Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

19 juli 2008

Een koe als een zak op poten

In HP/de Tijd van week 29 een artikel onder de titel “Hoe veilig is ons vlees?”.
Daarin beschrijft Albert Eikenaar hoe de toezicht op de vleesindustrie is geprivatiseerd en ernstig tekort schiet. Omdat het vee steeds meer in dichte stallen wordt gehouden en niet meer buiten te zien is in de wei, is het voor een buitenstaander lastig om zich een beeld te vormen van de saaie werkelijkheid van een dier in de veehouderij en de onverschilligheid waarmee met haar belangen wordt omgegaan door een boer of door een werknemer in de verwerkende industrie.
Het imago van de boer heeft er vooralsnog weinig onder te lijden.
In het artikel staat de volgende tekst in een kader met als titel “zak op poten”.

Veeartsenijkundige Fons de Man heeft het niet zo begrepen op het TROS-tv-programma Radar, dat dit voorjaar uitpakte met een paar reportages over dierenleed in vleesfabrieken. Een Leeuwarder slachterij zou zijn boekje te buiten zijn gegaan door kreupel en wrak vee voor de slacht te accepteren. "Het betrof zo te zien afgemolken, gezonde koeien aan het einde van hun loopbaan. Na een jarenlange melkproductie zagen ze er scharminkelig mager uit. Net als een afgetrainde marathonloper: vel over been, maar wel in topconditie. "Dat uiterlijk zegt niets over de gezondheid van de dieren en de kwaliteit van het vlees. Sommige delen kunnen best goed zijn, bijvoorbeeld als je er worst van maakt. Radar suggereerde dat het om zieke, afgepeigerde beesten ging en dat de slachterij ze tegen de regels accepteerde. Als dat zo is, mag dat niet. Ik heb echter mijn twijfels."
De Man geeft toe dat sommige boeren wel proberen koeien die er echt slecht aan toe zijn toch voor consumptie te laten slachten. Uit winstbejag. Een behandeling bij de dokter kost geld. Als 'worstkoe' levert zij daarentegen nog een paar tientjes premie op. De veterinair heeft niets in te brengen bij deze keuze. Hij is allang blij dat de veehouder hem blijft roepen als er in de stallen wat aan de hand is en hij recepten kan uitschrijven. Volgens de dokter moeten dierenliefhebbers hun romantische beeld van de moderne veeboer bijstellen. "De meeste veehouders benaderen hun koeien zakelijk. Als een instrument, een machine. Heel extreem gezegd: een koe is volgens de meeste boeren een zak op poten. Aan de voorkant gaat er gras in, aan de achterkant komt er melk uit. Warme gevoelens krijgt bij van zijn dieren niet, ook al noemt hij ze gemoedelijk Klaartje of Anna."

Tot zover de HP/de Tijd.

Misschien dat de lezer zich de moeite wil getroosten om de parallel te zien tussen hoe de mens in de hedendaagse economie wordt gebruikt en het dier in de bio-industrie. Het leven als commerciële topsport, maar dan zonder directe toeschouwers.

17 juli 2008

De wasbeer vogelvrij

Al een jaar of 25 komen wasberen over geheel in Europa voor en in Oost-Nederland worden ze regelmatig gezien. Wasberen worden ook als huisdier gehouden en wanneer mensen deze dieren zat zijn dan wordt Stichting Aap gevraagd of zij het dier willen “opvangen”. Zoals valt te verwachten raakt de opvang snel vol en maakt directeur David van Gennep zich zorgen.
Veel mensen die een wasbeer in huis houden dumpen na verloop van tijd het dier in de bossen. Daar neemt het aantal snel toe, omdat de wasberen zich gemakkelijk voortplanten. Volgens Van Gennep zijn de wasberen een bedreiging voor het ecosysteem omdat ze alles opvreten wat ze te pakken kunnen krijgen. In diverse media verscheen het bericht dat de wasberen een grote bedreiging vormen voor weidevogels. ¨Dat is slechts één groep, want ook amfibieën en andere kleinere dieren kunnen ten prooi vallen aan de wasbeer¨, aldus van Gennep.
Volgens Van Gennep dragen de gehouden wasberen soms een parasiet (spoelworm) bij zich die gevaarlijk voor kinderen kan zijn. Maar in deze waarschuwing schuilt een nieuw gevaar: mensen willen wasberen nog sneller kwijt. Mogelijk hoopt Van Gennep dat mensen geen wasberen als huisdier nemen, maar de wasbeer dreigt zo ook vogelvrij te worden.
Jagers hebben nu een steuntje in de rug gekregen wanneer ze wasberen in de natuur voor de loop krijgen en er op los schieten. Naar verluid zijn wasberen in Duitsland gewild wild om op te schieten.
Op RTV Noord worden wasberen omschreven als roofdieren, die voornamelijk eieren en jonge vogels eten. Ze zouden daardoor een bedreiging voor de biodiversiteit vormen.
Volgens de Stichting Zie-Zoo eten wasberen bessen, veldvruchten, insecten, mosselen, slakken, kreeften. Dat klinkt niet bepaald als bedreiging voor weidevogels. Daarvoor is het onverschillige maaigedrag van boeren een veel groter gevaar.
Je kunt stellen dat het loslaten van wasberen in de natuur faunavervalsing is, maar is dit een argument om het dier daarom maar simpelweg te doden? Hun oorspronkelijke biotoop was Noord-Amerika. Dat verschilt niet zoveel van de Nederlandse biotoop.
Is de wasbeer niet het slachtoffer geworden van een ordinaire hetze en vreemdelingenhaat? Zouden we niet wat ruimhartiger kunnen zijn voor deze exoot en deze juist kunnen zien als aanvulling van de schrale biodiversiteit in eigen land?

Onterechte ophemeling van dierenrechtenactivisten

Het denken en praten over dierenrechten is de laatste decennia in belangrijke mate beïnvloed door Tom Regan en Peter Singer. Tom Regan heeft het begrip “intrinsieke waarde” geïntroduceerd en Peter Singer betoogt dat we bij het uitdelen van dierenrechten moeten beginnen bij de dieren die het dichtst bij de mens staan.
Tom Regan gebruikt zijn eigen begrip “intrinsieke waarde” al jaren niet meer, maar in Nederland is het in 1981 in de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWWD) terecht gekomen. Sindsdien vechten dierenwelzijnsorganisatie als leeuwen om dit begrip te verdedigen. Helaas gaat de energie die in dit gevecht staat ten koste van het gezonde verstand waarmee de verdedigers van dierenbelangen elkaar tegemoet treden. 22 dierenbeschermingsorganisaties hebben zich verenigd in de dierenwelzijnscoalitie met als doel de GWWD te handhaven en in te gaan tegen het besluit van de minister om het begrip “intrinsieke waarde” terzijde te schuiven. Als bijkomende eis heeft de coalitie de deelnemende organisaties de eis gesteld dat op elkaar geen kritiek wordt geleverd. En daarmee is de discussie doodgeslagen en het dier het uiteindelijke slachtoffer.
Minister Verburg begint haar nota dierenwelzijn met het uitgangspunt dat dieren niet gebruikt mogen worden.
Dit is natuurlijk een droomtekst voor veganisten die al sinds mensenheugenis roepen dat dieren er niet zijn om gebruikt te worden.
Is de minister van LNV dan ineens zo diervriendelijk geworden? Natuurlijk niet. Het probleem zit ‘m er in dat zij zoveel uitzonderingen toelaat op de gouden regel dat dieren niet gebruikt mogen worden dat in de praktijk de dieren in Nederland volkomen vogelvrij zijn en iedereen zo’n beetje mag doen en laten wat hem goed dunkt.
Zouden de opvattingen van Peter Singer dan wat geholpen hebben? Zeker wel een beetje. Het voorbeeld dat Spanje stelt door apen, die het dichtst bij de mens staan, mensenrechten te geven, zou hier op kunnen duiden. Het meest invloedrijke boek dat Singer schreef in 1975 had als titel “Dierenbevrijding”. Helaas dekt de titel niet de inhoud van het boek, want in plaats van de boodschap dat dieren recht hebben op vrijheid, is de boodschap van Singer eigenlijk heel discriminerend. Dieren die dichter bij de mens staan, hebben meer rechten dan dieren die er niet op lijken.
Hiermee sluit Peter Singer perfect aan bij de dubbele houding die de meeste mensen hebben naar dieren: sommige willen ze knuffelen en anderen willen ze opeten.
Alle mensen roepen op om dieren met respect tegemoet te treden. Vrijwel niemand heeft door dat respect twee begrippen tegelijk omhelst: betrokkenheid en afstand houden.
Dat laatste begrip “afstand houden” is de kern van wat de mens eigenlijk zou moeten doen in het denken over hoe om te gaan met dieren. Laten we met zijn allen proberen dit te vertalen naar de praktijk van het omgaan met dieren. Bijvoorbeeld door mee te denken met minister Verburg in het beperken van de uitzonderingen op de regel dat dieren niet gebruikt mogen worden.
Laat Singer en Regan nu eens liggen en begin zelf na te denken over de allerbelangrijkste grondregel in onze cultuur “wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet”.

Onoprechte kritiek rond dierenrechten

Je kunt allerlei vragen stellen bij de effectiviteit van bepaalde campagnes rond het verbeteren van de positie van dieren. Zo kun je je met een vooraanstaand auteur als Gary Francione afvragen of het moreel gezien verstandig is concessies te doen rond het recht van dieren om niet geëxploiteerd te worden. In hoeverre is het bijvoorbeeld verantwoord om te ijveren voor betere leefomstandigheden van dieren in de bio-industrie, terwijl de bio-industrie zelf gewoon helemaal verboden moet worden?
Iets heel anders is het wanneer mensen die zelf helemaal geen voorstander zijn van dierenrechten schijnbaar redelijke kritiek uiten op de projecten op dit gebied.

Zo hoor je regelmatig dat PETA seksistisch bezig is als zij bekende actrices of modellen schaars gekleed of zelfs naakt laat protesteren tegen dierenmishandeling. En nu het Spaanse parlement belangrijke stappen lijkt te hebben gezet rond rechten voor mensapen, doet een aantal critici het voorkomen alsof ze dat heel erg discriminerend vinden voor leden van andere diersoorten. Dit soort kritiek moet verhullen dat men zelf helemaal geen voorstander is van welke substantiële verbetering van de positie van dieren ook.
In het geval van PETA mag je aannemen dat het gaat om volwassen vrouwen die in elk geval bewust genoeg zijn om zich te keren tegen misstanden. Dat zij een 'onfatsoenlijke' vorm hanteren duidt eerder op ironie of afwijzing van de burgerlijke fatsoensnormen dan op instemming met seksistisch misbruik van vrouwen. Maar zelfs als hier echt een kritiekloze uitbeelding van een vorm van uitbuiting van vrouwen in het spel was, zou dat nog in het niet vallen bij de exploitatie van dieren die ermee onder de aandacht wordt gebracht. Doordat het in beide gevallen om een vorm van misbruik zou gaan, zou je de vermeende acceptatie van uitbuiting van vrouwen in dit geval bovendien bijna niet meer letterlijk kunnen opvatten.
Zoiets geldt ook bij de 'arme dieren' die buiten de boot vallen zodra mensapen belangrijke rechten krijgen. Zij gaan er in elk geval niet op achteruit, dus zelfs op korte termijn levert het pure winst op (de mensenapen gaan er namelijk echt op vooruit). Bovendien hoeven rechten voor de Great Apes helemaal geen eindstation te zijn en kunnen ze juist mede fungeren als een basis voor de toekenning van rechten aan andere dieren.

Critici van buiten die over dit soort kwesties beginnen zijn in veel gevallen niet echt begaan met dieren (of vrouwen!). We hoeven zeker niet te verwachten dat deze critici opeens het voortouw zouden nemen bij de verbetering van de positie van dieren als men maar eenmaal zou stoppen met de huidige campagnes.

Titus Rivas

14 juli 2008

Boerenlogica van een megavarkenshouder

Op 26 juni verscheen in de Volkskrant een interview met varkensboer Jan Schuttert door verslaggeefster Anja Sligter. Schuttert vraagt zich af wie er last heeft van een megastal.
Hij is van plan om op een relatief stil plekje in Overijssel een stal voor 20.000 varkens te bouwen. Naar een industrieterrein wil hij niet, logisch, want de bouwgrond is daar veel duurder.
Hij rekent voor dat hij door de uitkoop van 15 varkensboeren de dierenrechten heeft verworven voor de bouw van de megastal, waarbij 15 arbeidsplaatsen worden gecreëerd en het “werkplezier er op vooruitgaat”.
Ook zou het aantal bewegingen van vrachtwagens verminderen, want die kunnen nu in een keer vol laden. Maar 20.000 varkens passen niet in één vrachtwagen en hebben ook meer dan 1 vrachtwagen nodig om te bevoorraden. Het resultaat is minder aan- en afvoer van halfvolle vrachtwagens, maar een veelvoud aan vrachtverkeer op de smalle landwegen.
Omwonenden willen de plannen voor de Landbouwontwikkelingsgebieden wijzigen. Deze gebieden waren oorspronkelijk bedoeld om varkensboeren die te dicht bij een natuurgebied zaten de gelegenheid te geven om te verkassen. Diezelfde gebieden worden nu geclaimd door ondernemers die al meerdere grote stallen bezitten en er nog een bij willen bouwen. Ook Jan Schutters is zo’n boer die ook graag bij zijn varkens wil wonen. Maar dan moet hij wel kiezen, want hij heeft al drie varkensstallen elders staan.
Gaat hij naast zijn grootste stal wonen met alle moderne technieken om fijn stof en geuroverlast tegen te gaan, dan nog loopt hij gezondheidsrisico's. Luchtwassers houden naar mate ze ouder worden, steeds minder overlast tegen en kosten veel energie.
Volgens Schuttert vraagt de economie om megastallen, anders gaan boeren de grens over. Welke Nederlander zou wakker liggen van dat dreigement? Wil de Nederlander nog een beetje van het landschap in Overijssel kunnen genieten, dan zou het tegenhouden van megastallen de kans op genieten vergroten, nietwaar?

Zouden megastallen zo gebouwd worden dat de varkens er qua dierenwelzijn op vooruit gaan?
Schuttert geeft zijn varkens een ketting om te spelen. Zou het eten van varkensvlees de mens zo afstompen dat dergelijke logica massaal gepikt worden? Of zijn de boeren tegenwoordig zo brutaal dat zij vinden dat een bewering helemaal niet meer logisch hoeft te zijn? Of krijgen zij te weinig tegenspel? Om met voetbaltrainer van Gaal te spreken: zijn de boeren nu zo slim of zijn de buitenlui zo dom?

Kip heeft in de oven meer ruimte dan ooit in haar leven

De bekende 'kip'-reclamecampagne van de vleessector heeft er morgen een diervriendelijk zusje bij. Onder de titel 'Kip! Het meest mishandelde stukje vlees!' start Wakker Dier maandag haar – ongesubsidieerde - anti-kipcampagne.

In radiospots wordt verteld dat een kip in de oven meer ruimte heeft, dan zij tijdens haar leven ooit heeft gehad. Gelijktijdig dient Wakker Dier een klacht in tegen de omstreden kipcampagne van de vleessector. Wakker Dier wil dat de 3 miljoen euro die de vleessector aan EU-subsidie kreeg, wordt teruggevorderd. De Europese Commissie verstrekte subsidie voor een informatiecampagne over dierenwelzijn en voedselveiligheid, maar de vleessector misbruikt het geld voor een platte campagne die voornamelijk bestaat uit het geven van kiprecepten.

Nederland is het meest pluimveedichte land ter wereld. 400 miljoen kippen worden jaarlijks vetgemest: in zes weken tijd en op minder dan een A4’tje leefruimte. Deze jonge kuikens groeien zo snel dat meer dan 15 miljoen kuikens jaarlijks doodgroeien. Een groot deel van de kuikens heeft loopproblemen door overgewicht. Op de slachtleeftijd worden de kuikens ruw gevangen, waardoor nog eens tientallen miljoenen breuken en kneuzingen oplopen. In de slachterij worden de kuikens slecht verdoofd voor de slacht, omdat de slachterijen bang zijn dat de verdoving de vleeskwaliteit vermindert. Uiteindelijk ligt een kip voor een paar euro in de winkel. Iedereen kan begrijpen dat de kip hiervoor de prijs heeft betaald.

Tot zover Wakker Dier.


Vlees, mevrouw, u weet wel waarom niet .......

Weidevogels zijn het slachtoffer van onverschillige boeren

Doordat boeren bij het maaien van gras in de wei geen rekening houden met de daarin levende jongen van weidevogels, vindt er een slachting plaats onder deze vogels.
Jaarlijks worden in ons land tweehonderd duizend eieren gelegd door Grutto’s.
De helft daarvan wordt kapot gemaaid door boeren die het gras maaien voor hooi of inkuilen.
De 100.000 kuikens die wel uit het ei kruipen zijn hun leven niet zeker. 15.000 kuikens worden alsnog door de boeren doodgemaaid; 70.000 kuikens zijn vervolgens voor predatoren in het korte gras een gemakkelijke prooi.
Moeten we deze verliezen maar als normaal wegschrijven als gevolg van de moderne intensieve veehouderij? Of moeten we de moderne veehouderij, die de koeien op stal houdt, laten inkrimpen en aan dat wat er overblijft de eis stellen dat zij de koeien buiten laat lopen en hun gras veel later maait?

Niemand zal deze cijfers probleemloos kunnen laten meewegen in de economische balans van de veehouderij.
Maar naast alle nadelen die de intensieve melkveehouderij heeft en het grote ruimtebeslag die de sector inneemt, zou het niet verkeerd zijn dat meer mensen zich realiseren dat ons land ook bijzonder goed zou kunnen functioneren met een kleine veestapel die gerund wordt op biodynamische grondslag.
Nu wordt het door de sector zo voorgesteld dat boeren alleen een toekomst hebben wanneer zij uitbreiden en voor de wereldmarkt blijven produceren.
“Niets” is minder waar. Burgers en consumenten zouden zich best mogen realiseren dat boeren niet het alleenrecht hebben op de manier waarop het landschap wordt ingericht en gebruikt.

12 juli 2008

Slecht maaibeleid levert onnodig dierenleed op

Veel waterschappen en gemeentes hebben in juli de opdracht gegeven om de slootkanten te maaien. Zij zouden dat op een manier kunnen doen, waarbij nog wat kleine zoogdieren, jonge vogels, amfibieën en insecten zouden kunnen ontsnappen aan de hakselende klepelmaaier. Veel loonwerkers laten dat na.

Wat is het geval?
Loonwerkers maaien beide kanten van de sloot vrijwel gelijktijdig en baggeren de sloot uit. Zij weten dat wanneer zij een week of 2 laten zitten tussen elk van de drie handelingen dat dieren dan veilig kunnen oversteken (of overgestoken zijn) naar de overkant als de maaier op de andere kant komt.
Deze manier van werken kost niets en vraagt alleen maar wat goede wil.
De Unie van waterschappen heeft een gedragscode voor werkzaamheden die in 2005 is goedgekeurd door minister van LNV. Dit houdt in dat als het bestuur van een waterschap deze gedragscode heeft onderschreven, dan handelt ze in strijd hiermee wanneer ze baggert en maait, zonder delen te laten staan. Als ze gedragscode niet hebben onderschreven moeten ze ontheffing van LNV (in de toekomst van de provincie) hebben voor werkzaamheden. De meeste waterschappen hebben de gedragscode onderschreven.
Mensen die bovenstaande schending van de gedragscode constateren kunnen aangifte doen bij de AID of de politie.

Eind november 2008 zijn er weer waterschapsverkiezingen.
U kunt invloed uitoefenen op de wijze waarop een waterschap met natuur omgaat door een kandidaat te kiezen die zich bewust is van de desastreuze gevolgen van onverschilligheid over de gevolgen van beleid.
De inrichting en onderhoud van de Nederlandse waterwegen is gericht op snelle afvoer van regenwater. Dat kan echter ook op een minder starre manier die veel aantrekkelijker en diervriendelijker is. Daarmee wordt Nederland iets minder strak, maar veel mooier.
Het introduceren van minder steile taluds, waarbij ook muskusratten minder schade kunnen aanrichten, levert een veel natuurlijker landschap op dat ook meer capaciteit heeft voor de afvoer van regenwater.

11 juli 2008

Q-koorts is bioterroristisch wapen

Een beetje alerte burger wist al dat ondernemers in de gangbare landbouw (boeren dus) erg veel weg hebben van milieucriminelen. Op jaarbasis zorgen ze met hun activiteiten in vooral de veehouderij voor €2 miljard schade aan het milieu. De kosten van de reparatie van die schade komen overigens merkwaardig genoeg niet voor rekening van de boeren, maar worden door de overheid die toch echt vindt dat de vervuiler dient te betalen, uit de portemonnee van de burger geplukt.

We staan er bij en we kijken er naar

Verder wist diezelfde alerte burger ook al dat de veehouderij in de gangbare landbouw een eufemisme is voor gelegaliseerde dierenmishandeling. Bij koeien worden de hoornen er afgesloopt. Bij varkens gaan de testikels er af, worden de hoektanden weggebroken en de staarten afgeknipt. Onverdoofd natuurlijk.

We staan er bij en we kijken er naar.

De kippen hebben het in de gangbare landbouw niet veel beter. De snavels worden geknipt of er af gesmolten, en de kip die de pech heeft om als haantje te worden geboren gaat al na een dag resoluut in de versnipperaar. Vleeskuikens worden in zes weken opgefokt tot een gedrocht van een paar kilo dat alleen omdat het nog veren heeft ‘kuiken’ wordt genoemd.

We staan er bij en we kijken er naar.

De burger die zich wel eens op het platteland waagt, weet dat boeren eveneens potentiële mishandelaren van medeburgers zijn. Met hun veel te brede tractoren en wat daar aan materiaal achterhangt vegen ze hun achterwerk af aan elke verkeersregel door veel te hard over de voor die tractoren veel te smalle weggetjes te scheuren. Jaarresultaat: achttien doden en ruim negentig gewonden.

We staan er bij en we kijken er naar.

De alerte burger wist al dat de intensieve veehouderij bezig is de volksgezondheid te ondermijnen. Het enorme gebruik van antibiotica zorgt er voor dat steeds meer bacteriën resistentie opbouwen en dat dus in de niet al te verre toekomst medicijnen tegen bepaalde ziekten niet meer werken.

Varkenshouders, hun gezinsleden en hun werknemers worden wanneer ze in een ziekenhuis terecht komen, in quarantaine gezet omdat ze vrijwel zeker een bacterie bij zich hebben waar geen kruid tegen gewassen is. De extra kosten die deze quarantaine met zich meebrengt worden overigens gewoon uitgesmeerd over de premie die elke burger voor zijn ziektekostenverzekering betaalt.

De jongste bijdrage die de boerenstand levert aan de verhoging aan het welbevinden van de burgers in dit land bestaat uit wat verdacht veel lijkt op een poging tot bioterrorisme. In Brabant en Gelderland zijn dit jaar al bijna 500 gevallen van Q-koorts geconstateerd. Vorig jaar waren het er nog maar 30, en dus kon het toen nog worden weggebagataliseerd door de autoriteiten. Nu beginnen sommige dames en heren in de gezondheidszorg zich toch ernstige zorgen te maken.

De Q-koorts komt uit de stallen van schapen en geitenfokkers die het met de hygiëne daar niet zo nauw nemen. Tot nu toe woonden mensen die de Q-koorts kregen in de buurt van dergelijke ondernemers in de gangbare landbouw. Eigen schuld dikke bult: hadden ze maar niet op het platteland moeten gaan wonen.

Maar nu is de Q-koorts gevonden bij mensen die nog nooit een voet in de buurt van een schapen of geitenfokkerij hebben gezet.

De Q-koorts krijgt tot nu toe in de media weinig aandacht. Volgens artsen is het een ongevaarlijke aandoening. Griepje, misschien een longontsteking. Dat soort werk. Oké, ouderen of mensen met verminderde weerstand kunnen er na een smartelijk lijden aan sterven. Hadden ze maar beter op hun weerstand moeten letten of niet zo oud moeten worden.

Merkwaardig.

Q-koorts staat op het lijstje van plagen die bioterroristen zouden kunnen gebruiken om een samenleving te ontwrichten. Antrax (miltvuur), de pest. In dat rijtje hoort Q-koorts thuis. Antrax, de pest en Q-koorts zijn zo gevaarlijk omdat het zich via de lucht verspreidt. En dat betekent weer dat het niet kan worden tegengehouden.

Dit bioterroristisch wapen verspreidt zich naar nu blijkt in een razendsnel tempo over het land. De bron is bekend, maar wordt niet aangepakt, want het gaat tenslotte om boeren en die kunnen zich in dit land zo ongeveer alles permitteren.

Intussen staan we erbij en kijken er naar.

Een groen landschap is niet altijd een gezond landschap


Wie van vakantie terugkeert in Nederland zal elke keer weer verrast zijn door de extra groene kleur die ons landschap heeft.
Groen wordt geassocieerd met gezond. Daarop valt veel af te dingen. Sommigen spreken van een façadelandschap in plaats van landelijk coulisselandschap. Het Nederlandse landschap wordt gekenmerkt door verlies aan biodiversiteit en overbemesting. Samen zorgen ze voor minder kleur en voor een overheersing van groen. Veel planten en bloemen verdwijnen door overbemesting en hun plaats wordt ingenomen door minder soorten die wel beter groeien. Dit geeft ons land een diepgroene kleur, zeker als er geen droogte heerst of ziekten die de boombladeren bruin kleuren.
Het is vooral voor jongeren moeilijk een vergelijking te maken met hoe het vroeger was, want dat was voor hun tijd. Een jongere zal dan al gauw op basis van het kijken naar de groene, beperkte ruimte kunnen concluderen dat het misschien wel meevalt met de negatieve gevolgen van de bio-industrie. De koeien die binnen worden gehouden zien zij niet, wel de paarden en schapen in de wei. Ook dat valt hun nauwelijks op, want in die uitzonderlijke gevallen dat een boer zijn koeien wel laat lopen in de wei, zijn er direct vele tientallen. Ook een koe uit een ligboxstal die ziek is, mag vaak buiten weer op krachten komen.

Het gebrek aan biodiversiteit in het weidelandschap hangt samen met de iets minder gezonde melkproducten die de koeien in de stal leveren in vergelijking met hun collega’s die bijvoorbeeld bij biodynamische boeren in wei staan.
Net als groene stroom vaak een te mooi label is voor stroom die opgewekt wordt met niet-duurzame middelen als mest(co)vergisting is te veel groen meer een teken van te veel mest.

09 juli 2008

Brandvoorschriften voor dieren zouden gelijk moeten zijn aan die voor mensen

Dit jaar zijn er al meer dan 100.000 dieren bij brand omgekomen. Soms is de brand aangestoken. De brandbeveiliging in stallen is niet stringent. In het Bouwbesluit van het ministerie VROM en in de aanvullende bouwverordeningen van gemeenten heeft een veehouderij een industriefunctie. Daarmee worden koeien, varkens, kippen en bijvoorbeeld ook konijnen gelijkgesteld aan productiemiddelen, aan machines.
Wat verbeterd moet worden zijn voorzieningen als sprinkler installaties, betere evacuatie mogelijkheden (dieren los in een stal is ook dan een grote vooruitgang, niet alleen qua welzijn).
Ook de boetes bij niet nakomen van deze voorschriften of gevangenisstraf bij brandstichting mogen omhoog, als ware het een waarschuwing dat je dieren net zo veilig moet huisvesten als mensen.

07 juli 2008

Vraag aan LNV over aantasting welzijn vee door onbedwelmd slachten

Brief verstuurd 14 juni aan Gerda Verburg, minister van LNV

Geachte mevrouw Verburg,

Momenteel vindt in opdracht van uw ministerie onderzoek plaats binnen de Animal Science Group van de Wageningen Universiteit naar de vraag of onbedwelmd ritueel slachten het welzijn van de dieren aantast.
Er zijn in binnen- en buitenland reeds vele decennia lang onderzoeken gedaan over dit onderwerp en veel literatuur is hierover verschenen. Wij hebben enkele recente onderzoeksnota's in ons bezit, t.w.:

1. Nota "Ritueel slachten in Nederland" (1984) van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD)
2. Nota van de TVT - Tierärztliche Vereinigung für Tierschutz e.V (2002)
3. Nota "Slaughter of Animals without prior stunning" van de FVE - Federation of Veterinarians of Europe (2002)

Ook is er een rapport uit 2004 van het Wetenschappelijk Panel voor Diergezondheid en Welzijn van de EFSA, opgesteld op verzoek van de Europese Commissie. Ook búiten Europa zijn nog vele onderzoeken verricht. Al deze onderzoeken hebben geleid tot dezelfde conclusie: onbedwelmd ritueel slachten is niet meer van deze tijd, het schaadt ernstig het welzijn van de te slachten dieren en is daarom thans ónacceptabel. In april van dit jaar liet de KNMvD nogmaals via pers en media ditzelfde standpunt onomwonden weten!

Tevens wordt in b.g. nota's de oplossing voor dit vraagstuk geboden, die aan alle voorwaarden van de Joodse en Islamitische ritus voldoet: de reversibele elektrische bedwelming.
Dat deze methode voor de Joodse gemeenschap en sommige Moslimgroeperingen niet acceptabel zou zijn (Bert Lambooij, ASG-WU in Parool d.d. 8 april 2008) lijkt ons nog geen reden om de dieren dan maar ná de halssnede te bedwelmen, zoals de heer Lambooij in dezelfde krant oppert. Dit is natuurlijk absoluut onzinnig, aangezien het dier dan het ergste al bewust heeft moeten ondergaan: het fixeren, kantelen en de halssnede. Liever zouden de Joodse en Moslimgemeenschap ervan moeten worden overtuigd dat de reversibele elektrische bedwelming vóór de halssnede (de dieren hoeven dan ook niet gefixeerd en gekanteld te worden) volkomen voldoet aan de voorwaarden van de ritus:
1. de dieren sterven níet voór de halssnede, maar zijn slechts bewusteloos, en
2. de mate van leegbloeden is bij bedwelmde dieren hetzelfde als bij onbedwelmde dieren.



Wij verzoeken u vriendelijk ons te willen antwoorden op de volgende vragen:
1. Wat is de meerwaarde van het ASG-onderzoek dat momenteel wordt verricht boven de eerdergenoemde onderzoeken en de grote hoeveelheid literatuur die sinds jaar en dag reeds hierover beschikbaar is, als het fixeren, eventueel kantelen en het toedienen van de halssnede zónder bedwelming plaatsvindt bij volle bewustzijn van de slachtdieren?
2. En, indien het Wageningse onderzoek tot een andere conclusie zou leiden dan alle eerdergenoemde onderzoeken, (noóit zal aangetoond kunnen worden dat het fixeren, kantelen en het zonder bedwelming toedienen van de halssnede geen ernstige aantasting is van de intrinsieke waarde van de slachtdieren!), welke conclusie zal dan door u voor waar worden aangenomen, en op welke gronden?

Gaarne ontvangen wij zo spoedig mogelijk uw antwoord op deze twee vragen.

In afwachting van uw reactie teken ik,

met de meeste hoogachting,

mevr. E. de Boer, secr.
Stichting Rechten Voor Al Wat Leeft

05 juli 2008

Argumenten van tegenstanders van de bio-industrie worden vaak vertekend

Mensen die vinden dat de Nederlandse veehouderij te groot is, dat wil zeggen te veel dieren omvat, pleiten voor het afschaffen van de bio-industrie. Die mensen vinden niet dat er geen vee gehouden zou mogen worden, ze pleiten voor sanering. In Nederland worden drie keer zoveel dieren in de veehouderij gehouden dan voor de eigen vaderlandse voedselbehoefte nodig is.
Niemand pleit ervoor om geen enkele vorm van landbouw meer te hebben en al het voedsel te importeren. Een dergelijke situatie zou overigens prima te organiseren zijn, maar is gewoonweg niet aan de orde en er is ook vrijwel niemand die er behoefte aan heeft. Soms zijn er wat economen die ons voorrekenen dat alle boeren het land uit financieel best uit zou kunnen. Vaak worden ontwikkelingen gevoed door wat er kan, maar dat is gelukkig in dit geval niet zo. De roep om de veestapel te verkleinen hangt meer samen met de opvatting dat de intensieve manier van vee houden tegenwoordig niet meer kan en ook financieel niet zo aantrekkelijk is, dus waarom doorgaan op een doodlopende weg?

Een ander voorbeeld is de roep om minder vlees te gaan eten. Dat is beter voor het klimaat. Bijna niemand zegt hierbij dat je vegetariër moet worden. Vegetariër daar is niets mis mee, integendeel, maar met wat minder vlees te eten zijn al heel wat problemen verkleind of opgelost.

Wat hier gebeurt is het hanteren van drogredenen. Dat zijn oneigenlijke argumenten die in heel veel verschillende vormen voorkomen. Soms uit onwetendheid, soms uit een niet integere motivatie.
Het type drogreden dat hierboven wordt aangehaald is “Het vertekenen van de standpunten”.

Wie graag in debat gaat met anderen en niet om oneigenlijke redenen vastgepraat of gevloerd wil worden, kan zich maar beter in het bestaan van drogredenen verdiepen en er zich tegen wapenen.

04 juli 2008

Wildweiden voorkomen overlast en hebben veel andere voordelen

Uit de pers
Door een te omvangrijke populatie dringen de wilde varkens de laatste jaren steeds verderop naar de bebouwde kom. In de gemeente Epe struinen ze via de bermen inmiddels de noordwestelijke rand van de bebouwde kom binnen. Onder meer gras en bermen nabij de sporthal, op de Hoge Weerd en omgeving Dellenweg en Officiersweg worden met regelmaat door zwijnen overhoop gewroet, op zoek naar wormen en larven.

Men overweegt daarom de aanleg van graasweiden in het bosgebied. Dat moet de zwijnen verleiden daar op zoek te gaan naar eiwitrijk voedsel en niet langer uit te zwermen naar het dorp. Wildweiden ogen bovendien landschappelijk aantrekkelijk en de aanleg ervan kan meteen worden ingepast in het Landschapsontwikkelingsplan, waaraan wordt gewerkt.

Tot zover

Dit is een uitstekend voorstel.
Ook voor de ganzen zou iets dergelijks worden geregeld. Ook ganzen gaan in weilanden op zoek naar eiwitrijk gras.
Natuurgebieden moeten niet alleen aan elkaar worden gekoppeld, zodat dieren op zoek naar voedsel niet buiten een natuurgebied treden, maar moeten binnen hun gebied ook eiwitrijk voedsel kunnen vinden.
Vroeger werden arme gronden tot natuur verheven. Op dergelijke gebieden is vaak te weinig voedsel voor dieren, die dan voedsel gaan zoeken in landbouwgebied.

In ons land wordt veel (2x) meer landbouwgrond gebruikt dan voor de eigen voedselvoorziening nodig is. Buiten ons land is meer dan genoeg landbouwgrond beschikbaar om een eventuele groei in de vraag naar voedsel door buitenlandse bevolkingsgroei op te vangen.
Het ligt niet voor de hand dat ons land zoveel exporteert, omdat onze overproductie en excessief grondgebruik door de landbouw ten koste gaat van inrichting van natuur, recreatie, leefbaarheid van woongebieden en natuurlijke reiniging van afvalstoffen. De balans is scheef gezakt als gevolg van agrarische, economische belangen.

Vrijwilligheid bij omzetting landbouwgrond in natuur leidt tot stagnatie

28 juni 2008 verscheen dit bericht in het nieuws (Ziezo):
Minister Gerda Verburg (Landbouw) wil minder landbouwgrond aankopen dan tot dusver was voorzien om die om te zetten in natuurgebied, ook al heeft een groot deel van de Tweede Kamer daar grote moeite mee.

De CDA-bewindsvrouw denkt dat aankoop niet nodig is, als boeren beloond worden voor natuurbeheer op hun grond. Daar geloven D66, SP, GroenLinks en PvdD niet in. Zij denken dat ons land dan een minder waardevolle natuur gaat krijgen.

Pleitbezorger voor de aanpak van Verburg bleek donderdag vooral CDA'er Ad Koppejan. Hij zag geen tegenstelling tussen natuur en landbouw. Bovendien vroeg hij zich af of de Nederlanders niet liever uitzicht hebben op een karakteristiek cultuurlandschap dan op een "kunstmatig moeras".

Verburg en de Tweede kamer willen vasthouden aan de doelstelling om in 2018 in totaal 728.500 hectare aan natuurgebied te hebben in wat genoemd wordt de Ecologische Hoofdstructuur. Daarvoor is nog 80.000 hectare nodig en ruim de helft daarvan zou ingevuld worden door particulier beheer van gronden. Volgens Verburg is het niet per se nodig om de andere helft aan te kopen, maar een groot deel van de oppositie wil daar wel aan vasthouden.

Tot zover het nieuws

Laten we eens kijken hoe een voorbeeld in de praktijk eruit ziet. Onderstaande foto is genomen bij Spijkerboor in Drenthe. Klik op de foto voor een vergroting. De Oostermoer meandert kalm naar de horizon. Op de achtergrond ziet u een boer wiens erf vol staat met stallen. De vergunning voor de bouw van deze stallen is nog niet zo oud. Links ter hoogte van de stallen (niet zichtbaar op de foto) ligt Spijkerboor.
Nu de stallen er staan stopt de Oostermoer aan de overkant van de weg waar het bedrijf aan staat. Er moet nu gewacht worden met het doortrekken van de Oostermoer tot de boer vrijwillig afstand doet van zijn gronden. De verantwoordelijke autoriteiten hadden nooit toestemming moet geven voor uitbreiding. Op deze wijze stagneert de natuurontwikkeling. Als gewacht moet worden op vrijwillige afstand doen door de boer dan moet de financiële situatie de man wel erg aan de lippen staan. Wat is er in dit geval tegen onteigening? Hoe ver en hoe lang moet een samenleving zich terughouden om aan particulieren de gelegenheid te geven zich te verrijken in een sector die in de huidige omvang overbodig is, ten koste van de openbare ruimte?

Je moet de kat niet op de BBQ binden


Persbericht PvdD

Klacht bij Kamerpresidium over promotiebarbecue PVE

Partij voor de Dieren wil niet langer promotie bio-industrie voor haar fractiekamers

Den Haag 3 juli 2008 - De Partij voor de Dieren heeft het presidium van de Tweede Kamer gevraagd toe te zien op meer zorgvuldigheid bij de verhuur van Tweedekamergebouwen en daarbij horende terreinen voor commerciële promotiedoeleinden gericht op parlementariërs en bewindslieden.

De Productschappen voor vee, vlees en eieren houden hun jaarlijkse bio-industrie promotiebarbecue exact onder de ramen van de vier fractiekamers van de Partij voor de Dieren.

Marianne Thieme: “Het is terecht beleid dat er niet gemanifesteerd mag worden in het Tweede Kamergebouw, daar zal ook in het kader van dit commerciële bio-industrie promotiefestein strak de hand aan moeten worden gehouden. Wanneer PVE een proeverij wil organiseren, kan ze dat doen op openbaar terrein, zoals op het Plein, waar ook de vegetarische barbecue georganiseerd werd, maar niet in een gebouwencomplex dat waardenvrij zou moeten zijn.”

De fractiemedewerkers van de Partij voor de Dieren reageerden op de bio-industrie promotie-actie van PVE door posters voor de ramen te hangen met de tekst “rest in pieces”.

Marianne Thieme: “Nu de regering aangeeft dat vlees het meest vervuilende onderdeel van ons voedselpakket is en in tijden van voedselcrisis, past het niet een binnenplaats van het Kamergebouw open te stellen voor een sector die van het veroorzaken van deze maatschappelijke problemen haar broodwinning maakt. Het is net zo ongepast als een motorcross op het Kamerterrein zou zijn ter afsluiting van het parlementaire jaar.”

Einde bericht

De Grote Crisis. Nederlanders en hun dieren

Mr. Dirk Boon was tot 1 januari 2004 hoogleraar Dier en Recht aan de Universiteit Utrecht en is werkzaam als advocaat in het Groningse Zuidhorn. Hij schrijft columns voor Wildlife Magazine en geeft dit najaar een cursus onder de titel ‘De Grote Crisis. Nederlanders en hun dieren’.

Dirk Boon:

De onderwerpen voor mijn stukjes liggen altijd voor het oprapen. Mensen gaan namelijk zo idioot met dieren om dat moeiteloos elke dag een columnpje geschreven kan worden. Elke keer als ik aan het schrijven ben, vraag ik mij af hoe het toch komt dat zo raar, zo tegenstrijdig, met dieren wordt omgegaan.
Teder, wreed, schaamteloos, liefdevol, meedogenloos, aardig, angstig, medelijdend, bezorgd en met tal van andere gevoelens en expressies kan één en dezelfde mens dieren tegemoet treden. Doodsbang voor een spin (doodslaan dus), vertederd door een jonge poes, gedachteloos op een drumstick uit de bio-industrie kauwend, angstdromend van een tijger die in het circus door een brandende hoepel springt, werkend in het laboratorium waar dagelijks gemiddeld achtenzeventig proefdieren worden verbruikt, de confrontaties die één mens met dieren kan ondergaan zijn schier onbegrensd.
Wordt er dan geen paal en perk gesteld aan de omgang van mensen met dieren? Het lijkt er niet op. Mensen doen en laten met dieren alles wat hen goeddunkt zonder zich belemmerd te weten door geldende wetten en regels.
Hoe komt dat toch?
Komt het omdat dieren niet kunnen getuigen en geen aangifte kunnen doen over wat hen wordt aangedaan, zodat de mens -desnoods stiekem- kan doen en laten wat hij wil? ‘Geef uw hond een schop, dat lucht op’.
Komt het omdat de bijbelse heerschappij over de natuur wat al te letterlijk wordt genomen: ‘De dieren die in het wild leven, de vogels van de hemel, de dieren die op de aardbodem rondkruipen en de vissen van de zee zullen ontzag en angst voor jullie voelen -ze zijn in jullie macht-. Alles wat leeft en beweegt zal jullie tot voedsel dienen; dit alles geef ik je, zoals ik je ook de planten heb gegeven’. Ondertussen zijn de zeeën leeggevist, zodat van de vissen nog maar weinig ontzag en angst te verwachten zijn.
Bovendien vanaf 60 duizend jaar geleden is de mens zich over de aarde gaan verspreiden en overal waar hij verscheen, stierven direct grote vogelsoorten en zoogdiersoorten uit door overbejaging. Dat was ver voordat de christelijke ‘beschaving’ haar intrede deed. Hoe komt dat?
Komt het omdat er in de evolutie van de menselijke soort iets grondig is misgegaan en er een steekje los is komen te zitten in ons dierlijke brein? Moet de mens zichzelf onder curatele stellen, of op zijn minst onder bewind stellen om de verhoudingen met de natuur en de dieren te kunnen herstellen?
Hoe komt het dat al die dierenwetten niet functioneren in de praktijk? Hoe komt het dat er zo weinig belangstelling bestaat voor diervraagstukken en hoe komt het dat daar zo weinig onderzoek naar wordt gedaan? Zijn we bang om door de mand te vallen, om geconfronteerd te worden met een werkelijkheid die wij niet onder ogen willen zien, namelijk dat de mens geen nobele wilde is en niet aan de top van de evolutiepiramide staat? Dat er op zijn minst getornd kan worden aan zijn zelf aangemeten superioriteit, omdat hij niet meer is dan een meedogenloze uitroeier?
En het eigenaardige is dat de situatie in het Oude Rome niet wezenlijk anders was en ook niet in de Europese Middeleeuwen of in het achttiende eeuwse Engeland. Toen de Maori’s Nieuw-Zeeland betraden, waren binnen de kortste keren alle Moa’s -inheemse loopvogels tot wel 500 kilogram- uitgeroeid. En toen die op waren, vervielen zij tot kannibalisme. Waarom?

Deze en andere prangende vragen ga ik komend najaar eens lekker aan de orde stellen in een cursus onder de titel ‘De Grote Crisis. Nederlanders en hun dieren’.
De cursus wordt gegeven in het kader van het Hoger Onderwijs voor Ouderen (HOVO), ook wel de Senioren Academie genoemd van de Universiteit Groningen. De cursus wordt gegeven in één van de zalen van de Universiteit Groningen in de binnenstad van Groningen in de periode van dinsdag 30 september tot en met 9 december 2008 (21 oktober vervalt). De cursus wordt ’s middags gegeven van 13.15 tot 15.00 uur.
De cursusprijs bedraagt € 197,50, exclusief cursusmateriaal. De syllabus voor de cursus is uiterlijk twee weken voor 30 september beschikbaar. De uiterste inschrijfdatum is 16 september 2008.

02 juli 2008

Mensenapen krijgen mensenrechten, de rest niet?

Op Peopleplanetprofit het volgende bericht

Het Spaanse parlement heeft mensenapen dezelfde rechten gegeven als mensen. Dus: recht op leven en vrijheid. De resolutie met deze strekking vormt een mijlpaal in de geschiedenis van de mensenrechten. In Spanje krijgt een chimpansee, een gorilla, een orang-oetan en bonobo dus eigenlijk het recht door het hele land te reizen en mag niemand het dier opsluiten. Het is even jammer voor de niet-mensaapjes op de Rots van Gibraltar, die daar trouwens toch al leven als God in Frankrijk. Maar voor mensapen in proeflaboratoria is deze stap een sleutel om hun cel te openen.

Tot zover het bericht
.

Dat apen recht op vrijheid krijgen is een verheugende zaak, want dat is de kern van mensenrechten. Recht op leven ligt iets ingewikkelder want een mens mag niet gedood worden, maar kan het recht op leven eigenlijk niet claimen, want niemand kan garanderen dat je niet dood gaat (ooit).

Wat in het bericht ook duidelijk naar voren komt is dat het toekennen van rechten alleen aan mensapen eigenlijk niet rechtvaardig is naar andere dieren.
Wanneer je redeneert vanuit het recht op vrijheid kun je net zo goed redeneren dat een dier niet op mensen hoeft te lijken om rechten te hebben.
Meer hier over op Animal Freedom.

01 juli 2008

Heilige koeien

Zowel fervente automobilisten als verstokte vleeseters kunnen nogal verbolgen reageren als ze worden gewezen op de schadelijke gevolgen die hun overmatige autogebruik of vleesconsumptie heeft voor de wereld waarin we leven. Hoe we ons verplaatsen, hoe vaak en hoe ver, wat we eten en hoeveel: het lijken onaantastbare rechten, het zijn persoonlijke vrijheden. Wie deze heikele onderwerpen aansnijdt, maakt zich niet populair.

Echter, de ‘heilige koe’ op ons bord blijkt het milieu nog zwaarder te belasten dan die op onze oprit. Zelfs Wageningen Universiteit – met zeven door de zuivel- en vleesindustrie gesponsorde professoren – heeft na maandenlang rekenen, en nog eens rekenen, met zichtbare tegenzin toegegeven dat de cijfers en conclusies van ‘Meat the Truth’, de door Marianne Thieme (PvdD) gemaakte aanvulling op de klimaatfilm van Al Gore, kloppen als een zwerende vinger. De veehouderij produceert wereldwijd meer broeikasgassen dan al het verkeer en transport bij elkaar en legt een onevenredig groot beslag op de beschikbare landbouwgrond en drinkwatervoorraden. De vleesproductie is bovendien een drama voor de wereldvoedselverdeling, omdat er véél meer kilo’s plantaardige eiwitten (soja en granen) in de magen van ‘productiedieren’ verdwijnen dan het aan kilo’s vlees oplevert.

Hoe leg je uit aan de bewoners van een Polynesisch eiland dat langzaam maar zeker onder de zeespiegel verdwijnt, aan een moeder in Ethiopië die geen eten heeft voor haar kinderen, of aan de Amazone-indianen die uit hun leefgebied worden verdreven door de sojagiganten die ons veevoer produceren, dat wij hén alles ontnemen omdat wij zélf menen recht te hebben op onze persoonlijke vrijheden? Het scheelt dat we hen niet in de ogen hoeven te kijken. En ach, die slordige 500 miljoen dieren die er jaarlijks in Nederland doorheen worden gejaagd in de bio industrie: ‘we’ hebben allang besloten dat we hen geen uitleg verschuldigd zijn.

Daniëlle Hutter, Lemmer

28 juni 2008

Verdoofd castreren blijft gewoon dierenmishandeling

Supermarkten en varkensboeren hebben afgelopen vrijdag overeenstemming bereikt over de verdeling van de kosten voor het verdoofd castreren van biggen. Zoals te doen gebruikelijk betalen de boeren geen stuiver en nemen de supermarkten de extra kosten voor hun rekening. Die dat natuurlijk meteen weer doorberekenen aan de consument.
De consument zal de prijsverhoging straks vrijwel zeker zonder morren accepteren omdat hij denkt de biggen hiermee een dienst te bewijzen. Verdoofd castreren is immers diervriendelijk!
Vergeet het maar.
Om te beginnen worden alleen biggen die voor de Nederlandse markt bestemd zijn verdoofd gecastreerd. Aangezien 80% van het in Nederland geproduceerde varkensvlees naar buitenlandse afnemers gaat, betekent het dat 80% van de biggen in Nederland nog steeds onverdoofd wordt gecastreerd.

Er is dus geen enkele reden voor al die organisaties die hebben gestreden voor onverdoofd castreren om trots te zijn op hun resultaat. Ze hebben zich in de luren laten leggen door de varkenshouders. Immers, zij kunnen nu claimen dat ze diervriendelijk bezig zijn en tegelijkertijd rustig doorgaan met onverdoofd castreren.
Dan het verdoofd castreren zelf. Dat ziet er helemaal niet zo diervriendelijk uit als de term verdoofd castreren doet vermoeden.
Als het mannelijke varken een week tot tien dagen eerder wordt geslacht dan nu gebruikelijk is er qua mogelijke ‘berengeur’ geen vuiltje aan de lucht.
Er zijn landen (onder ander Engeland) waar de supermarkten geen vlees accepteren dat afkomstig is van gecastreerde biggen. De consument betaalt de geringe meersprijs die daar tegenover staat zonder morren.
Als het daar wel kan, waarom kan het dan hier niet?
Het blijft natuurlijk gissen, maar het donkerbruine vermoeden bestaat dat in ieder geval in Nederland zowel de producent als de consument met hun portemonnee zijn gaan denken. In de portemonnee is uitsluitend plaats voor geldstukken en bankbiljetten.
Daarom zijn voor varkenshouders de biggen geen dieren meer, maar productiemiddelen waar een zo hoog mogelijk rendement uit moet worden gehaald.
Daarom is de consument die in de supermarkt een kiloknaller vlees in zijn winkelwagentje mikt, absoluut niet geïnteresseerd in de omstandigheden waaronder dat stuk vlees toen het nog een dier was opgroeide.
Merkwaardig.
Dieren die onder stress moeten leven, maken stoffen aan die in hun vlees gaan zitten.
Dat is angstvlees.
Wie angstvlees eet, krijgt zelf ook angstvlees.
De consument van gangbaar vlees eet de stress en de angst en de daaruit volgende agressie op, en vraagt zich vervolgens verbaasd af waarom de wereld er toch zo vol stress, angst en agressie uit ziet.

De Volkskrant over gelukkige varkens en een ongelukkige omgeving


Er wordt de laatste tijd veel geschreven over de bio-industrie in de Volkskrant.
Dat is een goed teken, maar het is een teken des tijds dat voor- en tegenstanders van de intensieve veehouderij verharden in hun standpunten.
Er lijkt steeds meer ongevoeligheid te komen in de houding van de ondernemers en politici die grootschalig plannen. Ze lijken zover af te staan van de gevolgen van hun denkbeelden voor de praktijk dat alertheid voor de gevolgen voor dierenwelzijn geboden is.

In de Volkskrant van zaterdag 28 juni een aardig vergelijking van de positie van het varken binnen met buiten de bio-industrie.

Treffend is deze vergelijking:

En met die megastallen?

Handig: alle nadelen van bio-industrie op één plek. Doordat in een varkensflat zo veel (5 duizend tot 35 duizend) dieren op elkaar leven, is de kans op stress en besmettelijke ziekten veel groter. Er is veel meer autoverkeer door aan- en afvoer van varkens en voer. Het milieu wordt belast met stank en vervuiling door ammoniak en fijnstof. Enige milieuvoordeel: het beslag op ruimte en grond is laag.


Iets minder correct is deze:

Zijn biologisch gehouden varkens gelukkiger?

Beslist. Biologische varkens hebben gemiddeld 1,4 vierkante meter stalruimte en 1 tot 2,5 vierkante meter buitenruimte om te wroeten en te rollen. In de stallen ligt droog stro en er is volop daglicht en frisse lucht. De biggen houden hun staartjes en tanden en worden onder verdoving gecastreerd.


De buitenruimte van biologische varkens is niet altijd een ruime wei, maar vaak een betonnen of modderige uitloop. Het beton maakt de varkens beslist niet gelukkig. Het behouden van hun staartjes ook niet per se en ook biologische varkens hebben weinig afleiding en dan is knabbelen aan een staart van een ander een welkom spelletje.

Mogelijk haalt de auteur hier biologisch en biodynamisch door elkaar.
Voor wie als lezer zich niet verdiept heeft in de materie is het onderscheid ook onduidelijk.
Belangrijk voor de lezer is de boodschap dat minder vlees eten en produceren het meest effectief voor het voorkomen van dierenwelzijns- en milieuproblemen. De biodynamische sector komt aan deze boodschap nog het meest tegemoet omdat zij vooral ecologisch verantwoord en kleinschalig wil produceren.

26 juni 2008

Open brief over het vergassen van ganzen

Geachte dames en heren van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer,

Zo langzamerhand vragen wij ons werkelijk af wat de mensen van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer bezielt!
Wij weten al vele jaren dat uw beider organisaties er niet voor terugdeinzen om zo af en toe en hier en daar dieren om zeep te (laten) helpen, maar waar Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer nú mee bezig zijn is óngelooflijk, verbijsterend, laf en wreed, en slaat alles.

Welke belangen zitten hierachter voor uw organisaties dat u uw medewerking verleent aan deze meedogenloze moordpartijen onder de grauwe ganzen op Texel en in Friesland, en onder de grauwe ganzen, kolganzen en brandganzen in natuurterreinen in Utrecht? Is het de bedoeling een wit voetje te halen bij de agrariërs die vinden dat zij niet genoeg schadegeld krijgen uitgekeerd van het Faunafonds?
En de zinloosheid van deze ganzenmoord.... Natuurorganisaties als de uwe weten zelf immers ook heel goed dat er volgend jaar weer net zo veel ganzen in de betreffende gebieden zitten als nu, want de lege plaatsen worden weer snel ingenomen door nieuwe exemplaren uit de omgeving.

Voor welke natuur zetten Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer zich eigenlijk in?! Immers..., door deze massale slachting wordt het hele Europese ecosysteem alleen maar schade toegebracht! En dan de wrede manier waarop.... De dieren lijden bij vergassing met pure CO2 minuten lang aan enorme stress, ademnood en pijn Uiteindelijk sterven de dieren door verstikking. Vele onderzoeken hebben dit aangetoond. Hoe kunt u als natuurorganisatie het voor uw geweten verantwoorden om op de leugens van Duke Faunabeheer af te gaan (CO2-vergassing zou diervriendelijk zijn....!) en duizenden dieren zo enorm te laten lijden!

De argumenten die worden aangevoerd om deze moordpartij onder nota bene beschermde vogels te rechtvaardigen zijn deels sterk overdreven, deels uit de lucht gegrepen en kunnen geen rechtvaardiging zijn voor het uitmoorden van hele populaties.
  1. Er zal inderdaad hier en daar sprake kunnen zijn van landbouwschade door de grauwe gans. Maar we waren in de veronderstelling dat juist dáárvoor het Faunafonds was opgericht.... En als de agrariërs vinden dat ze te weinig krijgen uitgekeerd, dan keert het fonds maar iets meer uit. Geen reden dus voor zo'n massale slachting.
  2. Welke alternatieve mogelijkheden zijn uitgeprobeerd? Wordt er bij de teeltkeuze van bepaalde gewassen gekeken welke vogels of andere dieren daar in de omgeving fourageren?
  3. Het argument dat de aanwezigheid van de grauwe gans de komst van weidevogels zoals de grutto tegenhoudt gaat ook al niet op. Immers: Natuurmonumenten heeft er destijds zélf voor gezorgd dat de betreffende terreinen geschikt gemaakt zijn voor de grauwe gans door de grond drassig te maken. Bovendien zeggen deskundigen van SOVON dat de mening als zouden de ganzen de nesten van weidevogels verstoren "iedere wetenschappelijke onderbouwing mist". En de orchideeën? In een ooggetuigeverslag van de ganzenmoord op vrijdag 13 juni jl. op Texel lazen we het volgende: "Het NATUURgebied waar ze gevangen waren bestond uit metershoog riet, waar weidevogels helemaal niet voorkomen. Ook vertelde iemand die aan het karteren was dat er wel duizenden orchideeën groeiden en dat daar niets mee aan de hand is." Dus ook dát argument gaat niet op.

"Rechten voor al wat leeft" vindt het ónverteerbaar en ónvergeeflijk wat u hier aan het doen bent. Wij zullen zéker hierover berichten in het blad dat wij uitgeven. Wij vrezen voor u dat u bezig bent mét de gans ook de geloofwaardigheid van uw eigen organisatie te reduceren tot nul. Stop deze zinloze en meedogenloze dierenmoord!

Hoogachtend,

mevr. E. de Boer,
secr. "Rechten voor al wat leeft"
Leonard Bramerstraat 18
1816 TR Alkmaar

P.S. Over de reactie van Natuurmonumenten op onze eerdere protestmail willen wij nog het volgende zeggen:

1. In de derde alinea van deze reactie hebt u het over "bedreiging van dierenwelzijn" als voorbeeld van zwaarwegende omstandigheden dat ingrijpen noodzakelijk zou maken. Hoe durft u het woord "dierenwelzijn" in de mond te nemen? Hoe kunt u in het belang van 'dierenwelzijn' duizenden dieren, n.b. terwijl ze jongen hebben, mét hun jongen de dood injagen, en dan nog wel zo'n gruwelijke verstikkingsdood!
2. Dat u "zorgvuldig" hierover hebt nagedacht (4e alinea van uw reactie) komt bepaald niet uit in de uiteindelijke uitvoering van de vangacties. "Rücksichtlos" kunnen we het beter noemen, de manier waarop er te werk wordt gegaan bij het vangen, het in de veewagen gooien [dat alles terwijl medewerkers van Natuurmonumenten lachend en met de handen in de zakken stonden toe te kijken (ooggetuigeverslag 13-06-2008)] en het vergassen. Duke Faunabeheer schermt er graag mee dat de CO2-vergassingsmethode een door het ministerie van Landbouw aanbevolen methode is. En dús stemt u er mee in!? Is het nog niet bij u bekend dat men voor advies over dierenwelzijn niet bij Landbouw moet zijn? Waarom zouden er zoveel dierenwelzijnsorganisaties bestaan denkt u, als we toch een landbouwministerie hebben dat het beste met de dieren voorheeft? Ex-landbouwminister C. Veerman heeft destijds ook gezegd dat CO2-vergassing best diervriendelijk is, als de dieren maar in groepjes bij elkaar mogen zitten tijdens de vergassing! Het zegt alles over Natuurmonumenten dat zij déze man als voorzitter in haar gelederen heeft binnengehaald!
(Voor alle duidelijkheid: Uit al het voorgaande in dit schrijven mag blijken dat wij faliekant tégen de massale ganzenmoord zijn, ongeacht of de wijze waaróp de dieren worden gedood nu wel of niet humaan is. De door Duke Faunabeheer toegepaste methode maakt het geheel alleen nóg maar erger.)
Aan het eind van uw reactie lezen we nog de "geruststellende" mededeling dat de ganzen niet worden vernietigd maar naar de poelier gaan. Nu, dat hadden we ook zonder die mededeling wel begrepen. Vernietigen levert geen geld op. De minister van Landbouw stimuleert immers ook om afgeschoten wilde ganzen te verwerken tot natuur- of streekproduct, omdat het zo lekker smaakt. We hebben in Nederland ook nog geen vlees genoeg! Dus, waarom dan geen geld verdienen aan alle soorten wilde ganzen die we maar te pakken kunnen krijgen, beschermd of niet....?! Voor geld mag de Flora- en Faunawet wel overtreden worden....

Tot slot: U ligt misschien wakker van wat minder orchideetjes in natuurgebieden. Maar de wreedheid en meedogenloosheid van dit hele ganzendrama bezorgt óns slapeloze nachten!

25 juni 2008

Een smakelijk alternatief voor vlees realiseren is de oplossing

Uit de Volkskrant van maandag 23 juni:
`Een vegetariër in een Hummer is milieuvriendelijker dan een vleeseter op de fiets.' Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren kan haar inzet voor het Volkskrant op Zondagdebat niet beknopter verwoorden. Vlees eten is niet alleen slecht voor dier en mens, maar het milieueffect is ook nog eens enorm, zegt ze. Als we met z'n allen in Nederland een dag per week geen vlees eten, zijn alle C02-doelstellingen van het kabinet gerealiseerd.
`Het slechtste van alles is dat er te veel mensen op deze wereld zijn', is het antwoord van vleesimporteur Jack van Messel.
In debatcentrum De Rode Hoed gingen ethicus en dierenarts Frans Stafleu, Marianne Thieme en jack van Messel zondag in gesprek over vlees.
We moeten matigen in vleesconsumptie, is de gezamenlijke conclusie. Daar kan de regering wat aan doen: de prijs van biologisch vlees moet niet omlaag. In plaats daarvan moeten de 25 kippenpoten voor 2 euro die ernaast liggen in het supermarktschap, fors in prijs worden verhoogd. `We moeten niet denken dat mensen rationele wezens zijn die verstandig kiezen', zegt ethicus Stafleu.
Gaan milieuvriendelijk en diervriendelijk wel samen? Varkensflats zijn goed voor het milieu (ze kosten weinig ruimte, die elders voor kan worden benut), maar zijn niet goed voor het dierenwelzijn. `Mevrouw Thieme hinkt op twee benen', zegt Van Messel, die zijn rundvlees uit Brazilië importeert. Daar wonen de koeien op flinke lappen grond in de buitenlucht. `Of je bent voor dierenwelzijn, óf je bent voor het milieu. Niet allebei.' Volgens Thieme kan het wel samen; minderen in vleesconsumptie en de boer door middel van subsidie stimuleren milieuvriendelijk en duurzaam zijn vee te houden.
Is verbieden van vlees eten de oplossing? `Nee', zegt Thieme.
`Een smakelijk alternatief voor vlees realiseren is de oplossing.'
`Nee', zegt ook Van Messel. `Dat werkt averechts. Dan krijgen we een underground-vleesconsumptiecircuit .
`Ja', zegt Stafleu. `Ik snap niet waarom we mensen laten kiezen.

Tot zover het verslag van het debat.

Voor de goede verstaander hier is wel degelijk overeenstemming, het is alleen nog niet verwoord. Wat wel is verwoord is dat mensen het beste minder vlees kunnen eten. Wat half is verwoord is dat verbieden niet helpt, maar alleen dier- en milieuvriendelijke keuzes voorleggen wel.
Wat niet is verwoord is wie verantwoordelijk is voor de oplossing. Wanneer we het individu als consument verantwoordelijk stellen zal er weinig veranderen aan het huidige consumptiepatroon en aan het voedselaanbod. Wanneer we het aan de politiek overlaten zal er tot Sint Juttemis geen regering ontstaan die alle dier- en milieuvriendelijke keuzes uit de supermarkt laat halen.
Ondertussen moeten we maar genoegen nemen met de trage werking van de voorlichting met als boodschap “minder vlees levert meer voordelen op”, net zolang dat deze slogan kan worden samengevat met “minder vlees eten, mevrouw, u weet wel waarom…..”
Ondertussen is het goed om te lezen dat Marianne Thieme tegenover de enige relevante opmerking van een vleeseter dat hij “vlees zo lekker vindt” opwerpt dat een smakelijk alternatief voor vlees realiseren de oplossing is.

De mens is een omnivoor en geen vleeseter of vegetariër

Natuurlijk: omnivoor zijn betekent dat de mens vlees en plantaardig voedsel eet, maar niet verplicht. De menselijke omnivoor kan kiezen. Hij moet geen vlees eten, maar heeft plantaardig voedsel wel nodig om gezond te blijven.

In de Volkskrant van vandaag een bijdrage van een importeur van biologisch vlees. Zijn verhaal is niet sterk, maar de titel boven stuk wordt verzonnen door de redacteur. De titel luidde “Een mens is geen vegetariër”. Deze open deur valt de schrijver Jack van Messel niet te verwijten. Ook niet zijn oproep om minder vlees te eten omdat dat beter voor de wereld is.
Waar van Messel fout zit is dat de veehouderij noodzakelijk is in de huidige opzet. Vlees importeren is per definitie in een overproductie-situatie milieuonvriendelijk, zelfs als het biologisch vlees betreft.
In ons land wordt teveel vlees geproduceerd. Een verantwoorde productie op kleine schaal d.w.z. niet meer dan in de directe omgeving wordt geconsumeerd past burger, akkerbouwer, veehouder en vee.
Ook als veel mensen besluiten om vegetariër te worden, is het voor de voedselkringloop handig als er op bescheiden schaal vlees en met name zuivel wordt geproduceerd en geconsumeerd. Met de mest kan weer de plantaardige productie op peil worden gehouden.
Maar de eerlijkheid gebiedt toe te geven dat een voedselproductie ook geheel zonder dierlijke ondersteuning mogelijk is. Niet lang na de uitvinding van buskruit is immers ook de kunstmest uitgevonden.

Belgische oproep om geen zeehondenproducten te kopen

Internationale betoging in Brussel voor Europees handelsverbod zeehondenproducten

Betogers uit heel Europa samen met bekende Vlamingen tegen de zeehondenjacht

De dierenrechtenorganisatie GAIA organiseert samen met Eurogroup for Animals, International Fund for Animal Welfare (IFAW) en Humane Society International (HSI) een internationale manifestatie tegen de zeehondenjacht op dinsdag 1 juli 2008 om 14u vlakbij het hoofdkantoor van de Europese Commissie in Brussel.

Bekende Vlamingen Annick Segal en Janine Bisschops (Thuis-actrices), acteur Pol Goossen (ook bekend van Thuis), muzikant-componist Miguel Wiels, Spring-actrice Annemarie Picard, tv-presentatrice Saartje Vandendriessche, en zangeres Liliane Saint-Pierre zullen op het podium hun steentje bijdragen. Ze trekken dinsdag samen met vele honderden actievoerders uit heel Europa naar het Berlaymontgebouw.

De betogers roepen de Europese Commissie op om naar het voorbeeld van België (als eerste EU-land met een verbod sinds 2007) en Nederland een onvoorwaardelijk EU-verbod in te stellen op de handel in zeehondenproducten uit Canada, maar ook uit Rusland en Namibië. Dit jaar werden alleen al in Canada meer dan 200 000 jonge zeehonden wreedaardig afgeslacht. De EU is nog steeds een belangrijke afzetmarkt voor zeehondenproducten. Een EU-verbod op de handel in zeehondenproducten betekent ongetwijfeld het begin van het einde van de wrede slachtpartijen.

De betoging komt er niet toevallig op de dag dat Frankrijk het EU-voorzitterschap overneemt. De Canadese eerste minister Harper probeerde eerder bij de Franse president Sarkozy steun te zoeken tegen een Europees handelsverbod.

Wanneer: Dinsdag 1 juli

Start: 14u, einde voorzien om 15u30

Waar: Wetstraat 175, vlakbij het Schumanplein in Brussel 1000

17 juni 2008

Megastallen

In de LC van 13 juni schetst Annemarie van Gelder een somber en verontrustend beeld van het toekomstige Friese landschap. Waar grazende en herkauwende koeien voorheen een vertrouwde aanblik boden in het weidse landschap dreigen nu gigantische stallen te verrijzen waarin tot wel duizend runderen kunnen worden gehuisvest. Deze dieren zullen niet of nauwelijks meer daglicht kunnen aanschouwen want uit economische en ruimtelijke overwegingen zullen ze niet meer de wei in kunnen. Ze worden gedwongen zijn, onschuldig als ze zijn, hun leven in een dodelijk vervelende gevangenschap te slijten tot de slager hun roept.
Dit is de totale waanzin waardoor nu ook de koeien onderdeel van de bio-industrie worden! En dat in een tijd waarin de veeteelt als de grote schuldige van de uitstoot van broeikasgassen is aangewezen, de hongersnood in de wereld zou kunnen worden opgelost door de veestapel drastisch in te krimpen en de aanwijzingen dat zuivelproducten de gezondheid van de mens eerder bedreigen dan bevorderen evident zijn!
De hoop die mevrouw Van Gelder uitspreekt dat GS van Friesland deze gekte alsnog (tijdelijk) zal weten te keren is vertederend maar lijkt mij in volkomen tegenspraak met de ervaringen die we met overheidsinstanties op dit gebied hebben. Arm Friesland en vooral: arme koeien!!

11 juni 2008

Hoop doet leven

Vandaag weer een echte “dierendag” is de krant.
Bericht numero één maakt gewag van een jager in het pittoreske dorpje Harich. De wakkere borst blijkt de afgelopen tijd meerdere loslopende katten te hebben doodgeschoten. Waarom? Wel, vanwege het simpele feit dat de diertjes over zijn jachtgebied liepen…………. En kennelijk heeft deze gek de wet ook nog aan zijn zijde. Eigenaren van de katten die verhaal komen halen worden uitgelachen en weggestuurd.
Bericht nummer twee maakt me evenmin vrolijk. De rechter staat het doden van ganzen op Texel toe. Deze vogels schijnen zo’n onoverkomelijke schade te veroorzaken dat de doodstraf den enige remedie blijkt te zijn.
In een derde artikel wordt verslag gedaan van een brand in een kippenstal ergens in den lande. 60.000 kippen levend verbrand! Een vrolijke humorist reageert op de internetsite op dit bericht met de opmerking dat het jammer was dat de kippen niet van tevoren waren geplukt, want dan hadden we nu “120.000 halve kippetjes kunnen verorberen”……………..
Mocht ooit de twijfel bij mij opgekomen zijn of zoiets als de Partij voor de Dieren bestaansrecht in dit land zou hebben, bij regelmaat doen zich in ons beschaafde, welvarende landje situaties voor die elke twijfel bij voorbaat elimineren.
Alles wat de mens tot de meest meedogenloze uitroeier van leven op deze planeet maakt komt in deze berichten terug. Onverschilligheid, pure wreedheid, economische belangen waaraan alles, ook het leed van andere levende wezens, ondergeschikt wordt gemaakt en niet in de laatste plaats een grenzeloze arrogantie van de diersoort mens t.o.v. van alles wat er verder nog aan leven is.
De discussies lopen hoog op waar het b.v. betreft de embryoselectie, bedoeld om kinderen te laten geboren worden zonder angst voor en dreiging met een verschrikkelijke, dodelijke ziekte. De principeridders vallen bijna over elkaar heen om ons te waarschuwen en te behoeden voor dat vreselijk gevaarlijke “hellende vlak” waar we op terecht dreigen te komen. Ja, als het gaat om de eigen soort barsten we ineens van de ethiek en gaan we met een zuinig mondje beweren dat niet alles wat kan ook mag of moet!
Dat we de fase van het hellend vlak al achter ons hebben en nu hard bezig zijn er en een steile afdaling van te maken die wellicht zal uitmonden in de afgrond lijken we niet of nauwelijks te beseffen. De godsgruwelijke schande van de bio-industrie, het leegroven van zeeën, het vernietigen van biotopen van allerlei wilde dieren, de plezierjacht, het belachelijk maken van dieren in circussen, het sportvissen, elke overweging van ethische aard is hier aan de kant gezet om slechts het ordinaire eigen belang te laten prevaleren! Dat een samenleving die niet in staat of bereid is de zwaksten in die samenleving, te weten de dieren, dat respect en die bescherming te bieden waar ze recht op hebben nooit het predicaat “beschaafd” zal verdienen is iets wat nog te weinig mensen zich realiseren.
Gelukkig begint er, heel voorzichtig, iets te veranderen in de manier waarop mensen zich positioneren t.o.v. hun medeaardbewoners. Het ontstaan en het succes van de Partij voor de Dieren, actiegroepen als Wakker Dier, Varkens in Nood, Faunabescherming, Bont voor Dieren etc. wijst op een mentaliteitsverandering die weliswaar nog schuchtere trekjes vertoont maar onmiskenbaar en onomkeerbaar aan de dag treedt!
Soms slaat de moedeloosheid toe en denk je dat het allemaal vergeefse moeite is. Soms denk je dat het besluit om geen of althans zo weinig mogelijk vlees meer te eten een nutteloos gebaar is en niet meer dan het sussen van het eigen geweten inhoudt. Waarom zou ik me dat lekkere karbonaadje of kippenpootje eigenlijk nog ontzeggen? Nauwelijks verholen hoon en meewarige blikken van de vleeseters in het gezelschap doen je dan twijfelen aan de oprechtheid en effectiviteit van het boycotten van het carnivore zwelgen tijdens de onvermijdelijke barbecueorgieën. Dan toch weer breekt het besef door dat er wel degelijk iets verandert, dat je je omringd weet met mensen die het nog langer verdommen om mee te marcheren in de dodenmars van de overmatige vleesconsumptie. Je leest brieven van mensen die restaurants aanschrijven omdat daar nog het gruwelproduct “foie gras” op de menukaart voorkomt. Je ziet ingezonden stukken in de krant van mensen die het opnemen voor circusdieren, die het sportvissen ontmaskeren als pure dierenkwellerij, die het bouwen van megastallen en de bewust wazig gehouden procedures bij het verlenen van vergunningen daarvoor aan de kaak stellen. Je ziet dat mensen zich oprecht druk maken om het feit dat een onevenredig deel van de landbouwgewassen aan het vee wordt opgevoerd om van plantaardig eiwit dierlijk eiwit te maken wat vervolgens allen door de rijken der aarde kan worden gegeten. En dan zie je dat zelfs in regeringskringen het besef begint door te dringen dat de veeteelt totaal is doorgeslagen en één van de grote oorzaken van de wereldvoedselcrisis is. Ja, dan flakkert de hoop toch weer op. De hoop dat, langzaam maar onmiskenbaar, de mensheid begint te ontwaken. En dan ben je blij bij deze voorhoede te horen, een beetje pionier te zijn in een strijd die na de afschaffing van de slavernij en de uitbanning van oorlog wel eens een van de markantste voor de wereld en bewoners zou kunnen zijn.

28 mei 2008

Drink het lekker zelf op!

Boze melkveehouders weigeren nog langer melk te leveren aan de zuivelfabrieken. Ze vinden dat ze te weinig voor de melk krijgen. Daarom lozen ze de melk bij wijze van protest op het land, in plaats van naar de fabriek te brengen.

Overigens: de kans dat er echt melk over het land wordt gestrooid is vrijwel nul. Het is vrijwel zeker water, aangelengd met kalk en dat lijkt bedrieglijk veel op melk.

De boeren zeggen dat hun kostprijs hoger is dan de prijs die de fabrieken willen betalen.
Overigens: de boeren zijn zelf eigenaar van die zuivelfabrieken.
Over het algemeen is het zo dat wanneer ondernemers minder voor hun product krijgen dan wat het kost, ze er mee stoppen. Maar niet de Nederlandse boeren. Die melken gewoon door.
Dat kon en kan omdat er forse subsidies naar de melkveehouderij gaan. Een gemiddelde melkveehouder (75 koeien) krijgt boven op de melkprijs nog eens ongeveer € 27.000 per jaar aan subsidie. Directe inkomenssteun (bijstand dus) waarvoor hij niets hoeft te doen.
En dan zijn er nog allerlei kosten die de melkveehouder afwentelt op de rest van de burgerij. Te denken valt aan: kapot gereden wegen, milieuvervuiling, stank en de niet onbelangrijke bijdrage aan het broeikaseffect waarvoor bij de boer geen stuiver in rekening wordt gebracht.
Een aspect wat nogal eens wordt vergeten, is dat melk en zuivelproducten helemaal niet zo gezond zijn als veel mensen wel denken. Google maar eens ‘mythe melk’. Lees en huiver.
Een andere mythe is dat Nederland zo’n goed land is om melk te produceren.
Volstrekte onzin.
Ons land is zeer ongeschikt om koeien te houden. Het klimaat is er niet goed genoeg voor. En daarom moeten boeren allerhande investeringen doen om toch melk te kunnen produceren. Bijvoorbeeld voor stallen en het aankopen van (kracht)voer omdat het eigen land niet genoeg voer geeft. Dat jaagt de kostprijs op.
Kortom Nederland is ongeschikt voor grootschalige melkveehouderij. In ander klimaatzones kan het veel goedkoper.
Stoppen met dus met die handel en wel zo snel mogelijk. Als de boeren hier toch door willen gaan met melken en ontevreden zijn over de prijs die ze krijgen:
Drink het dan lekker zelf op!

26 mei 2008

Megastallen voor dieren horen nergens thuis

Oud- minister Veerman vindt dat megastallen niet op het platteland thuishoren omdat ze ontsierend zijn en het imago van de sector schaden. Kijk eens aan. Wat er in die stallen gebeurt, interesseert het voormalig bewindspersoon niet. Het gaat om het imago, de buitenkant.
Bij het woord ‘megastallen’ denkt overigens iedereen aan het grootschalig houden van varkens of kippen. Maar het wordt langzaam duidelijk dat het met het melkvee precies dezelfde kant uit gaat. Het is alleen zo jammer dat behalve de LTO (de denktank die alle plannen voor boerenmaffia bedenkt) en de melkveehouders zelf, bijna niemand in de gaten heeft dat van de melkveehouderij nu ook bio-industrie wordt gemaakt.
In veel plattelandsgemeenten verrijzen uit hun krachten gegroeide ligboxstallen van twaalf meter hoog. Koeienkathedralen, waar minimaal 400 koeien in worden gehouden. Deze koeien komen nooit meer buiten. Voor 400 koeien is een oppervlakte van tenminste 200 hectare nodig. Veel van de boeren die nu zo’n megastal bouwen, hebben die oppervlakte niet. Dat betekent dat een groot deel van het voer van buiten het bedrijf moet worden aangevoerd, en een nog groter deel van de mest moet worden afgevoerd.
(Voor elke kilo melk produceert een koe tenminste drie kilo stront.)
Dat is dus bio-industrie: het op elkaar proppen van dieren in een stal, het voer elders aankopen, en de stront elders afzetten. De noordelijke provincies zijn hard op weg één grote ligboxstal te worden. En er is niets tegen te doen. De LTO heeft zowel in het noorden als in het zuiden, via nieuwe provinciale streekplannen, de bouwkavels bij boerderijen zo opgerekt dat qua bouw alles mogelijk is. Melkveehouderijen mogen stallen tot 2,5 hectare groot bouwen. Varkens- en kippenhouders tot 10 hectare. De politiek heeft zitten slapen, de provinciale pers deed ook een dutje. En de burger? Die wordt pas wakker als het te laat is en de stallen er staan.
Om de cirkel helemaal rond te maken concluderen experts van zuivelcoöperatie Friesland Foods, het ministerie van landbouwbouw, het Productschap Zuivel, onderzoeksinstituut LEI, veevoerbedrijf Nutreco Hendrix-UTD, European Dairy Farmers (EDF) en accountantskantoor Accon-Avm dat de melkveehouderij over dertig jaar vrijwel verdwenen is in Nederland.
De experts noemen twee redenen voor een mogelijke forse inkrimping. Ten eerste verwachten ze dat de melkveehouderij meer een vorm van intensieve veehouderij wordt met grootschalige bedrijven. Deze bedrijven zullen met hoge grond- en arbeidskosten en veel regelgeving kampen en kunnen er daarom maar beter voor kiezen zich in een goedkoper land te vestigen.
Melkveehouders kiezen ook vaker voor neventakken als natuurbeheer en recreatiemogelijkheden. Hierin zien de experts een tweede reden voor het inkrimpen van de melkveehouderij.
Interessant, de big boys in de zuivelwereld voorspellen het einde van melkveehouderij in Nederland, maar die verdwijnt natuurlijk pas nadat eerst op grootschalige wijze het platteland is verpest.

23 mei 2008

Maatschappelijke kosten intensieve veehouderij

LNV minister Verburg heeft 3 onderzoeksbureaus de opdracht gegeven om uit te zoeken wat de maatschappelijke kosten en baten van de intensieve veehouderij zijn. Volgens de onderzoekers hangt het antwoord af van de productieomvang.

En zo is het maar net.

Veel negatieve gevolgen van de intensieve veehouderij zijn te voorkomen door de omvang van de sector te verkleinen. Dat levert onder meer minder dierenleed, milieudruk en mestoverschot op. Ons land exporteert immers twee keer zoveel landbouwproducten als de binnenlandse consumptie.

Maar bij een krimp van de sector verdient een kleine groep boeren en exporteurs wel minder geld.

Maar wat is voor de maatschappij belangrijker?

De onderzoekers durven het antwoord niet te geven.

De dieren kunnen niets zeggen. Wat kiest u?

22 mei 2008

LTO geeft natuurbeschermers sigaar uit eigen doos

Op Ziezo valt te lezen:
Nederland moet veel zuiniger omspringen met kostbare landbouwgrond. Deze dringende boodschap heeft LTO Nederland gisteren neergelegd bij de Tweede Kamer in Den Haag. Landbouwgrond wordt nu te gemakkelijk opgeofferd voor allerlei afzonderlijke doelen als natuur, verstedelijking, recreatie en woningbouw.
Als de nu al bestaande projecten volgens plan zouden worden uitgevoerd, gaat dat de komende tien jaar 70.000 ha extra landbouwgrondkosten. De gevolgen beperken zich bovendien niet tot het natuurgebied, maar beïnvloeden ook de productieomstandigheden daar omheen. De extra grondclaims komen bovenop de 150.000 ha, die eerder in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur zijn afgesproken en waar de land- en tuinbouw niet aan wil tornen.

Provincies en gemeenten moeten volgens LTO-bestuurder Tammo Beishuizen (verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening) veel meer terughoudend omgaan met het wijzigingen van bestemmingen. Ze doen er volgens hem beter aan om sommige functies slimmer met elkaar te verbinden waardoor voor meerdere partijen voordelen te behalen zijn. Niet alleen de burgers en boeren zijn ermee gediend, maar niet in de laatste plaats ook de overheid zelf. De uitvoering van de Ecologische Hoofdstructuur (de EHS is een netwerk van aaneengesloten natuurgebieden door het hele land) loopt meer en meer vertraging op door onder meer een gebrek aan geld.

“Dat betekent dat de investeringen in natuurcompensatie - dat is de omvorming van landbouwgrond in natuur vanwege de aanleg van bijvoorbeeld een woonwijk of infrastructuur - beter plaats kan vinden binnen de EHS. Het mes snijdt dan aan twee kanten. Je zorgt voor een versnelling van de EHS en je behoudt landbouwgrond”, zegt Beishuizen. Ook waterclaims worden vaak aan extra natuurontwikkeling gekoppeld. Volgens LTO Nederland moet dit als EHS worden meegeteld, omdat waterberging ook natuurdoelen dient.

Tot zover Ziezo.
Boeren gaan zelf slecht om met kostbare landbouwgrond. Ze overbemesten de grond zodanig dat er soms alleen nog maar maïs (voor veevoer) op kan groeien. Het bodemleven verschraalt en de gewassen van dergelijke landbouwgronden zijn lang niet zo gezond en smaakvol als vroeger.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken heeft Nederland een overvloed (2x dan nodig voor zelfvoorziening) aan landbouwgrond. Dat hangt samen met de eeuwenoude expansie ten koste van de natuur en de zee die het landbouwareaal in ons land zo groot gemaakt heeft. Wat terug geven aan de natuur is daarom geen probleem. Het betekent natuurlijk wel dat de boeren dan wat minder land hebben om mest op uit te rijden of te bezaaien met gewassen die voor bio-energie geschikt zijn. Natuurlijk, een paar boeren kunnen dan wat minder verdienen.
Maar een groter oppervlakte van aangesloten natuur maakt ons land aanzienlijk aantrekkelijker. Het helpt de aanslag op de biodiversiteit te verminderen en de opmars van soorten die nu nog voornamelijk in het buitenland leven te vergemakkelijken.
Zoals de mens zelf fysiek reist over de wereld en mondiaal surft over de digitale snelweg, krijgt de natuur dan ook een redelijke kans om zich sneller aan te passen op klimaatsverandering als gevolg van de menselijke activiteiten in de veehouderij.
Ondertussen probeert de agrosector het grote publiek knollen voor citroenen te verkopen door natuur aan te kopen en in te zetten voor agrarisch natuurbeheer en dit beleid te laten vallen onder natuurontwikkeling. Dat is een sigaar uit eigen doos.

Bever en beverrat worden gevangen

En wanneer de muskusrattenbestrijder het dier aantreft in de kooi, krijgt de een de kogel en wordt de ander weer vrijgelaten. Die laatste, de bever, leeft op vrijwel dezelfde plaatsen in de natuur, maar heeft een wat onschuldiger manier van nesten bouwen.
Beverrat De beverrat heeft een voorkeur voor steile oevers en die vind je vaak bij boeren die graag het land tot het uiterste in gebruik nemen.
Wanneer de overheid deze boeren zou belonen voor een kleine stapje terug te doen, dan heeft de beverrat misschien ook een kans om te overleven.
Natuurlijk moeten er dan nog enige jaren vele investeringen worden gedaan in het omkatten van watergangen en dijklichamen om er voor te zorgen dat ondergraving geen gevaar voor overstroming oplevert (zie video). Maar op de lange termijn levert dit een mooier land op. Althans mooi voor degenen die de strakke lijnen van slootkanten liever wat "onderbroken" willen zien door graafwerkzaamheden.
Ook in het Drentse Hunzedal wordt de bever uitgezet en beschermd (zie video). Het wordt een interessante vraag of de bever de beverrat samen met de bestrijder uit zijn biotoop zal verjagen of dat de mens uiteindelijk het gebied aan alle drie overlaat: bever, beverrat en muskusrat.

19 mei 2008

Verminking van koeien met drie jaar verlengd

Landbouwminister Verburg heeft de mogelijkheid van koudmerken, ook wel vriesbranden genoemd, van koeien met drie jaar verlengd. Via koudmerken wordt in de bil van de koe een nummer gebrand. Een soort kentekenplaat waaraan de koe is te herkennen. Maar koeien hebben al jaren, wettelijk verplicht, twee gele kentekenplaten in haar oren geschroefd gekregen.
Die gele platen - vaak de oorzaak van fikse ontstekingen die weer bestreden worden met sloten antibiotica - waren nodig omdat er nogal eens werd gefraudeerd met koeien. Boeren probeerden kalveren van koeien die weinig melk gaven, te verkopen als kalveren van koeien die veel melk gaven.

Dat kon makkelijk omdat vroeger niet precies was na te gaan welk kalf van welke koe kwam. Met de invoering van de gele platen, waarop via een streepjescode alle gegevens over de voorouders van de koe staan, is dat vrijwel uitgesloten.

Tussen haakjes: het waren niet de koeien die fraudeerden, maar de boeren. Die gele flappen zitten dus in de verkeerde oren.

Verder hebben koeien naast de gele nummerborden ook nog een halsband om. Daarin staan dezelfde gegevens als op de gele nummerborden, plus informatie over de ziektegeschiedenis en wat de koe de afgelopen 24 uur heeft gegeten. Als de koe langs de voerautomaat in de stal wandelt, bepaalt de halsband om haar nek hoeveel voer ze mag hebben om zoveel mogelijk melk te kunnen geven.

Maar de gegevens op de chip in de halsband kan de boer niet lezen, en de streepjescode op de gele flappen ook al niet. En dus vriesbrandt de melkveehouder een groot nummerbord in de kont van de koe.

Al in 1996, dus TWAALF jaar geleden, is deze ingreep verboden omdat het de integriteit van het dier aantast. Maar bij dergelijke verboden krijgen boeren in Nederland altijd en eeuwig zeer ruime overgangstermijnen om aan het verbod te wennen. U leest het goed: de boeren moeten er aan wennen…

En dus werd in het vriesbranden/koudmerken per 1996 verboden met dien verstande dat het verbod pas in 2001 zou ingaan. Maar na vijf jaar bleek dat de boeren er nog steeds niet aan gewend waren dat het koudmerken toch echt al sinds 1996 verboden was. En dus werd de overgangstermijn waarbinnen het koudmerken gewoon ongestraft kon doorgaan, op verzoek van de agrolobby in de Tweede Kamer, keer op keer verlengd.

Nu, mei 2008, wordt de overgangstermijn door de minister wederom met drie jaar verlengd tot 2011. Ze meldt dapper dat het koudmerken uiterlijk 1 juni 2011 echt verleden tijd zal zijn.

Dat moeten we, gelet op het verleden, eerst nog maar eens zien.

En als het al lukt, dan heeft het VIJFTIEN jaar geduurd voordat een wettelijk verbod op koudmerken van kracht wordt.

Wie het verbod controleert en wat de sancties zijn bij overtreding is volstrekt onduidelijk. Ook dat is in de landbouw eerder regel dan uitzondering. Het zwermt in de landbouw van de regelgeving waar geen boer zich aan houdt omdat er niet wordt gecontroleerd (de landbouwpolitie AID van het ministerie durft niet). Bovendien: straffen op overtreding zijn er niet, dus waarom zouden ze controleren.

Tenslotte nog dit. De minister heeft het koudmerken/vriesmerken met drie jaar verlengd in reactie op een door de Tweede Kamer in december vorig jaar gesteunde motie.

De indiener van deze motie is Harm Waalkens. Lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Naar eigen zeggen biologisch melkveehouder te Groningen. Grootverdiener aan landbouwsubsidies.
Deze Harm Waalkens is door de Dierenbescherming in 2005 uitgeroepen tot Dierenbeschermer van het jaar, een titel die hij ook in 2006 nog mocht voeren.Tsja, Waalkens is kennelijk elke schaamte voorbij. (Wedden dat hij naast koudmerken van zijn dieren, ook de hoorns van zijn kalveren laat slopen?)
Het zou de Dierenbescherming sieren als met terugwerkende kracht Waalkens de titel Dierenbeschermer van het jaar zou worden afgenomen.
Het zou de fractie van de PvdA sieren als ze een ander zouden aanwijzen als woordvoerder landbouw.

18 mei 2008

Niet voor de motor maar voor de mond produceren

De titel slaat op de situatie dat boeren graan produceren die omgezet kunnen worden in biobrandstof (3%). Die wijze van produceren kost extra landbouwgrond die beter zou kunnen worden ingezet voor productie van voedsel. Maar nog belangrijker is dat dit graan bestemd is voor de monden van mensen (nu 60%) en niet voor de monden van het vee (nu 37%). Voedsel produceren en eerst omzetten in vlees is vreselijk inefficiënt en daarmee eigenlijk asociaal naar hongerige mensen in de derde wereld.
Helaas verdienen veel politici en bestuurders en hun achterban zelf aan het houden van vee en zijn daarom niet te vinden voor het oproepen tot het consumeren van minder vlees.
Aan de kiezer en de consument daarom de oproep: "stem niet op een vleeseter en minder zelf ook in jouw vleesconsumptie".
Dat is de meest directe bijdrage die een individu kan doen in het oplossen van mondiale voedselvraagstukken en van het beter en rechtvaardiger benutten van de vrije ruimte op aarde.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.