Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

29 augustus 2007

Varkensflat in Tsjechië verijdeld, nu nog in Nederland

Persbericht PvdD Den Haag, 29 augustus 2007- Plannen van één van de grootste Nederlandse varkenshouders om een varkensflat in Tsjechië te realiseren zijn verijdeld na acties van de lokale bevolking. Die had de hulp van de Nederlandse Partij voor de Dieren ingeroepen om de plannen van de Nederlandse ondernemer tegen te houden. De Partij voor de Dieren heeft de lokale bevolking geholpen in het verzet tegen de vestiging van een bedrijf voor meer dan 30.000 varkens. Deze slaagde, na overtuiging van de plaatselijke autoriteiten, een gat in het bestemmingsplan van het dorp tijdig te dichten.

Tot zover de PvdD. Benieuwd of dat in Nederland ook lukt…..

Dierproeven openbaar

Datum: 28 augustus 2007; bron: PvdD

WUR moet openbaarheid geven over dierenexperimenten

De Partij voor de Dieren heeft een rechtszaak gewonnen tegen de geheimzinnigheid waarin Dierexperiment Commissies (DEC's) zich hullen. De Amsterdamse rechtbank heeft naar aanleiding van een Wet Openbaarheid Bestuur procedure bepaald dat Wageningen Universiteit - en in haar kielzog andere universiteiten - gehouden zijn informatie die betrekking heeft op experimenten met dieren openbaar te maken.

PvdD kamerlid Esther Ouwehand had al op 4 mei vragen gesteld aan minister Klink over openbaarmaking van de DEC protocollen maar omdat de minister vooralsnog niet tegemoet leek te willen komen aan de wens tot controle vanuit het parlement, heeft de Partij voor de Dieren besloten een voorlopige voorziening te vragen aan de rechter. De minister liet weten het verzoek 'mee te nemen in de evaluatie van de wet op de dierproeven', maar daarop 'niet vooruit te willen lopen'.
De rechter koos ervoor om geen uitspraak te doen in de vorm van een voorlopige voorziening maar meteen een oordeel te vellen in de hoofdzaak, omdat hij van mening was dat de kwestie voldoende helder is.

De uitspraak is van grote betekenis voor het proefdierendebat, omdat eindelijk helder wordt welke dierproeven er aan Nederlandse kennisinstituten gedaan worden, volgens welke protocollen ze plaatsvinden en wat de overwegingen zijn geweest om ze toe te staan.

De geheimzinnigheid waarin dierproeven worden verricht en waarmee universiteiten zich in strijd met de bedoelingen van de wetgever konden onttrekken aan democratische controle, lijkt daarmee doorbroken. De Partij voor de Dieren is zeer verheugd over de uitspraak van de rechter en hoopt dat hiermee het maatschappelijk debat over dierproeven en de aanvaardbaarheid daarvan een nieuwe impuls zal krijgen.

Tevens zal het een bijdrage kunnen leveren aan het eindelijk serieus werk maken van de ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven, vooral nu de samenleving zal kunnen meekijken naar wat dierproefnemers met dieren doen in hun laboratoria.

28 augustus 2007

Vissenbescherming betreurt het palingroken

Palingrookwedstrijden in Nederland

Op veel plaatsen in Nederland worden palingrookwedstrijden gehouden.
De Stichting Vissenbescherming betreurt het dat het palingroken als onderdeel van feestelijkheden wordt beoefend. In 1986 is reeds door wetenschappers van de Rijksuniversiteit Leiden bewezen dat vissen dieren zijn met gevoel en bewustzijn en dat zij dientengevolge kunnen lijden door pijn, angst en stress. De tot dusver gangbare manieren van het doden van paling in Nederland kunnen helaas geen aanspraak maken op het predikaat diervriendelijk.
Doodkruipen in zoutbad
De palingen worden door middel van een zoutbad van hun slijmhuid ontdaan. Dit zout brandt in hun huid, wat de dieren zeer veel pijn bezorgt. De palingen vertonen langdurig heftige zwembewegingen om het zout te ontvluchten. Dit zoutbad heeft op de huid van de palingen een effect dat te vergelijken is met brandwonden bij de mens. Bovendien beschadigt het zout de kieuwen. Een uiterst pijnlijke methode dus. Wanneer palingen ten slotte ophouden te bewegen zijn ze nog bij bewustzijn en nog lang niet dood. Zij worden vervolgens onverdoofd van hun ingewanden ontdaan. Dit langdurige lijden is voor sommigen van hen dan nog niet ten einde, want daarna worden ze aan hun kop opgehangen om te worden gerookt. Wetenschappers aan de Universiteit van Utrecht hebben aangetoond dat de dieren na de zoutbehandeling nog heel veel uren blijven leven De paling is dus een heel taai beest en als gevolg daarvan wordt hij soms nog levend gerookt.

Elektrisch bedwelmen en doden
Daarnaast is het mogelijk palingen elektrisch te bedwelmen en te doden. Het doden van palingen via elektrische bedwelming luistert nogal nauw; er kan gemakkelijk iets misgaan waardoor de paling alsnog bij zijn volle bewustzijn wordt opengesneden. Er is in Nederland nog geen goedgekeurde apparatuur beschikbaar. Binnen het kader EU-onderzoek is wel een apparaat ontwikkeld en getest dat aan alle eisen van het doden van slachtdieren voldoet, d.w.z. bedwelming binnen 1 seconde, gevolgd door pijnloze doding door 5 minuten lagere stroom toe te dienen en stikstofgas aan het water toe te voegen of zout aan warm water toe te voegen. Die apparatuur is echter nog niet op de markt. Van bedwelmingsapparatuur in Duitsland is bekend dat deze niet voldoet aan bovengenoemde eisen en daardoor ernstig dierenleed veroorzaakt.

Bedreigde diersoort
De paling is momenteel ook nog een bedreigde diersoort. Voor zover bekend paaien palingen alleen ver weg in de Sargassozee; voortplanting in gevangenschap is nog nooit gelukt. De jonge glasaaltjes worden op hun weg van de Sargassozee naar de Europese wateren massaal weggevangen langs de kusten van Zuid West Europa en geconsumeerd als gebakken frites. Erg winstgevend is de export hiervan naar Japan. Deze economische activiteit draagt er, evenals de IJsselmeer- en de sportvisserij, sterk aan bij dat de palingstand in o.a. Nederland de laatste jaren schrikbarend omlaag is gegaan. Bescherming is dan ook op zijn plaats. Het dier is kort geleden door het ministerie van LNV op de rode lijst van bedreigde diersoorten geplaatst.

Deelnemers aan een festijn als een palingrookkampioenschap moeten zich eens afvragen hoe ze omgaan met de intrinsieke waarde van ieder dier, dus ook van paling, zoals die is vastgelegd in de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren. Het plezier en het lekker eten bij zo'n festijn kan toch niet opwegen tegen het leed dat deze palingen wordt aangedaan. Onder grote druk van Dierenbescherming en Vissenbescherming wordt er nu eindelijk gewerkt aan een acceptabele manier van het doden van vissen. We hopen dat binnenkort de eerste proefopstellingen worden geplaatst van apparatuur waarmee palingen (en ook meervallen en tilapia’s) binnen 1 seconde buiten bewustzijn worden gebracht en daarna niet meer kunnen bijkomen. Dat is de richting waar het heen moet en consumenten die dierenwelzijn serieus nemen zouden eigenlijk moeten wachten tot er paling op de markt komt die op die manier gedood is. Voor meer informatie zie www.vissenbescherming.nl

Er wordt te veel mest uitgereden


Op de website van Agriholland het volgende bericht (tussen haakjes verduidelijking):

Nu pleiten voor verlenging van de uitrijperiode is negatief voor de discussie over de derogatie na 2009, stelt LTO. Het verkrijgen van de derogatie is essentieel voor de gehele Nederlandse veehouderij.

(Derogatie (Wikipedia): Het woord derogatie is in gebruik gekomen met de nieuwe mestwetgeving zoals die per 1 januari 2006 is gaan gelden. Een van de voorwaarden die de EU aan alle lidstaten stelt, is dat er niet meer dan 170 kg stikstof per hectare uit dierlijke mest door een boer mag worden gebruikt. Nederlandse boeren kunnen hiervoor, onder een aantal voorwaarden, een beroep doen op derogatie. Ze mogen dan 250 kg stikstof uit dierlijke mest op een hectare voedergrasland gebruiken.)


Ondernemers verwachten met het mestuitrijden in de problemen te komen. Maar Kees Romijn, lid van de LTO-vakgroep Rundveehouderij, pleit juist voor extra fiscale mogelijkheden om mestopslag te realiseren. Meer opslag biedt de bedrijven een structurele oplossing en beter mogelijkheden om aan het huidige en toekomstige mestbeleid te voldoen.

(Kortom de belastingbetaler moet meebetalen voor een vrije ondernemer die het land meer tot last is dan nodig)


De weersvooruitzichten voor de komende week zijn gunstig. Als boeren en loonwerkers alle zeilen bijzetten kan er nog veel gras en het laatste graan worden geoogst met aansluitend een bemesting voor 1 september.

(Met andere woorden: voor 1 september nog zoveel mogelijk mest uitrijden als mogelijk is)

27 augustus 2007

Groene jongeren zien varkensflats niet in het landschap staan

De jongerenorganisatie van GroenLinks, Dwars, heeft een brief gestuurd naar verschillende gemeentes in Overijssel, waarin zij oproepen varkensflats op industrieterreinen te vestigen en niet op het platteland.
Deze oproep is voor jongeren bevreemdend. Hun toekomst gaat hen meer aan dan ouderen. Als zij gemeentes oproepen om naast bestaande bio-industrie ook nog een varkensflat te laten bouwen op industrieterreinen dan zullen zij straks tegen heel wat meer lelijkheid aan moeten kijken dan nu het geval is. Zouden de jongeren niet van plan zijn om te recreëren op het platteland? Zouden de milieuvriendelijke jongeren ongevoelig zijn voor het welzijn van dieren?
Het lijkt zaak dat de dwarse GroenLinksers hun opvattingen een kwartslag zouden moeten draaien: een gezond milieu heeft alleen toekomst met een kleinere veestapel.

24 augustus 2007

Hengelles is geen schooltaak

Persbericht Vissenbescherming. Minister Verburg vindt het een goede zaak dat schoolkinderen les krijgen van sportvissers over het aan de haak slaan van vissen. Dat blijkt uit haar antwoord op vragen van de Partij voor de Dieren over het geven van hengelles op basisscholen door Sportvisserij Nederland. De minister vindt dat de ‘hengelsport, mits verantwoord uitgevoerd, geen noemenswaardig dierenleed en sterfte veroorzaakt’. Ze vindt zelfs dat het vangen van de vissen ‘het respect bevordert voor en de betrokkenheid bij de onderwaternatuur en de dieren die hier in leven’.

De Stichting Vissenbescherming is geschokt over dit antwoord dat volgens haar getuigt van een gebrek aan respect voor dieren, in dit geval vissen, als levende wezens met gevoel en bewustzijn. Ook de meeste Nederlanders zijn het met het standpunt van de minister niet eens. Volgens een NIPO-enquête uit 2002 vindt 73% van de ondervraagden dat de hengelsport geen geschikt middel is om kinderen respect voor dieren bij te brengen en vindt 75% van de Nederlanders de hengelsport een dieronvriendelijke vrijetijdsbesteding. De Vissenbescherming is verbijsterd over dit antwoord van de minister.

Jaarlijks worden er in Nederland miljoenen vissen aan de haak geslagen. De vissen worden aan hun bek uit hun element, het water, aan land getrokken, waar ze geen adem kunnen halen. Aan de haak geslagen zwenken en spuwen ze, schudden ze heftig met de kop, en produceren hierbij hormonen tegen de pijn. Ze ondervinden hierbij stress, die nadelig is voor hun conditie, en kunnen vervolgens ook verwondingen oplopen bij het het vastpakken van de vis en bij het onthaken. De meeste hengelaars gebruiken haken met weerhaken, waar vaak ook vogels het slachtoffer van worden, wanneer ze die inslikken.
Vissen zijn gevoelige dieren. Wetenschappelijke onderzoekers zijn het er algemeen over eens dat de vissen pijn, angst en stress ervaren ten gevolge van het aan de haak slaan. Uit recent Engels onderzoek van de universiteit van Edinburgh en van het Roslininstituut (2003) zijn pijnreceptoren rond de bek en op de kop van de vis aangetoond en precies gelokaliseerd.

Het is een diep treurige zaak dat een Nederlandse minister anno 2007 het als een vorm van educatie beschouwt dat jonge kinderen op de basisschool door hengelaars worden geïnstrueerd hoe ze voor hun plezier vissen met een haak uit het water kunnen trekken. De Vissenbescherming heeft in een brief haar afkeuring hierover aan de minister kenbaar gemaakt.

Voor inlichtingen:

M.M. Santen, secretaris, 023 – 528 75 74
Drs A.J. Dekker, voorzitter, 072 – 533 28 79

Zijn megastallen dier- en milieuvriendelijker?



Voorzitter Otto Smit van Land- en Tuinbouw Organisatie Wieringerland wil de discussie met Milieudefensie aangaan over megabedrijven in de veehouderij. „Het is goed voor dier en milieu", meent Smit. De firma Weel uit Haarlemmermeer gaat op het terrein van Agriport in Wieringermeer een mega-kippenfarm bouwen. Het zal één van de eerste bedrijven in Nederland worden waar de hele kringloop van ei tot geslachte kip op één locatie gehuisvest is. Dat scheelt ontzettend veel vervoerbewegingen.
Minder vervoerbewegingen is goed voor dier en milieu, dat is een waarheid als een koe. Maar moeten we dan aanmoedigen om op het platteland megabedrijven voor varkens, kippen en koeien te gaan bouwen?



Natuurlijk niet, maar om welke reden niet?
Het probleem van de schaalvergroting in de Nederlandse veehouderij is dat het niet tegelijk gepaard gaat met een krimp in de veestapel. Doordat de sector gericht is op export, worden bedrijven in het buitenland door de goedkope productie van Nederlands vlees ook gedwongen om dieren te houden op een goedkope, dieronvriendelijke manier. Het is een soort van neerwaartse spiraal (rat-race) in de kwaliteit van leven voor mens, dier en milieu.
Een ander nadeel van de Nederlandse laissez faire houding in het beleid is dat er allerlei systemen naast elkaar worden ontwikkeld waarbij het meest diervriendelijke systeem (“comfort class”) in de media naar voren wordt geschoven als zogenaamd toekomstbeeld, terwijl in werkelijkheid de sector de reguliere dieronvriendelijke systemen wil inzetten voor de bulkproductie gericht op export.
Het publiek wordt dus seen worst voorgehouden dat het allemaal op termijn kleinschaliger en diervriendelijker zal worden, terwijl ondertussen het landschap verziekt wordt met varkensflats.

22 augustus 2007

He Ho Haribo, stop sponsoring circusleed

Actiegroep CircusLeed roept Haribo op om te stoppen met sponsoring dierenleed

Amsterdam, 22 augustus 2007 – Actiegroep CircusLeed is vandaag gestart met een e-mailactie naar Haribo, de bekende snoepfabrikant. Helaas sponsort Haribo het circus Herman Renz, dat verschillende dieren gebruikt die lijden onder het circusbestaan. Met de e-mailactie hoopt actiegroep CircusLeed te bereiken dat Haribo stopt met het sponsoren van dierenleed.

Via een speciaal geopende website (www.onbegrijpelijkharibo.nl),
die refereert aan een oude slogan van Haribo, hoopt actiegroep CircusLeed dat vele mensen een mail gaan sturen, zodat Haribo inziet dat het steunen van een circus waar dieren lijden hun bedrijf geen goed doet. Circussen met dieren komen onder steeds meer maatschappelijke druk. In vele landen zijn er al nationale of lokale verboden gekomen of meer regels rondom het gebruik van dieren, zoals in België, Oostenrijk, Engeland, Finland, Denemarken en Kroatië. Het stoppen met sponsoren van het circus met dieren zou getuigen van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Circusdieren
Het leven voor een circusdier is geen pretje: gedwongen optredens, verveling, weinig ruimte om natuurlijk gedrag te uiten, veel stress, eentonige kunstjes, trainingen die vaak gepaard gaan met geestelijk en fysiek geweld, veel reizen en kunstjes die tegen hun natuurlijk gedrag in gaan. Door onder andere deze factoren in het leven van de circusdieren vertonen ze afwijkend gedrag. Dit gedrag, beter bekend als stereotype gedrag, is te herkennen aan dieren die constant herhalende bewegingen of apathisch gedrag vertonen.

Circus Herman Renz is niet anders dan andere circussen waar dieren gebruikt worden. Ook bij Herman Renz vertonen de dieren ernstig stereotype gedrag en krijgen ze weinig ruimte om zich te kunnen bewegen.
Daarnaast liegt circus Herman Renz regelmatig over hoe ze met de dieren omgaan. Zo zei clown Milko vorig jaar dat ‘Olifantenhaken iets van vroeger was’ (RTV Noord Holland van 25 juli 2006). Actiegroep CircusLeed publiceerde kort daarna recente beelden waarop te zien was hoe de olifanten van Herman Renz gecommandeerd werden met olifantenhaken en ook tikken kregen. Olifantenhaken zijn stokken met een haak eraan die ze in de huid zetten van olifanten. Hierdoor voelen de dieren pijn, zodat ze weten dat ze iets moeten doen.

Actiegroep CircusLeed is van mening dat een verbod op het gebruik van dieren in het circus de enige weg is om te zorgen dat er geen dierenleed in het circus is.

Helpt prijsverhogen varkensvlees duurzaamheid?

Milieudefensie is met idee gekomen om de Nederlandse consument 85 cent extra voor een kilo varkensvlees te laten betalen. De opbrengst zou geïnvesteerd worden in de ondersteuning van ecologisch verantwoord en diervriendelijk geproduceerd vlees.
De Nederlandse varkenshouder produceert voor het buitenland (70%-80% wordt geëxporteerd). Zou de buitenlandse consument niet extra hoeven te betalen, dan komt er in ons land geen varkenshouder minder, maar zullen ze door schaalvergroting dmv varkensflats de buitenlandse markt met goedkoop en dieronvriendelijk geproduceerd vlees blijven bestoken. Misschien dat het van Brussel mag dat je de Nederlandse consument dwingt meer te betalen, maar zou er geen storm van protest opsteken als de consument ziet dat de maatregel in eigen land niet helpt om de varkensveestapel te verkleinen?
Is dat niet typisch Nederlands om de producent geen strobreed in de weg te leggen en de lasten van de bezwaren van de intensieve veehouderij af te wentelen op een groep dat het probleem niet heeft gecreëerd?

Varkensflats nodig?

Het Landbouw Economisch Instituut (LEI) maakt al jaren prognoses van de haalbaarheid van duurzame landbouw.

Het vreemde is dat journalisten en beleidsmakers de situatie van de Nederlandse varkenshouder beschrijven als dat het last heeft van buitenlandse concurrentie. De werkelijkheid is precies andersom: buitenlandse markten hebben last van goedkoop Nederlands varkensvlees. Om hun buitenlandse collega's oneigenlijke concurrentie aan te kunnen doen bezuinigen Nederlandse varkenshouders op dierenwelzijn en halen hun veevoeder uit het buitenland.
Hoe zinloos en dieronvriendelijk moet een sector worden voordat het grote publiek de waanzin van deze gang van zaken gaat inzien? Moet dan eerst het hele platteland worden volgebouwd worden met lelijke varkensflats? Of kan het ons niets schelen omdat we denken tot in eeuwigheid in het buitenland op vakantie te gaan in plaats van (het naar varkensmest stinkende) Brabant of Twente? Moet de problematiek van de MRSA-bacteriën (die resistent is voor vrijwel alle antibiotica) eerst uitgroeien tot een landelijke epidemie voordat we uit welbegrepen eigen belang gaan aankloppen bij de politiek om eindelijk een halt toe te roepen aan deze zinloze groei?

Wie geïnteresseerd is in zinvolle en diervriendelijke toekomstscenario's voor de Nederlandse en Europese landbouweconomie, klik hier.

20 augustus 2007

Hoe erg is afschaffing dierenwelzijnswet?

Coalitie verontwaardigd over afschaffing dierenwelzijnswet: wetsvoorstel Dieren zet klok 30 jaar terug

Een Coalitie van 21 dierenbeschermingsorganisaties is verontwaardigd over een nieuw voorstel van minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren af te schaffen.

De dierenbeschermers kregen tijdens de zomervakantie welgeteld 14 dagen de tijd om te reageren op een wetsvoorstel van 74 pagina's. 'Als deze procedure een indicatie is van het belang dat de minister hecht aan de meningen in de samenleving, dan hebben de dieren het ergste te vrezen', zegt Wim de Kok, voorzitter van de Coalitie DierenwelzijnsOrganisaties Nederland - CDON.

Het voorstel dat vijf wetten samenvoegt en dierenwelzijn een zeer lage prioriteit geeft, kwam voor de dierenbeschermers als een verrassing. De vorige minister van LNV, Veerman had het plan in oktober 2006 na protesten op de lange baan geschoven. In het regeringscoalitieakkoord van februari 2007 werd afgesproken nieuw beleid uit te zetten in een Nota Dierenwelzijn die dit najaar naar de Kamer zal worden gestuurd.

'Het is merkwaardig dat nu reeds een wetsvoorstel wordt geïntroduceerd terwijl juist binnenkort een Nota dierenwelzijn volgt. Wetgeving zou een uitwerking moeten zijn van geformuleerde visie en beleid en hierop niet zelfstandig vooruit moeten lopen', aldus Frank Dales van de Dierenbescherming.

Het Wetsvoorstel dieren richt zich vooral op dieren die gehouden worden voor productiedoeleinden. Een doelstelling is het bevorderen van de afzet van dierlijke producten. Volgens de Coalitie staat dit op gespannen voet met de erkenning van de intrinsieke waarde van het dier en bevordering van dierenwelzijn in het algemeen.

Hans Baaij van Stichting Dier en Recht stelt: ‘De visie bij LNV is: wij leggen de commerciële veehouderij geen strobreed in de weg, we proberen de dierenbeschermers met vage toezeggingen te lijmen en we zorgen ervoor dat de bedrijfstak - in rechte - geen schade kan worden berokkend.’

Nederland dreigt een van de weinige Europese landen te worden zonder een dierenwelzijnswet. De Coalitie roept de Tweede Kamer op om de minister op het matje te roepen en pas na een fatsoenlijk debat in de Kamer het welzijn van dieren de erkenning te geven die de maatschappij van haar eist.

15 augustus 2007

Dreuzels en Wroezelaars

Harry Potter woordenboek:

Wolfsmelk: ingrediënt van de Wisseldrank
Wolfsworteldrank: toverdrank die ervoor zorgt dat weerwolven zich kunnen beheersen tijdens hun periodes als wolf
Wolkenveldt, Romeo: lid van de OvdF en Schouwer. Lange zwarte tovenaar. Later werkzaam als secretaris van Dreuzelpremier
Woollongong Slingerslang: (zwerkbalterm) snelle zigzagbeweging om Jagers af te schudden
Worggas: dodelijk gas
Wormstaart: naam van Peter Pippeling toen hij vroeger op Zweinstein zat, verrader van de Potters
Woudtrol: fabeldier, lichtgroen van kleur.
Wroezelaar: het favoriete speeltje voor varkens. De zo ontstane wroezelaar, piggy wiggy en pig roulette moeten het wroetgedrag van varkens stimuleren en voorkomen dat de dieren dwangmatig gedrag gaan vertonen.

Wroezelruimte met betonnen vloer van een biologisch varken:

Peuters in actie tegen leed van peuterkuikens

(persbericht Wakker Dier 15 augustus 2007)
Vandaag protesteren een twintigtal peuters bij het kantoor van de Europese Commissie in Den Haag tegen het eten van peuterkuikens uit de bio-industrie. De peuters dragen spandoekjes met teksten als 'Eet geen peuterdieren', 'Wees lief voor kuikentjes!' en 'Pas 6 weken oud en dan al verwerkt tot kippenbout'. Zij zullen een eisenpakket overhandigen aan directeur Van Hasselt. Met de ludieke actie wordt de Europese Commissie gevraagd regels te stellen tegen de extreme groeisnelheid van kuikens in de bio-industrie. Het kippenvlees in de supermarkt is van een kuiken van zes weken oud met een lichaamsgewicht van twee kilo. Dat is vergelijkbaar met een peuter van vier jaar in het lichaam van een volwassene. De absurde groeisnelheid gaat ten koste van de gezondheid. Zo groeien alleen al in Nederland jaarlijks 15 miljoen kuikens dood, omdat hun lichaam de snelle groei niet aankan. Veel kuikens kunnen amper lopen vanwege het gewicht. Ongeveer één op de vijf kuikens arriveert in het slachthuis met breuken of kneuzingen aan poten of vleugels.

Vlees van 'Peuterkuikens'

Jaarlijks worden er in Nederland 400 miljoen vleeskuikens geslacht. Nederland is het meest kuikendichte land ter wereld. Dit meest gehouden dier van Nederland heeft maar een heel kort leven. Een kip is volwassen (vruchtbaar: ze gaat eieren leggen) op een leeftijd van 18 weken, maar wordt in de bio-industrie al geslacht op een leeftijd van 6 weken. Vergeleken met een mens, die de puberteit (vruchtbare leeftijd) bereikt op een leeftijd van circa 12 jaar, zou je de slachtleeftijd van een vleeskuiken dus kunnen vergelijken met een peuter van 4 jaar. Een kuiken heeft dan al een gewicht van meer dan 2 kilo. Dit gewicht bereikt een normaal groeiende kip vaak niet eens op volwassen leeftijd. Recent is zelfs een 'kuikencouveuse' ontwikkeld die er voor kan zorgen dat een kip al na vijf weken het slachtgewicht bereikt.

De extreme groeisnelheid zorgt voor grote gezondheids- en welzijnsproblemen. 15 miljoen kippen groeien jaarlijks dood. Ze zakken door de poten, stikken door hartafwijkingen en ademhalingsproblemen. De sterfte bij de doorgefokte vleesrassen loopt snel op als de kuikens niet na 6 weken worden geslacht. Pas op weg naar de slachterij zien ze voor het eerst daglicht. Op weg naar de slacht worden de dieren zo ruw behandeld dat één op de vijf kuikens met kneuzingen of breuken bij de slachterij aankomt. De ouderdieren (die de vleeskuikens produceren) worden op een permanent hongerdieet gezet om doodgroeien te voorkomen.

Kuikens in de politiek - eisen Wakker Dier

Er gelden geen specifieke welzijnseisen bij het fokken van dit meest gehouden landbouwdier. Begin 2007 zijn in Europa principeafspraken gemaakt over huisvestingseisen. De nieuwe eisen moeten worden opgenomen in de wet. In de eisen spreekt men niet over dieren, maar over kilo's kip per vierkante meter. De regels staan nog steeds toe dat er twintig kuikens op een vierkante meter worden gepropt, dat is minder dan een A4'tje leefruimte per kuiken. Welzijnseisen die het doorfokken op extreme groei verbieden zijn bewust uit de afspraak gehouden. Hoewel wordt erkend dat de extreme groeisnelheid welzijnsproblemen geeft, willen de Europese landen pas na 2010 hierover vergaderen. Wakker Dier wil een einde aan de reuzengroei van kuikens, ruimere stallen met uitloop, diervriendelijkere vangmethodes en voldoende verdoving bij de slacht.

Kalveren worden op een leeftijd van 6 maanden geslacht om als blank kalfsvlees in restaurants geserveerd te worden. Koeien worden volwassen op een leeftijd van ongeveer 15 maanden. De vleeskalveren zijn dus vergelijkbaar met een kleuter van 5 jaar. Het vlees is blank omdat de kalveren bloedarmoede wordt toegebracht door ze op een ijzerarm dieet te zetten.
Eenzelfde vergelijking met varkens leert ons dat ze geslacht worden op een leeftijd van een half jaar, ongeveer de vruchtbare leeftijd. Vergelijkbaar dus met een kind van 12 jaar.
Voor lamsvlees geldt normaal een slachtleeftijd van 6 maanden terwijl ze ook ongeveer op die leeftijd geslachtsrijp worden. Aldus vergelijkbaar met een kind van 12 jaar.

26 juli 2007

Verkeerde Bite Back gebeten hond bij de Telegraaf

Herk-de-Stad, België: Dierenrechtenorganisatie Bite Back (www.biteback.be), een Belgische dierenrechtenorganisatie en sinds begin juli ook actief in Nederland, is zeer ontstemd over de huidige berichtgeving in sommige Nederlandse media waarin de naam van onze organisatie volgens verschillende artikels door het farmaceutisch bedrijf Novartis ten onrechte in verband wordt gebracht met – zoals het bedrijf het zelf verwoordt - intimidaties en bedreigingen. Naar aanleiding van een voor ons beschadigend artikel uit De Telegraaf van dinsdag 24 juli, zouden de vernielingen en bedreigingen gedaan worden door ‘…een internationale groepering die zich Biteback noemt, een zeer agressieve cel.’ De journalist van De Telegraaf zou dit hebben geschreven na hierover te zijn getipt door Novartis. De desbetreffende journalist negeerde onze terechte vraag tot rectificatie gewoon en stelde ons luchtig voor om van naam te wijzigen … Het lijkt wel een aflevering van het televisieprogramma ‘De leugen regeert’.

Bite Back neemt hier geen genoegen mee en beraadt zich over verdere stappen. Dit artikel is, in soortgelijke bewoordingen, helaas direct overgenomen door diverse andere Nederlandse media. Vandaag zijn er zelfs kamervragen door het lid De Roon van de PVV aan de minister van Justitie gesteld over een mogelijke link tussen Bite Back en het Animal Liberation Front (ALF) en een vraag tot onderzoek of de groepering ‘Biteback’ kan worden aangemerkt als een ‘terroristische’ of ‘criminele’ organisatie.

Bite Back wilt dat elke verdere imagobeschadiging onmiddellijk stopt!

Volgens ons kan de huidige naamsverwarring door het volgende komen: in de VS is er een magazine ‘Bite Back’ genaamd én een bijbehorende website www.directaction.info waarin internationale dierenrechtenactivisten, die opereren onder de vlag ‘Animal Liberation Front’, hun ondergrondse activiteiten kunnen posten. Dit magazine en de bijbehorende website heeft echter geen enkele band met dierenrechtenorganisatie Bite Back.

De vereniging Bite Back is een bovengrondse, legale en geweldloze dierenrechtenorganisatie die middels publiekscampagnes, voorlichting en vaak ludieke acties aandacht vraagt voor de belangen van miljoenen onderdrukte dieren.

De vereniging Bite Back is geen ‘direct action’ groep, maar kiest er voor om via dialoog en geweldloos protest op te komen voor de rechten van dieren.

Dat we dezelfde naam als het magazine dragen, heeft in de bijna vier jaar dat we in België actief zijn nog nooit voor ophef of mediaberichtgeving gezorgd.

Iedereen die zich de moeite getroost om één minuutje te googlen, komt onmiddellijk terecht op onze site en kan zo al onze acties volgen vanaf het prille begin van onze oprichting.

Wij verbazen ons over het gemak waarmee onware berichtgeving zich zo makkelijk kan verspreiden. Via de UK is een zeer tendentieuze vorm van mediaberichtgeving over dierenrechtenactivisme naar Nederland overgewaaid. Wij betreuren het ten zeerste dat de belangen van miljoenen onderdrukte en uitgebuite dieren helemaal ondergesneeuwd geraken door deze zeer tendentieuze berichtgeving over de dierenrechtenbeweging in zijn geheel, dit door alle dierenactivisten over één kam te scheren. Dit alles is koren op de molen van de dieruitbuitende industrieën, die geholpen door dit soort berichtgeving, garen spint en daarbij telkens nog een extra schepje erboven op doet door doelbewust dierenactivisten in diskrediet te brengen. Door bewust benamingen als ‘terroristen’ te gebruiken en flagrante onwaarheden de wereld in te sturen, zijn ze er op uit de volledige dierenrechtenbeweging te criminaliseren.

24 juli 2007

Meer ruimte voor de natte natuur nodig

De opwarming van het klimaat als gevolg van het opstoken van de fossiele brandstoffen zorgt in ieder geval in West-Europa voor verhevigde regenval.
Er is meer ruimte nodig om dit water af te voeren. Daarnaast is het probleem vergroot doordat de aarde door bebouwing minder lang water vasthoudt. Ook hebben delen van ons land last van verdroging. Deze omstandigheden lijken elkaar tegen te spreken. De oorzaak is de druk om de grond in ons land zoveel economisch te benutten in plaats van te kijken of dit wel verantwoord is.
Een oplossing zou zijn om een aantal maatregelen die men toch al van plan was te gaan nemen versneld uit te voeren. In Nederland heeft men ruim (tot 2018) de tijd genomen om op vrijwillige basis de Ecologische HoofdStructuur (EHS) in te voeren. De EHS is bedoeld om de natuur door natuurgebieden aan elkaar te koppelen de gelegenheid te geven om te migreren. De noodzaak is door de opwarming van het klimaat nog eens groter geworden. Waterwegen en de ruimte er langs zijn met name geschikt voor migrerende natuur (planten en dieren). Het zijn ook plekken waar mensen graag wonen.
Wanneer boeren gevraagd zou worden om een bepaalde strook langs het water niet meer te bebouwen kunnen heel veel problemen tegelijk worden opgelost. Ook de muskusrat heeft dan een plek om te leven.
In Nederland wordt een extreem onevenredig groot deel van het land in gebruik genomen door de landbouw. Deze richt zich met name op de export. Het zou eerlijker zijn om de ruimte die de landbouw inneemt te verkleinen. Dat zou niet moeten gebeuren door de activiteiten te intensiveren (bijvoorbeeld door grootschaligere bio-industrie) maar door inkrimping van haar activiteiten en verlegging naar landschapsbeheer.

23 juli 2007

PvdD als tijdelijke zondebok

Wikipedia: Het begrip zondebok komt voort uit een voorschrift van de wet van Mozes (Bijbel - Leviticus 16). Op de Grote Verzoendag moest de hogepriester een ram als brandoffer en twee geitenbokken nemen. De ram was ter heiliging van de priester zelf. De ene bok is bestemd als offer voor God. Op de kop van het andere dier legt de priester zijn handen en belaadt het zo met de zonden van het volk. Daarna wordt de zondebok losgelaten en de woestijn in gestuurd.

Tot zover Wikipedia.

Het gaat niet goed met de veehouderij in Nederland. Met name kleine boeren hebben het moeilijk. Het zal waarschijnlijk op de lange duur een aflopende zaak zijn voor de meeste veehoudende boeren, maar boeren die eerst nog meegaan in de schaalvergroting zullen het ’t langst volhouden. Eerlijkheid duurt hier het langst (om te komen tot duurzaamheid) en de brutalen hebben de halve wereld (nodig voor hun productie).



De omstandigheid die het landbouwbeleid het meest heeft bepaald is de globalisering van de afzetmarkt. Daaraan heeft Nederland in de laatste 40 jaar erg hard getrokken om deze open te gooien en te kolonialiseren. Maar in dat “spel” moesten andere landen ook een kans krijgen, anders zouden zij niet meewerken om hun markt open te stellen. Het tij lijkt zich nu te keren en de concurrentiepositie van het buitenland wordt steeds beter.
Door de schaalvergroting en de verontwaardiging van het grote publiek over het gebrek aan dierenwelzijn zijn boeren steeds meer geïsoleerd geraakt en in de financiële verdrukking geraakt. In plaats dat zij te rade gaan bij zichzelf en de toeleverende en verwerkende sector en de banken, die hun in de tang hebben, aan te spreken, zoeken zij een mogelijkheid om hun frustratie af te wentelen op hen die het wagen de hypocriete bedrijfsvoering van de boer en de anderen die schaamteloos dieren gebruiken ter discussie te stellen.
Mensen die opkomen voor dieren zijn bereid politieke steun te geven en te zoeken voor een omschakeling naar een diervriendelijke veehouderij. Als deze sector te laat in het zadel wordt geholpen zal deze steun er niet meer zijn als de Nederlandse bio-industrie ingestort is. Velen zullen dan hun vleesconsumptie hebben geminderd of even onverschillig staan ten opzichte van de herkomst van de producent als nu.

Ook mensen van of via de dierenbescherming staan nu in de schaduw van de parlementariërs van de Partij voor de Dieren. In de Tweede Kamer werd de dierenbeschermer van het jaar altijd gekozen onder degenen die aangemerkt konden worden als het minst dieronvriendelijk. Daarbij dient opgemerkt te worden dat Krista van Velsen hierop een positieve uitzondering is. Ook in de Tweede Kamer wordt tegenwoordig gemord over de duidelijke taal die Ouwehand en Thieme spreken, al is voornamelijk in termen van kamervragen. Het is te hopen dat zij zich bij de nietszeggende antwoorden van de minister niet lang meer met een kluitje in het politieke riet laten sturen.

Vegfam: ontwikkelingshulp zonder exploitatie van dieren

In de jaren '90 kende ik een Spaanse vrouw die sterk maatschappelijk geengageerd was. Ze was een overtuigd communiste en wilde zo snel mogelijk terug naar haar vaderland om werklozen werk te verschaffen. Een nobel streven, ware het niet dat de manier die zij daarbij in gedachten had bestond uit het opzetten van bio-industrie.

Nu zullen veel vormen van ontwikkelingshulp in ieder geval milieubewuster zijn, maar de rechten van dieren vormen vrees ik meestal geen punt van overweging. In Engeland hebben Chris en Janet Aldous om die reden in 1963 de organisatie Vegfam opgericht. Zij stelt zich ten doel de hongerigen te voeden zonder daarbij dieren uit te buiten. Zoals de naam al doet veronderstelt staat zij een veganistische oplossing voor voor het hongervraagstuk. De naam Vegfam is een reactie op de naam Oxfam van een bekende hulporganisatie die geen moeite heeft met diergebruik.

Ze heeft tot nu toe in elk geval duizenden Britse ponden bijgedragen aan veganistisch verantwoorde projecten in o.a. Bosnië, Afrikaanse landen, de Arabische wereld, Vietnam, India en Bangladesh.

Vegfam maakt ook gebruik van een veelgehoord argument dat het produceren van dierlijke producten per definitie ten koste gaat van een eerlijke verdeling van voedingsmiddelen over de menselijke wereldbevolking. Of dit argument nu juist is of niet, het is in ieder geval te hopen dat het beleid van Vegfam ooit de norm wordt op dit gebied.

De stichters van Vegfam waren trouwen ook nog belijdende christenen, maar het gaat hun (in dit verband) niet om christelijke zendingsdrang.

Titus Rivas

21 juli 2007

Het beperkte economische denken en zien van ambtenaren van LNV


18 oktober 2006 gaf het LNV een brochure uit over de betekenis van het Nederlandse agrocluster binnen de Nederlandse economie, maar vooral binnen de wereld.

In deze brochure staat een kaart waarop de toegevoegde economische waarde per gebied wordt aangegeven. Hoe bruiner hoe hoger en hoe blauwer des te lager de economische waarde. Hoeveel oogkleppen symboliek er in deze kleuren zit is ongelofelijk. De verklaring die in de brochure wordt gegeven voor de “lage” economische waarde van bepaalde gebieden is dat er veel grondgebonden landbouwbedrijven zouden zitten.

Grondgebonden veehouderijen verbouwen hun veevoer zelf. Niet grondgebonden intensieve veehouderijen halen hun veevoer uit de Derde Wereld. Zij onttrekken uit die gebieden economische waarde en voegen dat toe aan het kleine stukje gebied dat zij met hun stallen met daarin duizenden dieren bezetten.

Deze manier van kijken van ambtenaren naar ons land is discutabel. Bedrijven die hun geld verdienen door elders mensen en gebieden uit te buiten worden aangemerkt als mensen die economische waarde toevoegen aan een gebied. Boeren die op een ecologisch verantwoorde manier werken worden aangemerkt als ondernemers die weinig economische waarde aan het gebied toevoegen.

Zie ook de
Babylonische spraakverwarring tussen boeren, burgers en ambtenaren.

Intimidatie door jagers

Op 18 juli is PvdD Statenlid Noord-Holland Peter van Poelgeest door 2 jagers mishandeld. Van Poelgeest, ook actief als Provinciaal Fauna Adviseur voor de Dierenbescherming, was afgegaan op een melding die was doorgegeven aan het “Meldpunt Misstanden Jacht” van de Dierenbescherming Noord-Holland; er zou in een weiland in de Westbeemster door vier jagers op houtduiven worden geschoten. Aangekomen op de locatie nam Van Poelgeest foto’s van de omgeving en de activiteiten van de jagers. Twee van de jagers waren hier niet van gediend en kwamen al scheldend op het Statenlid af. Van Poelgeest gaf aan dat hij niets onwettigs deed en dat zij niets van hem te vrezen hadden als zij conform de regels aan het jagen waren, maar daar namen de jagers geen genoegen mee. Zij sloegen en schopten het Statenlid, zelfs toen hij al op de grond lag en duwden hem uiteindelijk de sloot in.
Het gebeurt niet vaak dat er confrontaties zijn tussen mensen die op dieren schieten als jagers en stropers enerzijds en mensen die voor dieren opkomen als dierenbeschermers anderzijds. Daarvoor zijn 2 redenen. Stropers jagen vaak bij nacht en jagers bij ontij en veel mensen zijn bang door hen geïntimideerd te worden, immers bij een woordenwisseling zijn wapens nabij.
Controle en aanspreken zouden het beste gedaan kunnen worden door instanties die gemakkelijk een beroep kunnen doen op de politie. Maar de overheid geeft steeds minder thuis.
De afdeling Natuurbescherming van de AID – onderdeel van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) – is onder meer belast met de handhaving van ‘groene’ wetten als de Flora- en Faunawet (inclusief het CITES-verdrag over bedreigde plant- en diersoorten) en de Natuurbeschermingswet 1998. Landelijk stelt de AID dit jaar nauwelijks of geen uren beschikbaar om de naleving van de genoemde wetten te controleren. De meeste tijd wordt nu vooral besteed aan oneigenlijke taken als de controle op de Subsidie Agrarisch Natuurbeheer (SAN).
In de regio West van de AID zou het toezicht op en de handhaving van de Flora- en Faunawet sinds begin deze maand zelfs helemaal zijn vervallen. De Tweede Kamerfractie van de Partij voor de Dieren (PvdD) heeft hierover 17-07-07 vragen gesteld aan de minister van LNV. De PvdD wil weten hoeveel menskracht de AID feitelijk beschikbaar stelt in de regio West en voor de handhaving van de Flora- en Faunawet in het hele land.
De beide jagers die van Poelgeest mishandelden bestonden het zelfs om te beweren dat van Poelgeest zelf bij het achteruitlopen tijdens het filmen in de sloot zou zijn gelopen. Dergelijke brutaliteit is kenmerkend voor de mentaliteit van mensen die dieren misbruiken. Eigenlijk weten ze zelf ook wel dat ze fout zitten, maar de woede die ze eigenlijk op zichzelf zouden moeten richten, slaat over op degene die hen aanspreken. Zoiets heet in de psychologie “overdracht”.

15 juli 2007

Een kip is buiten niet zomaar gelukkig

In de Telegraaf stond een bericht dat kippen in legbatterijen zijn net zo gelukkig zouden zijn als uitloopkippen. Wetenschappers zouden in de Sunday Telegraph na een nieuw onderzoek zelfs beweren dat vrij rondlopende hennen meer stress ervaren dan hun opgesloten soortgenoten.

Vrij rondlopende hennen is niet hetzelfde als vrije uitloop hennen. Deze dieren kunnen vaak alleen maar lopen op een bijna kaal weitje zonder voldoende beschutting van lage begroeiing en bomen. Dan zijn de vrije uitloopkippen constant bang voor roofdieren omdat er geen dekking in de buurt is.

Uiteraard hebben deze hennen buiten meer kans op parasieten en ziektes en wanneer ze te weinig beschutting krijgen dan bezorgen ook extreme temperaturen de kippen meer stress dan binnen.

Dat haal je de koekoek. Wanneer je een kip (die van nature in het bos leeft) goed wil verzorgen en op een natuurlijke manier wil laten leven dan zijn er altijd bomen en bosjes in de buurt.

Een kip is niet gelukkig in een legbatterij, scharrelschuur en de meeste "vrije uitloop" bedrijven.

08 juli 2007

Het grote, groene misverstand

Dit is de titel van een boek van Leo Lamers, Uitgeverij Landwerk.

‘Dagelijks stoppen tien boeren met hun bedrijf. Daardoor neemt de landbouwproductie af, verloedert het platteland, verdwijnen de koeien uit het landschap en verpauperen de dorpen. En als we niet uitkijken zijn we voor ons voedsel straks afhankelijk van het buitenland.’ Dat is, in grote lijnen, hoe bijna iedere Nederlander naar de landbouw kijkt. En dat is een groot en alarmerend misverstand. Want daardoor maken we de verkeerde keuzen.

Overheidsmaatregelen zijn gericht op de ‘redding’ van de landbouw, in de veronderstelling dat daarmee ook vanzelf de verpaupering van het landschap, de natuur en het landelijk gebied worden aangepakt. In het boek gaat Lamers diverse misverstanden over de landbouw en het landelijk gebied na, maakt duidelijk waarom het misverstanden zijn en geeft aan hoe het dan wel zit. Lamers laat zien dat de landbouw niet uit Nederland verdwijnt maar juist een economische en ruimtelijke grootmacht zal blijven. Niet de vermeende krimp van de landbouw is een bedreiging voor natuur en landschap, maar juist de grote omvang en de neiging tot verdere groei.

06 juli 2007

Water doet inkomen boer droogvallen

Teunis Jacob Slob Voorzitter van Natuurlijk Platteland Nederland: “Boeren die aan agrarisch natuurbeheer doen hebben een flinke strop door de vele regen van de afgelopen weken. Om nesten en vogels te sparen maaiden deze agrariërs tot en met juni niet, maar sinds de vogels zijn uitgevlogen en de boeren willen maaien, valt de regen met bakken uit de hemel. “

Boeren die niet aan agrarisch natuurbeheer doen, konden in het droge voorjaar al veel gras inkuilen, omdat het toen wel mooi weer was.

Tot zover het ANP bericht.

Het moet toch niet veel erger worden met de agrarische geldwolven. Natuurlijk als een boer niet klaagt dan leeft hij niet. Misschien moeten de natuurbeherende boeren maar subsidie aanvragen voor waterberging. Per slot van rekening is een hoge waterstand goed voor natuurontwikkeling.

Toenmalig landbouwminister Veerman zei al in 2004:

Nederland beschermt een belangrijk deel van de biodiversiteit die in natte gebieden in Europa voorkomt. Voor soorten als de roerdomp is Nederland een 'internationale kraamkamer'. Roerdomppopulaties in andere Noordwest-Europese landen vinden hier hun oorsprong. Maar bijvoorbeeld ook de otter en de Noordse Woelmuis gedijen beter in een aaneengesloten nat natuurgebied. Daarom moeten we de ruimtelijke samenhang tussen natte ecosystemen en de aansluiting met het buitenland versterken. Het kabinet wil dit realiseren door onder andere een 'Natte As' aan te leggen, als onderdeel van de Ecologische Hoofd Structuur. Dit is ook uit oogpunt van klimaatverandering wenselijk. In het hart van Nederland zullen dus de grote rivieren een belangrijk onderdeel vormen van deze grote robuuste verbinding. Maar ook het IJsselmeergebied en zijn randmeren en het Deltagebied zullen onderdeel gaan uitmaken van de Natte As. Daar willen we door gerichte natuurontwikkeling meer moeraszones realiseren, met hun specifieke flora en fauna. Al met al wordt het een internationaal baanbrekend water- én natuurwerk, waarmee we onze traditionele identiteit als 'waterland' toch weer eer aandoen.

Kijk dat is nog eens opbouwend taal. Nu maar hopen dat Veerman dit beleid zal doortrekken als voorzitter van de vereniging Natuurmonumenten.

Export is dierenleed

Gesleep van dieren over de planeet schaadt dierenwelzijn en economische belangen. Het gebeurt niet vaak dat dierenbeschermers en dierengebruikers het met elkaar eens zijn, maar in het geval dat dierenliefde leidt tot import van dieren uit het buitenland dan geldt dit zeker.

Hobbydierenhouders willen zichzelf wel eens laten voorstaan op hun dierenliefde en de omstandigheden waaronder hun dieren leven zijn vaak onmiskenbaar beter dan die van hun veeltalliger lotgenoten in de intensieve veehouderij. Maar sommige hobbyisten willen graag exotische dieren houden, omdat zij die mooi vinden of om interessant te doen. En daar begint de ellende.

Het is wijd en zijd bekend dat dieren die in het wild worden gevangen hun leven niet zeker zijn. Ten eerste omdat het om jonge dieren gaat, waarbij ouderdieren worden gedood die hun jongen willen beschermen. Ten tweede omdat het om een illegale jacht gaat, waardoor de dieren onder omstandigheden worden vervoerd, die het daglicht niet kunnen verdragen.

Wanneer de douane op Schiphol het transport van deze dieren scherp zou controleren zou een beambte elke keer voor een dilemma staan: laat je het transport door naar een ander land, dan hoef je het dier niet in beslag te nemen. Neemt hij het dier in beslag dan is er te weinig ruimte voor verantwoorde opvang. Een zware boete zou overigens preventief kunnen werken.

Er is de neiging om de dieren te vernietigen met het oog op het voorkomen van dierziektes. Denk aan het voorbeeld van de versnipperde eekhoorntjes en de geplette schildpadden.

De dieren naar een opvang brengen zou een kostbare oplossing zijn en levert de talloze dieren (het gaat ook om miljoenen tropische vissen) door de problemen om deze diervriendelijk te huisvesten nauwelijks perspectief. Daarnaast zijn veel dieren door de slechte omstandigheden en de lange reistijd zodanig verzwakt dat een snelle en drastische euthanasie voor de hand ligt.

Voorkomen is ook hier beter dan genezen.

De oplossing ligt niet in het verscherpen van de controles maar in het onaantrekkelijk maken van het begin- en eindpunt van de pijplijn. Nu mogen dieren gehouden worden waarvan op papier kan worden “aangetoond” dat het in gevangenschap is geboren. Het gevolg is grootschalige fraude met papieren en zogenaamde kenmerken als “gesloten ringen”.

Een verbod op vangen en houden van vrijwel alle niet-landbouwdieren is eigenlijk het meest effectief voor het garanderen van dierenwelzijn. Een verbod dat samengaat met zware boetes voor het bezit, helpt ook het illegale vervoer te stoppen.

De bijbehorende grondhouding ten opzichte van dieren zou moeten zijn dat dieren het recht hebben op de vrijheid om te leven onder de omstandigheden waar zij van nature voorkomen.

03 juli 2007

Omstreden haantjes actie

kuikentjes

Kippenfokkers doden elk jaar miljoenen jonge haantjes
. Voor kunstenares Katinka van Bruggen reden dit weekend ruim vijftig haantjes op te kopen.
Ze wilde de beestjes zondag tijdens een kunstmanifestatie in Amsterdam verkopen om op die manier aandacht te vragen voor jonge haantjes. De diertjes gaan direct na de geboorte door de shredder.
De organisatie van de manifestatie vond de actie geen goed idee. Zij namen de kuikentjes van Van Bruggen in beslag en deden aangifte tegen haar bij de politie.

Tot zover het verslag op RTV-NH.

"Kunstenares" Katinka van Bruggen ("Tinkebell") kennen we nog van haar "actie" om knuffels van dode huisdieren te maken. Zo zou zij naar verluid van haar overleden kat een tas hebben gemaakt.
Ook andere kunstenaars (bijvoorbeeld Nathalia Edenmont) proberen via (foto's van) dierenleed hun naam wat meer bekendheid te geven en hun (kunst?)leren portemonnee te spekken volgens de redenatie dat anderen toch ook dieren gebruiken voor voeding of kleding.
De PvdD stelde nav dit incident kamervragen over wie er in Nederland eigenlijk bevoegd is om dieren te doden en of de minister enig idee heeft hoe vaak het voorkomt dat zoiets illegaal gebeurt.

Zie ook het artikel "Het doden of toetakelen van een dier als kunstobject: kunst of ziek"?
kattenkop.

02 juli 2007

Landbouwpolitiek

In de Nederlandse landbouwpolitiek gaat het er niet om dat problemen worden opgelost, het gaat er om dat men elkaar niet voor de voeten loopt.
Dat de omvang van de Nederlandse veestapel welzijnsproblemen geeft en een onevenredige druk op natuur en milieu legt, is vreemd genoeg niet een aansporing van welk kabinet dan ook om de veestapel te reduceren. In Nederland lossen we dat anders op. We zorgen ervoor dat de gevolgen voor alle belanghebbenden kleiner worden en zo de last wordt uitgesmeerd.
Veeboeren die te dicht staan in de buurt van natuurgebieden verplaatsen we op kosten van de belastingbetaler naar elders. We noemen de problematische gebieden “reconstructiegebieden” en het gebied waarnaar de problemen naartoe worden verplaatst eufemistisch “landbouwontwikkelingsgebieden”.
Waarom doen we zo onlogisch? Want de partij die echt voor dit beleid moet betalen zijn de dieren en de belastingbetalende burgers. Wel, het antwoord is bekend: het gaat om de economie. Nog iets preciezer het gaat erom dat de agro-industrie blijft draaien. Dat deze industrie al lang niet meer een essentieel onderdeel van een gezonde samenleving is, doet er niet toe. Zolang er maar mensen aan het werk kunnen blijven en er geld verdiend wordt, dan wordt deze gesteund.
Praktijk van vandaag is dat veeteeltbedrijven worden verplaatst in plaats van opgeheven. De verplaatsing is niet een gewone verplaatsing, nee, er wordt tegelijk aan schaalvergroting gedaan. Op deze wijze is een boer bereid mee te werken en het dierenwelzijn van veel dieren in weinig stallen is even groot als weinig dieren in veel stallen, nietwaar? Het probleem van mestproductie wordt aangepakt door de mest te vergisten. Dat dit proces op gang moet worden gebracht door en energie kost die afkomstig is van voeding, wordt er niet bij verteld, dat zou het economische wonder maar verstoren.
En zo blijft iedere partij maar in zijn eigen hokje denken en voor eigen parochie preken. De milieufederaties en de natuurbeschermingsorganisaties staan deze politiek toe omdat het per saldo een beetje helpt voor de belangen van zeldzame planten. Ons land wordt er op bepaalde plaatsen wat mooier op omdat er natuur ontwikkeld wordt en in concentratiegebieden wat lelijker vanwege de stallen (varkensflats) op industriële schaal.
Als we allemaal maar onze oogkleppen opzetten, dan ziet een ieder wat hij wil zien. Typisch Hollands: zeldzame plantjes krijgen een ontoegankelijk plekje en de schoonheid van het landschap waarin iedereen woont en recreëert gaat zienderogen achteruit.
Je zou kunnen denken dat dit compromis denken het minst slechte is van twee kwalijke uitersten (niets doen of de bio-industrie afschaffen). Deze oplossing heeft kenmerken van voordelen op de korte termijn en nadelen op de lange termijn. Het korte termijn voordeel is dat er geen acties zijn te verwachten uit de hoek van de veehouders. Het lange termijn nadeel is dat we nog langer verblijven op de doodlopende weg. De investeringen die nu worden gedaan om bedrijven te verplaatsen kunnen moeilijk ongedaan gemaakt worden omdat dat “zonde van het geld” zijn. En zo worden de problemen en de oplossing door politici die bang zijn voor hun kiezers verschoven naar het toekomstige bord van onze kinderen.
Zie ook de zeven dilemma's van de vorige landbouwminister of het artikel over wat ideaal zou zijn voor de dieren in de veehouderij.

Verburg vindt het verantwoord kinderen visles te geven

Landbouwminister Verburg is niet van plan basisscholen op de vingers te tikken als ze vislessen organiseren voor hun scholieren. Dat stelt de CDA'er in reactie op Kamervragen van de PvdD, die zich afvraagt of het enthousiast maken van kinderen voor een 'dieronvriendelijke hobby' verantwoord is. Verburg vindt van wel: 'Juist omdat meer dan een half miljoen kinderen in Nederland vissen, is het belangrijk dat zij op een verantwoorde wijze leren omgaan met de vissen en de natuur', schrijft de bewindsvrouw. 'Lessen in sportvissen op basisscholen brengen scholieren respect en verantwoordelijkheidsgevoel bij voor het leven onder water. Dankzij de lessen, die worden georganiseerd door Sportvisserij Nederland, leren kinderen verantwoord omgaan met vis.' Ook vindt Verburg niet dat vissen lijden onder de hengelsport. 'Sportvisserij veroorzaakt, mits verantwoord uitgevoerd, geen noemenswaardig dierenleed en vissterfte.'

Zie ook de bezwaren die een aantal dierenbeschermingsorganisaties een paar jaar geleden hadden tegen de organisatie van schoolviswedstrijden door het magazine Beet op de website van Niet in de Haak.

28 juni 2007

Drijft de agrosector over of overdrijft zij?

Het belang van de agrosector wordt steeds kleiner. Dat is niet vreemd, want ons land is eigenlijk te klein voor zoveel industriële activiteit. Men probeert de status quo te handhaven door import, schaalvergroting, kostenbesparing en verbeterende technologie.

Volgens eigen zeggen heeft agrarische sector een stevige impuls aan de nationale economie. Het economisch herstel van de land- en tuinbouw en de behoorlijk verbeterde inkomens heeft zich in 2006 voortgezet en de perspectieven zijn redelijk gunstig. Maar tegelijk stelt zij: "Prijsherstel is hard nodig na een lange periode van waarin de opbrengstprijzen in reële zin zijn gedaald”, zegt voorzitter Albert Jan Maat van LTO Nederland naar aanleiding van het Landbouw-Economisch Bericht 2007.

Zo goed gaat het blijkbaar niet en er moet ook nog wat overheidsgeld ingezet worden voor goed nieuws.

In een persbericht meldt Ministerie LNV, donderdag 28 juni 2007:

Presentatie onderzoek 'de economische kracht van agrofood in nederland'

Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) neemt op maandag 2 juli van 16.00 tot 17.00 uur het onderzoek 'De economische kracht van agrofood in Nederland' in ontvangst.

Het ministerie van LNV heeft in september vorig jaar Rijksuniversiteit Groningen (RuG) opdracht gegeven onderzoek te doen naar wat de Nederlandse agrofoodketen zo succesvol maakt. Het gaat hierbij om het landbouw- en voedingscluster en om zowel de primaire als verwerkende en toeleverende sector.

In het onderzoek worden de volgende productgroepen in detail onderzocht: snijbloemen, mosselen, aardappelen, cacao, varkens, veterinaire vaccins, en bier.

'De economische kracht van agrofood in Nederland' is een vervolgonderzoek op de Porter-analyse uit 2005. In de Porter-analyse van RuG, ook uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV, zijn de honderd Nederlandse productgroepen met het grootste aandeel op de wereldexportmarkt gedefinieerd. De helft van de honderd productgroepen was in 2003 afkomstig uit het agrofoodcluster.

Tot zover (een deel van) het persbericht

In de toekomstvisie ‘Kiezen voor landbouw’ benadrukt de Nederlandse overheid dat zij vertrouwen heeft in de toekomst van de agrosector en dat ondernemerschap hierin de bepalende factor is. De Nederlandse overheid heeft een agrosector voor ogen die een belangrijke drager is van de economie en van de leefbaarheid van het platteland. Duurzame ontwikkeling is richtsnoer bij het te voeren beleid, waarbij voortdurend moet worden gezocht naar een goede balans tussen de drie dimensies van het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen: people, planet en profit.

Het ministerie van LNV heeft op zijn beleidsterreinen te maken met ingrijpende maatschappelijke veranderingen. Voorbeelden daarvan zijn de toegenomen aandacht voor voedsel en voedselveiligheid, milieu- en welzijnsproblemen, het gebruik van de groene ruimte en de gewijzigde opvattingen over de rol en betekenis van de landbouw in de samenleving. Deze ontwikkelingen nopen in verschillende sectoren en ketens (de intensieve veehouderij, de glastuinbouw en de melkveehouderij) tot soms ingrijpende aanpassingen. De overheid stimuleert de benodigde veranderingen, maar vraagt ondernemers en sectoren om zelf hun verantwoordelijkheid te nemen.

Speerpunten voor het overheidsbeleid voor de agrosector

Vitale, duurzame land- en tuinbouw: een agrosector die voldoet aan maatschappelijke randvoorwaarden en eisen, een gevarieerd en divers karakter heeft, meerdere functies vervult, daardoor bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit van ons land en internationaal concurrerend is;

Voedselkwaliteit: voedsel dat goed, gezond en veilig is, waarvan de kwaliteit gegarandeerd is, dat tegemoetkomt aan de uiteenlopende eisen van de consument en het resultaat is van goed functionerende ketens van bedrijven;

Kennis en innovatie: ontwikkeling van een kennisinfrastructuur die bijdraagt aan het benutten van kansen, o.a. via innovaties. De overheid heeft daartoe bijvoorbeeld een Innovatieplatform ingesteld en extra middelen voor kennis en innovatie ter beschikking gesteld;

Oog voor de internationale context: op orde brengen van randvoorwaarden voor internationale handel, versterken van kennis- en innovatievermogen, terugdringen van informele transactiekosten en bevorderen van duurzame ontwikkeling. Nederland ondersteunt de liberalisering van de wereldhandel en de hervorming van het EU-landbouwbeleid;

Agrospecifiek ondernemersklimaat: de overheidsinzet voor minder regels, oplossen van knelpunten en eenvoudiger beleid zal zijn uitwerking krijgen in harmoniseren van normen en eisen, verbeteren van logistieke processen bij in- en uitvoer, het één loket-principe en het oplossen van agrologistieke knelpunten.

Tot zover de toekomstvisie van LNV.

Voor de goede verstaander: het LNV ondersteunt de transportsector in het heen- en weer schuiven van agroproducten, de verwerkende voedingsindustrie en de steeds maar kleiner worden groep producenten in de intensieve veehouderij in de schaalvergroting. Eigenlijk doet Nederland dat al eeuwen: grondstoffen vanuit de hele wereld verzamelen en na verwerking weer als eindproducten op de markt brengen. Omdat dit kunstje ook door het buitenland kan worden uitgevoerd moet er telkens weer gewerkt worden aan technologische ontwikkeling om het concurrentievoordeel te behouden. Het gevolg is dat Nederland er steeds minder aantrekkelijk op wordt om in te wonen. Het wordt tijd dat de politiek deze ontwikkeling keert en dat er een koers wordt ingezet waarbij de intensieve agrosector wordt afgebouwd ten gunste van een kenniseconomie.

27 juni 2007

Schaamteloze zelfverrijking ten koste van varkenswelzijn en natuur

Varkensboeren in Nederland produceren voor de buitenlandse markt. Van elke 3 varkens in ons land worden er 2 buiten Nederland opgegeten. Dat is onredelijk ten opzichte van de goedwillende buitenlandse varkensboeren en de varkens in Nederland worden in welzijn te kort gedaan om de kostprijs zo laag te houden om met het buitenland te kunnen concurreren.
Ondertussen voldoet de Nederlandse natuur niet aan de minimale Europese eisen die men daaraan stelt. Symptomen zijn verdroging en verzuring. Deze zaken hebben te maken met de intensieve veehouderij. Aantrekkelijke natuur vraagt om een hoge waterstand. Dat zou ook nog eens in de CO2-uitstoot schelen. De boeren die zoveel als toegestaan is van hun mest willen uitrijden willen een lage waterstand.
Ook boeren, wiens land in aanmerking komt om opgenomen worden in de Ecologische HoofdStructuur en eigenlijk zouden moeten stoppen, blijven op hun land zitten, want zolang het nog geen 2018 is, is medewerking alleen op vrijwillige basis en niet verplicht. Als zij dan toch weg moeten (via onteigening) laten zij zich met uw gemeenschapsgeld uitkopen. Tot die tijd gebruiken ze het land om mest op uit te rijden en daarmee de verzuring en klimaatopwarming te verergeren. Natuurbeheer komt daardoor veel te traag op gang en het platteland wordt steeds saaier.

Vroeger waren boeren er om de lokale bevolking te voeden. Tegenwoordig halen ze varkensvoer uit de derde wereld en gijzelen ze het land(schap) en de politiek met als doel zelfverrijking onder het mom “economie”. De menselijke maat is door de alsmaar doorgaande schaalvergroting verdwenen. Boerderijen zijn fabrieken geworden.
Nederlanders, waarom pikken jullie dit? Omdat jullie zelf ook profiteren van lage varkensvleesprijzen? Of denken jullie echt na het bezoek van een “comfort class” zichtstal dat de intensieve veehouderij er straks voor een half miljard dieren als een paradijs komt uit te zien? Weegt de achteruitgang in de kwaliteit van de samenleving en de natuur op tegen een goedkoop stukje vlees? De vleesproducerende en verwerkende industrie lacht u in uw gezicht uit, want zij kunnen ongehinderd de nadelige gevolgen op de anonieme belastingbetaler en het niet zichtbaar protesterende dier afwentelen.

26 juni 2007

De beperkte visie van een kippenhouder

Door het Vlaamse Informatiecentrum over Land- en Tuinbouw (VILT) werden kippenhouder Van Meervenne en ethicus Dirk Lips geïnterviewd.

Hun antwoorden illustreren de louter economische manier van kijken door boeren en bepaalde wetenschappers naar kippenwelzijn.

In Vilt:

Wat wil de kip? Op de vraag welke factoren voor hem van belang zijn voor het dierenwelzijn van zijn braadkippen, antwoordt Van Meervenne dat kippenboeren hun dieren in de eerste plaats gezond willen zien opgroeien. “Het dierenwelzijn in onze stallen heeft zeker niet alleen te maken met de bezettingsgraad. Een kip heeft niets aan wat extra ruimte indien bijvoorbeeld geen klimaatregeling en onvoldoende strooisel voorhanden zijn”. Met die stelling is ethicus Dirk Lips het eens: “De Europese richtlijn focust op bezetting omdat ze werd ingefluisterd door dierenartsen. Als we écht iets willen doen voor het welzijn van de kippen, komt het er op aan om op basis van wetenschappelijk onderzoek het ethogram van vleeskuikens intensiever te ontrafelen. Op die manier leren we de soorteigen behoefte veel beter kennen en komen er wellicht ook diervriendelijke bedrijfsingrepen aan de oppervlakte die de productiekost niet of nauwelijks opdrijven. De kippensector heeft er alle belang bij om dat onderzoek zelf pro-actief aan te sturen, want anders blijft de discussie over het kippenwelzijn zich ook de komende jaren eenzijdig toespitsen op het aantal dieren per vierkante meter. Een dergelijk debat is ontoereikend voor het dierenwelzijn én zal bovendien in het vel van onze kippenboeren snijden”. Of hij zelf alternatieve maatregelen in gedachten heeft? Lips aarzelt even: “De mogelijkheden zijn allicht niet onuitputbaar. Maar bijvoorbeeld met vangmachines in plaats van vangploegen kunnen we een stap in de goede richting zetten”.

KuikenstofzuigerTot zover VILT.

Het is duidelijk dat in deze sector nog minder respect is voor de vijf vrijheden die bepalend zijn voor dierenwelzijn en de uitwerking van dierenrechten vormen: 1. vrij van dorst, honger en onjuiste voeding; 2. vrij van fysiek en thermaal ongerief; 3. vrij van pijn, verwonding en ziektes; 4. vrij van angst en chronische stress; 5. vrij om hun natuurlijke gedrag te vertonen.

Permanent (maar kort) levend binnen in een stal kan zelfs maar een deel van deze minimale eisen worden voldaan.

21 juni 2007

Eén politica kan meer vragen dan 10 ambtenaren willen betalen

Met de komst van de Partij voor de Dieren (PvdD) in het parlement, is het aantal Kamervragen aan vooral het ministerie van Landbouw 'buitensporig toegenomen', stelt Landbouwminister Verburg na berekeningen. Zo kwamen bij het LNV-departement in de eerste vijf maanden van 2006 slechts 37 vragen binnen, dit jaar zijn er over dezelfde periode al 125 ingediend. 'Het is het recht van de Kamer om vragen te stellen, maar het is ook goed om de feiten op tafel te leggen', aldus CDA'er Verburg, die voorrekende dat de beantwoording van die vragen tot nu toe 250.000 euro kostte.

De PvdD reageerde met kamervragen, waaronder deze:
Klopt het dat aan dierenwelzijn in de huidige kabinetsplannen niet meer dan 0,004 cent per productiedier wordt uitgegeven (2 miljoen euro voor 500 miljoen dieren) en staat dit niet in schril contrast met uw calculatie dat u per kamervraag €2.000 uit zegt te trekken? .........

13 juni 2007

In agrarische sector wordt relatief veel gefraudeerd

In zes van de negen fraudeclusters die worden onderscheiden zijn ongewenste activiteiten in de land- en tuinbouw dominant. Het onderzoek is gedaan door het Platform bijzondere opsporingsdiensten, waarin de Algemene Inspectiedienst (AID), de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD), de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD) en de Vrom-Inlichtingen en Opsporingsdienst zijn vertegenwoordigd.

Gesignaleerde problemen in de land- en tuinbouw zijn met name mest-fraude, veevoer-fraude, fraude in de sfeer van illegale arbeid, koppelbazen en identiteitsfraude, fraude met groeibevorderaars, fraude met EU-gelden en fraude met gewasbeschermingsmiddelen.

Bron: Agrarisch Dagblad

12 juni 2007

Zeldzaam waardevolle dieren

Een zeldzaam dier is veel geld waard, maar mag meestal niet worden verhandeld, zeker niet als het in het wild is gevangen. Dus moet de handel de wet omzeilen. De handelwijze van handelaars komt neer op maximaal gebruik maken van de mogelijkheden die je ook zou doen als een dier een ding was. Papieren vervalsen, zoveel mogelijk in een kleine ruimte stouwen, enz.. Zeldzame dieren die in gevangenschap worden geboren mogen wel worden verhandeld, mits daarvoor de benodigde papieren zijn verworven. Wereldwijd gaat er in deze handel jaarlijks 250 miljard euro om.
De Nederlandse overheid, die vaak bij toeval (bijvoorbeeld op Schiphol) op illegale diertransporten stuit, heeft weinig mogelijkheden om de verzwakte en uitgeputte dieren een adequate opvang te geven. Opvang is er nauwelijks, zit vol, kost geld en de dieren in ons land toelaten vergroot de kans op verspreiding van allerlei ziektes die de gezondheid van andere dieren (ook in de veehouderij) kunnen bedreigen. Terugsturen en gewoon in het wild loslaten heeft soortgelijke bezwaren. De dieren komen dan (vooropgesteld dat zij de terugreis zouden overleven) in een verzwakte toestand in een vreemde biotoop en worden als indringers behandeld.
De overheid knijpt daarom liever een oogje dicht en laat de dieren verder reizen, waarmee hun lot vaak bezegeld is met een spoedige dood.
De oplossing hiervoor is het bezit van dieren ongeacht hun oorsprong te beperken tot een zeer beperkt aantal.
De meest effectieve oplossing is een wereldwijde campagne waarin het bezit van zeldzame (huis)dieren zou worden ontmoedigd. Dit vraagt een langdurige en geduldige inzet, gericht op bewustwording en mentaliteitsverandering. Dat kost geld. Een dergelijke campagne zou niet los hoeven te staan van de oproep tot zuiniger en respectvol om te gaan met andere zaken die dreigen zeldzaam te worden zoals ruimte, energie en grondstoffen.
Wat weinig zal helpen is het voorstel van GroenLinks om zorgplicht voor dieren op te nemen in de Grondwet. Van Gent en Halsema geven bij hun voorstel aan dat de financiële gevolgen nihil zijn. Hiermee bestempelen zij hun voorstel onbedoeld als symboolwetgeving.
Het controleren en handhaven van de wet, uitgebreid met het bevorderen van een globale bewustwording ten aanzien van diergebruik kan per definitie niet kosteloos zijn.

27 mei 2007

Het heeft weinig zin om de PvdD aan te vallen

De recente publiciteit rondom het Zevendedagadventisme van Marianne Thieme en Niko Koffeman heeft de Partij voor de Dieren geen verlies aan steun opgeleverd. Mogelijk hebben er wat kiezers stuivertje gewisseld, het netto resultaat is nihil. De politiek gaat tegenwoordig over mannetjes en vrouwtjes maken en dat is het stadium dat we met de PvdD net achter de rug hebben. De volgende fase is het attaqueren van deze personen door de politieke tegenstanders. Met elke aanval lijken zij garen te spinnen. Ze hebben er tenslotte voor gestudeerd.
Hoe zit het ondertussen met de leden die afkomstig zijn van politiek links, midden en rechts. Hebben zij elkaar al gevonden in een soort nieuwe beweging? De tekenen zijn tegenstrijdig: er is op de congressen unanieme steun, maar er hebben zich de afgelopen vier jaar ook al vele afgekeerd die geen weerklank bij het oligarchische bestuur vonden.
Het heeft geen zin om te trekken aan een paard dat simuleert dood te liggen. Zolang de leiding van de Partij voor de Dieren ook geen hom of kuit geeft over de politieke koers zal er binnen de aanhang voorlopig een doodse stilte blijven. Het is de stilte van een groep mensen die hun adem inhoudt, maar hoe lang nog?
Er is in Nederland genoeg dierenleed voorhanden om een paar vertegenwoordigers van een partij, gericht op dieren, in het zadel te houden. De komende jaren kunnen Marianne en Esther voldoende moties indienen en vragen stellen aan de minister om na vier jaar de journalistiek en de kiezers een indrukwekkend lange lijst van misstanden te kunnen presenteren waarop zij zullen hebben gereageerd.
Het zal dan ook weinig uitmaken of de regering zich daadwerkelijk wat van de PvdD heeft aangetrokken en dat zij telkens nietszeggende antwoorden geeft. Dat is het zinloze spel dat politici voor de bühne spelen.
Tot die tijd zal er genoeg steun zijn vanuit het electoraat, mogelijk ook daarna.
Het is de vraag of en wanneer er vanuit het PvdD bestuur duidelijkheid zal komen over waar zij vindt dat het heen moet. Al te duidelijk de voorkeur uitspreken voor het vegetarisme zal de biologische vleeseter doen twijfelen. Al te duidelijk de dierenknuffelaars binnen de gelederen afvallen kost kiezers, waarbij het maar de vraag is of de aanwas groot genoeg zal zijn. Al te duidelijk een niet-seculiere koers varen zal leden van hun geloof doen vallen.
Ondertussen kunnen de columnisten en schrijvers komen en gaan in hun steun voor de partij of juist niet, het zal allemaal weinig uitmaken. Je kunt beweren dat mensen die zich inzetten voor dieren te weinig realistisch zijn en zich niet kunnen neerleggen bij de onvermijdelijke pijnlijkheden van het leven, het zal de leden niet raken, want zij hebben zich nog niet laten kennen.
Ook de sector van de intensieve veehouderij en de dierentuinen zijn met handen en voeten gebonden. Het liefst hebben zij mediastilte over hun sector, want business as usual is het meest lucratief en de dieren protesteren niet in het openbaar.
Moet er dan niets veranderen?
Natuurlijk wel, maar die verandering zullen de PvdD leden zelf moeten inzetten. Verandering van de mentaliteit van het gewetenloze economisch uitbuiten van dieren moet uit het individu zelf komen en kan niet van bovenaf worden opgelegd door de overheid. Die pogingen zouden alleen maar leiden tot vertraging en symbool politiek. Eventueel legt de sector er nog wat (overheids)geld tegenaan om de PR-machine zijn werk te laten doen.
Willen de PvdD leden effect hebben op anderen dan zullen ze zelf het goede voorbeeld moeten geven met een levensstijl en grondhouding die navolging oplevert. En dat vraagt een organisatiestructuur waarin een dialoog intern en extern mogelijk is met degenen over wiens dier- en woordgebruik je het niet eens bent. Pas dan is er een groeiend bewustzijn mogelijk van waar dieren recht op hebben en zullen er wezenlijke veranderingen in de omgang met dieren komen. Tot die tijd is er alleen sprake van een belofte. Niet deelnemen aan de dialoog uit angst de zaak voor de dieren te schaden of te vertragen is naïef en schaadt juist de vrije ontwikkeling van het bewust worden. Het leidt tot een groep makke schapen.

26 mei 2007

Apen en mensen moeten tegen elkaar worden beschermd

Het zal je maar gebeuren. Je probeert wekelijks via het glas een band op te bouwen met een gorilla en dan komt hij buiten zijn kooi verhaal halen. De 57 jarige vrouw heeft er in Blijdorp akelig van langs gekregen en mag blij zijn dat zij nog leeft. In theorie had zij welwillend kunnen reageren als een gorillavrouw, maar wie weet wat ze dan had moeten doorstaan. En wie weet in een split second wat natuurlijke wijsheid is? Jezelf dood houden wellicht.
De affaire heeft een enorme mediabelangstelling en discussie over het wel en wee van dieren in de dierentuinen op gang gebracht. Daar was het incident in ieder geval goed voor.
Ook wordt er weer nagedacht en geschreven over de vermeende meerwaarde van de mens boven het dier. Het is voor veel mensen moeilijk om te zien dat een ingeschatte meerwaarde van de mens niet betekent dat dieren daarom bepaalde rechten mogen worden ontnomen.
Natuurlijk hebben mensen het recht om de eigen beschaving hoger in te schatten dan de natuurlijke staat van dieren. Het machogedrag van Bokito en zijn afstraffen van niet gehoorzame vrouwen is ook mensen niet vreemd, maar wij mensen mogen het elkaar aanwrijven en Bokito niet. Wij hebben hoogstens het recht om onszelf tegen agressie van mensapen te beschermen door voldoende natuurlijke afstand in te bouwen.
Waar het om gaat is om het naast en op voldoende afstand van elkaar leven ook zo te organiseren dat het mogelijk is om te overleven. Vindt men dat bedreigde diersoorten eventueel tijdelijk in dierentuinen moeten worden gehuisvest dan hebben zij het recht verstoken te blijven van verwarrende signalen en contact.
Nog mooier is dat de natuurlijke leefgebieden gewaarborgd worden, zodat de soort natuurlijk kan leven. De vrijkomende ruimte in dierentuinen kan nog lang en vaak worden ingericht voor andere diersoorten die met uitsterven worden bedreigd, helaas.

25 mei 2007

Is het ethisch om dieren te houden in een dierentuin?

Veel mensen vinden een dierentuin niet erg vanuit de gedachte dat een dier in een dierentuin het zogenaamd beter heeft dan in de vrije natuur. Er wordt voor hem gezorgd en het wordt beschermd.
Het beroven van een dier van zijn vrijheid wordt door weer vele anderen als een onrecht beschouwd. Begrijpelijk, maar in het geval van soorten die door de inperking van hun leefgebied dreigen uit te sterven is het lastig om te beslissen wat beter is.
Het leefgebied van mensapen in de vrije natuur wordt ras kleiner. De dieren weer loslaten maakt hun voortbestaan onzeker. Het zijn ook dieren waarvan we door de kleine mentale afstand het beste kunnen voorstellen dat zij hun onvrijheid als negatief beleven. Beide alternatieven zijn niet erg aantrekkelijk.
Een ander voorbeeld zijn de ijsberen, wiens leefgebied door de opwarming van de aarde dreigt te verdwijnen. Zou het een goede zaak zijn om de ijsberensoort eeuwenlang proberen in stand te houden in een dierentuin? Het antwoord is niet gemakkelijk te vinden. Straks komt er misschien weer een ijstijd en komt er weer een biotoop op. Is het natuurlijk om de ijsbeer dan daar weer in los te laten? Of zou de natuur zelf moeten zorgen voor een nieuwe ontwikkeling van de soorten die dan leven?
Feit is dat de dierentuinen van oorsprong niet de bedoeling hadden om soorten van uitsterven te behoeden. Hun opzet was commercieel met een educatief vernisje.
Dierentuindirecteuren proberen zoveel mogelijk biodiversiteit binnen de hekken te krijgen die het publiek aantrekkelijk zou kunnen vinden om te bezichtigen.
Zouden alleen nog maar dieren in dierentuinen worden gehouden wiens voortbestaan als soort bedreigt wordt en die tijdelijk onderdak nodig hebben zolang hun leefgebied niet veilig of groot genoeg is, dan is er een soort mondiale opzichter nodig die op alle niveaus zorgt voor de juiste afwikkeling. Dezelfde functie dus als de Bijbelse Ark van Noach, wachtend op betere tijden.
Mag een dergelijke dierentuin dan haar asielfunctie combineren met een commercieel of amusementsdoelstelling? Als het niet in strijd is met de natuurlijke leefomstandigheden van het dier, dan zou het de financiering stukken gemakkelijker maken.
Hoe ook de ethische afwegingen uitvallen, het is hoe dan ook zaak om mondiaal te zorgen dat de afbraak van de natuurlijke ruimte puur en alleen uit winstbejag wordt gestopt en dat alternatieven worden gezocht voor de redenen die nu leiden tot verdwijnen van de natuur.
Ondertussen blijft het van belang om de gang van zaken binnen dierentuinen kritisch te blijven volgen, want de opzet om de dieren te gebruiken om commerciële redenen bedreigt in principe dierenwelzijn (zie video).

Klik hier om meer te lezen over dierentuinen.

Klik hier voor een impressie hoe filosofe Martha Nussbaum schrijft over onze omgang met dieren en de manier waarop we onze leefomgeving ook zouden moeten delen met dieren.

21 mei 2007

Loverboy Bokito en het Dian Fossey syndroom

In dierentuin Blijdorp ging vrijdagmiddag 18 mei een laagland gorilla in de mist. Na getreiterd te zijn door wat kinderen en al tijden via het glas een miscommunicatie te hebben gevoerd met een van de vaste bezoeksters, besloot Bokito orde op zaken te stellen.
Anders dan in de Antwerpse Zoo worden Rotterdamse dierentuinbezoekers niet duidelijk gewaarschuwd om mensapen niet recht in de ogen te kijken. Dit wordt door de dieren namelijk opgevat als een provocatie. Ook het ontbloten van de tanden duidt niet op lachen, maar is een vorm van agressie.
De dierentuin zou kunnen besluiten tot het plaatsen van oneway screens. De apen kunnen de bezoekers dan niet zien (zij kijken in een spiegel) en de bezoekers kunnen ongegeneerd naar de apen kijken.
Geen mensapen in dierentuinen houden is misschien nog beter, maar zo langzamerhand is door de ontbossing een aap veiliger in een dierentuin dan in het wild, waar het helaas bestemd lijkt te zijn om te eindigen als bushmeat.
De relatie die sommige vrouwen met beesten hebben is op zijn minst opmerkelijk en raadselachtig.
Onlangs doodde in de dierentuin van Olmen, net over de grens, een jachtluipaard een bezoekster. Zij had het dier als jong dier verzorgd en ging er vanuit dat de jeugdliefde nog steeds leefde. Niet dus. Vervelend.
Een Duitse dierentuin heeft een vrouwelijke clown ingehuurd om de apen van de verveling te redden. De chimpansees, gorilla's en orang-oetans worden geëntertaind zodat ze minder ziek en agressief worden. Hoopt de directie. Nu maar hopen dat de vrouw het ontbloten van de tanden van haar publiek goed interpreteert. Voordat ze het weet ligt deze clown in de kliniek, alwaar ze haar troost zal moeten zoeken bij haar collega cliniclowns.
Het is een van de mysteries van bepaalde vrouwen dat zij signalen die duidelijk onheil aankondigen toch negeren. Loverboys geven jonge vrouwen met weinig eigenwaarde wat cadeautjes en aandacht en kondigen aan dat zij voortaan de hoer moeten gaan spelen. In plaats van gillend weg te rennen, laten zij zich het perspectief op een onvrije baan nog een tijdje aanleunen.
In Trouw van 22 mei meldt filosofe en literatuurwetenschapper Stine Jensen (gepromoveerd op de relatie tussen vrouwen en apen in onder meer de literatuur) dat vrouwen gefascineerd zijn door de daadkracht, dominantie en viriliteit van mensapen. King Kong is de gorilla die de vrouw grijpt met wie hij een band heeft, al komt de liefde in dit geval maar van één kant. Veel vrouwen weten niet dat gorilla's het kleinste geslachtsdeel van alle apen hebben. Seks kan de reden van de wederzijdse aantrekkingskracht niet zijn en dat maakt het mysterie alleen maar groter. Mogelijk gaat het beide partijen om de macht.
Vrouwen zullen tegenwerpen dat mannen in ruil voor een brede glimlach ook bereid zijn absurde dingen te doen. Some people just are desperate (for money or for love).
De 57-jarige vrouw die vrijdag zwaar werd toegetakeld door de uitgebroken gorilla in Blijdorp, blijft ‘haar’ Bokito trouw. Ondanks honderd bijtwonden tot op het bot over haar hele lichaam, een verbrijzelde hand, een gebroken arm en pols en een ingebeukte borstkas.
Berry Spruijt, hoogleraar "Ethologie en Welzijn van Dieren" stelt: Dierenliefde lijkt ook te betekenen dat we het object van deze liefde gaan vervormen tot iets wat het niet is.

Etholoog Frans de Waal vindt dat mensen zich beter moeten gaan gedragen tegenover dieren. "Dieren lachen nooit. Lippen optrekken is een dreiging. De gorilla, die in zijn puberjaren is, heeft zich met toenemende ergernis afgevraagd waarom deze vrouw zich niet bij zijn eigen harem voegde.”
Dat maakt zijn uitbraak tenminste begrijpelijk en het is duidelijk dat dierentuinen hun clientèle tegen dit soort macho loverboy praktijken moet beschermen.

Dian Fossey was de eerste vrouw die na lang zoeken en via een voorzichtige benadering contact met een harem berggorilla’s maakte. Dian moest haar opkomen voor de gorilla’s bekopen met de dood (van haar favoriete aap Digit en haar eigen leven), waarschijnlijk veroorzaakt door stropers. Mogelijk had de vrouw in Blijdorp haar misvatting over de wederkerigheid van de apenliefde opgedaan in de film over haar leven.
Commercie en dierenliefde gaan slecht samen. Het ware beter als “wilde” dieren in hun eigen biotoop met rust werden gelaten en dat mensen (mannen en vrouwen) hun eigen behoefte aan aandacht voor dieren niet verwarren met de natuurlijke nieuwsgierigheid van dieren. Dieren zien mensen als dieren en sommige mensen zien dieren als mensen (antropomorfiseren).

16 mei 2007

Dieronvriendelijk ontwerp

Er is de laatste tijd veel te doen geweest over de zogeheten Intelligent Design oftewel ID-beweging. Dit is een beweging van geleerden en anderen die een alternatieve theorie over het ontstaan van het leven en de biologische evolutie verkondigt. Anders dan de gangbare theorieen stelt men dat er bij het ontstaan van soorten meer aan de hand moet zijn dan natuurlijke selectie van succesvolle mutaties. Er zou met name sprake zijn van onherleidbaar complexe systemen in de biologische natuur. Met onherleidbaar complex bedoelt men dat het systeem in een keer in zijn geheel ontstaan moet zijn, wat zou wijzen op een doordacht 'intelligent ontwerp'. Nu is het volgens mij niet vanzelfsprekend dat deze theorie bij voorbaat onjuist is. Ik denk dan ook dat zij wetenschappelijk gezien zeker een eerlijke kans moet krijgen, in plaats van bij voorbaat weggehoond te worden. Mocht blijken dat er in de biologische evolutie zuiver genetisch al meer aan de hand is dan verklaarbaar is door een blind mechanisme als natuurlijke selectie, dan zou dit een rationeel argument kunnen vormen voor een spiritueler wereldbeeld. Een scheppende instantie die zich door niets in zijn schepping laat kennen is volgens mij een nogal absurde gedachte, zodat als er sprake is geweest van een ontwerp dit waarschijnlijk ook aantoonbaar moet zijn.

Antropocentrische variant van Intelligent Design
Helaas zijn sommige aanhangers van de Intelligent Design-theorie niet alleen erg rechts-conservatief georienteerd, maar ze houden er ook nog eens een bijzonder antropocentrisch wereldbeeld op na. Deze groep ID-ers verschilt in dit opzicht niet van zogeheten creationisten die de bijbel letterlijk willen nemen. Opponenten van Intelligent Design wijzen (behalve natuurlijk op volgens hen doorslaggevende wetenschappelijke tegenargumenten) onder andere op dit soort onsympathieke trekjes van de beweging. Op zich gaat dit zeker niet op voor alle ID-ers en de theorie zelf lijkt zo neutraal geformuleerd te zijn dat zij bijvoorbeeld even goed door boeddhisten, hindoes of moslims als door deïsten en vooruitstrevende christenen aangehangen kan worden.
Toch is het goed om hier te signaleren dat er door sommige ID-ers stuitende dingen over dieren worden beweerd. Zo zou de hele evolutie - en zelfs de hele kosmische inrichting - volgens hen gericht zijn op het ontstaan van de mens en zou de mens bovendien fundamenteel verschillen van alle andere dieren, d.w.z. veel principieler dan zoals alle diersoorten van elkaar verschillen. Daarom zou een concept als dierenrechten ook bij voorbaat extreem en onaanvaardbaar gevonden moeten worden. Het is binnen dit wereldbeeld vanzelfsprekend moreel geoorloofd om dieren op te offeren aan respectabele menselijke doeleinden.
Het antropocentrisme van bepaalde ID-ers gaat zo ver dat men enerzijds een intelligent ontwerp aanhangt voor aardse organismen en aan de andere kant meent dat er alleen op aarde leven voorkomt! Alsof een Intelligent Ontwerper zich zou beperken tot het scheppen van levende wezens op een relatief klein planeetje van een van de ontelbare sterren in een willekeurig melkwegstelsel.
Hoe dan ook is het te hopen dat de onzalige koppeling tussen ID en dieronvriendelijke, antropocentrische stellingnames spoedig tot het verleden zal behoren. De aanvaarding van biologische evolutie onder leiding van een of ander scheppende instantie zou idealiter juist kunnen voeren tot een groter gevoel van verbondenheid met de andere dieren, zoals we dat binnen het christendom bijvoorbeeld al kennen van Franciscus van Assisi.

Titus Rivas

Wesley J. Smith verheugt zich over (zijn weergave van) interne problemen binnen de dierenrechtenbeweging, op de site van het Discovery Institute, een bekend instituut dat vertrekt van de ID-gedachte: The Animal House Falls Apart

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.