Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

04 juli 2008

Wildweiden voorkomen overlast en hebben veel andere voordelen

Uit de pers
Door een te omvangrijke populatie dringen de wilde varkens de laatste jaren steeds verderop naar de bebouwde kom. In de gemeente Epe struinen ze via de bermen inmiddels de noordwestelijke rand van de bebouwde kom binnen. Onder meer gras en bermen nabij de sporthal, op de Hoge Weerd en omgeving Dellenweg en Officiersweg worden met regelmaat door zwijnen overhoop gewroet, op zoek naar wormen en larven.

Men overweegt daarom de aanleg van graasweiden in het bosgebied. Dat moet de zwijnen verleiden daar op zoek te gaan naar eiwitrijk voedsel en niet langer uit te zwermen naar het dorp. Wildweiden ogen bovendien landschappelijk aantrekkelijk en de aanleg ervan kan meteen worden ingepast in het Landschapsontwikkelingsplan, waaraan wordt gewerkt.

Tot zover

Dit is een uitstekend voorstel.
Ook voor de ganzen zou iets dergelijks worden geregeld. Ook ganzen gaan in weilanden op zoek naar eiwitrijk gras.
Natuurgebieden moeten niet alleen aan elkaar worden gekoppeld, zodat dieren op zoek naar voedsel niet buiten een natuurgebied treden, maar moeten binnen hun gebied ook eiwitrijk voedsel kunnen vinden.
Vroeger werden arme gronden tot natuur verheven. Op dergelijke gebieden is vaak te weinig voedsel voor dieren, die dan voedsel gaan zoeken in landbouwgebied.

In ons land wordt veel (2x) meer landbouwgrond gebruikt dan voor de eigen voedselvoorziening nodig is. Buiten ons land is meer dan genoeg landbouwgrond beschikbaar om een eventuele groei in de vraag naar voedsel door buitenlandse bevolkingsgroei op te vangen.
Het ligt niet voor de hand dat ons land zoveel exporteert, omdat onze overproductie en excessief grondgebruik door de landbouw ten koste gaat van inrichting van natuur, recreatie, leefbaarheid van woongebieden en natuurlijke reiniging van afvalstoffen. De balans is scheef gezakt als gevolg van agrarische, economische belangen.

Vrijwilligheid bij omzetting landbouwgrond in natuur leidt tot stagnatie

28 juni 2008 verscheen dit bericht in het nieuws (Ziezo):
Minister Gerda Verburg (Landbouw) wil minder landbouwgrond aankopen dan tot dusver was voorzien om die om te zetten in natuurgebied, ook al heeft een groot deel van de Tweede Kamer daar grote moeite mee.

De CDA-bewindsvrouw denkt dat aankoop niet nodig is, als boeren beloond worden voor natuurbeheer op hun grond. Daar geloven D66, SP, GroenLinks en PvdD niet in. Zij denken dat ons land dan een minder waardevolle natuur gaat krijgen.

Pleitbezorger voor de aanpak van Verburg bleek donderdag vooral CDA'er Ad Koppejan. Hij zag geen tegenstelling tussen natuur en landbouw. Bovendien vroeg hij zich af of de Nederlanders niet liever uitzicht hebben op een karakteristiek cultuurlandschap dan op een "kunstmatig moeras".

Verburg en de Tweede kamer willen vasthouden aan de doelstelling om in 2018 in totaal 728.500 hectare aan natuurgebied te hebben in wat genoemd wordt de Ecologische Hoofdstructuur. Daarvoor is nog 80.000 hectare nodig en ruim de helft daarvan zou ingevuld worden door particulier beheer van gronden. Volgens Verburg is het niet per se nodig om de andere helft aan te kopen, maar een groot deel van de oppositie wil daar wel aan vasthouden.

Tot zover het nieuws

Laten we eens kijken hoe een voorbeeld in de praktijk eruit ziet. Onderstaande foto is genomen bij Spijkerboor in Drenthe. Klik op de foto voor een vergroting. De Oostermoer meandert kalm naar de horizon. Op de achtergrond ziet u een boer wiens erf vol staat met stallen. De vergunning voor de bouw van deze stallen is nog niet zo oud. Links ter hoogte van de stallen (niet zichtbaar op de foto) ligt Spijkerboor.
Nu de stallen er staan stopt de Oostermoer aan de overkant van de weg waar het bedrijf aan staat. Er moet nu gewacht worden met het doortrekken van de Oostermoer tot de boer vrijwillig afstand doet van zijn gronden. De verantwoordelijke autoriteiten hadden nooit toestemming moet geven voor uitbreiding. Op deze wijze stagneert de natuurontwikkeling. Als gewacht moet worden op vrijwillige afstand doen door de boer dan moet de financiële situatie de man wel erg aan de lippen staan. Wat is er in dit geval tegen onteigening? Hoe ver en hoe lang moet een samenleving zich terughouden om aan particulieren de gelegenheid te geven zich te verrijken in een sector die in de huidige omvang overbodig is, ten koste van de openbare ruimte?

Je moet de kat niet op de BBQ binden


Persbericht PvdD

Klacht bij Kamerpresidium over promotiebarbecue PVE

Partij voor de Dieren wil niet langer promotie bio-industrie voor haar fractiekamers

Den Haag 3 juli 2008 - De Partij voor de Dieren heeft het presidium van de Tweede Kamer gevraagd toe te zien op meer zorgvuldigheid bij de verhuur van Tweedekamergebouwen en daarbij horende terreinen voor commerciële promotiedoeleinden gericht op parlementariërs en bewindslieden.

De Productschappen voor vee, vlees en eieren houden hun jaarlijkse bio-industrie promotiebarbecue exact onder de ramen van de vier fractiekamers van de Partij voor de Dieren.

Marianne Thieme: “Het is terecht beleid dat er niet gemanifesteerd mag worden in het Tweede Kamergebouw, daar zal ook in het kader van dit commerciële bio-industrie promotiefestein strak de hand aan moeten worden gehouden. Wanneer PVE een proeverij wil organiseren, kan ze dat doen op openbaar terrein, zoals op het Plein, waar ook de vegetarische barbecue georganiseerd werd, maar niet in een gebouwencomplex dat waardenvrij zou moeten zijn.”

De fractiemedewerkers van de Partij voor de Dieren reageerden op de bio-industrie promotie-actie van PVE door posters voor de ramen te hangen met de tekst “rest in pieces”.

Marianne Thieme: “Nu de regering aangeeft dat vlees het meest vervuilende onderdeel van ons voedselpakket is en in tijden van voedselcrisis, past het niet een binnenplaats van het Kamergebouw open te stellen voor een sector die van het veroorzaken van deze maatschappelijke problemen haar broodwinning maakt. Het is net zo ongepast als een motorcross op het Kamerterrein zou zijn ter afsluiting van het parlementaire jaar.”

Einde bericht

De Grote Crisis. Nederlanders en hun dieren

Mr. Dirk Boon was tot 1 januari 2004 hoogleraar Dier en Recht aan de Universiteit Utrecht en is werkzaam als advocaat in het Groningse Zuidhorn. Hij schrijft columns voor Wildlife Magazine en geeft dit najaar een cursus onder de titel ‘De Grote Crisis. Nederlanders en hun dieren’.

Dirk Boon:

De onderwerpen voor mijn stukjes liggen altijd voor het oprapen. Mensen gaan namelijk zo idioot met dieren om dat moeiteloos elke dag een columnpje geschreven kan worden. Elke keer als ik aan het schrijven ben, vraag ik mij af hoe het toch komt dat zo raar, zo tegenstrijdig, met dieren wordt omgegaan.
Teder, wreed, schaamteloos, liefdevol, meedogenloos, aardig, angstig, medelijdend, bezorgd en met tal van andere gevoelens en expressies kan één en dezelfde mens dieren tegemoet treden. Doodsbang voor een spin (doodslaan dus), vertederd door een jonge poes, gedachteloos op een drumstick uit de bio-industrie kauwend, angstdromend van een tijger die in het circus door een brandende hoepel springt, werkend in het laboratorium waar dagelijks gemiddeld achtenzeventig proefdieren worden verbruikt, de confrontaties die één mens met dieren kan ondergaan zijn schier onbegrensd.
Wordt er dan geen paal en perk gesteld aan de omgang van mensen met dieren? Het lijkt er niet op. Mensen doen en laten met dieren alles wat hen goeddunkt zonder zich belemmerd te weten door geldende wetten en regels.
Hoe komt dat toch?
Komt het omdat dieren niet kunnen getuigen en geen aangifte kunnen doen over wat hen wordt aangedaan, zodat de mens -desnoods stiekem- kan doen en laten wat hij wil? ‘Geef uw hond een schop, dat lucht op’.
Komt het omdat de bijbelse heerschappij over de natuur wat al te letterlijk wordt genomen: ‘De dieren die in het wild leven, de vogels van de hemel, de dieren die op de aardbodem rondkruipen en de vissen van de zee zullen ontzag en angst voor jullie voelen -ze zijn in jullie macht-. Alles wat leeft en beweegt zal jullie tot voedsel dienen; dit alles geef ik je, zoals ik je ook de planten heb gegeven’. Ondertussen zijn de zeeën leeggevist, zodat van de vissen nog maar weinig ontzag en angst te verwachten zijn.
Bovendien vanaf 60 duizend jaar geleden is de mens zich over de aarde gaan verspreiden en overal waar hij verscheen, stierven direct grote vogelsoorten en zoogdiersoorten uit door overbejaging. Dat was ver voordat de christelijke ‘beschaving’ haar intrede deed. Hoe komt dat?
Komt het omdat er in de evolutie van de menselijke soort iets grondig is misgegaan en er een steekje los is komen te zitten in ons dierlijke brein? Moet de mens zichzelf onder curatele stellen, of op zijn minst onder bewind stellen om de verhoudingen met de natuur en de dieren te kunnen herstellen?
Hoe komt het dat al die dierenwetten niet functioneren in de praktijk? Hoe komt het dat er zo weinig belangstelling bestaat voor diervraagstukken en hoe komt het dat daar zo weinig onderzoek naar wordt gedaan? Zijn we bang om door de mand te vallen, om geconfronteerd te worden met een werkelijkheid die wij niet onder ogen willen zien, namelijk dat de mens geen nobele wilde is en niet aan de top van de evolutiepiramide staat? Dat er op zijn minst getornd kan worden aan zijn zelf aangemeten superioriteit, omdat hij niet meer is dan een meedogenloze uitroeier?
En het eigenaardige is dat de situatie in het Oude Rome niet wezenlijk anders was en ook niet in de Europese Middeleeuwen of in het achttiende eeuwse Engeland. Toen de Maori’s Nieuw-Zeeland betraden, waren binnen de kortste keren alle Moa’s -inheemse loopvogels tot wel 500 kilogram- uitgeroeid. En toen die op waren, vervielen zij tot kannibalisme. Waarom?

Deze en andere prangende vragen ga ik komend najaar eens lekker aan de orde stellen in een cursus onder de titel ‘De Grote Crisis. Nederlanders en hun dieren’.
De cursus wordt gegeven in het kader van het Hoger Onderwijs voor Ouderen (HOVO), ook wel de Senioren Academie genoemd van de Universiteit Groningen. De cursus wordt gegeven in één van de zalen van de Universiteit Groningen in de binnenstad van Groningen in de periode van dinsdag 30 september tot en met 9 december 2008 (21 oktober vervalt). De cursus wordt ’s middags gegeven van 13.15 tot 15.00 uur.
De cursusprijs bedraagt € 197,50, exclusief cursusmateriaal. De syllabus voor de cursus is uiterlijk twee weken voor 30 september beschikbaar. De uiterste inschrijfdatum is 16 september 2008.

02 juli 2008

Mensenapen krijgen mensenrechten, de rest niet?

Op Peopleplanetprofit het volgende bericht

Het Spaanse parlement heeft mensenapen dezelfde rechten gegeven als mensen. Dus: recht op leven en vrijheid. De resolutie met deze strekking vormt een mijlpaal in de geschiedenis van de mensenrechten. In Spanje krijgt een chimpansee, een gorilla, een orang-oetan en bonobo dus eigenlijk het recht door het hele land te reizen en mag niemand het dier opsluiten. Het is even jammer voor de niet-mensaapjes op de Rots van Gibraltar, die daar trouwens toch al leven als God in Frankrijk. Maar voor mensapen in proeflaboratoria is deze stap een sleutel om hun cel te openen.

Tot zover het bericht
.

Dat apen recht op vrijheid krijgen is een verheugende zaak, want dat is de kern van mensenrechten. Recht op leven ligt iets ingewikkelder want een mens mag niet gedood worden, maar kan het recht op leven eigenlijk niet claimen, want niemand kan garanderen dat je niet dood gaat (ooit).

Wat in het bericht ook duidelijk naar voren komt is dat het toekennen van rechten alleen aan mensapen eigenlijk niet rechtvaardig is naar andere dieren.
Wanneer je redeneert vanuit het recht op vrijheid kun je net zo goed redeneren dat een dier niet op mensen hoeft te lijken om rechten te hebben.
Meer hier over op Animal Freedom.

01 juli 2008

Heilige koeien

Zowel fervente automobilisten als verstokte vleeseters kunnen nogal verbolgen reageren als ze worden gewezen op de schadelijke gevolgen die hun overmatige autogebruik of vleesconsumptie heeft voor de wereld waarin we leven. Hoe we ons verplaatsen, hoe vaak en hoe ver, wat we eten en hoeveel: het lijken onaantastbare rechten, het zijn persoonlijke vrijheden. Wie deze heikele onderwerpen aansnijdt, maakt zich niet populair.

Echter, de ‘heilige koe’ op ons bord blijkt het milieu nog zwaarder te belasten dan die op onze oprit. Zelfs Wageningen Universiteit – met zeven door de zuivel- en vleesindustrie gesponsorde professoren – heeft na maandenlang rekenen, en nog eens rekenen, met zichtbare tegenzin toegegeven dat de cijfers en conclusies van ‘Meat the Truth’, de door Marianne Thieme (PvdD) gemaakte aanvulling op de klimaatfilm van Al Gore, kloppen als een zwerende vinger. De veehouderij produceert wereldwijd meer broeikasgassen dan al het verkeer en transport bij elkaar en legt een onevenredig groot beslag op de beschikbare landbouwgrond en drinkwatervoorraden. De vleesproductie is bovendien een drama voor de wereldvoedselverdeling, omdat er véél meer kilo’s plantaardige eiwitten (soja en granen) in de magen van ‘productiedieren’ verdwijnen dan het aan kilo’s vlees oplevert.

Hoe leg je uit aan de bewoners van een Polynesisch eiland dat langzaam maar zeker onder de zeespiegel verdwijnt, aan een moeder in Ethiopië die geen eten heeft voor haar kinderen, of aan de Amazone-indianen die uit hun leefgebied worden verdreven door de sojagiganten die ons veevoer produceren, dat wij hén alles ontnemen omdat wij zélf menen recht te hebben op onze persoonlijke vrijheden? Het scheelt dat we hen niet in de ogen hoeven te kijken. En ach, die slordige 500 miljoen dieren die er jaarlijks in Nederland doorheen worden gejaagd in de bio industrie: ‘we’ hebben allang besloten dat we hen geen uitleg verschuldigd zijn.

Daniëlle Hutter, Lemmer

28 juni 2008

Verdoofd castreren blijft gewoon dierenmishandeling

Supermarkten en varkensboeren hebben afgelopen vrijdag overeenstemming bereikt over de verdeling van de kosten voor het verdoofd castreren van biggen. Zoals te doen gebruikelijk betalen de boeren geen stuiver en nemen de supermarkten de extra kosten voor hun rekening. Die dat natuurlijk meteen weer doorberekenen aan de consument.
De consument zal de prijsverhoging straks vrijwel zeker zonder morren accepteren omdat hij denkt de biggen hiermee een dienst te bewijzen. Verdoofd castreren is immers diervriendelijk!
Vergeet het maar.
Om te beginnen worden alleen biggen die voor de Nederlandse markt bestemd zijn verdoofd gecastreerd. Aangezien 80% van het in Nederland geproduceerde varkensvlees naar buitenlandse afnemers gaat, betekent het dat 80% van de biggen in Nederland nog steeds onverdoofd wordt gecastreerd.

Er is dus geen enkele reden voor al die organisaties die hebben gestreden voor onverdoofd castreren om trots te zijn op hun resultaat. Ze hebben zich in de luren laten leggen door de varkenshouders. Immers, zij kunnen nu claimen dat ze diervriendelijk bezig zijn en tegelijkertijd rustig doorgaan met onverdoofd castreren.
Dan het verdoofd castreren zelf. Dat ziet er helemaal niet zo diervriendelijk uit als de term verdoofd castreren doet vermoeden.
Als het mannelijke varken een week tot tien dagen eerder wordt geslacht dan nu gebruikelijk is er qua mogelijke ‘berengeur’ geen vuiltje aan de lucht.
Er zijn landen (onder ander Engeland) waar de supermarkten geen vlees accepteren dat afkomstig is van gecastreerde biggen. De consument betaalt de geringe meersprijs die daar tegenover staat zonder morren.
Als het daar wel kan, waarom kan het dan hier niet?
Het blijft natuurlijk gissen, maar het donkerbruine vermoeden bestaat dat in ieder geval in Nederland zowel de producent als de consument met hun portemonnee zijn gaan denken. In de portemonnee is uitsluitend plaats voor geldstukken en bankbiljetten.
Daarom zijn voor varkenshouders de biggen geen dieren meer, maar productiemiddelen waar een zo hoog mogelijk rendement uit moet worden gehaald.
Daarom is de consument die in de supermarkt een kiloknaller vlees in zijn winkelwagentje mikt, absoluut niet geïnteresseerd in de omstandigheden waaronder dat stuk vlees toen het nog een dier was opgroeide.
Merkwaardig.
Dieren die onder stress moeten leven, maken stoffen aan die in hun vlees gaan zitten.
Dat is angstvlees.
Wie angstvlees eet, krijgt zelf ook angstvlees.
De consument van gangbaar vlees eet de stress en de angst en de daaruit volgende agressie op, en vraagt zich vervolgens verbaasd af waarom de wereld er toch zo vol stress, angst en agressie uit ziet.

De Volkskrant over gelukkige varkens en een ongelukkige omgeving


Er wordt de laatste tijd veel geschreven over de bio-industrie in de Volkskrant.
Dat is een goed teken, maar het is een teken des tijds dat voor- en tegenstanders van de intensieve veehouderij verharden in hun standpunten.
Er lijkt steeds meer ongevoeligheid te komen in de houding van de ondernemers en politici die grootschalig plannen. Ze lijken zover af te staan van de gevolgen van hun denkbeelden voor de praktijk dat alertheid voor de gevolgen voor dierenwelzijn geboden is.

In de Volkskrant van zaterdag 28 juni een aardig vergelijking van de positie van het varken binnen met buiten de bio-industrie.

Treffend is deze vergelijking:

En met die megastallen?

Handig: alle nadelen van bio-industrie op één plek. Doordat in een varkensflat zo veel (5 duizend tot 35 duizend) dieren op elkaar leven, is de kans op stress en besmettelijke ziekten veel groter. Er is veel meer autoverkeer door aan- en afvoer van varkens en voer. Het milieu wordt belast met stank en vervuiling door ammoniak en fijnstof. Enige milieuvoordeel: het beslag op ruimte en grond is laag.


Iets minder correct is deze:

Zijn biologisch gehouden varkens gelukkiger?

Beslist. Biologische varkens hebben gemiddeld 1,4 vierkante meter stalruimte en 1 tot 2,5 vierkante meter buitenruimte om te wroeten en te rollen. In de stallen ligt droog stro en er is volop daglicht en frisse lucht. De biggen houden hun staartjes en tanden en worden onder verdoving gecastreerd.


De buitenruimte van biologische varkens is niet altijd een ruime wei, maar vaak een betonnen of modderige uitloop. Het beton maakt de varkens beslist niet gelukkig. Het behouden van hun staartjes ook niet per se en ook biologische varkens hebben weinig afleiding en dan is knabbelen aan een staart van een ander een welkom spelletje.

Mogelijk haalt de auteur hier biologisch en biodynamisch door elkaar.
Voor wie als lezer zich niet verdiept heeft in de materie is het onderscheid ook onduidelijk.
Belangrijk voor de lezer is de boodschap dat minder vlees eten en produceren het meest effectief voor het voorkomen van dierenwelzijns- en milieuproblemen. De biodynamische sector komt aan deze boodschap nog het meest tegemoet omdat zij vooral ecologisch verantwoord en kleinschalig wil produceren.

26 juni 2008

Open brief over het vergassen van ganzen

Geachte dames en heren van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer,

Zo langzamerhand vragen wij ons werkelijk af wat de mensen van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer bezielt!
Wij weten al vele jaren dat uw beider organisaties er niet voor terugdeinzen om zo af en toe en hier en daar dieren om zeep te (laten) helpen, maar waar Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer nú mee bezig zijn is óngelooflijk, verbijsterend, laf en wreed, en slaat alles.

Welke belangen zitten hierachter voor uw organisaties dat u uw medewerking verleent aan deze meedogenloze moordpartijen onder de grauwe ganzen op Texel en in Friesland, en onder de grauwe ganzen, kolganzen en brandganzen in natuurterreinen in Utrecht? Is het de bedoeling een wit voetje te halen bij de agrariërs die vinden dat zij niet genoeg schadegeld krijgen uitgekeerd van het Faunafonds?
En de zinloosheid van deze ganzenmoord.... Natuurorganisaties als de uwe weten zelf immers ook heel goed dat er volgend jaar weer net zo veel ganzen in de betreffende gebieden zitten als nu, want de lege plaatsen worden weer snel ingenomen door nieuwe exemplaren uit de omgeving.

Voor welke natuur zetten Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer zich eigenlijk in?! Immers..., door deze massale slachting wordt het hele Europese ecosysteem alleen maar schade toegebracht! En dan de wrede manier waarop.... De dieren lijden bij vergassing met pure CO2 minuten lang aan enorme stress, ademnood en pijn Uiteindelijk sterven de dieren door verstikking. Vele onderzoeken hebben dit aangetoond. Hoe kunt u als natuurorganisatie het voor uw geweten verantwoorden om op de leugens van Duke Faunabeheer af te gaan (CO2-vergassing zou diervriendelijk zijn....!) en duizenden dieren zo enorm te laten lijden!

De argumenten die worden aangevoerd om deze moordpartij onder nota bene beschermde vogels te rechtvaardigen zijn deels sterk overdreven, deels uit de lucht gegrepen en kunnen geen rechtvaardiging zijn voor het uitmoorden van hele populaties.
  1. Er zal inderdaad hier en daar sprake kunnen zijn van landbouwschade door de grauwe gans. Maar we waren in de veronderstelling dat juist dáárvoor het Faunafonds was opgericht.... En als de agrariërs vinden dat ze te weinig krijgen uitgekeerd, dan keert het fonds maar iets meer uit. Geen reden dus voor zo'n massale slachting.
  2. Welke alternatieve mogelijkheden zijn uitgeprobeerd? Wordt er bij de teeltkeuze van bepaalde gewassen gekeken welke vogels of andere dieren daar in de omgeving fourageren?
  3. Het argument dat de aanwezigheid van de grauwe gans de komst van weidevogels zoals de grutto tegenhoudt gaat ook al niet op. Immers: Natuurmonumenten heeft er destijds zélf voor gezorgd dat de betreffende terreinen geschikt gemaakt zijn voor de grauwe gans door de grond drassig te maken. Bovendien zeggen deskundigen van SOVON dat de mening als zouden de ganzen de nesten van weidevogels verstoren "iedere wetenschappelijke onderbouwing mist". En de orchideeën? In een ooggetuigeverslag van de ganzenmoord op vrijdag 13 juni jl. op Texel lazen we het volgende: "Het NATUURgebied waar ze gevangen waren bestond uit metershoog riet, waar weidevogels helemaal niet voorkomen. Ook vertelde iemand die aan het karteren was dat er wel duizenden orchideeën groeiden en dat daar niets mee aan de hand is." Dus ook dát argument gaat niet op.

"Rechten voor al wat leeft" vindt het ónverteerbaar en ónvergeeflijk wat u hier aan het doen bent. Wij zullen zéker hierover berichten in het blad dat wij uitgeven. Wij vrezen voor u dat u bezig bent mét de gans ook de geloofwaardigheid van uw eigen organisatie te reduceren tot nul. Stop deze zinloze en meedogenloze dierenmoord!

Hoogachtend,

mevr. E. de Boer,
secr. "Rechten voor al wat leeft"
Leonard Bramerstraat 18
1816 TR Alkmaar

P.S. Over de reactie van Natuurmonumenten op onze eerdere protestmail willen wij nog het volgende zeggen:

1. In de derde alinea van deze reactie hebt u het over "bedreiging van dierenwelzijn" als voorbeeld van zwaarwegende omstandigheden dat ingrijpen noodzakelijk zou maken. Hoe durft u het woord "dierenwelzijn" in de mond te nemen? Hoe kunt u in het belang van 'dierenwelzijn' duizenden dieren, n.b. terwijl ze jongen hebben, mét hun jongen de dood injagen, en dan nog wel zo'n gruwelijke verstikkingsdood!
2. Dat u "zorgvuldig" hierover hebt nagedacht (4e alinea van uw reactie) komt bepaald niet uit in de uiteindelijke uitvoering van de vangacties. "Rücksichtlos" kunnen we het beter noemen, de manier waarop er te werk wordt gegaan bij het vangen, het in de veewagen gooien [dat alles terwijl medewerkers van Natuurmonumenten lachend en met de handen in de zakken stonden toe te kijken (ooggetuigeverslag 13-06-2008)] en het vergassen. Duke Faunabeheer schermt er graag mee dat de CO2-vergassingsmethode een door het ministerie van Landbouw aanbevolen methode is. En dús stemt u er mee in!? Is het nog niet bij u bekend dat men voor advies over dierenwelzijn niet bij Landbouw moet zijn? Waarom zouden er zoveel dierenwelzijnsorganisaties bestaan denkt u, als we toch een landbouwministerie hebben dat het beste met de dieren voorheeft? Ex-landbouwminister C. Veerman heeft destijds ook gezegd dat CO2-vergassing best diervriendelijk is, als de dieren maar in groepjes bij elkaar mogen zitten tijdens de vergassing! Het zegt alles over Natuurmonumenten dat zij déze man als voorzitter in haar gelederen heeft binnengehaald!
(Voor alle duidelijkheid: Uit al het voorgaande in dit schrijven mag blijken dat wij faliekant tégen de massale ganzenmoord zijn, ongeacht of de wijze waaróp de dieren worden gedood nu wel of niet humaan is. De door Duke Faunabeheer toegepaste methode maakt het geheel alleen nóg maar erger.)
Aan het eind van uw reactie lezen we nog de "geruststellende" mededeling dat de ganzen niet worden vernietigd maar naar de poelier gaan. Nu, dat hadden we ook zonder die mededeling wel begrepen. Vernietigen levert geen geld op. De minister van Landbouw stimuleert immers ook om afgeschoten wilde ganzen te verwerken tot natuur- of streekproduct, omdat het zo lekker smaakt. We hebben in Nederland ook nog geen vlees genoeg! Dus, waarom dan geen geld verdienen aan alle soorten wilde ganzen die we maar te pakken kunnen krijgen, beschermd of niet....?! Voor geld mag de Flora- en Faunawet wel overtreden worden....

Tot slot: U ligt misschien wakker van wat minder orchideetjes in natuurgebieden. Maar de wreedheid en meedogenloosheid van dit hele ganzendrama bezorgt óns slapeloze nachten!

25 juni 2008

Een smakelijk alternatief voor vlees realiseren is de oplossing

Uit de Volkskrant van maandag 23 juni:
`Een vegetariër in een Hummer is milieuvriendelijker dan een vleeseter op de fiets.' Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren kan haar inzet voor het Volkskrant op Zondagdebat niet beknopter verwoorden. Vlees eten is niet alleen slecht voor dier en mens, maar het milieueffect is ook nog eens enorm, zegt ze. Als we met z'n allen in Nederland een dag per week geen vlees eten, zijn alle C02-doelstellingen van het kabinet gerealiseerd.
`Het slechtste van alles is dat er te veel mensen op deze wereld zijn', is het antwoord van vleesimporteur Jack van Messel.
In debatcentrum De Rode Hoed gingen ethicus en dierenarts Frans Stafleu, Marianne Thieme en jack van Messel zondag in gesprek over vlees.
We moeten matigen in vleesconsumptie, is de gezamenlijke conclusie. Daar kan de regering wat aan doen: de prijs van biologisch vlees moet niet omlaag. In plaats daarvan moeten de 25 kippenpoten voor 2 euro die ernaast liggen in het supermarktschap, fors in prijs worden verhoogd. `We moeten niet denken dat mensen rationele wezens zijn die verstandig kiezen', zegt ethicus Stafleu.
Gaan milieuvriendelijk en diervriendelijk wel samen? Varkensflats zijn goed voor het milieu (ze kosten weinig ruimte, die elders voor kan worden benut), maar zijn niet goed voor het dierenwelzijn. `Mevrouw Thieme hinkt op twee benen', zegt Van Messel, die zijn rundvlees uit Brazilië importeert. Daar wonen de koeien op flinke lappen grond in de buitenlucht. `Of je bent voor dierenwelzijn, óf je bent voor het milieu. Niet allebei.' Volgens Thieme kan het wel samen; minderen in vleesconsumptie en de boer door middel van subsidie stimuleren milieuvriendelijk en duurzaam zijn vee te houden.
Is verbieden van vlees eten de oplossing? `Nee', zegt Thieme.
`Een smakelijk alternatief voor vlees realiseren is de oplossing.'
`Nee', zegt ook Van Messel. `Dat werkt averechts. Dan krijgen we een underground-vleesconsumptiecircuit .
`Ja', zegt Stafleu. `Ik snap niet waarom we mensen laten kiezen.

Tot zover het verslag van het debat.

Voor de goede verstaander hier is wel degelijk overeenstemming, het is alleen nog niet verwoord. Wat wel is verwoord is dat mensen het beste minder vlees kunnen eten. Wat half is verwoord is dat verbieden niet helpt, maar alleen dier- en milieuvriendelijke keuzes voorleggen wel.
Wat niet is verwoord is wie verantwoordelijk is voor de oplossing. Wanneer we het individu als consument verantwoordelijk stellen zal er weinig veranderen aan het huidige consumptiepatroon en aan het voedselaanbod. Wanneer we het aan de politiek overlaten zal er tot Sint Juttemis geen regering ontstaan die alle dier- en milieuvriendelijke keuzes uit de supermarkt laat halen.
Ondertussen moeten we maar genoegen nemen met de trage werking van de voorlichting met als boodschap “minder vlees levert meer voordelen op”, net zolang dat deze slogan kan worden samengevat met “minder vlees eten, mevrouw, u weet wel waarom…..”
Ondertussen is het goed om te lezen dat Marianne Thieme tegenover de enige relevante opmerking van een vleeseter dat hij “vlees zo lekker vindt” opwerpt dat een smakelijk alternatief voor vlees realiseren de oplossing is.

De mens is een omnivoor en geen vleeseter of vegetariër

Natuurlijk: omnivoor zijn betekent dat de mens vlees en plantaardig voedsel eet, maar niet verplicht. De menselijke omnivoor kan kiezen. Hij moet geen vlees eten, maar heeft plantaardig voedsel wel nodig om gezond te blijven.

In de Volkskrant van vandaag een bijdrage van een importeur van biologisch vlees. Zijn verhaal is niet sterk, maar de titel boven stuk wordt verzonnen door de redacteur. De titel luidde “Een mens is geen vegetariër”. Deze open deur valt de schrijver Jack van Messel niet te verwijten. Ook niet zijn oproep om minder vlees te eten omdat dat beter voor de wereld is.
Waar van Messel fout zit is dat de veehouderij noodzakelijk is in de huidige opzet. Vlees importeren is per definitie in een overproductie-situatie milieuonvriendelijk, zelfs als het biologisch vlees betreft.
In ons land wordt teveel vlees geproduceerd. Een verantwoorde productie op kleine schaal d.w.z. niet meer dan in de directe omgeving wordt geconsumeerd past burger, akkerbouwer, veehouder en vee.
Ook als veel mensen besluiten om vegetariër te worden, is het voor de voedselkringloop handig als er op bescheiden schaal vlees en met name zuivel wordt geproduceerd en geconsumeerd. Met de mest kan weer de plantaardige productie op peil worden gehouden.
Maar de eerlijkheid gebiedt toe te geven dat een voedselproductie ook geheel zonder dierlijke ondersteuning mogelijk is. Niet lang na de uitvinding van buskruit is immers ook de kunstmest uitgevonden.

Belgische oproep om geen zeehondenproducten te kopen

Internationale betoging in Brussel voor Europees handelsverbod zeehondenproducten

Betogers uit heel Europa samen met bekende Vlamingen tegen de zeehondenjacht

De dierenrechtenorganisatie GAIA organiseert samen met Eurogroup for Animals, International Fund for Animal Welfare (IFAW) en Humane Society International (HSI) een internationale manifestatie tegen de zeehondenjacht op dinsdag 1 juli 2008 om 14u vlakbij het hoofdkantoor van de Europese Commissie in Brussel.

Bekende Vlamingen Annick Segal en Janine Bisschops (Thuis-actrices), acteur Pol Goossen (ook bekend van Thuis), muzikant-componist Miguel Wiels, Spring-actrice Annemarie Picard, tv-presentatrice Saartje Vandendriessche, en zangeres Liliane Saint-Pierre zullen op het podium hun steentje bijdragen. Ze trekken dinsdag samen met vele honderden actievoerders uit heel Europa naar het Berlaymontgebouw.

De betogers roepen de Europese Commissie op om naar het voorbeeld van België (als eerste EU-land met een verbod sinds 2007) en Nederland een onvoorwaardelijk EU-verbod in te stellen op de handel in zeehondenproducten uit Canada, maar ook uit Rusland en Namibië. Dit jaar werden alleen al in Canada meer dan 200 000 jonge zeehonden wreedaardig afgeslacht. De EU is nog steeds een belangrijke afzetmarkt voor zeehondenproducten. Een EU-verbod op de handel in zeehondenproducten betekent ongetwijfeld het begin van het einde van de wrede slachtpartijen.

De betoging komt er niet toevallig op de dag dat Frankrijk het EU-voorzitterschap overneemt. De Canadese eerste minister Harper probeerde eerder bij de Franse president Sarkozy steun te zoeken tegen een Europees handelsverbod.

Wanneer: Dinsdag 1 juli

Start: 14u, einde voorzien om 15u30

Waar: Wetstraat 175, vlakbij het Schumanplein in Brussel 1000

17 juni 2008

Megastallen

In de LC van 13 juni schetst Annemarie van Gelder een somber en verontrustend beeld van het toekomstige Friese landschap. Waar grazende en herkauwende koeien voorheen een vertrouwde aanblik boden in het weidse landschap dreigen nu gigantische stallen te verrijzen waarin tot wel duizend runderen kunnen worden gehuisvest. Deze dieren zullen niet of nauwelijks meer daglicht kunnen aanschouwen want uit economische en ruimtelijke overwegingen zullen ze niet meer de wei in kunnen. Ze worden gedwongen zijn, onschuldig als ze zijn, hun leven in een dodelijk vervelende gevangenschap te slijten tot de slager hun roept.
Dit is de totale waanzin waardoor nu ook de koeien onderdeel van de bio-industrie worden! En dat in een tijd waarin de veeteelt als de grote schuldige van de uitstoot van broeikasgassen is aangewezen, de hongersnood in de wereld zou kunnen worden opgelost door de veestapel drastisch in te krimpen en de aanwijzingen dat zuivelproducten de gezondheid van de mens eerder bedreigen dan bevorderen evident zijn!
De hoop die mevrouw Van Gelder uitspreekt dat GS van Friesland deze gekte alsnog (tijdelijk) zal weten te keren is vertederend maar lijkt mij in volkomen tegenspraak met de ervaringen die we met overheidsinstanties op dit gebied hebben. Arm Friesland en vooral: arme koeien!!

11 juni 2008

Hoop doet leven

Vandaag weer een echte “dierendag” is de krant.
Bericht numero één maakt gewag van een jager in het pittoreske dorpje Harich. De wakkere borst blijkt de afgelopen tijd meerdere loslopende katten te hebben doodgeschoten. Waarom? Wel, vanwege het simpele feit dat de diertjes over zijn jachtgebied liepen…………. En kennelijk heeft deze gek de wet ook nog aan zijn zijde. Eigenaren van de katten die verhaal komen halen worden uitgelachen en weggestuurd.
Bericht nummer twee maakt me evenmin vrolijk. De rechter staat het doden van ganzen op Texel toe. Deze vogels schijnen zo’n onoverkomelijke schade te veroorzaken dat de doodstraf den enige remedie blijkt te zijn.
In een derde artikel wordt verslag gedaan van een brand in een kippenstal ergens in den lande. 60.000 kippen levend verbrand! Een vrolijke humorist reageert op de internetsite op dit bericht met de opmerking dat het jammer was dat de kippen niet van tevoren waren geplukt, want dan hadden we nu “120.000 halve kippetjes kunnen verorberen”……………..
Mocht ooit de twijfel bij mij opgekomen zijn of zoiets als de Partij voor de Dieren bestaansrecht in dit land zou hebben, bij regelmaat doen zich in ons beschaafde, welvarende landje situaties voor die elke twijfel bij voorbaat elimineren.
Alles wat de mens tot de meest meedogenloze uitroeier van leven op deze planeet maakt komt in deze berichten terug. Onverschilligheid, pure wreedheid, economische belangen waaraan alles, ook het leed van andere levende wezens, ondergeschikt wordt gemaakt en niet in de laatste plaats een grenzeloze arrogantie van de diersoort mens t.o.v. van alles wat er verder nog aan leven is.
De discussies lopen hoog op waar het b.v. betreft de embryoselectie, bedoeld om kinderen te laten geboren worden zonder angst voor en dreiging met een verschrikkelijke, dodelijke ziekte. De principeridders vallen bijna over elkaar heen om ons te waarschuwen en te behoeden voor dat vreselijk gevaarlijke “hellende vlak” waar we op terecht dreigen te komen. Ja, als het gaat om de eigen soort barsten we ineens van de ethiek en gaan we met een zuinig mondje beweren dat niet alles wat kan ook mag of moet!
Dat we de fase van het hellend vlak al achter ons hebben en nu hard bezig zijn er en een steile afdaling van te maken die wellicht zal uitmonden in de afgrond lijken we niet of nauwelijks te beseffen. De godsgruwelijke schande van de bio-industrie, het leegroven van zeeën, het vernietigen van biotopen van allerlei wilde dieren, de plezierjacht, het belachelijk maken van dieren in circussen, het sportvissen, elke overweging van ethische aard is hier aan de kant gezet om slechts het ordinaire eigen belang te laten prevaleren! Dat een samenleving die niet in staat of bereid is de zwaksten in die samenleving, te weten de dieren, dat respect en die bescherming te bieden waar ze recht op hebben nooit het predicaat “beschaafd” zal verdienen is iets wat nog te weinig mensen zich realiseren.
Gelukkig begint er, heel voorzichtig, iets te veranderen in de manier waarop mensen zich positioneren t.o.v. hun medeaardbewoners. Het ontstaan en het succes van de Partij voor de Dieren, actiegroepen als Wakker Dier, Varkens in Nood, Faunabescherming, Bont voor Dieren etc. wijst op een mentaliteitsverandering die weliswaar nog schuchtere trekjes vertoont maar onmiskenbaar en onomkeerbaar aan de dag treedt!
Soms slaat de moedeloosheid toe en denk je dat het allemaal vergeefse moeite is. Soms denk je dat het besluit om geen of althans zo weinig mogelijk vlees meer te eten een nutteloos gebaar is en niet meer dan het sussen van het eigen geweten inhoudt. Waarom zou ik me dat lekkere karbonaadje of kippenpootje eigenlijk nog ontzeggen? Nauwelijks verholen hoon en meewarige blikken van de vleeseters in het gezelschap doen je dan twijfelen aan de oprechtheid en effectiviteit van het boycotten van het carnivore zwelgen tijdens de onvermijdelijke barbecueorgieën. Dan toch weer breekt het besef door dat er wel degelijk iets verandert, dat je je omringd weet met mensen die het nog langer verdommen om mee te marcheren in de dodenmars van de overmatige vleesconsumptie. Je leest brieven van mensen die restaurants aanschrijven omdat daar nog het gruwelproduct “foie gras” op de menukaart voorkomt. Je ziet ingezonden stukken in de krant van mensen die het opnemen voor circusdieren, die het sportvissen ontmaskeren als pure dierenkwellerij, die het bouwen van megastallen en de bewust wazig gehouden procedures bij het verlenen van vergunningen daarvoor aan de kaak stellen. Je ziet dat mensen zich oprecht druk maken om het feit dat een onevenredig deel van de landbouwgewassen aan het vee wordt opgevoerd om van plantaardig eiwit dierlijk eiwit te maken wat vervolgens allen door de rijken der aarde kan worden gegeten. En dan zie je dat zelfs in regeringskringen het besef begint door te dringen dat de veeteelt totaal is doorgeslagen en één van de grote oorzaken van de wereldvoedselcrisis is. Ja, dan flakkert de hoop toch weer op. De hoop dat, langzaam maar onmiskenbaar, de mensheid begint te ontwaken. En dan ben je blij bij deze voorhoede te horen, een beetje pionier te zijn in een strijd die na de afschaffing van de slavernij en de uitbanning van oorlog wel eens een van de markantste voor de wereld en bewoners zou kunnen zijn.

28 mei 2008

Drink het lekker zelf op!

Boze melkveehouders weigeren nog langer melk te leveren aan de zuivelfabrieken. Ze vinden dat ze te weinig voor de melk krijgen. Daarom lozen ze de melk bij wijze van protest op het land, in plaats van naar de fabriek te brengen.

Overigens: de kans dat er echt melk over het land wordt gestrooid is vrijwel nul. Het is vrijwel zeker water, aangelengd met kalk en dat lijkt bedrieglijk veel op melk.

De boeren zeggen dat hun kostprijs hoger is dan de prijs die de fabrieken willen betalen.
Overigens: de boeren zijn zelf eigenaar van die zuivelfabrieken.
Over het algemeen is het zo dat wanneer ondernemers minder voor hun product krijgen dan wat het kost, ze er mee stoppen. Maar niet de Nederlandse boeren. Die melken gewoon door.
Dat kon en kan omdat er forse subsidies naar de melkveehouderij gaan. Een gemiddelde melkveehouder (75 koeien) krijgt boven op de melkprijs nog eens ongeveer € 27.000 per jaar aan subsidie. Directe inkomenssteun (bijstand dus) waarvoor hij niets hoeft te doen.
En dan zijn er nog allerlei kosten die de melkveehouder afwentelt op de rest van de burgerij. Te denken valt aan: kapot gereden wegen, milieuvervuiling, stank en de niet onbelangrijke bijdrage aan het broeikaseffect waarvoor bij de boer geen stuiver in rekening wordt gebracht.
Een aspect wat nogal eens wordt vergeten, is dat melk en zuivelproducten helemaal niet zo gezond zijn als veel mensen wel denken. Google maar eens ‘mythe melk’. Lees en huiver.
Een andere mythe is dat Nederland zo’n goed land is om melk te produceren.
Volstrekte onzin.
Ons land is zeer ongeschikt om koeien te houden. Het klimaat is er niet goed genoeg voor. En daarom moeten boeren allerhande investeringen doen om toch melk te kunnen produceren. Bijvoorbeeld voor stallen en het aankopen van (kracht)voer omdat het eigen land niet genoeg voer geeft. Dat jaagt de kostprijs op.
Kortom Nederland is ongeschikt voor grootschalige melkveehouderij. In ander klimaatzones kan het veel goedkoper.
Stoppen met dus met die handel en wel zo snel mogelijk. Als de boeren hier toch door willen gaan met melken en ontevreden zijn over de prijs die ze krijgen:
Drink het dan lekker zelf op!

26 mei 2008

Megastallen voor dieren horen nergens thuis

Oud- minister Veerman vindt dat megastallen niet op het platteland thuishoren omdat ze ontsierend zijn en het imago van de sector schaden. Kijk eens aan. Wat er in die stallen gebeurt, interesseert het voormalig bewindspersoon niet. Het gaat om het imago, de buitenkant.
Bij het woord ‘megastallen’ denkt overigens iedereen aan het grootschalig houden van varkens of kippen. Maar het wordt langzaam duidelijk dat het met het melkvee precies dezelfde kant uit gaat. Het is alleen zo jammer dat behalve de LTO (de denktank die alle plannen voor boerenmaffia bedenkt) en de melkveehouders zelf, bijna niemand in de gaten heeft dat van de melkveehouderij nu ook bio-industrie wordt gemaakt.
In veel plattelandsgemeenten verrijzen uit hun krachten gegroeide ligboxstallen van twaalf meter hoog. Koeienkathedralen, waar minimaal 400 koeien in worden gehouden. Deze koeien komen nooit meer buiten. Voor 400 koeien is een oppervlakte van tenminste 200 hectare nodig. Veel van de boeren die nu zo’n megastal bouwen, hebben die oppervlakte niet. Dat betekent dat een groot deel van het voer van buiten het bedrijf moet worden aangevoerd, en een nog groter deel van de mest moet worden afgevoerd.
(Voor elke kilo melk produceert een koe tenminste drie kilo stront.)
Dat is dus bio-industrie: het op elkaar proppen van dieren in een stal, het voer elders aankopen, en de stront elders afzetten. De noordelijke provincies zijn hard op weg één grote ligboxstal te worden. En er is niets tegen te doen. De LTO heeft zowel in het noorden als in het zuiden, via nieuwe provinciale streekplannen, de bouwkavels bij boerderijen zo opgerekt dat qua bouw alles mogelijk is. Melkveehouderijen mogen stallen tot 2,5 hectare groot bouwen. Varkens- en kippenhouders tot 10 hectare. De politiek heeft zitten slapen, de provinciale pers deed ook een dutje. En de burger? Die wordt pas wakker als het te laat is en de stallen er staan.
Om de cirkel helemaal rond te maken concluderen experts van zuivelcoöperatie Friesland Foods, het ministerie van landbouwbouw, het Productschap Zuivel, onderzoeksinstituut LEI, veevoerbedrijf Nutreco Hendrix-UTD, European Dairy Farmers (EDF) en accountantskantoor Accon-Avm dat de melkveehouderij over dertig jaar vrijwel verdwenen is in Nederland.
De experts noemen twee redenen voor een mogelijke forse inkrimping. Ten eerste verwachten ze dat de melkveehouderij meer een vorm van intensieve veehouderij wordt met grootschalige bedrijven. Deze bedrijven zullen met hoge grond- en arbeidskosten en veel regelgeving kampen en kunnen er daarom maar beter voor kiezen zich in een goedkoper land te vestigen.
Melkveehouders kiezen ook vaker voor neventakken als natuurbeheer en recreatiemogelijkheden. Hierin zien de experts een tweede reden voor het inkrimpen van de melkveehouderij.
Interessant, de big boys in de zuivelwereld voorspellen het einde van melkveehouderij in Nederland, maar die verdwijnt natuurlijk pas nadat eerst op grootschalige wijze het platteland is verpest.

23 mei 2008

Maatschappelijke kosten intensieve veehouderij

LNV minister Verburg heeft 3 onderzoeksbureaus de opdracht gegeven om uit te zoeken wat de maatschappelijke kosten en baten van de intensieve veehouderij zijn. Volgens de onderzoekers hangt het antwoord af van de productieomvang.

En zo is het maar net.

Veel negatieve gevolgen van de intensieve veehouderij zijn te voorkomen door de omvang van de sector te verkleinen. Dat levert onder meer minder dierenleed, milieudruk en mestoverschot op. Ons land exporteert immers twee keer zoveel landbouwproducten als de binnenlandse consumptie.

Maar bij een krimp van de sector verdient een kleine groep boeren en exporteurs wel minder geld.

Maar wat is voor de maatschappij belangrijker?

De onderzoekers durven het antwoord niet te geven.

De dieren kunnen niets zeggen. Wat kiest u?

22 mei 2008

LTO geeft natuurbeschermers sigaar uit eigen doos

Op Ziezo valt te lezen:
Nederland moet veel zuiniger omspringen met kostbare landbouwgrond. Deze dringende boodschap heeft LTO Nederland gisteren neergelegd bij de Tweede Kamer in Den Haag. Landbouwgrond wordt nu te gemakkelijk opgeofferd voor allerlei afzonderlijke doelen als natuur, verstedelijking, recreatie en woningbouw.
Als de nu al bestaande projecten volgens plan zouden worden uitgevoerd, gaat dat de komende tien jaar 70.000 ha extra landbouwgrondkosten. De gevolgen beperken zich bovendien niet tot het natuurgebied, maar beïnvloeden ook de productieomstandigheden daar omheen. De extra grondclaims komen bovenop de 150.000 ha, die eerder in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur zijn afgesproken en waar de land- en tuinbouw niet aan wil tornen.

Provincies en gemeenten moeten volgens LTO-bestuurder Tammo Beishuizen (verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening) veel meer terughoudend omgaan met het wijzigingen van bestemmingen. Ze doen er volgens hem beter aan om sommige functies slimmer met elkaar te verbinden waardoor voor meerdere partijen voordelen te behalen zijn. Niet alleen de burgers en boeren zijn ermee gediend, maar niet in de laatste plaats ook de overheid zelf. De uitvoering van de Ecologische Hoofdstructuur (de EHS is een netwerk van aaneengesloten natuurgebieden door het hele land) loopt meer en meer vertraging op door onder meer een gebrek aan geld.

“Dat betekent dat de investeringen in natuurcompensatie - dat is de omvorming van landbouwgrond in natuur vanwege de aanleg van bijvoorbeeld een woonwijk of infrastructuur - beter plaats kan vinden binnen de EHS. Het mes snijdt dan aan twee kanten. Je zorgt voor een versnelling van de EHS en je behoudt landbouwgrond”, zegt Beishuizen. Ook waterclaims worden vaak aan extra natuurontwikkeling gekoppeld. Volgens LTO Nederland moet dit als EHS worden meegeteld, omdat waterberging ook natuurdoelen dient.

Tot zover Ziezo.
Boeren gaan zelf slecht om met kostbare landbouwgrond. Ze overbemesten de grond zodanig dat er soms alleen nog maar maïs (voor veevoer) op kan groeien. Het bodemleven verschraalt en de gewassen van dergelijke landbouwgronden zijn lang niet zo gezond en smaakvol als vroeger.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken heeft Nederland een overvloed (2x dan nodig voor zelfvoorziening) aan landbouwgrond. Dat hangt samen met de eeuwenoude expansie ten koste van de natuur en de zee die het landbouwareaal in ons land zo groot gemaakt heeft. Wat terug geven aan de natuur is daarom geen probleem. Het betekent natuurlijk wel dat de boeren dan wat minder land hebben om mest op uit te rijden of te bezaaien met gewassen die voor bio-energie geschikt zijn. Natuurlijk, een paar boeren kunnen dan wat minder verdienen.
Maar een groter oppervlakte van aangesloten natuur maakt ons land aanzienlijk aantrekkelijker. Het helpt de aanslag op de biodiversiteit te verminderen en de opmars van soorten die nu nog voornamelijk in het buitenland leven te vergemakkelijken.
Zoals de mens zelf fysiek reist over de wereld en mondiaal surft over de digitale snelweg, krijgt de natuur dan ook een redelijke kans om zich sneller aan te passen op klimaatsverandering als gevolg van de menselijke activiteiten in de veehouderij.
Ondertussen probeert de agrosector het grote publiek knollen voor citroenen te verkopen door natuur aan te kopen en in te zetten voor agrarisch natuurbeheer en dit beleid te laten vallen onder natuurontwikkeling. Dat is een sigaar uit eigen doos.

Bever en beverrat worden gevangen

En wanneer de muskusrattenbestrijder het dier aantreft in de kooi, krijgt de een de kogel en wordt de ander weer vrijgelaten. Die laatste, de bever, leeft op vrijwel dezelfde plaatsen in de natuur, maar heeft een wat onschuldiger manier van nesten bouwen.
Beverrat De beverrat heeft een voorkeur voor steile oevers en die vind je vaak bij boeren die graag het land tot het uiterste in gebruik nemen.
Wanneer de overheid deze boeren zou belonen voor een kleine stapje terug te doen, dan heeft de beverrat misschien ook een kans om te overleven.
Natuurlijk moeten er dan nog enige jaren vele investeringen worden gedaan in het omkatten van watergangen en dijklichamen om er voor te zorgen dat ondergraving geen gevaar voor overstroming oplevert (zie video). Maar op de lange termijn levert dit een mooier land op. Althans mooi voor degenen die de strakke lijnen van slootkanten liever wat "onderbroken" willen zien door graafwerkzaamheden.
Ook in het Drentse Hunzedal wordt de bever uitgezet en beschermd (zie video). Het wordt een interessante vraag of de bever de beverrat samen met de bestrijder uit zijn biotoop zal verjagen of dat de mens uiteindelijk het gebied aan alle drie overlaat: bever, beverrat en muskusrat.

19 mei 2008

Verminking van koeien met drie jaar verlengd

Landbouwminister Verburg heeft de mogelijkheid van koudmerken, ook wel vriesbranden genoemd, van koeien met drie jaar verlengd. Via koudmerken wordt in de bil van de koe een nummer gebrand. Een soort kentekenplaat waaraan de koe is te herkennen. Maar koeien hebben al jaren, wettelijk verplicht, twee gele kentekenplaten in haar oren geschroefd gekregen.
Die gele platen - vaak de oorzaak van fikse ontstekingen die weer bestreden worden met sloten antibiotica - waren nodig omdat er nogal eens werd gefraudeerd met koeien. Boeren probeerden kalveren van koeien die weinig melk gaven, te verkopen als kalveren van koeien die veel melk gaven.

Dat kon makkelijk omdat vroeger niet precies was na te gaan welk kalf van welke koe kwam. Met de invoering van de gele platen, waarop via een streepjescode alle gegevens over de voorouders van de koe staan, is dat vrijwel uitgesloten.

Tussen haakjes: het waren niet de koeien die fraudeerden, maar de boeren. Die gele flappen zitten dus in de verkeerde oren.

Verder hebben koeien naast de gele nummerborden ook nog een halsband om. Daarin staan dezelfde gegevens als op de gele nummerborden, plus informatie over de ziektegeschiedenis en wat de koe de afgelopen 24 uur heeft gegeten. Als de koe langs de voerautomaat in de stal wandelt, bepaalt de halsband om haar nek hoeveel voer ze mag hebben om zoveel mogelijk melk te kunnen geven.

Maar de gegevens op de chip in de halsband kan de boer niet lezen, en de streepjescode op de gele flappen ook al niet. En dus vriesbrandt de melkveehouder een groot nummerbord in de kont van de koe.

Al in 1996, dus TWAALF jaar geleden, is deze ingreep verboden omdat het de integriteit van het dier aantast. Maar bij dergelijke verboden krijgen boeren in Nederland altijd en eeuwig zeer ruime overgangstermijnen om aan het verbod te wennen. U leest het goed: de boeren moeten er aan wennen…

En dus werd in het vriesbranden/koudmerken per 1996 verboden met dien verstande dat het verbod pas in 2001 zou ingaan. Maar na vijf jaar bleek dat de boeren er nog steeds niet aan gewend waren dat het koudmerken toch echt al sinds 1996 verboden was. En dus werd de overgangstermijn waarbinnen het koudmerken gewoon ongestraft kon doorgaan, op verzoek van de agrolobby in de Tweede Kamer, keer op keer verlengd.

Nu, mei 2008, wordt de overgangstermijn door de minister wederom met drie jaar verlengd tot 2011. Ze meldt dapper dat het koudmerken uiterlijk 1 juni 2011 echt verleden tijd zal zijn.

Dat moeten we, gelet op het verleden, eerst nog maar eens zien.

En als het al lukt, dan heeft het VIJFTIEN jaar geduurd voordat een wettelijk verbod op koudmerken van kracht wordt.

Wie het verbod controleert en wat de sancties zijn bij overtreding is volstrekt onduidelijk. Ook dat is in de landbouw eerder regel dan uitzondering. Het zwermt in de landbouw van de regelgeving waar geen boer zich aan houdt omdat er niet wordt gecontroleerd (de landbouwpolitie AID van het ministerie durft niet). Bovendien: straffen op overtreding zijn er niet, dus waarom zouden ze controleren.

Tenslotte nog dit. De minister heeft het koudmerken/vriesmerken met drie jaar verlengd in reactie op een door de Tweede Kamer in december vorig jaar gesteunde motie.

De indiener van deze motie is Harm Waalkens. Lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Naar eigen zeggen biologisch melkveehouder te Groningen. Grootverdiener aan landbouwsubsidies.
Deze Harm Waalkens is door de Dierenbescherming in 2005 uitgeroepen tot Dierenbeschermer van het jaar, een titel die hij ook in 2006 nog mocht voeren.Tsja, Waalkens is kennelijk elke schaamte voorbij. (Wedden dat hij naast koudmerken van zijn dieren, ook de hoorns van zijn kalveren laat slopen?)
Het zou de Dierenbescherming sieren als met terugwerkende kracht Waalkens de titel Dierenbeschermer van het jaar zou worden afgenomen.
Het zou de fractie van de PvdA sieren als ze een ander zouden aanwijzen als woordvoerder landbouw.

18 mei 2008

Niet voor de motor maar voor de mond produceren

De titel slaat op de situatie dat boeren graan produceren die omgezet kunnen worden in biobrandstof (3%). Die wijze van produceren kost extra landbouwgrond die beter zou kunnen worden ingezet voor productie van voedsel. Maar nog belangrijker is dat dit graan bestemd is voor de monden van mensen (nu 60%) en niet voor de monden van het vee (nu 37%). Voedsel produceren en eerst omzetten in vlees is vreselijk inefficiënt en daarmee eigenlijk asociaal naar hongerige mensen in de derde wereld.
Helaas verdienen veel politici en bestuurders en hun achterban zelf aan het houden van vee en zijn daarom niet te vinden voor het oproepen tot het consumeren van minder vlees.
Aan de kiezer en de consument daarom de oproep: "stem niet op een vleeseter en minder zelf ook in jouw vleesconsumptie".
Dat is de meest directe bijdrage die een individu kan doen in het oplossen van mondiale voedselvraagstukken en van het beter en rechtvaardiger benutten van de vrije ruimte op aarde.

17 mei 2008

Dier en Leed

Toegegeven, het was niet de handigste plek waar het merelstel hun kraamkamer inrichtten. Op ongeveer anderhalve meter hoogte in de klimop die de afscheiding siert tussen mijn buren en ons territorium, bijna recht voor mijn voordeur, zag ik hem en haar bedrijvig scharrelen. Eerst met takjes, sprietjes, pluisjes, kortom met van alles dat tot een degelijke en comfortabele constructie van het onderkomen kon leiden. Soms, als de aanstaande ouders, even elders vertoefden voor ongetwijfeld dringende bezigheden, waagde ik voorzichtig een blik te werpen in het nest. En ja, op zekere dag nam ik een viertal blauwe eitjes waar. We slopen bijna op kousenvoeten van en naar onze voordeur en waar mogelijk gebruikten we de achterdeur als uit- en toegang. Als we ’s avonds, of eigenlijk ’s nachts, visite uitzwaaiden en we per ongeluk de voordeur daartoe openzwiepten, realiseerden we ons ineens dat…………………. Wat giechelig, want we hadden niet hele avond limonade gedronken, wees ik dan het vertrekkende gezelschap erop dat ze uiterste behoedzaamheid aan de dag dienden te leggen bij het passeren van “ons” nest en zeker bij het bestijgen van zijn/haar rijwiel niet in verleiding moesten komen even bij de afscheiding de soms broodnodige steun te zoeken. Het ging allemaal goed en groot was mijn vreugde, ja bijna ontroering, toen ik onder in het nest opeens wat onsamenhangend gewriemel ontwaarde. Een nieuwe merelgeneratie was geschapen! Met nóg grotere strengheid bewaakte ik de directe omgeving van het jonge gezinnetje. Bezichtiging door derden was alleen toegestaan na mijn uitdrukkelijke permissie en niet anders dan onder mijn leiding, uiteraard alleen slechts dan wanneer pa en ma aan het fourageren waren. Ik zag ze met de dag metamorfoseren van kale wormachtige griezeltjes tot iets wat zowaar vaag op een vogeltje ging lijken. Maar mijn geluk ging gepaard met een zekere onrust. Gezien de locatie van het nest moest het voor een beetje kat geen heksentoer zijn zich toegang te verschaffen tot het kinderverblijf en ik controleerde dan ook regelmatig of een dergelijk, onder normale omstandigheden door mij zeer gerespecteerd en geliefd huisdier, zich binnen de gevarenzone, die ik zelf bepaald had, vertoonde. Zag ik er één, dan joeg ik hem/haar, weliswaar met pijn in mijn PvdD-hart onverbiddelijk weg, desnoods met behulp van een kluit aarde o.i.d. Het ging nog steeds goed, de bekjes waren wijd opengesperd zodra ze enig levend wezen in hun nabijheid bespeurden. Optimistisch als ik ben schepte ik op tegen mijn vrouw dat mede dankzij onze niet aflatende oplettendheid er wellicht een viertal nieuwe merels onze toch al vogelrijke omgeving zouden gaan verrijken.
Toch sloeg het noodlot toe…………………! Het was al ruim na middernacht, computer uitgezet, kattenbak ontdaan van ongerechtigheden, katten eten en drinken gegeven, deuren afgesloten, lichten uit en hup, richting echtelijke sponde waar mijn wederhelft zich al enige uren tevoren had neergevleid. Ineens hoorde de schelle, paniekerige alarmschreeuw, onmiskenbaar van een merel! Een gevoel van grote ongerustheid overviel me. Het zal *@#&^% niet zo zijn dat………………………………… Vroeg opstaan is iets dat ik, normaal gesproken, met forse tegenzin en daarom dan ook zo weinig mogelijk doe. Dit keer echter besloot ik op een voor mij ongebruikelijk tijdstip, vóór achten dus midden in de nacht eigenlijk, de benen naast het bed te zetten. De douche liet ik vooralsnog links liggen, schoot wat kleren aan en haastte mij, met bange voorgevoelens, naar de plaats waar het jonge leven zich aan het ontplooien was. Het eerste wat ik zag toen ik de voordeur had geopend was de afschuwelijk aanblik van een redelijk volgroeid, maar dood en al aangevreten mereltje. Even verderop nog zo’n lijkje. Het nest was leeg, net zo leeg als toen alles nog moest beginnen. Van het ouderpaar was niets meer te bekennen!

Het nest is er nog, de katten zijn er nog en er zijn veel jonge vogels de wereld ingevlogen. Maar “die van mij” hebben het niet gered. Waarschijnlijk zijn ze in de nachtelijke duisternis sluw overvallen door een kat van buren - want de mijne komen in deze tijd niet alleen buiten – en doodgebeten zonder dat daarvoor een legitieme reden, zoals honger, aanwezig was. De drie buurkatten waarvan er naar alle waarschijnlijkheid één of meer verantwoordelijk was/waren voor dit minidrama bejegenen mij nog steeds met dezelfde welwillendheid als voor de moordpartij. En ach, ik hen ook maar weer. Want vergeleken met wat wij als mensen dieren aandoen uit winzucht, vermaak, onverschilligheid, status en dus met ons volle “verstand” is het instinctief handelen van zo’n poezebeest alleszins verschoonbaar. Of niet soms?

16 mei 2008

Lezing Boon over Gezelschapsdieren

Gezelschapsdieren; dinsdag 13 mei 2008 te Leeuwarden

  1. Er is een canon van de Nederlandse geschiedenis vorig jaar gereed gekomen met vijftig vensters op het verleden. Het eerste venster heet hunebedden. Naar het oordeel van Boon dient dat thema zo snel mogelijk vervangen te worden door het verhaal van de mensheidsgeschiedenis.
  2. Dat verhaal is gebaseerd op de inzichten die de laatste vijftig jaar zijn ontstaan.
  3. Aan studenten is gevraagd wat de leeftijd van het heelal is en van de aarde. De juiste antwoorden zijn 13.7 en 4.5 miljard jaar. Wanneer is het leven begonnen? Ongeveer 3.5 miljard jaar geleden. Sommige studenten meenden dat de aarde 6, of 10, of 20 duizend jaar oud is.
  4. Mensen blijken geen benul te hebben van de plek waar ze in leven (in het groot, in het heelal) en van het tijdsbestek dat tot hun ontwikkeling heeft geleid.
  5. Over het algemeen wordt aanvaard dat de soort homo-sapiens ongeveer 150 tot 200 duizend jaar oud is. Out of Africa II. De mens is ontstaan in Oost-Afrika en heeft zich in ongeveer 60 duizend jaar verspreid over de aarde.
  6. Daarbij heeft hij zich aan kunnen passen aan verschillende terreingesteldheden en aan sterk uiteenlopende weersomstandigheden. Ook is hij bestand geweest tegen roofdieren en ziektekiemen. Overal waar de mens is verschenen zijn in hoog tempo grote vogels- en zoogdiersoorten uitgestorven door overbejaging. De mens is een agressieve, exploratieve op expansie beluste moordenaar.
  7. Zo’n 12 duizend jaar geleden stond de mens er als volgt voor: hij beschikte over stenen werktuigen waarmee hij kon steken, slaan, hakken, schrapen, werpen en snijden; hij kon vuur aanmaken, aanhouden en doven; hij kon dierenhuiden, hout en botten bewerken.
  8. Mens had daardoor een niet te onderschatten voorsprong op andere dieren om hem heen.
  9. De grote prooidieren heeft hij successievelijk uitgeroeid.
  10. Mens is vanaf zo’n 12 duizend jaar geleden dieren gaan domesticeren en gewassen gaan telen. Hij is daarmee de enige diersoort die daartoe is overgegaan. Mogelijk zijn er al 15 miljard soorten levende organismen uitgestorven, op de paar miljoen na die nu nog op aarde leven.
  11. Niemand is er over verbaasd dat in Nederland 160 miljoen dieren worden gehouden, tien dieren per Nederlander, dieren die geheel afhankelijk zijn van mensen voor hun verzorging en huisvesting. Het merendeel van deze dieren bestaat uit gedomesticeerde soorten.
  12. Waarom verbaast niemand dat? En waarom is niemand boos of verontwaardigd of verontrust? Deze en dergelijke vragen zullen centraal staan in de cursus die in het najaar van 2008 wordt gegeven. Waarom gaan mensen zo idioot met dieren om en ervaren wij dat als vanzelfsprekend? Is er een defect is ons brein waardoor we met dieren doen en laten wat we willen, zonder ons belemmerd te weten door wetten en regels?
  13. Van de 160 miljoen dieren worden er ruim 30 miljoen gehouden in particuliere huishoudens als gezelschapsdier en nog eens zo’n 60 duizend in dierentuinen en dergelijke. Het overgrote deel van dit aantal bestaat uit aquariumvissen en (volière)vogels. In 1980 was dit aantal 20 miljoen, nu zijn het er anderhalf keer zo veel. Twee gezelschapsdieren per Nederlander.
  14. Niet uit onwil, maar vooral uit onkunde en desinteresse worden veel dieren verkeerd verzorgd en gehuisvest. Nooit is uitgezocht wat dat voor gevolgen heeft voor het welzijn van de betrokken dieren. Een grote bron van ellende is het fokken met rasdieren (van allerlei soorten), waardoor er erfelijke afwijkingen en gezondheidsproblemen in het nageslacht ontstaan. Ook de honger naar zeldzame, exotische soorten maakt de zaak er niet eenvoudiger op.
  15. De wettelijke regels om problemen tegen te gaan, helpen niet. De opsporing en controle worden bemoeilijkt doordat woningen zonder ernstige verdenking van strafbare feiten niet betreden mogen worden. politie en justitie gaan het liefst met een grote boog om dieren heen, omdat dit dikwijls ‘moeilijke’ zaken zijn.
  16. Wat kan er worden gedaan: campagne voeren met als boodschap dat het schandelijk is om gezelschapsdieren te willen houden. Net als in de anti-rookcampagne: ontmoedigen en schaamte opwekken. ‘Je bent een rund als je met gezelschapsdieren stunt’.

Lezing Boon over Productiedieren

Productiedieren; dinsdag 21 mei te Gasselternijveen

  1. Het grote publiek en ook de meeste geïnteresseerden weten niet precies wat zich in de (intensieve) veehouderij afspeelt en hoe dieren er aan toe zijn. Tegenstanders van de bio-industrie en van het eten van vlees roepen als regel maar wat, terwijl de sector
    -geholpen door de draconische maatregelen tegen besmettelijke dierziekten- er allang in geslaagd is om haar deuren hermetisch te sluiten voor pottenkijkers. Er worden op dit ogenblik 130 miljoen productiedieren gehouden in Nederland. Waar zijn die? Hoe zie je die? Je rijdt wel eens langs een vrachtwagen op de snelweg waar een varkensoor uitsteekt, maar dat is de enige confrontatie van het publiek met de sector. Het enige echte contact vindt plaats in de supermarkt bij de schappen waar het vlees, de eieren en de zuivel staan opgesteld.
    In zo’n setting is elke maatschappelijke discussie over het welzijn van dieren in de veehouderij uitgesloten.
  2. Het boerenbedrijf bestaat niet meer. De veehouderij kenmerkt zich door ketenproductie, waarin alle schakels van elkaar afhankelijk zijn. Welbewust en ongemerkt trekken heel grote bedrijven aan de touwtjes. De strijd om het dierenwelzijn kan allang niet meer gevoerd worden met een oproep aan boeren om hun dieren beter te huisvesten. Vergelijk het met de ellende die Shell al jaren veroorzaakt in Nigeria bij de oliewinning. Protesteren daartegen is als roepen in de woestijn.
    Er zal moeten worden omgezien naar andere maatregelen.
  3. Die beginnen ermee dat precies in kaart moet worden gebracht welke dieren als productiedieren gehouden worden en welke welzijnsproblemen in alle facetten van de dierhouderij zich voordoen. Er zijn maar weinig organisaties waar die kennis voorhanden is. Bij Wakker Dier bijvoorbeeld.
  4. Twee mogelijkheden om de situatie te verbeteren: overheidsmaatregelen, vooral op het financiële vlak en het krachtig organiseren van consumentenprotest, vooral door het links laten liggen van verkeerde producten.
  5. Twee voorbeelden: het nertsendossier en het konijnendossier.

Lezing Boon over Beschermde dieren in het wild en schadelijke dieren

Beschermde dieren in het wild en schadelijke dieren; dinsdag 3 juni te Zwolle

  1. Nederland is een park geworden, elke Nederlander is een parkwachter. Hij heeft de wettelijke plicht om aan hulpbehoevende dieren in de natuur bijstand te verlenen. Deze regel staat op gespannen voet met het verbod om beschermde dieren en producten van beschermde dieren onder zich te hebben.
  2. Dit gebod staat ook op gespannen voet met de achteloosheid waarmee jaarlijks onbekende aantallen dieren in het verkeer worden doodgereden en die door onze infrastructuur ten onder gaan. Geschat wordt dat circa 2 miljoen vogels jaarlijks zich doodvliegen tegen hoogspanningsleidingen. Gevraagd naar het aantal vogels dat zich gemiddeld jaarlijks in Nederland ophoudt, is ooit een keer een voorzichtige schatting gemaakt van 40 miljoen exemplaren. Als dat aantal juist is dan legt dus jaarlijks 5 procent van de vogelstand het loodje, louter door de aanwezigheid van elektriciteitslijnen.
    Niemand die zich daar om bekommert.
  3. Eigenaardig is ook de bestrijding van schadelijke dieren. De hele fauna in Nederland is beschermd met uitzondering van de zwarte rat, de bruine rat en de huismuis. Daarnaast kunnen allerlei soorten worden aangewezen die schadelijk worden geacht en bestreden mogen worden. Allerlei soorten komen daarvoor in aanmerking: zwanen, ganzen, vossen. De bestrijding van de muskusrat is in handen van een goed georganiseerd overheidsapparaat dat jaarlijks zo’n 350 duizend dieren wegvangt. Daarbij worden ouderwetse vangmiddelen gebruikt die onnodig lijden veroorzaken.
  4. De hengelsport is een bedrijfstak waar zo’n 2 miljoen liefhebbers in Nederland profijt van hebben. Onbegrepen is waarom de sector nooit enige moeite heeft gedaan om vangmiddelen te ontwikkelen die geen schade aan vissen toebrengen. Het gebruik van vishaken is al tienduizenden jaren oud. Nog nooit is iemand op het idee gekomen om eens iets moderners te bedenken.
  5. Aan de hand van het dossier Oostvaardersplassen wordt geïllustreerd hoe merkwaardig de moderne natuurbescherming in Nederland functioneert.

15 mei 2008

Nederland kent teveel dierentuinen

Er zijn TEVEEL dierentuinen, veel te veel. En dus ook veel te veel leeuwen.
De dichtheid is krankzinnig.
Het is gebruikelijk dat je om iets bijzonders te willen zien moeite moet
doen.
Wie de zee wil zien en in Maastricht woont, moet moeite doen.
Wie de Nachtwacht wil zien en in Groningen woont - idem.
De Eiffeltoren etc.
Iets vèèl kostbaarders - levende wilde dieren - worden overal in het land
neergesmeten.
Ik heb het nu even niet over surplus en de rest.

Dus ik pleit (primair) voor een heel beperkt aantal dierentuinen.

In Nederland zijn ca. 40 leeuwen in verschillende dierentuinen.
In geheel Europa nog eens vele honderden!
En er komen nog steeds maar dierentuinen bij.

Of neem de apen.
Moet iedere dierentuin in Ned. apen hebben, als er al enige honderden in
Apeldoorn zijn?

De circuswereld is - in mijn ogen - helemaal wild west. Een zooitje
ongeregeld. (Zie ook Ratelband.) Daar moeten we geen woorden aan vuil maken:
alle dieren moeten daar weg, de wilde dieren het eerst.

Subsidiëring stoppen. Commerciële exploitatie terugdringen.

E.d.

07 mei 2008

Het sluiten van slachthuizen voorkomt geen wrakke koeien

Door de publiciteit rondom het aanvoeren van wrakke koeien naar het slachthuis van Friesland Vlees/Beef heeft de slachterij besloten haar bedrijf te sluiten.
Met de sluiting is het probleem van het gebrek aan dierenwelzijn onder de aangevoerde koeien niet verkleind maar verspreid. Boeren zullen hun uitgemolken koeien nu aan andere slachthuizen aanleveren. Aan de AID de opdracht om deze spreiding kritisch te volgen en aan het LNV de opdracht om het ontstaan van wrakke koeien te voorkomen door de melkveehouderij te begrenzen in hun lust tot uitmelken.

Alleen een melkveehouderij waarin het niet economisch aantrekkelijk is om een koe zo uit te melken dat het tot het bot uitteert is een effectieve oplossing.
In de huidige economische verhoudingen wordt een melkveehouder verleid om een koe het jaar rond op stal te houden en zoveel mogelijk melk te laten produceren. Die melk en de zuivelproducten worden afgezet op buitenlandse markten, oftewel geëxporteerd op grote schaal.
Een veestapel die even groot is als de binnenlandse behoefte en een weren van buitenlandse zuivel en een eis tot ecologisch verantwoord produceren is (pas) een gezond agrobeleid. Maar dan moet in EU-verband wel gelden “gelijke monniken, gelijke kappen”. Die eis aan het beleid zou aan alle landen gesteld moeten worden.

Holocaustbanalisering door dierenactivisten

Manfred Gerstenfeld is voorzitter van de raad van bestuur van het Jerusalem Center for Public Affairs en schrijft in het forum van de Volkskrant van 7 mei 2008:
Een andere categorie van Holocaustbanalisering die veel publiciteit heeft gekregen, is het vergelijken van het slachten van dieren met de genocide op joden. Hier vindt men de meest perverse misbruiken van de Holocaustgeschiedenis. De extreme dierenactivistenorganisatie Peta, heeft enkele jaren geleden in een aantal Europese landen, waaronder in 2004 in Nederland, een tentoonstelling georganiseerd `holocaust op uw bord'. Foto's laten onder andere beelden van mensen in concentratiekampen zien naast die van mishandelde dieren op boerderijen, alsmede hopen naakte doden naast een hoop varkenskarkassen.
Ingrid Newkirk, de Amerikaanse oprichtster en directeur van Peta, had al in 1983 beweerd dat dieren en mensen hetzelfde zijn. Zij schreef: `een rat is een varken is een jongen' en `zes miljoen mensen zijn in concentratiekampen om het leven gekomen, terwijl zes miljard broedkippen dit jaar in abattoirs zullen sterven'. Het wezenlijke van deze vergelijking is dat dieren tot mensen worden verklaard, waarna een aantal andere manipulaties moet worden doorgevoerd om de valse vergelijking tot stand te brengen. Na veel protesten verontschuldigden Newkirk en Peta zich voor de tentoonstelling.

Tot zover Gerstenfeld.

Hij heeft gelijk. Hoewel er vele overeenkomsten zijn tussen een concentratiekamp en een bio-industriestal slaat het vergelijken van de bio-industrie met de Holocaust als op een tang op een varken. De wijze van argumenteren staat als kitsch tegenover kunst. Het argument is simpelweg te gemakkelijk en heeft geen kwaliteit, zie ook "De wet van Godwin".

Willen dierenactivisten succes hebben in het verbeteren van de omstandigheden van dieren dan doen ze er beter aan om korte-termijn "successen" te laten liggen, die het imago van het opkomen voor dieren beschadigen.
Voorbeelden zijn illegale acties, beschadigingen van eigendommen en het bedreigen van mensen. Het geven van een goed voorbeeld is op de lange duur een veel krachtiger instrument om navolgers te kweken.
Uiteraard geldt dit ook voor joodse en islamitische voorstanders van onverdoofd ritueel slachten.

Vlees noch vis?

Sinds ik mij heb aangesloten bij de Partij voor de Dieren en daar ook enige activiteit ontplooi ben ik (meer) gaan nadenken over de vraag wel of geen vlees eten. Dat nadenken heeft geresulteerd in het feit dat ik thans misschien nog maar een kwart aan vlees eet van wat ik vroeger consumeerde. Tevens wil ik alleen nog maar biologisch of scharrelvlees eten. Steeds vaker eet ik vegetarische producten, veelal zgn. vleesvervangers. Ik heb echter begrepen dat veel doorgewinterde vegetariërs daar hun neus voor ophalen. Waarom is mij niet geheel duidelijk, maar het zij zo! Ook kom ik wel eens mensen tegen die zich weliswaar vegetariër noemen maar tevens toegeven dat ze nog wel vis eten. Nou vind ik vis ook lekker maar ik vraag mij toch in gemoede af of het eten van een (ge)dode vis minder erg is dan een dito varken, lam, koe of kip. En eerlijk gezegd kom ik elke keer weer tot de conclusie dat geen verschil is. Gevangen vis komt op een zeer onaangename wijze aan zijn eind. Een kabeljauw heeft meer dan een uur nodig om op het droge te stikken. Ga er maar aan staan! In de viskwekerijen gaat het er evenmin vrolijk aan toe! Wanneer de tijd van de gekweekte vis is gekomen wordt het dier uit het relatief warme water gehaald en in ijskoud water gedompeld. Er volgt een lange kwellingvolle lijdensweg alvorens de vis uiteindelijk de geest geeft. Zelfs viskwekers zelf vinden het moeilijk deze gruwelijke doodstrijd te moeten aanzien en experimenteren nu met elektrische schokken waardoor de vis meteen het bewustzijn verlies en (hopelijk) zonder pijn sterft. Deze methode schijnt echter, hoewel "humaner", ook duurder te zijn, dus..............................
Ook de paling is een akelig lot beschoren alvorens deze op ons bordje verschijnt. Om de slijmlaag van de paling te verwijderen wordt het beest in een zoutbad gelegd. De pijnen die hij daar ondergaat moeten afschuwlijk zijn, te vergelijken met derdegraads brandwonden bij een mens. Ook deze lijdensweg is lang en smartelijk want als de paling uiteindelijk niet meer beweegt is het dier nog wel degelijk bij bewustzijn. Ik denk dan ook dat vegetariër zijn of worden inhoudt dat je geen enkel dood dier meer eet. Vlees noch vis!

04 mei 2008

Omzetting landbouwgrond in natuur heeft meer voordelen dan nadelen

Uit het Agrarisch Dagblad van 17 april:
Het kabinet moet veel meer met één mond spreken als het gaat over voedselschaarste en bio-energie. Dat staat in de brandbrief die landbouworganisatie LTO 17 april 2008 stuurde naar premier Jan Peter Balkenende.
LTO haalt aan dat de ene minister zich uitspreekt over een voedselcrisis door biobrandstoffen, terwijl de een andere de schaarste in verband brengt met de vleesconsumptie. ”Ondertussen werd een verdrag gesloten met Brazilië over de levering van bio-ethanol.”
LTO-voorzitter Albert Jan Maat spreekt van een kakofonie van tegenstrijdige geluiden. De minister van landbouw zou in zijn ogen de overige ministers beter moeten informeren. LTO vraagt in de brief om meer regie van het kabinet en meer vertrouwen in de sector. Maat: "Nederland speelt een belangrijke rol in de wereldvoedselvoorziening en het kabinet moet dat ook uitdragen".
De LTO-voorzitter deelt met de ministers de zorg over voedselschaarste, maar hij denkt niet dat de inzet van biobrandstof waarmee zijn sector de klimaatverandering tegen hoopt te gaan, ten koste gaat van de voedselproductie.

Tot zover het AGD.

De heer Maat heeft volkomen gelijk, maar is zelf ook schuldig aan verwarring. De boeren in Nederland willen graag meer landbouwgrond hebben om mest uit te rijden en om gewassen voor bio-brandstoffen te verbouwen. Dat is puur besparing van de kosten en levert meer inkomen. De boeren willen dit niet om een schaarste op de wereldmarkt te verkleinen, zij willen er gewoon aan verdienen. Dit motief op zich is menselijk, maar de Nederlandse boer levert al een enorme overproductie ten koste van dierenwelzijn, natuur en milieu. Voor een gezonde Ecologisch HoofdStructuur is het nodig om een deel van de landbouwgronden om te zetten in (natte) natuur.
Die omzetting gaat niet ten koste van de voedselbehoefte in arme landen, integendeel. Daarvan is de overproductie in de Nederlandse veehouderij deels debet. De omzetting zorgt ondermeer voor voldoende foerageergebied voor ganzen, zodat er minder overlast is op de gewone landbouwgronden. Ook dieren hebben ruimte nodig om zich te bewegen bij voedselschaarste.

30 april 2008

Selectieve verontwaardiging

Afgelopen week werd bekend dat in Leeuwarden een hond, een Beagle, met een hamer was doodgeslagen door zijn/haar eigenaren. De reden die werd opgegeven voor deze rigoureuze handeling was dat het beestje te veel zou verharen. Wel, dat zal nu wel over zijn, neem ik aan.
Groot was de verontwaardiging alom! Terecht, natuurlijk! Zieke geesten zijn het die een weerloos dier op die manier behandelen. Ook bij mij komt in zo'n geval een dieprode, machteloze woede naar boven borrelen en dat moet zijn tijd even hebben. Daarna kwamen de zgn. gemengde gevoelens naar voren. Natuurlijk, de kwaadheid en het medelijden met dat arme dier blijven. Toch kreeg ik ook een ietwat unheimisch gevoel over de selectiviteit waarmee de verontwaardiging over dierenleed zich soms uit. Wat bijvoorbeeld te denken van de dagelijkse wreedheden ten opzichte van veel andere dieren, die zich voornamelijk buiten ons blikveld afspelen maar daarom niet minder verwerpelijk zijn.
Ik doel hierbij natuurlijk vooral op de bio-industrie, waar jaarlijks honderden miljoenen dieren geslachtofferd worden aan de lekkere trek van mensen. Mensen die wellicht hun hond of kat alles geven, inclusief liefde en zorg, wat zo'n dier nodig heeft en zelfs vaak nog meer dan dat. Het blijft natuurlijk paradoxaal dat de honden- en kattenknuffelaars zonder enige schroom hun karbonaadje of varkenshaasje naar binnen werken. Deze produkten zijn afkomstig van een wezen dat door mensen die het weten kunnen wordt beschouwd als beduidend intelligenter dan de onze geliefde, trouwe hond. Onverdoofd gecastreerd, naar nu blijkt ontbreekt hieraan zelfs elke zin, ook vanuit het boerenbelang, aan deze wrede handeling. Hoektanden worden bijgevijld, ze worden in veel te kleine ruimtes gehouden, zien praktisch geen daglicht, worden in veewagens over veel te grote afstanden en onder afschuwelijke omstandigheden door Europa gesleept, kortom de omstandigheden waarin deze dieren leven en vooral ook sterven zouden nooit of te nimmer voor honden en/of katten worden geaccepteerd. Het land zou, terecht, te klein zijn. Het zelfde geldt natuurlijk voor ander slachtoffers van deze schande der mensheid, zoals, kippen, kalveren en andere dieren. We willen het niet weten en willen dat het stukje vlees dat op ons bord belandt ons op geen enkele wijze meer doet denken aan het, met een levenswil bezielde, wezen waar het eens onderdeel van uitmaakte. Ik heb al vaak meegemaakt dat vooral vrouwen, geen kippenpoot willen eten omdat ze kunnen zien "wat het geweest is"! Als dat geen hypocrisie is................ Ook ik ben nog steeds geen 100% vegetariër, hoewel ik nu misschien nog maar een kwart eet aan vlees van wat ik vroeger consumeerde. Tevens wil ik alleen nog, als ik vlees gebruik, biologisch of scharrelvlees eten. Ik heb ontdekt dat vegetarisch eten even lekker kan zijn als vlees - want ik vind vlees nog steeds lekker(!!) - en ook geloof ik dat het minder, of beter nog, niet eten van vlees gezonder is voor de mens. De enig logische consequentie van het bestrijden van het onnodige en gruwelijke dierenleed dat bio-industrie heet is zelf op geen enkele wijze meer meewerken aan het instandhouden ervan. Ik ben hard op weg en hoef niet meer overtuigd te worden. Maar er zijn nog vele anderen die nog niet "om" zijn en het zal nog een lange en bittere strijd geven eer ieder mens overtuigd zal zijn van het belang van een "vleesloze" samenleving, die tevens het einde van de honger in de wereld zal betekenen.

29 april 2008

Slechts 2 euro marge per vleesvarken



Prijzen voor varkens stijgen en dalen en varkenshouders reageren daar weer op door meer of minder varkens te houden. Dat heet de varkenscyclus. Gemiddeld echter krijgt een varkenshouder slechts 2 euro meer per vleesvarken dan hij er aan uitgeeft. Daarvoor wordt dat varken onder minimale welzijnsomstandigheden een half jaar lang gevoed en gehuisvest. Dan is het arme beest zwaar genoeg om geslacht te worden.
Geen wonder dat varkens in grote aantallen worden gehouden en er steeds meer megastallen in het landschap verschijnen. De varkenshouder zou geen droge boterham verdienen bij kleine aantallen. De steeds kleiner wordende marges leiden tot nog meer schaalvergroting. Om deze grote aantallen te kunnen afzetten wordt geconcurreerd op de wereldmarkt. Ook wordt dezelfde wereldmarkt gebruikt om varkensvoer zo goedkoop mogelijk te produceren. Hele oerwouden worden gekapt om sojavoer te kunnen verbouwen. Ook leidt de overproductie in eigen land tot een mestprobleem. Oud LNV-minister Veerman zei eens: “We importeren veevoer, we exporteren goedkoop vlees en de rotzooi blijft achter”.



Bij deze wedloop zijn bijna alleen maar verliezers: voedselprijzen stijgen omdat graan, rijst en maïs niet aan mensen als voedsel wordt aangeboden, maar wordt verwerkt in veevoer of biobrandstof. Mensen uit de derde wereld en arme landen in het algemeen zijn steeds meer geld kwijt aan voeding. De hoge mestproductie leidt in ons land tot milieuproblemen en de druk van behoud van concurrentiepositie verlaagt de dierenwelzijnscondities.
De oplossing? Sanering van de intensieve veehouderij. Er wordt al jaren in ons land meer varkens, kippen en koeien geproduceerd dan we zelf nodig hebben en de hoeveelheid die we zelf nodig hebben kan nog veel kleiner, want Nederlanders eten teveel eiwitten, wat tot allerlei welvaartsziekten leidt (bijv. kanker).
Minderen op de vleesconsumptie is ook goed voor het klimaat, want de vleesproductie levert nationaal en mondiaal de grootste bijdrage aan de opwarming van de aarde.
Onze economie zal er niet onder leiden en ons land wordt er leefbaarder door.

28 april 2008

Weidemelk is pas echt boerenbedrog

In het zuivelblok van de supermarkten ligt tegenwoordig een nieuw product van de Nederlandse melkveehouder: de weidemelk. Dat goedje is afkomstig van koeien die in de wei staan. Nou ja, in de wei staan. Melk mag weidemelk heten als de koe die het heeft geleverd per jaar tenminste 120 dagen, zes uur per dag in de wei heeft gestaan. In de melkveehouderij heet dit weidegang. Ook zo’n term die pas betekenis krijgt als die in perspectief wordt gezet. De honderd twintig dagen in de wei zijn alles bij elkaar krap vier maanden, en dat betekent dat deze koeien acht maanden op stal staan. Ze zijn twee keer vaker binnen dan buiten.
Dat ‘buiten’ is al even betrekkelijk: een koe die zes uur per dag buiten staat, staat achttien uur binnen.
Je moet maar durven om de melk van deze koeien het predikaat weidemelk te geven. Durven? De agrosector gaat voor geen enkel bedrog opzij. Met de term ‘weidemelk’ wordt gesuggereerd dat deze melk komt van koeien die vers gras eten. En dus denkt de consument ‘dat zal dan wel gezond zijn’.
Welnu, de koeien die weidemelk produceren, eten nog heel veel meer dan (vers) gras. Vrijwel alle koeien in Nederland (of ze nu buiten komen of niet) krijgen naast gras ook nog maïs en tarwe te eten, Net als goedkoop afval uit de voedings- en genotsmiddelen industrie zoals bierbostel, sojaschroot, aardappelsnippers of bietenpulp. En niet te vergeten krachtvoer.
Dat is toch een raar dieet? Ooit een koe een pilsje zien drinken? Of een patatje met zien bestellen? Een koe lust alleen maïs als de boer het fijn gemalen tussen het gras verstopt. En toch krijgt de Nederlandse koe intussen bijna net zoveel maïs voorgeschoteld als gras omdat er zoveel energie (koolhydraten) en eiwit in de maïs zit.
Maar de sector probeert met de kreet ‘weidemelk’ de consument wijs te maken dat koeien eigenlijk alleen maar vers gras eten.
De varkenshouderij heeft de zogenoemde zichtstallen uitgevonden. Een showroom voor varkens waarmee de rauwe werkelijkheid in de stallen wordt verdoezeld.
De weidemelk is de zichtstal van de melkveehouderij.

26 april 2008

Dieren en de Leeuwarder Courant

Vandaag een drukke dierendag! In de Leeuwarder courant van gisteren twee berichten waar niet alleen ik me kwaad over maakte. In de eerste plaats was daar ene Klaas Kasma, ex-restauranthouder, die dagelijks een receptenrubriek voor de krant verzorgt. Dat is op zich niet zo erg, ware het niet dat Kasma ons met enige regelmaat op de hoogte meent te moeten brengen van, met name, zijn kijk op het wel of niet eten van dode dieren. Kasma is overduidelijk geen vegetariër en sympathiseert ook niet met deze leefwijze. Integendeel mag ik wel zeggen. Hij laat geeen gelegenheid voorbij gaan zijn afkeer van de vegetarische, laat staan veganistische keuken, in krasse bewoordingen onder de aandacht te brenegn. Ik ben geen psychoog maar als ik dat wel was zou ik de theorie poneren dat hij in zijn jeugd hele akelige dingen moet hebben meegemaakt en dat hij nu die onverwerkte trauma's probeert te overschreeuwen door zich onverzoenlijk op te stellen tegenover dieren en mensen die het voor hen opnemen. Zijn recepten, die misschien best genietbaar zijn, laat hij vaak voorafgaan door statements die iedereen die meent geen dode dieren te moeten eten, op shockerende wijze voor wereldvreemde halve garen uit te maken, waarna hij nog even fijntjes opmerkt dat dieren er zijn om ze op te eten. Dat opeten doet kennelijk met een bijna satanisch genoegen. Ik vermoed niet omdat hij het zo lekker vindt, wat dat zou ik mij nog voor kunnen stellen, maar meer om de niet-vleeseter te provoceren en te shockeren en wellicht uit de tent te lokken. Zo schetst hij vrolijk ronddartelende lammetjes die voorbestemd zijn na korte tijd op het bord en ik de maag van de consument te verdwijnen. Kieviten mogen eventueel worden afgeschoten om overpopulatie(!!!) te voorkomen. Gisteren werden vegetarisch levende mensen afgeschilderd als " puisterige jonge meisjes, die opgehitst door anderen er voor zorgden dat circussen geen bestaansrecht meer hebben, slachterijen moeten sluiten, en er geen roofvogels meer mogen worden afgeschoten om de weidevogels te beschermen........................................" Het kan zijn dat er lieden zijn die er om kunnen lachen en misschien is dat ook wel de beste reactie. Anderzijds lijkt het mij een degelijke kwaliteitskrant als "De Leeuwarder" onwaardig voor dit nogal ordinaire gescheld verantwoordelijkheid te nemen.

In een ander artikel werd gewag gemaakt van een tentoonstelling over circusdieren. Juist in een tijd waarin veel weldenkende mensen zich afwenden van het mens- en dieronwaardig gesol met wilde dieren in de piste, komt men met een reportage over deze misstand in een artikel dat op een opvallend welwillende wijze is getoonzet. Nee hoor, het is helemaal niet erg dat de dieren gevangen zijn en gekke kunstjes moeten vertonen. Het hoort toch bij een circus?
De tentoonstelling is gericht op kinderen en dat maakt de kritiekloze opstelling van de verslaggever helemaal bizar! Kinderen dien je respect voor dieren bij te brengen en dat doe je niet door het lamlendige gesol en gesleep met deze trotse dieren als "normaal" te beschouwen. Deze wilde dieren horen in hun eigen natuurlijke omgeving te leven en oud te worden en niet als vermaaksproducten voor verwende mensjes te dienen. Wilde Dieren De Tent Uit en wel zo gauw mogelijk!

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.