.
  3. Het varken wil samen met andere varkens op ontdekking kunnen gaan.
  4. Het varken wil niet alleen zijn.
  5. Het varken wil veilig kunnen mesten en urineren op een daarvoor bestemde plek.
  6. Het varken heeft behoefte aan veiligheid.
  7. Het varken wil het niet te warm en niet te koud hebben.
  8. Het varken wil zichzelf kunnen verzorgen.
  9. Het varken wil niet ziek zijn.
  10. Het varken heeft beweging nodig.

Wat in deze opsomming opvalt is dat de behoefte om een modderbad te nemen of te wroeten in de aarde in de wei of in het bos niet wordt genoemd. Het zijn allemaal behoeften die je in een stal zou kunnen vervullen, alsof het varken als het ware geboren wordt om zijn leven lang binnen te blijven.
Zou de opsomming van de basisbehoeften wel volledig zijn of worden er tactisch een paar verzwegen?

Een varken wordt niet oud. Zodra de groei eruit is, gaat een vleesvarken naar de slacht. Daar gaat het om, om geld verdienen. Dat gaat gemakkelijker met een goed imago. Met de hulp van de Dierenbescherming wordt het huidige slechte imago van de intensieve varkenshouderij opgepoetst terwijl de bulk van de sector gewoon op de oude voet (voor de export) door kan produceren. Wie daarbij kanttekeningen plaatst wordt domweg gewezen naar de mogelijkheid om varkensvlees uit de ComfortClasse te kopen.

Je zou dit vraagstuk of je varkens wel of niet binnen mag opsluiten en het meewerken aan een verwerpelijke industrie om haar juist te bestrijden een variant van het “prisoner-dilemma” kunnen noemen.

Voor een filosofische kijk op behoeften, lees ook eens het vegetarische protest als onderdeel van het filosofische betoog van Klaas Rozemond over de vraag of de varken gelukkig is dan de mens.

24 juni 2006

Luie jagers schieten vanuit de heup

Vossenjagers, stropers en bisonjagers hebben één ding gemeen; ze schieten het liefste zittend vanuit hun voertuig. Ze beargumenteren hun laffe daden ermee met dat er teveel dieren zouden zijn.

Jagers die vanuit de auto op vossen willen schieten, hebben volgens de wet geen toestemming om zich met een geladen geweer op de openbare weg te bevinden. Daarvoor willen ze nu officieel toestemming. Het is ze blijkbaar te veel moeite om de vos lopend op te zoeken en ze op een heterdaad te betrappen. Op basis van de Faunawet mogen jagers vossen doden als deze schade aanrichten. Anders dan bij mensen betekent dat wanneer onbekende vos A schade maakt, je dan een willekeurige vos B mag "straffen".

Stropers gebruiken de koplampen van hun auto en lichtbakken om wild in het licht te vangen en te schieten.
Twee eeuwen terug schoten Amerikaanse treinreizigers vanuit de rijdende trein op langstrekkende bisons.
Bisons werden als een bedreiging aangemerkt van de opkomende agrarische economie. Een echte bedreiging waren deze dieren natuurlijk niet, maar ook toen al had de nieuwkomers op dat continent minder oog dan de oorspronkelijke inwoners voor het inrichten van een samenleving waar ieder levend wezen recht had op een eigen plaats.

Grauwe ganzen, vossen of verhongerende grote grazers zijn nog steeds vogelvrij. Walvissen en zeehonden zijn als individu vogelvrij zolang hun soort maar niet op uitsterven staat. Blijkbaar heb je als dier minder rechten als je met velen bent.

De vooruitgang van de beschaving en emancipatie van het dier gaat helaas traag.

Verbind de Oostvaardersplassen via Horsterwold met de Veluwe


In de discussie over het lot van de grote grazers in de Oostvaardersplassen dringen veel deskundigen aan op het maken met een aansluiting van het gebied met andere gebieden. Het probleem van voedseltekort en hoge sterfte in de wintermaanden zou daarmee zijn verholpen.
In het oosten van Zuidelijk Flevoland tegen het Veluwemeer ligt het Horsterwold.
Wanneer er vanaf dat gebied een wildbrug zou komen naar het vaste land en over de A28 zouden deze dieren niet alleen niet meer van de honger hoeven om te komen, maar ook in contact kunnen komen met soortgenoten om inteelt en andere ellende te voorkomen.
De kans op gesleep met dierziektes is in deze tijd van intensieve veehouderij niet meer zo groot als vroeger.
Uiteraard zal een dergelijke verbinding (Ecologische HoofdStructuur) veel geld kosten. Een aanleg zou kunnen samengaan met een recreatieve functie. Deze functie zou per seizoen anders ingevuld kunnen worden. Recreanten en trekkend wild zou elkaar in de wisseling van de seizoenen kunnen afwisselen in het gebruik van de nog aan te leggen ruimte.

23 juni 2006

Respect voor het welzijn van dieren is ontwikkelingsvraagstuk


Een aantal grote dierenbelangenorganisaties ijveren voor een universele verklaring over het welzijn van dieren:

In principe, zal de Universele Verklaring een beroep doen op de Verenigde Naties om dieren als „voelende wezens“ te zien, die in staat zijn om pijn te ervaren en te lijden, en om te erkennen dat het welzijn van dieren een belangrijke kwestie is als onderdeel van de sociale ontwikkeling van naties over de hele wereld.

Miljarden dieren over de hele wereld worden beïnvloed door mensen, en zijn voor een behandeling met respect, afhankelijk van mensen. Maar er is weinig nationale en géén internationale bescherming voor dieren wanneer dat medeleven niet aanwezig is.

De bio-industrie is de grootste oorzaak van het lijden van dieren in de wereld, met ongeveer vier miljard zoogdieren en 55 miljard vogels, die worden gehouden om goedkoop vlees, melk en eieren te produceren. De grote meerderheid van deze dieren leeft onder slechte omstandigheden en er wordt niet voldaan aan hun welzijnsbehoefte.


Tot zover.

Wat die sociale ontwikkeling inhoudt wordt hierboven niet duidelijk uiteengezet. Waar het om gaat is dat mensen zich in alle werelddelen realiseren dat het rekening houden bij de eigen levensstijl en consumptiegewoonten met de gevolgen voor het welzijn van dieren een kwestie van beschaving is.
Het vastleggen van het inzicht dat dieren kunnen voelen en dat zij rechten hebben in de wet is nog niet voldoende om mensen te bewegen zelf ook rekening te houden met de gevolgen van hun gedrag voor dieren.
Het zou een goede zaak zijn als overal ter wereld op scholen en in educatieve campagnes het inzicht wordt verspreid dat het welzijn van dieren wordt betrokken in onze morele cirkel.

21 juni 2006

Stuur aspirant konijnenkopers door naar dierenasiel


In het nieuws wordt aangekondigd dat de dierenwinkels te weinig konijntjes hebben als gevolg van het koude voorjaar. Tegelijk luiden dierenasielen de noodklok omdat hun verblijven overvol zitten met katten.
Dat lijkt een oplosbaar probleem. Laat de dierenwinkels aspirant konijnenkopers doorverwijzen naar het asiel. Geef de winkelier eventueel een vergoeding voor het doorsturen. Het gaat hen tenslotte allemaal om de omzet, nietwaar?
Daarnaast: een kat is een geschikter huisdier dan een konijn.

Voor overzicht van de nadelen van het konijn als huisdier, klik hier.

20 juni 2006

Opwindend nieuws over dolfijnen

In mei 2006 werden de resultaten bekend van een onderzoek van o.a. Vincent Janik naar herkenningsgeluiden bij dolfijnen.
In de NRC van 9 mei 2006 stond o.a.: "Dolfijnen noemen elkaar bij de naam.
Dolfijnen roepen elkaar bij hun naam. Iedere tuimelaar (Tursiops truncatus) heeft zijn eigen kenmerkende fluitje. Groepsgenoten herkennen dat en gebruiken het om de ander te roepen.
Dat hebben biologen onder leiding van zeezoogdieronderzoeker Vincent Janik van de St. Andrews University in Schotland aangetoond. Hun onderzoek is vandaag gepubliceerd in het Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences.

Daarmee is de dolfijn het eerste dier naast de mens dat ‘namen’ gebruikt voor de aanduiding van soortgenoten, zo concluderen Janik en zijn collega’s. Door geluiden met de computer na te bootsen konden de onderzoekers laten zien dat de dieren elkaar niet herkennen aan het stemgeluid, maar aan de specifieke variaties in toonhoogte, duur en volume.
De ontdekking is een volgende mijlpaal in het onderzoek naar de intelligentie van het sociale zeezoogdier. Sinds de televisieserie Flipper hebben dolfijnen een bijzonder intelligent imago; harde gegevens ontbraken echter. In 2001 werd een eerste aanwijzing in die richting gevonden, toen werd vastgesteld dat dolfijnen kunnen begrijpen waarnaar een mens wijst. Als een dier dat begrijpt, betekent dat dat het inzicht heeft in de psyche van de wijzer."

Het lijkt er echt op dat dolfijnen zich psychisch in nog meer opzichten kunnen meten met mensen dan al werd aangenomen. Dit geeft natuurlijk ook weer aan dat er geen enkel excuus kan zijn om deze wezens 'per ongeluk' bij te vangen tijdens het vissen of ze ten koste van hun welzijn gevangen te houden.

Titus Rivas

Zie ook:
- Hebben dieren veel te vertellen?

19 juni 2006

Onderzoek als doekje voor het bloeden

Walvisjagers vangen walvissen om hun vlees te verkopen, maar doen dit onder de dekmantel van onderzoek.
Intensieve veehouders proberen maatregelen ter verhoging van het dierenwelzijn uit te stellen onder het mom dat er nog meer onderzoek moet worden gedaan. Zij doen dit om met minimale kosten nog zo lang mogelijk geld te verdienen aan het dierengebruik.
Nertsenhouders spannen de kroon door te stellen dat het welzijn van nertsen is te verbeteren door een platform in de kooi te maken en door cilinders in de kooien te leggen.
Ook menig wetenschappelijk onderzoeksrapport wordt afgesloten met de aanbeveling dat er vervolgonderzoek zou moeten worden gedaan. Iedereen weet dat onderzoekers ook graag continuïteit hebben in het aanboren van nieuwe onderzoeksgeld. De schoorsteen moet wel blijven roken.
Het dus een spel van pappen en nathouden. De overheid speelt dit spel graag mee want hiermee kan zij de dilemma’s omzeilen die het gevolg zijn van haar rol. De overheid wordt geacht boven de partijen te staan en op te komen voor de zwakkere. De overheid wil echter ook niet partijen tegen zich in het harnas jagen en ziet bovenstaande ethisch ontoelaatbare zaken door de vingers vanwege de commerciële belangen.
Wie betaalt, die bepaalt en het is het bedrijfsleven dat via belastinginkomsten de salarissen van ambtenaren mede opbrengt.
Veel rechtvaardigheid is er van de overheid niet te verwachten als commerciële belangen op het spel staan. Dit zelfs niet als al lang duidelijk is dat er voor bepaalde sectoren geen financieel duurzame toekomst meer te verwachten is.
Nederland is een exportland, maar ook een dik bevolkt land. Deze laatste omstandigheid heeft als gevolg dat grond om op te (ver)bouwen veel duurder is dan in het buitenland. Dit verzwakt de concurrentie van bijvoorbeeld de landbouw. Ook wordt er aan de landbouw getrokken omdat de gezondheid door het intensieve gebruik van mest, bestrijdingmiddelen, medicijnen en afvalstoffen in het geding is. Er is te weinig recreatieve ruimte.
Toch kent Nederland geen beleid gericht op het krimpen van het landbouwareaal van een toestand van overproductie tot het niveau van evenwicht tussen vraag en aanbod.
Een evenwicht zou prima kunnen samengaan met het weren van ongewenste import uit het buitenland. Het is een fluitje van een cent om de goedwillende en duurzaam producerende eigen producenten daarmee te beschermen.
Maar niets van dit logisch alles. Onder het mom van zogenaamde verplichtende WTO afspraken wordt alle ruimte gegeven aan het ethisch minst toelaatbare economische alternatief.
Ook worden organisaties gehekeld die de macht van Brussel beperkt willen houden, zolang een grotere invloed van het Europese parlement niet inhoudt dat de kwetsbare groepen in Europa door centralisering niet nog meer het slachtoffer worden van de geldhonger van economische grootmachten.
Onderzoek van de eigen motieven achter het kleinburgerlijk handelen en denken, dat zou echt zoden aan de dijk tegen de negatieve effecten van de globalisering zetten.

15 juni 2006

Horsificatie: het weidelandschap weerspiegelt niet meer de agrarische werkelijkheid

Doordat boeren hun koeien soms het hele jaar op stal houden, worden de weides logischerwijze saaier als deze alleen worden gebruikt voor het laten groeien van gras. Gras dat wordt gemaaid in precies de juiste hoeveelheid die de koeien op stal nodig hebben. Wanneer er op dat moment vogels in broeden dan is dat jammer, want weinig boeren nemen de tijd en hebben zin om de nesten te beschermen.
Daarnaast moeten veel boeren stoppen omdat hun bedrijf niet rendabel meer is en zij de concurrentie met de grotere intensieve veehouderijen niet meer aankunnen. Hun opstallen worden vaak opgekocht door mensen uit de stad die paarden en pony’s laten lopen in de wei.
De vele miljoenen varkens en kippen in de bio-industrieschuren kwamen al niet meer buiten. Een argeloos voorbijganger op het platteland zou kunnen opmerken dat er meer paarden in de wei komen en zou tevreden vaststellen dat er veel van de “edele” natuur valt te genieten op het platteland. Mogelijk dat er ondertussen ook wat andere soorten vogels leven in en rond de wei, maar zeker niet minder dan vroeger.
Maar dat alles koek en ei is, is maar schijn. Wat er in feite gebeurt, is dat het grootste deel van het vee aan het oog is onttrokken en hun miserabele korte leven doorbrengt in een gesloten systeem, als betrof het echt een productieonderdeel van een fabriek onder de naam “van zaadje tot karbonaadje”.
Het Nederlandse landschap wordt steeds meer een parklandschap van mega omvang. Dat zou op zich prima zijn, ware het niet dat er door de politici nauwelijks pogingen worden gedaan om het dierenleed achter de schermen te verminderen. In een Nederland waarin geen beleid wordt gevoerd op het stoppen van de achteruitgang in het aantal boeren, zou wel een beleid gevoerd moeten worden op het navenant doen krimpen van de veestapel. Nu vindt schaalvergroting in de veestapel plaats, terwijl de economische marges te klein zijn geworden om te investeren in dierenwelzijn. Voedsel voor het vee wordt geïmporteerd en de mest wordt onder de mat geveegd of industrieel tot energie verwerkt.
De enige beweging die er politiek is, is het afbrokkelen van laatste restjes voorsprong die ons land in de regelgeving had op het buitenland. Dat in werkelijkheid de (inter)nationale achteruitgang in dierenwelzijn is en werd aangejaagd door de schaalvergroting in de vaderlandse veehouderij, houdt men angstvallig verzwegen.
Het enige wat de kiezer aan deze ontwikkelingen kan doen is zijn stem bij de landelijke verkiezingen te geven aan een nieuwe generatie politici. Die nieuwe generatie zou gekenmerkt moeten worden door de moed om een echte dialoog aan te gaan met de belangengroepen in ons land. Die bereid is om vol te houden om de degeneratie in het agrarische bedrijfsleven van het ethisch handelen en het afbreken van de regelgeving voor welzijn te stoppen. Het denken in die sector is nu alleen nog maar gericht op winstmaximalisatie op korte termijn.
Dat deel van de veehouderij dat voedsel produceert achter gesloten deuren, vanwege imago of om ziektes buiten de deur te houden zou best uit ons land mogen verdwijnen. Er is in ons land geen sprake van dat de voedselvoorziening in gevaar komt, laat staan op Europese schaal.

Voor meer over pappen en nathouden door politici, klik hier.

07 juni 2006

Actie tegen laffe jacht in Oost-Duitsland

Jongeren uit Limburg (Nederland) voeren e-mail actie tegen jachtgruwel in Müritz Nationalpark, (voormalig) Oost-Duitsland.

Tijdens een natuurvakantie begin mei 2006 hebben wij, vier jonge Havo/ Vwo-studenten én natuuronderzoekers, kennis gemaakt met de brute jacht in het Müritz Nationalpark in Oost-Duitsland. Voor ons aanleiding tot het starten van een grote protestactie onder Nederlandse en Duitse jongeren via internet.

Het Müritz Nationalpark bestaat uit meren, moerassen, natte weilanden en bossen en heeft een oppervlakte van 322km².
Tijdens ons verblijf maakten wij kennis met de grootschalige jacht op edelherten, zwijnen, reeën én op dassen. Het prachtige natuurgebied staat bol van jachthutten die naar onze mening niet alleen het landschap ernstig aantasten maar waar ook Nederlanders, als jachttoeristen, gebruik van maken. Zo kwamen wij erachter dat ook veel Nederlanders gebrand zijn op het afschieten van mannelijke edelherten, tijdens de bronstperiode in september. Doelwit zijn de dieren van 10,11 en 12 jaar oud die in de bloei van hun leven zijn. Het formidabele gewei mogen zij als trofee meenemen naar Nederland. De jacht in het Müritzgebied heeft weinig te maken met natuurbeheer maar alles met jacht en geld. In tegenstelling tot eerdere bezoeken aan het Natuurpark hebben wij geen edelherten gezien. Volgens de plaatselijke bevolking zijn in september te veel dieren geschoten en heeft de strenge winter ook zijn tol geëist.

Tijdens onze natuurtochten werden wij geconfronteerd met een volwassen das die vanaf een hoogzit was doodgeschoten. Juist ook nog in de tijd dat deze das z’n jongen moest verzorgen. Wij ontdekten ook de burcht van deze das waar de jonge dieren wachtten op de terugkeer van hun ouder. Zij zullen een wrede hongerdood sterven.

Dassen zijn weliswaar in Duitsland nog niet beschermd maar in het Müritz Nationalpark is het niet toegestaan deze dieren te schieten. Helaas gebeurt het toch! Wij begrijpen niet dat dit mooie en nuttige dier in Duitsland niet wordt beschermd. De das is een nuttig en prachtig dier dat niemand schade of overlast bezorgt. Ook Nederlandse jagers maken zich schuldig aan het schieten van dassen in Duitsland en enkel om de sport.

Met name de confrontatie met de doodgeschoten das heeft ons ertoe aangezet een grootschalige internationale actie op te zetten. In samenwerking met jongeren uit Duitsland sturen wij een protestbrief, als kettingbrief, gericht aan het bestuur van het Müritz Nationaal Park. Wij vragen ook politiek en de media om zich voor ons doel in te zetten en op onze actie te reageren.
Op deze wijze willen wij een bijdrage leveren aan een natuurlijk en diervriendelijk beleid in het Natuurpark. Wij willen dat dassen niet meer mogen worden afgeschoten en het jachttoerisme stopt. Het beleid moet gericht zijn op natuurlijke processen waarbij jacht enkel een functie heeft als er sprake is van schade aan natuur en landbouw en nadat andere diervriendelijke middelen falen. Wij willen, en met ons vele anderen, kunnen blijven genieten van de pracht die deze geweldige natuur biedt.

Bedrijven vertellen niet de waarheid over castratie biggen

Vleesbedrijven liegen massaal over onverdoofde castratie

Uit onderzoek van de Stichting Wakker Dier blijkt dat bedrijven liegen tegen consumenten over de onverdoofde castratie die biggen in de Nederlandse vleesindustrie vlak na de geboorte standaard moeten ondergaan. Zo werd door bedrijven aangegeven dat de biggen met een elektroshock worden verdoofd, de castratie al jaren verboden is of dat de onverdoofde castratie amper pijn doet. 77 Bedrijven werden benaderd door consumenten over de productie van het varkensvlees dat zij verwerken in onder andere hamburgers, huisdierenvoer, babyvoeding, worsten en op pizza's. Aan de bedrijven werd gevraagd of zij ook gebruik maken van vlees van varkens die onverdoofd zijn gecastreerd. Van de bedrijven die antwoord gaven, loog meer dan de helft (27 v/d 47) dat de onverdoofde castratie niet plaatsvindt, al verboden is of pijnloos is. Slechts één op de zes bedrijven (13 v/d 77) gaf toe dat de biggen onverdoofd worden gecastreerd. Meer dan een derde van de bedrijven (30 v/d 77) nam niet eens de moeite de consumenten te antwoorden over deze heikele kwestie.
Tot zover Wakker Dier.

In ons land heerst een Babylonische spraakverwarring tussen boeren, consument en overheid. Het is naïef om te denken dat zij dat zelf erg vinden, want de slachtoffers (mensen uit de derde wereld, het milieu, de dieren en soms de boeren) hebben in Nederland weinig vertegenwoordigers die aan dat gesprek deelnemen. Alle partijen hebben bij de huidige situatie te veel baat om elkaar echt de waarheid te vertellen. Iedereen schuift de argumenten naar voren die in het eigen voordeel zijn en zelden spreekt iemand de ander tegen.

Voor een voorbeeld hoe het gesprek over de diverse aspecten rond intensieve veehouderij verloopt klik hier.

01 juni 2006

Zolang idealen leven, blijft er hoop dat ze gerealiseerd worden

Je hebt volgens mij twee soorten idealisten wat betreft de manier waarop mensen omgaan met morele of sociale verbeteringen. Let wel, ik bedoel met idealisten hier mensen die zich willen inzetten om een bepaald ideaal te realiseren; het gaat dus om de neutrale of positieve betekenis van het woord en natuurlijk niet om de negatieve betekenis van 'wereldvreemde dromers'.

Het ene soort is afhankelijk van concrete vooruitgang. Als die uitblijft, slechts langzaam op gang komt of relatief weinig behelst, raakt dit type idealist ontmoedigd. Dat geldt al helemaal als er in plaats van verbeteringen, juist sprake is van achteruitgang. De persoon in kwestie kan daarbij zelfs zo teleurgesteld raken, dat hij of zij gaat twijfelen aan het nagestreefde ideaal (bijvoorbeeld omdat het niet 'realistisch' genoeg zou zijn) en het in het uiterste geval zelfs binnen het persoonlijke leven de rug toekeert (bijvoorbeeld omdat een onrealistisch ideaal ook in dat eigen leven weinig zin zou hebben).
Het andere type idealist is blij met behaalde successen en treurt om eventuele achteruitgang, maar er is geen sprake van dat zijn of haar ideaal alleen gevoed wordt door positieve ontwikkelingen. Dit soort idealisten wordt met andere woorden in goede en slechte tijden geleid door het ideaal zelf, en niet door de mate waarin het hier en nu reeds gerealiseerd wordt.
Ze beseffen dat ze in een onvolmaakte wereld leven waarin georganiseerde tegenkrachten, maar ook onwetendheid of domme pech positieve ontwikkelingen kunnen vertragen of omkeren. Zolang de ideale situatie nog niet behaald is, zien ze daarin slechts een goede reden om door te strijden voor dat ideaal.
We kunnen dit model toepassen op de politieke situatie: veel mensen laten zich ontmoedigen door de macht van rechtse krachten, terwijl anderen uit de negatieve gevolgen van die macht juist concluderen dat ze vroeg of laat gebroken moet worden.
Maar het is ook toepasbaar op de positie van dieren in onze maatschappij. De laatste decennia is die positie systematisch verslechterd door de introductie van de intensieve veehouderij oftewel bio-industrie. Sommigen zullen daar een reden in zien om het bijltje erbij neer te gooien en in het uiterste geval zelfs hun eigen vegetarisme op te geven. Terwijl anderen des te meer gemotiveerd zullen zijn de misstanden te bestrijden.
Natuurlijk is mijn tweedeling 'ideaaltypisch'; idealisten kunnen in de praktijk tussen beide houdingen inzitten of in de loop van hun leven hun instelling meermalen wijzigen. Maar één ding is zeker; zolang er onverstoorbare idealisten zijn, is er in elk geval hoop op verandering ten goede.

Titus Rivas

31 mei 2006

Brabantse bio-industrie: oude wijn in duurzame zakken

In Brabant heeft de wal inmiddels het schip van de bio-industrie gekeerd. Blijkbaar gaat het economisch slecht en hebben te veel mensen overlast.
Maar om deze boodschap goed te kunnen verstaan is het wel belangrijk om de berichtgeving goed te duiden.

Op de site van Brabant.nl valt te lezen:

Volgens de partijen en overheden die bij de reconstructie en de vernieuwing van het landelijk gebied betrokken zijn, is er na de vaststelling van de reconstructieplannen een kans om een kwaliteitsimpuls te geven aan de ontwikkeling van de intensieve veehouderij in Brabant. Het doel is de intensieve veehouderij te ontwikkelen tot een sector die een sterke economische factor blijft die produceert binnen maatschappelijke en omgevingsrandvoorwaarden. De uitdaging is economische ontwikkeling te combineren met een afname van de milieudruk en een verbetering van de leefbaarheid.
Tot zover de site.

In gewoon Nederlands staat hier: de intensieve veehouderij heeft tot te veel overlast gezorgd en er wordt te weinig verdiend. Omdat men net als vroeger weer opnieuw veel geld in de sector wil verdienen moet hier wat bedrijven worden weggehaald en daar wat aan geurhinder worden gedaan.

Om meer te weten over de nadelen van een te grote omvang van de bio-industrie, klik hier.

Verwilderde damherten afschieten vanwege verkeersgevaar is onzin

Vier damherten die in het Westerkwartier een bedreiging voor de verkeersveiligheid vormen, zullen worden afgeschoten. Een jaar geleden ontsnapten acht damherten uit een dierenweide in Sebaldeburen. In eerste instantie werd gedacht dat het om vier herten ging. Drie werden er door een narcotiseur verdoofd en overgebracht naar een natuurgebied in Noord-Friesland. Eén dier is al afgeschoten, omdat deze in paniek raakte.

Nu blijken er nog vier damherten rond te lopen in het Westerkwartier. „De dieren zijn helemaal verwilderd waardoor de narcotiseur niet dicht genoeg bij de herten kan komen", aldus een woordvoerder van de provincie Groningen. „We zien daardoor geen andere mogelijkheid dan de dieren af te schieten." De Dierenbescherming probeert hier nog een stokje voor te steken.

Van de site van het Veluwshert:
Net als edelherten leven damherten in roedels, toch zijn het meer dagdieren. Hun vluchtafstand is iets korter en hun ogen zijn heel goed ontwikkeld. Hierdoor kijken zij bewust naar vreemde dingen, zij kunnen een stilstaand mens goed herkennen en staan ook bij het oversteken van wegen stil als zij een auto zien aankomen, hetgeen vaak fatale gevolgen heeft. Damhert zijn slim en nieuwsgierig. Damherten hebben een duidelijke staart en kunnen met vier poten tegelijk weghuppen.
Door zijn aanpassingsvermogen, goede weerstand tegen ziektes en de geringe schade die een damhert in de natuur veroorzaakt neemt de verspreiding door uitzetten toe. Bos met aangrenzende weide en velden zijn ideale leefgebieden voor het damhert. Veel ruimte hebben ze echter niet nodig. Ook kunnen zij zich goed aanpassen aan het gebied of aan veranderingen (damherten in een park. Zij zijn meer overdag te zien en kunnen beter ruiken en kijken dan edelherten.

Tot zover de site.

In de verkeersregels is degene die stil staat nooit verantwoordelijk voor ongelukken. Een automobilist die een stilstaand dier aanrijdt is verantwoordelijk. Dieren die onverwachts oversteken zijn een gevaar voor het verkeer.
Het afschieten van damherten om deze reden is dan ook onzin.

27 mei 2006

Problemen bij puppies van een malafide fokker opgesomd

De meest voorkomende problemen bij puppies gekocht van een malafide fokker zijn:

  • parasieten als oormijt en wormen;
  • luchtwegproblemen in de vorm van kennelhoest of bronchitis;
  • ernstige diarree en darmproblemen, het gevolg van een virusinfectie, zoals de ziekte parvo;
  • ernstige ondervoeding;
  • (op latere leeftijd) aandoeningen aan gewrichten, poten, botten en spieren.

Vaak zijn die afwijkingen rasgebonden. Gezondheidsverklaringen die met de honden worden meegeleverd, kloppen vaak niet.

Meer hierover in verslag van Politie, Dier en Milieu in "Handhaven in een hondenwereld".

Natuurlijk doden?

Sommige mensen hebben niets tegen het eten van vlees, maar alleen tegen de manier waarop dit in de bio-industrie geproduceerd wordt. Het liefst zouden ze alleen vlees eten van dieren die een zo natuurlijk mogelijk leven hebben geleid, bijvoorbeeld van dieren van een ekologisch boerenbedrijf, maar liever nog uit de vrije natuur.
Daarbij wordt nog wel eens een beeld opgeroepen van de 'noble savage', de natuurmens die respectvol en ekologisch verantwoord met prooidieren om zou gaan. Natuurlijk is dit beeld erg overtrokken, want mensen hebben dieren altijd overbejaagd en zeker met individuele dieren is vaak niet bepaald respectvol omgesprongen. Dat is heus geen uitvinding van blanke Europeanen.
Een andere associatie is die van het edele roofdier dat proportioneel met zijn jachtinstinct om zou springen. Dit slaat werkelijk nergens op, omdat het bekend is dat roofdieren kunnen 'spelen' met prooien zonder dat ze honger hebben en ook onderling kunnen ze elkaar naar het leven staan.

Het 'natuurlijke' doden van dieren voor hun vlees blijft nu eenmaal per definitie een bloederig, pijnlijk en angstig gebeuren. En voor de overleving van mensen is het eten van vlees volstrekt onnodig en dus immoreel. Als we ons in dit geval al door een 'natuurlijke' neiging moeten laten leiden, dan alleen door wat ons wordt ingegeven door ons natuurlijk vermogen tot mededogen.

Titus Rivas

Wildgroei leidt tot reptielenleed


De populariteit van het houden van reptielen is de laatste jaren erg toegenomen. Sommige mensen schaffen een dier aan om stoer te zijn, sommige uit oprechte interesse. Veel mensen gruwen echter van reptielen. Hierdoor wordt er, begrijpelijk, niet door veel mensen toegeven deze dieren in huis te hebben. Juist doordat het houden van deze dieren uit het zicht wordt gehouden is er een ‘wildgroei’ aan de gang.
Daarnaast is er nog relatief weinig bekend over het houden en verzorgen van deze dieren. Het ondoordacht aanschaffen van een reptiel (de zogenaamde impulsaankoop), het verkrijgen van foutieve informatie (vooral door dierenwinkels en internetfora) of onvoldoende zoeken naar informatie over het gekochte dier heeft tot resultaat dat veel dieren momenteel slecht verzorgd worden.

Wie wil weten tot wat voor mistanden dit heeft geleid en wat er aan gedaan zou kunnen worden, klik hier.

23 mei 2006

"Ze behandelen de dieren nog beter"

Er bestaat een hardnekkige mythe over de wijze waarop westerlingen met dieren omgaan. Die zou vergeleken met de gebruiken in andere streken echt voorbeeldig zijn. Soms zou de manier waarop dieren behandeld worden zelfs nog beter zijn dan hoe men migranten, vluchtelingen of westerse 'losers' bejegent.
Natuurlijk zit er een nobele gedachte achter dit verwijt, namelijk dat het zeker in tijden van verrechtsing slecht gesteld is met de rechten van veel mensen in westerse landen en dat dit zo spoedig mogelijk moet veranderen. Op die manier werd het thema enige tijd geleden nog gebruikt door de cabaretier Najib Amhali.

Toch zijn er weinig mythes die zo bezijden de waarheid zijn als juist de notie dat westerlingen goed zijn voor dieren. Zelfs als je kijkt naar huisdieren, blijkt die gedachte helaas nog steeds helemaal niet op te gaan, gezien de vele afgedankte en mishandelde katten, honden, paarden, etc. Maar als we stilstaan bij landbouwhuisdieren zien we direct dat het idee werkelijk nergens op slaat. Er zijn waarschijnlijk geen gebieden waarin dieren op zo'n grote schaal systematisch worden mishandeld als in de westerse landen. Tenzij niet-westerse samenlevingen de bio-industrie natuurlijk zelf weer afkijken van het Westen, wat helaas een trend lijkt te zijn.
Wel wordt er door het doorprikken van deze mythe een belangrijk verband duidelijk tussen de onderdrukking en uitbuiting van mensen en de onderdrukking en uitbuiting van dieren. Die gaan hand in hand, omdat ze allebei te maken hebben met een gebrek aan mededogen. Hoe meer mensen klagen dat dieren beter worden behandeld dan zij, hoe waarschijnlijker het is dat dit juist niet waar is. Dit inzicht zou kunnen leiden tot een gevoel van solidariteit tegenover dieren.

Titus Rivas

21 mei 2006

GWWD: zij hieven een glas en deden een plas

Minister Veerman van LNV reageert op brief van 19 april 2006 van de Coalitie 'Red de Dierenwelzijnswet (GWWD)' in een eigen brief aan de Tweede Kamer met als titel “Dierenwelzijn in voorstel voor een Wet dieren en dierlijke producten”.

In deze brief schrijft hij:
Ik wil benadrukken dat de welzijnsregelgeving niet wordt afgeschaft. Ook in het voorstel voor een Wet dieren en dierlijke producten zal de intrinsieke waarde van het dier als uitgangspunt dienen. Dit beginsel is een breed in de samenleving gedragen waarde, die in deze tijd minstens even sterk leeft als ten tijde van de totstandkoming van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Er is voor mij geen enkele reden of aanleiding om daar aan te tornen.

Bij het opstellen van het nieuwe wetsvoorstel staat het huidige niveau van bescherming van dierenwelzijn niet ter discussie.
Tot zover Veerman.

Dat het begrip intrinsieke waarde van het dier een breed gedragen begrip in de samenleving is, is lariekoek. Er zijn weinig mensen te vinden die kunnen uitleggen wat het begrip betekent. Het begrip heeft geen enkel impact op de manier waarop dieren in ons samenleving en in de intensieve veehouderij worden gehouden.
Omdat het dus ook niet de economisch gang van zaken belemmert wordt het begrip domweg gehandhaafd.
Er verandert dus door de afschaffing van de GWWD niets ten nadele en niet ten goede voor de dieren.
"Zij hieven een glas en deden een plas en alles bleef bij het oude".

19 mei 2006

Jachtopzichter in Twente verdacht van vergiftiging roofvogels

Persbericht KNJV:

Reactie KNJV op de vergiftigde roofvogels nabij Oldenzaal

Met afschuw heeft de KNJV kennisgenomen van de vergiftiging van 29 roofvogels en een steenmarter in het landgoed Boerskotten in de Lutte. Hoewel dit verder niet wordt onderbouwd, wordt in de berichtgeving de indruk gewekt dat de dader zich zou bevinden in jagerskringen.

De KNJV is een vereniging die de belangen behartigt van jagers als uitvoerders van de wet en in dienst van de grondgebruiker. Alle activiteiten die jagers ontplooien om hun dienstverlenende werk uit te voeren, worden ondersteund door de KNJV. Maar de acties die hier niet onder vallen worden ten stelligste door ons afgekeurd en betreurd. Dat geldt nadrukkelijk ook voor het vergiftigingsgeval op het landgoed van Natuurmonumenten.

De KNJV heeft de lokale jagers, die zijn verenigd in de wildbeheereenheden, opgeroepen om in overleg met de politie en Natuurmonumenten te helpen om de daders op te sporen.

Mocht het zo zijn dat de dader inderdaad jager is en lid van onze vereniging, dan zullen wij deze persoon vanzelfsprekend royeren.

Tot zover het persbericht.



Quote: "Alle activiteiten die jagers ontplooien om hun dienstverlenende werk uit te voeren, worden ondersteund door de KNJV. Maar de acties die hier niet onder vallen worden ten stelligste door ons afgekeurd en betreurd."

Het zou mooi zijn wanneer de KNJV zich ook distantieerde van alle jagers die voor hun plezier dieren doden.

13 mei 2006

Sla ook uw goudvissenkom stuk

De Stichting Vissenbescherming heeft met een bos bloemen de eigenaren van Faunaland aan de Maasstraat 83 te Amsterdam, Sander Ju en Lioni Valentien, bedankt voor hun initiatief om te stoppen met de verkoop van goudviskommen. Onlangs sloegen Sander Ju en Lioni Valentien de laatste goudvissenkom voor hun winkel kapot, omdat die een dieronvriendelijke behuizing is voor een goudvis.

Goudviskommen zijn door de ronde vorm niet geschikt voor goudvissen, er zijn grotere temperatuursverschillen dan in een gewoon aquarium, de dieren kunnen zich niet oriënteren, ze zijn te klein, er is te weinig zwemruimte, te weinig zuurstof, geen plaats voor plantjes, zand en/of steentjes.
Vissen zijn dieren met gevoel en bewustzijn, zij nemen veel meer waar, dan men vroeger ooit vermoed heeft. Zij communiceren met elkaar via bewegingen, geluiden, kleur- en lichtsignalen, terwijl zij met hun extra zintuig, de zijlijn, die aan weerskanten van het lichaam loopt, minieme bewegingen in het water kunnen waarnemen. In Duitsland is de goudviskom al verboden, in Nederland nog niet.

Mede in verband met De week voor het Huisdier roept de Vissenbescherming de dierenwinkels op om het voorbeeld van Sander Ju en Lioni Valentien te volgen.
De Stichting Vissenbescherming is in 2000 opgericht om de belangen te behartigen van vissen en andere in het water levende dieren (www.vissenbescherming.nl).

09 mei 2006

Kalvertransport vanuit Engeland weer hervat

Vanuit Engeland mocht vanwege de BSE-crisis gedurende 10 jaar geen kalveren geëxporteerd worden om in Nederland opgefokt te worden voor de vleesconsumptie.
Britse dierenbeschermers maakten ook voor dit verbod al jarenlang bezwaar tegen deze transporten. Er is zelfs wel eens een demonstrant onder de wielen van een vrachtwagen omgekomen.
Kalveren komen voornamelijk ter wereld om de melkgifte van de melkkoe op te wekken. Wanneer het dier niet bedoeld is om de moeder op te volgen, is het bestaan eigenlijk na de geboorte nutteloos geworden. Vandaar dat Britse boeren er geen been in zien om de pasgeboren dieren op transport te zetten naar het vasteland voor de vleesopfok.
Afgezien van de stressvolle reis is het niet bepaald diervriendelijk om moeder en kalf te scheiden. Daarnaast is het leven van het vleeskalf in ons land ook niet bepaald aangenaam. Weliswaar wordt het niet als kistkalf gehuisvest, maar de zogenaamde groepshuisvesting komt bijna op hetzelfde neer: veel dieren opgepakt in een kleine ruimte.



Voor mensen die compassie hebben met deze dieren en die nog wel kalfsvlees willen eten, is het zaak om goed op het etiket te letten. Geen enkel dier uit de intensieve veehouderij heeft een goed en lang leven gehad, maar de dieren die in Nederland zijn geboren, is in ieder geval de lange reis bespaard gebleven.

03 mei 2006

FAO-medewerkster Fresco dubieus geciteerd


Cursief commentaar op het bericht in Zibb met als titel “vlees belangrijkste groeisector”.

In Zibb:

Fresco neemt aan het eind van deze maand afscheid van de FAO. In het dagblad Trouw zegt ze dat ontmoedigen van de vleesconsumptie geen oplossing van het hongerprobleem is.

Algemeen wordt erkend dat het hongerprobleem vooraleerst een distributieprobleem is. In sommige gebieden kunnen hulpverleners hongerenden niet bereiken door bijvoorbeeld oorlogsomstandigheden.

”Het zou een heleboel mensen in hun bestaan aantasten. Vlees is de belangrijkste groeisector binnen de landbouw en het stimuleert ook de soja– en graanproductie. Er is op zich niks tegen vlees. Alleen niet van een slechte kwaliteit, niet op een respectloze manier jegens de dieren, niet op een manier die het milieu aantast, en niet te veel.”

Deze uitspraak van hoogleraar Fresco kan velen op het verkeerde been zetten. Een groot deel van de soja- en graanproductie is bestemd als veevoer.

Toch zou de Nederlander zijn vleesconsumptie kunnen matigen. Een of twee keer in de week een omeletdag, een visdag of een vegetarische dag zou beter zijn. ”Maar in zijn algemeenheid zie ik niets in taboes en nieuwe verboden”, aldus Fresco in Trouw.

Deze uitspraak is niet hemelschokkend. Westerse mensen en veel hongerenden zullen niets zien in taboes en nieuwe verboden.

Tot zover (commentaar op) Zibb.

Een beetje geeft Louise Fresco wel aanleiding tot het verkeerd interpreteren van haar visie, want zij spaart graag de kool en de geit. Waarschijnlijk een "beroepsdeformatie" van het FAO-werk.

Klik hier, voor wie geïnteresseerd is in haar oratie.

Klik hier, voor wie weten wat de gevolgen zijn van de westerse vleesconsumptie op de omstandigheden in de Derde Wereld.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.