Lasten verschuiven ingrijpend door herziening Waterschapswet.
De waterschappen zijn een van oudste democratische instellingen in ons land. Dat wil niet zeggen dat zij daarmee ook de meest democratisch functionerende instelling is. Waterschappen vertegenwoordigen al eeuwenlang meer de belangen van de boeren dan die van de burgers. Maar uiteraard is er ook een gedeeld belang, bijvoorbeeld zuiver water en tegengaan van wateroverlast zijn in ieders belang.
De macht van de boeren in de waterschappen wordt gelukkig steeds kleiner maar is nog steeds in balans. Het is daarom interessant om te kijken hoe de boeren reageren op de aankondiging van de lastenverschuiving.
Op het Waterforum online valt het volgende te lezen.
John Tobben, secretaris werkgroep Water bij LTO Nederland heeft nog geen duidelijk overzicht van hoe hoog de verschillende tarieven voor agrariërs zullen worden. Maar hij noemt vooral een principieel bezwaar. Via de categorie ‘Ongebouwd’ betaalt de landbouwsector namelijk mee aan heffingen voor infrastructuur. Infrastructurele werken vallen met de economische waarde vreemd genoeg namelijk ook in de categorie ‘ongebouwd’. De economische waarde van snelwegen, tunnels, viaducten en het spoor is groot en groeit bovendien vaak ten koste van landbouwgrond. “Wij zien dat als een weeffout in de wet. Agrariërs moeten, als eigenaar van cultuurgrond, meebetalen aan infrastructuur die een grote economische waarde vertegenwoordigt. Dat vinden wij onrechtvaardig”.
Als voorbeeld geeft hij de onlangs aangelegde en kostbare tunnels bij Roermond, waardoor de Limburgse landbouwsector 5% meer waterschapsbelasting moet betalen. “Dat is raar. We vinden dat iedereen zijn eigen broek op moet houden”. Volgens Tobben zouden die heffingen bijvoorbeeld door de Rijks- en Provinciale overheden opgebracht moeten worden. Dat zou kunnen met een verhoging van de wegenbelasting en het treinkaartje van minder dan een procent. De heffingen voor agrarische gronden zouden niet meer dan vijf keer het bedrag moeten overschrijden van wat ‘Natuur’ per hectare betaalt, vindt de LTO.
Tot zover het forum.
Tobben heeft natuurlijk een punt dat de overheden zouden moeten betalen voor hun ruimtebeslag, maar zijn opmerking, dat de heffing voor agrarische gronden maximaal vijf keer die van natuurgronden zou mogen zijn, slaat nergens op. Een boer zou net zoveel moeten betalen voor op het opruimen van de ecologische gevolgen van zijn bedrijfsvoering als het kost. Met deze stelregel wordt het nog aantrekkelijker voor een boer om ecologisch verantwoord te produceren.